IWT Koning Albert II-laan 35, bus 16 1030 Brussel - België tel. O&O +32 (0)2 432 42 04 website : www.iwt.be/subsidies/oeno-bedrijfsprojec e-mail :
[email protected]
IWT annex aan ERANET projectvoorstellen voor O&O-BEDRIJFSPROJECTEN Versie : april 2013
Deze annex wordt bij het IWT ingediend samen met het internationale projectvoorstel. De annex dient gelezen te worden samen met het internationale ERANET voorstel. Daarom dient hierin de focus gelegd te worden op de rol van de Vlaamse partners, in het bijzonder wat betreft het beoogde innovatiedoel en het aantonen van voldoende economische en maatschappelijke impact in Vlaanderen. Herhalingen van elementen uit het ERANET voorstel dienen vermeden te worden. Details over originaliteit, state-of-theart en de uitvoering van het internationale project, worden in het ERANET projectvoorstel volgens de daar geldende richtlijnen en templates geleverd. IWT oordeelt aan de hand van deze annexover het inpassen als onderzoek/ontwikkelingsproject, het gedefinieerde innovatiedoel en de economische impact in Vlaanderen en zal daarom de gevraagde informatie hierop toespitsen. Anderzijds is het voor IWT van belang dat bij de definitieve beslissing zowel het werkprogramma als de begroting van de Vlaamse partners in detail zijn uitgewerkt.
De ingediende annex voor een O&O-bedrijfsproject dient volgende delen te omvatten: •
Deel 1 heeft betrekking op de algemene informatie van uw Vlaams aandeel in het internationaal projectvoorstel.
•
Deel 2 wordt ingevuld door elke Vlaamse bedrijfspartner en omvat de gegevens die specifiek op hem van toepassing zijn. De Vlaamse bedrijfspartner kan, indien gewenst, zijn Deel 2 vertrouwelijk houden t.o.v. de andere partners en afzonderlijk aan IWT overmaken. De aanvraag kan echter maar ontvankelijk zijn als voor alle Vlaamse bedrijfspartners het Deel 2 door IWT is ontvangen.
•
Deel 3 wordt ingevuld door elke Vlaamse bedrijfspartner en omvat algemene inlichtingen over de bedrijfspartner en de gegevens over additionaliteit. In specifieke gevallen kan volgende bijkomende informatie worden toegevoegd: - bijkomende informatie over de jaarrekening en de aandeelhoudersstructuur (bij aanvraag KMOtoeslag) - financieel en kasstroomplan (voor startende ondernemingen) - overeenkomst betreffende de verdeling in eigendomsrechten (indien samengewerkt wordt met onderzoekspartners) - bijkomende detailinformatie over de impact die niet overgemaakt wordt aan externe deskundigen (indien gewenst) Elke Vlaamse bedrijfspartner dient ook een verklaring in. De Vlaamse bedrijfspartner kan zijn Deel 3 en bijhorende bijlagen vertrouwelijk houden t.o.v. de andere partners en afzonderlijk aan IWT overmaken. De aanvraag kan echter maar ontvankelijk zijn als voor alle Vlaamse bedrijfspartners indien het Deel 3 door IWT is ontvangen.
•
Deel 4 wordt ingevuld door elke onderzoekspartner en wordt door de Vlaamse projectcoördinator mee ingediend samen met Deel 1. Elke onderzoekspartner voegt ook een intentieverklaring bij deel 4.
Voor deel 2 en deel 3 geldt een maximum van 20 pagina’s per Vlaamse bedrijfspartner. Het is essentieel om dit maximum niet te overschrijden. Het overschrijden van de maxima bij een projectvoorstel resulteert immers in de onontvankelijkheid ervan. Houd er terdege rekening mee dat het om maxima gaat en dat een goede aanvraag niet noodzakelijk deze maximale grens dient te benaderen. Goede aanvragen kunnen typisch uitgewerkt worden op 15 blz. per Vlaamse bedrijfspartner voor deel 2. --Deze template is gebaseerd op de algemene template O&O_aanvraagtemplate_leeg_nov2012.doc die kan worden teruggevonden op http://www.iwt.be/subsidies/oeno-bedrijfsproject/documenten . Voor de algemene gevraagde informatie per paragraaf, wordt verwezen naar het bijhorende toelichtingsdocument: O&O_aanvraagtemplate_toelichting_nov2012.pdf Specifieke toelichtingen voor de Eranet call zijn beschreven in dit document. Delen waar de informatie in de full proposal voldoende is, zijn aangegeven in dit document.
2 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
De projectcoördinator vult Deel 1 van de aanvraag in, in samenspraak met de andere partners. Deze informatie wordt overgemaakt aan de externe deskundigen
Deel 1 : Algemene inlichtingen en projectinformatie 1 A : algemene inlichtingen 1A.1 TITEL VAN HET PROJECT
Titel van het project : An ICT-Platform Integrating Remotely Sensed data for Variable Rate IRRIgation scheduling
1A.2 VLAAMSE BEDRIJFSPARTNER(S)
ELKE bedrijfspartner dient een Deel 2 en een Deel 3 in te vullen.
Naam van het bedrijf: GIM nv Ondernemingsnummer: 0454 064 819
1A.3 CONTACTPERSOON (ALTIJD BIJ DE VLAAMSE COÖRDINATOR)
naam :Vincent Tigny functie : Business Development Manager e-mail :
[email protected] telefoon : +32 16 40 30 39 1A.4 VLAAMSE ONDERZOEKSPARTNER(S)
Bodemkundige Dienst van België vzw Proefcentrum fruitteelt vzw ELKE onderzoekspartner dient een Deel 4 in te vullen. 1A.5 STARTDATUM en DUUR
Voorziene startdatum : 01/01/2016 Duur (in maanden) :24 maanden
3 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
1 B : innovatiedoel van de Vlaamse partners ENKEL NEDERLANDSTALIGE FORMULERING. Het innovatiedoel voor de Vlaamse deelnemende bedrijven dient beschreven te worden. Dit kan anders zijn per deelnemend bedrijf, en mag ook zo geformuleerd worden. Bij het bereiken van het innovatiedoel moet per deelnemend bedrijf aangegeven worden hoe de valorisatie verloopt. Met voorliggend project willen de Vlaamse partners inspelen op verwachte revolutie naar precisie landbouw. Het onderzoek naar het nut van remote sensing gegevens voor landbouwtoepassingen is dan ook geëxplodeerd in het laatste decennium. Precisielandbouw conferenties zoals het ECPA (European Conference on Precision Agriculture, Lleida, Spanje in juli 2013) staan bol van toepasbare resultaten die remote sensing gegevens uit satellietbeelden en luchtfoto's leveren aan de landbouw. Het innovatiedoel van het hoger vermeld project is het integreren van remote sensing gegevens in een operationele toepassing voor de land- en tuinbouwer, in dit geval de fruitteler. In het voorliggende project wordt een platform operationeel gebracht waar de land- en tuinbouwer een eerste instantie toegang krijgt tot satellietbeelden en in tweede instantie een taakkaart kan downloaden waarmee de irrigatie plaatsspecifiek kan worden aangestuurd. De taakkaarten kunnen worden opgeladen in irrigatiesystemen. In eerste instantie wordt de taakkaart opgeladen in druppelirrigatiesystemen welke courant gebruikt worden in de Belgische en Nederlandse fruitteelt. Eveneens wordt reeds rekening gehouden met de inzet van precisie haspel irrigatiesystemen, welke ontwikkeld worden door de Deense partner. Deze systemen kunnen op termijn worden ingezet in eender welk vollegronds tuinbouw en akkerbouw gewas. Het afleiden van taakkaarten waarmee irrigatie-installatie kunnen worden aangestuurd opdat deze plaatsspecifiek het rendement optimaliseren is een belangrijke innovatie voor GIM nv. De toepassing gaat duidelijk een stap verder dan het louter ontsluiten van satelliet-informatie. De correcte interpretatie en het opstellen van plaatsspecifiek advies is essentieel om satellietbeelden op de markt te brengen voor de land- en tuinbouwer. De perenteelt is in Vlaanderen de teelt bij uitstek om het platform op te starten. Perentelers zijn zich bewust van het belang van een correcte irrigatieaansturing en trachten de gewenste irrigatierichtlijnen te volgen door gebruik te maken van bodemsensoren, zoals bijvoorbeeld de Watermark sensor (irrometer, USA) die courant gebruikt wordt in boomgaarden. Momenteel worden meer dan 60 fruitteeltbedrijven opgevolgd door de dienstverlening PWARO die wordt aangeboden door de BDB en pcfuit. Deze dienstverlening is een uitloper van het IWT TD VIS (IWT 095012 “introductie van duurzame irrigatie en fertigatietoepassing in de perenteelt”). De perentelers ontvangen op weekbasis een irrigatieadvies van BDB en pcfruit. Eénmaal per groeiseizoen wordt een fertigatie-advies opgesteld op basis van een bodemanalyse en een bladanalyse. Het irrigatieadvies is gebaseerd op een bodemvochtopvolging met een bodemwaterbalansmodel (Janssens et al., 2012b) gecombineerd met bodemvochtstaalnames (zie Figuur1). De samenwerking tussen GIM en de onderzoekpartners is essentieel voor het behalen van de projectdoelstelling en schets eveneens concreet de valorisatie van de projectresultaten. Het is de ambitie van GIM nv, Bodemkundige Dienst van België vzw en pcfruit om gezamenlijk een dienstverlening op de markt te brengen voor de fruitteler waarbij irrigatie plaatsspecifiek wordt aangestuurd. In latere stadia wordt een upgrade van het advies in andere sectoren van de land- en tuinbouw voorzien. Ook de integratie van toepassing gerelateerd aan plaatsspecifiek teeltmanagement (bemesten, spuiten, snoeien, …) worden voor ogen gehouden. Op vraag van :
2012 Deskundige irrigatie- en fertigatiebegeleiding voor de fruitteelt
B.J.
Perceel : Peer serres Teelt : Peer
IRRIGATIESTURING 2012
Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48 B-3001 Leuven – Heverlee Tel.: +32 (0)16 31 09 22 Fax: +32 (0)16 22 42 06
Evolutie van de beschikbare bodemvochtreserve Legende Neerslag (mm) Irrigatie (mm) Actuele vochtreserve (bouwlaag) (mm) Maximale vochtreserve (mm) Actuele vochtreserve (ondergrond) (mm) Interventiegrens (mm) Meting bouwlaag (mm) Meting ondergrond (mm)
Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1 B-3800 Sint-Truiden 011/69 70 80
Figuur 1: Afdruk van het verslag dat na het groeiseizoen met perentelers die deelnemen aan PWARO irrigatie en fertigatieadvisering wordt overlopen. 4 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
1 C : kennissprong en uitdagingen 1C.1 AANLEIDING EN SITUERING
Niet nodig: aanwezig in de Eranet aanvraag.
1C.2 KENNISSPRONG EN UITDAGINGEN BIJ DE VLAAMSE PARTNERS
De volgende uitdieping vanuit het internationale project dient aangeleverd voor de Vlaamse partners: Geef een beschrijving van de te verwachten kennisopbouw voor elke Vlaamse bedrijfs- en onderzoekspartner in het project. Omschrijf de specifieke risico’s die bij de uitvoering aan bod komen en hoe die beheerst worden. In het bijzonder voor onderzoeksactiviteiten moeten de belangrijke onzekerheden en risico’s gemotiveerd worden. Ook voor ontwikkelingsprojecten moeten de onzekerheden (onderscheid t.o.v. engineeringactiviteiten, routinematige verbeteringen en implementatie) gemotiveerd worden. Zoals hoger beschreven bedraagt de kennissprong voor GIM nv het maken van de vertaalslag tussen satellietinformatie en een specifieke taakkaart voor irrigatie aansturing. De kennissprong voor de onderzoek partners Bodemkundige Dienst van België en pcfruit vzw bedraagt de integratie van satellietbeelden in de opvolging en advisering van irrigatie in de fruitteelt. Klassiek worden bodemvochtsensoren en een bodemwaterbalansmodel gebruikt om het vochtverloop in een boomgaard aan te sturen. Met deze technieken wordt op één centrale plaats in de boomgaard het vochtgehalte gemeten en wordt de rest van de boomgaard op basis daarvan aangestuurd. Hier wordt echter voorbij gegaan aan de aanwezige variabiliteit in een boomgaard. Boomgaarden zijn dikwijls gelegen op hellingen en op wisselende ondergronden. De variatie wordt bovendien nog verhoogd door de diversiteit van de aanplanting en de bijhorende teelttechniek zoals de toepassing van wortelsnoei. Het IWT 090924 voerde onderzoek naar de toepassing van remote sensing (RS) om in te spelen op deze aanwezige variatie. Tijdens dit onderzoek bleek dat vegetatie-indices, afgeleid van satellietbeelden, zoals o.a. ReNDVI (Chavez en Clevers, 2011) gerelateerd konden worden met de Stam Water Potentiaal (SWP) van de boom. De SWP wordt gemeten op de perenboom en is een maat voor de vochttoestand waarin de boom zich bevindt (Janssens et al. 2011a).
ReNDVI Figuur 2 Relatie tussen de opgemeten Stam Water Potentiaal en de vegetatie-index ReNDVI (rechts) en de SWP uitgemiddeld over de ganse boomgaard berekend aan de hand van de ReNDVI (links). Huidige aanvraag bouwt verder op het IWT 090924 (Figuur 2). Binnen het IWT 090924 werden zeer veel grondmetingen (SWP en bodemvochtgehalte) uitgevoerd ter interpretatie van satellietbeelden. Met de huidige uitbreiding wordt onderzocht of de techniek kan worden ingezet voor plaatsspecifieke bodemvochtaansturing op praktijkbedrijven met een slechts beperkt gebruik van grondmetingen. Indien dit mogelijk blijkt, kan remote sensing als een courante techniek worden ingezet in de fruitteelt. Daarnaast wordt ook de focus van de toepassing verbreed. Naast de aansturing van de irrigatie wordt in voorliggend project bestudeerd hoe fertigatie, het oplossen van meststoffen in het irrigatiewater, plaatsspecifiek kan worden verfijnd.
5 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
1 D : uitvoering ...
1D.1 AANPAK
Niet nodig: aanwezig in de Eranet aanvraag.
1D.2 WERKPROGRAMMA
U dient een detailwerkplan voor de Vlaamse partners te leveren, in aanvulling op het werkplan in het ERANET voorstel. Tevens dient een onderbouwing geleverd te worden voor de gevraagde menskracht voor de Vlaamse partners en voor het opgemaakte budget, met aandacht voor bijzondere kosten (indien van toepassing). Volg hierbij het geldende IWTkostenmodel. Het concrete werkprogramma dient binnen het ERANET voorstel te worden uitgewerkt na evaluatie van de preproposal en de uitnodiging voor het indienen van een projectaanvraag. Onderstaand werkprogramma (Figuur 3) wordt voorzien voor de Vlaamse partners in de aanvraag, deze wordt nog verder gespecifieerd in het ERANET voorstel bij het uitschrijven van de finale aanvraag. In essentie omvat het, het selecteren van praktijkpercelen in de fruitteelt met daarbij de opvolging van het bodemvochtgehalte in situ en met behulp van satellietbeelden.
WP XX Implementatie van Remote Sensing (RS) voor plaatsspecifieke irrigatie in Vlaamse perenboomgaarden.
Taak X.1. Selectie praktijkbedrijven Taak X.2. Vochtopvolging praktijkbedrijven jaar 1 Taak X.3. RS monitoring praktijkbedrijven jaar 1 Taak X.4. Overleg met de praktijkbedrijven Taak X.5. Vochtopvolging praktijkbedrijven jaar 2 Taak X.6. RS monitoring praktijkbedrijven jaar 2 Taak X.7. Plaatsspecifieke irrigatie
Figuur 3: Werkpakketten uitgevoerd door de Vlaamse partner binnen de ICT AGRI aanvraag. Dit werkpakket zal kaderen binnen het grote ICT AGRI project waarbij een platform wordt ontwikkeld op Europees niveau waarbij de satellietbeelden en de in situ vochtmetingen worden geraadpleegd door de fruitteler en waarbij taakkaarten worden opgesteld waarmee de irrigatie-installatie plaatsspecifiek wordt aangestuurd. GIM nv is voor het gans project verantwoordelijk voor het verwerken van de satellietbeelden, Bodemkundige Dienst van België en het pcfruit assisteren bij de het maken van de vertaalslag van de satellietbeelden naar de taakkaarten voor het druppel-irrigatiesysteem. In het project worden binnen het Vlaamse gedeelte 15 fruitteeltbedrijven opgevolgd gelegen in het Hagenland. En het Haspengouw Bodemkundige Dienst van België en het pcfruit hebben reeds schriftelijke bevestiging van de interesse van deze fruittelers.
6 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
1D.3 OVERZICHT VAN DE PERSONEELSINZET
Geef een overzicht van de te besteden mensmaanden per 12 maanden. Gebruik hiervoor onderstaande tabel.
1 E : expertise en middelen Niet nodig: aanwezig in de Eranet aanvraag.
1 F : overzicht van het budget van de vlaamse partners Deze paragraaf wordt klaar gemaakt tegen 18 juni na overleg met IWT met betrekking tot de pre proposal. Vul op basis van de begroting van elke bedrijfspartner zoals opgesteld in deel 2C de volgende tabel in. Begroting van elke bedrijfspartner Bedrijfspartner PARTNER A1 PARTNER A2 … TOTAAL
TOTAAL
1 G : gevraagde steun 1G.1 BASISSTEUNPERCENTAGE
50%
1G.2 EXTRA STEUN
Geef aan welke extra steun gevraagd wordt (meerdere keuzes zijn mogelijk) : extra steun van 10 % voor middelgrote onderneming (mo) Vermeld welke bedrijfspartners mo zijn.
extra steun van 20 % voor kleine onderneming (ko)
GIM nv
extra steun voor samenwerking (met een kmo of internationaal)
1G.3 GEVRAAGDE STEUN
Vul op basis van de begroting en het steunpercentage van elke bedrijfspartner de volgende tabel in : Gevraagde steun voor elke bedrijfspartner Bedrijfspartner PARTNER A1 PARTNER A2 … TOTAAL
7 |14
Basis steunpercentage
Extra steunpercentage
GEVRAAGDE STEUN
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
In te vullen door ELKE bedrijfspartner in het project. Deze informatie wordt overgemaakt aan de externe deskundigen. Confidentiële informatie die niet aan de experten kan worden overgemaakt, kan eventueel als bijlage van Deel 3worden toegevoegd.
Deel 2 : Gegevens specifiek van toepassing op ELKE Vlaamse bedrijfspartner De valorisatie-informatie bevat de essentiële informatie voor het IWT. Dit onderdeel dient dus met zorg, maar ook beknopt, weergegeven te worden. Indien de informatie door de partners voor elkaar confidentieel gehouden dient te worden, dan mag dit deel per partner afzonderlijk toegestuurd worden. Deze paragraaf wordt klaar gemaakt tegen 18 juni na overleg met IWT met betrekking tot de pre proposal. 2.1 ROUTES NAAR VALORISATIE
2.2 OPPORTUNITEITEN / BEDREIGINGEN
2.3 STERKTE / ZWAKKE PUNTEN VAN HET BEDRIJF M.B.T. HET PROJECT
2.4 BASISELEMENTEN VAN DE BUSINESS CASE
2.5 STRATEGISCH BELANG VAN HET PROJECT VOOR HET BEDRIJF
2.6 ECONOMISCHE HEFBOOM
2.7 VERANKERING
2.8 MAATSCHAPPELIJKE SPILL OVERS
2.9 INTELLECTUELE EIGENDOM
8 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
In te vullen door ELKE bedrijfspartner in het project. Deze informatie wordt NIET overgemaakt aan de externe deskundigen.
Deel 3 : Gegevens specifiek van toepassing op ELKE Vlaamse bedrijfspartner 3 A : begroting voor de bedrijfspartner 3A.1 KOSTEN bij de BEDRIJFSPARTNER (gebruik de Excel template)
3A.2 KOSTEN bij ONDERZOEKSPARTNERS (hier in te vullen)
Kosten onderzoekspartners voor uw bedrijf onderzoekspartner
kost
Totaal
3A.3 BEGROTING voor de BEDRIJFSPARTNER (hier in te vullen)
TOTAAL BUDGET voor uw bedrijf kost eigen personeelskost overige kosten grote onderaannemingen grote kost onderzoekspartner(s) totaal
9 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
3 B : algemene inlichtingen over de Vlaamse bedrijfspartners 3 B.1 ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS VAN DE VLAAMSE PARTNERS
Officiële naam van het bedrijf : G.I.M. Geographic Information Management nv
Ondernemingsnummer : RPR Leuven 0454 064 819
Datum van oprichting : 5th of January 1995
Website : http://www.gim.be
Adres maatschappelijke zetel : Researchpark Haasrode 1505 Interleuvenlaan 5 3001 Heverlee – Leuven Adres exploitatiezetel : Same as above Huidig aantal medewerkers : 50 Rekeningnummer : 230 - 0392124 – 70 IBAN : BE60 2300 3921 2470 BIC : GEBABEBB Specifieke contactpersoon voor financiële informatie : Naam : Vital SCHREURS Functie : Managing Director e-mail :
[email protected] telefoonnummer : +32 16 40 30 39 Rechtsgeldig vertegenwoordiger : Naam : Vital SCHREURS Functie : Managing Director
3 B.2 BELANGRIJKE BEDRIJFSECONOMISCHE VERANDERINGEN VAN DE LAATSTE TWEE JAAR
3 B.3 ONDERZOEKSACTIVITEITEN en ALGEMENE AANPAK VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM
3 B.4 JAARVERSLAGEN
3 B.5 AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN PARTICIPATIES
10 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
3 B.6 OVERZICHT VAN VROEGERE OVERHEIDSSTEUN
3 B.7 LIJST VAN TE MIJDEN EXTERNE DESKUNDIGEN
11 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
3 C : additionaliteit voor de Vlaamse bedrijfspartner 3 C.1 ADDITIONALITEIT
Geef aan welke van de volgende bijdragen de IWT-steun zal hebben op het bedrijf en op het project in vergelijking met de situatie zonder steun (meerdere keuzes zijn mogelijk) : Ja
Neen
de toekenning van O&O-steun zal leiden tot een verhoging van de totale projectomvang (uitgedrukt in mensmaanden of in kosten)
met steun zal het project ambitieuzer/diepgaander zijn dan wanneer het project zonder IWTsteun zou plaatsvinden
met steun zal het project sneller afgerond worden dan zonder IWT-steun
de steun zal toelaten ruimere kennis te verwerven (bijvoorbeeld door ruimere samenwerking) dan zonder steun
de totale omvang van de uitgaven van het bedrijf (dus niet enkel voor het project) voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie zullen toenemen
andere Beschrijf hier eventuele andere invloeden van IWT-steun op het project of het bedrijf.
het project zal niet uitgevoerd worden als de IWT-steun niet wordt toegekend
Indien mogelijk geef ook een zeer korte (kwantitatieve) toelichting bij de antwoorden.
3 D : bijkomende inlichtingen over de Vlaamse bedrijfspartner - enkel in te vullen door k(m)o’s1 die beroep wensen te doen op de kmo-toeslag. 3 D.1 BIJKOMENDE INFORMATIE OVER DE JAARREKENING
Jaarrekening 70/74 bedrijfsopbrengsten 70 omzet 71 voorraadwijzigingen 72 geproduceerde vaste activa 74 overige bedrijfsopbrengsten 60 handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 61 diensten & diverse goederen 9900 brutomarge
20..
20..
20..
3 D.2 AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN PARTICIPATIES
1
Een kmo is een bedrijf of onderneming met minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van niet meer dan € 50 miljoen, of een jaarlijks balanstotaal van niet meer dan € 43 miljoen. Wanneer het geen zelfstandig bedrijf is - er is een deelnemingsrelatie van meer dan 25% van het kapitaal of de stemrechten met één of meer partnerondernemingen - moet er geconsolideerd worden voor de berekening van deze criteria. Ook bij verbonden ondernemingen - waarbij het ene bedrijf controlebevoegdheden uitoefent over het andere - of in een consortium moet worden geconsolideerd. 12 |14 IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
3 E : bijkomende inlichtingen over de Vlaamse bedrijfspartner - enkel in te vullen door startende ondernemingen 2 3 F : verdeling in eigendomsrechten (indien samengewerkt wordt met een onderzoekspartner) 3 G : bijkomende detailinformatie over de impact 3 H : verklaring van de Vlaamse bedrijfspartner “In naam van
geef ik IWT de toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van de aanvraag bij IWT voor een O&O-bedrijfsproject met als titel : . Ik verklaar voor dit project geen andere overheidssteun te hebben ontvangen of aangevraagd. Ik verklaar dat op datum van indiening van deze aanvraag het bedrijf geen vervallen schulden heeft met betrekking tot belastingen en/of RSZ en in orde is met betrekking tot de nodige (milieu)vergunningen.” Indien de tweede of de derde clausule niet (volledig) van toepassing is, vermeld dit dan en geef een duidelijke omschrijving van de toestand. Indien u van mening bent dat uw bedrijf een kmo is, voegt u ook volgende clausule toe: Ik wens beroep te doen op een kmo-toeslag en verklaar de hiertoe gevraagde informatie omtrent de jaarverslagen en het aandeelhouderschap & participaties op de geijkte plaatsen correct ingevuld te hebben (namelijk 2 D: Algemene inlichtingen over de bedrijfspartner, 2 D.5 jaarverslagen en 2 D.6 Aandeelhouderschap en participaties). Indien uw bedrijf een KO (Kleine Onderneming) is, vermeld dan van de drie onderstaande bepalingen diegene die op uw bedrijf van toepassing is.:
Ik verklaar dat het bedrijf tijdens de duur van de projectuitvoering : - de criteria niet vervult om gebruik te maken van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing als Young Innovative Company (YIC) 3. In geval van wijziging van deze situatie zal ik IWT hierover onmiddellijk schriftelijk informeren en ook bijkomend aangeven of het bedrijf al dan niet gebruik wenst te maken van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing als Young Innovative Company (YIC). of - geen gebruik wenst te maken van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing als Young Innovative Company (YIC). In geval van wijziging van deze situatie zal ik IWT hierover onmiddellijk schriftelijk informeren. of - gebruik zal maken van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing als Young Innovative Company (YIC). In geval van wijziging van deze situatie zal ik IWT hierover onmiddellijk schriftelijk informeren. Ingeval het bedrijf voor uitvoering van het project beroep doet op een uitbesteding aan een onderzoeksorganisatie, voegt u ook volgende clausule toe : Ik verklaar dat het bedrijf bij uitbesteding van een opdracht aan een onderzoeksinstelling de geleverde dienst vergoedt aan marktprijs respectievelijk de kosten volledig vergoedt en daarboven een redelijke marge betaalt. 2
Een startende of jonge onderneming is een kleine onderneming die op het ogenblik van de steunaanvraag nog niet langer dan 6 volledige jaren ingeschreven staat in de KruispuntBank van Ondernemingen (KBO). Een kleine onderneming is een zelfstandige onderneming met niet meer dan 50 werknemers én met een jaaromzet van minder dan € 10 miljoen of een balanstotaal van minder dan € 10 miljoen. 13 |14 IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012
In te vullen door elke onderzoekspartner in het project. Deze informatie wordt NIET overgemaakt aan de externe deskundigen.
Deel 4 : Gegevens met betrekking tot de Vlaamse onderzoekspartner Deze paragraaf wordt klaar gemaakt tegen 18 juni na overleg met IWT met betrekking tot de pre proposal. 4.1 ALGEMENE GEGEVENS
Naam van de onderzoeksinstelling :
Naam van rechtstreeks betrokken labo of dienst :
Website :
Adres (enkel voor niet-Vlaamse onderzoekspartners) :
Naam van de verantwoordelijke bij de onderzoekspartner voor de uitvoering van het project :
4.2 BELANGRIJKSTE COMPETENTIES (ENKEL VOOR NIET-VLAAMSE ONDERZOEKSPARTNERS)
4.3 TOTAAL BUDGET VOOR DE ONDERZOEKSPARTNER
4.4 INTENTIEVERKLARING VAN DE ONDERZOEKSPARTNER
Elke onderzoekspartner dient de volgende verklaring als bijlage toe te voegen, ondertekend door een persoon die de betrokken rechtspersoon rechtsgeldig kan verbinden : “INTENTIEVERKLARING TOT SAMENWERKING: Als rechtsgeldig vertegenwoordiger van < naam onderzoeksinstelling, (faculteit), dept/vakgroep, afdeling/lab/onderzoeksgroep > geef ik IWT de toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van de aanvraag bij IWT voor een O&O-bedrijfsproject met als titel . Ik verklaar kennis te hebben genomen van de programmakenmerken, van de inhoud van het project en dat ik de nodige middelen zal inzetten voor de uitvoering van het project. In het bijzonder bevestig ik de basisprincipes betreffende de participatie in de onderzoeksresultaten beschreven in het project. Tevens verklaar ik voor dit project nog geen subsidie te hebben ontvangen. Tussen de projectpartners zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het project. Deze afspraken zijn beschreven in de aanvraag en worden bij goedkeuring van het project verder uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst. Gelezen en goedgekeurd,
Datum en handtekening rechtgeldige vertegenwoordiger van de onderzoeksinstelling. 14 |14
IWT aanvraag voor O&O-bedrijfsprojecten – november 2012