GEBOUW F CENTRUM VOOR ARCHITECTUUR STEDENBOUW EN LANDSCHAP
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA +31 76 7514980
[email protected]
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
WWW.GEBOUWF.NL
VERSLAG EXPERTMEETING STRUCTUURVISIE BREDA 2030 BIJ GEBOUW F OP DONDERDAG 22 MAART 2012 In november vorig jaar, heeft Gebouw F een debatavond (Het Schaduwcollege) georganiseerd rond de structuurvisie die de gemeente dit jaar actualiseert en moderniseert. De gemeente verzocht Gebouw F publiekelijk om ook in 2012 een maatschappelijk debat rondom de structuurvisie te organiseren, maar ook om expertise te verzamelen en professionele input te leveren. Gebouw F organiseert daarom dit jaar drie bijeenkomsten: een expertmeeting, publieksworkshops en een publiek einddebat. Daarnaast zal GebouwF een publicatie met essays over dit onderwerp aan de gemeente overhandigen. De expertmeeting vond plaats op 22 maart bij Gebouw F in het Huis voor Beeldcultuur. Zo’n 45 experts hebben hier hun visie gegeven op de agenda voor de Structuurvisie. Het expertatelier werd bijgewoond door toehoorders uit de ambtelijke werkgroep Structuurvisie, de raadscommissie Structuurvisie en overige geïnteresseerde gemeente-ambtenaren en gemeenteraadsleden. Na een korte inleiding door wethouder Alfred Arbouw en een inspiratielezing door Tess Broekmans van Urhahn Urban Design in Amsterdam, zijn de experts in 4 werkgroepen uiteengegaan. In die samenstelling zijn de professionals aan het werk gegaan. De werkgroepen vertegenwoordigden vier thema’s: - Leefbaarheid, onder leiding van Marcel Snellenberg van Rienks Architecten - Economische Dynamiek, onder leiding Dennis den Tenter van Den Tenter buro voor Stadsontwerp - Ruimtelijke Kwaliteit, onder leiding van Geert Kooistra van Planosfeer - Positionering, onder leiding van Marty van de Klundert van Space Value Aan het slot van de avond hebben de gespreksleiders van de werkgroepen de resultaten gepresenteerd aan het publiek. Deze resultaten zijn verwerkt in de verslaglegging van de werkgroepen. Tess Broekmans reflecteerde op de avond als volgt:. - Men is tevreden met Breda - maar ze zijn ook te braaf: er zijn geen statements gemaakt, zoals bv “Geen nieuwe bedrijventerreinen”. - de enige uitzondering is bij het onderwerp ‘braakliggende terreinen’. Het is duidelijk dat velen vinden dat daar iets moet gebeuren - Verrassende vondst uit de werkgroep Leefbaarheid: ‘duurzaamheid’ moet ook van bottom up komen. Nu wordt daar vaak top-down over gedacht . - Het onderscheidend karakter van Breda is vooral dat het hier prettig wonen is. - Tess stelt het volgende motto voor: Breda, stad van ontmoeting, inclusief de ontmoeting van stad en landschap.
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA • VERSLAG EXPERTMEETING WERKGROEP LEEFBAARHEID CENTRUM VOOR +31 76 7514980 ARCHITECTUUR
[email protected] STEDENBOUW Thema’s: EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF.NL Wonen in Breda
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
Vergrijzend Breda Duurzaamheid, Onderscheidend karakter van Breda Gespreksleider: Marcel Snellenberg, architect/directeur Rienks architecten, tevens lid programmacommissie Gebouw F Verslaglegging: Monica Hübner, projectleider Gebouw F Aanwezig: NAAM
EXPERTISE/FUNCTIE
BEDRIJF/ORGANISATIE
1. Jeroen Keuvelaar
bouwkundig architect
2. Olga Kroes
duurzaamheid
DuurSaam Breda
3. Han Speckens
huurdersbelangen
Huurderskoepelsvereniging
4. Chanan Hornstra
architect
BO2 architecten
5. Gido van Zon
architect
Gido van Zon architectuur/zone zuid architecten
6. Menno de Lange
(C)PO
Droomwonen Breda
7. Jan van der Heijden
Natuurbehoud/-herstel
Platform duurzaam Markdal
8. Peter Maas
dorpsbelangen
dorpsraad Ulvenhout
9. mw D. Woods
Cultureel-maatschappelijke pluriformiteit
Euro People Princess
10. Pieter van Hulten
Implementor Sustainable Development
Gemeente Roosendaal
11. Maarten Raaijmakers
architect
Maarten Raaijmakers architect bna
12. Maartje Versteeg
Effectieve communicatie in de bouw/stedelijke ontwikkeling
Communicatiecoördinator regio Brabant voor Ladies@Work
Wonen In Breda Flexibele bestemmingsplannen zijn nodig om vraag en aanbod in de woningbouw beter op elkaar af te kunnen stemmen: een bestemmingsplan moet ‘witte vlekken’ hebben die nog ingevuld kunnen worden. Hebben we eigenlijk nog wel bestemmingsplannen nodig? Ze bieden in elk geval wel een vorm van zekerheid die (toekomstige) bewoners er aan kunnen ontlenen. De vraagstelling “Hoe kunnen vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden?” wordt wel beperkt geacht, omdat het alleen over woningbouw gaat. Door het woningbouw te noemen, laat je kansen liggen. Je zou namelijk moeten kunnen switchen van functies en van gebieden en gebouwen. De gemeente moet meer faciliteren en zich beperken tot de hoofdstructuren. De gemeente zou verder meer mogelijkheden voor CPO moeten creëren. De gemeente zegt wel het ontstaan van CPO’s te willen bevorderen, maar in de praktijk komt er nog te weinig van terecht. Bestemmingsplannen werken nu vaak belemmerend voor de ontwikkeling van dergelijke initiatieven en ook andere regelgeving levert te veel struikelblokken op voor CPO’s waardoor ze voortijdig afhaken.
GEBOUW F
Er kan ook op een bijvoorbeeld bezig plan te maken.
REIGERSTRAAT 16 KVK 20096765 4811 XB BREDA ABN-AMRO 59 38 73 688 andere manier aanVOOR een bestemmingsplan gewerkt worden: Vanuit Droomwonen is men CENTRUM +31 76 7514980 om ‘kavelpaspoorten’ ARCHITECTUURte ontwikkelen, om daarna aan de hand daarvan een
[email protected] STEDENBOUW EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF.NL
In verband met het stimuleren van CPO’s is het wellicht wel van belang dat er ook ruimte geboden wordt aan het ontwikkelen van de vraag: mensen moeten ook leren dat ze buiten de gebaande paden qua architectuurontwerp kunnen gaan. Mensen hebben de neiging om allemaal te kiezen voor een standaard 3 lagen-woning met voor- en achtertuin, maar zouden moeten leren dat het ook echt anders kan. Ook zou er meer ruimte moeten komen voor klushuizen in plaats van het slopen van oude panden. Als er meer programmatische ruimte gecreëerd wordt voor dergelijke initiatieven, zou dat tot een heel ander stadsmodel leiden. Vergrijzend Breda De werkgroep constateert dat er een heleboel kleuren grijs zijn: ouderen zijn allemaal heel anders, er is géén homogene groep. Er wordt vooral weinig gedacht aan de ‘tussengroep’ in de leeftijd van 60-80 jaar. Woningen zouden allereerstvooraleerst levensloopbestendig moeten zijn, bijvoorbeeld zowel geschikt voor studenten, als voor ouderen. Ook voor “vergrijzend Breda” is CPO een mogelijke oplossing, omdat CPO’s voor senioren goed zijn in te passen in bestaande bebouwing. Dat kan bevorderlijk zijn voor de sociale structuren in een wijk. De gemeente zou eenvoudiger moeten toestaan dat bij seniorenwoningen bijvoorbeeld een lift achter de woning kan worden geplaatst. Is het noodzakelijk om seniorenwoningen dicht bij voorzieningen te plaatsen? Zorg kan tegenwoordig ook gewoon naar de woning toe komen. Toch vinden sommigen het wel van belang dat ouderen in de buurt van voorzieningen kunnen wonen. Overigens wordt opgemerkt dat de mobiliteit van senioren (zoals scootmobielen) een meer ruimtelijke component heeft dan de woningen voor deze doelgroep. Duurzaamheid De werkgroep vindt dat de gemeentelijke overheid regie uit handen moet durven geven om kans te bieden aan burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid. Bottom-up-initiatieven, zoals plaatsing van zonnepanelen op braakliggend terrein, moestuinen op braakliggende grond of installeren van een watertap in Valkenberg, ervaren vaak obstructie door regelgeving en proceduretermijnen. Ook het Platform duurzaam Markdal is een burgerinitiatief dat is ontstaan bij gebreke van actie vanuit de Provincie. Het platform wil de grootschaligheid van bedrijven die er nu zijn, minimaliseren en het natuurlijk proces op gang brengen in het Markdal, zoals het meanderen van de Mark, de natuur meer ruimte geven en het stimuleren van kleinschalige initiatieven. Opvallend is dat Breda moeite heeft om kleine stappen op het gebied van duurzaamheid voor elkaar te krijgen. In Duitsland heeft bijvoorbeeld bijna de helft van alle daken zonnepanelen. Geconstateerd wordt dat duurzaamheid ‘van beneden’ komt, terwijl Breda het top-down wil doen. Dus: Breda, durf los te laten en stimuleer initiatieven. Daarnaast zou Breda het duurzaamheidsbeleid ook beter moeten visualiseren en communiceren. Voor velen is het onbekend dat en waarom Breda in afgelopen jaren de meest duurzame stad was van Nederland.
GEBOUW F CENTRUM VOOR
Onderscheidend Karakter Van Breda ARCHITECTUUR STEDENBOUW
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA +31 76 7514980
[email protected]
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF .NL Breda wordt een Bourgondische stad genoemd, ruim en elegant. Men is het er wel over eens dat Breda te zelfingenomen is en te zwaar op het Bourgondische karakter leunt. Breda zou wel wat meer ‘urban’ mogen worden, stoerder, hipper, experimenteel, meer multi-culturele ontwikkelingen en niet zo behoudend.
Ook zou Breda zich meer kunnen profileren met de smaakindustrie die zij in de stad heeft.
• VERSLAG WERKGROEP ECONOMISCHE DYNAMIEK Thema’s Bereikbaar Breda Verdienend Breda Betaalbaar Breda Onderscheidend Karakter Van Breda Gespreksleider: Dennis den Tenter, stedenbouwkundige Den Tenter buro voor stadsontwerp Verslaglegging: Jasper Breugelmans Aanwezig: NAAM
EXPERTISE/FUNCTIE
BEDRIJF/ORGANISATIE
1. Simon Dona
stedenbouwkundige, partner/ directeur
Enno Zuidema Stedenbouw
2. Niels van Turnhout
Stedenbouwkundige
People Group
3. Richard Schul
vastgoedontwikkelaar/directeur
Schonck, Schul & Compagnie
4. Paul van de Coevering
lecturer/researcher Mobility and Spatial Planning
NHTV
5. Aert van der Goes van Naters Adviseur vastgoedontwikkeling
The Ascent Real Estate Consultancy
6. Derk-Jan Verhaak
RBOI Groep ruimtelijke ordening
Senior adviseur visievorming en buitengebied
Bereikbaar Breda De stad is meer dan alleen de singels. De congestie is vooral binnen de singels te vinden. Verder lijkt het probleem (bereikbaar Breda) niet zo heel groot en lijken vooral winkeliers het als een probleem te ervaren. Het is niet iets wat in de structuurvisie heel veel aandacht verdient. In het verleden zijn de radialen versmald. Dit is de leefbaarheid in de stad ten goede gekomen, maar de bereikbaarheid is verslechterd. Belangrijke stadsassen en knooppunten zouden strategisch verdicht moeten worden. De knooppunten zouden een overlap van verschillende modaliteiten moeten hebben. Braakliggende terreinen langs het stadscentrum zouden ingericht kunnen worden als transferia. Het openbaar vervoer moet beter. Alle bussen rijden eerst naar het centrum/station. Om van Breda Zuid naar de Haagse Beemden te reizen, ben je te lang bezig. Veel mensen stappen dan maar weer in de auto. Het zou misschien verstandig zijn om enkele ringlijnen aan te leggen voor bussen of trams. Aan de andere kant is het een kracht van Breda dat de binnenstad te bereiken moet zijn met de auto. Daarom ook weer niet te veel richten op het openbaar vervoer. De parkeergarages zijn allemaal in het centrum te vinden. Dit zorgt voor een slechte doorstroming. Parkeermogelijkheden zouden beter over de stad verdeeld moeten worden. Garages buiten het centrum zouden dan
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 KVK 20096765 4811 XB BREDA 59 38 73 688 met een shuttlebus verbonden kunnen worden met de binnenstad. Let dan ookABN-AMRO op de looproutes naar het CENTRUM VOOR +31 76 7514980 centrum. Passanten bieden ARCHITECTUUR kansen voor ruimtelijke ontwikkelingen.
[email protected] STEDENBOUW Breda richt zich te veel op het centrum. Het toekomstige Breda zou uit meerdere kernen/polen moeten EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF .NL polen ontwikkeld zouden kunnen worden. bestaan. Er liggen in Breda veel terreinen braak, waar sterke
Denk ook in andere structuren en stedenbouwkundige concepten. Bijvoorbeeld een vingerstad. Verdienend Breda Breda heeft een bruisende binnenstad, maar het meeste geld wordt verdiend rond Breda op de bedrijventerreinen. Het is voor de gemeente belangrijk te kijken waar ze naar toe wil. Wil je als provinciestad wel grote multinationals naar de stad krijgen? De kracht van Breda zit hem juist in het klein blijven. Breda is goed bereikbaar. De grote steden, Rotterdam en Amsterdam en Antwerpen liggen op maximaal een uur reizen met de trein. Veel mensen, vaak hoogopgeleiden, wonen in Breda en werken in de grote steden. Het is daarom belangrijk de leef/woonbaarheid in Breda goed te houden. Breda wordt gezien als de hoofdstad van West-Brabant en zou zich ook zo meer moeten profileren. Breda ligt strategisch tussen de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen. Dit biedt uitstekende mogelijkheden voor logistiek. Maar tot nu toe wil de gemeente deze bedrijvigheid niet of wordt deze te weinig gestimuleerd. Breda zet te veel in op High Tech bedrijven. Lager geschoold werk is ook belangrijk en moet veel meer aandacht krijgen. Bovenop een compact stadshart, moet de gemeente meer vervlechting zoeken met het ommeland. Bedrijven moeten zich ook buiten de stad kunnen vestigen. Zundert en Hazeldonk zouden belangrijk kunnen worden. “Havengebied” op droge grond. Pas wel op met de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. Bestaande terreinen eerst benutten, voordat er nieuwe worden aangelegd. Er staat op bestaande bedrijventerreinen veel leeg. Deze locaties zouden geherstructureerd moeten worden om nieuwe bedrijvigheid te lokken. Als er toch nieuwe bedrijventerreinen aangelegd gaan worden, bouw dan multifunctioneel en zorg er voor dat deze aan de eisen van de huidige bedrijven-terreingebruiker voldoen. Dus ook een goede openbare ruimte en geschikte voorzieningen. Pas wel op met het mooie buitengebied dat Breda heeft! De gemeente moet kiezen in ruimtelijke projecten. Zelf doen wat echt belangrijk is voor de stad. Zo zou ViaBreda naar voren gehaald moeten worden. Dit geeft Breda als netwerkstad een enorme boost. Op andere plekken het verlies nemen en minder beperkingen opleggen. Dan ontstaat er meer ruimte voor spontane stadsontwikkeling. Het Hero-terrein zou als proeftuin kunnen fungeren en een ideale plek zijn voor bijvoorbeeld een bedrijvenverzamelgebouw. De gemeente moet zich veel flexibeler opstellen. Niet te veel vast leggen, maar wel stimuleren. Ook moet tijdelijk gebruik op bepaalde plaatsen mogelijk gemaakt worden door bijvoorbeeld tijdelijke uitzonderingen te maken op de milieuwetgeving. Het onderwijs moet meer betrokken worden bij bedrijvigheid. Leren en werken meer combineren. Zo zou het stationsgebied een ideale plek zijn voor een leerwerkfunctie. Betaalbaar Breda De gemeente moet een andere rol gaan spelen. De financierende rol en het actieve grondbeleid van de overheid zijn voorbij. Breda zal het veel meer moeten gaan hebben van marktpartijen, professionals en eindgebruikers. Daarvoor is het wel belangrijk dat de muur voor het stadhuis weg gaat en het bord ‘welkom’ gaat knipperen. De gemeente moet een meer faciliterende rol gaan spelen. Van een toetsende naar een regisserende overheid. De gemeente moet keuzes maken. Wat is echt belangrijk? Wat wil je behouden? Minder belangrijke dingen moeten losgelaten worden. Laat dingen gebeuren en ontstaan. Bied wel een perspectief waar je naar toe wilt. Daarbij moeten private partijen die in Breda willen investeren meer waardering en erkenning krijgen. Als ze iets willen toevoegen aan de stad moeten ze de ruimte krijgen. Als een project aan een aantal spelregels voldoet, moet de gemeente constructief meewerken. Organische groei en de structuurvisie botsen. De structuurvisie moet meer open staan en een uitnodiging zijn om naar Breda te komen. De gemeente moet regionale samenwerking aangaan. Het kan niet zo zijn dat bedrijven gemeenten tegen
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 KVK 20096765 4811 XB BREDA 38 73 688 elkaar uitspelen. Als bedrijven dreigen te vertrekken naar een andere gemeenteABN-AMRO moet de 59 poot stijf gehouden CENTRUM VOOR +31 76 7514980 worden. Meer regionale samenwerking kan die machtpositie van grote bedrijven verkleinen. ARCHITECTUUR
[email protected] Breda moet meer doen met STEDENBOUW toerisme, dan zou ook een toeristenbelasting ingevoerd kunnen worden. Nu komen EN meer LANDSCHAP vooral dagjesmensen. Er moet en beter WWW.GEBOUWF verblijf voor.NL toeristen komen. Ook aan de rand van de stad.
Breda heeft namelijk een prachtig buitengebied. De focus op het centrum moet te gemeente af en toe laten varen. Onderscheidend karakter van Breda Breda heeft niet echt iets kenmerkends. Er is bijvoorbeeld geen universiteit. Het sterke punt van Breda is haar historische hart en een groene rand rond de stad. Het is een leefbare, gemoedelijke, Bourgondische stad, die aantrekkelijk is voor studenten. Het assimilatievermogen van de stad is groot. Veel mensen die niet in Breda zijn geboren, zijn wel met Breda bezig. Het lijkt wel dat niet-Bredanaars actiever en trotser op de stad zijn dan Bredanaars. Voor Bredanaars geldt dan ook af en toe het gevoel dat de stad uit hun handen lijkt te glippen. Stop met opgedrongen ideeën. Op een Bavelse Berg zit niemand te wachten. Parkfeesten en de Braderie worden wel gedragen. Het CSM-terrein zou een ideale plaats zijn voor evenementen. Breda moet meer durven en stoerder zijn. Waarom is er geen Harley-dag meer? De lijn van de binnenstad is mooi en doet het goed. Dat moet uitgebreid worden. Er moet meer aandacht gegeven worden aan de aanloopstaten naar het centrum. Zo hebben de Boschstraat en de Haagdijk het lastig. Er hoeft geen universiteit te komen in Breda, maar er moet wel meer gedaan worden met het HBO. Vanuit de HBO-opleidingen zou meer bedrijvigheid moeten ontstaan. Faciliteer startende ondernemingen uit het HBO. Daarom zouden studenten ook meer aandacht moeten krijgen. Studenten brengen levendigheid. Aan studenten moet daarom gerichter een plek gegeven worden met de benodigde goedkopere voorzieningen. Waarom een studentencampus op de Ettensebaan als bijvoorbeeld het oude postkantoor leegstaat! Zorg er ook voor dat studenten hier blijven wonen na hun studie.
• VERSLAG WERKGROEP RUIMTELIJKE KWALITEIT Thema’s Buiten In Breda Braakliggende Terreinen Centrum Onderscheidend Karakter Van Breda Gespreksleider: Geert Kooistra, planoloog bij Planosfeer, tevens lid programmacommissie Gebouw F Verslaglegging: Manon Grond, stedenbouwkundige Aanwezig: NAAM
EXPERTISE/FUNCTIE
BEDRIJF/ORGANISATIE
1. Tim van de Burg
stedenbouwkundige
Braak!
2. Thomas van Wanrooij
stedenbouwkundige
gemeente Roosendaal
3. Pieter Delacourt
architect
Architect Delacourt
4. Dennis de Poorter
architect
DdP-architectuur
5. Rinus Roovers
architect
Rinus Roovers Architectuur
6. J.D. Janse
landschapsarchitect AvB
Staatsbosbeheer Regio Zuid
7. Cora Alfonso
stedenbouwkundige
Gemeente Tilburg
8. Rob van Leeuwen
strategie- en visievorming, landschap, cultuurhistorie
RBOI Groep ruimtelijke ordening
GEBOUW F
9. Vicky Hendriks 10. Joris Klein
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA CENTRUM VOOR stedenbouwkundige, +31 76 7514980 ARCHITECTUUR afgestudeerd op oa CSM-terrein INFO@GEBOUWF .NL STEDENBOUW Student Urban Design EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF.NL NHTV
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
www.urbanguerilla.nl
Afstudeeronderwerp Braakliggende terreinen
11. Gerard van de Heuvel
duurzame natuur
Platform Duurzaam Markdal
Buiten in Breda De kracht van Breda is het recreatieve buitengebied. Er is nu geen behoefte aan stedelijke expansie. De opgave voor het buitengebied is eigenlijk heel eenvoudig: kwaliteiten behouden en versterken. Het voordeel van wonen in een dorp in Breda is dat je met de fiets asperges kunt gaan kopen! Het is wel wenselijk dat een projectleider voor het Markdal wordt aangesteld voor een integrale visie op waterkwaliteit (zwemmen, vissen), biologische landbouw (stadslandbouw), en afstemming tussen verschillende eigenaren) Recreatie kan geld genereren voor het landschap. Er zijn verschillende insteken m.b.t. ontwikkeling van recreatie mogelijk.Ontwikkelen van recreatie betekent mogelijk wel dat er voorzieningen (moeten) komen. Hierdoor kan er geld voor natuurontwikkeling gegenereerd worden. Of de eerste stap is juist dat de landschappelijke structuur verbeterd moet worden, zodat deze vanzelf die voorzieningen kan aantrekken. Wat te doen met braakliggende terreinen buiten de stad waarvan de ontwikkeling is stopgezet? Gebruiken we deze terreinen voor het versterken van de ecologische, recreatieve en/of landschappelijke structuur? De gemeente kan deze terreinen weer agrarisch inzetten door ze in pacht uit te geven, bijvoorbeeld in Oost-Bavel. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de maatvoering van kavels en mogelijkheden voor agrariërs: bedrijven moeten wel levensvatbaar zijn en kunnen groeien. Dit moet regionaal opgepakt worden. Braakliggende terreinen Braakliggende terreinen binnen de stad kunnen ingezet worden voor natuurontwikkeling, zodat bijv. de Mark weer zichtbaar wordt. Een voorbeeld in Amsterdam: grond in buitengebied was door gemeente aangekocht voor aanleg stedelijke ring. Het project ging niet door en de grond werd terug verkocht aan boeren. Hierdoor verdwenen allerlei rommelige ontwikkelingen. Er werden recreatieve routes aangelegd, waardoor de landbouw het decor voor recreatie werd. Andere voorbeelden van dergelijke ontwikkelingen zijn Midden Delfland en Overijsselse Vecht (grensoverschrijdend project). De Baronie = landschap + tuinbouw + natuur + recreatie + bosbouw + … Het IJle Park: Dagrecreatief medegebruik. Een te voeren strategie t.a.v. braakliggende terreinen is afhankelijk van de locatie van de terreinen. Terreinen aan spoor, zoals Hero terrein, hebben potentie om de stedelijke structuur te versterken. Dus hiervan wil je grotendeels wel bepalen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Terreinen in buurten moeten vooral de sociale structuur versterken. Hier moet de gemeente misschien niet te krampachtig zijn en vooral faciliterend werken (en wellicht beperken tot alleen vergunningen verlenen). Aan de andere kant bieden de locaties aan het spoor weer veel meer mogelijkheden voor nieuw en ‘ander’ programma. Kortom: deels is er behoefte aan een focus op de gebruikswaarde die een terrein nu heeft of in de nabije toekomst kan hebben, en deels is er behoefte aan een visie die een scenario over 20 jaar laat zien. Op braakliggende terreinen kun je (tijdelijke) studentencomplexen plaatsen. Veel steden zijn nu bezig met bouw extra studentcomplexen, bijvoorbeeld aan het spoor. Door studenten te concentreren worden woonwijken minder ‘uitgewoond’. Tijdelijke programmering kan een oplossing zijn, maar gezien de omvang van het aantal braakliggende terreinen (160 ha!) is dit niet de enige oplossing. Daarnaast is het merendeel van de terreinen niet in eigendom van de gemeente. Bij de programmatische invulling van (grote) braakliggende terreinen zou je toch moeten kijken naar het schaalniveau van de stad: wat heeft de stad nodig? Voorbeeld in Amsterdam: uitbater restaurant of nachtclub mocht iets op een plek, wat voorheen niet mocht. Uitbater heeft deze truc op meerdere plekken met succes toegepast. Je hebt alleen heel eenvoudige spelregels
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA en een aanjager nodig. CENTRUM VOOR +31 76 7514980 Braakliggende terreinen kunnen wel als buffer ingezet worden. ARCHITECTUUR
[email protected] STEDENBOUW EN en LANDSCHAP Moet gemeente minder willen in SV alleenWWW.GEBOUWF zeggen wat.NL niet mag?
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
Of juist alleen wat wel mag? Of alleen kwaliteiten en kracht van een gebied beschrijven? Of eerder verleiden? Zo’n beschrijving hoeft niet alleen over de ruimtelijke kwaliteiten te gaan, het kan ook het aanwezige sociale netwerk of de netwerkpotentie betreffen. Om de Bredanaren en mensen buiten de stad kennis te laten maken met de braakliggende terreinen is een ‘standaard’ SV boekje niet genoeg. Andere vorm / type media moet hiervoor ingezet worden. De structuurvisie kan daar wel de basis voor vormen: de SV als brochure/wervingsfolder. Centrum De stationsomgeving en ook de Stationslaan worden een beetje gezien als een uitstulping van het centrum. Waar houdt het centrum nu – ruimtelijk en functioneel – op? Het gebied tussen Park Valkenberg en het spoor vormt nog steeds een barrière: te veel om goede synergie tussen station en stadshart te realiseren. Er heeft een omslag in het functioneren van het station plaatsgevonden. Het station is een verbinding in het netwerk, maar ook een plek in de stad. Het vormt daarmee ook een verbindende functie van door spoor gescheiden stadsdelen. In plaats van een begin- of eindpunt te zijn moet het nu ook stadsdelen verbinden. De vraag is of het station voldoende openbaarheid heeft voor een ‘natuurlijke’ noord-zuid verbinding. Breda moet aantrekkelijk zijn voor bedrijven uit de Randstad. Hiervoor moet niet alleen het centrum of stationsomgeving, maar de totale stad aantrekkelijk zijn. Ook als woonstad. Breda moet zich afvragen hoe het zich wil profileren. Als Breda zich wil profileren als onderwijsstad, dan moet je onderwijs ook belangrijk maken en de scholen op de juiste plekken in de stad positioneren. Het is van belang om juist in het stationsgebied – waar iedereen binnenkomt - te laten zien wat voor stad je bent. Als je wensen hebt die nu misschien irrelevant zijn (zoals het spoor onder de grond), maar die wel zouden kunnen bijdragen aan een betere stad, dan hoef je er nu in de structuurvisie geen project van te maken, maar moet je er alleen voor zorgen dat ze niet onmogelijk zijn. De binnenstad is nu niet geschikt voor gezinnen, terwijl deze wel voor levendigheid in het centrum kunnen zorgen. De Ginnekenmarkt en de oude uitvalswegen worden sterk gewaardeerd vanwege hun historische sfeer, de variëteit aan winkels en de levendigheid. Sommige hiervan, zoals Haagdijk, Boschstraat en Schorsmolenstraat / Lunetstraat verdienen aandacht. Als de gemeente nu niet de middelen heeft om bepaalde projecten echt goed aan te pakken, dan moet men deze misschien toch maar op langere baan schuiven, 40 a 50 jaar laten liggen of andere ontwikkelmethoden najagen. De Haven heeft niet de gewenste krachtige sfeer gekregen, te ruim en stedenbouwkundig, ‘je waait weg’, het is wel netjes maar de levendigheid en leefbaarheid, met name in de plinten, is onvoldoende. Onderscheidend karakter Eén van de belangrijkste kwaliteiten van Breda is het landschappelijke karakter. In SV: hoofdstructuur van de openbare ruimte + kwaliteit van de openbare ruimte. Je moet het onderscheidend karakter niet overschatten. Je kunt dit alleen maar vertalen naar materiële, ruimtelijke zaken, anders praat je over algemeenheden die bijna voor elke stad gelden. Dus eigenlijk is deze vraag niet goed! Het moet zijn: ‘Welke kwaliteiten van Breda vinden we belangrijk?’. Lage dichtheid, luchtigheid door brede Opebare Ruimte profielen, aantrekkelijke schaal en maat. Bijzondere elementen: singels, militaire terreinen, kerk die boven alles uittorent (vanuit landschap gezien is het bijna een kerkdorp) Breda biedt een veilige omgeving, ook voor kinderen, en is een aantrekkelijke woonstad. Het is een groot dorp met de faciliteiten van een stad. Hoe groot moet je denken? Aanwezige kwaliteiten kunnen genoeg zijn. Als voorbeeld kan Lyon dienen: deze stad nam de aanwezige kwaliteiten als uitgangspunt. Op sommige plekken moet je echter groot denken, bijvoorbeeld Spoorzone. Dit ‘groot denken’ kan ook over tijdelijke projecten gaan. Breda wordt bezocht/bewoond door veel mensen uit de Randstad; meer dan andere Brabantse steden. Kun je Breda de meest Randstedelijke stad van Brabant noemen?
GEBOUW F
Bredanaren zijn trots op hunCENTRUM stad!
VOOR ARCHITECTUUR STEDENBOUW EN LANDSCHAP
REIGERSTRAAT 16 4811 XB BREDA +31 76 7514980
[email protected]
KVK 20096765 ABN-AMRO 59 38 73 688
WWW.GEBOUWF.NL
• VERSLAG EXPERTMEETING WERKGROEP POSITIONERING Thema’s Regio Breda Onderwijsstad Intrnationaal Breda Onderscheidend Karakter Van Breda Gespreksleider: Marty van de Klundert Verslaglegging: Petra Maas Aanwezig: NAAM
EXPERTISE/FUNCTIE
BEDRIJF/ORGANISATIE
1. Ton van Beek
architect
Franz Zieggler
2. Jaap Korteweg
advies concept ontwikkeling projectmanagement
Jaap Korteweg Planontwikkeling BV
3. Monique van Herpen
Lecturer Rural and Urban Administrative Law
NHTV/internationaal Hoger Onderwijs
4. Paul Stouten
Spatial Planning and Strategy/ urbanism
Faculteit Bouwkunde TU Delft
5. Mariëlle Overboom
strategisch adviseur RO
Gemeente Dordrecht
6. Pierre Maas
architect
Rothuis Van Doorn ‘t Hooft Architecten
7. Dirk van de Pol
Architect BO2 architecten/BNA midden-brabant
8. Ivo Buijnsters
stedenbouwkundige
gem Pijnacker-Nootdorp
Regio Breda heeft een bijzondere positie, gelegen tussen de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen. Iemand benoemde deze ligging als ‘Knoop in de Delta’. Daarmee wordt de regio groter bezien als zich uitstrekkend over heel west Brabant en tot en met de Zeeuwse delta. Andere typeringen die hierbij gemaakt werden, waren Poort en Spil. Een belangrijk aspect hierbij is natuurlijk de aansluiting op het HSL netwerk. Hierdoor is met name de relatie in woon-werk verkeer tussen Breda en de zuidvleugel sterker geworden. Men had het idee dat er steeds meer mensen in de Zuidvleugel werken, maar in Breda wonen. Breda vangt als het ware de ‘overloop/vlucht’ vanuit Rotterdam op, werd gesteld. Breda werd daarom door de deelnemers gekenmerkt als de ‘Woonstad van de Zuidvleugel/Rotterdam’ Centrumpositie en bruisend werden genoemd als thema. Maar is de positie, die Breda inneemt als onbetwist centrum van de regio, niet voor het overgrote deel te wijten/danken aan de relatieve leegte van het Bredase ommeland? vroeg iemand zich af. Is het niet veel meer de ‘splendid isolation’ in west Brabant, die de reikwijdte en het succes van de stad als levendig centrum bepaalt? Bruisend werd daarom ook meteen weggezet als zijnde relatief. Immers, bezien in verhouding tot wereldsteden Rotterdam en Antwerpen, stelt Breda natuurlijk niet veel voor. Maar de term valt vanwege het levendige karakter van de binnenstad uiteraard goed te verdedigen.
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 KVK 20096765 4811 XB BREDA ABN-AMRO 59 38 73 688 Er is ook gesproken over de CENTRUM verhouding tussen Breda en haar ‘kleinere’ buren, zoals bijvoorbeeld Dordrecht, VOOR +31 76 7514980 maar ook Tilburg en Den Bosch. Het historische en attractieve centrum van de stad werd meermaals genoemd ARCHITECTUUR
[email protected] STEDENBOUW als belangrijkste succesfactor. Breda is bovenal een Bourgondische stad, een stad waar je vooral komt om EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF gezellig op het terras een biertje te drinken. Breda heeft .NL flair en ook een ‘rooms’ karakter. Dit werd met name
benadrukt in relatie tot ‘protestants’ Dordrecht. Toch ook een prachtige (misschien wel de mooiste) Oudhollandse stad, maar dan veel rustiger/slaperiger en natuurlijk nog meer ‘een buitenwijk van Rotterdam’. Waar Tilburg werd geduid als jong, snel en specifiek, denk bijvoorbeeld aan de Rock Academy, benoemde men Breda als rustig, misschien een beetje gezapig zelfs en breder georiënteerd. Het imago van Breda als ‘stad van beelden’, met het Huis voor Beeldcultuur, het grafisch museum maar ook de gerenommeerde kunstopleiding St.Joost, werd nog een beetje ter discussie gesteld. Maar de ambitie die Breda heeft om zich kandidaat te stellen voor Europese Culturele Hoofdstad in 2018, lijkt hier een positieve uitwerking op te kunnen gaan uitoefenen. Wat betreft bedrijvigheid in de regio: Maintenance en Logistiek zijn twee van de belangrijkste economische sectoren in de regio. De tafel was terughoudend over de directe impact op en het belang van deze bedrijvigheid voor de stad zelf. Veel verder dan ‘in de Moerdijk’ en ‘langs de A16’ kwam de discussie, dankzij de zoemer, niet. Over regionale economie/bedrijvigheid en de bijbehorende regionale en provinciale agenda’s die op Breda afkomen, valt nog een flinke discussie te voeren. Onderwijs De discussie begon met de vraag: Is Breda een studentenstad? Ondanks het feit dat Breda inmiddels een flinke studentenpopulatie heeft, groter dan bijvoorbeeld die van Delft, waren de deelnemers het roerend met elkaar eens. Het antwoord was dus eenduidig: NEE! Breda mag dan wel een groot aantal onderwijsinstellingen herbergen, HBO/MBO en ook nog de KMA, het heeft evenwel geen universiteit. De reuring die daardoor ontstaat, werd toch als belangrijke voorwaarde gezien om een ‘echte’ studentenstad te zijn. Dit terwijl Breda als kroegenstad bij uitstek op dit gebied natuurlijk genoeg te bieden heeft voor studenten. De vraag of Breda dan een universiteit moet willen werd ook eenduidig met NEE beantwoord. Doe gewoon waar je al goed in bent, was het advies. Als grootste probleem werd genoemd dat deze onderwijsinstellingen, door hun ligging aan de rand van het centrum/de stad, qua dynamiek weinig bijdragen aan de rest van de stad. Deze gebrekkige zichtbaarheid is niet terecht, want Breda heeft een aantal instellingen waar het trots op kan zijn (NHTV, Kunstacademie St.Joost). Het idee werd geopperd van een campus ‘à la RDM’ of TUDelft waar bedrijfsleven en onderwijs elkaar kunnen ontmoeten. Dit zou ook goed aansluiten bij, zowel de aard van het onderwijs (vakmanschap/ beeld en design) als bij de aard van de bedrijvigheid in de regio (maakindustrie/cultuur). Een (her)ontwikkeling, op een plek in de stad, met uitstraling en goed bereikbaar. Daarmee zou je de uitwisseling tussen stad en studenten kunnen bevorderen én bovendien meteen concreet vormgeven. Dan is er toevallig nog het terrein van de KMA. Dat ligt dan wel middenin de stad, maar werd door de deelnemers geduid als ‘een eiland’. Het gesloten karakter van het terrein werd genoemd als belangrijkste minpunt. Eigenlijk zou de locatie van de KMA dus perfect geschikt zijn voor die campus: in het hart van de stad en bovendien dichtbij het station! Studenten aan bijvoorbeeld de NHTV lijken grotendeels regionaal georiënteerd te zijn. De deelnemers hadden het idee dat HBO studenten, vaker/langer dan studenten aan de universiteit, bij de ouders thuis blijven wonen. Dit werd door hen benoemd als belangrijke andere reden voor het gebrek aan binding met de stad. Bij de vraag of er daadwerkelijk een grote behoefte is aan meer en betere studentenhuisvesting werden daarom vraagtekens geplaatst. Ook de bewering dat veel studenten, die tijdens hun studie al wel in Breda wonen, blijven plakken, werd daarom betwist. Over 2011 had Breda echter een positief vestigingssaldo en dat betekent dus dat er zich meer mensen in Breda vestigden, dan dat er vertrokken. Men zag eventueel wel interessante mogelijkheden voor studentenhuisvesting (incidenteel, tijdelijk?) in combinatie met bovengenoemde campusontwikkeling. Internationaal Het lijkt er op dat Breda steeds meer in trek raakt bij buitenlandse studenten en werknemers. Het aantal
GEBOUW F
REIGERSTRAAT 16 KVK 20096765 4811 XB BREDA ABN-AMRO 59 38 73 688 buitenlandse studenten aan CENTRUM opleidingen VOORin Breda neemt toe en er vestigen zich ook steeds meer +31 76 7514980 internationale en gespecialiseerde bedrijven. De gemeente spreekt in de Structuurvisie haar hooggespannen ARCHITECTUUR
[email protected] STEDENBOUW verwachtingen uit over de aansluiting van Breda op het Europese HSL netwerk en de mogelijkheden die dit EN LANDSCHAP WWW.GEBOUWF biedt voor het ontwikkelen van toplocaties voor kantoren..NL Maar ‘PAS OP voor wensdenken’ is het advies van
de deelnemers. Het mes snijdt immers aan twee kanten. Breda wordt beter bereikbaar, dus in potentie een aantrekkelijke vestigingslocatie voor internationale bedrijven. Maar andersom wordt het ook eenvoudiger om vanuit Breda snel ergens te komen. Schiphol ligt nog maar op een klein uurtje afstand! ‘Voor je het weet gaat het allemaal langs ons heen!’ Internationaal georiënteerde bedrijven hebben een scope die Brabant en Nederland overstijgt. De overtuiging aan de tafel was dat Breda buitenlandse werknemers, bedrijven, maar ook studenten dus misschien wel meer te bieden heeft op het gebied van een aantrekkelijk woonklimaat. Misschien woont een dergelijke werknemer wel in Breda, maar dan werkt hij wel gewoon op het Weena of de Zuidas. Reken je niet rijk in het denken dat er door de aansluiting op de HSL markt is voor grote hoeveelheden ‘top of the line’ vestigingsmilieus. Groots is passé! Focus je bijvoorbeeld meer op bedrijven in specialistische sectoren en op bedrijven die zich in de Euregionale/BeNeLux ruimte bewegen. Als er al kantoren zouden worden ontwikkeld dan zijn bereikbaarheid, zichtbaarheid en toegankelijkheid de belangrijkste vestigingscondities. Er was nog een discussie over auto bereikbaarheid vs. OV bereikbaarheid. Misschien is dit voor sommigen wel een belangrijkere vestigingsconditie? De vraag werd geopperd of ViaBreda de meest voor de hand liggende plek is voor dergelijke kantoren. Waak hierbij in ieder geval voor het creëren van een private gesloten enclave in het midden van de stad. Publieke toegankelijkheid, prettige openbare ruimte en aantrekkelijke verblijfskwaliteit zijn daar echt een must. Het zou mooi zijn dit te combineren met ontwikkeling van woon/werk concepten. Onderscheidend Karakter Kwaliteiten en eigenschappen t.o.v. andere middelgrote steden? • Aantrekkelijke, historische binnenstad, bruisend van het leven, waar je gezellig een biertje op het terras kan drinken. • Een Bourgondische stad, carnaval! Met open, vriendelijke bewoners • Poort van Brabant. Zowel komend vanuit de Randstad, als vanuit Vlaanderen. • Mooi buitengebied • City ‘light’, een tikkeltje saai en behoudend • Concurrenten/leren van: Arnhem, Den Bosch, Bergen op Zoom, Amersfoort, Leuven of Mechelen En dan nog…. ‘Schiet niet door in ambitie. Blijf reëel!’ ‘Vraag je niet af: Wat willen we zijn, maar wat kunnen we zijn.’ ‘Zorg voor een breed maatschappelijk draagvlak.’