Nederlands
PR001/PR001UK PR010/PR010UK PR101/PR101UK PR110/PR110UK
Parallel Print Server USB 2.0 Print Server Wireless Parallel Print Server 54 Mbps Wireless USB 2.0 Print Server 54 Mbps
Introductie Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Sweex product. Met deze print server kun je printers in een netwerk delen. Het biedt printbeheer en flexibiliteit op vaste of draadloze LAN-netwerken terwijl het een minimum aan installatie en onderhoud vereist. Deze print server ondersteunt TCP/IP, NetBEUI, IPX/SPX, en AppleTalk protocols. Voor een juiste werking van deze print server raden wij aan deze handleiding eerst aandachtig door te lezen. Mochten er ondanks deze handleiding toch problemen bij de installatie of werking van de print server ontstaan, kijk dan op www.sweex.com onder het kopje service & support.
Inhoud van de doos Controleer voor aanvang van de installatie of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. De doos dient de volgende onderdelen te bevatten: • • • • •
Print server Antenne (alleen bij draadloze print servers) Voedingsadapter CD-ROM met software, drivers en handleiding in 13 talen Uitgebreide Engelse handleiding
Mocht één van de bovenstaande onderdelen ontbreken, neem dan contact op met de leverancier.
Specificaties • • •
Ondersteunt: TCP/IP NETBEUI, IPX/SPX en Appletalk protocol Windows Peer-to-Peer Printing (Windows 95/98/Me/NT/2000/XP/2003) MS Windows NT/2000/2003 Server-Based Printing
Aanvullende specificaties • • • • • • • •
RISC CPU 512 KB Flash 2 MB SDRAM Centronics printerpoort 1 x 10/100 Mbps UTP Auto-MDI/MDI-X LAN poort 7,5VDC, 0,5A voedingsadapter Afmetingen 20 x 58 x 82 mm (h x b x l) Max/Min werktemperatuur: 0~55 graden Celsius
Hardware Installatie Sluit de printer die je in je netwerk wilt delen aan op de print server. Sluit nu een netwerkkabel aan op een switch en op de achterkant van de print server en sluit vervolgens de meegeleverde voedingsadapter aan. De print server voert nu een zelftest uit. Gedurende de zelftest zullen de lichtjes STATUS en READY knipperen. De print server is klaar voor gebruik zodra het knipperen stopt. Je kunt nu de software installeren zoals hieronder beschreven.
Software Installatie Het administrator installatieprogramma begeleidt je aan de hand van een Wizard door de volgende procedures: Installatie van alle noodzakelijke utilities en drivers (inclusief cliënt utilities). Set-up van de print server (inclusief print server naam en netwerkprotocols).
Nederlands
Netwerkpoort van de print server toevoegen aan je PC. Voer de standaard “Printer Toevoegen" procedure uit zodra de installatie compleet is en selecteer de print server “Netwerkpoort" vanuit de “Beschikbare Poorten" lijst. Je kunt nu de printfunctie testen via de Administrator PC. De Administrator Installatie kan worden uitgevoerd in Windows 95/98/Me/NT/2000/XP/2003 door middel van dezelfde gebruikersinterface. Verifieer vóór de installatie of het netwerkprotocol op je PC is geïnstalleerd (TCP/IP, IPX en/of NetBEUI). Volg onderstaande stappen om de installatie te beginnen. Plaats de met de print server meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive. Het Autorun.exe programma start automatisch. Indien dit niet het geval is, kies dan voor een handmatige start van het Autorun.exe programma via de hoofddirectory van de CD-ROM. De “Installatie Manager” verschijnt op het scherm. Klik op “Administrator Installatie”. Het “Utilities Set-up” venster wordt nu afgebeeld. Klik op “Volgende”.
Klik op “Volgende” om de utilities in de standaard map te installeren of klik op “Bladeren” om de bestemmingsmap te specificeren waar je de utilities wilt installeren. Selecteer de componenten die je wilt installeren. Het wordt sterk aanbevolen om alle componenten te installeren. Klik op “Volgende” om verder te gaan.
Specificeer de programmamap waar de programmapictogrammen zullen worden toegevoegd, klik op “Volgende”.
Het systeem zal vervolgens de utilities installeren. De installatie is gereed; nu dient de print server geconfigureerd te worden. De “Selecteer Print Server” lijst beeldt alle print servers in het netwerk af. Selecteer de print server die je wilt configureren en klik op “Volgende”.
Nederlands
NB. 1: Indien dit de eerste keer is dat je de print server configureert, dan zal de “Print Server Naam” overeenkomen met de laatste 6 karakters van de MAC ID met voorvoegsel “PS”. Controleer de MAC ID op de print server. NB. 2: De lijst bevat alleen apparaten van dezelfde fabrikant. Kies een herkenbare naam voor de print server en klik op “Volgende”.
Voer het IP-adres voor de print server handmatig in, of klik op “Volgende” om het standaard IP-adres te behouden, bijv. 192.168.2.2.
De configuratiegegevens worden in het venster afgebeeld. De “Print Server Set-up” is nu gereed. Klik op “Voltooien” en het systeem zal de print server netwerkpoort aan de PC toevoegen.
Nederlands
De Administrator Installatie is nu in zijn geheel gereed. Klik op “Voltooien”.
Cliënt Installatie en Set-up Het Cliënt installatieprogramma begeleidt je aan de hand van een Wizard door de volgende procedures: Installatie van alle cliënt utilities en drivers. Automatisch toevoegen van alle netwerkpoorten aan de PC. De netwerkpoort driver ondersteunt automatische detectie van het netwerkprotocol. Het zal automatisch een beschikbaar netwerkprotocol (TCP/IP, IPX of NetBEUI) in de cliëntcomputer kiezen om een verbinding naar de print server te maken. Aangezien zowel de print server en de cliënt multi-protocols ondersteunen, zal de configuratie van de cliënt geheel automatisch verlopen. Voer de standaard “Printer Toevoegen" procedure uit zodra de installatie compleet is en selecteer de print server “Netwerkpoort" vanuit de “Beschikbare Poorten" lijst. Je kunt vanaf de PC een testprint uitvoeren waarbij de print server als lokale printer dient. De Cliënt Installatie kan worden uitgevoerd in Windows 95/98/Me/NT/2000/XP/2003 door middel van dezelfde gebruiksinterface. Controleer vóór de installatie of de PC op het netwerk is aangesloten waarbij ten minste één netwerkprotocol is geïnstalleerd. Volg onderstaande stappen om de installatie te beginnen. Plaats de met de print server meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive. Het Autorun.exe programma start automatisch. Indien dit niet het geval is, kies dan voor een handmatige start van het Autorun.exe programma via de hoofddirectory van de CD-ROM. De “Sweex Installer” verschijnt op het scherm. Klik op “cliënt Installatie”. Het “Utilities Set-up” venster wordt nu afgebeeld. Klik op “Volgende”.
Klik op “Volgende” om de utilities in de standaard map te installeren of klik op “Bladeren” om de bestemmingsmap te specificeren waar je de utilities wilt installeren.
Specificeer de programmamap waar de programmapictogrammen zullen worden toegevoegd, klik op “Volgende”.
Nederlands
Het systeem zal vervolgens de utilities installeren. Nu de installatie gereed is, kan de set-up van de cliëntcomputer uitgevoerd worden. Alle print server netwerkpoorten die in het netwerk gesignaleerd worden, zullen automatisch aan je PC toegevoegd worden, klik op “Doorgaan”.
De Cliënt Installatie is nu in zijn geheel gereed. Klik op “Voltooien”.
Windows Procedure Printer Toevoegen Volg onderstaande procedure om een printer aan Windows toe te voegen, nadat een print server “Netwerkpoort” door het Administrator of Cliënt Installatieprogramma is toegevoegd. LET OP: het volgende “Printer Toevoegen” programma volgt de procedure van Windows XP, procedures in andere besturingssystemen zijn gelijksoortig van aard. Stap 1. Klik op “Start”, selecteer: “Instellingen” en dan “Printers en Faxen”. Stap 2. Klik op “Printer Toevoegen”. Stap 3. De “Printer Toevoegen Wizard” verschijnt. Klik op “Volgende”.
Stap 4. Selecteer: “Lokale printer aangesloten op deze computer” en zorg ervoor dat “Automatische detectie en installatie van mijn Plug and Play printer” niet is geselecteerd. Klik op “Volgende”.
Nederlands
Stap 5. Kies de juiste “Print Server Netwerk Poort” welke via de Administrator of Cliënt Installatie is gecreëerd en klik op “Volgende”.
Stap 6. Selecteer de juiste printerfabrikant en model en klik op “volgende”. Indien de printer niet in de lijst voorkomt, klik dan “Laat diskette…” om de printer driver te installeren. Na de installatie wordt het printermodel aan de lijst toegevoegd.
Stap 7. Geef de printer een naam en selecteer deze als de standaard printer, klik op “volgende”.
Stap 8. Maak een keuze om wel of geen testpagina te printen. U wordt aangeraden om een testpagina te printen. Klik op “Volgende”.
Nederlands
Stap 9. De printer is succesvol aan de PC toegevoegd. De printerinformatie staat in het venster afgebeeld. Klik op “Voltooien”.
Je kunt nu vanaf je PC via de print server printen.
Draadloos printen (alleen voor draadloze modellen) Indien je de print server in een draadloze LAN wilt gebruiken, voltooi dan eerst het print server set-up proces via Ethernet en zorg ervoor dat de LAN-instellingen correct zijn. Ontkoppel de Ethernet-kabel nadat de draadloze LAN is ingesteld en herstart de print server; je kunt nu de print server via de draadloze LAN gebruiken. Indien de draadloze configuratie niet werkt, sluit de Ethernet-kabel dan opnieuw aan, herstart de print server en configureer de print server via Ethernet tot de draadloze LAN-instellingen correct zijn. De standaard print server instellingen voor de draadloze functie zijn als volgt: Mode: Ad-Hoc SSID: Standaardkeuze Kanaal: 11
Dubbelklik op het “Draadloos Netwerk” pictogram en het configuratievenster voor het draadloze netwerk verschijnt. Indien je gebruik maakt van een Access Point om je draadloze netwerk te creëren, selecteer dan “Infrastructuur Mode”. Indien je geen Access Point hebt en gebruik wilt maken van een Peer-to-Peer verbinding om je draadloze netwerk te creëren, selecteer dan “Ad-Hoc Mode”. Klik op “Volgende” voor de verdere configuratie nadat de functiemodes van de draadloze functie zijn geselecteerd.
Nederlands
In het geval van een Infrastructuur-mode moet de print server gelinkt worden met een Access Point. Je kunt de print server automatisch laten scannen voor een beschikbaar Access Point, of de SSID van de Access Point dat je wilt gebruiken handmatig invoeren. Indien je ervoor kiest de print server voor een Access Point te laten scannen, zal het volgende venster verschijnen.
De lijst geeft de beschikbare Access Points weer. Selecteer een Access Point uit de lijst en klik op “Volgende”. Indien je niet het Access Point kunt vinden dat je wilt gebruiken, klik dan op “Scan” om de print server opnieuw te laten scannen. Ad Hoc Mode:
In de Ad-Hoc mode kun je de print server automatisch laten linken met andere draadloze stations, of de SSID van je draadloze netwerk handmatig invoeren. Je kunt de print server het kanaal dat overeenkomt met de peer automatisch laten selecteren, of het kanaal handmatig invoeren. Indien je ervoor kiest de print server voor een actief draadloos station te laten scannen, zal het volgende venster verschijnen.
Nederlands
De lijst geeft de actieve draadloze stations weer. Selecteer een draadloos station uit de lijst en klik op “Volgende”. Indien je niet het draadloze station kunt vinden dat je met de print server wilt laten communiceren, klik dan op “Scan” om de print server opnieuw te laten scannen. De volgende procedure dient voor zowel de “Infrastructuur” als de “Ad-Hoc” mode doorlopen te worden:
Deze print server ondersteunt de WEP en WPA-PSK beveiligingsmode. Indien je WEP-encryptie wilt gebruiken om je draadloze netwerk te beschermen, selecteer dan “WEP(ASCII)” of “WEP(HEX)”. Indien je WPA-PSK wilt gebruiken, selecteer dan “WPA-gedeelde sleutel”. De draadloze beveiligingsinstellingen dienen overeen te komen met die van andere draadloze apparaten in hetzelfde netwerk. WEP Beveiligingsmode:
Nederlands
Voor de encryptiesleutel kun je “64 bit” of “128 bit” lengtes selecteren en een “Hexadecimaal” of “ASCII” formaat. Een langere sleutellengte garandeert een betere beveiliging, maar gaat ten koste van de communicatieprestatie. Voer vier sleutelwaarden in door onderstaande regels te volgen; selecteer één sleutel als de standaard sleutel. PassPhrase - Een PassPhrase vereenvoudigt het WEP-encryptieproces door de WEP-encryptiesleutels voor de print server automatisch te genereren. Deze instelling is alleen geldig indien de beveiliging in “WEP(HEX)” mode staat. Sleutel 1 tot Sleutel 4 – Indien de sleutellengte 64-bit is, voer dan Hex-waarden van 10 karakters of ASCII-waarden van 5 karakters in als encryptiesleutels. Bijvoorbeeld: “0123456aef“ of “Guest“. Indien de sleutellengte 128-bit is, voer dan Hex-waarden van 26 karakters of ASCII-waarden van 13 karkaters in als encryptiesleutels. Bijvoorbeeld: “01234567890123456789abcdef“ of “administrator“. WPA-gedeelde Sleutelbeveiligingsmode:
In geval van een “WPA-gedeelde sleutel”, ook “WPA-PSK” genaamd, dienen gebruikers de hogere encryptie methode te selecteren, bijv. TKIP, en een gedeelde sleutelset in te voeren. TKIP – TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) verandert de tijdelijke sleutel om de 10.000 data-eenheden. Dit garandeert een veel hogere beveiliging dan de standaard WEP beveiliging. Gedeelde Sleutel - Voer 8 tot 63 karakters in ASCII formaat in, welke de sleutel vormen voor vaststelling van de authenticiteit binnen het netwerk. Indien je de configuratie voor beveiliging van het draadloze netwerk voltooid hebt, klik dan op “Volgende”.
Je kunt ervoor kiezen de print server de IP-instellingen automatisch te verkrijgen via DHCP cliënt, of de IP-instellingen handmatig in te voeren. Indien je de IP-instellingen handmatig ingeeft, dien je het IPadres, Subnet Mask en standaard Gateway-adres in te voeren. Indien je de configuratie voor de IP-instellingen voltooid hebt, klik dan op “Volgende” om de IP-adresconfiguratie te bevestigen.
Nederlands
Klik “Opslaan” om de configuratie voor het draadloze netwerk op te slaan.
Garantie Voor alle artikelen die gevoerd worden onder de naam Sweex geldt een garantietermijn van drie jaar. Op meegeleverde software en (oplaadbare) batterijen geven wij geen support of garantie. Afhandeling van garantie vindt alleen plaats via de dealer waar het betreffende artikel is aangekocht. Alle merknamen en daaraan verbonden rechten welke in deze handleiding vermeld staan, zijn en blijven eigendom van de rechtmatige eigenaar.
