VERSLAG
GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 27 MEI 2010
Aanwezig: Henk Heyerick, burgemeester-voorzitter, Eric Vermeersch, Luc Millecamps, Rosanne Buyle, Catherine De Smet en Stijn Van De Wiele, schepenen, Van den Weghe Ignace, Devlieger Marc, Van Steenberghe Philippe, De Vos Herman, Boeckaert Tony, De Waele Hendrik, Ruttyn Flor, Delaere Sophie, Desmet Ann, Van Vynckt Willy, Den Tandt Patricia, Lippens Lieven, Cosijns Sally, De Smet Monique, Lagrange Simon, Claeys Ives, Dierick Sofie, raadsleden en Sylvie Bohez, secretaris.
De burgemeester-voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19.30 uur. De agenda wordt aangevangen.
----------
Agendapunt nr. 1 : GOEDKEUREN VERSLAG VERGADERING VAN 22 APRIL 2010.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op artikel 33 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld in de gemeenteraad van 22 februari 2007 waardoor de notulen van de vorige vergadering samen met de oproepingsbrief ter beschikking gesteld werden van de raadsleden via het extranet. Overwegende dat er geen bezwaren werden ingebracht over deze notulen;
BESLUIT:
De notulen van 22 april 2010 worden goedgekeurd.
----------
Agendapunt nr. 2: BOUWEN “NIEUW” ADMINISTRATIEF CENTRUM : 1. HERLOCALISATIEKEUZE 2. MANDAAT AAN VLAAMSE BOUWMEESTER VOOR OPEN OPROEP 3. PRINCIEPSBESLISSING VOOR HET OPMAKEN VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN TOT HERZIENING EN UITBREIDING VAN BPA OLSENE CENTRUM,
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2009 houdende het laten opmaken van haalbaarheidsstudie houdende een ruimtelijke en financiële analyse van het project “nieuw” administratief centrum voor de gemeente Zulte; Gelet op de ‘Haalbaarheidsstudie gemeentehuis Zulte’ opgemaakt door BVBA Planners, Kroonstraat 170 te 2104 Borgerhout, Overwegende dat uit de haalbaarheidsstudie blijkt dat : - binnen de gestelde randvoorwaarden van de opdracht (Olsene administratief centrum), er 3 valabele opties zijn voor (her)localisatie van een “nieuw”gemeentehuis ; - uit de ruimtelijke analyses is gebleken dat optie ‘spoorwegbrug’, optie ‘muziekschool’ en optie ‘kerkstraat bocht’ minderwaardig zijn, alsook dat bijkomende optie ‘Vandewiele’ niet realiseerbaar is (bestemming/financieel) - een verbouwing en uitbreiding van het huidige gemeentehuis inzake investering de goedkoopste oplossing is, doch geen voorbeeldfunctie vervult (architecturaal en bouwtechnisch), noch een ruimtelijke meerwaarde biedt, - nieuwbouw op de huidige locatie van het gemeentehuis dan wel de realisatie van een deels afgeschermd plein naast de kerk mogelijk maakt, maar organisatorisch (tijdelijk herhuisvesting) kostelijk is en nog steeds resulteert in een gemeentehuis ‘weggestoken achter de kerk’ , - een gemeentehuis gekoppeld aan het OC Olsene een totaal ander invulling geeft als ‘beeld’ van de gemeente Zulte, ingebed in een oase van rust nabij de Leie, maar de duurste oplossing is (integratie ontmoetingscentrum in gemeentehuis) en vooral rekening moet houden met de voorwaarden van het legaat van museum Meheus (behoud woning); Overwegende dat uit de ruimtelijke analyse anderzijds blijkt dat : - de locatie op de hoek Centrumstraat/Grote Steenweg de grootste meerwaarde biedt voor de omgeving, omwille van de herwaardering van de kern van Olsene; - deze optie geen organisatorische moeilijkheden teweegbrengt voor de continuïteit van de gemeentelijke diensten; - er een intiem plein wordt gerealiseerd tussen nieuw gemeentehuis en kerk op schaal van de deelgemeente dat niet langer gedomineerd wordt door zwaar en druk verkeer; - hierdoor het mogelijk wordt aan de zuidzijde, in de luwte van de kerk, een afwerking van het woonweefsel te realiseren met voldoende parkeervoorzieningen en ruimte voor verenigingsleven, kermis, … Gelet op het bestaand BPA Olsene Centrum waarvan de voorschriften niet aangepast zijn aan deze nieuwe ruimtelijke visie, Overwegende dat : - bij gewestplanwijziging in 1999 het woonuitbreidingsgebied tussen Centrumstraat en het kasteel van Olsene deels omgezet werd in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, deels in een diep woongebied langs Centrumstraat en Grote Steenweg ; - dit relatief ‘nieuwe ‘woongebied slecht ontsloten is en moeilijk ontwikkelbaar is zonder een globale visie gestuurd vanuit de gemeente, - de ligging van het woongebied, aansluitend aan de kern van Olsene, sterk inbreidingsgericht is en belangrijke woonpotenties heeft, - dit gebied reeds deels bestemd is binnen BPA Olsene Centrum, doch achterhaald is door de gewestplanwijziging ; Gelet op het besluit van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, de heer Dirk Van Mechelen, de dato 18 maart 2004 waarbij het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zulte, zoals definitief
vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad de dato 27 november 2003, werd goedgekeurd mits uitsluiting van enkele zinsneden, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen, tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het voorgebrachte bijzonder bestek en het offerteformulier; Overwegende dat deze diensten geraamd worden op 25.000,00 EUR, inclusief btw; Gelet op de kredietvoorziening in de begroting 2010 onder artikel 930/747-60 der uitgaven; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening en wijzigingen; Gelet op artikel 43 § 2, 11° van het Gemeentedecreet houdende toewijzing van de bevoegdheid aan de gemeenteraad inzake vaststelling van voorwaarden en de keuze van procedure inzake overheidsopdrachten; Gelet op de tussenkomst van raadslid Lagrange die opmerkt dat het onderwerp reeds een aantal keren besproken is in een besloten informatievergadering en ondertussen het voorwerp heeft uitgemaakt van diverse krantenartikels. De VLD-fractie stuurt aan op een open debat. Het staat vast dat er iets moet gebeuren aan de huisvesting van de gemeentelijke diensten. Zowel de ambtenaren als de burger verdienen een betere huisvesting. De VLD-fractie stemde dan ook unaniem vóór de uitvoering van een haalbaarheidstudie. Raadslid Lagrange schetst de historiek van het dossier sedert december 2009 en benadrukt dat zij niet tevreden zijn over de kwaliteit van de uitgevoerde studie. Er werd veel aandacht besteed aan locaties die niet het voorwerp uitmaakten van de studie (zijnde Gaston Martensplein & kern Machelen). Waarom heeft het college van burgemeester en schepenen toegelaten om zaken te onderzoeken die het onderzoek niet waard zijn want in strijd met de beleidskeuze van het college zelf? De VLD-fractie betreurt dat meerdere interessante locaties slechts heel summier onderzocht werden (zoals bv. de site Dion Vandewiele en de site aan de overkant van het ontmoetingscentrum van Olsene). Deze sites werden snel afgewimpeld als onhaalbaar. De VLD-fractie is ook niet tevreden over de vaststelling dat zij buiten spel gezet werden door bepaalde leden van het college. Diverse persberichten zijn hierover verschenen alsof de gemeenteraad hierover niets meer te beslissen had. Het standpunt van de VLD-fractie is zeer duidelijk : “neen” tegen het actueel ontwerp met als locatie het kerkplein van Olsene. Veel inwoners zien dit ontwerp niet zitten en zijn niet bereid om een mooi, aangenaam kerkplein met veel open ruimte prijs te geven. Het is een functioneel kerkplein met voldoende plaats voor parkeren, kermissen,… dat niet zo lang geleden aangelegd werd voor ongeveer 17 miljoen BEF. De VLD-fractie wenst het kerkplein niet op te offeren voor een megalomaan project. Uitstraling, identiteit,... zijn kernwoorden die perfect bij de burgemeester passen. Eén Kremlin in de omgeving is ruim voldoende.
De VLD-fractie gaat voluit voor een vernieuwd, modern gemeentehuis op de bestaande locatie. Het is perfect mogelijk om het administratief centrum in diverse fases af te werken waarbij bv. het bestaande gebouw vernieuwd of volledig herbouwd wordt. Dit alternatief zal een functioneel gebouw opleveren op de bestaande site met behoud van het actueel marktplein. Raadslid Lagrange roept op om het project halt toe te roepen. De realisatie zal daarenboven een kostelijke zaak zijn. De burgemeester antwoordt dat het studiebureau duidelijk de visie heeft uiteengezet in een besloten infovergadering. Het project beoogt juist het tegenovergestelde van datgene dat de VLD-fractie vooropstelt. Het actueel voorstel biedt een duidelijke meerwaarde voor de omgeving en de uitgevoerde studie gaat veel verder dan het louter nadenken over een nieuw gemeentehuis. De optie van de VLD-fractie biedt daarentegen geen enkele meerwaarde. De burgemeester betreurt de wijze waarop gereageerd werd op de toelichting van resultaten door het studiebureau. Uit de studie komen objectieve elementen naar voor die de mogelijkheid bieden om een beslissing te nemen omtrent de meest geschikte locatie. Uit deze analyse blijkt dat de locatie op de hoek Centrumstraat/Grote Steenweg de grootste meerwaarde biedt voor de omgeving omwille van de mogelijkheid tot herwaardering van de kern van de deelgemeente Olsene. Een hoogwaardige architecturale invulling van het kerkplein geeft de deelgemeente Olsene een gezicht/landmark tegenover de N43. Anderzijds wordt een intiem, afgesloten plein gecreëerd tussen het nieuw gemeentehuis en de kerk. Deze herlocalisatie biedt de mogelijkheid om aan de zuidzijde, in de luwte van de kerk, een afwerking van het woonweefsel te realiseren met oog voor voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor het verenigingsleven, kermis, … Langs beide zijden van de kerk wordt zodoende open leefruimte gecreëerd. Dit is geenszins een megalomaan project maar een project dat terug belevingskarakter wil geven aan het centrum. De burgemeester stelt voor om over te gaan tot de stemming. Raadslid Herman De Vos repliceert dat het te vroeg is om hierover te stemmen en benadrukt dat hij geen woord terugneemt met betrekking tot de kwaliteit van de door het studiebureau afgeleverde studie. De VLD-fractie wenst een gedegen onderzoek van alle scenario’s met weergave van de financiële, juridische,… implicaties. Het actueel voorstel is niet gedragen door de bevolking. De burger is niet bereid om het open plein zonder meer op te geven. Bij gebrek aan degelijk onderzoek van de andere scenario’s is het behoud van de actuele locatie de enige optie. Raadslid De Vos stelt voor om het project voor te leggen aan de bevolking. De kostprijs zal daarenboven makkelijk oplopen tot 7 à 8.000.000 euro. Schepen Vermeersch merkt op dat als voorwaarde werd vooropgesteld dat het gebouw maximum 5.000.000 euro excl. BTW mag bedragen. Op jaarbasis levert dit een uitgave op tussen 420.000 à 450.000 euro, afhankelijk van de keuze van de financieringswijze. Ook verbouwingen impliceren een hoge kostprijs. De gemeente kent een structureel financieel overschot. Het project overschrijdt geenszins de financiële draaglast van de gemeente maar zal logischerwijze implicaties hebben op andere, mogelijke investeringsprojecten. Raadslid De Vos polst naar het standpunt van schepen De Smet en schepen Millecamps. De burgemeester merkt op dat in elk geval als voorwaarde wordt opgelegd dat de parkeerplaatsen minstens in aantal dienen behouden te blijven. Schepen Van de Wiele beklemtoont dat deelgemeente Olsene op dit ogenblik geen centrum heeft. Er is een mooie parking voorhanden maar geen levend centrum. Het project biedt de ultieme kans om aan Olsene haar centrum terug te geven.
Raadslid De Vos merkt op dat de gemeente dan beter een opdracht had uitgeschreven om het kerkplein aan te pakken. De essentie van het verhaal is dat de jonge garde een breuk wil maken met het verleden. Raadslid De Vos stelt voor om de bevolking te raadplegen via volksraadpleging omtrent de vraag : “Bent u akkoord dat er een nieuw administratief centrum (gemeentehuis) gebouwd wordt op het huidig kerkplein van Olsene (Willem van Olseneplein)?” De burgemeester stelt dat deze inspraak sowieso formeel voorzien is door het voeren van een openbaar onderzoek in het kader van de opmaak van het RUP Olsene Centrum. Op basis van de nieuwe gegevens (zijnde het verzoek tot organisatie van een volksraadpleging) verzoekt schepen Vermeersch om een korte schorsing van de zitting zodat de CD&V-fractie de vraag met betrekking tot de volksraadpleging kan bespreken. De zitting wordt tijdelijk geschorst. De zitting wordt hervat en heropend zodra de gemeenteraad opnieuw voltallig aanwezig is in de raadzaal. Raadslid Ignace Van den Weghe deelt mee dat zijn broer een tegenvoorstel wenst te formuleren en op weg is naar de zitting van de gemeenteraad. De burgemeester antwoordt dat een vertrouwenspersoon werd aangesteld die raadslid Van den Weghe officieel dient te vertegenwoordigen. Het voorstel mag na de zitting aan de burgemeester worden overgemaakt. De burgemeester deelt mee dat de CD&V-fractie het beraad heeft afgerond en roept op om tot stemming over te gaan met betrekking tot de vraag of een volksraadpleging dient te worden georganiseerd met betrekking tot de vraag : “Bent u akkoord dat er een nieuw administratief centrum (gemeentehuis) gebouwd wordt op het huidig kerkplein van Olsene (Willem van Olseneplein)?” De stemming heeft het volgende resultaat : 8 stemmen ja (VLD-fractie) 15 stemmen neen (CD&V-fractie). De burgemeester roept op tot stemming over het besluit en deelt mee dat de CD&V-fractie volgende bijkomende voorwaarden heeft gesteld : • het administratief centrum mag niet afstotend zijn ten aanzien van de omgeving en moet afdoende geïntegreerd zijn • de actuele parkeerruimte wordt minstens in aantal gehandhaafd (en desgevallend uitgebreid) n • het vooropgestelde budget wordt strikt beheerst De stemming heeft het volgende resultaat : 8 stemmen neen (VLD-fractie) 15 stemmen ja (CD&V-fractie).
BESLUIT:
Artikel 1: Principieel het gemeentehuis te herlocaliseren naar de hoek van Centrumstraat en Grote Steenweg, binnen de grenzen van de private eigendom van de gemeente onder volgende voorwaarden : • • •
het administratief centrum mag niet afstotend zijn ten aanzien van de omgeving en moet afdoende geïntegreerd zijn de actuele parkeerruimte wordt minstens in aantal gehandhaafd (en desgevallend uitgebreid) het vooropgestelde budget wordt strikt beheerst.
Artikel 2: De gemeente mandateert de Vlaamse Bouwmeester om de opdracht voor de volledige studieopdracht voor het bouwen van een “nieuw” administratief centrum op te nemen in de procedure van de “open oproep”, dat zal worden uitgeschreven door de Vlaamse Bouwmeester. Artikel 3: De gemeente verklaart zich akkoord met de principes en voorwaarden van de open oproep, zoals deze door de Vlaamse regering werd goedgekeurd op 18 maart 2005. Artikel 4: Door deel te nemen aan de procedure van de “open oproep” verklaart de gemeente zich akkoord met: - het reglement van de open oproep (in bijlage) - een raming van 4.500.000 euro excl. BTW - een honorariumvork van minimaal 7 %, in meer maximaal 9 % - globaal honorarium voor alle disciplines - het typecontract van de Vlaamse bouwmeester (in bijlage). Artikel 5: De gemeente zal het ontwerpend onderzoek van de vijf laureaten vergoeden. Deze vergoeding is bepaald op 2.500,00 EUR per ontwerper. De jury zal de offertes op hun geldigheid onderzoeken. De opdrachtgever staat in voor de betaling van de geldige offertes. Artikel 6: De jury wordt voorgezeten door de Vlaamse bouwmeester op grond van de opdracht waarmee hij door de Vlaamse regering is belast. De gemeente zal een jury samenstellen bestaande uit: de Vlaamse bouwmeester, drie vertegenwoordigers van de gemeente Zulte en één externe deskundige. De gemeente zal in overleg met de Vlaamse bouwmeester voor de jury een externe deskundige aanstellen. De vergoeding voor deze externe deskundige bedraagt 375,00 EUR excl. btw per half dagdeel en is ten laste van de gemeente. Artikel 7: Ter realisatie van de herlocalisatie van het gemeentehuis, de herbestemming van de huidige site en de ontwikkeling van het ‘nieuwe’ woongebied parallel aan de Centrumstraat/Grote Steenweg over te gaan tot opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ter herziening en uitbreiding van BPA Olsene Centrum. Artikel 8: De aannemingsvoorwaarden, bestek en raming der diensten ten bedrage van 25.000,00 EUR inclusief btw, goed te keuren. Artikel 9: Het college van burgemeester en schepenen te machtigen een bevoegd studiebureau of een bevoegd ontwerper inzake het opmaken van een ontwerp van voormeld RUP en al de erbij horende bescheiden aan te stellen, via onderhandelingsprocedure. Artikel 10: De gemeentelijke uitgaven te bestrijden door middel van een krediet voorzien in de begroting 2010 onder artikel 930/747-60 der uitgaven. Artikel 11: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met het uitvoeren van dit besluit.
----------
Agendapunt nr. 3: GRATIS GRONDAFSTAND IN DE MERELSTRAAT: 1° AFDELING, SECTIE C DEELNRS. 149P29, 149X21, 149R29.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de stedenbouwkundige vergunning, verleend d.d. 8 februari 2010 aan IMMO TIJTGAT NV, de heer Franck Tijtgat, Leenstraat 137, 9870 Zulte, strekkende tot bestemmingswijziging van huis en handelshuis naar 2 woongelegenheden en winkel op een perceel gelegen Zulte, Staatsbaan 45, kadastraal bekend 1e afdeling Sie C nrs. 149p29 en 149x21; Gelet op de definitieve aanneming van het rooilijnplan voor een deel van de Merelstraat, genomen in zitting van de gemeenteraad d.d. 22 april 2010, waarbij de breedte van de nieuwe rooilijn 7m bedraagt; Overwegende dat de aanneming van de nieuwe gewijzigde rooilijn voor een deel van de Merelstraat aan een openbaar onderzoek werd onderworpen, onderzoek gehouden van 12 maart 2010 t.e.m. 12 april 2010 en dat geen enkel bezwaar werd ingediend; Gelet op het hierbijgevoegde opmetingsplan aangaande grond te Zulte, 1° afdeling Sie C deelnrs. 149P29, 149X21, 149R29, 51,62 m2 groot, innemingsplan opgemaakt door B&V Experten (beëdigd landmeter), Jozef Duthoystraat 10, 8790 Waregem; Gelet op de zone voor gratis grondafstand in geel en grijs-groen ingekleurd op het opmetingsplan (inname 1 & 2); Overwegende dat het opportuun is om over te gaan tot de gratis overdracht-overname van de op het plan aangeduide strook, bestemd om in te lijven bij het openbaar domein; Gelet op het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand aan en overname door de gemeente Zulte; Gelet op het gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005 en latere wijzigingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 42 en 43, 248 tot 260 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en het bestuurlijk toezicht; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de omzendbrief BB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op artikel 4.2.20§1 van bovenvermelde codex dat stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning lasten kan verbinden in casu het gratis, vrij en onbelast overdragen van eigendom aan de overheid van de in de vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen, groene of verharde ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen, of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het kosteloos aanwerven/overnemen van de onroerende goederen, 51,62 m2 groot, gelegen te Zulte, 1° afdeling, sie C deelnrs. 149P29, 149X21, 149R29, zoals met gele en grijsgroene kleur op bijgevoegd innemingsplan aangeduid is (inname 1 & 2) wordt aangenomen/goedgekeurd. Deze aanwerving is van openbaar nut, daar ze tot doel heeft
om de rooilijn te verwezenlijken. Alle meet-, registratie-, en aktekosten zijn ten laste van de bouwheer Artikel 2: Het ontwerp van akte van afstand-overname, plus het innemingsplan worden als bijlagen aan deze beslissing geviseerd. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 4: Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan Ruimte en Erfgoed, afdeling OVlaanderen, Gebr. Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent en aan de heer Provinciegouverneur, d.m.v. de lijst bedoeld in art. 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
----------
Agendapunt nr. 4: INTREKKING VAN ARTIKEL 2 EN 3 VAN HET GEMEENTERAADSBESLUIT DE DATO 27 AUGUSTUS 2009 HOUDENDE GRATIS GRONDAFSTAND VAN PERCELEN IN DE BOKSTRAAT, KAD. BEKEND 3° AFDELING, SECTIE B DEELNRS. 219G, 222H, 222M EN GOEDKEUREN NIEUWE AKTE BETREFFENDE DESBETREFFENDE DEELTJES
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 27 augustus 2009 houdende verbreding van gemeentelijke verkeersweg, zijnde Bokstraat, ter hoogte van gronden gelegen te Zulte, kad. bekend te Zulte, 3° afdeling, sectie B deelnrs. 219G, 222H, 222M, en gratis grondafstand van desbetreffende perceeltjes; Overwegende dat voormeld gemeenteraadsbesluit een kosteloze overname van 37,25m2 voorzag; Overwegende dat op het plan tot verkavelingswijziging, tevens fungerend als opmetingsplan de gratis grondafstand van lot 4 en lot 5 niet cijfermatig weergegeven was, terwijl het wel opportuun is om ook deze strook af te staan teneinde een gescheiden rioleringsstelsel te kunnen aanleggen langsheen de rooilijn; Overwegende dat de integrale af te stane zone aldus 43,99m2 bedraagt en dat het bijgevolg noodzakelijk is om een nieuwe akte op te maken; Gelet op het hierbijgevoegde plan dat deel uitmaakt van de verkavelingswijziging en dat tevens fungeert als opmetingsplan, met annex pagina met opsomming van af te stane oppervlaktes, opgemaakt door de heer Bart Roelstraete, beëdigd landmeter-schatter, met als adres Kappaertstraat 41, 8550 Zwevegem; Overwegende dat er overeenkomstig art. 4.2.20§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in de onderhavige aanvraag tot wijziging van verkavelingsvergunning een voorwaarde tot gratis grondafstand kan opgelegd worden, in casu van de zone aangeduid in geel op het opmetingsplan met een oppervlakte van 43,99 m2; Gelet op het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand aan en overname door de gemeente Zulte; Gelet op het gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005 en latere wijzigingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005,
inzonderheid artikelen 42 en 43, 248 tot 260 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en het bestuurlijk toezicht; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de omzendbrief BB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op artikel 4.2.20§1 van bovenvermelde codex dat stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning lasten kan verbinden in casu het gratis, vrij en onbelast overdragen van eigendom aan de overheid van de in de vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen,groene of verharde ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen, of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Artikel 2 en 3 van het gemeenteraadsbesluit d.d. 27 augustus 2009 waarbij het kosteloos aanwerven/overnemen van de onroerende goederen 37,25m2 groot, gelegen te Zulte-Machelen, Bokstraat, kadastraal bekend 3° afdeling Sie B deelnrs. 219g, 222h, 222m, worden ingetrokken. Artikel 2: Het kosteloos aanwerven/overnemen van de onroerende goederen 43,99m2 groot, gelegen in Zulte, 3 afdeling, Sie B deelnrs. 219g, 222h, 222m, zoals in gele kleur aangeduid op het hierbijgevoegd opmetingsplan, wordt aangenomen/goedgekeurd. Deze aanwerving is van openbaar nut. Alle meet-, registratie- en aktekosten vallen ten laste van de eigenaar-verkavelaar. Artikel 3: Het ontwerp van akte van afstand-overname, plus het innemingsplan worden als bijlagen aan deze beslissing geviseerd. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 5: Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan Ruimte en Erfgoed , Afdeling Oost-Vlaanderen, Gebr. Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent en aan de heer Provinciegouverneur, d.m.v. de lijst bedoeld in art. 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
----------
Agendapunt nr. 5: UITBREIDING VAN HET CONTAINERPARK - LOT 2: REGISTRATIESYSTEEM. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 28 januari 2010 houdende goedkeuren van de lastvoorwaarden en gunningswijze voor het uitbreiden van het containerpark lot 1: wegenis-werken; Overwegende dat het containerpark zal toegankelijk gemaakt worden via een toegangscontrolesysteem; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Uitbreiding van het containerpark - lot 2: registratiesysteem” een bijzonder bestek met nr. 2010/083 werd opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 41.322,31 EUR excl. btw of 50.000,00 EUR incl. 21 % btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige op-drachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzon-derheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoe-ringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en la-tere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2010, op artikel 876/744-51 van de buitengewone dienst; Overwegende dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/083 en de raming voor de opdracht “Uitbreiding van het containerpark - lot 2: registratiesysteem”, op-gesteld door de Dienst grondgebiedzaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaar-den voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 41.322,31 EUR excl. btw of 50.000,00 EUR incl. 21 % btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2010, op artikel 876/744-51 van de buitengewone dienst.
----------
Agendapunt nr. 6: UITBREIDING VAN HET CONTAINERPARK - LOT 3: LUIFEL. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 28 januari 2010 houdende goedkeuren van de lastvoorwaarden en gunningswijze voor het uitbreiden van het containerpark lot 1: wegenis-werken; Overwegende dat ten behoeve van de overdekking van kleiner fracties op het containerpark een luifelstructuur voorzien wordt in het verlengde van een bestaande constructie; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Uitbreiding van het containerpark - lot 3: luifel” een bijzonder bestek met nr. 2010/084 werd opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 14.462,81 EUR excl. btw of 17.500,00 EUR incl. 21 % btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige op-drachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzon-derheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoe-ringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en la-tere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 2; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2010, op artikel 876/721-60 van de buitengewone dienst; Overwegende dat de financiering gebeurt met eigen middelen en een lening; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/084 en de raming voor de opdracht “Uitbreiding van het containerpark - lot 3: luifel”, opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 14.462,81 EUR excl. btw of 17.500,00 EUR incl. 21 % btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2010, op artikel 876/721-60 van de buitengewone dienst.
----------
Agendapunt nr. 7: LEVEREN EN PLAATSEN VAN BUREAUMEUBILAIR VOOR DE DIENSTEN BEVOLKING EN BURGERLIJKE STAND : GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat het bureaumeubilair van de diensten bevolking en burgerlijke stand al behoorlijk oud is, en dat het meubilair veel gebreken vertoont (geblokkeerde lades, te weinig beenruimte,...); Overwegende dat het aangewezen is om nieuw meubilair aan te kopen;
Overwegende dat het nieuwe meubilair compatibel moet zijn met het meubilair dat recent werd aangekocht (o.a. diensten ruimtelijke ordening, financiële dienst); Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2010 betreffende de principiële goedkeuring voor het uitvoeren van een opdracht met als voorwerp “Leveren van bureaumeubilair voor verschillende diensten, en houdende goedkeuring van de raming voor een bedrag van 7.500,00 EUR; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van bureaumeubilair voor de diensten bevolking en burgerlijke stand” een bijzonder bestek met nr. 2010/070 werd opgesteld door de Dienst openbare werken, aankopen en patrimonium; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 6.121,30 EUR excl. btw of 7.406,77 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 2; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2010, op artikel 104/741-51 van de buitengewone dienst; Gelet op de tussenkomst van raadslid Simon Lagrange die beaamt dat het meubilair aan vervanging toe is. In een vorige zitting van de gemeenteraad werd evenwel gesteld dat geen bijkomende bancontact werd geïnstalleerd aangezien het in afwachting van de bouw van het “nieuw” administratief centrum weinig zinvol is om niet-noodzakelijke bijkomende kosten te maken in de actuele, verouderde accommodatie. Nu wordt wel nog bijkomend, nieuw meubilair aangekocht. De burgemeester antwoordt dat het hier gaat over kosten die geen weggesmeten geld zijn aangezien het meubilair maximaal compatibel dient te zijn met het reeds aangekochte meubilair en –in totaliteit- perfect integreerbaar moet zijn in het nieuw administratief centrum. Met algemene stemmen; BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/070 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van bureaumeubilair voor de diensten bevolking en burgerlijke stand”, opgesteld door de Dienst openbare werken, aankopen en patrimonium. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 6.121,30 EUR excl. btw of 7.406,77 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2010, op artikel 104/741-51 van de buitengewone dienst.
---------Agendapunt nr. 8: AANLEGGEN VAN EEN KAMPEERAUTOTERREIN, PARKING EN RANDINFRASTRUCTUUR KAMPEERAUTOTERREIN IN DE LEIHOEKSTRAAT. GOEDKEURING EINDAFREKENING
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2009 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Aanleggen van een kampeerautoterrein, parking en randinfrastructuur kampeerautoterrein in de Leihoekstraat” aan Arbowar nv, Driesstraat 80 te 8790 Waregem tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 143.055,63 EUR excl. btw of 173.097,31 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastge-legd in het bijzonder bestek met nr. 2009/044; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 oktober 2009 betreffende de goedkeuring van “verrekening 1” voor een bedrag in meer van 10.466,73 EUR excl. btw of 12.664,74 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 november 2009 betreffende de goedkeuring van “verrekening 2” voor een bedrag in meer van 976,55 EUR excl. btw of 1.181,63 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 december 2009 betreffende de goedkeuring van “verrekening 3” voor een bedrag in meer van 306,00 EUR excl. btw of 370,26 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 januari 2010 betreffende de goedkeuring van “verrekening 4” voor een bedrag in meer van 720,01 EUR excl. btw of 871,21 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 januari 2010 betreffende de goedkeuring van “verrekening 5” voor een bedrag in min van 3.746,90 EUR excl. btw of 4.533,75 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 15 februari 2010 betreffende de goedkeuring van “verrekening 6” voor een bedrag in meer van 575,00 EUR excl. btw of 695,75 EUR incl. 21 % btw;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 april 2010 betreffende de goedkeuring van “verrekening 7” voor een bedrag in meer van 75,13 EUR excl. btw of 90,91 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2009 betreffende de goedkeuring van de termijnswijziging van 20 werkdagen; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 mei 2010 betref-fende de goedkeuring van het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 18 maart 2010, opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken; Overwegende dat de Dienst grondgebiedzaken de eindafrekening opstelde, waaruit blijkt dat het eindbedrag van de werken 193.935,03 EUR incl. btw bedraagt, als volgt gedetailleerd: Bestelbedrag
€ 143.055,63
HV in meer
+
€ 0,00
HV in min
-
€ 23.134,71
Bijwerken
+
€ 32.507,23
Bestelbedrag na verrekeningen
=
€ 152.428,20
Nog uit te voeren (niet VH)
-
Afrekening VH (in meer)
+
€ 6.897,25
Reeds uitgevoerd
=
€ 159.325,40
Prijsherzieningen
+
€ 951,48
Totaal excl. btw
=
€ 160.276,88
Btw
+
€ 33.658,15
TOTAAL
=
€ 193.935,03
€ 0,00
Overwegende dat de eindafrekening het toewijzingsbedrag met 9,28 % overschrijdt (exclusief 951,48 EUR prijsherzieningen); Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige op-drachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoe-ringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en la-tere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2009, op de artikelen 424/731-60 en 562/721-60 van de buitengewone dienst; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan de eindafrekening voor de opdracht “Aanleggen van een kampeerautoterrein, parking en randinfrastructuur kampeerautoterrein in de Leihoekstraat”, opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken, waaruit blijkt dat de werken een eindtotaal bereikten van 160.276,88 EUR excl. btw of 193.935,03 EUR incl. herzieningen en 21 % btw. Artikel 2: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2009, op de artikelen 424/731-60 en 562/721-60 van de buitengewone dienst.
----------
Agendapunt nr. 9: VERNIEUWEN VAN HET DAK VAN HET GEBOUW CENTRUMSTRAAT 5. GOEDKEURING VERREKENING 3
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 november 2009 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Vernieuwen van het dak van het gebouw Centrumstraat 5” aan ADB bvba, Ieperweg 38 te 8210 Loppem tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 35.103,80 EUR excl. btw of 42.475,60 EUR incl. 21 % btw; Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastge-legd in het bijzonder bestek met nr. 2009/113; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 februari 2010 betreffende de goedkeuring van verrekening 1 voor een bedrag in meer van 3.456,25 EUR excl. btw of 4.182,06 EUR incl. 21 % btw; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 maart 2010 betreffende de goedkeuring van de termijnswijziging van 5 werkdagen;
Overwegende dat in verrekening 1 een aantal posten opgegeven werden met vermoedelijke hoeveelheden, nl.: - verwijderen bestaande zinken dakgootbekleding: VH 47,50 m; - plaatsen nieuwe zinken dakgootbekleding: VH 47,50 m; - plaatselijk herstellen rotte dakgootconstructie: VH 5 m; Overwegende dat tijdens de uitvoering bleek dat er nog meer m aangetast waren en dat deze bijgevolg ook aan herstel toe waren; het betrof meer bepaald volgende meerhoeveelheden; - verwijderen bestaande zinken dakgootbekleding: 13,65 m; - plaatsen nieuwe zinken dakgootbekleding: 13,65 m; - plaatselijk herstellen rotte dakgootconstructie: 6,5 m; Overwegende dat tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen: HV in meer
€ 2.866,98
Totaal excl. btw
=
€ 2.866,98
Btw
+
€ 602,07
TOTAAL
=
€ 3.469,05
Overwegende dat deze verrekening en de vorige reeds goedgekeurde verrekeningen het be-stelbedrag overschrijdt met 18,01 %, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 41.427,03 EUR excl. btw of 50.126,71 EUR incl. 21 % btw bedraagt; Overwegende dat voor deze verrekening geen termijnsverlenging wordt toegekend; Overwegende dat de leidend ambtenaar de heer Tom Blockeel gunstig advies verleende; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige op-drachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzon-derheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoe-ringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en la-tere wijzigingen, inzonderheid artikels 7 en 8; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 42; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze verrekening voorzien is in het budget van 2009, op artikel 734/723-60 van de buitengewone dienst; Overwegende dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Overwegende dat dit krediet ontoereikend is en dat bijgevolg bijkomend krediet moet voorzien worden bij de eerstvolgende budgetwijziging; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 3 van de opdracht “Vernieuwen van het dak van het gebouw Centrumstraat 5” voor het totaal bedrag in meer van 2.866,98 EUR excl. btw of 3.469,05 EUR incl. 21 % btw. Artikel 2: De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2009, op artikel 734/723-60 van de buitengewone dienst. Het ontoereikende krediet zal voorzien worden bij de eerstvolgende budgetwijziging.
---------Agendapunt nr. 10: VASTSTELLEN VAN DE GEMEENTELIJKE JAARREKENING 2009, BESTAANDE UIT DE BEGROTINGSREKENING, DE BALANS, DE RESULTATENREKENING EN DE TOELICHTING. DE GEMEENTERAAD
Gelet op de jaarrekening 2009, opgemaakt door de heer Van Hauwaert Lieven, gemeenteontvanger; Gelet op het omstandig verslag met de bijhorende stukken : de toelichting bij de begrotingsrekening, de toelichting bij de balans- en de resultatenrekening, het formulier T en de nog te innen vastgestelde invorderingsrechten, gevoegd bij de begrotings- en jaarrekening, overeenkomstig artikel 96 en 99 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 174; Gelet op het Koninklijk Besluit d.d. 02 augustus 1990 houdende het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit inzonderheid artikelen 72 tot en met 79; Gelet op het decreet d.d. 28 april 1993 houdende de regeling voor het Vlaams Gewest in verband met het administratief toezicht van de gemeenten, inzonderheid artikel 15 tot en met 19; Gelet op de vergadering van de gemeenteraadscommissie financiën die plaatsvond op 25 mei 2010;
Gelet op de tussenkomst van schepen Eric Vermeersch die toelichting geeft bij de samenvatting van de rekening 2009 (pag. 228 en 229 van de rekening 2009). De maand mei is een gloriemaand voor de schepen van financiën. De jaarrekening (gewone dienst) wordt afgesloten met een positief resultaat op het eigen dienstjaar van 3.613.863, 29 euro. De meeste steden en gemeenten zullen ons dit resultaat benijden. Als we naar de uitgaven kijken, stellen we vast dat de uitgaven gedaald zijn in vergelijking met het oorspronkelijk budget. De gemeente heeft weliswaar het bedrag van 625.000 euro niet aan TMVW hoeven te betalen. Dit is onmiskenbaar een meevaller. De werkingskosten zijn gevoelig gedaald. Dit heeft als logische verklaring dat de werkingskosten systematisch worden overschat om de dagelijkse werking te garanderen. Overdrachten en schuld zijn ook gevoelig gedaald. De reden van de daling van de schuld is het feit dat de gemeente in 2009 een schuldherschikking heeft afgedwongen van de banken. De inkomsten zijn spectaculair gestegen. De verkoop van de riolering aan TMVW en het bedrag van 400.000 euro dat geput werd uit de versnelde inning van de personenbelasting, zijn hier weliswaar niet vreemd. Maar zelfs zonder deze meevallers zou de gemeente nog meer dan 10 % overschot hebben op de eigen dienst. Het goede resultaat kon verwacht worden want bij het opstellen van het beleidsplan werd 3 jaar geleden geopteerd om geen rekening te houden met tijdelijke en uitzonderlijke meevallers. Nu plukt de gemeente hiervan de vruchten. De spaarpot (algemeen begrotingsresultaat gewone dienst) bedraagt 5.955.484,69 euro. Deze spaarpot moeten we koesteren maar we willen er ook mee werken. De schuldratio bedraagt minder dan 0,75 %. Dit is een uitzonderlijk laag resultaat. De investeringsgraad loopt op tot ruim 5.000.000 euro waarbij de realisatiegraad 96% bedraagt. Dit zijn opmerkelijke resultaten. Meimaand is mijn maand.
Raadslid Herman De Vos antwoordt dat de voornoemde wonderbaarlijke cijfers niet helemaal intellectueel correct gebruikt worden. Met de aanwezige financiële middelen werd in werkelijkheid ook daadwerkelijk gewerkt m.a.w. de gerealiseerde investeringen moeten mee in rekening gebracht worden. Voor de eerste keer stellen we een evenzeer wonderbaarlijk cijfer vast namelijk een negatief cijfer. Dat is het negatief resultaat van het dienstjaar zijnde - 445.442,07 euro. De conclusie is dus dat de spaarpot stelselmatig afneemt. Raadslid De Vos verwijst tevens naar de waarschuwing van de financieel beheerder met betrekking tot de schulduitgaven vanaf volgend jaar. Overwegende dat verder geen enkel raadslid een afzonderlijke stemming heeft geëist over één of meer artikelen of posten van de jaarrekening; De burgemeester-voorzitter vraagt de stemming nopens het aannemen over het geheel van de jaarrekening (begrotingsrekening, balans en resultatenrekening) over het dienstjaar 2009. Deze luidt : 8 stemmen tegen (VLD-fractie) 15 stemmen voor (CD&V-fractie) BESLUIT:
Artikel 1: De gemeentelijke jaarrekening 2009 is nagezien en wordt aangenomen.
Artikel 2: De bovenvermelde stukken zullen voor goedkeuring aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad worden toegestuurd.
---------Agendapunt nr. 11: REGLEMENT GEMEENTEBELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna decreet grond- en pandenbeleid genoemd, waarin de leegstandsinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid biedt om een leegstandsbelasting te innen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het programmadecreet 2010, decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 30 december 2009; Gelet op de artikelen 42, 186 en 187 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 mei 2010 houdende belasting op de tweede verblijven dienstjaar 2011-2013; Overwegende dat het wenselijk is dat het beschikbare patrimonium voor wonen op Zulte ook optimaal benut wordt; Overwegende dat in het Grond- en Pandendecreet en in de Vlaamse Wooncode de gemeente naar voren geschoven wordt als coördinator van het woonbeleid, als actor die het dichtst bij haar inwoners staat; Overwegende dat een effectieve bestrijding van leegstand en verkrotting in Zulte noodzakelijk is; Overwegende dat, naast het fiscale doel van de belasting, het doel tevens is dat er zoveel mogelijk woongelegenheid van goede kwaliteit effectief voor huisvesting gebruikt wordt; Overwegende dat de inkomsten enerzijds gegenereerd uit de belasting van leegstaande woningen, kamers en overige woongelegenheden en gebouwen en anderzijds inkomsten gegenereerd uit de betoelaging van het Vlaamse gewest worden aangewend in functie van het gemeentelijk woonbeleid;
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad keurt volgend reglement met oog op heffing van een gemeentebelasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden goed: REGLEMENT GEMEENTEBELASTINGEN OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN. Artikel 1: Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1. aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is. 2. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente die door het gemeentebestuur belast is met het beheer van de gemeentelijke inventaris en het leegstandsregister. 3. besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of kamers en latere wijzigingen. 4. beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a. een aangetekend schrijven b. een afgifte tegen ontvangstbewijs c. elke andere door de Vlaamse regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd. 5. college: college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zulte. 6. decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. 7. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 21 en niet beantwoordt aan de definitie van kamer zoals bedoeld onder punt 9 en met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 8. inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of de woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of van het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 9. kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: a. wc b. bad of douche c. kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. 10. kamerdecreet: decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. 11. leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 % van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming
van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 12. leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: hetzij de woonfunctie, hetzij elke andere door de Vlaamse regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. 13. leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid. 14. een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd als dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig § 2 eerste lid, respectievelijk § 3 van artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. 15. overige woongelegenheden: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder woonhuis en/of gebouw en/of kamer. 16. ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, vb. brand, gasontploffing, blikseminslag, … 17. renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen: a. een overzicht van de voorgenomen werken b. een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 3 jaar een woning bewoonbaar gemaakt wordt; c. bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken. Deze bestekken en facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar; d. fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen; e. indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars. 18. sociale woonorganisatie: een organisatie, vermeld in artikel 2, 26° van de Vlaamse Wooncode: een sociale huisvestingsmaatschappij, het Vlaams woningfonds van de Grote gezinnen, een sociaal verhuurkantoor of een huurdersorganisatie. 19. tweede verblijfplaats: een woning, die voor diegene die er kan verblijven, voor deze woning niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woningen, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt én waarvoor een aangifte is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van de belastingverordening op tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woning die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de functie tweede verblijf. 20. Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. 21. woning: een goed, vermeld in artikel 2, 31° van de Vlaamse Wooncode: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. 22. woonhuis: elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden. 23. zakelijke gerechtigde: de houder van een van de volgende zakelijke rechten: a. de volle eigendom b. het recht van opstal of van erfpacht c. het vruchtgebruik De Vlaamse regering kan een niet-limitatieve lijst opstellen van de Vlaamse semi-publieke rechtspersonen. Artikel 2: Algemene bepalingen 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woonhuizen, kamers, gebouwen en overige woongelegenheden die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Het leegstandregister wordt opgemaakt en opgebouwd overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. Het leegstandsregister wordt bijgehouden overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister.
2. De belasting voor een leegstaand gebouw, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het woonhuis, kamer, gebouw en/of overige
woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw, woonhuis, kamer en/of woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 3: Belastingplichtige 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijke gerechtigde betreffende een leegstaand gebouw, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. In geval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
2. In geval van mede-eigendom zijn alle zakelijke gerechtigden hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. In geval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijke gerechtelijke er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de beheerder van het leegstandsregister binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijke gerechtigden. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het derde puntje van dit artikel, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 4: Inventarisatie van woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstaand.
1. De inventaris De administratie maakt een leegstandsregister op, bestaande uit twee inventarissen, één voor de leegstaande gebouwen en één voor de leegstaande woningen overeenkomstig de bepalingen in boek 2, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende de nadere regels betreffende het leegstandsregister. Een woning die is geïnventariseerd op de inventaris “ongeschikt-onbewoonbaar” door Wonen Vlaanderen wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.
2. De inventarisdatum De opname in het leegstandsregister gebeurt vanaf de datum van de administratieve akte van de leegstand.
3. Wijze van opname in het leegstandsregister a. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand overeenkomstig de bepalingen in boek 2, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen.
b.
Het vaststellen van leegstand gebeurt op basis van een genummerde en gemotiveerde administratieve akte waarin één of meerdere van de onderstaande indicaties wordt opgenomen: ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister; ontbreken van een aangifte als tweede verblijf; vermoeden van het gebruik van de woonentiteit als domiciliewoning; vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister; vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie; vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de bestemming;
-
-
vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten; vermoeden dat het gebouw voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend; onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden; verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw; dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen (dichtgeplakt, dicht geschilderd); winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd (belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden, …) onafgewerkte ruwbouw; ernstige inpandige vernielingen: woning deels vernield of gesloopt; langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als “te huur” of “te koop”; langdurig neergelaten rolluiken; ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk; uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus; storende omgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin; woning is helemaal/gedeeltelijk niet gemeubeld; getuigenklaringen: omwonende(n), postbode, wijkagent, … ………… Bij de genummerde administratieve akte wordt een fotodossier en een beschrijvend verslag met vermelding van de concrete elementen die de leegstand staven, gevoegd.
c.
De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste ambtenaren bezitten de onderzoek-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
d.
De zakelijk gerechtigden worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister overeenkomstig de bepalingen in boek 2, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 2, artikel 2.2.7. van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvende verslag. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de belasting worden vermeld.
4. Beroep inzake opname leegstandsregister a.
De gemeente stelt de zakelijke gerechtigde(n) per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsbelasting in het leegstandsregister worden vermeld.
b.
Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in a., kan een zakelijke gerechtigde(n) bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding naar de indiener(s) van het beroepsschrift verstuurd.
c.
De houder van het zakelijk recht die de inventarisatie wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Deze bewijsstukken dienen minimaal volgende gegevens te bevatten: de identiteit en adres van de indiener; de verwijzing naar de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft; één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van boek 2, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid.
d.
Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen: niet binnen de termijn ingediend; niet conform de bepalingen van c hiervoor ingediend; niet door zakelijk gerechtigde ingediend;
-
niet ondertekend; bij niet beveiligde zending verstuurd.
e.
De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
f.
Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in het eerste lid van f., kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een beslissing tot opname in het leegstandsregister.
g.
Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt of het beroep van de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de administratieve akte van de leegstand.
5. Schrapping uit het leegstandsregister a.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijke gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6 § 2, eerste lid, van het decreet van grond- en pandenbeleid aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6 § 2, eerste lid van het decreet gronden pandenbeleid.
b.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6 § 3 van het decreet grond en pandenbeleid. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6 § 2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid.
c.
Het schrappen van de woning en/of gebouw kan enkel op uitdrukkelijk en schriftelijk verzoek via beveiligde zending van één of meer zakelijk gerechtigden.
d.
De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
e.
De administratie (beheerder van het leegstandregister) onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na ontvangst van het verzoek. De beheerder van het leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
Artikel 5: berekening van de belasting
1. De basisbelasting bedraagt: a. 1.100 EUR voor een volledig gebouw of woonhuis; b. 90 EUR voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het c.
kamerdecreet; 330 EUR voor elke overige woongelegenheid.
2. Het bedrag van de volgende belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: het bedrag van de basisbelasting vermeld onder 1 vermenigvuldigd met x, waarbij x gelijk is aan het
aantal perioden van 12 maanden, dat het gebouw, het woonhuis, de kamer en/of overige woongelegenheid zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris of het leegstandsregister. X kan nooit hoger zijn dan 5. Artikel 6: vrijstelling bij belasting
1. Aanvraag vrijstelling De zakelijke gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister. Uitsluitend de in dit reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast.
2. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld de belastingplichtige: a. die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning; b. die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt
c.
d.
e. f.
geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt slechts voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft en geldt slechts voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. die als nieuwe zakelijke gerechtigde vrijgesteld is gedurende twee opeenvolgende belastingjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten: aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; aan bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. waarvan het pand voorkomt op de gemeentelijke lijst van tweede verblijven en waarvoor reeds een belasting wordt geïnd. indien de houder van het zakelijk recht: een sociale huisvestingsmaatschappij is, die door de VMSW erkend is; een andere sociale huisvestingorganisatie is; een autonoom gemeentebedrijf is; de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is, voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en/of een huidig/toekomstig project met betrekking tot het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving.
3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of woning: a. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd b. c. d. e.
f.
onteigeningsplan; geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningplan is vastgesteld; krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument met dien verstande dat de vrijstelling slechts geldt voor een periode van 5 jaar volgend op de datum van opname; vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechterlijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; die gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als: indien het gaat om handelingen die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning kan worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning;
indien het gaat om niet-vergunningsplichtige handelingen, een gedetailleerde renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van het desbetreffende gebouw of woning. De vrijstelling geldt voor een termijn van drie jaar en kan maar éénmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeteringsof aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18 § 2 van de Vlaamse Wooncode. het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. -
g. h.
Artikel 7: inkohiering
1. Inkohiering a. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar b.
verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
2. Beroepsprocedure bij belasting a. De belastingplichtige kan beroep indienen tegen deze belasting bij het college van
b. c. d. e.
burgemeester en schepenen. Het beroepsschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het beroep moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de beroepstermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het beroepsschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven binnen 15 dagen na indiening ervan. De heffingsplichtige die in de mogelijkheid gesteld werd om het beroep, vermeld in artikel 2.2.7 § 2 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009, aan te tekenen, kan krachtens de in voormeld decreet georganiseerde bezwarenprocedure geen excepties inroepen tegen de in het leegstandsregister opgenomen vermeldingen, tenzij de ingeroepen gronden tot bezwaar na de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister zijn ontstaan.
Artikel 8: overgangsbepalingen
1. Artikel 7.3.2. van het grond- en pandendecreet van 27 maart 2009 bepaalt dat de gegevens uit de gewestelijke inventarislijst leegstand worden overgedragen naar en opgenomen in het gemeentelijke leegstandsregister. De leegstand voor deze panden moet dus niet opnieuw bewezen worden. De procedure beschreven in artikel 2.2.7 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009 moet dan ook niet meer doorlopen worden. Tegen deze opname in het leegstandsregister is geen administratief beroep mogelijk.
2. Voor het verleden toegestane schorsingen door Wonen Vlaanderen wordt volgend principe gehanteerd: de schorsing wordt omgezet in een vrijstelling voor de termijn zoals voorzien door Wonen Vlaanderen.
3. De woningen en gebouwen zoals vermeld onder punt 1 worden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister met het behoud van een initiële inventarisdatum. Wanneer voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 2 van dit reglement, wordt de gemeentelijke belasting reeds voor het aanslagjaar 2010 gevestigd.
4. Het gemeentelijk leegstandsregister wordt uiterlijk op 31 augustus 2010 aan het Agentschap Wonen-Vlaanderen bezorgd via de digitale applicatie die daarvoor ter beschikking wordt gesteld. Vanaf 2011 wordt jaarlijks uiterlijk op 30 april een geactualiseerde versie van het leegstandsregister overgemaakt aan het Agentschap Wonen-Vlaanderen. Voor een leegstaand(e) gebouw, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid die/dat op 31 augustus 2010 voor het eerst wordt opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister (dus
voorheen niet op gewestelijke inventarislijst), is de belasting voor het eerst verschuldigd voor het aanslagjaar 2012 indien de leegstand bevestigd wordt in de geactualiseerde versie die uiterlijk op 30 april 2012 dient te worden opgemaakt.
Artikel 2: De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met het uitvoeren van dit besluit en de verdere praktische uitwerking. Artikel 3: Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent en aan Wonen Vlaanderen, Gebr. Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent.
----------
Agendapunt nr. 12: REGLEMENT GEMEENTEBELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN – PERIODE 20112013.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de artikelen 42, 186 en 187 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Overwegende dat een aantal inwoners bij de gemeentelijke dienst openbare werken, aankopen en patrimonium in het verleden aangifte gedaan hebben dat zij hun woning als tweede verblijf gebruiken om zo te vermijden dat zij op de gewestelijke inventaris van leegstaande en verwaarloosde woningen zouden komen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, waarin de leegstandsinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid bied om een leegstandsbelasting te innen; Overwegende dat er nu geen wettelijke reglementering bestaat voor tweede verblijven op het grondgebied van de gemeente Zulte; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen wil dat het woningbestand in Zulte effectief gebruikt wordt voor bewoning; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen voorstelt om een belasting op tweede verblijven in te voeren om te vermijden dat burgers een aangifte doen van een woning als tweede verblijf enkel met als doel om de gemeentebelasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden te ontlopen; Gelet op de tussenkomst van raadslid Hendrik De Waele die meedeelt dat de VLD-fractie niet enthousiast is over de idee om een belasting op tweede verblijven in te voeren met de bedoeling om te vermijden dat de leegstandsheffing ontweken wordt door een loutere aangifte van een zgn. tweede verblijf.
De burgemeester antwoordt dat onze gemeente in navolging van de overgrote meerderheid van de Oost-Vlaamse gemeenten een heffing op tweede verblijven wenst in te voeren. In het verleden werden reeds een aantal woningen bij de gemeente aangegeven als tweede verblijf. Raadslid De Waele antwoordt dat de invoering van een reglement op tweede verblijven niet noodzakelijkerwijze gepaard dient te gaan met de invoering van een belasting. De VLDfractie is tegen de invoering van een belasting op tweede verblijven maar opteert voor actieve opvolging van de leegstand. De burgemeester repliceert dat beide reglementen aan elkaar vast hangen. De belasting op tweede verblijven wordt ingevoerd om geen gratis uitvlucht te bieden voor zgn. leegstaande panden. Het reglement verliest aan slagkracht indien er geen belasting geheven wordt. De stemming geeft volgend resultaat : 8 stemmen tegen (VLD-fractie) 15 stemmen voor (CD&V-fractie).
BESLUIT:
Geldigheidsduur Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven. Belastbare grondslag Artikel 2: Een tweede verblijf is een private woon- of verblijfgelegenheid : • waarvoor niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar, • die niet tot hoofdverblijf wordt aangewend maar • die op elk ogenblik voor bewoning kan worden gebruikt. De mogelijkheid tot onmiddellijke bewoning blijkt uit de feiten. De aanwezigheid van voldoende meubilair en van een leveringscontract voor elektriciteit worden als belangrijke indicaties weerhouden. Vrijstellingen Artikel 3: Zijn vrijgesteld van belasting: - het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; - de tenten, woonaanhangwagens en verplaatsbare caravans, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid dienst te doen; - alle woongelegenheden die ressorteren onder of vrijstelling genieten van de gemeentelijke leegstandsheffing, zoals vastgesteld in het reglement gemeentebelasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 mei 2010. Belastingplichtige Artikel 4: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar. In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel. In geval van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen vanaf 1 januari die volgt op de datum van de akte van eigendomsoverdracht. Aanslagvoet Artikel 5: De belasting bedraagt 250,00 EUR per jaar per tweede verblijf. Aangifteplicht
Artikel 6: De belastingplichtige moet uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar aangifte doen van het tweede verblijf, door middel van het formulier vastgesteld door het gemeentebestuur. In geval van eigendomsoverdracht in de loop van het jaar dient de aangifte binnen de maand te geschieden. De belasting is dan pas verschuldigd in hoofde van de nieuwe eigenaar vanaf 1 januari van het volgende aanslagjaar. Voor 2010 worden de personen die bij de gemeente aangifte gedaan hebben van een tweede verblijf persoonlijk aangeschreven en uitgenodigd het desbetreffende formulier in te vullen. Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Wijze van invorderen Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Betalingstermijn Artikel 9: De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Bezwaarprocedure Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk en aangetekend worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Artikel 11: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 12: Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 13: Deze beslissing wordt overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur overeenkomstig artikel 253 §1. 3° van het Gemeentedecreet.
---------Agendapunt nr. 13: GOEDKEUREN WEDSTRIJDREGLEMENT VOOR HET ONTWERPEN VAN EEN NIEUW LOGO VOOR HET PLATTELANDSPROJECT SCHELDE-LEIE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gebiedsgericht plattelandsinitiatief voor de regio Schelde en Leie, met name ‘Het plattelandsproject Schelde-Leie’, ondersteund door de VLM; Overwegende dat er 8 gemeenten en steden horen bij het plattelandsproject Schelde-Leie, met name: De Pinte, Deinze, Gavere, Kruishoutem, Nazareth, Sint-Martens-Latem, Zingem en Zulte; Overwegende dat het plattelandsproject Schelde-Leie de plattelandsontwikkeling in de regio, in de meest ruime zin van het woord, wenst te stimuleren door subsidies toe te kennen aan afgelijnde korte termijnprojecten; Overwegende dat het plattelandsproject Schelde-Leie hiertoe in 2009 een oproep richtte aan de 8 gemeenten en steden horende bij het plattelandsproject Schelde-Leie, om een korte termijnproject in te dienen; Overwegende dat de gemeente Zulte het korte termijnproject ‘ontwikkelen van een logo (eventueel met slogan/baseline) voor de regio Schelde-Leie’ ingediend heeft in naam van alle 8 gemeenten en steden, horende bij het plattelandsproject Schelde-Leie; Gelet op de beslissing van de vakjury d.d. 22 oktober 2009, waarbij het ingediende project ‘ontwikkelen van een logo (eventueel met slogan/baseline) voor de regio Schelde-Leie’ goedgekeurd werd; Overwegende dat deze goedkeuring betekent dat het korte termijnproject voor 50% gecofinancierd wordt in het kader van het plattelandsproject Schelde-Leie, in opdracht van de Vlaamse Regering; Overwegende dat het korte termijnproject ‘ontwikkelen van een logo (eventueel met slogan/baseline) voor de regio Schelde-Leie’, uitgewerkt wordt door middel van het uitschrijven van een wedstrijd ‘Ontwerpen van een nieuw logo voor het plattelandsproject Schelde-Leie’; Overwegende dat het wenselijk is dat de voorwaarden en bepalingen voor het indienen van een ontwerp en de aanwijzing van een logo worden vastgelegd in een wedstrijdreglement; Gelet op het positief advies van de leden van de werkgroep communicatie van het plattelandsproject Schelde-Leie; Overwegende dat de winnaar van deze wedstrijd een prijs ontvangt van 2.000,00 EUR; Overwegende dat de gemeente Zulte bovengenoemde bedrag zal uitbetalen aan de winnaar van de wedstrijd ‘Ontwerpen van een nieuw logo voor het plattelandsproject Schelde-Leie’; Overwegende dat hiervoor krediet is voorzien op het artikel 500/331-01 van de begroting; Overwegende dat de gemeente Zulte 50% cofinanciering zal ontvangen, zijnde 1.000,00 EUR van de VLM; Overwegende dat de overige 1.000,00 EUR gedragen zal worden door de 8 gemeenten en steden horende bij het plattelandsproject Schelde-Leie, met name elk 125,00 EUR; Gelet op het positief advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 10 mei 2010;
Overwegende dat de gemeente Zulte reeds een schriftelijk engagement tot uitbetaling ontving van de 8 gemeenten en steden horende bij het plattelandsproject Schelde-Leie; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005 en de latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 42 en 43, 186 en 187, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het wedstrijdreglement voor het ontwerpen van een nieuw logo voor Het plattelandsproject Schelde-Leie wordt als volgt vastgesteld:
WEDSTRIJDREGLEMENT VOOR HET ONTWERPEN VAN EEN NIEUW LOGO VOOR HET PLATTELANDSPROJECT SCHELDE-LEIE Op 29 maart 2009 ging het plattelandsproject Schelde-Leie officieel van start. Het plattelandsproject is een samenwerkingsverband tussen 8 gemeenten, de provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Landmaatschappij op vraag van Minister-President Kris Peeters. Artikel 1: De stuurgroep van het plattelandsproject Schelde-Leie looft een prijs uit voor het ontwerpen van een nieuw logo voor het plattelandsproject Schelde-Leie. Het bekroonde logo wordt eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij en zal worden gebruikt op diverse dragers (vb. posters, publicaties, infoborden, …). Artikel 2: Aan de prijs is een bedrag verbonden van 2.000,00 EUR. Artikel 3: Iedereen mag deelnemen aan deze wedstrijd. Per deelnemer mogen slechts drie ontwerpen van een nieuw logo worden ingediend. De ontwerpen dienen van de hand van de ontwerper te zijn. Inbreuken op dit artikel worden bestraft met uitsluiting. Artikel 4: Per ontwikkeld logo worden 6 versies ingediend. Namelijk één exemplaar op A4-formaat en één exemplaar in een kleiner formaat dat kan dienen als briefhoofd (4 op 5 cm: niet bindend voorstel). Beide formaten moeten worden binnengebracht in een kleurenvariant, een zwart-wit variant en een variant met grijswaarden. De logo’s worden met een kleureninktprinter of kleurenlaserprinter afgedrukt op stevig papier of bevestigd op stevig karton. Het logo moet bruikbaar zijn op zowel donkere als lichte achtergronden. Het logo moet tevens duidelijk en scherp zijn bij druk op groot formaat én op klein formaat. Het logo wordt bij voorkeur aangeleverd in EPS-formaat en wordt bij voorkeur ondersteund door standaard programma’s (MS Office, Adobe CS). Indien mogelijk wordt het lettertype vermeld alsook de lettergrootte (of een equivalent van een font in office). Tevens wordt de omschrijving en pantonenummer van de kleuren gegeven en een equivalent van de kleuren in quadri (ook in RGB-waarden). Artikel 5: Het logo dient een symbolische weergave te zijn van de dynamiek in en de samenwerking tussen de 8 gemeenten van het plattelandsproject. De ontwerper kan hierbij zijn verbeelding en creativiteit de vrije loop laten. De ontwerper voegt bij zijn ontwerp een verduidelijking van de gebruikte symboliek. Deze verduidelijking mag
niet handgeschreven zijn en mag geen enkele verwijzing bevatten naar de identiteit van de inzender. Artikel 6: De beoordeling geschiedt op basis van de bruikbaarheid, de originaliteit en de artistieke kwaliteit van het logo enerzijds en op basis van de symbolische waarde anderzijds. De aanduiding van het winnend logo gebeurt door de stuurgroep van het plattelandsproject, op advies van de werkgroep communicatie van dit plattelandsproject. De beslissing wordt genomen bij eenvoudige meerderheid en dient gemotiveerd te zijn. Tegen deze beslissingen kan geen beroep worden aangetekend. Artikel 7: De ontwerpen van het nieuw logo moeten worden ingediend bij de communicatie-ambtenaar Stefanie Colpaert, Centrumstraat 8, 9870 Zulte en dit uiterlijk op dinsdag 15 juni 2010 om 17.00 uur. Het indienen gebeurt persoonlijk of via aangetekend schrijven met de duidelijke vermelding ter attentie van de communicatieambtenaar Stefanie Colpaert – deelname LOGO plattelandsproject. Artikel 8: Om de onpartijdigheid en anonimiteit te waarborgen, geeft de indiener twee briefomslagen af. De eerste gesloten omslag bevat de verschillende varianten van het ontwerp. Op deze ontwerpen staat er géén vermelding van de naam of contactgegevens van de indiener. Inbreuken hierop worden bestraft met uitsluiting. Op deze omslag staat in de linkerbovenhoek duidelijk de vermelding LOGO De tweede gesloten omslag bevat de persoonlijke contactgegevens (minstens het adres en telefoonnummer) van de indiener. In de linkerbovenhoek staat duidelijk de vermelding CONTACT Er wordt door de communicatieambtenaar een gelijke code op beide omslagen genoteerd. Beide omslagen worden ongeopend en afzonderlijk van elkaar bijgehouden tot op moment van beraadslaging. Pas als het winnende ontwerp gekozen is, wordt de bijbehorende enveloppe open gemaakt. Indien meerdere ontwerpen worden ingediend (max. 3 per deelnemer), dan worden per voorstel van logo telkens 2 omslagen gemaakt (waarvan één met het ontwerp en één met de contactgegevens). Deze 2 omslagen worden samen afgegeven of in één omslag aangetekend verstuurd. Artikel 9: Het winnende ontwerp wordt gekozen voor 30 juni 2010. De winnaar wordt persoonlijk verwittigd. De winnaar doet afstand van alle rechten. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) wordt eigenaar van het logo. Zij bepaalt wie dit logo kan gebruiken. Het bekroonde logo moet op een USB-stick of op een CD-rom overgemaakt worden. Artikel 10: De niet bekroonde logo’s blijven eigendom van de ontwerpers. De indieners die dit wensen, kunnen, tot eind augustus 2010, hun ontwerp afhalen bij Stefanie Colpaert, Centrumstraat 8, 9870 Zulte. Artikel 11: Kosten die worden gemaakt voor het ontwerpen van het logo worden niet terugbetaald. Artikel 12: De stuurgroep heeft het recht om, bij een te kort aan inzendingen of bij gebrek aan kwaliteit, geen uitreiking te doen. De stuurgroep heet het recht om – in onderling overleg met de winnaar – een aanpassing van het winnende logo te vragen. Artikel 13: Zowel de aankondiging van de wedstrijd als de uitslag van de wedstrijd worden bekendgemaakt op de websites van de betrokken gemeenten, gepubliceerd in het infoblad, aangekondigd via de digitale borden en/of verspreid bij de plaatselijke perscorrespondenten.
Artikel 14: Door deel te nemen aan deze wedstrijd verklaren de inzenders zich akkoord met het wedstrijdreglement, alsmede met de beslissingen die de stuurgroep zou treffen
Artikel 2: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Artikel 3: De gemeente Zulte zal de winnaar van de wedstrijd ‘Ontwerpen van een nieuw logo voor het plattelandsproject Schelde-Leie’ uitbetalen conform het wedstrijdreglement. 1.000,00 EUR wordt gesubsidieerd door de VLM en elke gemeente/stad, horende bij het plattelandsproject Schelde-Leie, zal instaan voor 1/8e van de overige 1.000,00 EUR, met name 125,00 EUR. Artikel 4: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur door middel van de lijst overeenkomstig artikel 251 § 1 van het Gemeentedecreet.
---------Agendapunt nr. 14: PRINCIEPSBESLISSING VOOR TOEKENNING INVESTERINGSTOELAGE AAN CHIRO HITO EN CHIRO SJIMA MACHELEN VOOR RENOVATIE JEUGDLOKALEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 27 december 2007 waarin het gemeentelijke jeugdbeleidsplan 2008-2010 werd goedgekeurd; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 27 december 2007 waarin het subsidiereglement met betrekking tot het jeugdbeleidsplan 2008-2010 werd goedgekeurd; Gelet op het hoofdstuk ‘Jeugdwerkinfrastructuur’ van het jeugdbeleidsplan waarin als concrete actie (actie 18) ‘onderhoud jeugdlokalen’ is opgenomen; Overwegende dat Chiro Hito en Chiro Sjima Machelen hun lokalen in de Leihoekstraat wensen op te knappen; Overwegende dat zij hiervoor financiële steun vragen aan het gemeentebestuur; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 10 december 1998 betreffende ‘definitieve beslissing voor het nemen van een recht van erfpacht op de grond en de opgerichte jeugdlokalen door de vzw Parochiale Werken Zulte-Machelen, voor de helft. Goedkeuren ontwerp-akten en bepalen van de éénmalige vergoeding voor de erfpacht en het in opstal gekregen onroerend goed’. Overwegende dat na overleg tussen het gemeentebestuur (vertegenwoordigd door schepen voor jeugd Stijn Van de Wiele) en vzw Parochiale Werken voorgesteld wordt om de steun als volgt te regelen: * Bijdrage gemeentebestuur Zulte: * Bijdrage vzw Parochiale Werken: * Bijdrage Chiro Hito en Chiro Sjima:
2.250 euro (via toelage voor ‘onderhoud jeugdlokalen’) 2.250 euro 1.000 euro
Overwegende dat na uitvoering van de werken facturen voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen;
Overwegende dat Chiro Hito en Chiro Sjima minstens voor 5.500 euro aan facturen dienen voor te leggen; Gelet op het positieve advies van de jeugdraad tijdens de bijeenkomst d.d. 29 april 2010; Gelet op de kredietvoorziening in de buitengewone begroting onder artikel 761/522-53; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/1 – van de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Een toelage van maximaal 2.250 euro wordt toegekend aan Chiro Hito en Chiro Sjima voor het jaar 2010 voor renovatiewerken aan de lokalen in de Leihoekstraat te Machelen. Artikel 2: De buitengewone toelage zal uitbetaald worden binnen de 2 maanden na voorlegging van de nodige bewijsstukken en facturen. Artikel 3: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in artikel 251 § 1 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------Agendapunt nr. 15: VASTSTELLING NIEUW TARIEFREGLEMENT TOEGANGSGELDEN VOOR OPTREDENS, VOORSTELLINGEN EN ALLERLEI CULTURELE ACTIVITEITEN
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid, inzonderheid art. 3 waarbij een ondersteuning wordt geboden van de Vlaamse Gemeenschap voor de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 december 2007 waarin het cultuurbeleidsplan voor de gemeente 2008-2013 goedgekeurd werd; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 oktober 2009: “wijziging tariefreglement houdende vaststellen kortingen op toegangsgelden voor optredens en allerlei culturele activiteiten;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om zelf een culturele programmatie aan te bieden in eigen organisatie of in samenwerking met verenigingen en feest- en cultuurcomités; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2008: vaststellen van de toegangsgelden voor optredens en allerlei culturele activiteiten; Gelet op artikel 43 §2,15° van het gemeentedecreet – zoals gewijzigd tot op heden – op grond waarvan de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de algemene voorwaarden ervan; Gelet op de artikelen 43, 186 en 187 van het gemeentedecreet; Overwegende dat de voorbehouden bevoegdheid van de gemeenteraad inzake het vaststellen van retributies versoepeld wordt; Overwegende dat de gemeenteraad alleen nog moet beslissen over het kader en de algemene voorwaarden van de retributies; Overwegende dat de vaststelling van het individueel tarief per voorstelling en de bepaling van de wijze van inning kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen mits naleving van de algemene voorwaarden die door de gemeenteraad vastgesteld zijn; Overwegende dat daardoor vlotter kan ingespeeld worden op veranderende omstandigheden bij het vaststellen van de prijs van toegangstickets; Overwegende dat dit ook aansluit bij de wijze waarop retributies door de federale en gewestelijke overheden worden vastgesteld; Overwegende dat het in casu mogelijk moet zijn de ticketprijs variabel te maken naargelang het geboekte programma; zo moet het mogelijk zijn om bijvoorbeeld voor voorstellingen voor kleine kinderen een goedkoper tarief vast te leggen of bij het boeken van een grote artiest duurdere ticketprijzen te hanteren, conform de marktprijs; Gelet op het voorstel om het college van burgemeester en schepenen te machtigen tot vaststelling van het tarief per voorstelling binnen de vooropgestelde marge van minimum 4 euro per ticket en maximum 20 euro per voorstelling; Overwegende dat het wenselijk is om kortingen toe te kennen om bepaalde doelgroepen te stimuleren deel te nemen aan culturele voorstellingen/optredens; Doelgroepen die het gemeentebestuur wil stimuleren zijn: - wie 55 jaar is of wordt tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 en een ticket koopt voor een voorstelling die plaatsvindt in diezelfde periode; - wie jonger is dan 21 jaar tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 en een ticket koopt voor een voorstelling die plaatsvindt in diezelfde periode; - wie student is tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 (bewijs aan hand van studentenkaart) en een ticket koopt voor een voorstelling in diezelfde periode; - wie houder is van een CJP-kaart tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 (bewijs aan hand van CJP- kaart) en een ticket koopt voor een voorstelling in diezelfde periode; Overwegende dat het wenselijk is om een korting te geven aan mensen die tegelijkertijd een ticket kopen voor meerdere voorstellingen binnen hetzelfde aanbod van een seizoen, lopende van 1 juli van het jaar X tot en met 30 juni van het jaar X+1;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen bij elke voorstelling een aantal gratis tickets kan schenken aan derden, hetzij om promotionele redenen, hetzij zoals bepaald in een overeenkomst met de artiest; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen, met het oog op een vlottere ticketverkoop, het te koop aanbieden van tickets op verscheidene locaties en via diverse kanalen mogelijk wil maken; Overwegende dat het daarom mogelijk moet zijn om in samenwerking met een vereniging of lokale handelaar, losse tickets aan te bieden; Overwegende dat deze tickets steeds op voorhand genummerd zijn en dat de vereniging of lokale handelaar op een overzichtslijst de naam, het adres en de contactgegevens (bij voorkeur email) van de koper bijhoudt; Overwegende dat indien meerdere losse tickets tegelijkertijd worden aangekocht, de gegevens van de diverse begunstigden wordt vermeld voor zover het tickets betreft die met korting verkocht worden; Overwegende dat de inkomsten uit de verkoop afgerekend worden uiterlijk in de week volgend op de voorstelling; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen bij wijze van vergoeding aan de vereniging en/of lokale handelaar een aantal gratis tickets kan ter beschikking stellen; Overwegende dat het college voorstelt om 1 gratis ticket voor eigen gebruik te verstrekken bij elke verkoop van 10 tickets; Overwegende dat de lokale handelaar en/of vereniging verantwoordelijk is voor de controle van de voorgelegde bewijsstukken; Gelet op titel VIII “Bestuurlijk toezicht en externe audit” van het gemeentedecreet, in het bijzonder de artikelen 251 en 252; Gelet op de artikelen 42 en 57 van het gemeentedecreet; Met algemene stemmen; BESLUIT:
Artikel 1: Het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2008 houdende vaststelling van de toegangsgelden voor optredens en allerlei culturele activiteiten en het gemeenteraadsbesluit van 29 oktober 2009 houdende wijziging van het tariefreglement worden opgeheven met ingang van 1 juni 2010. Artikel 2: Met ingang van 1 juni 2010 wordt volgend tariefreglement van kracht : Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd tot vaststelling van het tarief per optreden, voorstelling of culturele activiteit, met een minimum van 4 euro en een maximum van 20 euro. Artikel 2: Een korting van 1,00 EUR per ticket wordt toegekend aan wie tegelijkertijd een ticket koopt voor minstens drie voorstellingen binnen hetzelfde aanbod van een seizoen, lopende van 1 juli van het jaar X tot en 30 juni van het jaar X+1. Artikel 3: Een korting van 2,00 EUR per ticket wordt toegekend aan wie een ticket koopt onder hierna vermelde voorwaarden:
• • •
•
wie 55 jaar is of wordt tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 en een ticket koopt voor een voorstelling die plaatsvindt in diezelfde periode; wie jonger is dan 21 jaar tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 en een ticket koopt voor een voorstelling die plaatsvindt in diezelfde periode; wie student is tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 (bewijs aan hand van studentenkaart) en een ticket koopt voor een voorstelling in diezelfde periode; wie houder is van een CJP-kaart tussen 1 juli van het jaar X en 30 juni van het jaar X+1 (bewijs aan hand van CJP- kaart) en een ticket koopt voor een voorstelling in diezelfde periode;
Artikel 4: Er wordt geen cumul van kortingen toegestaan. De grootste korting wordt automatisch toegepast. Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om losse tickets aan te bieden in samenwerking met een lokale vereniging of handelaar onder hierna vermelde voorwaarden : • Deze tickets dienen steeds door de cultuurdienst op voorhand genummerd te zijn. • De vereniging of lokale handelaar houdt een overzichtslijst bij met de naam, het adres en de contactgegevens (bij voorkeur email) van de koper. • Indien meerdere losse tickets tegelijkertijd worden aangekocht, worden de gegevens van de diverse begunstigden vermeld voor zover het tickets betreft die met korting verkocht worden. • De lokale handelaar en/of vereniging die de tickets verkoopt, is verantwoordelijk voor de controle van de voorgelegde bewijsstukken. • De inkomsten uit de verkoop worden afgerekend uiterlijk in de week volgend op de voorstelling. Artikel 6: Het college van burgemeester en schepenen kan gratis tickets schenken aan derden, hetzij om promotionele doeleinden, hetzij zoals bepaald in een overeenkomst met de artiest. Het college van burgemeester en schepenen kan daarenboven bij wijze van vergoeding aan de vereniging en/of lokale handelaar een aantal gratis tickets ter beschikking stellen. Per 10 verkochte tickets wordt 1 gratis ticket voor eigen gebruik verstrekt aan de lokale handelaar / vereniging. Artikel 3: De tarieven worden bekend gemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 4: In uitvoering van artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet wordt binnen twintig dagen na het besluit een kopie overgemaakt aan de provinciegouverneur.
----------
Agendapunt nr. 16 : NEMEN VAN EEN BESLISSING INZAKE DE ORGANISATIE VAN INITIATIELESSEN MUZIEK VOOR KINDEREN VAN 6 EN 7 JAAR EN VASTSTELLEN VAN HET INSCHRIJVINGSGELD VOOR DIE LESSEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op decreet van 31 juli 1990 betreffende de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs;
Gelet op artikel 14 §1 van datzelfde decreet dat de minimumleeftijd bepaalt waarop kinderen muziekonderwijs kunnen volgen, namelijk de leeftijd van acht jaar bereikt hebben of minstens twee volledige schooljaren ingeschreven zijn in het lager onderwijs; Overwegende dat er vanuit pedagogisch oogpunt meer en meer geopteerd wordt om kinderen op jongere leeftijd (vanaf 6 jaar) te laten kennismaken met muziekonderwijs en dat dit de kwaliteit van het muziekonderwijs ten goede komt; Overwegende dat er sinds 1999 initiatielessen gegeven worden de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord te Deinze en in het filiaal Sint-Martens-Latem; Gelet op het feit dat dit initiatief in Deinze en Sint-Martens-Latem veel bijval kent; Gelet op het feit dat ook in het filiaal Nazareth vanaf september 2010 gestart wordt met initiatielessen; Gelet op het voorstel van de Muziekacademie filiaal Zulte om in Zulte te starten met 2 klasjes van maximum 12 leerlingen van 6 en 7 jaar; Overwegende dat het toelaten van 6- en 7-jarigen tot de muziekacademie een uitstekend initiatief is voor de kwaliteit en het aantal inschrijvingen van het muziekonderwijs in Zulte; Gelet op de raming van de personeelskost zijnde 4.000 euro voor de organisatie van de 2 klassen per schooljaar; Overwegende dat het inschrijvingsgeld van die initiatielessen volledig ten goede komt aan de gemeente Zulte; Overwegende dat de gemeente vrij is om het inschrijvingsgeld te bepalen voor deze lessen; Overwegende dat de andere steden en gemeenten die dit organiseren een tarief hanteren van 66 euro inschrijvingsgeld per leerling per schooljaar; Overwegende dat het college voorstelt dit tarief aan te houden; Gelet op het voorstel van de Stedelijke Muziekacademie te Deinze om Mevr. Marie Vercruysse aan te stellen voor 2 lestijden per week als lerares voor de initiatielessen in Zulte omdat zij ook de lessen in Deinze en Sint-Martens-Latem organiseert; Gelet op artikel 103 van het gemeentedecreet; Overwegende dat betrekkingen om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen niet in de personeelsformatie dienen te worden opgenomen; Gelet op artikel 104 van het gemeentedecreet; Overwegende dat personeelsleden in contractueel verband kunnen worden in dienst genomen om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen en om aanvullende of specifieke opdrachten te vervullen; Gelet op het krediet dat voorzien zal worden bij 1ste budgetwijziging 2010; Gelet op titel VIII “Bestuurlijk toezicht en externe audit” van het gemeentedecreet, in het bijzonder de artikelen 251 en 252; Gelet op de artikelen 42 en 57 van het gemeentedecreet; Gelet op artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet;
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeente Zulte gaat akkoord om initiatielessen muziek te organiseren in de Muziekacademie van Zulte en dit voor kinderen van 6 en 7 jaar oud met ingang van het schooljaar 2010-2011. Artikel 2: Het inschrijvingsgeld wordt vastgelegd op 66 euro per kind per schooljaar. Artikel 3: De gemeente Zulte ontvangt alle inschrijvingsgelden voor de initiatielessen. Artikel 4: Mevrouw Marie Vercruysse wordt in onze gemeente aangesteld als leerkracht voor de muziekinitiatielessen voor 2 lestijden per week. Artikel 5: Het tarief wordt bekend gemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 6: In uitvoering van artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet wordt binnen twintig dagen na het besluit een kopie overgemaakt aan de provinciegouverneur.
----------
Agendapunt nr. 17 : GOEDKEUREN JAARVERSLAG 2009, REKENING 2009 EN BEGROTING 2010 VAN DE INTERLOKALE VERENIGING ZOVLA
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het Decreet Lokaal Cultuurbeleid van 13 juli 2001, houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid, inzonderheid art. 11-13, waarin het initiatief tot een streekgericht bibliotheekbeleid toegewezen wordt aan de provincies; Gelet op het provinciaal reglement, goedgekeurd door de Provincieraad in zitting van 11 december 2003, houdende de subsidiëring ter ondersteuning van de samenwerking van de openbare bibliotheken in het kader van het Streekgericht Bibliotheekbeleid in OostVlaanderen; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing d.d. 28 oktober 2004, houdende goedkeuring overeenkomst Interlokale Vereniging ZOVLA; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing d.d. 26 mei 2005, houdende wijziging overeenkomst Interlokale Vereniging ZOVLA; Gelet op art. 19 en 20 van hogergenoemde overeenkomst; Gelet op het verslag van het beheerscomité d.d. 11 maart 2010 en de bijhorende documenten; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het jaarverslag 2009, de rekening 2009 en de begroting 2010 van de Interlokale Vereniging ZOVLA goed te keuren zoals gezien in bijlage. Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de Provincie OostVlaanderen, 9de Directie – Dienst Kunst en Cultuur – Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent.
---------Agendapunt nr. 18: WIJZIGING ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT ZULTE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 119, 119 bis, 119 ter en 135 § 2, gewijzigd ingevolge de wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op de wet op de geïntegreerde politie van 7 december 1998; Gelet op de wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties van 13 mei 1999 die de gemeenten de mogelijkheid geeft om overlastproblemen zelf aan te pakken en niet afhankelijk te zijn van het parket en de strafrechtbanken, die tot nu toe heel vaak lokale overlastproblemen seponeerden of onbestraft lieten; Gelet op de wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 2005 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet, waarbij heel wat bepalingen in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties uit het Strafwetboek werden opgeheven; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2006 houdende het invoeren van het algemeen politiereglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 april 2009 houdende wijziging van het algemeen politiereglement; Gelet op het verzoek van stad Deinze tot aanpassing van een beperkt aantal artikelen met name : • Invoering van een artikel met betrekking tot de brandkranen met oog op het waarborgen van de permanente bereikbaarheid ervan; • Toevoeging van het reglement voor publiek toegankelijke instellingen (reeds goedgekeurd in gemeenteraad van 27 september 2007 met oog op het sanctioneren van inbreuken hierop • Toevoeging van het verbod tot het uitdelen van flyers op het openbaar domein tenzij met akkoord van het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat het wenselijk is om in één politiezone te komen tot één gecoördineerd politiereglement voor de gehele politiezone die de verschillende inbreuken op een uniforme wijze sanctioneert;
Gelet op de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet; Gelet op de tussenkomst van raadslid Hendrik De Waele die na lezing van het politiereglement tot de conclusie komt dat we eigenlijk niet veel meer mogen. Er wordt nu ook een verbod ingelast op de verdeling van flyers op ons grondgebied tenzij hiervoor toestemming verleend wordt door het college van burgemeester en schepenen. Vaak vormen flyers het enige kanaal om manifestaties aan te kondigen. Zeker voor organisatoren van buiten de gemeente wordt het moeilijk om op de hoogte te zijn van de gangbare regels en voorwaarden in de diverse steden en gemeenten. De actuele handelswijze getuigt van overreglementering. De burgemeester antwoordt dat steeds maximaal gestreefd wordt naar een éénvormig politiereglement voor alle gemeenten/steden die deel uitmaken van éénzelfde politiezone. In stad Deinze worden her en der flyers uitgedeeld die naderhand veelal op de grond terechtkomen en door de stedelijke diensten moeten opgeruimd worden. De burgemeester brengt begrip op voor deze problematiek en wenst zich hiermee solidair te verklaren. In werkelijkheid zal de reglementering met de nodige wijsheid worden toegepast. Raadslid Simon Lagrange stelt de algemene vraag of over het algemeen politiereglement grondig overleg mogelijk is met stad Deinze, de betrokken raadsleden en de lokale politie. De burgemeester doet een oproep naar de leden van de politieraad om hiertoe een initiatief te nemen. De VLD-fractie wenst een afzonderlijke stemming over het verbod tot het uitdelen van flyers op het openbaar domein tenzij met akkoord van het college van burgemeester en schepenen. De burgemeester roept op tot stemming over dit verbod : 8 stemmen tegen (VLD-fractie) 15 stemmen voor (CD&V-fractie). De burgemeester roept op tot stemming over de andere aanpassingen van het politiereglement : 23 stemmen voor.
BESLUIT :
Artikel 1: Het algemeen politiereglement Zulte zoals goedgekeurd en gewijzigd in de gemeenteraad van 28 juni 2006 en 23 april 2009 en het reglement voor publiek toegankelijke inrichtingen zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 september 2007 worden opgeheven met ingang van 1 juni 2010. Artikel 2: Een aangepast algemeen politiereglement Zulte waarin het reglement voor publiek toegankelijke inrichtingen geïntegreerd wordt, wordt goedgekeurd. Het politiereglement wordt als bijlage (*) geviseerd bij dit gemeenteraadsbesluit. Artikel 3: Het algemeen politiereglement Zulte is van kracht met ingang van 1 juni 2010 en wordt aangeplakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel -
4: Afschrift van dit besluit wordt gestuurd aan : De Bestendige Deputatie van de Provincieraad Hoofdgriffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg te 9000 Gent Hoofdgriffier van de Politierechtbank te 9000 Gent Lokale politie Deinze Stadsbestuur Deinze Provinciaal GAS-ambtenaar.
(*) Bijlage :
Algemeen politiereglement DEINZE - ZULTE Hoofdstuk 1 : Algemene bepalingen
Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van enige andere wetgeving. Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens artikel 135 van de nieuwe Gemeentewet, naleven. Voor alle artikelen in dit reglement waarin geluidsnormen worden opgelegd, gelden artikel 2 en 3 van de bijlage 4.5.1 van Vlarem II voor de meetomstandigheden en de eisen van de meetketen.
Hoofdstuk 2 : Inbreuken van de eerste soort Geluidsoverlast bij dag
2.1
Algemene bepalingen
2.1.1 Geluidsoverlast bij dag Het is bij dag verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder reden of zonder noodzaak als dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en de rust van de inwoners in het gedrang brengt. Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden. Onder dag wordt verstaan de periode van 5 tot 23 uur.
2.1.2 Niet-hinderlijk geluid Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer het bijvoorbeeld het gevolg is van: - werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid; - van werken die op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend; - van verbeterings-, verbouwings-, onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen; - van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen; - van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd. - werken door landbouwers tijdens het bewerken van hun velden of voor het binnenhalen van de oogst; - spelende kinderen. 2.2
Specifieke bepalingen
2.2.1 Elektronisch versterkte muziek Onverminderd de toepassing van het KB van 24 februari 1977 houdende de vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen is, behoudens
voorafgaande en schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig hoofdstuk 6.7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), het spelen van elektronisch versterkte muziek en het gebruik van luidsprekers verboden tijdens festiviteiten, fuiven, manifestaties of elke andere openbare bijeenkomst in open lucht en/of in een voor publiek toegankelijke inrichting, andere dan een volgens Vlarem I ingedeelde inrichting. Het college legt de voorwaarden vast waaronder de toegelaten activiteit mag plaatshebben, waaronder het aanvangs- en het einduur en het maximale geluidsniveau van de geproduceerde muziek. De gevallen van geluidshinder afkomstig van niet-elektronisch versterkte muziek vallen onder de toepassing van de algemene bepalingen inzake geluidsoverlast (Art 2.1.1 van dit reglement).
2.2.2 Geluidsgolven privé-eigendommen en voertuigen Het is verboden op de openbare weg en op de openbare plaatsen (groene zone, parken en andere) in de open lucht radio's, televisietoestellen, jukeboxen, grammofonen, registreerapparaten, luidsprekers en in het algemeen alle soorten ontvang- en zendtoestellen te laten functioneren, tenzij de voortgebrachte geluidssterkte het niveau van 75 db(A) (LAFMAX) niet overtreft, gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. Het gebruik van deze toestellen binnenshuis en op particuliere eigendom mag niet hoorbaar zijn op de openbare weg en op openbare plaatsen. In afwijking van 2.2.1 is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel. De burgemeester kan afwijkingen toestaan op de bepalingen van artikel 2.2.2. 2.2.3 Voertuigen Het is verboden voertuigen of hun toebehoren (o.a. koelinstallaties) draaiende te houden terwijl het voertuig stilstaat, tenzij daartoe noodzaak is. 2.2.4 Voertuigen met luidsprekers Het gebruik van voertuigen die uitgerust met of voorzien zijn van luidsprekers en bestemd zijn voor het maken van reclame is onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de burgemeester. De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn. Ze kan slechts toegestaan worden van 8 uur tot 18 uur in de periode van 1 oktober tot 31 maart en 8 uur tot 20 uur in de periode van 1 april tot 30 september. Het geproduceerde geluidsniveau mag daarenboven niet hoger liggen dan 90 dB(A) (LAFMAX), gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. 2.2.5 Hulpmiddelen Het gebruik van fluiten, sirenen, bellen, klokken, muziek, geluidsverwekkende hulpmiddelen (door handelsinrichtingen, bewegende verkoopsinrichtingen, venters of leurders, opkopers van oude of nieuwe voorwerpen en dienstverleners) om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of om een dienst te verlenen, is enkel toegelaten, behoudens machtiging van de burgemeester in voor de periode van 1 oktober tot 31 maart van 8 tot 18 uur en in de periode van 1 april tot 30 september van 8 tot 22 uur. Het geluidssignaal mag niet langer dan tien seconden duren en er moet minstens een rustpauze van één minuut gerespecteerd worden tussen twee opeenvolgende
geluidssignalen. Het geproduceerde geluidsniveau mag niet hoger liggen dan 90 dB(A) (LAFMAX)> gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. 2.2.6 Luchtdrukkanonnen Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt, het geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt, is toegestaan. Luchtdrukkanonnen mogen alleen opgesteld worden op een afstand van meer dan 200 meter van een woongebied zoals bepaald in gewestplannen en andere plannen van aanleg of RUP's of op een afstand van meer dan 100 meter van een woning. Het gebruik van luchtdrukkanonnen is verboden tussen 22 en 7 uur. Op gemotiveerd verzoek kan de burgemeester een machtiging tot een ingekorte verbodsperiode bepalen. Het kanon mag niet meer dan zes knallen per uur produceren. De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van hindergevoelige plaatsen of gebieden, zoals omschreven in lid 2. 2.2.7 Dieren Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs. De houders van dieren waarvan het geluid de rust van de omwonenden stoort, zijn strafbaar.
2.2.8 Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn Het is de uitbater van een drankslijterij verboden een besluit van de burgemeester, waarbij met het oog op de vrijwaring van de openbare orde, de sluiting van zijn inrichting wordt bevolen, te overtreden. De officier van bestuurlijke politie kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort, zoals bepaald in artikel 2.1.1.
Openbare veiligheid en vlotte doorgang
2.3 Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen, manifestatie 2.3.1 Manifestaties en openbare vergaderingen in de open lucht De organisatie van manifestaties op de openbare weg en openbare vergaderingen in de open lucht is onderworpen aan een kennisgeving aan de burgemeester. De kennisgeving moet schriftelijk en minstens 10 kalenderdagen voor de geplande datum worden ingediend. Elke persoon die deelneemt aan een dergelijke samenkomst op de openbare weg of een vergadering in de open lucht, moet zich schikken naar de bevelen van de politie, die tot doel hebben de veiligheid of het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen. 2.3.2 Andere manifestaties en openbare vergaderingen De burgemeester moet minstens 48 uur op voorhand op de hoogte worden gebracht van manifestaties en openbare vergaderingen die niet in de open lucht plaatsvinden.
2.3.3 Zich niet identificeerbaar vertonen op het openbaar en privaat domein van de overheid Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire bepalingen of behoudens schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde toestemming van de burgemeester is het verboden op het openbaar en privaat domein van de overheid het gelaat volledig te bedekken zodat de identificatie van de persoon onmogelijk is. Dit verbod geldt niet voor activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve manifestaties die de burgemeester bepaalt, zoals carnaval, processies, georganiseerde stoeten, Sinterklaas en de Kerstman. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder het gelaat verstaan: het voorhoofd, de wangen, de ogen, de oren, de neus en de kin. 2.3.4 Confetti en dergelijke Het is tijdens carnavalsoptochten en andere openbare manifestaties verboden computerconfetti en andere materialen bestaande uit kunststof(plastiek) te werpen of te bezitten, of spuitbussen met kleur- en scheerschuim, spuitbussen met kleurhaarlak, schoensmeer of enig ander middel dat kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen, op de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten. Met computerconfetti wordt alleen de confetti bedoeld die uit afval van computerpapier is vervaardigd. Het is verboden confetti of slingerpapier in openbare plaatsen, waar dranken of eetwaren worden verbruikt te werpen of opgeraapte confetti of slingerpapier te werpen.
2.4
Wildplassen
Het is verboden op de openbare weg of zichtbaar vanaf de openbare weg te urineren, tenzij op plaatsen of accommodaties die speciaal hiervoor zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen worden gebruikt.
2.5
Snoeien van planten die boven de openbare weg hangen
De gebruiker of bij ontstentenis daarvan de eigenaar van een onroerend goed moet ervoor zorgen dat de planten op hun eigendom zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan : over de rijweg hangt op minder dan 4,50 meter boven de grond; over de gelijkgrondse berm of over het voetpad hangt op minder dan 2,5 meter boven de grond; de luchtleidingen van het laagspanningsnet en de openbare verlichting hindert. Levende afsluitingen moeten op minimum 0,50 meter achter de grens van de weg geplant worden en dienen gesnoeid te worden indien zij het voet- en/ of fietspad belemmeren. Dode afsluitingen moeten volledig buiten de grens van het openbaar domein staan. Langs de verharde wegen mogen de beplanting (hagen of struiken ) en het ondoorzichtig gedeelte van de dode afsluitingen langs de bolvormige kant van de onoverzichtelijke bochten en op onoverzichtelijke kruispunten over een afstand nodig om veilig verkeer mogelijk te maken slechts een maximumhoogte van 1 meter bereiken. Deze hoogte wordt gemeten vanaf het peil van de rijweg. De stabiliteit van de installaties voor openbare verlichting in het gedrang brengt of het uitgestraalde licht ervan in belangrijke mate vermindert; de verkeerstekens bedekt; enige belemmering betekent voor de leesbaarheid van de straatnaamborden of voor de doeltreffendheid van de openbare verlichting; het(de) huisnummer(s) bedekt.
2.6
Hinderlijke werkzaamheden en gevaarlijke activiteiten
2.6.1 Werkzaamheden Behoudens machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het uitdrukkelijk verboden werkzaamheden te starten op het openbaar en privaat domein van de gemeente, zowel aan de oppervlakte als onder de grond. Iedere persoon die werkzaamheden op de openbare ruimte uitvoert of laat uitvoeren, is ertoe gehouden die onmiddellijk te herstellen in de staat waarin ze zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond of in de staat die in de machtiging is vermeld. 2.6.2 Invloed van werkzaamheden op het openbaar domein Voor de toepassing van deze afdeling worden de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren. De burgemeester kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven. Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden mogen pas worden aangevat nadat er schermen aangebracht zijn. De bouwheer of aannemer is verplicht de burgemeester minstens 7 dagen voor het begin van de werkzaamheden op de hoogte te brengen van de aanvang. Indien de weg door de werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld opnieuw schoonmaken. Op iedere bouwplaats die langer dan 90 dagen bestaat (inclusief bouwverlof) in de nabijheid van belangrijke cultuurhistorische bezienswaardigheden en die grenst aan of uitzicht heeft op het openbaar domein, moet de verantwoordelijke van de bouwplaats de volledige afsluiting voorzien van een speciaal zeil/banner/spandoek. 2.6.3 Belemmeringen Het is verboden buiten noodzaak of machtiging van de bevoegde overheid straten, pleinen of enig ander deel van de openbare weg te belemmeren, hetzij door materialen, steigers of om het even welke andere voorwerpen achter te laten, hetzij door er uitgravingen te doen. Ieder persoon is er toe gehouden de verlichting te voorzien van de voormelde belemmeringen.
2.6.4 Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang Het is verboden op het openbaar domein en op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen, behoudens machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen.
2.6.5 Brandkranen: De brandkranen (ondergrondse of bovengrondse) die zich in de straten of andere openbare plaatsen bevinden moeten vrij en bereikbaar zijn. Het is verboden om hun bereikbaarheid op eender welke manier te belemmeren (door bv. het afdekken met zand, aarde, gras, betegeling of er op te parkeren). Het is eveneens verboden de kentekens welke op de gevels en/of paaltjes zijn aangebracht om deze brandkranen aan te duiden te veranderen, te verplaatsen, te beschadigen of weg te nemen.
2.6.6 Skateboards Het gebruik van skateboards is alleen toegestaan als de veiligheid van de voetgangers en de vlotte doorgang niet in het gedrang worden gebracht. De bevoegde overheid kan het gebruik echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt. 2.6.7 Verstoring Het is verboden op welke manier dan ook een concert, spektakel, evenement, sportieve of andere bijeenkomst die is toegestaan, te verstoren.
2.7
Private ingebruikneming van de openbare ruimte
Terrassen, koopwaren en reclameborden in de openbare ruimte uitstallen Behoudens machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen is het verboden terrassen, uitstalramen of reclameborden te plaatsen, in welke vorm dan ook, en koopwaren in de openbare ruimte uit te stallen. De voorwerpen die in strijd met dit artikel zijn geplaatst of uitgestald moeten op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigde ambtenaar worden verwijderd. Als op dat verzoek niet wordt ingegaan, kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan, op kosten en risico van de overtreder. Groenten en fruit moeten worden uitgestald op een verhoging van minstens 70 cm hoogte, waaronder geen voedingswaren mogen opgestapeld liggen.
2.8
Onderhoud van het openbaar domein
2.8.1 Reinigen van voetpaden of verhoogde berm De huurder en desgevallend de eigenaar van een stuk grond palend aan een voetpad of verhoogde berm deel uitmakend van de openbare weg, is verplicht dit voetpad of verhoogde berm te onderhouden, zodanig dat de voetgangers op geen enkele wijze gehinderd worden, zelfs niet door onkruid of gewassen op dit voetpad of de verhoogde berm. 2.8.2 Bijzondere maatregelen bij sneeuw of vrieskou Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien, glijbanen aan te leggen en sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van privéeigendommen. Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden van een openbare weg erover waken dat voor de eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden. De sneeuw moet aan de rand van het voetpad worden opgehoopt en mag de weggebruikers niet hinderen. De rioolmonden en goten moeten vrij blijven. 2.8.3 voorwerpen die door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden Het is verboden voorwerpen op de openbaar domein neer te werpen, te plaatsen of achter te laten, die door hun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden 2.8.4 Voorwerpen waarvan dieven of andere boosdoeners misbruik kunnen maken Het is verboden op de openbare straten, wegen, pleinen, plaatsen of op het veld, tangen, staven, ladders of andere toestellen, gereedschappen of wapens achter te laten, waarvan dieven of andere boosdoeners misbruik kunnen maken. Bovendien worden de voormelde voorwerpen bestuurlijk inbeslaggenomen en ter bewaring overgedragen aan de bestuurlijke overheid.
2.8.5 Wegnemen van gronden en materialen toebehorend aan de overheid Het is verboden, zonder daartoe behoorlijk te zijn gemachtigd, graszoden, aarde, stenen of materialen wegnemen op plaatsen die tot het openbaar domein van de Staat, van de provincies of van de gemeenten behoren.
2.9
Onderhoud van privaat domein
2.9.1 Herstellen of slopen van bouwvallige gebouwen Het is verboden na te laten of te weigeren gehoor te geven aan de aanmaning van de administratieve overheid om gebouwen die bouwvallig zijn, te herstellen of te slopen. 2.9.2 Bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen, of door een belemmering of een uitgraving of enig ander werk op of nabij openbare straten, wegen, pleinen of banen, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens. 2.10
Gebruik van gevels van gebouwen
2.10.1 Huisnummers Iedere eigenaar van een gebouw brengt aan de straatkant de huisnummering die door de gemeente werd toegekend, goed zichtbaar aan. Elke bewoner is verplicht die zichtbaar te houden. 2.10.2 Aanduidingen van openbaar nut De eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook moeten, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, en in voorkomend geval eventueel aan de straatkant, toestaan dat aanduidingen van openbaar nut en andere nutsvoorzieningen worden aangebracht.
2.11 Algemene maatregel ter voorkoming van schendingen van de openbare veiligheid 2.11.1 Geluidssignalen Het is verboden de geluidssignalen of oproepen van de brandweer, de politie en andere hulpdiensten na te bootsen. 2.11.2 Bedrieglijke oproepen Iedere bedrieglijke hulpoproep of ieder bedrieglijk gebruik van een praatpaal of signalisatietoestel dat bestemd is om de veiligheid van de gebruikers te vrijwaren is verboden. 2.11.3 Toegang tot onbezette gebouwen De eigenaar moet gepaste feitelijke maatregelen nemen om de toegang tot onbezette gebouwen te verhinderen.
2.12
Verhuizingen
Er mogen geen verhuizingen plaatshebben tussen 22 en 7 uur, behoudens een schriftelijke machtiging van de burgemeester.
2.13
Woonwagens
Het is verboden gedurende meer dan 48 uur standplaats te nemen met woonwagens, zelfs deze welke ontdaan zijn van hun wielen of roltuigen, dienende tot bestendige huisvesting of niet. Uitzondering wordt gemaakt voor de wagens die, mits toelating van de eigenaar, standplaats nemen op een private grond, evenals voor de wagens van foorreizigers die tijdelijk op het grondgebied vertoeven ter gelegenheid van een door het gemeentebestuur toegelaten foorinrichting. Deze laatste dienen binnen 3 dagen na het eindigen van de feestelijkheden het grondgebied te verlaten. Deze termijn kan, bij uitdrukkelijke toelating van de burgemeester, met 24 uur worden verlengd.
2.14
Inzamelingen
Het is verboden in de straten, koffiehuizen en andere openbare plaatsen geldinzamelingen en inzamelingsverkopen te houden, zonder voorafgaande toelating van de burgemeester. Het is uitdrukkelijk verboden aan de deuren te bellen of te kloppen met het doel de inwoners lastig te vallen.
2.15
Inbreuken tegen personen en eigendommen
2.15.1 Werpen van voorwerpen op iemand Het is verboden op onvoorzichtige wijze enig voorwerp op iemand te werpen, die de persoon hinderen of bevuilen of op welke manier dan ook schade veroorzaken. 2.15.2 Betreden van akkers Het is verboden, zonder daartoe gerechtigd te zijn, op andermans grond te komen of erover te gaan of dieren of vee erover te laten lopen, indien de grond is gereedgemaakt of bezaaid of beplant tot het ogenblik dat de veldvruchten geoogst zijn. 2.15.3 Moeskopperij Het is verboden veldvruchten of andere nuttige voortbrengsels van de bodem die nog niet los van de grond zijn, te roven. Wordt het feit gepleegd hetzij bij nacht, hetzij met behulp van voertuigen of lastdieren, hetzij door twee of meer personen dan worden de schuldigen gestraft overeenkomstig artikel 463 van het Strafwetboek 2.15.4 Aanplakbiljetten Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten kwaadwillig af te trekken, te scheuren of op enigerlei wijze onleesbaar te maken. 2.15.5 Bevuilen of beschadigen van eigendommen door het werpen van voorwerpen Het is verboden stenen of andere harde lichamen, of andere voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen, tegen voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen van een ander of in tuinen of besloten erven te werpen.
2.16
Inbreuken tegen dieren
2.16.1 Onbewaakt vrij rondlopen van dieren Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren verboden dieren onbewaakt vrij te laten rondlopen op openbare wegen en voor het publiek toegankelijke plaatsen.
De bewaking moet zo zijn dat de begeleider het dier op elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden. Het is de personen die het dier niet in de hand kunnen houden, verboden het dier te begeleiden.
2.16.2 Onder controle houden van dieren Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te hitsen of niet tegen te houden wanneer die de voorbijgangers aanvallen of achtervolgen, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt. Honden dienen steeds aan de leiband gehouden te worden.
2.16.3 Huisvesting van dieren De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren moeten de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat de hun toevertrouwde of de hun toebehorende dieren kunnen ontsnappen van de plaats waar zij normaal gehuisvest zijn. De huisvesting moet zodanig zijn dat het dier wordt belet om personen of andere dieren te intimideren of lastig te vallen. 2.16.4 Begeleiden van honden Iedereen die een hond begeleidt moet in het bezit zijn van voldoende zakjes en dient de hondenpoep onmiddellijk op te ruimen.
2.17
Vuurwerk
Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. De burgemeester is ertoe gemachtigd toestemming te verlenen om feestvuurwerk af te steken. Het vuurwerk, de voetzoekers, de thunderflashes, de knal- en rookpotten worden in beslag genomen en overgedragen aan de bestuurlijke overheid. (zie : Art 30 – WPA)
2.18
Weigeren van muntstukken
Het is verboden, tenzij anders is overeengekomen, te weigeren om echte en ongeschonden munten aan te nemen voor de waarde waarvoor zij in België gangbaar zijn.
2.19
Zwemmen in openbare wateren
Het is verboden te baden in de Leie, beken en vijvers van het openbaar domein. Het is verboden te zwemmen of te baden in de Oude Leie. Het is verboden zich in openlucht of in autovoertuigen uit- en aan te kleden.
2.20
Wildkamperen
Onverminderd het naleven van de voorschriften en de verplichtingen opgelegd bij de Wet, Koninklijke of Ministeriële Besluiten, betreffende het kamperen, is het zonder toelating van de Burgemeester verboden te kamperen op openbaar domein.
2.21
Schaatsen op beken, vijvers en waterlopen
Het is verboden te schaatsen op beken, vijvers en waterlopen, behoudens toelating van het college van burgemeester en schepenen.
2.22
Verbod tot het aanbrengen van opschriften op de openbare weg
Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes uit te delen op openbaar domein, aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg, op wagens geparkeerd op openbaar domein en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten, vuilnisbakken, telefoonhokjes en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd. Dit tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven. Met behoud van de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk in orde brengen. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder.
2.23
Kleine vormen van openbare overlast
2.23.1 Sluikstorten van huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden Het is verboden huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden te storten op het openbaar domein.
2.23.2 Deponeren van afval, anders dan afval afkomstig van ter plaatse geconsumeerde producten, in straatvuilbakken Het is verboden om huishoudelijk afval of afval, anders dan afval afkomstig van ter plaatse geconsumeerde producten, in straatvuilbakken te deponeren.
2.23.3 Bedelen van reclamedrukwerk in leegstaande panden en in brievenbussen voorzien van een “nee-sticker” Het is verboden reclamedrukwerk te bedelen in leegstaande panden en in brievenbussen die voorzien zijn van een “nee-sticker” of een “geen reclamedrukwerk”-sticker.
2.23.4 Voorzien van vuilbakjes aan verkooppunten van drank en voeding bestemd voor onmiddellijke consumptie Het is verplicht vuilbakjes te voorzien aan verkooppunten van drank of voeding bestemd voor onmiddellijke consumptie. Deze verkopers zijn verplicht om de omgeving van hun verkooppunt rein te houden.
2.23.5 Sluikstoken Het is verboden om huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden, te verbranden.
2.23.6 Voederen van zwerfdieren op het openbaar domein Het is verboden zwerfdieren te voederen op het openbaar domein.
Hoofdstuk 3 : Inbreuken van de tweede soort Geluidsoverlast bij nacht
3.1
Algemene bepalingen
3.1.1 Geluidsoverlast bij nacht Het is verboden de rust van de inwoners te storen door het veroorzaken van nachtgerucht of nachtrumoer. Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden. Onder nacht wordt verstaan de periode van 23 tot 5 uur. 3.1.2 Niet-hinderlijk geluid Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer het bijvoorbeeld het gevolg is van: - van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen; - van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voorzover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd. - werken door landbouwers tijdens het bewerken van hun velden of voor het binnenhalen van de oogst;
3.2
Specifieke bepalingen
3.2.1 Elektronisch versterkte muziek Onverminderd de toepassing van het KB van 24 februari 1977 houdende de vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen is, behoudens voorafgaande en schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig hoofdstuk 6.7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), het spelen van elektronisch versterkte muziek en het gebruik van luidsprekers verboden tijdens festiviteiten, fuiven, manifestaties of elke andere openbare bijeenkomst in open lucht en/of in een voor publiek toegankelijke inrichting, andere dan een volgens Vlarem I ingedeelde inrichting. Het college legt de voorwaarden vast waaronder de toegelaten activiteit mag plaatshebben, waaronder het aanvangs- en het einduur en het maximale geluidsniveau van de geproduceerde muziek. De gevallen van geluidshinder afkomstig van niet-elektronisch versterkte muziek vallen onder de toepassing van de algemene bepalingen inzake geluidsoverlast (Art 1.1.1 van dit reglement).
3.3
Vandalisme
3.3.1 Beschadigen van roerende goederen Met behoud van de toepassing van de bepalingen van boek II, titel IX, hoofdstuk III, van het Strafwetboek is het verboden andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen.
3.3.2 Beschadigen van onroerende eigendommen Het is verboden opzettelijk andermans onroerende eigendommen te beschadigen.
3.3.3 Beschadigen van grafsteden, gedenktekens, monumenten of standbeelden Het is verboden : - grafsteden, gedenktekens of grafstenen; - monumenten, standbeelden of ander voorwerpen die tot het algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; - monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst; te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.
3.3.4 Beschadigen van afsluitingen en dempen van grachten Het is verboden stedelijke of landelijke afsluitingen, van welk materiaal dan ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen. Het is verboden geheel of ten dele grachten te dempen, levende of dode hagen af te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, te vernielen, grenspalen, hoekbomen of ander bomen, geplant of erkend om grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.
3.3.5 Omhakken van bomen Het is verboden kwaadwillig een of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, verminken of ontschorsen dat zij vergaan, of een of meer enten te vernielen.
3.3.6 Graffiti Het is verboden zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.
3.4
Feitelijkheden en lichte gewelddaden
Zijn strafbaar daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren;in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.
Hoofdstuk 4 : Reglement voor Publiek Toegankelijke Inrichtingen 4.1
Algemeen
Dit reglement bepaalt de normen betreffende brandpreventie, waaraan het concept, de bouw en de inrichting van publiek toegankelijke inrichtingen moeten voldoen. Deze bepalingen zijn echter niet van toepassing op de inrichtingen van tijdelijke aard zoals kermisinrichtingen, tenten, circussen, inrichtingen in open lucht e.d. en gebouwen waar enkel erkende erediensten in worden gehouden en op de publiek toegankelijke inrichtingen waarvoor een specifieke reglementering inzake brandveiligheid van toepassing is. 4.2
Definities
Brandpreventie: het geheel van veiligheidsmaatregelen, zoals omschreven in artikel 1 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. Publiek toegankeliike inrichting: gebouwen, lokalen of plaatsen, die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden (kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart) toegelaten, en waar het aantal gelijktijdig toegelaten personen 50 of meer kan bedragen. Basisnormen: de basisnormen, vastgesteld in het koninklijk besluit van 7 juli 1994, met latere wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Draaideur: deur met één of meerdere vleugels, die om een verticale as draait. Uitgang: "Een uitgang leidt de aanwezigen ofwel rechtstreeks naar de openbare weg ofwel naar een plaats van waaruit de openbare weg bereikbaar is, via een veilige plaats, via een ander compartiment, via een trap of via een evacuatieweg." Evacuatietraject: de weg die men aflegt vanaf de inrichting tot op de openbare weg. Netto-oppervlakte: de oppervlakte die beschikbaar is voor het publiek, verminderd met de oppervlakte die wordt ingenomen door het vaste meubilair, de vestiaire(s) en het sanitair. Verder zijn de definities van bijlage 1 van het KB van 07/07/1994 van toepassing. 4.3
Brandveiligheidsattest
Het openhouden, openen of heropenen van een publiek toegankelijke inrichting is afhankelijk van het bekomen van een gunstig brandveiligheidattest. Bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, bij vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid en de evacuatiemogelijkheden kan beïnvloeden, dient voorafgaandelijk door de exploitant een brandveiligheidattest aangevraagd aan de Burgemeester. Het brandveiligheidsattest wordt door de Burgemeester afgeleverd op advies van de Brandweer. Het advies van de Brandweer bevat een beschrijving van de bestaande toestand en eventueel de maatregelen, die door de exploitant moeten worden getroffen om in overeenstemming te zijn met onderhavige reglementering. 4.4
Verzekering
Inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, bezorgen aan de Burgemeester bovendien een duplicaat van het door de verzekeringsonderneming aan de verzekeringnemer afgeleverd attest, bepaald bij artikel 7 van het Koninklijke besluit van 5 augustus 1991 tot uitvoering van de artikelen 8, 8 bis en 9 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. 4.5
Attesten brandklasse en brandweerstand
De exploitant legt op eenvoudige vraag geldige attesten betreffende materiaalklasse en brandweerstanden voor. 4.6
Aantal toegelaten personen
§ 1 Onverminderd de verdere bepalingen van dit reglement dient de exploitant alle nodige maatregelen te nemen om brand te voorkomen en de aanwezigen te beschermen tegen de gevolgen van brand en paniek. § 2 De Brandweer legt het maximum aantal personen vast dat gelijktijdig binnen de inrichting mag aanwezig zijn, op basis van volgende criteria: het aantal uitgangen, de nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen. Het kleinste resultaat van de uitgevoerde berekeningen geldt als het maximum aantal toegelaten personen voor zover het maximum van 3 personen per m2 netto-oppervlakte niet wordt overschreden. De exploitant, of bij afwezigheid zijn aangestelde, neemt alle nodige maatregelen om overschrijding van dit aantal te voorkomen. Het aantal toegelaten personen moet door de exploitant worden aangeduid op een bordje dat duidelijk leesbaar is en voor iedereen zichtbaar. De respectievelijke berekeningswijze is als volgt: Het aantal uitgangen: Het aantal toegelaten personen is kleiner of gelijk aan de bezetting die overeenstemt met het aantal uitgangen zoals bepaald in artikel 11 van dit reglement. De vereiste nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen De uitgangen, evacuatiewegen en deuren in de evacuatiewegen moeten een totale breedte hebben die ten minste gelijk is, in centimeters, aan het aantal personen, dat ze moet gebruiken om de uitgangen van het gebouw te bereiken. De trappen moeten een totale breedte hebben die, uitgedrukt in centimeters, ten minste gelijk is aan dat aantal personen, vermenigvuldigd met 1,25 indien ze afdalen naar de uitgang of 2 indien ze er naar opstijgen. Het berekenen van de nuttige breedte moet gesteund zijn op de onderstelling dat, bij het verlaten van het gebouw, alle personen van een verdieping samen de naburige verdieping vervoegen en dat deze ontruimd is als zij er aankomen. Bij de berekening wordt steeds rekening gehouden met de smalste doorgang op een evacuatietraject. 4.7
Brandgedrag van materialen
§ 1 Vast bevestigde bekledingen Voor vast bevestigde bekledingen van technische lokalen, stookplaatsen, keukens, evacuatiewegen, zowel voor de horizontale als voor de verticale, en voor de publiek toegankelijke lokalen gelden de beproevingsmethoden en de onderverdeling in brandklassen uit bijlage 5 van het KB van 07/07/1994 en de norm NBN EN 13501-1 "Vuurindeling van bouwwaren en bouwdelen - Deel 1 : Indeling berustend op, uitkomsten van de proeven op de tegenwerking tegen vuur van bouwwaren." Massief parket (minstens 1,8 cm) op betonnen ondergrond is'toegestaan.
§ 2 Niet-vastbevestigde bekledingen De niet-vastbevestigde bekledingen moeten op zodanige wijze zijn aangebracht dat de mogelijkheid niet bestaat tot ophoping van stof of afval achter de bekledingen. Velums en andere horizontaal aangebrachte doeken zijn verboden. Verticaal hangende doeken mogen geen deuren of uitgangen aan het zicht onttrekken of het gebruik ervan bemoeilijken. De brandweer kan, mits de nodige motivatie, voor doeken en (over)gordijnen klasse M2 conform NF P 92501-7 of Class 2 conform NBN 13773 opleggen in haar advies. § 3 Versieringen Alle aangebrachte versieringen mogen geen bijzonder risico voor de brandveiligheid met zich mee brengen. Gemakkelijk brandbare materialen als rietmatten, stro, karton, boomschors, papier, evenals gemakkelijk brandbare textiel en kunststoffen mogen niet als versiering worden aangewend. § 4 Beklede meubelen De brandweer bepaalt het vereiste brandgedrag van de beklede meubelen in functie van het risico van de inrichting. De volgende normen zijn hierbij van toepassing: •
NBN EN 1021-1 "Meubelen - Beoordeling van de ontvlambaarheid van beklede meubelen - Deel 1 : Smeulende sigaret als ontstekingsbron". • NBN EN 1021-2 "Meubelen - Bepaling van de ontsteekbaarheid van beklede meubelen - Deel 2 : Equivalent van de lucifervlam als onstekingsbron".
•
4.8
Crib 5 volgens BS 5852 "Methods of test for assessment of the ignitability of upholstered seating by smouldering and flaming ignition sources".
Toegangswegen
De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer, onverminderd de toepassing van de basisnormen ter zake. 4.9
Inplanting
Bijgebouwen, uitspringende daken, luifels, uitkragende delen of andere dergelijke toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch de evacuatie, noch de veiligheid van de personen, noch de actie van de brandweer in het gedrang komen. 4.10
Compartimentering
De hoogte van een compartiment stemt overeen met de hoogte van één bouwlaag. Een compartiment mag zich echter uitstrekken over twee boven elkaar gelegen bouwlagen met een binnenverbindingstrap (duplex) op voorwaarde dat de gecumuleerde oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan 2500 m².De wanden tussen compartimenten hebben ten minste de brandweerstand van de structurele elementen.
Verwijderd: ¶
De publiek toegankelijke inrichting dient brandwerend gecompartimenteerd te zijn van de rest van het gebouw. In de publiek toegankelijke inrichting mogen zich geen lokalen met nachtverblijf bevinden. 4.11
Evacuatie
§ 1 Aantal uitgangen Elk compartiment en/of elk lokaal en/of elk niveau van de duplex (met uitzondering van duplexen die het evacuatieniveau omvatten) hebben minimum: -
één uitgang indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt;
-
twee uitgangen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500 personen bedraagt;
-
2+n uitgangen indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt waarbij n het gehele getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van het compartiment.
Indien een deel van het gebouw waarin de publiek toegankelijke inrichting is gelegen gebruikt wordt door de exploitant voor privé doeleinden, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegen, door derden wordt gebruikt mag dit gedeelte niet evacueren door de publiek toegankelijke inrichting. Bovengrondse of ondergrondse lokalen die voor het publiek toegankelijk zijn, moeten via vaste trappen bereikbaar zijn. Als de totale oppervlakte van een duplexcompartiment kleiner of gelijk is aan 300 m² én als de oppervlakte van de bouwlaag van de duplex die rechtstreeks evacueert via een uitgang, groter is dan de oppervlakte van de andere bouwlaag van het duplexcompartiment, moet enkel het niveau van de duplex met de grootste oppervlakte over het vereiste aantal uitgangen beschikken. Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer in haar advies verhoogd worden in functie van het risico en de configuratie van de lokalen. Rol- en spiltrappen, evenals hellende vlakken met een hellingsgraad groter dan 10 % komen niet in aanmerking voor de berekening van het vereiste aantal uitgangen. § 2 Eigenschappen van de uitgangen De nuttige breedte van elke uitgang bedraagt minstens 0,80 m, de vrije hoogte minstens 2 m. De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestelde zones van een compartiment of een lokaal. Alle uitgangen en nooduitgangen moeten bij aanwezigheid van publiek steeds onmiddellijk bruikbaar zijn en een snelle en gemakkelijke ontruiming van de aanwezigen mogelijk maken. § 3 Evacuatietraject
Een publiek toegankelijke inrichting moet minstens over één brandveilig evacuatietraject beschikken. Op een evacuatieniveau mogen geen wanden of deuren, zonder de vereiste brandweerstand, uitgeven op een brandveilig evacuatietraject, met uitzondering van de laatste 3 m tot de openbare weg. § 4 Evacuatiewegen De binnenwanden van evacuatiewegen, gelegen buiten de inrichting, moeten minstens de brandweerstand van de structurele elementen hebben. De deuren die op deze evacuatiewegen uitgeven moeten een brandweerstand van ½ h hebben. De evacuatiewegen moeten aan deze eisen voldoen in de mate dat er minstens één brandveilig evacuatietraject moet zijn. De minimale nuttige breedte van de evacuatiewegen bedraagt 0,80 m, de vrije hoogte minstens 2 m. De evacuatiewegen moeten zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden worden. De lengte van eventueel doodlopende delen in de evacuatiewegen mag niet meer dan 15 m bedragen. De af te leggen afstand vanaf elk punt van de publiek toegankelijke bedraagt maximaal: 30 m tot de dichtstbijzijnde uitgang; - 60 m tot een tweede uitgang. Op een evacuatietraject mogen bij aanwezigheid van publiek de deuren niet op slot zijn of ze moeten uitgerust zijn met paniekbeslag; er mogen zich op een evacuatietraject geen voorwerpen bevinden die de evacuatie kunnen belemmeren en er mogen geen spiegels worden aangebracht die het publiek kunnen misleiden. § 5 Trappenhuizen Trappenhuizen gelegen op een evacuatietraject, moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Op een evacuatieniveau leidt iedere trap naar buiten, hetzij rechtstreeks, hetzij via een evacuatieweg. De binnenwanden van een trappenhuis moeten een brandweerstand hebben van minstens 1 h en de deuren, die erop uitgeven, ½ h. De laatste eis geldt niet voor buitentrappenhuizen. In de buitenwanden van een trappenhuis mogen openingen zitten indien deze openingen over ten minste 1 m zijdelings afgezet zijn met een element dat een vlamdichtheid heeft van ½ h. De trappenhuizen moeten aan bovenstaande eisen voldoen in de mate dat er minstens één brandveilig evacuatietraject moet zijn. § 6 Trappen De trappen moeten de volgende kenmerken hebben: 1.
evenals de overlopen zijn de trappen vervaardigd uit beton. Als de graad van brandweerstand niet kan bewezen worden moet de trap brandwerend beschermd worden. Deze eis geldt niet voor buitentrappen, duplextrappen en bij buitentrappenhuizen;
2.
ze zijn aan beide zijden uitgerust met leuningen. Voor de trappen met een nuttige breedte, kleiner dan 1,20 m, is één leuning voldoende, voor zover er geen gevaar is voor het vallen. Vanaf een breedte van 2,40 m dienen de trappen voorzien te zijn van een bijkomende leuning in hun as;
3.
de aantrede van de treden is in elk punt op de looplijn ten minste 20 cm;
4.
de optrede van de treden mag niet meer dan 18 cm bedragen;
§ 7 Liften Liften moeten, ongeacht het type, brandwerend gescheiden zijn van de publiek toegankelijke inrichting door wanden Rf 1 h en deuren Rf ½ h . Deze eisen gelden niet als de lift slechts één compartiment aandoet. § 8 Deuren De deuren op een evacuatietraject moeten ofwel in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien over een minimale hoek van 90°. Voor publiek toegankelijke inrichtingen met een capaciteit van meer dan 49 en minder dan 100 personen moet ten minste één deur van een uitgang in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien. Voor inrichtingen met een capaciteit vanaf 100 personen moeten de deuren van alle uitgangen in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien. Publiek toegankelijke inrichtingen, waarvan een deur niet in de vluchtzin kan opendraaien omdat ze zich op minder dan haar breedte van de rooilijn bevindt, moeten een sas voorzien worden met een binnendeur die opent in de vluchtzin zodat deur op de rooilijn, bij aanwezigheid van publiek in openstand kan geblokkeerd worden. Automatische schuifdeuren mogen op een evacuatietraject enkel gebruikt worden indien ze, onder een lichte druk van binnenuit, kunnen opengedraaid worden in de vluchtzin (= schuifdeuren met anti-paniekbeslag). Draaideuren, draaipaaltjes en manueel bediende schuifdeuren zijn op een evacuatietraject niet toegelaten. De vleugels van glazen deuren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich rekenschap te geven van hun aanwezigheid. § 9 Signalisatie Iedere uitgang en nooduitgang, evenals de wegen die ernaar toe leiden moeten aangeduid worden met pictogrammen zoals bepaald in bijlage II van het KB van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Deze pictogrammen moeten zichtbaar zijn bij veiligheidsverlichting. Vanaf om het even welk punt van de inrichting moet steeds minstens 1 aanduiding van uitgang of nooduitgang zichtbaar zijn. § 10 Verlichting De lokalen toegankelijk voor het publiek moeten behoorlijk verlicht zijn. Alleen elektriciteit is toegelaten als kunstmatige verlichtingsbron. In de inrichting moet veiligheidsverlichting aangebracht zijn met een voldoende lichtsterkte om een veilige en snelle ontruiming te verzekeren. Deze veiligheidsverlichting moet
conform de norm NBN EN 1838 zijn. Ze bestaat minstens uit een evacuatieverlichting om een veilige evacuatie van het gebouw te verzekeren en het gebruik van de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen mogelijk te maken. Volgende plaatsen worden voorzien van veiligheidsverlichting, geleverd door noodverlichtingarmaturen conform NBN EN 60598-2-22: De (nood)uitgangen, de evacuatiewegen, de vluchtterrassen, de overlopen van de trappenhuizen, de liftkooien, de technische lokalen, de belangrijkste elektrische borden, en ook in het bijzonder in de onmiddellijke omgeving van de blusmiddelen en op de plaatsen waar het noodzakelijk is nadruk te leggen op mogelijk gevaar. Lokalen met een bezettingscapaciteit van 100 of meer personen dienen tevens met een antipaniekver-lichting uitgerust om de verplaatsing van de aanwezigen naar de evacuatieweg mogelijk te maken en de kans op paniek te verkleinen. 4.12
Doorvoeringen van wanden
Het doorvoeren van leidingen doorheen wanden mag de vereiste brandweerstand van de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden. 4.13
Structurele elementen
De structurele elementen dienen een weerstand tegen brand te bezitten in overeenstemming met volgende tabel: structuur van het gebouw Aantal bovengrondse bouwlagen structuur 1 2 >2
½h ½h 1h
Dakstructuur
ondergrondse structuur **
½ h* ½ h* ½ h*
1h 1h 1h
*Dit voorschrift is niet van toepassing indien het dak aan de binnenkant beschermd is door een bouwelement met weerstand tegen brand van 'h h. **Met inbegrip van de vloer van het laagste evacuatieniveau. Voor verandadaken worden geen eisen gesteld aan de stabiliteit indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden wordt voldaan: 1.
de oppervlakte van de veranda is kleiner dan het gedeelte van de inrichting dat in een gebouw gelegen is dat wel aan de eisen betreffende de structurele elementen voldoet;
2.
beide ruimtes hebben minstens één uitgang.
4.14
Plafonds en valse plafonds
In de evacuatiewegen en in de voor het publiek toegankelijke lokalen hebben de valse plafonds een stabiliteit bij brand van ½ h. De ruimte tussen het plafond en het valse plafond wordt onderbroken door de verlenging van alle verticale wanden die ten minste een weerstand tegen brand van ½ h bezitten.
Indien de ruimte tussen het plafond en het valse plafond- niet is uitgerust met een sprinklerinstallatie, dient deze ruimte derwijze onderbroken te worden met verticale scheidingen met een Rf ½ h dat er ruimten ontstaan waarvan de horizontale projectie kan ingeschreven worden binnen een vierkant met zijden 25 x 25 m. 4.15
Technische lokalen
Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment met wanden Rf 1 h en deur(en) Rf ½ h. 4.16
Verwarming
§1 Stookplaats Indien het nominale vermogen van de centrale stookinstallatie minder is dan 30 kW, is een stookplaats niet vereist, toch dient de ruimte voorzien te zijn van voldoende boven- en onderverluchting. Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie meer dan 30 kW en minder of gelijk aan 70 kW bedraagt, dient deze ondergebracht in een stookplaats met wanden van minstens Rf 1 h; de toegang tot dit lokaal geschiedt via een zelfsluitende deur met minstens Rf ½ h. Bovendien dient dit lokaal voorzien te worden van onder- en bovenverluchting rechtstreeks uitgevend in de buitenlucht. Gaswandketels tot 70 kW van het type C (gesloten type) moeten niet in een stookplaats worden opgesteld. Er moet geen extra verluchting voorzien worden. Centrale stookinstallaties met een vermogen > 70 kW, worden ondergebracht in stookplaatsen waarvan de opvatting en uitvoering voldoen aan de voorschriften van de norm NBN B61-001. De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in een ruimte toegankelijk voor het publiek. Een stookplaats mag enkel voor desbetreffend doel worden aangewend. Een stookplaats met een verwarmingsinstallatie op gas, dient uitgerust te zijn met een gasdetector, gekoppeld aan een buiten deze ruimte voorziene automatische gasafsluiter. §2 Lokale verwarmingstoestellen met verbranding Deze verwarmingstoestellen moeten aangesloten zijn op een schoorsteen of een speciale inrichting voor de afvoer van verbrandingsgassen. Tevens dient elk toestel minstens voorzien te zijn van een duidelijk gesignaleerde, manueel bedienbare kraan die de brandstoftoevoer afsluit. §3 Verwarmingsinstallaties met warme lucht Deze installaties moeten aan volgende voorwaarden voldoen: • • •
de temperatuur van de warme lucht mag op de verdelingspunten 80° C niet overschrijden; de kanalen van de warme lucht moeten volledig uit onbrandbare materialen vervaardigd zijn; doorvoeringen doorheen wanden met een brandweerstand Rf = 1 h mogen deze brandweerstand niet reduceren of teniet doen;
•
•
bij abnormale stijging van de temperatuur in de luchtkanalen moet de verwarmingsinstallatie automatisch stilgelegd worden zowel ventilatoren als warmtegeneratoren; de te verwarmen lucht mag niet aangezogen worden uit de stookplaats.
§4 Gas De gasteller(s) moet(en) geplaatst worden conform de richtlijnen van de gasmaatschappij. Ze moeten ontoegankelijk zijn voor het publiek. Er moet zowel onder- als bovenverluchting voorzien worden met een minimale oppervlakte van elk 150 cm². De gastellers mogen nooit in een stookplaats worden geplaatst. Buiten het gebouw moet een afsluitkraan aangebracht worden op de hoofdtoevoerleiding. De plaats ervan moet aangeduid zijn met de letters "Gas" en de coördinaten. De Brandweer moet te allen tijde deze afsluitkraan gemakkelijk kunnen bedienen. Installaties voor brandbaar gas verdeeld door leidingen moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en de regels van goed vakmanschap. §5 Gasrecipiënten Zowel de volle als de lege gasrecipiënten moeten op een veilige plaats in open lucht worden ondergebracht. De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast. Enkel de laatste 2 meter naar het verbruikstoestel kunnen bestaan uit soepele leidingen die moeten voldoen aan NBN EN 559. §6 Brandstofvoorraad In de inrichting moet de niet-ingegraven brandstofvoorraad in een afzonderlijk goed verlucht lokaal geplaatst worden. De binnenwanden van dit lokaal moeten minimaal een brandweerstand van 1 uur hebben. De deuren in die wanden moeten zelfsluitend zijn en moeten een brandweerstand Rf ½ h hebben. §7 Brandbestrijding Op de brander van de centrale verwarming (met stookolie) moet een automatisch poederblusapparaat NBN EN E3-3, E3-6, E3-7 type ABC P12 geïnstalleerd worden. Dit blusapparaat wordt aangesloten op de alarminrichting (indien aanwezig). §8 Rookkanalen De afvoer van de verbrandingsgassen moet gebeuren langs vaste, onbrandbare rookkanalen. De rookkanalen mogen nergens in aanraking komen met brandbare materialen. Een veiligheidsafstand van 15 cm moet worden aangehouden tenzij een effectieve, brandveilige thermische isolatie is aangebracht. 4.17
Keukens
De keuken van een inrichting moet brandwerend gescheiden worden van de publiek toegankelijke delen door wanden Rf 1 h en door (bij brand) zelfsluitende in de vluchtzin opendraaiende deuren met Rf ½ h. Deze brandwerende compartimentering is niet vereist indien elke dampkap voorzien is van een vaste automatische blusinstallatie die bij activering tevens de energietoevoer van de betrokken keukeninstallaties uitschakelt.
Bij gebruik van gasrecipiënten geldt §5 van artikel 4.16. 4.18
Principe van goed vakmanschap
De technische uitrusting van de inrichting moet ontworpen, geplaatst en onderhouden worden volgens alle geldende regels van goed vakmanschap. 4.19 Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie De volledige elektrische installatie moet worden gekeurd door een vanwege de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie erkend keuringsorganisme: • • •
bij haar in bedrijfstelling; bij belangrijke uitbreidingen of wijzigingen; om de vijf jaar, met uitzondering van de neonverlichting werkende op hoogspanning die conform het AREI, jaarlijks moet gekeurd worden.
4.20
Installaties voor melding, alarm en detectie
§ 1 Melding Elke inrichting moet voorzien zijn van een telefoontoestel met duidelijke vermelding van de oproepnummers van de hulpdiensten, evenals de naam, het adres en het telefoonnummer van de betreffende inrichting. § 2 Algemeen Volgende installaties worden bepaald op advies en in akkoord met de bevoegde brandweerdienst. a. Alarm De brandweer kan in haar advies een auditief alarmsysteem opleggen dat een alarmsignaal in werking stelt dat de aanwezigen er op een duidelijke wijze toe aanzet de inrichting onmiddellijk te verlaten. Het auditieve alarmsignaal moet niet alleen hoorbaar zijn in de inrichting zelf maar ook in het deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen of, indien nodig, zelfs in gans het gebouw. De brandweer kan in haar advies opleggen dat de activering van het auditieve alarmsysteem moet gepaard gaan met het automatisch stoppen van de muziekinstallatie. b. Automatische branddetectie Indien een deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen lokalen bevat voor nachtverblijf, dient in de publiek toegankelijk gedeelten een automatische branddetectie conform de geldende normen voorzien te worden, gekoppeld aan een auditief alarmsysteem.. Ook indien er geen nachtverblijf is kan de brandweer, indien nodig automatische branddetectie opleggen. 4.21
Brandbestrijdingsmiddelen
De aard, het aantal en de plaats van de blusmiddelen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer. Er dient minstens voorzien te worden in één bluséénheid per 150 m2 vloeroppervlakte met een minimum van twee blustoestellen per niveau. Bijkomend kan de brandweer in haar advies brandhaspels opleggen conform NBN EN 6711. De exploitant en zijn medewerkers moeten beschikken over duidelijke, schriftelijke instructies in verband met de taakverdeling bij brand en evacuatie en over het gebruik van de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen. Het brandbestrijdingsmaterieel moet goed onderhouden worden, beschermd tegen vorstgevaar, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld. Het moet steeds onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden. 4.22
Rook- en warmteafvoerinstallaties
De brandweer kan in haar advies in grote onverdeelde ruimten met slechts één bouwlaag, eisen opleggen met betrekking tot de rookafvoer. 4.23
Roken
Om de brandrisico's verbonden aan het roken te weren dienen een voldoend aantal veilige asbakken ter beschikking gesteld te worden, in de plaatsen waar roken is toegelaten overeenkomstig de geldende reglementering op het roken. 4.24
Controle
De exploitant zal het publiek slechts toelaten na zich er telkens van vergewist te hebben dat alle uitgangen en nooduitgangen goed zichtbaar en onmiddellijk bruikbaar zijn. De exploitant dient te allen tijde toegang te verlenen aan de burgemeester of zijn afgevaardigde. De exploitant moet volgende installaties periodiek laten nazien, hetzij door een bevoegd persoon (BP), hetzij door een bevoegd installateur (BI), hetzij door de externe dienst voor technische controles (EDTC) : Installatie
Controleorgaan
Periodiciteit
personenliften
EDTC
goederenliften cv en schouwen Alarm, * branddetectie * brandbestrijdingsmiddelen * individuele gasverwarmingstoestellen díchtheidsproef,gasinstallatie * gashouders (tanks > 300 I) * laagspanning +werking
ËDTC BI/BP BtIBP BI/BP BI/BP
3-maandelijks door nietgecertificeerde onderhoudsdienst 6-maandelijks door gecertificeerde onderhoudsdienst Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks
BI/BP
Jaarlijks
EDTC
5-jaarlijks
EDTC EDTC
5-jaarlijks 5-jaarlijks
veiligheidsverlichting neonverlichting, werkend op hoogspanning
EDTC
Jaarlijks
Installaties aangeduid met een "*" worden bovendien bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid kan beïnvloeden, aan een controle onderworpen. 4.25
Veiligheidsregister
In elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de burgemeester of zijn afgevaardigde. Dit register bevat informatie met betrekking tot de bij dit reglement opgelegde veiligheidscontroles en verificaties, wettelijk opgelegde periodieke controles, exploitatievergunning, stappenplan, aantal toegelaten personen, verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing (indien van toepassing) e.d. De exploitant dient de gegevens van het veiligheidsregister op te volgen en indien nodig te actualiseren. 4.26
Overgangsbepalingen en afwijkingen
§1 Afwijkend van artikel 4.3 zullen inrichtingen, die bij de inwerkingtreding van dit reglement beantwoorden aan de definitie van een publiek toegankelijke inrichting maar nog niet beschikken over een brandveiligheidattest, pas moeten voldoen aan alle bepalingen van dit reglement, uiterlijk 12 maanden na ontvangst van een brief van de burgemeester waarin, op advies van de brandweer, de te nemen maatregelen zijn opgenomen. De burgemeester kan, op advies van de brandweer, mits een stappenplan, een andere uitvoeringstermijn aanvaarden. Indien noodzakelijk voor de veiligheid kan de burgemeester voor sommige maatregelen een kortere termijn opleggen. § 2 Indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerdere vereisten van deze reglementering, kan de burgemeester, op advies van de brandweer, afwijkingen toestaan voor zover deze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, beantwoorden aan het algemene beveiligingsprincipe en een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijk is aan het niveau beoogd met deze reglementering. Hoofdstuk 5 : BEMIDDELINGSPROCEDURE 5.1 Bemiddelingsprocedure bij minderjarigen die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten Bij minderjarigen die de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten wordt de beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete voorafgegaan door een bemiddelingsprocedure
5.2
Herstel of vergoeding van de schade
De bemiddelaar tracht de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis. Hij probeert, indien de zaak zich hiertoe leent en de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een diepgaande dialoog en ontmoeting tot stand te brengen, met inbegrip van één of meerdere momenten van directe ontmoeting.
5.3
De bemiddeling
De bemiddelaar wordt door de aangewezen ambtenaar op de hoogte gebracht van de relevante feiten van de zaak.
Elk bemiddelingsaanbod gaat gepaard met voldoende informatie over wat bemiddeling is, hoe deze verloopt, wat van de betrokkenen wordt verwacht, wat de betrokkenen mogen verwachten en welke hun rechten en plichten zijn. De bemiddelaar verstrekt de aangewezen ambtenaar informatie over de stand van zaken betreffende de bemiddeling, wanneer de aangewezen ambtenaar hem hiertoe verzoekt. De bemiddelaar deelt het resultaat van de bemiddeling zo snel mogelijk mee aan de aangewezen ambtenaar. Indien de bemiddeling niet wordt aangevat of wordt beëindigd zonder resultaat, wordt dit eveneens zo snel mogelijk meegedeeld.
5.4
Het resultaat van de bemiddeling
De aangewezen ambtenaar houdt rekening met het resultaat van de bemiddeling, of met de stand van zaken van de bemiddeling, indien blijkt dat de bemiddeling niet afgerond kan worden vóór het verstrijken van de termijn zoals voorzien in artikel 119 § 10 derde lid Nieuwe Gemeentewet Hij moet op afdoende wijze motiveren waarom hij, niettegenstaande een geslaagde bemiddeling of een vooruitzicht op een geslaagde bemiddeling, toch opteert voor het opleggen van een administratieve geldboete.
Hoofdstuk 6 : STRAFBEPALINGEN
6.1
Vaststelling
De inbreuken worden vastgesteld door politieambtenaren of hulpagenten. Gemeenschapswachten bevoegd voor het vaststellen van inbreuken die uitsluitend kunnen bestraft worden met gemeentelijke administratieve sancties of het vaststellen van inbreuken op gemeentelijke retributiereglementen en gemeentelijk ambtenaren bevoegd voor het vaststellen van inbreuken die uitsluitend kunnen bestraft worden met gemeentelijke administratieve sancties of het vaststellen van inbreuken op gemeentelijke retributiereglementen kunnen inbreuken van het politiereglement waarop administratieve sancties staan, vaststellen.
6.2
Algemene bepaling
Inbreuken op dit politiereglement worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde ambtenaren, conform de procedure in artikel 119 bis, § 9 tot en met 12, van de Nieuwe Gemeentewet. Als deze inbreuken worden gepleegd door een of meer minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten, kan een administratieve geldboete worden opgelegd conform de procedure in artikel 119 bis, § 12, 2" tot en met 6" lid, van de Nieuwe Gemeentewet. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De boete overschrijdt, ongeacht de omstandigheden in elk geval niet het bedrag van het wettelijk vastgestelde maximum van € 250. Een administratieve geldboete wordt opgelegd voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene en provinciereglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien. Inbreuken op artikelen 2.6.4 en 2.7 worden bestraft met de schorsing of intrekking van de vergunning opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
6.3
Sanctionerend ambtenaar
De aangewezen ambtenaar belast met het opleggen van een administratieve geldboete zijn de provinciale sanctieambtenaren, belast met het opleggen van administratieve geldboetes.
---------Agendapunt nr. 19: SANERING BEGRAAFPLAATSEN: ONTRUIMEN VAN NIET-GECONCEDEERDE GRAVEN EN NISSEN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN . GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, inzonderheid artikel 18 en 26; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen van 14 mei 2004; Gelet op het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad de dato 27 januari 2005, inzonderheid artikel 16; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 november 2007 houdende wijziging van artikel 17 van het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen; Gelet op de collegebeslissing de dato 15 september 2008 houdende ontruiming van de nietgeconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaatsen; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 29 oktober 2009 betreffende het ontruimen van niet-geconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaatsen; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Sanering begraafplaatsen: ontruimen van niet-geconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaatsen ” een bijzonder bestek met nr. 2010/077 werd opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 81.890,00 EUR excl. btw of 99.086,90 EUR incl. 21 % btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige op-drachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoe-ringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en la-tere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2010, op artikel 878/721-60 van de buitengewone dienst; Overwegende dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/077 en de raming voor de opdracht “Sanering begraafplaatsen: ontruimen van niet-geconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaatsen ”, opgesteld door de Dienst grondgebiedzaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 81.890,00 EUR excl. btw of 99.086,90 EUR incl. 21 % btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2010, op artikel 878/721-60 van de buitengewone dienst. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 5: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur door middel van de lijst overeenkomstig artikel 251 § 1 van het gemeentedecreet.
---------Agendapunt nr. 20: TARIEFREGLEMENT VOOR DE VERKOOP VAN HET BESTEK EN DE PLANNEN VOOR DE SANERING VAN DE BEGRAAFPLAATSEN: ONTRUIMEN VAN NIETGECONCEDEERDE GRAVEN EN NISSEN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeenteraadsbesluit de dato 27 mei 2010 houdende goedkeuren van de lastvoorwaarden, gunningswijze en de raming voor een bedrag van 99.086,90 EUR incl. 21 % btw voor de sanering van de begraafplaatsen: ontruimen van niet-geconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaatsen; Overwegende dat een gunningsprocedure dient georganiseerd te worden voor deze opdracht en dat hiervoor beroep zal gedaan worden op de openbare aanbesteding; Gelet op het voorgebrachte bestek en de plannen, opgemaakt door de dienst ruimtelijke ordening, waarop de geïnteresseerde aannemers mits betaling een beroep kunnen doen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de kostprijs van dat bestek en de plannen vast te stellen op 35 EUR; Gelet op het gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse regering op 15 juli 2005, gepu-bliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 42 § 3, 43, 186 en 187, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief de dato 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaamse minister van binnenlands bestuur, stedenbeleid, wonen en inburgerering, Marino Keulen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De kostprijs van het bestek en de plannen voor voor de sanering van de begraafplaatsen: ontruimen van niet-geconcedeerde graven en nissen op de gemeentelijke begraaf-plaatsen wordt vastgesteld op 35 EUR. Artikel 2: Dit tarief zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 186 van het gemeen-tedecreet. Artikel 3: Afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid opgestuurd alsook aan de financieel beheerder en de dienst openbare werken, aankopen en patrimonium.
---------Agendapunt nr. 21: UITBRENGEN ADVIES NOPENS DE REKENING OVER HET DIENSTJAAR 2009 VAN DE KERKFABRIEK SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de rekening van de Kerkfabriek SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN met de daarbijgevoegde bewijsstukken, opgemaakt voor het dienstjaar 2009, afsluitend met een batig saldo van 24.977,84 EUR voor exploitatie en een nul-saldo voor investeringen; Overwegende dat de uitgaven in het investeringsbudget volledig gecompenseerd werden met een overboeking vanuit het exploitatiebudget; Overwegende dat ook het dossier voor een nieuwe trapleuning naar het doksaal van de hoofdkerk als uitgave (voor een bedrag van 1.131,24 euro) werd ingeschreven in het investeringsbudget;
Overwegende dat in het budget 2009 hier tegenover een gemeentelijke toelage stond als financiering, kan hiervoor geen overboeking vanuit het investeringsbudget gebeuren; Overwegende dat daardoor de overboeking dient verminderd te worden met het bedrag van de trapleuning : 6.564,59 – 1.131,35 = 5.433,24 euro; Overwegende dat er in deze rekening geen toelage van de Gemeente voor de exploitatiekosten, noch voor de investeringen werd ingeschreven, gezien de investeringsdossiers nog niet rond waren (investeringstoelage slechts opgevraagd en uitbetaald in 2010); Gelet op de bijhorende bewijsstukken waarbij een verklarende nota bij de rekening 2009, de inventaris en de kastoestand op datum van 31 december 2009; Overwegende dat bijkomend een overzicht werd opgevraagd van de verschillende investeringsdossiers waarbij transacties en/of voorzieningen gebeurden in de loop van 2009; Overwegende dat bij de opbouw van de kastoestand ten onrechte ook rekening gehouden werd met de overboekingen van exploitatiebudget naar investeringsbudget, maar dat het saldo correct blijft; Gelet op het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54, 55, 61 §2 en 62 §3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 inzake het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erediensten, inzonderheid de artikelen 28 tot en met 44; Gelet op het Ministerieel besluit d.d. 27 november 2006 waarbij de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst worden voorgesteld ; Gelet op de omzendbrief van het Vlaams Ministerie d.d. 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op de omzendbrief van het Vlaams Ministerie d.d. 18 juli 2008 betreffende de wijzigingen van de regelgeving van het financieel beheer, de verwerking van de overschotten en tekorten in het budget, de verwerking van de overschotten/tekorten in het meerjarenplan en de wijzigingen in de modellen; Gelet op het Gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 ;
BESLUIT:
Artikel 1: Adviseert gunstig de rekening over het dienstjaar 2009 van de Kerkfabriek SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN, mits de aanpassingen zoals aangegeven op de originele stukken. Artikel 2: Dit advies van de gemeenteraad wordt overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur voor goedkeuring, conform artikel 55 §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
---------Agendapunt nr. 22:
KENNISNAME VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING OP WOENSDAG 9 JUNI 2010 VAN DE INTERCOMMUNALE WESTLEDE EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER.
DE GEMEENTERAAD,
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Intercommunale Westlede (IntercommunaleVereniging voor Crematoriumbeheer in de Provincie Oost-Vlaanderen); Gelet op de statuten van de intercommunale vereniging voor crematoriumbeheer in de provincie Oost-Vlaanderen. Gelet op het verzoek van de Intercommunale Westlede houdende oproeping voor deelname aan de algemene vergadering die zal plaatshebben op woensdag 9 juni 2010 met volgende agendapunten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Goedkeuring verslag Algemene Vergadering van 09/12/2009 Goedkeuring Balans- en Resultatenrekening 2009 Kwijting aan de Bestuurders en de Commissaris-Revisor Aanstelling Commissaris-Revisor voor de periode 2010-2012 Werkingsverslag 2009 Ontslag bestuurder Arsène Acke Aanstelling bestuurder Heli De Keyser Varia.
Gelet op de bespreking ter zitting van deze agenda en bijhorende stukken; Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet tevens op het artikel 79, § 2 van genoemd decreet waarin bepaald wordt dat onder meer het artikel 44 van datzelfde decreet van toepassing is op bestaande intercommunale verenigingen, en dus ook op de Intercommunale Westlede; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 §2 – 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen in zijn verslag; Er wordt éénparig besloten om geen geheime stemming te houden. Iedereen is akkoord met het voorstel om raadslid Willy Van Vynckt aan te duiden als effectief vertegenwoordiger en schepen Catherine De Smet als plaatsvervanger;
BESLUIT: Artikel 1: Akte te nemen van de agenda met bijhorende stukken waarover een beslissing moet genomen worden en die voorgelegd worden op de Algemene vergadering van de Intercommunale Westlede op 9 juni 2010.
Artikel 2: De heer Willy Van Vynckt, gemeenteraadslid, wonende te 9870 Zulte, Schoolstraat 9, aan te duiden als vertegenwoordiger en mevrouw Catherine De Smet, schepen, wonende te 9870 Zulte, Grote Steenweg 135, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan de algemene vergadering van de Intercommunale Westlede op 9 juni 2010. Zij worden opgedragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in onderhavig raadsbesluit. Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan de voorzitter van voormelde intercommunale. Artikel 4: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------Agendapunt nr. 23: KENNISNAME VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE INTERGEMEENTELIJKE OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING VOOR HUISVUIL– VERWERKING MEETJESLAND (IVM) OP WOENSDAG 9 JUNI 2010 EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGENDE VERTEGENWOORDIGER OM DEEL TE NEMEN AAN DIE ALGEMENE VERGADERING.
DE GEMEENTERAAD,
Gelet op het aangetekend schrijven van I.V.M. van 28 april 2010 inzake de uitnodiging tot de algemene vergadering van 9 juni 2010; Gelet op de agenda voor die Algemene Vergadering, vastgesteld door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 20 april 2010; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking, inzonderheid op artikel 57, tweede lid; Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 § 2 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de statuten van de I.V.M., inzonderheid op artikel 30 bis; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 januari 2007 waarbij mevrouw Sofie Dierick en de heer Marc Devlieger, respectievelijk als eerste en tweede bestuurder bij de I.V.M. werden voorgedragen en de beslissing van de Algemene Vergadering van de I.V.M. van 28 maart 2007 houdende de benoeming; Gaat over tot de geheime stemming :
Drieëntwintig raadsleden nemen aan de stemming deel; Drieëntwintig stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten geeft volgende uitslag : Stijn Van De Wiele bekomt vijftien stemmen en Simon Lagrange bekomt acht stemmen als vertegenwoordiger; Ives Claeys bekomt vijftien stemmen en Patricia Den Tandt bekomt acht stemmen als plaatsvervangend vertegenwoordiger;
BESLUIT:
Artikel 1: Kennis te nemen van de agenda voor de Algemene vergadering van I.V.M. op woensdag 9 juni 2010 en goedkeuring te verlenen aan het totaal van de volgende punten waarover een beslissing moet genomen worden : 1. Inleiding: Verslag van het directiecomité over de werking van de intergemeentelijke vereniging met inbegrip van de belangrijke actuele dossiers. 2. Verslag van de commissaris 3. Verslag van de raad van bestuur 4. Goedkeuring jaarrekening per 31.12.2009 5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders en de commissaris 6. Goedkeuring huishoudelijk reglement 7. Varia. Artikel 2: De heer Stijn Van de Wiele, schepen, wonende te 9870 Zulte, Grote Steenweg 142, aan te duiden als vertegenwoordiger en de heer Ives Claeys, gemeenteraadslid, wonende te 9870 Zulte, Olsenestraat 172, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan de zitting van de Algemene vergadering van I.V.M. op woensdag 9 juni 2010. Zij worden opgedragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in onderhavig raadsbesluit. Artikel 3: De heer Stijn Van de Wiele, vertegenwoordiger, en de heer Ives Claeys, plaatsvervanger, beschikken over 14.611 stemmen. Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan de voorzitter van de intercommunale IVM. Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 en 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. ---------Agendapunt nr. 24: GOEDKEUREN VAN DE AGENDA VAN DE JAARVERGADERING OP 22 JUNI 2010 VAN VENECO² (DIENSTVERLENENDE VERENIGING VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN ECONOMISCHE ONTWIKKELING) EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Dienstverlende Vereniging voor Ruimtelijke Ordening en Economische Ontwikkeling Veneco cvba;
Gelet op de uitnodiging van Veneco dd. 27 april 2010 voor deelname aan de Jaarvergadering op 22 juni 2010, met volgende agenda : 1. Akteneming verslag Buitengewone Algemene Vergadering van 10-12-2009 2. Jaarverslag 2009 van de Raad van Bestuur 3. Balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat 4. Verslag van de commissaris 5. Goedkeuring jaarverslag, balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat 6. Verlenen van kwijting aan bestuurders 7. Verlenen van kwijting aan de commissaris 8. Benoeming bestuurders. Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet op de vraag van Veneco om naast de vertegenwoordiger ook een plaatsvervanger te willen aanduiden; Overwegende dat deze afgevaardigde geen lid mag zijn van de Raad van Bestuur van Veneco, dus mag gemeenteraadslid Lieven Lippens, die bestuurder is bij Veneco, niet aangesteld worden; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 §2 – 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de tussenkomst van raadslid Philippe Van Steenberghe die toelichting vraagt met betrekking tot de melding op de laatste pagina van het jaarverslag met name :”Wij werden door het bestuursorgaan niet op de hoogte gebracht van het bestaan van verrichtingen waarbij een lid van het bestuursorgaan bij de uitvoering ervan een vermogensrechtelijk belang heeft.”. De burgemeester antwoordt dat per brief toelichting zal gevraagd worden aan Veneco. Gaat over tot de geheime stemming voor de aanstelling van de vertegenwoordiging: 23 stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten geeft volgende uitslag : Luc Millecamps bekomt 15 stemmen en Philippe Van Steenberghe bekomt 8 stemmen als vertegenwoordiger; Ives Claeys bekomt 14 stemmen, Hendrik De Waele bekomt 8 stemmen en Sofie Dierick bekomt 1 stem als plaatsvervangend vertegenwoordiger;
BESLUIT :
Artikel 1: Goedkeuring te hechten aan de agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de Jaarvergadering van de Dienstverlenende Vereniging Veneco² die plaatsvindt op 22 juni 2010: 1. Akteneming verslag Buitengewone Algemene Vergadering van 10-12-2009 2. Jaarverslag 2009 van de Raad van Bestuur 3. Balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat
4. Verslag van de commissaris 5. Goedkeuring jaarverslag, balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat 6. Verlenen van kwijting aan bestuurders 7. Verlenen van kwijting aan de commissaris 8. Benoeming bestuurders. Artikel 2: De heer Luc Millecamps, schepen, wonende te 9870 Zulte, Kerselarenlaan 24, aan te duiden als vertegenwoordiger en de heer Ives Claeys, gemeenteraadslid, wonende te 9870 Zulte, Olsenestraat 172 als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan die Jaarvergadering. Artikel 3: Aan de vertegenwoordiger van de gemeente Zulte, houder van 83 aandelen, die zal deelnemen aan de Jaarvergadering van de Dienstverlenende Vereniging Veneco² die plaatsvindt op 22 juni 2010 om 18 u in het “Huis van de Bouw”, Tramstraat 59 te 9052 Zwijnaarde, het mandaat te geven om: - Er aan alle beraadslagingen en stemmingen deel te nemen, alle voorstellen met betrekking tot de agenda goed te keuren, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en in het algemeen, het nodige te doen. - Deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde in geval de eerste algemene vergadering niet rechtsgeldig zou kunnen beraadslagen. Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan Veneco, p/a Port Arthurlaan 11, 9000 Gent. Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------Agendapunt nr. 25: GOEDKEUREN VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING OP 25 JUNI 2010 VAN DE INTERCOMMUNALE VERENIGING GASELWEST.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het feit dat de gemeente voor de activiteit distributienetbeheer en gas deelneemt aan de intercommunale vereniging 'Intercommunale maatschappij voor gas en elektriciteit van het westen' afgekort tot Gaselwest; Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekende brief van 4 mei 2010 werd opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering (tevens jaarvergadering) van GASELWEST op 25 juni 2010 om 11u00 in Kortrijk Xpo, Doorniksesteenweg 216 Gelet op het dossier met documentatiestukken dat tegelijkertijd aan de gemeente overgemaakt werd; Gelet op de door de Raad van Bestuur van 23 april 2010 vastgelegde agenda van voormelde algemene vergadering; Overwegende dat de gemeenteraad zijn goedkeuring dient te hechten aan de agenda van de algemene vergadering (tevens jaarvergadering); Overwegende dat in de intercommunale vereniging de jaarrekeningen vastgesteld worden door de algemene vergadering in de loop van het eerste semester van het volgende
boekjaar aan de hand van het verslag van de Raad van Bestuur, het verslag van het College van Commissarissen en het verslag van de Commissaris; Gelet op het gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. ,13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen,; Met algemene stemmen; BESLUIT:
Artikel 1: Zijn goedkeuring te hechten aan volgende agenda voor de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Gaselwest van 25 juni 2010 : 1) 2) 3) 4) 5) 6)
Verslagen van de Raad van Bestuur, het College van Commissarissen en van de Commissaris over het boekjaar 2009 Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 2009 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels) Kwijting te geven afzonderlijk aan de bestuurders, de Commissarissen en aan de Commissaris met betrekking tot het boekjaar 2009. Volmachtverlening van Gaselwest aan Eandis inzake bestellingen - bekrachtiging Statutaire benoemingen Statutaire mededelingen.
Artikel 2: De vertegenwoordigers van de gemeente die zullen deelnemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Gaselwest op 25 juni 2010, op te dragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de intercommunale vereniging Gaselwest, ter attentie van het secretariaat, p/a Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle.
----------
Agendapunt nr. 26: GOEDKEUREN MOTIE ROND MILLENNIUMDOELSTELLINGEN OP INITIATIEF VAN 11.11.11.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op volgende door 11.11.11 voorgebrachte motie die op voorstel van de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS) – zitting d.d. 31 maart 2010 - aan de gemeenteraad voor goedkeuring voorgelegd wordt :
Motie ‘De tijd dringt’ Context Alle landen van de Verenigde Naties engageerden zich in 2000 om de Millenniumdoelstellingen te realiseren tegen
2015. De armoede zou drastisch aangepakt worden. Iedereen zou toegang krijgen tot gezondheidszorg en onderwijs. Samen zou men de klimaatproblemen aanpakken. Veel schone beloftes. De Millenniumdoelstellingen garanderen nog niet dat de ongelijkheid tussen en binnen landen op een duurzame manier ongedaan gemaakt worden. De lat moet hoger gelegd worden. Maar dat ontslaat de wereldgemeenschap niet om alles op alles te zetten om alvast de Millenniumdoelstellingen te realiseren. Maar de realisatie laat op zich wachten. Het valt niet te ontkennen dat vele (lokale) overheden en niet-gouvernementele organisaties grote inspanningen leveren. Sommige landen boeken ook vooruitgang. Maar de armste landen, die de steun het meest nodig hebben, vallen uit de boot. Het ontbreekt aan politieke wil om met de nodige middelen over de brug te komen. Om de Millenniumdoelstellingen te realiseren, zal de internationale gemeenschap in een hogere versnelling de middelen moeten vrijmaken en de engagementen moeten nakomen. Uiteraard moeten de rijkste landen hierin het voortouw nemen. De centrale overheden van alle landen moeten aangemoedigd worden door hun eigen bevolking. Lokale besturen staan als overheidsniveau het dichtst bij de bevolking en willen via deze motie de oproep van de bevolking ondersteunen. Overwegende dat -
-
-
de regeringen van alle lidstaten van de Verenigde Naties, waaronder België, zich in september 2000 hebben verbonden aan de acht Millenniumdoelstellingen, gericht op uitbannen van armoede tegen 2015, tien jaar later blijkt dat de realisatie van deze doelstellingen nog steeds niet gegarandeerd is, de Verenigde Naties herhaaldelijk de nadruk legden op het belang van de lokale besturen in het behalen van de Millenniumdoelstellingen, heel veel actoren (waaronder lokale overheden, niet-gouvernementele organisaties en vrijwilligers) inspanningen leveren in het kader van de Millenniumdoelstellingen, maar steeds stoten op belemmeringen die enkel op nationaal en internationaal niveau kunnen aangepakt worden, de coalitie 2015 DE TIJD LOOPT sinds 2005 grote publieke steun verwerft in Vlaanderen voor een effectieve realisatie van de Millenniumdoelstellingen,
BESLUIT:
-
-
-
-
zich solidair te verklaren met iedereen die zich inzet voor het behalen van de Millenniumdoelstellingen, in het bijzonder met de lokale besturen in landen in ontwikkeling, de Vlaamse, Belgische en Europese overheden op te roepen om tijdens de VNconferentie over de Millenniumdoelstellingen in september 2010 harde engagementen te eisen die een belangrijke en gegarandeerde vooruitgang betekenen in het behalen van alle acht de Millenniumdoelstellingen, in elke stad of dorp in de wereld, de Vlaamse, Belgische en Europese overheden op te roepen om deze engagementen ook integraal na te komen, zich te scharen achter de vele duizenden burgers die op zaterdag 11 september 2010 in Gent bijeenkomen om vooruitgang te eisen in de realisatie van de Millenniumdoelstellingen, zich te engageren om binnen haar eigen bevoegdheden alles te doen wat haalbaar is om de realisatie van de Millenniumdoelstellingen te ondersteunen – met bijzondere aandacht voor doelstelling 8: ‘internationale partnerschappen uitbreiden’. ----------
Bijkomend agendapunt nr. 1 :
PROBLEMEN IN DE WARANDESTRAAT Raadslid Philippe Van Steenberghe stelt –samen met raadslid Simon L agrange- vast dat er regelmatig verzakkingen zijn. Bij de laatste grote verzakking werd ook een gedeeltelijk cameraonderzoek gedaan. Ondertussen heeft zich een nieuwe verzakking voorgedaan. Verder wordt vastgesteld dat er op verschillende plaatsen niveauverschillen ontstaan. Wat stelt het college voor om dit probleem globaal aan te pakken ? De burgmeester antwoordt dat uit het cameraonderzoek bleek dat de hoofdriool in perfecte staat was. Er bleek daarentegen vermoedelijk een probleem bij de slikkers en verbindingen. Eind deze week zou TMVW ons van bijkomend antwoord dienen. Dit dossier wordt verder opgevolgd. Raadslid Van Steenberghe stelt vast dat nu steeds beroep dient gedaan te worden op TMVW voor interventies en oppert de vraag of TMVW er belang bij heeft om deze problemen zo snel mogelijk te verhelpen. Schepen Van de Wiele heeft een korte toelichting bij de werking van TMVW. Uit de praktijk blijkt voorlopig dat problemen snel en correct verholpen worden. In de kantlijn merkt raadslid Willy Van Vynckt op dat zich ook problemen stellen in de Molenkouterstraat ter hoogte van huisnummer 39 (Etienne Lievrauw). Dit wordt overgemaakt aan dienst openbare werken voor onderzoek.
----------
Agendapunt nr. 27: OPNAME VAN DE GESLAAGDE KANDIDATEN IN DE WERVINGSRESERVE EN AANSTELLING VAN EEN BESTUURSSECRETARIS A1a – A3a
Op grond van artikel 28 §1 van het gemeentedecreet in besloten zitting behandeld;
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2010 waarbij de betrekking van een voltijds bestuurssecretaris A1a-A3a werd vacant verklaard, bij wijze van aanwerving en waarbij de functiebeschrijving, de aanwervingsvoorwaarden en de selectieprocedure werden vastgelegd; Overwegende dat een wervingsreserve voor de betrekking van bestuurssecretaris wordt aangelegd voor de duur van drie jaar, maximum met twee jaar verlengbaar; Gelet op de personeelsformatie en het organogram zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 26 maart 2009; Gelet op de ruchtbaarheid die aan de openstaande betrekking werd gegeven; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 maart 2010 houdende vaststelling van de kandidaten die toegelaten worden tot deelname aan de selectieprocedure; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 april 2010 houdende vaststelling van de selectiecommissie;
Overwegende dat de examens plaatsvonden op zaterdag 24 april en woensdag 5 mei 2010; Gelet op het proces-verbaal van examenverrichtingen betreffende het aanwervingsexamen dat opgesteld werd op 5 mei 2010 ; Overwegende dat 21 kandidaten een geldige kandidatuur hebben ingediend, waarvan 11 kandidaten aan het aanwervingsexamen hebben deelgenomen nl. : 1. Freek Van den Stockt 2. Mieke Bekaert 3. Ann Van de Moortele 4. Diederik Van Canegem 5. Alain Bodart 6. Ankie D’Hollander 7. Xandrine Beyens 8. Aanje Kints 9. Dimitri Keereman 10. Els Lammertyn 11. Nicolas Willems Overwegende dat volgende voorwaarden werden opgenomen in het examenprogramma, vastgesteld in de gemeenteraad van 28 januari 2010 : Om geslaagd te zijn, moeten de kandidaten in totaal 60 % van de punten behalen op elk examengedeelte (schriftelijk / mondeling). Indien een examengedeelte meer dan één proef omvat, moeten zij bovendien 50 % van de punten behalen op elke proef (zijnde grondige kennis, gevalstudies, mondelinge toelichting en evaluatie). De psychotechnische test heeft als bedoeling de motivatie, persoonlijkheid en geschiktheid van de kandidaten voor de vacante betrekking nader te omschrijven. Het psychotechnisch gedeelte resulteert in een beoordeling “geschikt” of “ongeschikt”. Overwegende dat de kandidaten Freek Van den Stockt, Mieke Bekaert, Diederik Van Canegem, Alain Bodart, Ankie D’Hollander, Xandrine Beyens, Els Lammertyn en Nicolas Willems niet slaagden voor het schriftelijk gedeelte en bijgevolg niet werden uitgenodigd voor het mondelinge gedeelte; Overwegende dat de 3 overige kandidaten deelnamen aan het mondelinge gedeelte, nl. Ann Van de Moortele, Aanje Kints en Dimitri Keereman; Gelet op het proces-verbaal van de examenverrichtingen van 5 mei 2010 waaruit blijkt dat volgende kandidaten geslaagd zijn voor het mondeling examengedeelte : Ann Van de Moortele behaalde 66,75 punten op 100, Aanje Kints behaalde 74 punten op 100, Dimitri Keereman behaalde 62,25 punten op 100. Gelet op de omstandige motivering van de beslissing zoals opgegeven in de richtinggevende teksten, beoordeling van de proefwerken en commentaar van de gevalstudie, evaluatie van de competentieproef en de puntenverdeling van de competentieproef en de bijlagen aan het proces-verbaal waarin de gemeten competenties per kandidaat beschreven werden; Overwegende dat de geslaagde kandidaten werden uitgenodigd voor een psychotechnisch onderzoek in de kantoren van Mulier Personeelsmanagement; Gelet op de verslagen van de psychotechnische onderzoeken opgemaakt door Mulier Personeelsmanagement waaruit blijkt dat alle kandidaten als ‘geschikt’ werden bevonden voor de functie van bestuurssecretaris; Overwegende dat de 3 kandidaten bijgevolg opgenomen worden in de wervingsreserve;
Overwegende dat de selectieprocedure een vergelijkend karakter heeft; Overwegende dat de individuele dossiers van de kandidaten ter beschikking hebben gelegen van de raadsleden, met inbegrip van de door de kandidaten ingeroepen elementen om hun kandidaatstelling te verantwoorden; Overwegende dat de rechtstreeks nuttige ervaring in de privé-sector ten belope van maximum 12 jaar in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de wedde; Overwegende dat voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit de van kracht zijnde rechtspositieregeling van toepassing is; Overwegende dat de voorgenomen financiële verbintenissen onderworpen zijn aan het voorafgaand visum van de financieel beheerder, vóórdat enige verbintenis kan worden aangegaan ; Overwegende dat de financieel beheerder zijn visum verleent indien uit dit onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt ; Overwegende dat de verbintenis slechts uitvoerbaar wordt onder voorbehoud van visum van de financieel beheerder ; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 36, 43 §2 -7°, 83, 160, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief dd. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op de besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden en OCMW’s; Gelet op de omzendbrief BA 2000/08 van 17 november 2000 (B.S. 12.1.20001) voor de toepassing van de wet van 29 juli 1991; Gaat over tot geheime stemming over de aanstelling van een bestuurssecretaris A1a-A3a : Drieëntwintig raadsleden nemen aan de stemming deel; Drieëntwintig stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten geeft volgende uitslag : Mevrouw Aanje Kints bekomt drieëntwintig ja-stemmen;
BESLUIT:
Artikel voor 3 1. 2. 3.
1: Wordt opgenomen in de wervingsreserve van bestuurssecretaris A1a-A3a, geldig jaar en eventueel verlengbaar met 2 jaar, ingaande op 27 mei 2010 : Aanje Kints, Polderstraat 51, 9870 Zulte : 74 / 100 Ann Van de Moortele, Leihoekstraat 50, 9870 Zulte : 66,75 / 100 Dimitri Keereman, Keizervest 54, 9000 Gent : 62,25 / 100.
Artikel 2: Wordt aangesteld als bestuurssecretaris A1a – A3a en als diensthoofd en coördinator van de algemene administratie (interne zaken,, personeelszaken & informatica) en van de dienst schoonmaak, in contractueel dienstverband en voor onbepaalde duur : Aanje Kints, Polderstraat 51, 9870 Zulte. Met mevrouw Kints wordt een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur gesloten.
Artikel 3: Mevrouw Kints is lid van het managementteam en treedt op als waarnemend gemeentesecretaris bij afwezigheid of verhindering van de dienstdoende gemeentesecretaris. Artikel 4: De uitslag van de stemming wordt aan de betrokken kandidaten betekend. Artikel 5: Deze beslissing is slechts uitvoerbaar onder voorbehoud van het visum van de financieel beheerder. Artikel 6: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de provinciegouverneur door middel van de lijst bedoeld in artikel 251 § 1 van het gemeentedecreet.
Namens de gemeenteraad:
Sylvie Bohez Secretaris
Henk Heyerick Burgemeester-voorzitter ---------