Verslag Pauzelandschappen Zwolle: Vormgeven aan tijdelijkheid in en vanuit Stadshagen Dinsdag 24 september 2013, 13.00-17.00 uur, Cultuurhuis Stadshagen, Zwolle
Op de vijfde bijeenkomst Pauzelandschappen in Zwolle stond het tijdelijke gebruik van open plekken in de nieuwbouwwijk Stadshagen centraal. De gemeente heeft een globale opzet gemaakt voor de procesaanpak van tijdelijkheid in Stadshagen. De deelnemers aan de bijeenkomst werden uitgenodigd om deze opzet te becommentariëren als kritische vriend, op sterke en minder sterke punten en aanbevelingen te doen. De bijeenkomst heeft het karakter van een werksessie met als doel kennis halen en kennis brengen. Welkom door Carolien van Rijen, SWZ Middagvoorzitter Carolien van Rijen (manager ontwikkeling bij woningstichting SWZ te Zwolle) heet iedereen namens KISS welkom op de vijfde bijeenkomst over Pauzelandschappen Overijssel. We zijn weer een stukje verder op weg met Pauzelandschappen. Steeds wordt er een steentje toegevoegd aan de kennis over dit onderwerp. Vandaag gaat het over een concrete vraag vanuit Zwolle: wat te doen met een aantal tijdelijk leegstaande locaties? Na de eerste spreker gaan we met de bus langs een aantal locaties (open plekken), waarna we drie ‘pitches’ krijgen en in groepen gaan praten over de vragen van Zwolle. Inleiding Rienko Baarslag, gemeente Zwolle Rienko Baarslag is beleidsadviseur Groen bij de afdeling Ruimte en Economie van de gemeente Zwolle. Natuur is één van de mogelijke functies van tijdelijk lege terreinen. Ondanks de groei van de stad is tijdelijk gebruik ook in de gemeente Zwolle nodig. Daarbij gaat het ook om bedrijfsterreinen en kantoorgebieden, maar voornamelijk om woningbouwlocaties, zoals hier in de wijk Stadshagen. Daarvoor bestaan verschillende soorten ideeën, commercieel, semi-commercieel en van particulieren. Dat vereist een andere rol van de gemeente: het benutten van initiatieven uit de samenleving. Het uitgangspunt van de gemeente is dat het totale pakket aan initiatieven budgetneutraal is. De rol van de gemeente is faciliterend, maar wel proactief. We hebben gekozen voor één grote pilot en gaan na één jaar de spelregels evalueren. De spelregels beogen een helder proces te bevorderen, dat uiteindelijk een goed advies oplevert. Een centraal punt is de ideeënmakelaar, die het proces in de gaten houdt en dat met het team afstemt. Daarna wordt er een accounthouder aangewezen. Er zijn ook tarieven vastgesteld voor het gebruik van de tijdelijke ruimte, bijvoorbeeld voor de tijdelijke parkeerplaats van het bedrijf SCANIA. Juridische procedures proberen we zoveel mogelijk te beperken. Het levert ons een betere woonomgeving op, meer sociale veiligheid en groeipotenties voor het gebied. Daarvoor moet je denken in kansen en daarvan hebben we in Zwolle een aantal goede voorbeelden. In de bus zullen we een toelichting geven op het gebied, dat grenst aan het Nationaal Landschap IJsseldelta. We gaan langs drie locaties en vragen de deelnemers om die locaties goed in zich op te nemen. Na terugkomst willen we namelijk dat ze een aantal vragen beantwoorden om er achter te komen of we op de goede weg zijn.
1
Bustocht door Stadshagen Han Goodijk (stedenbouwkundige bij de gemeente Zwolle) is onze gids bij de bustocht door Stadshagen. De wijk Stadshagen (met ruim 20.000 inwoners) is in principe af, met uitzondering van de randen. Dwars door Stadshagen loopt een strategische zone met ruimte voor nieuwe functies, zoals een kerk, een school, een Blijf van mijn Lijf-huis et cetera. De strategische zone is ook bijna vol. De eerste leegstaande locatie (waar we ook even uitstappen) ligt aan de noordkant. Daar ligt aan de rechterkant van de provinciale weg de Milligerplas met een zwemstrand, een tijdelijk paviljoen (een strandhuis) en een zeilschooltje. Aan de linkerkant ligt het gebied Breezicht . Dat wordt een wijk met een groene opzet en met buurtschappen. De aanleg van deze wijk is met 5 tot 10 jaar uitgesteld. De provinciale weg (die is een barrière) wordt omgelegd en krijgt een tunnel die leidt naar het recreatiegebied Weteringszone. In het gebied ligt nog een zanddepot dat nog niet weg is en een weideland dat nog verpacht wordt. Het weideland wordt omringd met prikkeldraad waardoor het gebied op dit moment nog slecht toegankelijk is.
De tweede leegstaande locatie is de wijk Breecam p-Oost waar volop gebouwd wordt. Er is een centraal blok met o.a. een moderne Havezate en daaromheen ruimte voor losse bouwstructuren. Aan de linkerkant van de weg zijn eilanden gepland met vrije sectorbouw. De wijk heeft een centrale groene plek met een route naar één van de eilanden. Er komt nog een geluidswal en een uitkijkpunt op de Mastenbroekerpolder (daar is geen barrière). In dat gebied kunnen de bewoners van de wijk fietsen en wandelen. Het gebied met de eilanden blijft minstens tien jaar zo braak liggen. Het gaat om zes eilanden (een eiland is gewoon een stuk land met een sloot erom heen). Ook de voorzieningen in deze wijk komen later dan gepland. Dat geeft uiteraard overlast voor de bewoners. We vervolgen onze weg en passeren met de bus het kruispunt met de nieuwe provinciale weg. We zien aan de westkant van de wijk het deelplan Scholtensteeg met ruimte voor specifieke voorzieningen, zoals woningen met een bedrijfskavel (een voorbeeld is een benzinepomp). De woonwerkkavels staan aan de linkerkant van de weg (ze zijn niet bedoeld voor tijdelijkheid), de rechterkant blijft open.
2
De derde leegstaande locatie is de wijk De Tippe die ook de komende tien jaar nog niet van de grond komt. De entree van de wijk is een spoorlijntje (naar Kampen) met een aantal tunneltjes eronderdoor voor fietsers. Over tien jaar wordt er dichtbij de IJssel gebouwd, bij de dijk van het IJssellandschap. Dat zal zeker een meerwaarde hebben voor de wijk, maar welke precies is nog de vraag. Aan de rechterkant van de wijk De Tippe ligt de wijk Westenholte (een voormalig buurtschap), aan de linkerkant de strategische zone en het Kamper-lijntje. In het laatste deel van de busreis komen we nog langs de wijk Frankhuis , waarvan de bouw al op korte termijn (binnen vijf jaar) start. Deze wijk grenst aan het Zwarte Water dat uitmondt in de rivier de Overijsselse Vecht. In het centrum van Stadshagen staat (links van de Belvederelaan) een rij oude bomen van de vroegere Havezate (of ‘stins’) Werkeren. Er staan ook keten voor de uitbreiding van het winkelcentrum. De termijn is nog onbekend. Inleiding Han Goodijk, gemeente Zwolle Han Goodijk vervangt Patricia Gerrits, projecteider van Stadhagen bij de gemeente Zwolle, bij de presentatie over de procesaanpak tijdelijkheid Stadshagen. Met de bouw van de wijk Stadshagen is begonnen in 1997. Op dit moment zijn er 8000 woningen, 22.000 inwoners en een groot winkelcentrum. Met deze wijk maakte Zwolle een sprong over het Zwarte Water. Daarbij was een belangrijke rol voor het milieu, o.a. via een robuust watersysteem. In de Mastenbroekerpolder stond een Havezate, waarvan de structuur nog is terug te vinden in de wijk Stadshagen, bijvoorbeeld in de strategische zone en het centrale park. Aan de randen van Stadshagen kunnen we meer doen, meer extremere vormen toepassen, dan in het centrum van Stadshagen, waar de voorzieningen zich bevinden. Een goed voorbeeld is de wijk Breezicht waarin buurtschappen worden gepland. Door de crisis is er een lager bouwtempo en zijn we als gemeente langer aanwezig op de bouwlocatie. De bouw wordt uitgefaseerd over meer dan vijf tot meer dan tien jaar. We doen ook aan gebiedspromotie met als doelstelling het imago binnen de wijk vast te houden en daarbuiten te vergroten. Dat doen we door de wijk te positioneren en te profileren, ook door de relatie met de historische binnenstad van Zwolle te benadrukken. Onze kernpropositie is dat de wijk Stadshagen zich in een landelijke omgeving bevindt. In februari 2013 besloot de gemeenteraad van Zwolle tot een extra voorziening van 60 miljoen Euro voor de wijk. Het college van B&W heeft in april 2013 verdere stappen gezet in de vorm van lopende initiatieven voor tijdelijkheid en het weghalen van belemmeringen. Vanmiddag gaan we verder praten over een visie op de aanpak en de randvoorwaarden. Pitch Mark Zekhuis, Landschap Overijssel Mark Zekhuis is ecoloog en adviseur bij het Landschap Overijssel. Hij praat over tijdelijke natuur. Dat is een juridische tem voor bescherming van natuurwaarden via mitigatie of compensatie. Welk type natuur kun je verwachten? Een mooi voorbeeld is het project Eeserwold bij Steenwijk. Dat gebied (het gaat om gras met een grote natuurwaarde) wordt deels begraasd door runderen en deels gemaaid, en kan worden gebruikt voor wandelen en recreëren. Deze tijdelijke natuur (alleen de natuur die zich daarna ontwikkelt) kun je later ook weghalen. Je hebt voor tijdelijke natuur minimaal vijf hectare nodig minimaal één groeiseizoen. Het mooie van tijdelijke natuur is dat het gaat om jonge (pionier-)natuur. Een kraamkamer voor behoorlijk zeldzame soorten. De drie terreinen in Zwolle die we hebben bezocht zijn daarvoor geschikt: ze zijn robuust (je vindt er buizerds en patrijzen), groot en hebben contact met het landschap eromheen. Wel moet je in verband met de tijdelijkheid goed insteken op het type landschap, zoals overjarige ruigtes, plukweides, kruidenrijke akkers, bloemen et cetera. Hou het simpel en zorg voor paden om de ruimte te verkennen. Hij ziet in de tijdelijke gebieden in Stadshagen veel potenties.
3
Carolien van Rijen wil graag weten hoe we dit gaan organiseren. Mark Zekhuis zegt dat hij heeft meegedraaid met een ‘pilot’. Daaruit bleek dat een aanpassing van de wet nodig was. Je kunt nu een vergunning aanvragen, wat ongeveer 3-4 maanden duurt. Je hoeft niet actief te doen aan natuurontwikkeling, dat kan namelijk ook vanzelf gaan. Er is zeker sprake van waardecreatie in de vorm van natuurbeleving van de burgers. Is het kostenneutraal? Het levert financieel in ieder geval niets op, het gras wordt verder om-niet door de boeren gemaaid. Pitch Frans Willem Romer, Arcadis Frans Wilem Romer is teammanager bij Arcadis Nederland, dat 40 jaar het tijdelijk beheer van vastgoed heeft gedaan voor de gemeente Zwolle. Zwolle is doorgegaan met de inkoop van dure grond. Dat levert pijn op, omdat je dan de marktwaarde (200 Euro per m2) moet afwaarderen naar de agrarische waarde (50 Euro per m2). Hoe kun je een gemeente daarbij helpen? Momenteel wordt landelijk gekeken naar een ‘braakbank’ met een groep partners als financiële instellingen, provincies, gemeenten en grondeigenaren. We proberen hen te linken aan partijen die iets gaan doen, bijvoorbeeld met zonnecollectoren, tijdelijke natuur of parkeren. Een aantal projecten loopt al. De vraag is vooral wat je wilt: moet het leuk zijn of economisch rendement opleveren? Een ander lastig punt is de planologie. De ‘braakbank ’ heeft een makelaarsfunctie: het matchen van vraag en aanbod en daarnaast het ontwikkelen en tot stand brengen van ideeën. Buiten de stad is voor het ontwikkelen een gebied van 50 tot 60 hectare nodig, in de stad zelf kan met een kleiner gebied worden volstaan. Een goed voorbeeld is Maastricht met een tijdelijke parkeerplaats (dat levert geld op). Je kunt ook denken aan de aanleg van groen, natuur en energieprojecten (zonnecollectoren, maar de energiebelasting gooit wel roet in het eten). Arcadis Pitch Leo Oosterloo, gemeente Zwolle Leo Oosterloo is directeur van de Stichting 4PK die mensen ondersteunt op weg naar actieve participatie in de samenleving in de overtuiging dat dat goed is voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. In dat kader is de gemeente bezig met het ontwikkelen van stadslandbouw op twee locaties: op één van de eilanden in de wijk Breecamp-Oost en in de wijk De Tippe. Het is de bedoeling dat het in 2015 op de markt komt. Daar werken we geleidelijk naar toe. In 2011 zijn we gestart met gemeenschappelijk tuinieren in een nutstuin. In 2012 kwam er een opleiding voor het produceren van biologische producten in een leerbedrijf. In 2013 heeft het ingenieursbureau Witteveen+Bos een onderzoek gedaan naar de maatschappelijke baten en kosten van stadslandbouw. Tot de baten behoren het opknappen van de woonomgeving, gezond voedsel en echte arbeid (dat blijkt uit de vakopleiding en de afzetmarkt voor de producten). In 2014 starten we met de grond op de locatie op het eiland. Resultaten van de werksessies Carolien van Rijen wil graag dat de aanwezigen aan aparte tafels in zes groepen discussiëren over drie vragen: a) de kaderstelling en de spelregels, inclusief de thematisering per gebied; b) de aanpak en de vormgeving van het proces, inclusief de rolneming; c) de waardecreatie via tijdelijk gebruik van grond. Ze benadrukt dat het gaat om het tijdelijk gebruik van de randen van de wijk Stadshagen. Niet alleen voor de wijkbewoners, maar (als antwoord op een vraag uit de zaal) zeker ook door de wijkbewoners. De drie thema’s (zie ook de pitches) hierbij zijn: 1) de tijdelijke natuur, 2) de makelaarsfunctie en 3) de stadslandbouw. Na de zeer levendige werksessies verzorgt een lid van elke groep een korte terugkoppeling. Kaderstelling en spelregels, thematisering per gebied
4
-
Groep 1 heeft een leuke sessie gehad met twee wijkbewoners in hun midden. De aanpak is sterk afhankelijk van het plan en daarbij heeft men vanuit de buurt het liefst zo min mogelijk spelregels. Tijdelijk gebruik zou kunnen via een contract, eventueel via een stichting. Mogelijke spelregels zijn dat een plan moet worden gedragen door de buurt en binnen het fatsoenlijke blijft. Men is verdeeld over de vraag of een ideeënmakelaar nodig is. Het kan wel handig zijn om gebruik te maken van diens ervaring. De gemeente is in ieder geval wel nodig voor het delen van kennis. Het zou mooi zijn als een plan kostendekkend is, maar bij een ‘superplan’ hoeft dat niet per se.
-
Groep 2 vindt ook dat de spelregels van, voor en door de bewoners zijn, maar dat is breder dan Stadshagen, het gaat ook om de omgeving en om de rest van Zwolle. Een plan mag geen overlast geven voor de omgeving, een lichte vorm van sturing (kaderstelling) is daarom gewenst. Kijk ook of je kunt komen tot clustering (verschillende zones) en tot een differentiatie tussen de drie gebieden. Kijk bij tijdelijke functies ook naar de verdere inpassing in de woonomgeving, bijvoorbeeld van de natuur. Een plan moet (in principe) zonder subsidies kunnen en kostenneutraal zijn. Betrek bij thema’s als volkstuinen ook de agrarische sector. In de groep is ook gespeculeerd over duurzame collectieve energie-initiatieven. Een mogelijke vorm hiervoor is het collectief particulier opdrachtgeverschap. Als gemeente moet je vooral vertrouwen durven geven en een betrouwbare partner zijn.
Aanpak en vormgeving van het proces, inclusief de rolneming - Groep 3 had ook een wijkbewoner met een idee (waarover kritisch is gesproken) en de ideeënmakelaar van de gemeente Zwolle aan tafel. Het idee van de wijkbewoner was een zelfregulerende vrijstaat waar het gaat om de omgang met de grond. Deze vrijstaat is zelfvoorzienend, kent weinig regels en geen dure grondprijs voor de rest van de grond. Het gaat om een idealistische samenleving, die de kans moet krijgen om van tijdelijk definitief te worden. Mensen kunnen in deze idealistische samenleving geld en kennis meebrengen en doorgeven aan andere bewoners. Een voorbeeld van zo’n project is ‘De Tosti-fabriek’ in Amsterdam (een levende installatie waarin de relatie tussen onszelf en ons voedsel inzichtelijk gemaakt wordt) die in De Wereld Draait Door (op 12 september 2013) te zien was. Je moet ook kunstenaars betrekken (zoals Sjaak Langenberg, die een pseudo-documentaire heeft gemaakt over de uitbreiding van de Mastenbroekerpolder) en een vereveningsfonds instellen voor innovatieve ideeën. Het is een mooi voorbeeld van de participatiemaatschappij, maar wel met enige gedragsregels.
-
Groep 4 heeft vooral gekeken naar het proces. Er is al een ideeënmakelaar, maar de vraag is hoe je de ideeën uit de wijk boven tafel krijgt. Als gemeente moet je in dit proces de totale organisatie meekrijgen: dus niet alleen de ‘front-office’, maar ook de ‘back-office’ en het bestuur. De grond is van alle Zwollenaren en daarom is er voldoende draagvlak nodig. De vraag is ook wat er gebeurt met de grond als je niets doet. Is er voldoende urgentie?
Waardecreatie via tijdelijk gebruik van grond
-
Groep 5 heeft gekeken naar de waardecreatie en is begonnen met een omschrijving van waarden. Onderaan staat geld en verder gaat het om waarden als duurzaamheid, sociale cohesie, de verbinding met de omgeving, natuurwaarden, lokale economie (voedsel), imago, opwaardering van de woonomgeving (het moet inpasbaar zijn in de bestaande plannen), energieprojecten en educatieve waarden. Plannen voor tijdelijk gebruik moeten ook worden geadopteerd door de buurt en er mag geen sprake zijn van een zware regie.
5
-
Groep 6 valt het op dat het borrelt van de ideeën, die je ook zou moeten belonen met geld. Daarvoor is een bepaald bedrag per hectare nodig. Je moet aansluiten bij de behoeften in de wijk, zoals het maken van een ommetje en het onderhouden van een groentetuin. Het biedt ook mogelijkheden voor sociale participatie, voor speelnatuur (een mooi voorbeeld is te vinden op Tiengemeten van Natuurmonumenten, dat wordt aangeprezen als ‘een ruig dagje uit voor het hele gezin’), pluktuinen, stadslandbouw en groene economie.
Reflectie en afsluiting Rienko Baarslag bedankt iedereen voor het meedenken. De werksessies hebben een grote oogst opgeleverd en uitdagingen voor het Zwolse gemeentebestuur dat moet leren loslaten, maar ook de burgers zelf moeten wennen aan een faciliterende overheid. Dit zal verder worden besproken binnen de gemeente. Een belangrijk punt dat verder naar voren komt is het uitdragen van enthousiasme voor Zwolle en het betrekken van de bewoners. Biedt hen de mogelijkheden tot burgerinitiatieven bepaal samen met hen de regels en de voorwaarden daarvoor. Middagvoorzitter Carolien van Rijen bedankt iedereen voor hun inbreng en spoort hen vooral aan om contact met elkaar op te nemen.
Verslag: Rik Reussing, Universiteit Twente.
6