OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
17-01-2006 18:00
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
18:00
B&W-kamer 1.25
Het Plein
Tijd. voorbereidend intern overleg
Herinrichting Scheltussingel woonzijde parkeren Beleid Waterwingebied (relatie Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort) Huis van de Watersport
19:00 Ontwerp Veiligheidspro-gramma 2006 Peiling
Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort Peiling
19:30
20:00 Motie opvang voorzieningen Voorbereiding besluit
Initiatiefvoorstel Amersfoorts Taskforce voorkoming jeugdwerkloosheid Voorbereiding besluit Initiatiefvoorstel toegankelijke politiek en toegankelijk bestuur Voorbereiding besluit
Huis van de Watersport Peiling
21:00
1
Werkgroep begroting & Verantwoording
Tijd
Raadzaal 1.02
21:30 Herdenken D. Mol Raadsdebatten: Onderwerp: 1. Raadsvoorstel Nota Horecabeleid NotaHorecabeleid Kaartje Portefeuillehouder: H. Brink Woordvoerder 1 e ronde: Van Engelenhoven 22:00 Besluiten 2. Uitbreiding Dierenpark Amersfoort c.a. Toelichting: De raad is bevoegd om medewerking te verlenen het verzoek op grond vanart. 19, lid 1, WRO en tot het nemen van een voorbereidingsbesluit. 3. Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 42 te Amersfoort Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad 4. Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad 5. Jaarstukken onderwijsgroep Amersfoort Toelichting: De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 42b voor dat het bestuur van een stichting de jaarrekening en de begroting niet eerder kan vaststellen, dan nadat de gemeenteraad met de jaarrekening heeft ingestemd en de begroting heeft goedgekeurd Moties 6. Motie inzicht onkruidbestrijding 22:30 Einde
2
Het Besluit Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 21:30
Herdenken D. Mol Raadsdebatten: Onderwerp: 1.
Raadsvoorstel Nota Horecabeleid NotaHorecabeleid Kaartje Portefeuillehouder: H. Brink Woordvoerder 1 e ronde: Van Engelenhoven Besluiten
2.
Uitbreiding Dierenpark Amersfoort c.a. Toelichting: De raad is bevoegd om medewerking te verlenen het verzoek op grond vanart. 19, lid 1, WRO en tot het nemen van een voorbereidingsbesluit.
3.
Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 42 te Amersfoort Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad
4.
Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad
5.
Jaarstukken onderwijsgroep Amersfoort Toelichting: De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 42b voor dat het bestuur van een stichting de jaarrekening en de begroting niet eerder kan vaststellen, dan nadat de gemeenteraad met de jaarrekening heeft ingestemd en de begroting heeft goedgekeurd Moties
6.
Motie inzicht onkruidbestrijding Einde
Herdenken D. Mol
Raadsdebatten:
Onderwerp:
1.
Raadsvoorstel Nota Horecabeleid NotaHorecabeleid Kaartje NotaHorecabeleid (pdf) Kaartje (pdf) Nota Horecabeleid (pdf)
Portefeuillehouder: H. Brink Woordvoerder 1 e ronde: Van Engelenhoven
Besluiten
2.
Uitbreiding Dierenpark Amersfoort c.a. Uitbreiding Dierenpark Amersfoort c.a. (pdf)
Toelichting: De raad is bevoegd om medewerking te verlenen het verzoek op grond vanart. 19, lid 1, WRO en tot het nemen van een voorbereidingsbesluit.
3.
Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 42 te Amersfoort Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 42 te Amersfoort (pdf)
Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad
4.
Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort Toewijzing verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort (pdf)
Toelichting: Verzoek is nog van voor 1 september 2005; derhalve nog bevoegdheid gemeenteraad
5.
Jaarstukken onderwijsgroep Amersfoort Jaarstukken onderwijsgroep Amersfoort (pdf)
Toelichting: De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 42b voor dat het bestuur van een stichting de jaarrekening en de begroting niet eerder kan vaststellen, dan nadat de gemeenteraad met de jaarrekening heeft ingestemd en de begroting heeft goedgekeurd
Moties
6.
Motie inzicht onkruidbestrijding Motie inzicht onkruidbestrijding (pdf)
Einde
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
NOTA HORECABELEID AMERSFOORT 2006-2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – Inleiding 1.1 Horeca in Amersfoort 1.2 Doelstelling horecabeleid 1.3 Totstandkoming horecanota 1.4 Inhoud en reikwijdte horecanota 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 – Uitgangspunten horecabeleid 2006-2010 2.1 Aanbod en vraag: positie en perspectief horeca 2006-2010 2.2 Evaluatie horecabeleid 2000-2006 2.3 Algemene trends in horeca-aanbod en consumentengedrag 2.4 Horeca-aanbod in Amersfoort vanuit stedelijk perspectief Hoofdstuk 3 – Ontwikkelingsvisie en beleidskader horeca 2006-2010 3.1 Vestigingsbeleid 3.2 Horeca in het centrum 3.3 Horeca in woonwijken 3.4 Horeca in landelijk gebied 3.5 Horeca op kantoren- en bedrijventerreinen 3.6 Horeca bij op- en afritten van snelwegen 3.7 Sluitingstijden 3.8 Handhaving en sancties 3.9 Wet Bibob 3.10 Dienstverlening en overleg Hoofdstuk 4 – Conclusies, besluiten en vervolg 4.1 Conclusies 4.2 Besluiten 4.3 Hoe nu verder 4.4 Communicatie Bijlage 1 – Kaart centrum Amersfoort
1
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Hoofdstuk 1 – Inleiding 1.1 Horeca in Amersfoort Amersfoort werkt aan een attractieve en leefbare stad, waar inwoners, bezoekers en ondernemers zich thuis moeten voelen. Een gevarieerd en goed functionerend voorzieningenaanbod hoort daar bij, waaronder horeca. Horeca is een verzamelterm voor een veelheid aan voorzieningen: restaurants, lunchrooms, cafés, hotels, maar ook eet- en drinkgelegenheden in theaters, bioscopen, buurthuizen, kantines bij (sport)verenigingen en gecaterde bedrijfsrestaurants. Met name voor de binnenstad is horeca een van de motoren waarop zij draait. Voor diverse gebieden en/of functies in de stad (denk aan winkelcentra, vrije tijdsvoorzieningen etc.) is horeca een belangrijke (en soms essentiële) hulpmotor. Daarnaast levert horeca een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid in de stad: qua directe werkgelegenheid telt de Amersfoortse horeca bijna 1300 werknemers die minimaal 12 uur per week werken en daarnaast werken veel parttimers (met name jongeren) in de horeca. De horeca levert indirect werk op bij toeleveranciers en faciliteert de zakelijke markt (vergaderaccommodaties, lunchvergaderingen e.d.). Ook zijn veel vrijwilligers actief in bijvoorbeeld buurthuizen en sportkantines. Van de andere kant kan horeca een bron van overlast zijn, bijvoorbeeld geluidsoverlast, geweld (van bezoekers) of parkeerdruk. Dit vraagt om duidelijke kaders en regels waarbinnen horeca zich mag ontplooien. 1.2 Doelstelling horecabeleid Met de nota horecabeleid Amersfoort 2006-2010 streeft de gemeente naar een horecaontwikkeling die de ruimtelijke en economische aantrekkingskracht en kwaliteit van het wonen, werken, winkelen en verblijven in de gemeente Amersfoort versterkt. De afgelopen jaren lag het accent van het gemeentelijk horecabeleid (zoals neergelegd in de Nota Horecabeleid Amersfoort 2000-2005) relatief sterk op het beheer(sen) van de horeca door de nadruk op openbare orde, ruimtelijke ordening en milieu. Vastgesteld is dat dit horecabeleid in de afgelopen jaren aan de doelstellingen heeft voldaan; openbare orde, ruimtelijke ordening en milieu blijven in de komende vijf jaren belangrijke aandachtsvelden. Maar de praktijk leert ook dat de gemeente met het huidige horecabeleid niet altijd adequaat op de (nieuwe) vraag en daarop afgestemde plannen en initiatieven voor (nieuwe) horeca kan inspelen. Een economische invalshoek en ontwikkelingskader wordt in het huidig beleid gemist. Ook spelen diverse landelijke ontwikkelingen in vraag en aanbod die vragen om actualisatie van het horecabeleid in Amersfoort. Bij het realiseren van de doelstellingen van het horecabeleid heeft de gemeente een voorwaardenscheppende rol. Het is aan de markt (ondernemers, consumenten) om binnen de gestelde randvoorwaarden concrete invulling te geven aan het horeca-aanbod in de stad. De in de nota uitgewerkte ruimtelijk-economische visie is mede gebaseerd op bestaande ideeën of plannen van (startende) horecaondernemers en waarvan sommige tot op heden nog niet gerealiseerd konden worden. Ook is gekeken naar onderzochte behoeftes en trends bij horecaconsumenten waar in Amersfoort nog niet of nauwelijks op wordt ingespeeld. Met het horecabeleid wil de gemeente het mogelijk maken dat kan worden voorzien in de behoeftes van haar inwoners, bezoekers en werkenden. 1.3 Totstandkoming horecanota Ten behoeve van de actualisatie van het gemeentelijk horecabeleid heeft een extern adviesbureau (B@S Consultants) een beleidsadvies geformuleerd. Dit is gedaan met een evaluatie van (de uitvoering van) de horecanota 2000-2005 en een onderzoek naar de stand van zaken van de horeca en
2
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
het toekomstperspectief in Amersfoort. Met behulp van dit extern beleidsadvies is de voorliggende horecanota 2006-2010 opgesteld. Tijdens dit proces heeft overleg en afstemming plaatsgevonden met de horecasector en overige partners op het gebied van economie en openbare orde. Er is een begeleidingsgroep voor het opstellen van de horecanota geformeerd met vertegenwoordigers van de gemeente, Koninklijk Horeca Nederland, Kamer van Koophandel Gooi en Eemland en Provincie Utrecht. Met diverse belanghebbenden (ondernemers, vastgoedeigenaren, brouwerijen, ontwikkelaars, OBV etc.) zijn individuele gesprekken gevoerd en er is een gezamenlijke ‘Ronde Tafel bijeenkomst’ gehouden. Tot slot is gesproken met vertegenwoordigers van betrokken gemeentelijke afdelingen (waaronder de brandweer, RO, Cultuur) en externe partners als politie, OM en Gewest Eemland. Het college heeft 25 oktober 2005 de nota in concept vastgesteld. Vervolgens heeft een vorm van inspraak door middel van een peiling plaatsgevonden. Hierover is breed gecommuniceerd in de pers en de concept nota was in te zien in de Informatiewinkel en op de gemeentelijke website. Tijdens twee inloopmomenten (ochtend en avond) hebben ongeveer 40 belangstellenden gereageerd op de nota. De peiling heeft geleid tot enkele kleine aanpassingen en verduidelijking op onderdelen van de tekst. De reacties gaven geen aanleiding tot inhoudelijke bijstelling van het voorgestelde beleid. 1.4 Inhoud en reikwijdte horecanota In voorliggende nota wordt het geactualiseerde horecabeleid voor de komende jaren uiteengezet. De horecanota 2006-2010 bouwt voort op het in 2000 ingezette horecabeleid, waarbij in het geactualiseerde horecabeleid naast openbare orde aspecten, ook de economische aspecten een prominente plaats hebben. Actualisatie van het horecabeleid is een van de concreet benoemde resultaten voor 2005 uit de economische nota ‘Amersfoort Werkt – Plan van Aanpak Economie’ (2004). Samen met onder andere de detailhandelsnota ‘Winkelen in Amersfoort’ (2002) vormt de horecanota het kaderstellend beleid voor commerciële voorzieningen in de stad. De horecanota 2006-2010 stelt kaders voor beleid en projecten waar horeca aan de orde is. De nota is van invloed op bestemmingsplannen, vestigingsmogelijkheden, vergunningverlening, sluitingstijden etc. van alle horeca in de gemeente Amersfoort. Meer specifiek (gebiedsgericht) is beleid geformuleerd over het horecaperspectief voor de binnenstad en de ontwikkelingsmogelijkheden van nieuwe horeca in bijvoorbeeld het Eemplein, Eemhaven Amersfoort en Vathorst. Het is aan de markt om binnen de gestelde randvoorwaarden invulling te geven aan de horecaontwikkeling. Aanvullend op het horecabeleid zijn er diverse beleidsterreinen en activiteiten die met horeca te maken hebben. Deze beleidsterreinen maken geen onderdeel uit van deze nota. Dit betreft onder andere het beleid ten aanzien van terrassen, amusementshallen, seksinrichtingen, coffeeshops, hotels, milieuvergunningbeleid. Op hoofdlijnen voldoet het huidig beleid op deze terreinen. Op het moment dat door wijzigende omstandigheden actualisatie op een van deze beleidsterreinen nodig is, dan zou (gezien de specifieke aard) een apart actualisatietraject plaats moeten vinden. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten van het horecabeleid geschetst. Dit betreft een analyse van de horeca in Amersfoort (vraag en aanbod), een evaluatie van het horecabeleid 2000-2005 en het toekomstperspectief voor de horeca de komende jaren. Het toekomstperspectief gaat uit van reeds geplande nieuwe horeca in ontwikkelingsgebieden (Eemplein, Vathorst e.d.), trends in de markt en gemeentelijk beleid (openbare orde, economie, ruimtelijke ordening etc.). Hoofdstuk 2 wordt afgesloten met een visie op het (gewenste) horeca-aanbod vanuit stedelijk perspectief. Dit vormt het bredere perspectief (de beleidscontext) van waaruit concrete beleidsvoorstellen worden gedaan in hoofdstuk 3.
3
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
In hoofdstuk 3 is de ontwikkelingsvisie en het beleidskader voor de horeca voor de periode 2006-2010 verwoord. Grotendeels borduurt dit voort op vigerend beleid en bestaande plannen. Op sommige onderdelen worden concrete nieuwe voorstellen gedaan. Alle concrete besluiten die voortvloeien uit het geactualiseerde horecabeleid staan in dit hoofdstuk. Voor de leesbaarheid zijn per paragraaf aan het begin alle besluiten opgesomd en genummerd. Daarmee is tevens bij elk besluit de beleidsmatige achtergrond direct te vinden. Hoofdstuk 4 vat de belangrijkste elementen van het horecabeleid samen, somt alle besluiten die voortvloeien uit het horecabeleid op en geeft het vervolg aan. Het voor deze nota gebruikte externe beleidsadvies van B@S Consultants is ter inzage beschikbaar bij de afdelingen Economische Zaken en Openbare Orde en Veiligheid.
4
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Hoofdstuk 2 – Uitgangspunten horecabeleid 2006-2010 2.1 Aanbod en vraag: positie en perspectief horeca 2006-2010 Er is sprake van horeca (volgens de definitie van het Bedrijfschap Horeca en Catering) als wordt voldaan aan de volgende vier criteria: 1. Er worden dranken, spijzen, maaltijden of logies verstrekt; 2. de verstrekking vindt plaats in een ruimte die is ingericht voor verbruik ter plaatse; 3. er is sprake van dienstverlening (bijv. serveren en verstrekken van servies en bestek); 4. de activiteiten vinden als bedrijf plaats. Anno 2005 telt Amersfoort bijna 300 horecabedrijven met een gezamenlijk vloeroppervlak van 40.000 m2 vvo (verkoopvloeroppervlak). Dit betreft bedrijven met een horeca A vergunning (‘zachte’ horeca waar de nadruk ligt op eten en minder op (alcoholisch) drinken: restaurant, eetcafé, lunchroom e.d.) en een horeca B vergunning (‘harde’ horeca waar de nadruk ligt op (alcoholisch) drinken en minder op eten: café, bar, discotheek e.d.). Daarnaast is aan ongeveer 100 bedrijven en instellingen door de gemeente een horeca C vergunning (horeca als nevenfunctie bij (overwegend) maatschappelijke voorzieningen: sportkantine, buurthuis, maar ook hotel e.d.) afgegeven en zijn er ongeveer 80 gecaterde bedrijfsrestaurants. Ongeveer de helft van de horecabedrijven is in het centrum gesitueerd en de andere helft is in de omliggende wijken gesitueerd. Horeca-C en gecaterde bedrijfsrestaurants vinden we met name buiten het centrum: in de woonwijken, op bedrijventerrein of elders (sportvelden etc). In vergelijking met 10 jaar geleden is er sprake van een groei van het horeca-aanbod in Amersfoort (zie tabel 1), zowel in aantallen horecabedrijven (m.n. in gecaterde bedrijfsrestaurants) als in grootte van de zaken (schaalvergroting). Ondanks die groei heeft Amersfoort vergeleken met andere Nederlandse steden een gemiddeld kleiner aanbod per hoofd van de bevolking (zie tabel 2). Tabel 1: Horecaontwikkeling in Amersfoort Bedrijven en m2 vloeroppervlak (afgerond) Drankensector Fastfoodsector Restaurantsector Hotelsector
September 1994
91 13.400 m2 76 3.700 m2 73 12.200 m2 8 2.600 m2 238 kamers Totaal horeca 248 31.900m2 gecaterde bedrijfsrest. 37 nvt en partycatering 2 nvt Bron: Bedrijfschap Horeca en Catering
September 1999
September 2004
98 17.800 m2 83 4.900 m2 70 9.400 m2 7 2.900 m2 283 kamers 258 35.000 m2 59 nvt 1 nvt
113 20.000 m2 85 5.600 m2 76 10.700 m2 7 3.200 m2 300 kamers 281 39.500 m2 63 nvt 2 nvt
Tabel 2: Vergelijking horeca-aanbod DrankenFastfood- Restaurant HotelTotaal sector sector sector sector Horeca Gemeente Amersfoort (133.000 inw.) 8,5 6,4 5,7 0,5 21,1 Gemeenten met 100.000 - 150.000 inw. 10,2 6,4 6,1 1,0 23,7 Gemeenten met meer dan 150.000 inw. 12,6 7,1 6,9 1,3 27,9 Nederland gemiddeld 11,5 6,0 6,4 1,7 25,6 Bron: HINC Bedrijfschap Horeca en Catering, aanbod exclusief gecaterde bedrijfsrestaurants en partycatering Situatie september 2004: Gemiddeld aantal bedrijven per 10.000 inwoners
In de periode 2006-2010 wordt rekening gehouden met een forse groei van het inwonertal van nu ongeveer 135.000 mensen naar ongeveer 150.000 in 2010 (en ca. 160.000 in 2015). Gezien de verdere bevolkingsgroei en de algehele ontwikkeling van de stad (een attractieve ontwikkeling van de binnenstad, de totstandkoming van het Eemplein en Eemhaven Amersfoort en
5
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
diverse andere ruimtelijke plannen in het centrum en daarbuiten in de (nieuwe) woonwijken) is het van belang zowel het bestaande horeca-aanbod als het nieuw toe te voegen horeca-aanbod voldoende ontwikkelingsperspectief te bieden: • Bestaande horecabedrijven moeten kunnen moderniseren (conceptverandering, schaalvergroting e.d.). Instrumenten om hier richting aan te geven zijn onder andere de bouwen gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplan, de APV en (het beleid voor) de afgifte van vergunningen. Op basis van concrete plannen van bestaande horecabedrijven zullen, indien bovengenoemde instrumenten ingezet moeten worden, de mogelijkheden bekeken worden. • Qua toevoeging van horeca kan worden uitgegaan van een additionele economische marktruimte van 7.500 tot 10.000 m2 vvo.1 Het gaat dan om vestigingsmogelijkheden voor ca. 30 tot 50 nieuwe horecabedrijven in de komende 5 jaar. Het overgrote deel van deze toevoeging is reeds voorzien in de plannen voor Eemplein, Eemhaven Amersfoort en Vathorst. Per saldo zal ongeveer de helft in het centrum (binnenstad, Eemplein en Eemhaven Amersfoort) terecht komen en de andere helft verspreid over de rest van de stad. Vooral in de daghoreca, restaurants en dergelijke (horeca A en C) is marktruimte aanwezig en kunnen kansen worden benut voor verbreding en kwaliteitsverbetering van het totale Amersfoortse horeca-aanbod. In beperktere mate is er nog ruimte voor meer uitgaanshoreca (horeca B). In hoofdstuk 3 worden deze hoofdlijnen van het horecabeleid nader uitgewerkt per gebied (centrum, woonwijken etc.). Na 2010 zal er op grond van een te verwachten verdere groei van het inwonertal tot 2015 (m.n. Vathorst) een verdere uitbreiding van horeca in Amersfoort mogelijk zijn (in totaal ca. 20-25 bedrijven). Dit lange termijn perspectief blijft in voorliggende nota verder buiten beschouwing, doch in het beleid voor de periode 2006-2010 wordt er wel op geanticipeerd. 2.2 Evaluatie horecabeleid 2000-2005 Eind jaren ‘90 had de horeca in Amersfoort veel problemen op het gebied van openbare orde (als veroorzaker en als slachtoffer). Het horecabeleid 2000-2005 was derhalve vooral ingezet vanuit beheersoptiek (openbare orde, ruimtelijke ordening, milieu). Het beleid richtte zich daarbij op het verplaatsen van vestigingen op ongewenste locaties naar horecaconcentratiegebied, een aangescherpte sluitingstijdenregeling, afspraken ten aanzien van veilig uitgaan, openbare orde en het handhavingsbeleid. Er werd slechts een beperkte groei van horeca-aanbod mogelijk gemaakt. In stadsvernieuwingsplannen / bestemmingsplannen werden de nodige voorwaarden gesteld aan vestigingsplaatsen (zoneringsysteem), typen vestigingen (horeca-A, B of C), aantallen vestigingen (maximumstelsel c.q. maximaal aantal m2 horeca) et cetera. Evaluatie leert dat het beleid van 2000-2005 op de voorgestelde hoofdzaken (oplossen openbare ordeproblematiek, groei horeca in goede banen leiden) succesvol is geweest. De openbare orde en overige handhavingaspecten worden over het algemeen goed beheerst, mede door een nauwe overlegstructuur tussen betrokkenen vanuit de horecasector, gemeente (waaronder brandweer), politie, en Gewest Eemland. Ook in de komende vijf jaar zal de aandacht voor de openbare orde en de handhaving onverminderd nodig zijn om een prettig uitgaansklimaat te kunnen waarborgen. Wel is er behoefte om het handhaving- en sanctiebeleid vast te leggen in een handhavingprotocol (zie hierna onder 3.8). Dit om de huidige overlegstructuren en werkwijze van diverse betrokken organisaties verder te versterken en richting ondernemers de helderheid over handhaving en sanctiebeleid te vergroten. Bovendien zal bij een aanvraag van een horeca-exploitatievergunning de mogelijkheid om de nieuwe Wet Bibob toe te passen structureel worden benut (zie hierna onder 3.9). Op het economisch perspectief van de horeca (gebiedsgericht, typegericht) was geen beleid geformuleerd. De economische ontwikkeling van moderne en eigentijdse vormen van horeca is hierdoor onderbelicht gebleven. Momenteel liggen er concrete ontwikkelingsvraagstukken voor, zoals Eemplein, Eemhaven Amersfoort, Vathorst. Ook op specifieke plekken in de stad (bijvoorbeeld 1
Op basis van kengetallen heeft B@S Consultants de economische marktruimte berekend.
6
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Amicitia, Mariënhof e.d.) is er vanuit de markt de vraag om horeca te ontwikkelen. Reden om in de komende jaren vanuit economische invalshoek het ‘ontwikkelen’ van de horecasector meer centraal te stellen in het nieuwe horecabeleid. De algemene conclusie is dat het horecabeleid 2000-2005 waarin het beheersen centraal stond, heeft gewerkt. Vastgesteld wordt ook dat er nu een nieuwe periode aanbreekt waarin de ontwikkeling van moderne vormen van horeca mogelijk gemaakt moet worden voor bestaande en nieuwe horeca. Voorop staat verbetering van de kwaliteit en vergroting van de variatie van het Amersfoortse horecaaanbod. 2.3 Algemene trends in horeca-aanbod en consumentengedrag Voor een goede ontwikkeling en beheersing van de horeca in Amersfoort is het belangrijk dat het gemeentelijk horecabeleid aansluit op nu gesignaleerde (landelijke) ontwikkelingen en trends in de markt. De aanbodzijde kenmerkt zich vooral door verzakelijking en ketenvorming, schaalvergroting en branche- en sectorvervaging. De vraagontwikkeling is divers en diffuus. Naast jongeren (15 tot 25/30 jaar) zijn er steeds meer doelgroepen ouderen (zowel dertigers/veertigers met/zonder kinderen als 55plussers zonder kinderen) die elk hun eigen horecawensen hebben. Er is een ‘zappende’ consument die steeds minder zaakgebonden is en behoefte heeft aan grote variatie door de dag heen. Een vast gegeven is en blijft de behoefte aan ontmoeten en uitgaan, die zich op vele manieren uit, en waarvoor vele verschillende vormen van horeca denkbaar zijn. In de ontwikkeling van nieuwe horecaconcepten wordt veel aandacht besteed aan lifestyle bepalende zaken: beleving en betekenis. 2.4 Horeca-aanbod Amersfoort vanuit stedelijk perspectief De gemeente Amersfoort streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de horeca. Het horecabeleid is integraal: het houdt rekening met alle aan horeca verwante aspecten (ruimtelijke ordening, economie, openbare orde, milieuwetgeving, ondernemerschap, woon- en leefklimaat, monumentenzorg, beheer en dergelijke) De gemeente wil de komende vijf jaar binnen heldere beleidskaders en regels de markt ruimte bieden om het horeca-aanbod naar eigentijdse maatstaven verder te ontwikkelen. Daarmee speelt de gemeente in op vragen uit de markt en kan de horeca in Amersfoort meer inspelen op de vraag van verschillende horecadoelgroepen (inwoners, zakelijke markt, toerisme/recreatie). De gemeente is hierin voorwaardenscheppend en het is uiteindelijk aan de horecasector om kansen te benutten. Naar geografische spreiding wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen de binnenstad (inclusief de uitbreiding van het centrum met Eemplein en Eemhaven Amersfoort) en de rest van de stad: •
De binnenstad is het kloppend hart van de stad. De functies van de binnenstad zijn divers (verblijven, werken, wonen). Als vanouds is horeca een van de dragende functies van de binnenstad en het belang van horeca voor een attractieve binnenstadontwikkeling neemt toe. De positie van de binnenstad als regionaal koopcentrum met uitgaansmogelijkheden is kwetsbaar. Onder andere via het detailhandelsbeleid, binnenstadmanagement (promotie, veilig ondernemen) en de uitbreiding van het centrum met nieuwe verblijfsgebieden (Eemplein, Eemhaven Amersfoort) werkt de gemeente met haar partners van de stad aan versterking van de binnenstad. Ook vanuit openbare orde en sociaal-maatschappelijke optiek krijgt de binnenstad bijzondere aandacht (campagne Veilig op Straat, Convenant Veilig Uitgaan, aanpak veelplegers, verslavingszorg etc.). Vanuit economisch perspectief wordt horeca gezien als een van de motoren voor een positieve ontwikkeling van de binnenstad, met name de combinatie van recreatief winkelen, cultuur en horecabezoek. Ook de groei van de stad (m.n. Vathorst) vraagt om een grotere opnamecapaciteit voor verblijf- en uitgaanspubliek in het centrum. Randvoorwaarde daarbij is, zoals hiervoor reeds werd opgemerkt, een blijvend beheersbare situatie qua openbare orde. Voorop staat algehele kwaliteitsverbetering,
7
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
mogelijkheden voor modernisering en uitbreiding voor bestaande horecabedrijven en beheerste groei van het aantal vestigingen in de bestaande binnenstad. Binnen deze randvoorwaarden mag de horeca zich in aangewezen gebieden intensiever manifesteren. In dit gebied moet de horeca beschikken over kwaliteit en aantrekkingskracht voor alle doelgroepen die het centrum nu en in de toekomst bezoeken. Inwoners van de stad moeten er op alle momenten van de dag terecht kunnen, maar ook bezoekers van buiten de stad moeten er gastvrij ontvangen worden. Je moet er ’s ochtends kunnen ontbijten, tijdens het winkelen koffie kunnen drinken en lunchen, goed kunnen dineren en ook ’s avonds en ’s nachts moet er gevarieerd vertier zijn. •
In de rest van de stad is horeca in de regel vooral ondersteunend aan de hoofdfunctie aldaar danwel betreft het een solitaire vestiging die geen directe afhankelijkheid van haar naaste omgeving kent. De lunchroom in het winkelcentrum, het buurtcafé op de hoek van de straat en het restaurant op het kantorenterrein kunnen positief bijdragen aan het winkel-, woon- en werkklimaat. Ook bij sportvoorzieningen, verenigingsgebouwen, recreatiegebieden en toeristische voorzieningen horen veelal horecavoorzieningen. Regel is dat horeca zich in deze situaties naar aard en omvang voegt naar de hoofdfunctie van zijn omgeving. Dit betekent bijvoorbeeld een op het winkelend publiek gericht horeca-aanbod in wijk- en buurtwinkelcentra of in voorkomende gevallen beperktere openingstijden voor buurtcafés in woongebieden in vergelijking met de openingstijden die gelden voor cafés in het uitgaansgebied van de binnenstad. Het qua volume niet ongebreideld toestaan van (nieuwe) horeca elders in de stad wordt tevens ingegeven door de doelstelling om de positie van de binnenstad als verblijf- en uitgaansgebied voor alle Amersfoorters te versterken. Clustering van horeca biedt de inwoners en bezoekers van de stad een aantrekkelijker voorzieningenaanbod dan een versnipperd horeca-aanbod.
Het is naast een gebiedsgerichte differentiatie, ook van belang te onderscheiden naar typen horeca. Elk type horeca (eten/drinken/dansen, avond/dag, doelgroep, kwaliteit etc.) heeft zijn eigen vestigingsmogelijkheden en beheersopgave. Zo betreft het beheersen van uitgaanshoreca voor een belangrijk deel het beperken van overlast (openbare orde). Bij horeca C-exploitaties, bijvoorbeeld een sportkantine, gaat het erom dat dergelijke voorzieningen conform de afgegeven vergunning hun klanten beperken tot het verenigingspubliek (leden, tegenstanders, supporters). Indien men klanten van buiten wil gaan bedienen, is een andere vergunning (A of B) vereist en is het de vraag of de effecten op de omgeving aldaar toelaatbaar zijn. In zijn algemeenheid hecht de gemeente aan vernieuwende, eigentijdse concepten die zich richten op doelgroepen die nog niet of onvoldoende worden bediend. Meer specifiek geldt: • Er is geen behoefte aan uitbreiding van al bestaande meer traditionele vormen van uitgaanshoreca in de binnenstad. Een grotere aantrekkelijkheid van de horecaconcentratiegebieden (zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort) wordt niet gezocht in meer van hetzelfde. • Er is wél behoefte aan extra dansgelegenheid in het centrum. Momenteel werken gemeente en marktpartijen aan de plannen voor realisatie van twee discotheken/dansgelegenheden (Eemplein en binnenstad). • Ook in de sfeer van eten en drinken (lunchen / dineren voor de zakelijke markt, toeristisch / recreatieve bezoekers en winkelend publiek in het centrum) zal de mogelijke uitbreiding van het horeca-aanbod zich moeten manifesteren in moderne en eigentijdse concepten, in bestaande en een beperkt aantal nieuwe zaken. • Niet alleen voor winkelend, zakelijk en toeristisch/recreatief publiek in de binnenstad, maar ook voor de wat oudere en voor de wat minder draagkrachtige doelgroepen in Amersfoort moeten er mogelijkheden zijn voor ontmoeting en uitgaan in (de wijken van) Amersfoort (eigentijdse combinaties met andere buurt- en wijkfuncties). • In het kader van Amersfoort Studentenstad zal het aantal studenten de komende jaren verder toenemen. Deze ontwikkeling vraagt tevens om horecavoorzieningen die zich richten op studenten als doelgroep.
8
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
De gemeente realiseert zich dat moderne eigentijdse horecaconcepten niet altijd eenduidig passen binnen de in Amersfoort gehanteerde indeling in horeca-A, B, of C-vergunningen. Desalniettemin biedt de eenvoud van de indeling in combinatie met APV en andere regelgeving voldoende mogelijkheden om een goede economische ontwikkeling van horeca mogelijk te maken en een goed beheer van de horecasector te garanderen. De gemeente stelt randvoorwaarden waarbinnen horeca zich kan ontwikkelen. De horecanota 20062010 verschaft de beleidsmatige basis voor uitbreiding van het horeca-aanbod. Op basis van concrete en passende voorstellen (zoals gebruikelijk wordt getoetst op o.a. het bestemmingsplan, openbare orde, milieu, bereikbaarheid, parkeren, monumentenstatus en dergelijke) kan de gemeente hieraan meewerken. De gemeente wil zorgvuldig omgaan met het bieden van nieuwe ruimte. In situaties waar de gemeente kan sturen (in het geval dat het bestemmingsplan moet worden aangepast of een nieuwe vergunning moet worden verleend), zal zij voor zover mogelijk inhoudelijk toetsen op basis van de in deze nota neergelegde ruimtelijk-economische visie. De gemeente wil meewerken aan nieuwe vormen van horeca die kwaliteit toevoegen aan het horeca aanbod voor inwoners, werkenden en bezoekers van Amersfoort. Er wordt beseft dat de gemeente na het planologisch mogelijk maken van horeca niet meer kan sturen op het horecaconcept (anders dan het handhaven van wettelijke regelingen en openbare orde aspecten). Het is vervolgens de markt (ondernemer en consument) die de levensvatbaarheid van diverse horecavormen bepaalt. Ten behoeve van een goede horecaontwikkeling is tevens een goede gemeentelijke dienstverlening aan horecaondernemers van belang. Voor diverse horeca-aspecten waar ondernemers mee te maken hebben, zijn binnen de ambtelijke organisatie heldere en bereikbare aanspreekpunten vereist.2 Ook afstemming en samenwerking met (vertegenwoordigende of belanghebbende) partners hoort hier bij. De bestaande werk- en overlegstructuren tussen de diverse betrokken gemeentelijke afdelingen (waaronder brandweer) en externe partners als Koninklijk Horeca Nederland, politie, OM en Gewest Eemland functioneert in die zin naar tevredenheid en zal geconsolideerd en waar mogelijk versterkt worden. Tot slot is een duidelijk handhaving- en sanctieregime van belang. Niet alleen het (continu) fijnslijpen van de eigen werkwijze is van belang, maar ook de communicatie richting ondernemers over regels waar zij mee te maken hebben en hoe daar op wordt gehandhaafd. Uitgangspunt daarbij is dat regels helder en naleefbaar zijn en bijdragen aan de kwaliteit en goede inpassing van horecavoorzieningen.
2
Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel Gooi en Eemland (Horecacompas 2005) scoort de gemeente Amersfoort goed op dit punt.
9
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Hoofdstuk 3 – Ontwikkelingsvisie en beleidskader horeca 2006-2010 3.1 Vestigingsbeleid Besluit 1: De gemeente streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de horeca. Naast het benoemen van locaties voor ontwikkeling (in het centrum, maar ook daar buiten) is de gemeente elders (met name in woongebieden) terughoudend met het toestaan van horecaactiviteiten. Clustering van horeca biedt de inwoners en bezoekers van de stad een aantrekkelijker voorzieningenaanbod dan een versnipperd horeca-aanbod en heeft ook de voorkeur vanuit openbare orde en beheersoptiek De gemeente streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de horeca in Amersfoort. Diverse belangen spelen een rol bij horeca. Bestaande en nieuwe ondernemers moeten kansen kunnen verzilveren om consumenten een aantrekkelijk horeca-aanbod te bieden. Veiligheid en openbare orde moeten gewaarborgd blijven. Bij het bepalen van de ontwikkelingsmogelijkheden voor horeca is samenhang met zaken als leefbaarheid, monumentenzorg, beheer openbare ruimte en belangen van andere (economische) functies evenementen, winkels, markten etc. van belang. In randvoorwaardelijke zin kan de gemeente ongewenste ontwikkelingen (veelal op basis van openbare orde, regelgeving etc.) tegenhouden en gewenste ontwikkelingen (vanuit het streven naar goede voorzieningen voor inwoners, bedrijven en bezoekers) mogelijk maken. Het is vervolgens aan de markt om kansen te benutten en ontwikkelingen te realiseren. De nota horecabeleid 2006-2010 geeft op hoofdlijnen een visie op (on)gewenste horecaontwikkeling. Voor een deel is dat actief beleid (planmatige ontwikkelingen als Eemcentrum, Eemhaven, Vathorst of actieve samenwerking met marktpartijen op specifieke locaties) en deels reactief (de markt initieert, de gemeente kan meewerken). Instrumenten die kunnen worden ingezet zijn het bestemmingsplan, vergunningverlening, APV, sluitingstijden etc. Er moet worden beseft dat de gemeente beperkt kan sturen op horecaconcepten. De gemeente heeft een streven (meer kwaliteit en diversiteit), maar het is de markt die uiteindelijk daar invulling aan geeft: zijn er ondernemers die iets nieuws aandurven en dat ook kunnen realiseren? Zijn er consumenten die er naar toegaan? De gemeente wil zorgvuldig omgaan met het bieden van nieuwe ruimte. In situaties waar de gemeente kan sturen (in het geval dat het bestemmingsplan moet worden aangepast of een nieuwe vergunning moet worden verleend), wil de gemeente geen ‘carte blanche’ aan de markt geven, maar zal voor zover mogelijk inhoudelijk worden getoetst op basis van de in deze nota neergelegde ruimtelijkeconomische visie. Uitgangspunt van de nota is dat voor de Amersfoortse consumenten een (blijvend) aantrekkelijk horeca-aanbod ontstaat. Het staat daarbij iedere ondernemer vrij om voorstellen in te dienen en vergunning aan te vragen. Het college toetst elke aanvraag aan beleidsmatige en juridische randvoorwaarden (bestemmingsplan, APV, milieuwetgeving etc.). In de huidige situatie legt het in het bestemmingsplan verankerde zoneringsysteem (maximumstelsel) in delen van het centrum beperkingen op aan nieuwe horeca (er kan pas een nieuwe vergunning worden afgegeven als elders in de betreffende zone een vergunning wordt beëindigd). Met de horecanota 2006-2010 ontstaat er meer flexibiliteit om beargumenteerd een beperkt aantal nieuwe initiatieven mogelijk te maken. De nota biedt dan de beleidsmatige basis om per geval via een wijzigingsprocedure van het bestemmingsplan het opgenomen maximum in de betreffende zone te verhogen. De gemeente kan na het planologisch mogelijk maken van horeca niet meer sturen op het horecaconcept. De gemeente kan wel sturen op openbare orde aspecten, het handhaven van wettelijke regelingen en dergelijke. Van veel van de in de nota specifiek genoemde locaties is al langer bekend dat daar horeca kan komen of dat dit wenselijk is. Veelal heeft besluitvorming hierover al eerder plaatsgevonden. Indien in het
10
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
kader van de horecanota aanvullende besluitvorming vereist is, komt dit expliciet via de genummerde besluiten naar voren. Daarnaast zijn er locaties of gebieden die niet expliciet zijn genoemd. Dit betekent niet dat daar geen enkele horecaontwikkeling mogelijk is. Hier geldt het generieke beleid dat uitgaat van twee pijlers: terughoudend beleid (met name in woonwijken) vanuit openbare orde en leefbaarheid (dit bouwt voort op het bestaande beleid); vanuit het streven naar kwaliteit en diversiteit kan op basis van een passend voorstel een andere afweging worden gemaakt (met name in het centrum ten behoeve van restaurants en daghoreca is dit denkbaar, zoals bijvoorbeeld Bloemendalsestraat, Krommestraat, Koestraat, Varkensmarkt e.d. waar al enige horeca aanwezig is). Het is op voorhand niet te zeggen op welke locaties dergelijke initiatieven zich aandienen. In het vestigingsbeleid voor horeca wil de gemeente voortgaan op het huidige beleid dat zich richt op concentratie van horeca B (‘harde’ horeca) op en rond de pleinen Hof en Lieve Vrouwekerkhof (zie bijlage 1: Kaart centrum Amersfoort). Daarnaast ontstaat er bij het Eemcentrum en Eemhaven Amersfoort een clustering van horeca en overige uitgaansvoorzieningen dat zich onderscheidt van het aanbod op de twee pleinen: grootschalige voorzieningen (bijvoorbeeld discotheek, poppodium, bioscoop) in combinatie met diverse horeca A voorzieningen en een enkele horeca B voorziening (zie verder paragraaf 3.2). Voor ‘zachte’ horeca A is er vanuit openbare orde aspecten als vanouds minder aanleiding om te concentreren. Dergelijke horecavoorzieningen zijn dan ook meer gespreid in de stad aanwezig. Vanuit ruimtelijk-economisch oogpunt is het wel wenselijk nieuwe horeca als restaurants, lunch-, coffee- en tea rooms en dergelijke zo veel mogelijk te situeren in gebieden (straten) waar al horeca voorzieningen of andere publieksfuncties (detailhandel, cultuur e.d.) aanwezig zijn. Ondersteunende horeca bij winkelcentra, leisure-, sport-, recreatieve of culturele voorzieningen situeren zich uiteraard op de plek waar de hoofdfunctie zich bevindt. 3.2 Horeca in het centrum Besluit 2: Per horecaconcentratiegebied wil de gemeente, als daartoe concrete en passende voorstellen worden gedaan, voor de komende vijf jaar maximaal 3 nieuwe horecapanden planologisch mogelijk maken, waarvan 1 horecabedrijf als zgn. ontnuchteringzaak (zie verder onder 3.7) moet functioneren. Aan de zuidzijde van de Hof (zijde Langestraat) is horeca B uitgesloten. De uitbreidingsmogelijkheden betreffen structureel leegstaande panden of panden die matig geschikt zijn voor hun oorspronkelijke functie (wonen, detailhandel). Besluit 3: De gemeente staat open voor een mogelijk andere invulling van Amicitia. Gedacht wordt aan een goede mix van leisure met horeca A. Er wordt niet gedacht aan nachthoreca (horeca B). Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een voor Amicitia gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 4: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, horeca C in St. Aegtenkapel aan ’t Zand planologisch mogelijk maken. Besluit 5: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, een invulling van Mariënhof op de hoek Zuidsingel / Kleine Haag met wonen / hotel / restaurant planologisch mogelijk maken. Besluit 6: De gemeente wil de mogelijkheden onderzoeken om het mogelijk te maken dat winkels en culturele voorzieningen horeca-achtige activiteiten kunnen ontplooien als ondergeschikte nevenactiviteit. Dergelijke ‘coffee corners’ zijn bedoeld voor het tijdens openingstijden van de winkel of culturele voorziening serveren van warme en koude nonalcoholische dranken in combinatie met kleine versnaperingen als gebak ter verrijking van de bedrijfsformule. Dit wordt aan regels gebonden zodat de gemeente kan toetsen en handhaven.
11
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Besluit 7: Ter verbetering van de relatie tussen het kernwinkelgebied en de horecaconcentratiegebieden in de binnenstad wil de gemeente, indien daartoe een passend voorstel wordt gedaan, de mogelijkheden voor de vestiging van een enkel horeca A-bedrijf in verbindende straten onderzoeken en indien het een op die plek gewenste horeca-invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 8: Ter verbetering van het horeca-aanbod in (delen van) het centrum voor studenten wil de gemeente bij wijze van proef gedurende 1 jaar in het horecaconcentratiegebied op en rond de Hof (zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort) een beperkt aantal horeca B bedrijven de mogelijkheid bieden om op donderdagavond langer open te blijven.In overleg met betrokkenen zal dit verder worden uitgewerkt in het eerste kwartaal van 2006. Na 1 jaar wordt de proef geëvalueerd en wordt besloten over het vervolg. Het horeca-aanbod in Amersfoort kent een (sterke) concentratie in de binnenstad. In die binnenstad is het aanbod (mede door het beleid) in de afgelopen jaren geconcentreerd in twee horecaconcentratiegebieden. Deze horeca heeft een sterke nadruk op het (jongere) uitgaanspubliek. Oudere doelgroepen en andere doelgroepen (zakenman en -vrouw, toerist, winkelbezoeker, studenten) zouden beter bediend kunnen worden. Om tot een evenwichtiger en gevarieerder horeca-aanbod in het centrum te komen, is het in de eerste plaats van belang dat bestaande horecabedrijven kunnen moderniseren. Op basis van concrete plannen van bestaande horecabedrijven zullen per geval de mogelijkheden bekeken worden. Ook worden in het horecabeleid naast bestaande locaties ook enkele nieuwe plekken aangewezen waar bestaande en nieuwe marktpartijen vernieuwend horeca-aanbod kunnen introduceren. Het gaat dan vooral om Eemplein, Eemhaven Amersfoort en (in potentie) Amicitia. Voorts zijn enkele nieuwe locaties vermeld waar horeca zich zou kunnen vestigen. In de bestaande binnenstad wil de gemeente een verdere ontwikkeling mogelijk maken van horeca op de twee al bestaande horecaconcentratiegebieden (de gebieden Hof / Lavendelstraat / Groenmarkt en Lieve Vrouwekerkhof / Krankeledenstraat; zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort). De gemeente staat hier een verrijking van het horeca-aanbod voor ogen door middel van modernisering en verbetering van het huidige aanbod in combinatie met een beperkte toevoeging van slechts enkele nieuwe horecaondernemingen: • Kwaliteit: het bestaande en nieuwe aanbod zal zich meer op andere doelgroepen (m.n. het winkelend publiek, zakenbezoekers, studenten, ouder publiek: 25+) moeten richten. Horeca wordt gezien als een belangrijke en te stimuleren spil tussen diverse functies van de binnenstad (winkelen, verblijven, zakelijk contact, toerisme). De binnenstad als ‘totaalconcept’ is gebaat bij een divers en aantrekkelijk horeca-aanbod. Gedacht wordt vooral aan toevoeging van daghoreca en combinaties van dag- en avondhoreca op de pleinen en verbindingstraten tussen het (nu nog sterk gescheiden) winkelgebied en uitgaansgebied. • Kwantiteit: op de Hof zijn twee panden reeds bestemd en vergund voor horeca, maar nog niet als zodanig in gebruik. Het is de verwachting dat de eigenaren van beide panden daar (op termijn) horeca gaan realiseren. Daarnaast wordt per horecaconcentratiegebied voor de komende vijf jaar ruimte geboden aan maximaal 3 nieuwe horecapanden (A en B), waarvan 1 horecabedrijf als zgn. ontnuchteringzaak (zie verder onder 3.7) moet functioneren. Gelet op de daar al aanwezige horeca A-functies is uitbreiding met horeca B aan de zuidzijde van de Hof (zijde Langestraat) uitgesloten. Uitsluitend voor structureel leegstaande panden of panden die matig geschikt zijn voor hun oorspronkelijke functie (wonen, detailhandel) wil de gemeente indien mogelijk planologische medewerking verlenen aan plannen voor een horecainvulling. Eemplein en Eemhaven Amersfoort zijn belangrijke nieuwe locaties voor horecaontwikkeling (A en B) en worden beschouwd als aanvulling op het horeca-aanbod in de binnenstad: • In de binnenstad bevindt zich het meer kleinschalige en traditionele horeca-aanbod terwijl in het Eemplein ruimte komt voor meer grootschalige en themagerichte horeca. Eemplein is een belangrijke ontwikkelingslocatie in het noordelijk gedeelte van het centrum van Amersfoort. Gegeven de uitbreiding van het leisure- en winkelaanbod zijn er goede mogelijkheden voor de
12
Docs 1912427
•
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
realisatie van daarbij passende nieuwe en eigentijdse vormen van horeca. In concreto zal het gaan om wat grootschaliger bedrijven in zowel de drankensector als maaltijdensector. Doelgroepen voor deze nieuwe horeca zijn jongeren en families met kinderen. In de plannen wordt uitgegaan van ongeveer 1.400 m2 horeca en een discotheek van 3.000 m2. Eemhaven Amersfoort is vanwege de nabijheid en relatie met zowel het Eemplein als de binnenstad en op basis van de plannen voor herontwikkeling van de historische haven en verbetering van de openbare ruimte uitermate geschikt voor toevoeging van kleinschalige horeca A (samenvoeging van panden ten behoeve van de realisatie van een groot horecabedrijf is niet aan de orde). Naast het al aanwezige horeca A-bedrijf (restaurantwijnbar) kan worden gedacht aan kleinschalige restaurants, eetcafés, lunchrooms en horeca op boten (pannenkoeken, specialiteiten). Op de locatie van ’t Spijkertje is en blijft horeca B mogelijk.
In het centrum zijn ook specifieke plekken waar momenteel vanuit de markt de vraag voor mogelijke horecaontwikkeling speelt: • Amicitia functioneert moeizaam als winkelgebied. Vanuit de markt is er interesse / komen er suggesties voor een geheel of gedeeltelijk andere invulling. De eigenaar onderzoekt onder andere de mogelijkheden voor een horeca-invulling. In het horecabeleid 2006-2010 staat de gemeente in beginsel positief tegenover een herontwikkeling van deze locatie met horeca en leisure, al dan niet nog met detailhandel. Daartoe is de komst van een trekker van belang om de overige (horeca)functies mogelijk te maken. Het aanbod dient zich qua doelgroepen en marktsegment wel te onderscheiden van het al bestaande aanbod elders in de binnenstad en het nieuwe aanbod op Eemplein en Eemhaven Amersfoort. Een goede mix van leisure met horeca A kan tot een positieve invulling leiden. Er wordt niet gedacht aan nachthoreca (horeca B) in Amicitia. • In het Handelsgebouw aan de Amsterdamseweg kan een grootschalig restaurant worden gerealiseerd. • In de herontwikkeling van de locatie Meursing is in de nieuwbouw van de Rijksdiensten ook een expositiecentrum voorzien. Bij het expositiecentrum komt ook ondersteunende horeca in de vorm van een ‘museumcafé’ met een buitenterras. Dit is reeds in het bestemmingsplan geregeld. • In de praktijk blijkt het gemis van ondersteunende horeca bij het gebruik van de St. Aegtenkapel (’t Zand) voor culturele doeleinden en (trouw)recepties. Ten behoeve van deze doeleinden wordt voorgesteld om horeca C daar mogelijk te maken. De toegestane horecaactiviteiten zijn bedoeld ter ondersteuning van de hoofdfunctie; een zelfstandig functionerende horecavoorziening (café, restaurant, feestzaal) is niet aan de orde. Bij de verdere uitwerking van de plannen door de exploitant stelt de gemeente randvoorwaarden (gebruiksvoorwaarden, sluitingstijden, eventuele geluidwerende maatregelen, parkeeroplossingen en dergelijke) die de negatieve effecten voor de directe omgeving minimaliseren. De omwonenden zijn betrokken bij dit proces. • Voor de Mariënhof (hoek Zuidsingel / Kleine Haag) is onderzoek gaande naar de gewenste invulling. De eigenaar bekijkt in overleg met de gemeente de mogelijkheden op diverse aspecten (omgeving, monument, parkeren e.d.). Gedacht wordt onder andere aan een invulling met wonen / hotel / restaurant. Horeca zou ook een goede combinatie kunnen vormen met het nu aanwezige culinair museum in de Mariënhof (dat momenteel overigens niet publiek toegankelijk is, maar alleen voor besloten groepen). In geval van een concreet en passend plan wordt voorgesteld om de gewenste horeca-invulling mogelijk te maken. Voor de gewenste horecaontwikkeling in het centrum is ook gekeken naar de effecten op parkeren en bereikbaarheid, met name in de binnenstad. Voor de binnenstad als geheel zijn er geen negatieve effecten, wel zal per locatie waar nieuwe horeca ontstaat in de planontwikkeling zoals gebruikelijk parkeren en bereikbaarheid worden meegenomen. Zo is in de plannen voor het Eemplein de realisatie van nieuwe parkeergelegenheid voorzien.
13
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Om de relatie tussen winkelen en verblijven (o.a. horecabezoek) in de binnenstad te verbeteren is een betere verbinding tussen het winkelgebied en horecagebied wenselijk. Hiertoe kan worden gedacht aan de vestiging van een enkel horeca A-bedrijf in de verbindende straten (of panden) tussen de Langestraat en de twee horecaconcentratiegebieden (Hof en Lieve Vrouwekerkhof, zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort). Dit betreft de straten die van de Langestraat direct uitkomen op een van de pleinen en de straten in het gebied dat wordt begrensd door beide pleinen, Langestraat en Marktgang / Zwanenhalssteeg. De gemeente wil nieuwe horeca gericht op recreatief en/of winkelend publiek (ochtend- en middaghoreca) in deze verbindende straten planologisch mogelijk maken voor (leegstaande) panden die niet of matig geschikt zijn voor detailhandel. De Langestraat is de hoofdwinkelstraat van de binnenstad waar de komst van een kwalitatief hoogwaardige horecavoorziening denkbaar is indien er vanuit de markt een passend voorstel komt. De hier gewenste kwaliteit en diversificatie wordt vooral gezocht in eigentijdse concepten die bijvoorbeeld uitgaan van thematisering (profilering op sfeer en beleving) of het combineren van vrijetijdsvormen (horeca en recreatief winkelen, horeca en cultuur, horeca en leisure en dergelijke). Daarmee draagt nieuwe horeca bij aan de verlevendiging van het stadsbeeld. In de winkelstraten blijft winkelondersteunende horeca mogelijk, maar een uitbreiding van specifieke winkelondersteunende horecabedrijven in de winkelstraten wordt vanuit de gemeente niet actief nagestreefd. Landelijk is de trend waarneembaar dat in winkels en culturele voorzieningen zogenaamde ‘coffee corners’ ontstaan. Daar wordt onder verstaan het tijdens openingstijden serveren van warme en koude non-alcoholische dranken in combinatie met kleine versnaperingen als gebak. Ook in Amersfoort zijn reeds enkele voorbeelden aanwezig. In beginsel beschouwt de gemeente dergelijke ‘coffee corners’ als een verrijking van het winkel- en verblijfsklimaat. Het biedt onder andere mogelijkheden voor nieuwe winkel- of cultuurconcepten waarbij sfeer en beleving belangrijk zijn. Om wildgroei en paracommercie te voorkomen dienen ‘coffee corners’ aan een beperkt aantal regels te voldoen, zoals ook horecaondernemingen aan regels zijn gebonden. Hierbij de kanttekening dat de regels in redelijkheid en naar verhouding worden bepaald; de aard en omvang van de activiteiten van een ‘coffee corner’ vragen om maatwerk dat anders is dan bij een restaurant of café. In overleg met betrokkenen (waaronder Koninklijk Horeca Nederland) worden de regels en juridische verankering (gemeente moet kunnen toetsen en handhaven) uitgewerkt in het eerste kwartaal van 2006. Om het horeca-aanbod voor studenten te verbeteren wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken om op donderdagavond een beperkt aantal studentencafés in (delen van) het centrum de mogelijkheid te bieden langer open te blijven. Op basis van de huidige sluitingstijdenregeling dienen cafés uiterlijk om 02.00u te sluiten. Bij wijze van proef wil de gemeente gedurende 1 jaar in het horecaconcentratiegebied op en rond de Hof (zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort) een beperkt aantal horeca B bedrijven de mogelijkheid bieden om op donderdagavond langer open te blijven. In overleg met betrokkenen (waaronder Koninklijk Horeca Nederland, ondernemers, politie, brandweer, Gewest Eemland) zal de wijze waarop dit vergunningtechnisch kan worden geregeld, het aantal cafés dat daarvoor in aanmerking komt, de bepaling van de verruimde sluitingstijd en evaluatiecriteria worden uitgewerkt. Dit wordt afgerond in het eerste kwartaal van 2006. Evaluatie en een besluit over voortzetting (en eventuele uitbreiding naar andere delen van het centrum) of beëindiging van deze regeling vindt plaats 1 jaar nadat de eerste vergunning hiertoe is verleend. Er is op dit moment geen aanleiding om elders in het centrum nieuwe horecaontwikkelingen mogelijk te maken. 3.3 Horeca in woonwijken Besluit 9: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, horeca A in of aan Park Randenbroek planologisch mogelijk maken.
14
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Besluit 10: Uitgangspunt bij de ontwikkeling van Vathorst is dat de inwoners van Vathorst een passend horeca-aanbod krijgen en dat men voor wijkoverstijgende horeca (uitgaan, verblijven) terecht kan bij het aanbod in het centrum van Amersfoort. In de eindsituatie (rond 2015 met ongeveer 30.000 inwoners) kunnen in Vathorst tot ongeveer 40 horecabedrijven (horeca A, B en C) gesitueerd worden met een gezamenlijk oppervlak (bestaand en nieuw) van maximaal 7.500 m2 vvo (exclusief autonoom functionerende horeca aan of nabij de snelwegen). Van dat aanbod zal ongeveer 3.000 tot 3.500 m2 vvo gesitueerd kunnen worden in de in Vathorst geplande centrumgebieden (winkelcentra, ICO cluster en Stationsgebied / Laak 3). Het overige aanbod zal in hoofdzaak geïntegreerd kunnen worden in geconcentreerde en geïntegreerde ontwikkelingen van toeristisch/recreatieve signatuur (zoals kantines en horeca bij leisure & sportvoorzieningen e.d.) en als ondersteunende functie ten behoeve van het werken op het Bedrijvenpark Vathorst of kantorenlocatie Podium. Besluit 11: De gemeente beschouwt de realisatie van een grootschalige manifestatiehal (met bijbehorende ondersteunende horeca) als een verrijking van het voorzieningenaanbod in Amersfoort. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft dit planologisch mogelijk maken. Komende jaren neemt het inwonertal van Amersfoort toe tot ongeveer 150.000 in 2010 en 160.000 in 2015. De gesignaleerde bevolkingsgroei zal vooral plaatsvinden in Vathorst. Ook in het Centraal Stadsgebied (CSG) Noord is er sprake van groei. De visie en het beleid van de gemeente ten aanzien van horeca in bestaande woonwijken en het nieuwe Vathorst kent twee invalshoeken: 1. vraagkant: het voor de bevolking benodigde horeca-aanbod wordt aangeboden in zowel het centrum (met name uitgaansvoorzieningen en horeca ten behoeve van de verblijfsfunctie van de binnenstad) als in de woonwijken (buurt- en wijkgebonden horeca). Afstemming vindt plaats aan de hand van kentallen en wat in de betreffende buurten en wijken wordt beschouwd als ‘passend’ bij een optimale verzorging van de buurt- en wijkbevolking; 2. aanbodkant: horeca in woonwijken heeft primair een verzorgende functie voor de wijkbevolking waarbij toevloeiing van buitenaf geen uitgangspunt is. Al bestaande horeca met een bovenwijkse functie blijft mogelijk. Nieuwe horeca met een bovenwijkse functie zal zeer beperkt mogelijk zijn en alleen indien wordt bijgedragen aan de gewenste vernieuwing van het totale Amersfoortse horeca-aanbod en de functie goed inpasbaar is in de omgeving (openbare orde, milieu, parkeren, ruimtelijke ordening e.d.) In de bestaande wijken treffen we een divers aanbod aan horeca-A (winkelondersteunend in de winkelcentra, maar ook restaurants), horeca-B (met name buurtcafés) en horeca-C (kantines bij buurthuizen, sportverenigingen etc.). De gemeente streeft hier naar behoud en kwaliteitsverbetering van de op de lokale bevolking gerichte horeca. Ook de als vanouds aanwezige dorpsfunctie van horeca in Hoogland en Hooglanderveen is waardevol en dient behouden te blijven. Horeca in woonbuurten zal in Amersfoort over het algemeen terughoudend worden benaderd (vanwege overlast) en zoveel mogelijk gesitueerd worden in de buurt- en wijkwinkelcentra. Bij geconstateerde hinder, overlast of aantasting van de openbare orde wordt ingegrepen en zal de verplichte sluitingstijd worden vervroegd. In extremis zal de gemeente samen met vastgoedeigenaren en andere betrokkenen werken aan het afbouwen van ongewenste horeca op locaties waar dit vanuit openbare orde en beheersoptiek niet langer handhaafbaar is. Op dit moment zijn dergelijke locaties niet in beeld, afgezien van de locaties waar het verwijderingtraject nog loopt. In beginsel wordt in de bestaande wijken geen uitbreiding van het aantal horecabedrijven toegestaan. De gemeente streeft wel naar kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod, waarbij de wijkverzorgende functie primair staat. Daar waar in de komende jaren buurt- en wijkwinkelcentra worden (her)ontwikkeld, streeft de gemeente naar een gelijktijdige herontwikkeling van het horeca-
15
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
aanbod. Het gaat daarbij om winkelondersteunende horeca en waar nodig de vestiging (of verplaatsing) van een in de buurt en wijkverzorging passende horecafunctie (buurtcafé, fastfood en (afhaal)restaurant e.d.). De gemeente streeft naar een beter recreatief gebruik van Park Randenbroek. Als ondersteuning van het recreatieve gebruik wordt gedacht aan de komst van een horecafunctie in of aan de rand van het park. Voor het onlangs vrijgekomen monumentale gebouw Huize Randenbroek bij de vijver vindt momenteel onderzoek plaats naar een nieuwe, meer publieksgerichte invulling. Vanuit het horecabeleid staat de gemeente in beginsel positief tegenover een (gedeeltelijke) invulling met horeca A. Uiteraard dient een concreet voorstel hiertoe ook beoordeeld te worden op overige ruimtelijke aspecten, bereikbaarheid, monumentenstatus, milieu en dergelijke. In het geval dat Huize Randenbroek geen horeca-invulling krijgt, kan ook een alternatieve locatie (bijvoorbeeld een ander vrijkomend pand) worden bekeken. In Vathorst is het uitgangspunt dat wordt gewerkt aan een levendige wijk die een duidelijk onderdeel is van de stad Amersfoort. Net als elders in Amersfoort is het uitgangspunt van het horecabeleid in Vathorst dat de inwoners van Vathorst een passend horeca-aanbod krijgen en dat men voor wijkoverstijgende horeca (uitgaan, verblijven) terecht kan bij het aanbod in het centrum van Amersfoort. Ten behoeve van de ontwikkeling van Vathorst is het van belang dat het horeca-aanbod net als het winkelaanbod in een zo vroeg mogelijk stadium geïntroduceerd wordt. De horeca zal zo al in de opbouwfase een belangrijke bijdrage leveren aan het leefklimaat van de wijk. Een afwisselende mix van daghoreca en spijsverstrekkende horeca is daarbij belangrijk. Op termijn zullen in Vathorst ongeveer 30.000 mensen wonen. Ook de werkfunctie zal veel mensen naar Vathorst trekken. Op basis van kentallen is af te leiden dat er voor een goede wijkverzorging in die eindsituatie tot ongeveer 40 horecabedrijven (horeca A, B en C) gesitueerd kunnen worden met een gezamenlijk oppervlak (bestaand en nieuw) van maximaal 7.500 m2 vvo (exclusief autonoom functionerende horeca aan of nabij de snelwegen, zie hierna paragraaf 3.5 en 3.6): • Van dat aanbod zal ongeveer 3.000 tot 3.500 m2 vvo gesitueerd kunnen worden in de in Vathorst geplande centrumgebieden (winkelcentra, ICO cluster en Stationsgebied / Laak 3). In de detailhandelsnota is de maximale omvang van de winkelcentra geregeld, waaronder het horeca-aanbod. • Het overige aanbod van de maximaal 7.500 m2 vvo kan verspreid over Vathorst komen. In de regel functioneren dergelijke verspreid voorkomende horecavoorzieningen in combinatie met andere functies, bijvoorbeeld horeca als ondersteunende functie ten behoeve van winkelen, werken of leisure. De gemeente staat hier positief tegenover mits deze ondersteunende horeca zich naar aard en omvang voegt naar de hoofdfunctie en geen zelfstandige en/of wijkoverstijgende aantrekkingskracht heeft: • horeca zal bij diverse ontwikkelingen onderdeel uitmaken van toeristisch/recreatieve functies (zoals kantines en horeca bij leisure & sportvoorzieningen e.d.). • in de woonbuurten van Vathorst wordt net als elders in Amersfoort een terughoudend beleid gevoerd. Naast enkele buurtcafés, fastfood- en afhaalrestaurants zal het moderne eigentijdse karakter van de wijk ook diverse mogelijkheden moeten bieden voor de introductie van nieuwe eigentijdse vormen van wijkverzorgende horeca. Het is aan de markt om binnen de in het bestemmingsplan vast te leggen grenzen en binnen de kaders van het gemeentelijke horecabeleid hier invulling aan te geven. • het huidige horeca-aanbod in de dorpskern Hooglanderveen heeft een specifieke, waardevolle functie voor de inwoners. De dorpsfunctie van die horeca is historisch gegroeid en dient die functie ook in de toekomst waar te kunnen maken. • de werkfunctie van Vathorst zal op termijn om horeca-aanbod vragen op de nieuwe terreinen Bedrijvenpark Vathorst en kantorenlocatie Podium. Gedacht wordt aan eet- en borrelgelegenheden gericht op de bedrijven (personeel, bezoekers). • Ook min of meer autonoom functionerende voorzieningen als een hotelaccommodatie i.c.m. met vergader- en zalenaccommodaties (inclusief een ondersteunend horecagedeelte) en een
16
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
voor de automobilist en zakenman aantrekkelijk (snelweg)restaurant kunnen op het bedrijvenpark of de kantorenlocatie een plek vinden. Dergelijke voorzieningen zullen een regionaal of soms nationaal zakelijk publiek bedienen en zijn dus niet enkel gebaseerd op het draagvlak van de directe (werk)omgeving. Afhankelijk van de opzet moeten dergelijke voorzieningen niet of beperkt tot het op Vathorst gebaseerde metrage van 7.500 m2 vvo worden gerekend. Met de sloop van sporthal Koppel verliest Amersfoort een multifunctionele ruimte voor evenementen en grootschalige manifestaties. De raad heeft per motie d.d. 30 mei 2005 het college verzocht te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn, financieel en ruimtelijk, om in Amersfoort een grootschalige manifestatiehal te realiseren. Vanuit het horecabeleid wordt de realisatie van een grootschalige manifestatiehal beschouwd als een verrijking van het voorzieningenaanbod. Horeca als ondersteunende functie hoort daar bij. Tot op heden is er door een (of meerdere) marktpartij(en) nog geen haalbaar plan gerealiseerd. Als een dergelijk plan zich aandient, zullen de mogelijkheden tot realisatie worden onderzocht.3 Algemeen kan ten aanzien van horeca in woonwijken nog het volgende worden opgemerkt. Horeca in sport/spelaccommodaties en geïntegreerd in leisureprojecten heeft meestal een ondersteunende functie. In Amersfoort gaat het om horeca-C bedrijven. De voornaamste doelgroepen bestaan uit gezinnen met jonge kinderen en ouderen. Daghoreca en spijsverstrekkende horeca geven een aanvulling en profiteren van de attractiewaarde. Om te voorkomen dat de horecafuncties A en B in de wijken te zeer onder druk komen te staan van paracommerciële activiteiten in buurthuizen en sportkantines (horeca-C) hanteert de gemeente de landelijke richtlijnen om paracommercie tegen te gaan. 3.4 Horeca in landelijk gebied Besluit 12: De gemeente zal in principe niet meewerken aan de vestiging van nieuwe horecapanden in het buitengebied. Wel wil de gemeente stimuleren dat de recreatieve potentie van het buitengebied beter wordt benut. Bij zgn. ‘pleisterplaatsen’ is het toegestaan om ter ondersteuning van de recreatieve functie horeca-achtige activiteiten te ontplooien in de vorm van het serveren van warme en koude non-alcoholische dranken in combinatie met kleine versnaperingen als gebak. In geval van een concreet en passend voorstel zullen de mogelijkheden nader worden geregeld en planologisch mogelijk worden gemaakt. In het landelijk gebied wordt zeer terughoudend met vestiging van (nieuwe) horeca omgegaan. Vanuit toeristisch-recreatieve overwegingen is er wel behoefte aan horecafaciliteiten. Ook wordt de gemeente geconfronteerd met ondernemers in de landbouwsector die horeca of horeca-achtige activiteiten willen toevoegen aan de eigen functie of willen inspelen op bijvoorbeeld recreatieve wandel- en fietsroutes. Dit is een landelijke ontwikkeling die in een aantal gevallen tot conflicten met de bestaande horeca leidt als de horeca-exploitatie niet op basis van de voor de branche geldende regels en vergunningen plaatsvindt. Het marktperspectief dat wordt geboden door enkel de toeristisch-recreatieve functie van het landelijk gebied is normaliter onvoldoende om een zelfstandige horecaonderneming renderend te kunnen exploiteren. Zo’n onderneming zal andere doelgroepen proberen te binden en dit is ongewenst. Derhalve zal de gemeente in principe niet meewerken aan de vestiging van nieuwe horeca-panden in het buitengebied. Wel wil de gemeente stimuleren dat de recreatieve potentie van het buitengebied beter wordt benut. Het gaat dan vooral om wandel- en fietsroutes in combinatie met ‘pleisterplaatsen’: plekken waar iets te zien of te beleven valt (bijvoorbeeld rondleidingen bij een agrarisch bedrijf). Bij dergelijke ‘pleisterplaatsen’ is het toegestaan warme en koude non-alcoholische dranken in combinatie met 3
Sporthal Koppel was gevestigd in een woonwijk. Een nieuwe manifestatiehal kan net zo goed of wellicht nog beter buiten een woonwijk (op een bedrijventerrein, aan een op- af afrit van de snelweg e.d.) worden gerealiseerd.
17
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
kleine versnaperingen als gebak te serveren. Dergelijke ondersteunende horeca-activiteiten worden toegestaan, waarbij de gemeente zal ingrijpen als die ondersteunende functie uitgroeit tot hoofdfunctie of te omvangrijk wordt. In een concrete situatie betreft het maatwerk en zullen de mogelijkheden nader worden geregeld in het kader van het bestemmingsplan. 3.5 Horeca op kantoren- en bedrijventerreinen Besluit 13: De gemeente beschouwt op de bedrijven gerichte horeca op bedrijven- en kantorenterreinen als een positieve stimulans van het ondernemingsklimaat. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. In de huidige bestemmingsplannen voor de bedrijven- en kantorenterreinen in Amersfoort is horeca niet of nauwelijks toegestaan waardoor er een beperkt aanbod is. Aan de ene kant wordt dit gecompenseerd door een groot aantal gecaterde bedrijfsrestaurants, waardoor een deel van de werknemers geen behoefte zal hebben aan een lunchvoorziening buiten de deur. Aan de andere kant geven bedrijven aan dat er behoefte is aan horeca, met name lunchgelegenheid. Vooral op kantorenterreinen is daarnaast ook behoefte aan vestiging van horeca voor zakelijke bijeenkomsten (lunch, diner, vergaderen). Vanuit de horecasector is er interesse voor vestiging op bedrijventerreinen, doch het marktpotentieel van enkel de bedrijven is vaak onvoldoende voor een rendabele exploitatie waardoor horecaondernemingen op bedrijventerreinen zich ook richten op een groter marktgebied. Ter stimulering van het ondernemingsklimaat wil de gemeente horeca op bedrijven- en kantorenterreinen mogelijk maken. Het aanbod dient zich in hoofdzaak te richten op de aanwezige bedrijven (ondernemers, personeel, zakenrelaties / klanten), waarbij de gemeente zich bewust is van het feit dat het onvermijdelijk is dat ook andere bezoekers gebruik kunnen maken van zo’n horecavoorzieningen. Per geval zullen de mogelijkheden worden bekeken (mede in relatie tot milieuvergunningen van omringende bedrijven, parkeren en andere effecten op de omgeving) en zal waar nodig in het bestemmingsplan een maximum omvang worden bepaald die aannemelijk maakt dat een horecaonderneming zich in hoofdzaak baseert op de bedrijven en slechts in beperkte mate een groter marktbereik heeft. De behoefte aan horeca bij bedrijven is op werkdagen overdag en in de vroege avond aanwezig. Waar nodig zullen bij de vergunningverlening aangepaste sluitingstijden worden opgelegd. In het kader van de herstructurering van bedrijventerrein Isselt is vestiging van een horecagelegenheid een actueel thema. Met name qua milieuvergunningen is het aantal mogelijke locaties beperkt. In het kader van de herziening van het bestemmingsplan Isselt wil de gemeente de mogelijkheid onderzoeken om op één plek een voorzieningenconcentratie mogelijk te maken, waarbij naast in ieder geval een horecagelegenheid aanvullende (parkmanagement-)functies denkbaar zijn, mits deze ten dienste staan aan het bedrijventerrein. Bij de ontwikkeling en uitgifte van de nieuwe bedrijven- en kantorenterreinen (in Vathorst en De Wieken) zal eveneens worden bekeken in hoeverre horeca ten behoeve van de bedrijven wenselijk en haalbaar is. Als onderdeel van Ikea op Bedrijvenpark Vathorst is een restaurant voorzien. Dit wordt beschouwd als een ondersteunende horecavoorziening op een min of meer solitaire locatie die samen met de winkel een autonome functie zal hebben voor regionaal winkelpubliek. 3.6 Horeca bij op- en afritten van snelwegen Besluit 14: De gemeente beschouwt de op- en afritten van A1 en A28 als interessante locaties voor horeca. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden
18
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. Specifiek aandacht verdient horeca bij op- en afritten van de A1 en A28. Op- en afritten zijn voor horeca interessante locaties, bijvoorbeeld voor een restaurant en vergader/zalenruimte. Dergelijke voorzieningen richten zich in grote mate op publiek van buiten de regio. Ook de vestiging van een eenvoudiger snelwegbuffet of (fastfood) restaurant voorziet in de behoefte van het autoverkeer. Eén van de al in Amersfoort aan de snelweg gevestigde (fastfood)restaurants vraagt om een verruiming van de openingstijden. De gemeente wil meewerken aan de ontwikkeling van horeca bij de op- en afritten van snelwegen (inclusief de mogelijkheid om openingstijden te verruimen) mits er geen sprake is van overlast in de directe omgeving, met name woonwijken. Ook de situatie ten aanzien van luchtkwaliteit is medebepalend voor de mogelijkheden. Dergelijke aspecten zullen per geval beoordeeld worden in overleg met betrokken instanties als politie, brandweer en Gewest Eemland. 3.7 Sluitingstijden Besluit 15: De gemeente houdt vast aan de huidige regeling van de sluitingstijden. Wel is het mogelijk dat de burgemeester een afwijkend verplicht sluitingsuur voor een horecabedrijf vaststelt in het geval zij dat nodig acht op grond van openbare orde overwegingen. Dit beleid sluit aan op de praktijk waarin de mogelijke openingstijden worden teruggedrongen door het steeds vaker opleggen van beperkende sluitingstijden, vooral bij buurtcafés in woonwijken. De huidige regeling voor sluitingstijden is op 1 oktober 2000 vastgesteld. Destijds betekende dat een nieuw regime. De gemeente Amersfoort hanteerde in de periode daarvoor ruime sluitingstijden voor alle horecabedrijven. Ruime sluitingstijden hebben tot gevolg dat bezoekers van horecabedrijven niet allemaal tegelijkertijd de straat opgaan. Dit heeft, met name in de horecaconcentratiegebieden, een positief effect op het tegengaan van verstoring van de openbare orde. Een nadeel was echter dat op het gebied van de sluitingstijden geen onderscheid was gemaakt tussen horeca A- en horeca B-bedrijven waardoor de gewenste thematisering onvoldoende tot zijn recht kwam (zoals bijv. hoogwaardige restaurants moeten zich kunnen vestigen op specifieke locaties en cafés zoveel mogelijk in het horecaconcentratiegebied). Bovendien bleek in de praktijk dat bij gelijke sluitingstijden voor alle horecabedrijven het mogelijk was dat een restaurant of winkelondersteunende horeca gaandeweg een café werd, wat weer ongewenste consequenties tot gevolg kon hebben voor het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van dat bedrijf. In 2000 is dan ook een nieuwe regeling van opening- en sluitingstijden voor de horeca van kracht geworden, waarbij wel onderscheid wordt gemaakt tussen zachte (A) en harde (B) horeca. Daarnaast zijn er enkele broodjeszaken in het horecaconcentratiegebied die gelegenheid hebben gekregen om een half uur na sluitingstijd van de cafés geopend te zijn. Deze zogenaamde ontnuchteringzaken zijn alcoholvrije horecabedrijven die voorzien in de behoefte van het uitgaanspubliek om na het cafébezoek nog iets te nuttigen voordat ze naar huis gaan. De huidige sluitingstijden zijn als volgt: • voor de horeca A (restaurant, eetcafé, lunchroom etc): 01.00 uur voor alle dagen in de week; • voor de horeca B (café, bar, discotheek etc): 02.00 uur door de week, respectievelijk 05.00 uur op vrijdag- en zaterdagnacht. • voor de ontnuchteringzaken in het horecaconcentratiegebied (zoals broodjeszaken, shoarmazaken etc.), waar geen alcoholhoudende dranken mogen worden verstrekt noch in de inrichting aanwezig mogen zijn: 02.30 uur door de week, respectievelijk 05.30 uur op vrijdagen zaterdagnacht: • voor de horeca C (sportkantines, buurthuizen etc): 24.00 uur voor alle dagen in de week, met een ontheffingsmogelijkheid van maximaal 6 keer per jaar tot 02.00 uur.
19
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Daarnaast is het mogelijk dat de burgemeester een afwijkend verplicht sluitingsuur voor een horecabedrijf vaststelt in het geval zij dat nodig acht op grond van openbare orde overwegingen. In de praktijk komt het steeds meer voor dat aan horecabedrijven beperkende sluitingstijden worden opgelegd waarmee de mogelijke openingstijden worden teruggedrongen. Dat geldt meestal voor buurtcafés in woonwijken of voor cafés in winkelcentra waarboven appartementen zijn gesitueerd. Soms veroorzaken die horecabedrijven ernstige overlast voor de woonomgeving, veelal door de wijze waarop die cafés worden geëxploiteerd. In bepaalde gevallen hebben die cafés een vervroegde sluitingstijd opgelegd gekregen waardoor die cafés eerder op de avond moeten sluiten en zo overlast voor de buurtbewoners sterk vermindert. De praktijk is ook dat (nieuwe) cafés die gesitueerd zijn buiten het horecaconcentratiegebied niet zonder meer mogen rekenen op ruime sluitingstijden zoals die gelden voor het uitgaansgebied van de binnenstad. Bij het vaststellen van de sluitingstijden is destijds met name rekening gehouden met alle belangen die spelen in de binnenstad, zoals wonen, winkelen, werken en uitgaan. Hiertussen moet een goed evenwicht worden gevonden. Daarnaast wordt bij het vaststellen van de sluitingstijden voor horecabedrijven die buiten de binnenstad zijn gelegen, uitdrukkelijker gekeken naar de relatie met de omgeving als een horeca-exploitatievergunning wordt aangevraagd. Veelal kan in goed overleg met de aanvrager/beoogd horeca-exploitant een voor die omgeving passend sluitingsuur voor zijn bedrijf worden vastgesteld (maatwerk). Gelet op de ervaringen tot nu toe (in overleg kan maatwerk worden overeengekomen en indien nodig kan adequaat worden ingegrepen) is er geen aanleiding om thans wijzigingen in de regeling van de verplichte sluitingstijden aan te brengen. Bovendien zal het nog op te stellen handhavingprotocol ( zie hierna onder punt 3.8) duidelijkheid geven over de op te leggen eerdere sluitingstijd in het geval er sprake is van herhaaldelijk geconstateerde overlast van een horecabedrijf. Bij wijze van proef wil de gemeente gedurende 1 jaar in het horecaconcentratiegebied op en rond de Hof (zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort) een beperkt aantal horeca B bedrijven de mogelijkheid bieden om op donderdagavond langer open te blijven ten behoeve van studenten (zie paragraaf 3.2). 3.8 Handhaving en sancties Besluit 16: Het sanctiebeleid zal worden vastgelegd in een handhavingprotocol. Dit zal in overleg met de verschillende partners worden opgesteld. Besluit 17: Waar mogelijk zullen controles vaker teamsgewijs plaatsvinden. Omwille van een aanvaardbare en plezierige ontwikkeling van horeca-activiteiten en onder het motto ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ is handhaving van de gestelde regels en wettelijke voorschriften een belangrijk onderdeel geworden van het huidige horecabeleid. Controles door politie, brandweer, Gewest Eemland zijn de laatste jaren verscherpt. Ook wordt de gemeente vaker door burgers aangesproken op overlast en overtredingen bij horecazaken. Klachten die daarover bij de politie binnen komen worden zo nodig doorgegeven aan de gemeente die daar actie op onderneemt. In het kader van de regelgeving en handhaving zijn diverse functionarissen van gemeente (waaronder brandweer), politie, Gewest Eemland en de Voedsel en Waren Autoriteit (voorheen Keuringsdienst van Waren) betrokken. Zij verzorgen de controle op verleende vergunningen op grond van de Woningwet/ Bouwbesluit/bouwverordening en bestemmingsplan (bouwvergunning, gebruiksvergunning), APV (horeca-exploitatievergunning, terrasvergunning, reclamevergunning), Drank- en horecawet (cafévergunning, restaurantvergunning), Wet Milieubeheer/ Besluit recreatieinrichtingen horeca (melding c.q. vergunning), Wet op de kansspelen (aanwezigheidsvergunning speelautomaten). Daarnaast zijn de Gemeentewet en Opiumwet ook van belang. Regels worden bewust en onbewust overtreden. Ook verstoring van de openbare orde (door horecabezoekers) of overlast voor de directe omgeving (geluid, parkeren, bevoorrading e.d.) vragen om gerichte acties. Naleving van regels, het beperken van overlast en het voorkomen van problemen in de eigen zaak en in de directe omgeving op straat is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid
20
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
van de horecaondernemer zelf. Elke ondernemer dient zorg te dragen voor naleving van de aan de diverse vergunningen verbonden voorwaarden. Ook is hij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in zijn bedrijf en in de directe omgeving daarvan (de verantwoordelijkheid van de horecaondernemer eindigt niet bij de voordeur). Ondernemers die deze verantwoordelijkheid onvoldoende nemen, worden hierop aangesproken. Naleving van regels en het voorkomen van problemen is een combinatie van ‘lik op stuk’ (in geval van een direct geconstateerde overtreding met urgentie) en een meer stapsgewijze aanpak. Uitgangspunt bij de stapsgewijze aanpak is dat bij een geconstateerde overtreding of aanwezige overlast in eerste instantie middels overleg met de betreffende ondernemer(s) wordt geprobeerd een en ander recht te zetten. In verreweg de meeste gevallen blijkt dit voldoende. Daar waar overtredingen en overlast niet via overleg kunnen worden voorkomen, zal strenger worden gehandhaafd en waar nodig met sancties. Bij handhaving kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. Bestuursrechtelijke handhaving is gericht op de situatie en heeft tot doel herstel van de geschonden norm en voorkoming van nieuwe overtredingen. Strafrechtelijke handhaving is vooral dadergericht, gekoppeld aan vervolging van overtredingen. Bij bestuursrechtelijke optreden staan de volgende handhavingmiddelen ter beschikking: toepassen bestuursdwang, opleggen dwangsom, toegang tot een ruimte verbieden, sluiting van de inrichting, stellen van nadere eisen. Dat laatste kan zowel preventief als repressief worden toegepast. Bij overtreding van strafrechtelijke normen kan de politie optreden en niet de gemeente. Het openbaar ministerie beslist over strafvervolging. Uiteraard vindt tussen de partners overleg plaats om zaken met betrekking tot handhaving goed op elkaar af te stemmen. Strafrechtelijke handhavingmiddelen zijn het opmaken van proces-verbaal en vervolgens transactie aanbieden c.q. boete opleggen of het beëindigen van de strafbare handeling (bijv. verwijdering van de aanwezige bezoekers; in beslagname van drank e.d.). Afhankelijk van de ernst van de overtreding kan een traject van bestuurlijke maatregelen worden gevolgd. Al naar gelang de overtreding kan ook een keuze worden gemaakt tussen de strafrechtelijke of bestuursrechtelijke aanpak. In de praktijk kan het voorkomen dat er samenloop is van diverse overtredingen. In dat geval moet er een keuze worden gemaakt welke overtreding wordt aangepakt, bijvoorbeeld de “zwaarste” overtreding. Daarnaast wordt rekening gehouden met recidive: bij voortduring van de overtreding kan de sanctie worden verzwaard. Bovendien kan de ernst van de overtreding en/of de vereiste spoedeisendheid aanleiding zijn stappen in het handhavingtraject over te slaan zodat sneller kan worden opgetreden als dat wenselijk is. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat de burgemeester de bevoegdheid heeft om een horeca-inrichting direct te laten sluiten als de openbare orde dat vereist. Een goed sanctiebeleid bevat regels en voorschriften die aangeven op welke wijze, bij uiteenlopende overtredingen, zal worden gehandhaafd. Handhaven met sancties is nu nog niet schriftelijk vastgelegd. Praktijk is wel dat er zorgvuldig afstemming plaatsvindt over geconstateerde zaken en te ondernemen acties. Met het vooraf vastleggen en bekendmaken van de bij elke overtreding passende sanctie wordt de rechtszekerheid gediend en zullen de functionarissen van de handhavende instanties eenduidiger en efficiënter actie ondernemen. Bovendien weten de ondernemer en andere burgers dan precies waar ze aan toe zijn en wanneer een horecabedrijf zich niet aan de wettelijk voorschriften of vergunningsvoorwaarden houdt. Ten behoeve van handhaving en sancties worden de volgende acties ondernomen: • Het sanctiebeleid zal worden vastgelegd in een handhavingprotocol. Dit zal in overleg met de verschillende partners worden opgesteld. • Daarnaast zal worden nagegaan of controles vaker teamsgewijs kunnen plaatsvinden. Dit bevordert de integraliteit van de handhaving en heeft als bijkomend voordeel dat horecaondernemers niet op verschillende dagen en tijdstippen bezocht worden door telkens andere controleurs van de overheid. 3.9 Wet Bibob 21
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Besluit 18: Waar relevant wil de gemeente bij vergunningaanvraag het instrumentarium van de Wet Bibob inzetten. De gemeente kan vergunningen gaan weigeren of intrekken indien er een ernstig gevaar is voor of een redelijk vermoeden bestaat van strafbare feiten. Dat kan op basis van de nieuwe Wet Bibob (wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur) . Deze maatregel is gericht op het effectief voorkomen dan wel bestrijden van kwalijke praktijken zoals het witwassen van drugsgelden, het faciliteren van drugshandel, omkoping of valsheid in geschrifte. Door het inzetten van het Bibobinstrument wil de gemeente voorkomen dat onbedoeld medewerking wordt verleend aan criminele activiteiten. De aanvragen voor een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet en de aanvragen voor een horeca-exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening zullen in beginsel getoetst worden aan een Bibob-onderzoek. In eerste instantie doet de gemeente dit onderzoek zelf door aanvullende informatie te verlangen van de vergunningaanvrager of vergunninghouder. Blijft er desondanks onduidelijkheid bestaan, dan wordt het landelijk Bureau Bibob ingeschakeld. In het afgelopen jaar is de Wet Bibob enkele keren met succes toegepast, met als gevolg dat de procedure voor het verkrijgen van de horecavergunning door de aanvragen niet werd doorgezet. 3.10 Dienstverlening en overleg Afstemming tussen de ambtelijke diensten en communicatie met de horecaondernemer, bewoners en andere bij de ontwikkeling van het horecabeleid betrokken partijen is belangrijk. Ondernemers moeten gemakkelijk terecht kunnen bij de gemeente en zo snel mogelijk geholpen worden. Dat geldt niet alleen voor vragen van ondernemers omtrent vergunningverlening, maar ook voor het geven van informatie aan ondernemers op het gebied van mogelijkheden om nieuwe concepten van horecabedrijven in Amersfoort te realiseren. Ook bewoners moeten bij de gemeente eenvoudig en snel terecht kunnen met vragen of het kunnen melden van overlast. Bij de Servicetelefoon kunnen inwoners hiervoor terecht. Tevens biedt de gemeentelijke website informatie voor ondernemers, inwoners en overige belanghebbenden. Voorbeelden van dienstverlening en samenwerking die positief bijdragen aan de Amersfoortse horecaontwikkeling zijn de gestructureerde ambtelijke en bestuurlijke overleggen met Koninklijk Horeca Nederland (in bijzijn van politie en Kamer van Koophandel); het gecoördineerd ambtelijk overleg over horeca-aangelegenheden met vertegenwoordigers van betrokken gemeentelijke afdelingen (waaronder brandweer), politie en Gewest Eemland (in de wandelgangen bekend als werkgroep horeca); het bewonersoverleg met de binnenstad; digitale informatievoorziening en vergunningaanvraag via de website; de Amersfoortse stempelkaart (lopende een vergunningaanvraag kan, indien naar het oordeel van de gemeente de vergunning in principe verleend zal kunnen worden, een ondernemer stempels krijgen waarmee de vergunningplichtige activiteit reeds kan aanvangen); het Convenant Veilig Uitgaan; het portiersoverleg, de horecafoon etc. Landelijk is door het ministerie van VROM het initiatief genomen om de wetgeving in het kader van vergunningverlening beter te stroomlijnen en ook de hoeveelheid regelgeving te verminderen. Lokaal kan de gemeente de toepassing van regelgeving ook verder stroomlijnen. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze dat het beste kan gebeuren. Het is de bedoeling om aan de hand van procesbeschrijvingen nieuwe mogelijkheden van automatisering en internetgebruik optimaal te benutten. Bij het streven naar optimale vergunningverlening wordt tevens rekening gehouden met: • de komende wijziging van de Drank- en Horecawet (naar verwachting zal uitsluitend de burgemeester worden aangewezen als bevoegd orgaan); • de uitkomst van de discussie over de kerntaken van de politie, waarbij uitvoeringstaken van de afdeling Bijzondere Wetten van het politiedistrict Eemland Zuid mogelijk naar de gemeente overgeheveld gaan worden. 22
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Belangrijk is om een duidelijk aanspreekpunt voor horecaondernemers en anderen te hebben. De communicatie tussen gemeente, ondernemers, bewoners e.d. moet soepel verlopen. Amersfoort is in een recent onderzoek van de Kamer van Koophandel positief beoordeeld als het gaat om de opvangen loketfunctie t.b.v. de horeca. Bij het onderzoek naar het optimaliseren van de vergunningverlening en informatievoorziening wordt dit punt uiteraard ook meegenomen.
23
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Hoofdstuk 4 – Conclusies, besluiten en vervolg 4.1 Conclusies In voorliggende nota is het gemeentelijk horecabeleid voor de periode 2006-2010 beschreven. Ten behoeve van de actualisatie van het gemeentelijk horecabeleid is een extern beleidsadvies opgesteld. Dit is gedaan met een evaluatie van (de uitvoering van) de horecanota 2000-2005 en een onderzoek naar de stand van zaken van de horeca en het toekomstperspectief in Amersfoort. Met de nota horecabeleid Amersfoort 2006-2010 streeft de gemeente naar een horecaontwikkeling die de ruimtelijke en economische aantrekkingskracht en kwaliteit van het wonen, werken, winkelen en verblijven in de gemeente Amersfoort versterkt. In randvoorwaardelijke zin (bestemmingsplan, vergunningverlening etc.) kan de gemeente deze ontwikkeling faciliteren, doch het is aan de markt om de gewenste vernieuwing te realiseren. De horecanota 2006-2010 geeft een visie op de beleidsmatige wenselijkheid van toekomstige horecaontwikkelingen, maar op basis van concrete plannen wordt in detail getoetst op de feitelijke mogelijkheden. Het beleid qua beheer(sen) van de horeca heeft gewerkt en wordt gecontinueerd. Handhaving van openbare orde en regels op het gebied van veiligheid, milieu, ruimtelijke ordening en dergelijke blijft een centraal uitgangspunt van het horecabeleid. Er is economische ruimte voor groei van het horeca-aanbod in Amersfoort. Kwaliteit en diversificatie van het horeca-aanbod staan daarbij voorop. Bestaande horeca en nieuwe horeca moeten hiertoe voldoende toekomstperspectief worden geboden. In randvoorwaardelijke zin zijn bestemmingsplannen, vergunningverlening en de APV belangrijke gemeentelijke instrumenten om hierin bij te dragen. Als vanouds is in het centrum op aangewezen gebieden (de reeds bestaande twee horecaconcentratiegebieden en nieuwe verblijfgebieden als Eemplein, Eemhaven Amersfoort) ruimte voor een sterkere profilering van de horeca (qua aard en/of omvang) waardoor de functie van de binnenstad als regionaal koop-, verblijf- en uitgaanscentrum wordt versterkt. Elders in de stad heeft horeca overwegend een ondersteunende of solitaire functie, waarbij de horeca zich naar aard en omvang voegt naar (de functie van) de omgeving. Om de gewenste ontwikkelingen in het horeca-aanbod (vernieuwing, diversificatie, nieuwe doelgroep bedienen) te realiseren, kan de gemeente de juiste randvoorwaarden scheppen (bestemmingsplannen, vergunningen e.d.), maar is het aan de markt om de kansen te benutten. Naast een heldere ruimtelijkeconomische visie op de horeca zijn daartoe ook goede dienstverlening richting ondernemers en gestructureerd en open overleg met de horecasector van belang. Vanuit openbare orde en beheersoptiek is een duidelijk handhaving- en sanctieregime van belang. Omwille van een prettig uitgaansklimaat zal de gemeente voortborduren op de inspanningen van de afgelopen jaren (bijvoorbeeld Convenant Veilig Uitgaan, portiersoverleg, sluitingstijden, Wet Bibob e.d.) en zal een handhavingprotocol worden vastgelegd. Omwonenden kunnen onder andere bij de Servicetelefoon terecht voor klachten over overlast. 4.2 Besluiten Besluit 1: De gemeente streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de horeca. Naast het benoemen van locaties voor ontwikkeling (in het centrum, maar ook daar buiten) is de gemeente elders (met name in woongebieden) terughoudend met het toestaan van horeca-activiteiten. Clustering van horeca biedt de inwoners en bezoekers van de stad een aantrekkelijker voorzieningenaanbod dan een versnipperd horeca-aanbod en heeft ook de voorkeur vanuit openbare orde en beheersoptiek Besluit 2: Per horecaconcentratiegebied wil de gemeente, als daartoe concrete en passende voorstellen worden gedaan, voor de komende vijf jaar maximaal 3 nieuwe horecapanden planologisch mogelijk maken, waarvan 1 horecabedrijf als zgn. ontnuchteringzaak (zie verder onder 3.7) moet functioneren. Aan de zuidzijde van de Hof (zijde Langestraat) is horeca B uitgesloten. De
24
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
uitbreidingsmogelijkheden betreffen structureel leegstaande panden of panden die matig geschikt zijn voor hun oorspronkelijke functie (wonen, detailhandel). Besluit 3: De gemeente staat open voor een mogelijk andere invulling van Amicitia. Gedacht wordt aan een goede mix van leisure met horeca A. Er wordt niet gedacht aan nachthoreca (horeca B). Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een voor Amicitia gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 4: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, horeca C in St. Aegtenkapel aan ’t Zand planologisch mogelijk maken. Besluit 5: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, een invulling van Mariënhof op de hoek Zuidsingel / Kleine Haag met wonen / hotel / restaurant planologisch mogelijk maken. Besluit 6: De gemeente wil de mogelijkheden onderzoeken om het mogelijk te maken dat winkels en culturele voorzieningen horeca-achtige activiteiten kunnen ontplooien als ondergeschikte nevenactiviteit. Dergelijke ‘coffee corners’ zijn bedoeld voor het tijdens openingstijden van de winkel of culturele voorziening serveren van warme en koude non-alcoholische dranken in combinatie met kleine versnaperingen als gebak ter verrijking van de bedrijfsformule. Dit wordt aan regels gebonden zodat de gemeente kan toetsen en handhaven. Besluit 7: Ter verbetering van de relatie tussen het kernwinkelgebied en de horecaconcentratiegebieden in de binnenstad wil de gemeente, indien daartoe een passend voorstel wordt gedaan, de mogelijkheden voor de vestiging van een enkel horeca A-bedrijf in verbindende straten onderzoeken en indien het een op die plek gewenste horeca-invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 8: Ter verbetering van het horeca-aanbod in (delen van) het centrum voor studenten wil de gemeente bij wijze van proef gedurende 1 jaar in het horecaconcentratiegebied op en rond de Hof (zie bijlage 1: kaart centrum Amersfoort) een beperkt aantal horeca B bedrijven de mogelijkheid bieden om op donderdagavond langer open te blijven.In overleg met betrokkenen zal dit verder worden uitgewerkt in het eerste kwartaal van 2006. Na 1 jaar wordt de proef geëvalueerd en wordt besloten over het vervolg. Besluit 9: De gemeente wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, horeca A in of aan Park Randenbroek planologisch mogelijk maken. Besluit 10: Uitgangspunt bij de ontwikkeling van Vathorst is dat de inwoners van Vathorst een passend horeca-aanbod krijgen en dat men voor wijkoverstijgende horeca (uitgaan, verblijven) terecht kan bij het aanbod in het centrum van Amersfoort. In de eindsituatie (rond 2015 met ongeveer 30.000 inwoners) kunnen in Vathorst tot ongeveer 40 horecabedrijven (horeca A, B en C) gesitueerd worden met een gezamenlijk oppervlak (bestaand en nieuw) van maximaal 7.500 m2 vvo (exclusief autonoom functionerende horeca aan of nabij de snelwegen). Van dat aanbod zal ongeveer 3.000 tot 3.500 m2 vvo gesitueerd kunnen worden in de in Vathorst geplande centrumgebieden (winkelcentra, ICO cluster en Stationsgebied / Laak 3). Het overige aanbod zal in hoofdzaak geïntegreerd kunnen worden in geconcentreerde en geïntegreerde ontwikkelingen van toeristisch/recreatieve signatuur (zoals kantines en horeca bij leisure & sportvoorzieningen e.d.) en als ondersteunende functie ten behoeve van het werken op het Bedrijvenpark Vathorst of kantorenlocatie Podium. Besluit 11: De gemeente beschouwt de realisatie van een grootschalige manifestatiehal (met bijbehorende ondersteunende horeca) als een verrijking van het voorzieningenaanbod in Amersfoort. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft dit planologisch mogelijk maken.
25
Docs 1912427
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
Besluit 12: De gemeente zal in principe niet meewerken aan de vestiging van nieuwe horecapanden in het buitengebied. Wel wil de gemeente stimuleren dat de recreatieve potentie van het buitengebied beter wordt benut. Bij zgn. ‘pleisterplaatsen’ is het toegestaan om ter ondersteuning van de recreatieve functie horeca-achtige activiteiten te ontplooien in de vorm van het serveren van warme en koude non-alcoholische dranken in combinatie met kleine versnaperingen als gebak. In geval van een concreet en passend voorstel zullen de mogelijkheden nader worden geregeld en planologisch mogelijk worden gemaakt. Besluit 13: De gemeente beschouwt op de bedrijven gerichte horeca op bedrijven- en kantorenterreinen als een positieve stimulans van het ondernemingsklimaat. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 14: De gemeente beschouwt de op- en afritten van A1 en A28 als interessante locaties voor horeca. Indien een passend voorstel wordt gedaan wil de gemeente de mogelijkheden onderzoeken en indien het een op de betreffende plek gewenste invulling betreft planologisch mogelijk maken. Besluit 15: De gemeente houdt vast aan de huidige regeling van de sluitingstijden. Wel is het mogelijk dat de burgemeester een afwijkend verplicht sluitingsuur voor een horecabedrijf vaststelt in het geval zij dat nodig acht op grond van openbare orde overwegingen. Dit beleid sluit aan op de praktijk waarin de mogelijke openingstijden worden teruggedrongen door het steeds vaker opleggen van beperkende sluitingstijden, vooral bij buurtcafés in woonwijken. Besluit 16: Het sanctiebeleid zal worden vastgelegd in een handhavingprotocol. Dit zal in overleg met de verschillende partners worden opgesteld. Besluit 17: Waar mogelijk zullen controles vaker teamsgewijs plaatsvinden. Besluit 18: Waar relevant wil de gemeente bij vergunningaanvraag het instrumentarium van de Wet Bibob inzetten. 4.3 Hoe nu verder Het geactualiseerde horecabeleid is kaderstellend voor de horecaontwikkelingen in Amersfoort. Marktontwikkelingen en de randvoorwaarden die de gemeente daarbij stelt, zullen worden beoordeeld en bepaald op basis van dit horecabeleid. Ten aanzien van de beleidsuitvoering betekent dit: • Waar nodig en indien actueel zal de gemeente de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden op grond van het bestemmingsplan in overeenstemming brengen met het beleid. • Bij het maken van nieuwe bestemmingsplannen of de herziening van bestemmingsplannen zal het horecabeleid worden vertaald en opgenomen. • In overleg met betrokken marktpartijen zal binnen de kaders van het horecabeleid 2006-2010 verdere concretisering worden gegeven aan de horeca-invulling in de ontwikkelingsplannen van Eemplein, Eemhaven Amersfoort, Vathorst en eventueel toekomstige nieuwe locaties als Amicitia en her te ontwikkelen winkelcentra. • In overleg met betrokkenen worden in het eerste kwartaal van 2006 de mogelijkheden voor ‘coffee corners’ in winkels en culturele voorzieningen onderzocht. • In overleg met betrokkenen wordt in het eerste kwartaal van 2006 de proef met studentenhoreca uitgewerkt. • Ten behoeve van handhaving van openbare orde en regelgeving zal in overleg met betrokken instanties een handhavingprotocol worden opgesteld. Dit is gereed in het derde kwartaal van 2006. • Waar mogelijk zal de gemeentelijke dienstverlening (onder andere digitalisering, vergunningverlening) worden verbeterd.
26
Docs 1912427
•
Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
De gemeente streeft ernaar de goede relaties met horecapartners verder te verstevigen en in samenwerking en goed overleg met horecaondernemers en andere marktpartijen het horecabeleid uit te voeren.
4.4 Communicatie Over de concept horecanota 2006-2010 en ten behoeve van de peiling is reeds breed gecommuniceerd via de pers en is een Stadsbericht worden opgesteld. Ook aan de definitieve nota zullen persberichten worden gewijd na collegebehandeling en raadsbehandeling.
27
RW EG
KE
A
ST
SP
O
BLO
EG
RAA
KST
TW IJ
T
AAN
TER
I
DE WIDT− STRAAT
STRAAT
SR IN G
AD SR
ST
ST AD
RTL
KAE
OU C
SN
OS
TRO
RW
KE
T
D
OF
ZO NN EH
TER OF ACH IDS H DAV
SINT
R JORISST
TOR ENS TRA A T
AAT
MOLENSTR
AAT
RI NG
ST AD S
ER
HT
AC MSE
NHE AL
E
EV
SO
K− KER NG GA
− TER
S ER PAT RAAT ST
SL PO IJK− OR T− ST EE G
TW
ING
AD SR
R DE A
ST
LE − BOL G− BRU NG GA
AT
STRA
E CHTS
UTRE
E OMMEEG ST
HAVIK
HAVIK
MUURHUIZEN
’T ZAND
T− RK MA ANG G
D
AN
’T Z
ACHTER HET OUDE W EESHUIS
OF
BOLDERSH
AT HOF
L− PE KT AP AR M RKT
APP MAREL− KT
OE N MA
GR
EN
MUUR HUIZ
WEVERSSINGEL
TEUT
ZEVE HUI− N− ZEN
AT
E EV SO
IN RE
GROTE HAAG
STADSRING
− AG HA
IN PLE
AAG EH OT GR
PLEIN
UR
STEEG
FLINT−
TEUT
FLINT−
MU
KR NI N− O EU A− RE ANG MME W W O Z T G ST ST − N − LA ST RA RA E N LS O N AT A G V T ES EG HA EEG R TR RA ST E T AA CH VA H E T T AC D IGE ST LKE ST VE E− IL E RA LIE OUW OF HE GE H A R T V ERK K KO RT EG R T KO AC AA RT HT R T T EG S A A RA ER TR OI CH − ES MO IJN G R − EN− EG T A N E M I LA R ING TE ZE O D R R S MUURHUI EEG ZE ZU ST N ID SIN GEL INGEL KOE ZUIDS STR AAT
A TR
ES NG
LA
DRIK
G
AK
AS
VL
OR
PO
PLANT
RD −NOO SOEN
SCHIMM
KADE
INCK ELPENN
SC TENHOU− − STE EG
− KAEMR− P EN− N T N I B OR PO
HE RE NS TR
ER
P KAM
HT AC E N I E S KL INT AAT INT S TR S NS A J
AA T
P KAM
AT
STRA
ROC
SINT TER ACH NAHOF N A
POTH
CEL− ZUSTEREN− STRAAT
K DE
AM
BI
NN
P
EN
R
AA T
DE
VE
E ST
SC HE L
N TU SS
MP KA DE ER T H AC N RE LTO A W
MP KA
VA
E ST STR RA EE AT NE N−
T RAA HST POT
C Z EL− S T US TE RA RE AT N−
AS TR
OO RD
AN N
AT
SIN T
SO EN −N
N
N
WE
EU
PE L
KO P
PLA NT
RE
AA
ML
NI
E
S− WEE − HUIS G A G N
WE
EM
TR
S OR
S
T AA
AA
T
T
R ST
DE
EI N
KL
AT
LESMA BR L− UG
STADHUIS− PLEIN
T N−WE S TSOE PLAN
SINT − JORIS PLEIN
N TIO
AA
G
AK
S
−O AT
NG
AN
AS
MPL EI N
D
PA
BLOEMEN
EE
KORTE BERGST RAAT
RA
RG
VL
AAN
IAANL
ONDR
PIET M
AD
ALL
SM
EE
GE
LE
EE
CK
VAN PERSIJN− STRAAT
EP
VA
NA SC
T MS
WIJ
AN
HV
ME ES
T OS
DE T
T
S
MA L
− RS OU WE BR OUNNEL R B TU
TR
AA OR
RS
AT
OO
RA
SP
AAT
T
HT
RA A
RID
BUR
SS
R WE
TR PO
TR
HT
ING TS WE S
PA
EG
EL B
LE
AL
SM
STADSRING
EW
RA ST RE E ES
ES
EC
N
BOO K R G
L KO
AR
T
ELLE
GE INE
NH
LL HE
UT R
T
S− EN RK T VA ARK M T
H
LAV AA
R−
IE RB HE T SC RAA ST
TR
BO L DER − STRAS− AT AV E
AC H HT ST ET ER AD O HU UD IS E R−
G
EE
ST
STRAAT
END EL
RA ST HU S SINT
RA ST
PE ST PE RA R− LA N AT G ES TR AA T
BREDESTEEG
DAL SE WIN D− STE EG
SPIERING− STEEG KER STR K− AAT
OL B DE V AR N− ST ELDNE EE T− − G
NO
RAA KLE
ES
N
BL O BIN EMEN N D E N − ALS PO E− OR T
TR
EL ING
BLAU W BR E− GANUG− G
PR NI VE−O− E ST RS− EE G
IS LV E HE GJ SC TEE S
EM S
K
AA
SIN ST
G
HE ILI GE NB ER G
ER W
MP KA
ING EL
T
ES KO TEE
ST WE
LA
− HELRLAEAT ST
GE S
IZE HU
INGEL UR
WESTS MU
EST
EL
AN
KR
ING
D− STA PLEIN HUIS EN
D ELE
IDS
UIS− STADHIN PLE
STR
ZU
AAT UWE
P
BR TR EES BRE
DS
LIE RO VE V
ZUI
N
O
LA
AA
TS
OM AC
TR
LA N
KR GR GE
ST
EN
EN −O O
T
T
A
ACH
A NT PL
HU
N−
EGR
AA
T OE
TR
RI NT S
L
T
GE
AA
OO S
S ME
ND
NG
E OT − GR JANS T AAT N I S TR S
RI
P LANG
NM
OE
TR
S ES
DS
ES AAT
N ST A
EIN MESTR KROM
GR
OP
KL UI VIJ R VE
F
HO
HO
E− UW NIE WEG
T
K AR
N AS VA ZAM T Y S
DE
I
U SP N− PAPESTEDE HOF
B DE INN VE EN ST E
IZ
JA
T
W
RK
E SK
AA
SINT ASTRAAT AGATH SIN
N− TE ES T BE ARK M
N
ST R
O TE RS
LTO
DREYERS− HOFJE EVE
WA
CONINCK
T
T
AA STR
AN
T
DI
E ND NE E BIN VEST
PL
CONINCKSTRAAT EG OS
STE N− O
OLIE L− UPE KRERAAT ST
SO E
GR
EI
EG
B ST OR RA EE AT L
WALIKERSTRAAT PL
SI
HEN
VAN
HAA G
AA T
IN
RE
DE REMISE
Gemeente Amersfoort
Raadsvoorstel
Agendapunt:
HB-1
Reg.nr
1914502
Portefeuillehouder
Wethouder H. Brink Sector
Datum
SOB/EO
22 november 2005
Onderwerp:
Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010 Voorstel:
Het college stelt voor de in de Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010 opgenomen besluiten (1 t/m 17) vast te stellen. Aan de gemeenteraad, 1
Reden raadsbesluit
In de nota ‘Amersfoort Werkt – Plan van Aanpak Economie’ (vastgesteld door het college 23-11-2004 en behandeld in de commissie ECO op 17-01-2005) is opgenomen dat de ‘Nota Horecabeleid Amersfoort 20002005’ wordt geactualiseerd. Met de ‘Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010’ is daar invulling aan gegeven. De horecanota vormt samen met onder andere de detailshandelsnota (2002) het kaderstellend beleid voor commerciële voorzieningen in de stad. De raad is bevoegd tot vaststellen van de horecanota. 2
Samenvatting
Uitgangspunt is een evenwichtige ontwikkeling van de horeca in Amersfoort. Het horecabeleid 2006-2010 bouwt voort op het horecabeleid 2000-2005 (met het accent op openbare orde, ruimtelijke ordening en milieu) en geeft een ruimtelijk-economische onderbouwing en visie op het toekomstperspectief van de horeca. In de nota worden plekken benoemd voor nieuwe horeca-ontwikkeling en elders wordt een terughoudend beleid gevoerd, met name in woongebieden. De gemeente streeft naar verbetering van kwaliteit en modernisering van het horeca aanbod. Dit richt zich met name op het beter bedienen van bepaalde doelgroepen (ouderen: 25+, studenten, minder draagkrachtigen, gezinnen, zakelijke markt, winkelend publiek e.d.) Binnen heldere randvoorwaarden (bestemmingsplan; vergunningverlening; APV; wetgeving) en in goede samenwerking (onder andere gestructureerd overleg met de horecasector; dienstverlening aan individuele horeca-ondernemers, omwonenden en belanghebbenden; Convenant Veilig Uitgaan; portiersoverleg; etc.) is het aan de markt om kansen te benutten.
-1-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1914502
3
Toelichting
3.1
Continuering van resultaten op openbare orde, regelgeving en handhaving
Het horecabeleid 2006-2010 bouwt voort op het beleid van de afgelopen jaren waarin openbare orde, regelgeving en handhaving centraal stond. Het in 2000 vastgestelde restrictieve beleid was destijds nodig om overlast en criminaliteit rond de horeca terug te dringen. Het beleid richtte zich op het verplaatsen van horeca op ongewenste locaties naar horecaconcentratiegebieden, het aanscherpen van sluitingstijden en overige regelgeving en handhaving. Tevens is (in samenwerking met o.a. politie, brandweer en Gewest Eemland) fors geïnvesteerd in overleg en afstemming met de horecasector. Dit heeft onder andere geresulteerd in het Convenant Veilig Uitgaan, het portiersoverleg en de horecafoon. Ook vindt met Koninklijk Horeca Nederland periodiek bestuurlijk en ambtelijk overleg plaats en voor actuele of incidentele ontwikkelingen zijn er korte en open communicatielijnen. Evaluatie van het horecabeleid 2000-2005 leert dat dit beleid aan de doelstellingen (terugdringen overlast) heeft voldaan. In het toekomstige horecabeleid wordt hierop voortgebouwd en worden enkele nieuwe maatregelen genomen: er zal een handhavingsprotocol worden opgesteld; controles zullen vaker teamsgewijs gaan plaatsvinden; met betrekking tot sluitingstijden zal (zoals nu al regelmatig gebruikelijk) vaker maatwerk worden toegepast waarbij met name in woonwijken aangescherpte sluitingstijden worden gehanteerd als daar concreet aanleiding toe is, bijvoorbeeld vanuit openbare orde overwegingen; de Wet BIBOB zal in voorkomende gevallen vaker worden ingezet. Binnen dit kader is een beheerste ontwikkeling van de horeca mogelijk en wil de gemeente de markt mogelijkheden bieden om het ruimtelijk-economisch perspectief van de horeca beter te benutten. 3.2
Groei van de stad biedt marktruimte voor nieuw horeca aanbod
Bureau B@S Consultants heeft op basis van kentallen marktruimte voor nieuwe horeca berekend. De groei van de stad (inwonertal, werkgelegenheid) en de daarbij groeiende centrumfunctie van Amersfoort (koopen uitgaanscentrum voor Eemland, centrale ligging voor nationaal zaken- en snelwegpubliek) bieden de komende vijf jaar ruimte voor ongeveer 7.500 tot 10.000 m2 extra verkoop vloeroppervlak horeca, dat is 30 tot 50 horecazaken. Ruimte kan worden gevonden door uitbreiding van bestaande horeca mogelijk te maken en door nieuwe horeca toe te voegen. Een groot deel van de uitbreiding is reeds voorzien in ontwikkelingsplannen in het centrum (Eemplein, Eemhaven Amersfoort) en in Vathorst. Daarnaast zijn er concrete plekken in de stad waar de markt interesse heeft voor horeca-ontwikkeling. Dit concentreert zich met name in de binnenstad en bijvoorbeeld in winkelcentrum Amicitia waar de eigenaar mogelijkheden voor horeca-invulling onderzoekt. In dergelijke gevallen toetst de gemeente of horeca op de betreffende locatie mogelijk is en stelt randvoorwaarden. 3.3
Het streven is meer kwaliteit en modernisering
Nadruk ligt op verbetering van kwaliteit en modernisering. Met het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden streeft de gemeente niet naar meer van hetzelfde, maar naar nieuwe vormen van horeca die het horeca aanbod verbreden. Daarmee wordt het horeca aanbod voor meer doelgroepen interessant. Analyse van het huidige aanbod en een vergelijking met landelijke trends door B@S Consultants laat zien dat er in Amersfoort geen behoefte is aan uitbreiding van traditionele (op jongeren gerichte) uitgaanshoreca. Wel is er behoefte aan de komst van nieuwe dansgelegenheid. Daarnaast wordt de gewenste diversificatie vooral gezocht in eigentijdse concepten voor (met name) dag- en avondhoreca, thematisering en het combineren van vrijetijdsvormen (horeca en recreatief winkelen, horeca en cultuur, horeca en leisure en dergelijke). Daarmee draagt nieuwe horeca bij aan de verlevendiging van het stadsbeeld.
-2-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1914502
3.4
De gemeente is voorwaardenscheppend, het is aan de markt om kansen te benutten
De gemeente stelt randvoorwaarden waarbinnen horeca zich kan ontwikkelen. De horecanota 2006-2010 verschaft de beleidsmatige basis voor uitbreiding van het horeca-aanbod. Op basis van concrete en passende voorstellen (zoals gebruikelijk wordt getoetst op o.a. het bestemmingsplan, openbare orde, milieu, bereikbaarheid, parkeren, monumentenstatus en dergelijke) kan de gemeente hieraan meewerken. De gemeente wil zorgvuldig omgaan met het bieden van nieuwe ruimte. In situaties waar de gemeente kan sturen (in het geval dat het bestemmingsplan moet worden aangepast of een nieuwe vergunning moet worden verleend), zal zij voor zover mogelijk inhoudelijk toetsen op basis van de in deze nota neergelegde ruimtelijk-economische visie. De gemeente wil meewerken aan nieuwe vormen van horeca die kwaliteit toevoegen aan het horeca aanbod voor inwoners, werkenden en bezoekers van Amersfoort. Er wordt beseft dat de gemeente na het planologisch mogelijk maken van horeca niet meer kan sturen op het horeca-concept (anders dan het handhaven van wettelijke regelingen en openbare orde aspecten). Het is vervolgens de markt (ondernemer en consument) die de levensvatbaarheid van diverse horeca-vormen bepaalt. 4
Aanpak
Bij de uitvoering van (reguliere) werkzaamheden op het gebied van horeca is de nota horecabeleid kaderstellend. In het kader van planmatige ontwikkelingen (Eemplein, Eemhaven Amersfoort, Vathorst) zal vanuit de betreffende projectgroepen verder vorm worden gegeven aan de randvoorwaarden (regelingen in het bestemmingsplan en in vergunningen zoals sluitingstijden) waarbinnen ondernemers horeca kunnen realiseren. Concrete plannen of voorstellen voor horeca-ontwikkeling in de (bestaande) stad zal zoals gebruikelijk worden getoetst op het bestemmingsplan, openbare orde, milieu, bereikbaarheid, parkeren, monumentenstatus en dergelijke. Indien planologische medewerking van de gemeente is vereist, zal een ruimtelijk-economische afweging plaatsvinden op basis van de nota horecabeleid. Bij een positieve afweging zal de benodigde procedure worden doorlopen. Het handhavingsprotocol zal worden opgesteld in samenwerking met de bij handhaving betrokken instanties als politie, brandweer en Gewest Eemland. Het opstellen zal in overleg met Koninklijk Horeca Nederland plaatsvinden. 5
Financiële aspecten
Het betreft reguliere werkzaamheden. Dekking vindt plaats uit reguliere budgetten. 6
Planning
Voor 2006-2010 is de nota het kaderstellend beleid voor horeca-ontwikkelingen in Amersfoort. Het handhavingsprotocol zal in het 3e kwartaal van 2006 worden vastgesteld. 7
Betrokkenheid burgers en instanties
In het voortraject is breed afgestemd met de horecasector en betrokken instanties als politie, OM, brandweer en Gewest Eemland. In een begeleidingsgroep namen naast de gemeente vertegenwoordigers van Koninklijk Horeca Nederland, Kamer van Koophandel en provincie Utrecht deel. Met diverse belanghebbenden (ondernemers, eigenaren, brouwerijen, ontwikkelaars, OBV, etc.) zijn gesprekken gevoerd en eind maart j.l. is een gezamenlijke Ronde Tafelbijeenkomst gehouden. Op een concept van de nota horecabeleid 2006-2010 heeft een vorm van inspraak door middel van een peiling plaatsgevonden. Hierover is gecommuniceerd in de pers en de concept nota was in te zien in de Informatiewinkel en op de gemeentelijke website. Tijdens twee inloopmomenten (ochtend en avond)
-3-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1914502
hebben ongeveer 40 belangstellenden gereageerd op de nota. Een verslag van de peiling is ter kennisneming bijgevoegd. De peiling heeft geleid tot enkele kleine aanpassingen en verduidelijking op onderdelen van de tekst. De reacties gaven geen aanleiding tot inhoudelijke bijstelling van het voorgestelde beleid. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit Ter inzage
- Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010 - Verslag peiling concept ‘Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010
-4-
Gemeente Amersfoort
Raadsbesluit
Reg.nr
1914502
De raad der gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2005, sector SOB/EO (nr. 1914502); besluit: de in de Nota Horecabeleid Amersfoort 2006-2010 opgenomen besluiten (1 t/m 17) vast te stellen. Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 janauri 2006. de griffier,
de voorzitter,
-1-
Gemeente Amersfoort
Raadsvoorstel
Agendapunt:
HB-2
Reg.nr
1932376
Portefeuillehouder
Wethouder mr. P.M. Strengers Sector
Datum
SOB/RO
20 december 2005
Onderwerp:
Vrijstelling ex artikel 19, lid 1 WRO en voorbereidingsbesluit ex artikel 21 WRO voor de uitbreiding c.a. van het Dierenpark Amersfoort Voorstel:
1. Op grond van artikel 21 WRO te verklaren dat voor het terrein van het dierenpark Amersfoort, aangegeven op bijgaande tekening, het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen 2006 wordt voorbereid en dat het besluit in werking treedt op de dag, volgend op die waarop dit besluit is genomen; 2. Op grond van artikel 19, lid 1 WRO medewerking te verlenen aan de vrijstellingsverzoeken voor de uitbreiding van het dierenpark Amersfoort in zuid/zuidwestelijke richting en het aanbrengen van verlichting ten behoeve van de calamiteitenroute alsmede het plaatsen van hekken nabij die route. Aan de gemeenteraad, 1
Reden raadsbesluit
Dierenpark Amersfoort heeft voor de uitbreiding van het park een aantal (bouw)aanvragen ingediend. Het verlenen van medewerking aan de uitbreiding van het park en het treffen van de gevraagde voorzieningen is mogelijk door middel van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De raad is bevoegd om medewerking te verlenen aan de verzoeken. Het voornemen tot uitbreiding van het park en het treffen van de gevraagde voorzieningen zijn in overeenstemming met het “Masterplan 2002-2011 Dierenpark Amersfoort”. Met het Masterplan heeft de raad in 2003 ingestemd. Het Masterplan is onderwerp geweest van een milieueffectrapportage (MER). Ook die MER heeft de raad aanvaard. De gevraagde uitbreiding c.a. is opgenomen in het concept van het nieuwe bestemmingsplan BirkhovenBokkeduinen 2006. 2
Toelichting
Aanvragen De voorliggende aanvragen voorzien in het aanleggen van een calamiteitenroute met verlichting en het plaatsen van hekwerken alsmede het plaatsen van prehistorische diermodellen.
-1-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1932376
De hekken en de route worden gerealiseerd rondom het in zuid/zuidwestelijke richting uit te breiden park. Met deze voorzieningen wordt impliciet ook de uitbreiding van het dierenpark mogelijk gemaakt. De prehistorische diermodellen (dinosaurussen), circa 40 stuks, worden geplaatst in de toekomstige uitbreiding. Het betreft een thematische invulling voor een periode van 3-5 jaar. Voor het honoreren van dit laatste verzoek is een (tijdelijke) vrijstelling op grond van artikel 17 van de WRO nodig. Daarover zal een afzonderlijk besluit worden genomen nadat het besluit tot uitbreiding van het park rechtskracht heeft gekregen. Het dierenpark is voornemens in 2006 (delen van) de uitbreiding van het park in gebruik te nemen. Beoordeling aanvragen Planologisch-juridische situatie De bij de plannen c.q. de uitbreiding van het park betrokken gronden liggen in het gebied van het ter plaatse geldende Plan van uitbreiding in hoofdzaak uit 1956 en zijn daarin bestemd voor “recreatie”. Het gebruik van het desbetreffende gebied door het dierenpark kan onder het begrip “recreatie” worden gerangschikt, hetgeen betekent dat de uitbreiding en de daarvoor noodzakelijke gebouwen en andere bouwwerken in planologisch-juridisch opzicht (behoudens “binnenplanse” vrijstelling) mogelijk zijn en dus formeel gesproken de uitbreiding kan worden gerealiseerd en bouwvergunningen kunnen worden verleend. Om bestuurlijke en maatschappelijk redenen is er echter in het verleden 1 de voorkeur aan gegeven om ingrepen van deze omvang (de uitbreiding omvat een gebied van 6,5 hectare exclusief calamiteitendienstroute) in het bosgebied niet te baseren op een uit 1956 daterend bestemmingsplan maar op te nemen in een nieuw actueel planologisch-juridisch kader. Mede om die reden is onlangs een nieuw bestemmingsplan voor Birkhoven en Bokkeduinen gemaakt, waarin het gebied van het dierenpark is opgenomen. In het concept van dat bestemmingsplan is de uitbreiding van het dierenpark uitvoerig ruimtelijk onderbouwd en is het getoetst aan relevante wetgeving en beleid. Met de voorliggende plannen voor de calamiteitenroute en de hekken (en daarmee de uitbreiding van het park) wordt op het nieuwe bestemmingplan geanticipeerd. De thans voorliggende aanvragen zijn in overeenstemming met het “Masterplan 2002-2011 Dierenpark Amersfoort”. Met de uitbreiding van het park (conform dat Masterplan) heeft de raad in 2003 ingestemd. Het Masterplan is onderwerp geweest van een milieueffectrapportage (MER). Ook die MER heeft de raad aanvaard. Om daadwerkelijk tot realisering van de uitbreiding en de bebouwing te komen kan echter niet worden gewacht op het van kracht worden van het nieuwe bestemmingsplan. Dat is ook onderkend in 2003 omdat toen al door de raad het besluit is genomen om met toepassing van artikel 19, lid 1, van de WRO medewerking te verlenen aan de aanleg van de calamiteitenroute (zie noot pagina 2). Door omstandigheden is indertijd die procedure (op verzoek van de directie van het park) niet verder gevolgd. Thans wordt het verzoek door het dierenpark “herhaald” en aangevuld met de aanvragen voor het hekwerk en het plaatsen van de diermodellen. Zoals is aangegeven ligt in de aanvragen in feite de uitbreiding van het park besloten. Hoewel door de raad is ingestemd met het Masterplan 2002-2011 (en vervolgens het besluit is genomen om medewerking te verlenen aan de aanleg van de calamiteitenroute), is er nog geen expliciet raadsbesluit om op grond van artikel 19, lid 1 van de WRO medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het park en het treffen van de gebouwde voorzieningen. Bovendien dient de raad nog te besluiten omtrent het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de WRO.
1
Hoewel in formele zin geen bestemmingsplantechnische belemmeringen bestaan, heeft de raad in 2003 het besluit genomen om de medewerking aan de calamitietenroute rondom het (uit te breiden) park te baseren op artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat maakt een afzonderlijke projectprocedure noodzakelijk.
-2-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1932376
Milieu Zoals hiervoor is aangegeven is de uitbreiding van het park met de daarbij behorende thans aangevraagde voorzieningen uitvoerig onderbouwd in het Masterplan 2002-2011, de MER en het concept van het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen. De gekozen uitbreidingsrichting vormt het MMA (meest milieuvriendelijke alternatief ) uit de MER. De uitbreiding van het dierenpark is in overeenstemming met het Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de uitbreiding is een ontheffing nodig op grond van de Flora- en faunawet. Uit recent in het kader van het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen 2006 verricht onderzoek naar de natuurwaarden in het desbetreffende gebied is vastgesteld, dat het aannemelijk is dat een ontheffing wordt verleend. Het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om de ontheffing bij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan te vragen. Voor de aanleg van de calamiteitenroute en de hekken moeten bomen wijken. Dat is onvermijdelijk. Conform de uitgangspunten van het Masterplan 2002-2011 zullen de hekken en de route zodanig worden aangelegd, dat zo min mogelijk bomen worden gekapt. Het groene extensieve karakter staat voorop en de landschappelijke waarden worden zo veel mogelijk gehandhaafd. De uitbreiding van het park (themagedeelte) gaat niet gepaard met kappen. Voor het kappen van de bomen is een kapvergunning vereist. Bovendient dient de voorgenomen kap op grond van de Boswet te worden gemeld (bij de provincie). In dat kader wordt ook een eventuele herplantplicht opgelegd. Voor het bouwen van de hekken en het aanleggen van de routes is inmiddels bij het gewest Eemland een melding gedaan op grond van artikel 8.19 van de Wet milieubeheer. Er hoeft geen wijziging van de bestaande vergunning plaats te vinden. Voor zover de uitbreiding van het park in de toekomst gepaard gaat met milieurelevante ingrepen (toevoegen gebouwen of dierenverblijven), dient alsnog een wijziging van de milieuvergunning te worden aangevraagd. De initiatiefnemer is daarvan op de hoogte. Parkeren In de planvorming voor de uitbreiding van de dierentuin is uitvoerig ingegaan op de parkeerbehoefte. Op eigen terrein zijn thans 900 parkeerplaatsen. Voor de korte termijn is (met name voor het piekparkeren) extra parkeergelegenheid aanwezig in de bestaande P+R garage bij het station (650 plaatsen). Op langere termijn dient extra parkeercapaciteit te worden gerealiseerd op het terrein aan de Middelhoefseweg. In de MER wordt daarbij uitgegaan van 200 parkeerplaatsen. In het concept van het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen, waarin het terrein van de Middelhoefseweg is opgenomen, is dat aantal opgehoogd tot 350. Met het beschikbaar hebben van extra parkeergelegenheid op de korte termijn in de bestaande P+R garage en op de langere termijn aangevuld met ruimte aan de Middelhoefseweg, is er sprake van een onder normale omstandigheden toereikend aantal parkeerplaatsen (een en ander is uitvoerig in de MER becijferd). Pieken kunnen (uiteraard) niet altijd worden opgevangen. Een aantal (piek)dagen per jaar is parkeeroverlast gedurende enkele uren onvermijdelijk. In de besluitvorming door de raad tot dusverre is een parkeeroverlast van maximaal 10 dagen per jaar gedurende enkele uren aanvaardbaar geacht. Met de ophoging van het aantal parkeerplaatsen aan de Middelhoefseweg is dat aantal teruggebracht tot 8 dagen. Wanneer wordt uitgegaan van maximaal 8-10 parkeeroverlastdagen per jaar, biedt het bestaande parkeerterrein bij de dierentuin in samenhang met de P+R-voorziening bij het station nog een aantal jaren voldoende soelaas om in de behoefte aan parkeerplaatsen te voorzien. Op basis van de geprognosticeerde bezoekersaantallen zal vanaf 2010 (bij een bezoekersaantal van 880.000 2) het aantal dagen van 2
Thans is sprake van een bezoekersaantal van 650.000 per jaar. Op basis van de prognoses is dat aantal in 2010 880.000. Bij dat aantal is er nog sprake van 8-10 parkeeroverlastdagen. Na 2010 lopen de aantallen bezoekers verder op en is aanvullende ruimte voor parkeren nodig aan de Middelhoefseweg om het aantal parkeeroverlastdagen tenminste gelijk te houden. n.b. Ten gevolge van MKZ en vogelpest wijken de hierboven genoemde aantallen enigszins af van gegevens uit het Masterplan.
-3-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1932376
parkeeroverlast het geaccepteerde aantal van 8-10 kunnen gaan overschrijden. Dat betekent dat in ieder geval vanaf dat moment extra parkeerplaatsen aan de Middelhoefseweg aanwezig dienen te zijn (en dat zal ook het geval zijn). Uit het vorenstaande volgt, dat de thans voorgenomen uitbreiding ook uit een oogpunt van parkeren mogelijk is. Contractueel is geregeld, dat de bestaande P+R garage bij het station op piekdagen wordt ingezet. In het nieuwe bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen zijn voorts de mogelijkheden opgenomen om (op termijn c.q. bij een bezoekersaantal van 880.000 en meer) te parkeren aan de Middelhoefseweg. Beleidskader In het Masterplan, de MER en het concept van het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen 2006 is uitvoerig gemotiveerd hoe de voorgenomen uitbreiding zich verhoudt tot het beleid van de hogere overheden. Geconstateerd wordt dat dat beleid geen belemmering vormt voor de voorgenomen uitbreiding van het dierenpark. 3
Voorstel
Voorgesteld wordt, in aanvulling op het besluit dd. 24 juni 2003 om ingevolge artikel 19, lid 1 WRO medewerking te verlenen aan de aanleg van de calamiteiten-/dienstroute, om: 1. op grond van artikel 19, lid 1 WRO medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het dierenpark Amersfoort in zuid/zuidwestelijke richting en het aanbrengen van verlichting ten behoeve van de calamiteitenroute alsmede het plaatsen van hekken nabij die route. 2. op grond van artikel 21 WRO te verklaren dat voor het terrein van het dierenpark Amersfoort, zoals aangegeven op bijgaande tekening, de herziening van het bestemmingsplan BirkhovenBokkeduinen 2006 wordt voorbereid en dat het besluit in werking treedt op de dag, volgend op die waarop dit besluit is genomen. 4
Bevoegdheden college en raad
De bevoegdheden met betrekking tot de besluitvorming over de toepassing van artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn op basis van het delegatiebesluit van 25 november 2003 als volgt: b. de raad neemt het besluit om medewerking te verlenen aan het vrijstellingsverzoek; daarmee start de vrijstellingsprocedure; c. de volgende twee besluiten (het aanvragen van de verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten van Utrecht en het daadwerkelijk verlenen van de vrijstelling) heeft de raad aan ons college gedelegeerd. Indien tegen het besluit van de raad tot het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsverzoeken zienswijzen kenbaar worden gemaakt (daartoe zal dit besluit met de bijbehorende stukken voor een ieder ter visie worden gelegd) zullen wij de Ronde hiervan in kennis stellen voordat de verklaring van geen bezwaar wordt aangevraagd. De Ronde kan dan kennis nemen van het plan en de wijze waarop ons college de zienswijzen heeft verwerkt. 5
Betrokkenheid burgers en instanties
De tot voor kort in de Wet op de Ruimtelijke Ordening opgenomen verplichting tot het houden van inspraak is komen te vervallen. Het staat de gemeente vrij om bij de toepassing van artikel 19, lid 1 WRO al dan niet inspraak te houden. Het houden van inspraak ligt in casu niet in de rede omdat de keuze van de uitbreidingsrichting van het dierenpark is gebaseerd op (het MMA uit) de MER. Die rapportage (waarin naast de uitbreidingsrichting ook de aanleg van de calamiteitenroute en de oplossing voor het parkeren is onderzocht) is in 2002 al aan de inspraak onderworpen. Verder is in de aanzet tot het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen 2006 overleg over het bestemmingsplan (waar de uitbreiding van het dierenpark deel van uitmaakt) gevoerd met
-4-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1932376
het platform Birkhoven-Bokkeduinen, waarin verschillende belangengroepen zijn vertegenwoordigd. Ook is op 19 mei 2005 een consultatiebijeenkomst gehouden voor bewoners en instellingen in het plangebied. Tenslotte is ook in beginfase van de planvorming (2001) van de dierentuin een informatieavond gehouden. Al met al is tijdens verschillende gelegenheden over de uitbreidingsplannen gesproken. Hieruit volgt dat niet nog afzonderlijk inspraak behoeft te worden gehouden. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit
-5-
Gemeente Amersfoort
Raadsbesluit
Reg.nr
1932376
De raad der gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2005, sector SOB/RO (nr. 1932376); besluit: 1. 2.
op grond van artikel 21 WRO te verklaren dat voor het terrein van het dierenpark Amersfoort, aangegeven op bijgaande tekening, het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen 2006 wordt voorbereid en dat het besluit in werking treedt op de dag, volgend op die waarop dit besluit is genomen; op grond van artikel 19, lid 1 WRO medewerking te verlenen aan de vrijstellingsverzoeken voor de uitbreiding van het dierenpark Amersfoort in zuid/zuidwestelijke richting en het aanbrengen van verlichting ten behoeve van de calamiteitenroute alsmede het plaatsen van hekken nabij die route.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 januari 2006 de griffier,
de voorzitter,
-1-
Gemeente Amersfoort
Raadsvoorstel
Agendapunt:
Reg.nr
Portefeuillehouder
Raadscommissie(s)
Wethouder ir. P. Jonkman
geen
Sector
Datum
SOB/EO
25 november 2005
1925894
Onderwerp:
verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO Randenbroekerweg 42 te Amersfoort Voorstel:
Het verzoek ingediend namens de heer en mevrouw R.J. van de Weijden om vergoeding van planschade ex artikel 49 WRO Randenbroekerweg 42 te Amersfoort toe te wijzen en hen een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 27.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2004 tot de dag van uitbetaling. Aan de gemeenteraad, 1
Reden raadsbesluit
Besluitvorming over verzoek om vergoeding planschade. 2
Samenvatting
Na vergelijking tussen het regime van het bestemmingsplan “Randenbroek” en de planologische situatie die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO komt de SAOZ tot de conclusie dat verzoekers in planologisch opzicht in een nadeliger positie zijn komen te verkeren, waaruit op grond van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering voortvloeit.
3
Toelichting
Bij brief door ons ontvangen op 24 september 2004, is namens de heer en mevrouw R.J. van de Weijden (hierna: verzoekers) verzocht om vergoeding van planschade inzake zijn woning aan de Randenbroekerweg 42 te Amersfoort. Als reden daarvan wordt genoemd de bouwvergunning verleend met vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 WRO voor de bouw van tien appartementen aan de Mendelssohnweg/hoek Schubertstraat. Hierdoor zijn verzoekers in een planologisch nadeliger situatie komen te verkeren en lijden zij schade in de vorm van (o.a.) waardevermindering bij de verkoop van hun woning, privacy-aantasting en verminderde lichtinval. Voor de verdere motivering van het verzoek verwijzen wij u kortheidshalve naar de brief die als bijlage is opgenomen in het voor u ter inzage gelegde advies van de SAOZ.
-1-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1925894
Overeenkomstig de door uw raad vastgestelde verordening procedure planschadevergoeding, hebben wij de planschadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam, verzocht ons over het verzoek te adviseren. Een vergelijking is gemaakt tussen het regime van het bestemmingsplan “Randenbroek” en de planologische situatie die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO. Op 15 januari 2004 is deze vrijstelling verleend voor het realiseren van een woongebouw met 10 appartementen, met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk ruim 9 en 10 meter op de hoek van de Mendelssohnstraat en de Schubertstraat. In de oude situatie konden verzoekers ten zuidoosten vanaf een afstand van ca. 12,5 meter van hun perceel en ca. 23,5 meter van hun woning worden geconfronteerd met een blok van maximaal 6 bejaardenwoningen met een goothoogte van 3 meter een iets hogere bouwhoogte. In de nieuwe situatie hebben zij zicht op een veel massaler appartementencomplex met een hoogte van ca. 10 meter. Rekening houdend met het feit dat in de oude situatie bejaardenwoningen met flauwe kap en een bouwdiepte van 8 meter tot de mogelijkheden behoorden, is de SAOZ van mening dat het nieuwe appartementencomplex met ca. 100 m2 meer grondoppervlak, een bouwdiepte van ca. 19 meter langs de Schubertstraat en bewoning op meerdere verdiepingen, met name leidt tot (enig) verlies van zicht en zonlicht, enig verlies van privacy, een zekere intensivering van het leef- en verblijfklimaat met de daaraan inherente vormen van hinder, alsmede een zekere vermindering van de situeringswaarde, waardoor een planologische nadeliger situatie is ontstaan. Voor de volledige motivering van dit advies verwijzen wij u kortheidshalve naar het ter inzage gelegde rapport van de SAOZ. De SAOZ adviseert het verzoek toe te wijzen en de verzoekers een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 27.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2004 tot de dag van uitbetaling. Alvorens een definitief besluit te nemen in deze zaak en uw raad een voorstel te doen, hebben wij verzoekers conform de verordening procedure planschadevergoeding, in de gelegenheid gesteld hun zienswijze inzake het advies kenbaar te maken. Verzoekers hebben daarvan geen gebruik gemaakt. In de gegeven situatie, waarbij het advies van de SAOZ geacht wordt deel uit maken van onze motivering, is er ons inziens rechtsgrond aanwezig om verzoekers een redelijke schadevergoeding toe te kennen ter hoogte van het door de SAOZ geadviseerde bedrag. Voorts hebben wij overwogen dat niet is gebleken van feiten en/of omstandigheden die rechtvaardigen dat de schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van verzoekers hoort te blijven. Wij stellen u voor het namens de heer en mevrouw R.J. van de Weijden ingediende schadevergoedingsverzoek inzake Randenbroekerweg 42 te Amersfoort toe te wijzen en hem een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 27.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2004 tot de dag van uitbetaling. 4
Financiële aspecten
Binnen de risicovoorziening grondexploitaties is rekening gehouden met planschade, waar de onderhavige planschade is ondergebracht.
-2-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1925894
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp raadsbesluit
-3-
Gemeente Amersfoort
Raadsbesluit
Reg.nr
1925894
De raad der gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2005 , sector SOB/EO (nr. 1925894); besluit: Het verzoek ingediend namens de heer en mevrouw R.J. van de Weijden om vergoeding van planschade ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening toe te wijzen en hen een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 27.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2004 tot de dag van uitbetaling.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 januari 2006. de griffier,
de voorzitter,
-1-
Gemeente Amersfoort
Raadsvoorstel
Agendapunt:
HB-4
Reg.nr
1914412
Portefeuillehouder
Wethouder ir. P. Jonkman Sector
Datum
SOB/EO
13 december 2005
Onderwerp:
Verzoek om vergoeding planschade ex artikel 49 WRO Randenbroekerweg 46 te Amersfoort Voorstel:
Het verzoek om vergoeding van planschade ex artikel 49 WRO ingediend namens de heer J. Holleman inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort toe te wijzen en hem een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 25.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2004 tot de dag van uitbetaling. Aan de gemeenteraad, 1
Reden raadsbesluit
Besluitvorming over verzoek om vergoeding van planschade. 2
Samenvatting
Na vergelijking tussen het regime van het bestemmingsplan “Randenbroek” en de planologische situatie die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO komt de SAOZ tot de conclusie dat verzoeker in planologisch opzicht in een nadeliger positie is komen te verkeren, waaruit op grond van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering voortvloeit. 3
Toelichting
Bij brief door ons ontvangen op 11 augustus 2004, is namens de heer J. Holleman (hierna: verzoeker) verzocht om vergoeding van planschade inzake zijn woning aan de Randenbroekerweg 46 te Amersfoort. Als reden daarvan wordt genoemd de bouwvergunning verleend met vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 WRO voor de bouw van tien appartementen aan de Mendelssohnweg. Hierdoor is verzoeker in een nadeliger planologische situatie komen te verkeren en lijdt hij schade in de vorm van waardevermindering van zijn grond en opstallen. Voor de verdere motivering van zijn verzoek verwijzen wij u kortheidshalve naar de brief die als bijlage is opgenomen in het voor u ter inzage gelegde advies van de SAOZ. Overeenkomstig de door uw raad vastgestelde verordening procedure planschadevergoeding, hebben wij de planschadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam, verzocht ons over het verzoek te adviseren.
-1-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1914412
Een vergelijking is gemaakt tussen het regime van het bestemmingsplan “Randenbroek” en de planologische situatie die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO. Op 15 januari 2004 is deze vrijstelling verleend voor het realiseren van een woongebouw met 10 appartementen, met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk ruim 9 en 10 meter op de hoek van de Mendelssohnstraat en de Schubertstraat. In de oude situatie kon verzoeker ten oosten vanaf een afstand van ca. 10 meter van zijn perceel en ca. 23 meter van zijn woning worden geconfronteerd met (de zijgevel van) een blok van maximaal 6 bejaardenwoningen met een goothoogte van 3 meter een iets hogere bouwhoogte. In de nieuwe situatie heeft hij zicht op een veel massaler appartementencomplex met een hoogte van ca. 10 meter. Rekening houdend met het feit dat in de oude situatie bejaardenwoningen met flauwe kap en een bouwdiepte van 8 meter tot de mogelijkheden behoorden, is de SAOZ van mening dat het nieuwe appartementencomplex met ca. 100 m2 meer grondoppervlak, een bouwdiepte van ca. 19 meter langs de Schubertstraat en bewoning op meerdere verdiepingen, met name leidt tot minder zicht, enig verlies van privacy, een zekere intensivering van het leef- en verblijfklimaat met de daaraan inherente vormen van hinder, alsmede een zekere vermindering van de situeringswaarde, waardoor een planologische nadeliger situatie is ontstaan. Voor de volledige motivering van dit advies verwijzen wij u kortheidshalve naar het ter inzage gelegde rapport van de SAOZ. Alvorens een definitief besluit te nemen in deze zaak en uw raad een voorstel te doen, hebben wij verzoeker conform de verordening procedure planschadevergoeding, in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze inzake het advies kenbaar te maken. Verzoeker heeft hiervan bij brief van 28 september 2005 gebruik gemaakt. Hier volgt een samenvatting daarvan. Naar aanleiding van de zinsnede in het rapport dat er sprake is van “enig verlies aan privacy”, merkt verzoeker op dat de inbreuk op de privacy aanzienlijk groter is dan verwacht. De terrassen aan de zijde van perceel van verzoeker worden intensief gebruik en bieden vrij zicht op de tuin en woonkamer. Voorts wordt er hinder ondervonden van de (extreme) verlichting rondom en in het appartementencomplex. In de reactie van de SAOZ daarop wordt (samengevat) opgemerkt dat inzake de inbreuk op de terrassen rekening is gehouden met o.a. het terras op de eerste verdieping en het zicht vanuit de bovenste verdieping. Verder is rekening gehouden met de afstanden ten opzichte van de bebouwing tot aan de woning dan wel het perceel van verzoeker. Ten aanzien van de verlichting wordt opgemerkt dat hinder tengevolge van verlichting wel meegenomen is, maar niet expliciet is vermeld. Ook in de oorspronkelijk planologische situatie is niet uit te sluiten dat aan de toegestane bebouwing (buiten)verlichting kon worden aangebracht. De SAOZ concludeert dat de zienswijze geen aanleiding geeft haar eerdere conclusies en de begrote waardevermindering aan te passen. Voor de volledige inhoud van de zienswijze en de reactie van de SAOZ verwijzen wij u naar de ter inzage gelegde stukken. In de gegeven situatie, waarbij het advies en het nader advies van de SAOZ geacht worden deel uit maken van onze motivering, is er ons inziens rechtsgrond aanwezig om verzoeker een redelijke schadevergoeding toe te kennen ter hoogte van het door de SAOZ geadviseerde bedrag. Voorts hebben wij overwogen dat niet is gebleken van feiten en/of omstandigheden die rechtvaardigen dat de schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van verzoeker hoort te blijven. Wij stellen u voor het namens de heer J.Holleman ingediende schadevergoedingsverzoek inzake Randenbroekerweg 46 te Amersfoort toe te wijzen en hem een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 25.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2004 tot de dag van uitbetaling.
-2-
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1914412
4
Financiële aspecten
Binnen de risicovoorziening grondexploitaties is rekening gehouden met planschade, waar de onderhavige planschade is ondergebracht. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp raadsbesluit
-3-
Gemeente Amersfoort
Raadsbesluit
Reg.nr
1914412
De raad der gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2005, sector SOB/EO (nr. 1914412); besluit: het verzoek ingediend namens de heer J. Holleman om vergoeding van planschade ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening toe te wijzen en hem een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 25.000,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2004 tot de dag van uitbetaling. Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 januari 2006 de griffier,
de voorzitter,
-1-
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum
: 1917324 : 16 november 2005
TITEL GOEDKEURING JAARSTUKKEN ONDERWIJSGROEP AMERSFOORT BESLISPUNTEN Voorgesteld wordt om in te stemmen met de jaarrekening 2004 en om de begroting 2006 van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort goed te keuren.
AANLEIDING De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 42b voor dat het bestuur van een stichting voor openbaar voortgezet onderwijs de jaarrekening en de begroting niet eerder kan vaststellen, dan nadat de gemeenteraad met de jaarrekening heeft ingestemd en de begroting heeft goedgekeurd. Het bestuur van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort heeft de jaarrekening 2004 ter instemming en de begroting 2006 ter goedkeuring ingediend.
BEOOGD EFFECT Het instemmen met de jaarrekening en het goedkeuren van de begroting geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om een oordeel te vellen over de continuïteit van het openbaar voortgezet onderwijs.
ARGUMENTEN De liquiditeit en solvabiliteit van de Onderwijsgroep Amersfoort is ruim voldoende. Het aantal leerlingen is met 78 gestegen van 3.302 naar 3.380 leerlingen. Het marktaandeel openbaar onderwijs is iets gestegen tot 30,2% in 2004. De jaarrekening 2004 van de stichting sluit met een voordelig saldo van € 288.000,-. De jaarrekening is voorzien van een accountantsverklaring. Van het resultaat is € 20.000,- toegevoegd aan de algemene reserve en € 268.000 aan de bestemmingsreserves van de betrokken scholen. Het voordelig saldo over 2003 bedroeg € 418.000,-. Het eigen vermogen van de stichting bedraagt ultimo 2004 € 4.546.000,-. Ten opzichte van 2003 is dat een vermeerdering van € 288.000,-. Deze vermeerdering komt door de toevoeging van het resultaat 2004. De stichting dient uit te komen met de rijksvergoedingen en de eigen inkomsten. Er is geen subsidierelatie met de gemeente Amersfoort voor de exploitatie van het openbaar voortgezet onderwijs. Uit de begroting 2006 blijkt dat bijna alle scholen een sluitende exploitatie kennen. Voor het Valleicollege wordt in 2006 een negatief resultaat geraamd. Dit heeft voornamelijk te maken met de opstart van deze school in Vathorst. Dit resultaat wordt ten laste van de schoolreserve gebracht. Verder is voor het gymnasium voor 2006 een gering tekort begroot. De Raad van Toezicht van de stichting heeft als spelregel dat, indien er een beroep gedaan wordt op de reserve om een schoolbegroting sluitend te maken, er in meerjarenperspectief maatregelen getroffen worden om de begroting sluitend te maken. Het resultaat van deze maatregelen wordt vervolgens verwerkt in de begroting voor het jaar daarop. Per saldo blijkt uit de ingediende jaarrekening 2004 en de begroting 2006 dat de liquiditeit en solvabiliteit van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort ruim voldoende is.
Inlichtingen bij:
J. Malenstein, WSO/MO, (033) 469 47 00
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 1917324 pagina 2
KANTTEKENINGEN Niet van toepassing
FINANCIËN Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente.
VERVOLG Niet van toepassing
BETROKKEN PARTIJEN Niet van toepassing Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- geen
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT Reg.nr.1917324 De raad van de gemeente Amersfoort, Op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2005, sector WSO/MO (nr.1917324); besluit in te stemmen met de jaarrekening 2004 en de begroting 2006 van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort goed te keuren. Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 januari 2006 de griffier, de voorzitter,
Inzicht onkruidbestrijding
Motie Amersfoort,
De raad van de gemeente Amersfoort bijeen; Constaterende dat: -
Er in Amersfoort drie methoden worden gebruikt om onkruid te bestrijden namelijk borstelen, stomen en branden Het op dit moment niet bekend is wat de consequenties zijn van de diverse methoden voor het milieu, financieel en voor het slijtage/onderhoud van het wegdek Dat er een discussie is geweest in de raad over biologische afbreekbare middelen(BAM) en de effecten daarvan. Dat hierover tegenstrijdige berichten zijn over de uitwerking van BAM op het milieu en de leefomgeving
Verzoekt het college: -
Te komen met een notitie waarin de effecten van de verschillende onkruidbestrijdingsmethoden inzichtelijk gemaakt worden Hierin ook de resultaten van onkruidbestrijding in andere gemeenten mee te nemen. De raad hierover in januari te informeren
Ramon Smits Alvarez
Koos Voogt
Motie inzicht onkruidbestrijding
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 19:00
Ontwerp Veiligheidspro-gramma 2006 Peiling Motie opvang voorzieningen Voorbereiding besluit
Motie inzicht onkruidbestrijding
Ontwerp Veiligheidspro-gramma 2006 Peiling Reg.nr.: 1956567 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Van Goor Portefeuillehouder: Van Vliet-Kuiper en Van ’t Veld Opsteller: Van Goor Samenvatting: Het focussen op doelgroepen en hotspots blijkt vruchten af te werpen. De tussentijdse cijfers voor 2005 laten een dalende trend zien van de geregistreerde criminaliteit in Amersfoort als geheel en in het bijzonder op de hotspots. In 2006 blijven wij werken aan een verdere daling van de criminaliteit. Wij richten ons nog steeds op geweldplegers, veelplegers en risicojeugd, gesteund door meer kennis omtrent deze doelgroepen (o.a. onderzoek Verdachten in Kaart). De hotspotaanpak in de Binnenstad en op het Neptunusplein willen we continueren. Het gebied van de hotspot Noordewierweg willen we uitbreiden richting hotspot Soesterkwartier. Kattenbroek willen we aanwijzen als aandachtsgebied (overlast & vernielingen). Het actieprogramma 2006 geeft aan welke projecten wij gaan uitvoeren en welke succescriteria wij hanteren. Succesvolle (nieuwe) onderdelen uit de campagne en het programma 2005, zoals leerplichthandhaving en GAVO-trajecten, continueren wij. De politie Eemland zuid en het Openbaar Ministerie Utrecht steunen (de uitvoering van) het actieprogramma. Reden van aanbieding: De raad van Amersfoort heeft opdracht gegeven de stad aantoonbaar veiliger te maken. Wij willen de raad graag betrekken bij de ontwikkeling en voortgang van ons veiligheidsbeleid. In het veiligheids- actieprogramma 2006 staat geformuleerd welke doelgroepen en hotspots wij willen gaan aanpakken. Van de raad wordt gevraagd: 1) kennis te nemen van het veiligheidsactieprogramma 2006. 2) meningspeiling over ons voorstel om in 2006: 2a- te focussen op de doelgroepen: a) geweldplegers b) veelplegers c) overlastgevende & risicojeugd 2b- de hotspotaanpak te focussen op : a) Binnenstad b) Neptunusplein c) Soesterkwartier. 2c- Kattenbroek (met name in en om winkelcentrum Emiclaer en het Stadspark) aan te wijzen als aandachtsgebied voor vernielingen en vandalisme. Vervolgtraject: Na bespreking in De Ronde start in januari 2006 de uitvoering van het veiligheidsactieprogramma. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Kort verslag Bijbehorende documenten: docs/VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15.pdf : docs/evaluatie veilig op straat.pdf Veiligheidsprogramma 2006 (pdf) Evaluatie Veilig op Straat (pdf)
Motie inzicht onkruidbestrijding
Motie opvang voorzieningen Voorbereiding besluit Reg.nr.: 1931535 Van: Van Borch tot Verwolde (VVD) Ambtelijk contact: Du Pon Portefeuillehouder: Van ’t Veld Opsteller: Van Borch tot Verwolde Samenvatting: De VVD-fractie wil via participerende inspraak een platform creëren, waarin inwoners met college en het ambtelijke apparaat meedenken over mogelijke extra en eventueel alternatieve locaties voor daklozen en drugsgebruikers. Deze resultaten uiterlijk eind 2006 voorleggen aan de raad. Reden van aanbieding: Indienen motie betreft een raadsbevoegdheid. Van de raad wordt gevraagd: zich uit te spreken over bijgevoegde motie. Vervolgtraject: In Het Besluit stemmen over de motie. Bij onvoldoende ervaren steun wellicht intrekking motie. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Voorbereiding motie Soort verslag: Kort verslag Bijbehorende documenten: docs/Motie Opvangvoorzieningen.pdf Motie (pdf)
Veiligheids Actieprogramma 2006 Aanpak sociale veiligheid gemeente Amersfoort
December 2005
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
1
Uitgave: Gemeente Amersfoort, Concernstaf, sectie Openbare Orde, Veiligheid en Kabinetszaken, Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Bezoekadres: Stadhuisplein 1 Telefoon (033) 469 4443. Fax (033) 469 54 68. E-mail:
[email protected] December 2005
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
2
Inleiding Voor u ligt het Veiligheidsactieprogramma 2006 van de gemeente Amersfoort. Het veiligheidsactieprogramma is een belangrijk onderdeel van de Amersfoortse veiligheidsstrategie. Veiligheid staat nog steeds hoog in het vaandel van het college. In dit veiligheidsactieprogramma geven we aan welke prioriteiten we in 2006 stellen en welke projecten we inzetten om een aantoonbare verbetering van de subjectieve en objectieve veiligheid te realiseren. In dit programma zijn keuzes voor prioriteiten gemaakt en zijn concrete projecten opgenomen die zich richten op de aanpak van een specifieke doelgroep of hotspot. Deze keuzes komen niet zomaar uit de lucht vallen. Wij hebben in april 2005 de voorlopige veiligheidsprioriteiten voor 2006 en criteria met de raad besproken. Op 24 oktober heeft districtsdriehoek, waar de gemeente Amersfoort, de politie Eemland zuid en het Openbaar Ministerie Utrecht deel van uitmaken, ingestemd met het concept-veiligheidsactieprogramma 2006. Het actieprogramma is op 13 december vastgesteld door het college van B&W van Amersfoort en begin 2006 voorgelegd aan de gemeenteraad van Amersfoort. Evenals bij de nota Amersfoort Veilig is wederom gekozen voor een beknopte omvang van de tekst. We willen daarmee de helderheid, controleerbaarheid en uitvoerbaarheid van onze plannen vergroten, zodat gewerkt kan worden aan een nog veiliger Amersfoort! Het college van Burgemeester & Wethouders van Amersfoort
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
3
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
4
Veiligheidsprioriteiten in 2006: 3 doelgroepen & 3 hotspots Amersfoort groeit! Op 1 januari 2005 had Amersfoort 134.904 inwoners, een groei van 1,5% ten opzichte van 2004. Naar verwachting wonen er in 2015 ruim 158.000 inwoners in Amersfoort. De opbouw van de bevolking laat een aantal ontwikkelingen zien. Amersfoort is reeds een jonge stad; het aandeel jongeren zal de komende periode aanzienlijk toenemen. Het percentage inwoners met een nietnederlandse etniciteit neemt toe. Daarnaast is de werkloosheid met 0,5% gestegen en het aantal arbeidsplaatsen licht gedaald. In 2004 is de woningvoorraad met ruim 900 nieuwe woningen gestegen. Met de verdere afbouw van o.a. Vathorst zal de woningvoorraad de komende periode aanzienlijk toenemen. Deze ontwikkelingen zijn (op termijn) nu eenmaal van invloed op de objectieve en subjectieve veiligheid in de stad. Aan ons de taak om de gevolgen van deze ontwikkelingen beheersbaar te houden. Via het MeerjarenOntwikkelingsProgramma van het Grote Steden Beleid geven wij vorm en inhoud aan samenwerking tussen de gemeentelijke sectoren.i Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van ons veiligheidsbeleid mede gefinancierd met GSB-middelen. Verder is de uitwerking van het programma Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort (BVA) een belangrijke aan veiligheid gerelateerde ontwikkeling. Via een een buurtgerichte en gecombineerde aanpak van sociaal, fysiek, economie en veilig willen wij dat over 10 jaar de prioriteitswijken door herontwikkeling een substantieel betere leefbaarheid kennen, met een gemiddeld hoger woningkwaliteit, hogere waardering van de woonomgeving, veiliger, en betere onderlinge verhoudingen tussen de bewoners. In 2005 minder criminaliteit in Amersfoort De politie beschikt over een schat aan informatie die inzicht geeft in de ontwikkeling van de criminaliteit. Gekeken is hoeveel en welke soort aangiften en meldingen in/rond de hotspots plaatsvonden in de eerste 9 maanden van
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
2005 ii. Deze zijn vergeleken met 2004iii. Hetzelfde is gedaan voor de rest van Amersfoort en de gemeente als geheel. In de eerste 9 maanden van 2005 werden er 8797 aangiften geregistreerd bij de politie. Ten opzichte van het hele jaar 2004 toen 12.608 keer aangifte werd gedaan betekent dat een daling van het aantal aangiften: circa 7% op jaarbasis. Deze afname is opvallend temeer daar zowel landelijk als lokaal acties zijn gevoerd om vaker aangifte te doen. Aangenomen mag worden dat de aangiftebereidheid geen verklaring is voor deze daling. Tussen de wijken zijn er grote verschillen. De sterkste concentratie van misdrijven blijkt zich, zoals verwacht, nog steeds voor te doen in de Stadskern, Zonnehof en de omgeving van het centraal station. Ten opzichte van 2004 deed de grootste afname van aangiften zich voor in en de wijken waar de hotspots zijn gevestigd: Kruiskamp (-22%), Schothorst-Noord (-18%), Stadskern (-17%) en Soesterkwartier (-15%). Gemiddeld daalde het aantal aangiften in de hotspots met 17%, terwijl het in de rest van Amersfoort slechts daalde met gemiddeld 2%. Stadspeiling : gevoel van veiligheid Subjectieve veiligheid, oftewel het gevoel van veiligheid, vormt naast objectieve veiligheid de belangrijkste indicator voor het bepalen van de effecten van het Amersfoortse veiligheidsbeleid. De gevoelens van onveiligheid zijn in 2005 in drie verschillende onderzoeken in Amersfoort gemeten. De vraag in de Stadspeiling is in april van dit jaar voorgelegd aan 4000 Amersfoorters. Ruim een kwart van de Amersfoorters zegt zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. Dat betekent dat een grote meerderheid – 74% - zich nooit onveilig voelt in de eigen buurt. Vooral in de hotspots Stadskern, Soesterkwartier en Kruiskamp voelt men zich wel eens onveilig. Dezelfde vraag is ook gesteld in 2003. Het gevoel van onveiligheid was voor heel Amersfoort hetzelfde: ruim een kwart. Maar terwijl
5
men zich vooral in de meeste wijken wat vaker onveilig voelde, is de subjectieve veiligheid in Stadskern/Zonnehof opvallend sterk verbeterd. Aangezien deze Stadspeiling is afgenomen in april 2005 en dus dateert uit de beginperiode van de campagne Veilig op Straat, kunnen er geen conclusies aan verbonden worden over het effect. Wel waren er op dat moment al veel activiteiten op het gebied van veiligheid genomen in de binnenstad, zoals cameratoezicht, inzet mountainbikes en een hardere aanpak van de veelplegers: maatregelen die onder burgers veel positieve reacties hebben opgeleverd. Politiemonitor Bevolking 2005 In juni 2005 is de politiemonitor Bevolking 2005 verschenen. Deze monitor biedt inzicht in de mate van onveiligheidsgevoelens van inwoners in de politieregio Utrecht, waartoe ook Amersfoort behoort. De monitor zegt het volgende over de subjectieve veiligheid: “ In de regio Utrecht voelt 3% van de inwoners zich vaak onveilig en 25% voelt zich wel eens onveilig. […] Deze percentages wijken niet af van het voorgaand jaar, noch van de gemiddelden in Nederland. De beleving van onveiligheid is in de regio Utrecht ten opzichte van 2004 constant gebleven en ligt in 2005 op een vergelijkbaar niveau als het landelijk gemiddelde.”iv
Veiligheidsstrategie Onze aanpak krijgt langs de volgende sporen vorm: o Hotspots: intensieve korte termijn-aanpak o Focus op doelgroepen (met name veelplegers, geweldplegers en risicojeugd) o Versterking van normstelling, handhaving en toezicht (middellange termijn-aanpak) o Treffen van flankerende maatregelen die de veiligheidssituatie ook op langere termijn blijven bevorderen o Vinger-aan-de-pols: goede monitoring, analyse en evaluatie om de kwaliteit van het veiligheidsbeleid te toetsten en te blijven verbeteren.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
De veiligheidsstrategie die wij hanteren, is het focussen van de inspanningen op doelgroepen en op hotspots. Deze strategie vereist het maken van keuzes, wat soms moeilijk is. Niet alle problemen kunnen immers daarmee tegelijkertijd worden onderkend en aangepakt. Belangrijk onderdeel bij deze strategie is het feit dat de politie in alle wijken van Amersfoort de basispolitiezorg blijft leveren. In aanvulling daarop levert de politie in de hotspots een extra inzet. In maart 2005 hebben wij onze voorlopige prioriteiten kenbaar gemaakt en besproken met de raad.v In 2005 zijn 4 hotspots in de stad aangepakt en zijn wij nadrukkelijker aan de slag gegaan met de aanpak van 3 doelgroepen. Versterking van normstelling, handhaving en toezicht (middellange termijn-aanpak) o Voorlichtingsoffensief over normoverschrijdend gedrag (voorlichtingen door Bureau Halt op alle scholen in Amersfoort). o Cameratoezicht: op wisselende plekken in de stad, die als sociaal onveilig worden beschouwd, plaatsen we (mobiele) camera’s en leren van de ervaringen; o Toezichthouders met een ‘bite’ (kwalitatieve verbetering van de toezichthouders bij de Stichting Stadstoezicht: toezichthouders zullen in 2006 meer dan alleen signaleren en waarschuwen, maar ook boetes uitdelen. Treffen van flankerende maatregelen die de veiligheidssituatie ook op langere termijn blijven bevorderen o Ons beleid is gericht op het creëren van voldoende dag- en nachtopvang, voor daklozen en verslaafden, het vestigen van een zorgcentrum en het toe leiden naar hulpverlening en resocialisatie. o De integrale aanpak rond huiselijk geweld wordt verwerkt in het reguliere beleid van onze partners. In 2006 zal een meldpunt huiselijk geweld operationeel zijn.
6
o
o
Bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Aanvragen voor vergunningen rond horeca-exploitatie en seksinrichtingen, toetsen we waar nodig op grond van de wet BIBOB. Het verwerken van de principes van het Keurmerk Veilig Wonen in het reguliere beleid van de gemeente rond beheer, planning van wijken, beheer van de openbare ruimte en de (ver)nieuwbouw van wooncomplexen.
Vinger aan de pols De uitvoering van ons veiligheidsbeleid is in een stroomversnelling geraakt. Juist daarom blijft het van groot belang om deelprojecten (zoals mobiel cameratoezicht, aanpak veelplegers) te evalueren en te vast te stellen of we op de goede weg zijn. Om nog beter op ontwikkelingen in te kunnen spelen willen we proberen een koppeling aan te brengen tussen politiecijfers en ons programma Geopoort. Via de AVIX (Amersfoortse Veiligheidsindex) zal de mening van de Amersfoortse bevolking over wenselijke prioriteiten worden gepeild. Met de politie en het Openbaar Ministerie zullen voor 2007 gemeenschappelijke prioriteiten vaststellen, zodat we onze aanpak krachtig kunnen voortzetten. Criteria voor keuzes in focus op doelgroepen & hotspots De Amersfoortse veiligheidsstrategie vereist het maken van keuzes. Dit keuzeproces is lastig, want vaak is de voorhande zijnde informatie incompleet of bevat een zekere mate van onbetrouwbaarheid. Om dit proces te stroomlijnen hebben wij in overleg met de politie en het Openbaar Ministerie een aantal criteria opgesteld. De raadscommissie Bestuurlijke Zaken kon zich vinden in deze criteria. De keuzes voor de veiligheidsprioriteiten in 2006 zijn gemaakt aan de hand van de volgende vier criteria: 1. het veiligheidsprobleem moet belangrijk zijn in ernst en omvang; 2. de aanpak van het veiligheidsprobleem moet leiden tot een groot effect op de veiligheid; 3. de aanpak van het veiligheidsprobleem moet kunnen rekenen op voldoende draagvlak onder de betrokken partners;
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
4. bij het benoemen van veiligheidsprioriteiten willen de partners voortbouwen op bestaande keuzes om de continuïteit in beleid en uitvoering te waarborgen. De gemeenschappelijke keuzes voor de doelgroepen & hotspots worden jaarlijks vastgelegd in een veiligheidsprogramma. Wij willen dat het programma na de jaarlijkse audit van het Regionaal College, uitgevoerd door de commissie van Vliet, tot een goedkeurende verklaring zal leiden uitmondt in een zgn. ‘plusoptie’ (inzet van extra politiecapaciteit in Amersfoort).Zo kunnen we samen met de politie veiligheidsproblemen beter aanpakken. Naast de hiervoor genoemde vier criteria willen wij bij de keuze voor hotspots in 2007 ook gebruik maken van de keuzes die gemaakt zijn in het kader van onze Binnenstedelijke Vernieuwingsplannen. De buurtgerichte aanpak van de BVA kan de hotspotaanpak versterken en de hotspot aanpak een extra flow geven. Communicatie Om de ambities waar te maken is een flinke communicatie-inspanning noodzaak. Enerzijds om zichtbaar te maken wat er onder regie van de gemeente allemaal gebeurt om de sociale veiligheid te bevorderen (en met welk resultaat), anderzijds om duidelijk te maken wat het publiek zelf moet of kan doen om een bijdrage te leveren aan een prettiger en veiliger leefklimaat. Hoewel we niet meer van de campagne Veilig op Straat spreken, blijven we wel gebruik maken van het aansprekende beeldmerk van Veilig op Straat. Dit om de attentiewaarde en de opgebouwde naams- en beeldbekendheid ervan vast te houden. De communicatie zal vooral via bestaande kanalen, zoals persberichten, stadsberichten en www.amersfoort.nl, verlopen. De focus op de gekozen hotspots en thema’s is belangrijk om de communicatie over veiligheid niet teveel te versnipperen en gerichte resultaten te kunnen benadrukken. Vanuit het beoogde principe van wederkerigheid krijgen burgerinitiatieven ruime aandacht in de berichtgeving. Belangrijk is de berichten te bundelen en tegelijkertijd te doseren zodat een continue stroom van veiligheidsberichten via de bestaande kanalen naar buiten gebracht kan worden. Als ruggegraat voor de
7
externe communicatie wordt begin 2006 een subsite (‘Stadsveiligheid’ ) rond zowel sociale als fysieke veiligheid operationeel. Het werken vanuit de ketensystematiek vergt een extra inspanning op de interne communicatie, zodat de diverse partnerorganisaties op de hoogte blijven van wie welke bijdrage levert aan het vergroten van de veiligheid en men elkaar makkelijk weet te vinden. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn onder meer een digitale nieuwsbrief en inhoudelijke en netwerkbijeenkomsten.
Wat gaan we in 2006 doen? Onze inspanningen zijn gericht op verbetering van de veiligheid op korte, middel-lange en lange termijn. In het vervolg van dit actieprogramma geven wij aan hoe wij in 2006 (dus op korte termijn) de doelgroepen gaan aanpakken (concrete projecten) en welke succescriteria/ doelstellingen wij voor de aanpak hanteren, zodat de resultaten ook gevolgd en gemeten kunnen worden. Dat laat onverlet dat sommige projecten vooral langere termijnresultaten beogen. Verder worden in dit programma de hotspots nader toegelicht. Per jaar zijn er maximaal 4 hotspots. Voor elk van deze hotspot komt een plan van aanpak. Er wordt pas met de aanpak van een nieuwe hotspot begonnen, als een andere hotspot is afgerond. In bijlage 1 worden de projecten die deel uitmaken van het actieprogramma nader beschreven. Bijlage 2 bevat kerncijfers van Amersfoort. Veiligheidsdoelstelling: Amersfoort aantoonbaar veiliger De geregistreerde criminaliteit en het onveiligheidsgevoel van de burgers ontwikkelde zich negatief in de afgelopen jaren. Met de campagne Veilig Op Straat hebben wij in 2005 een extra impuls gegeven aan het veiligheidsbeleid. De eerste resultaten van deze inspanningen lijken positief effect te hebben op de veiligheid in Amersfoort. Wij willen met onze partners een samenhangend programma organiseren om de feitelijke en gevoelsmatige situatie van onveiligheid in Amersfoort aantoonbaar te verminderen. Het aantonen van de verbeterde feitelijke veiligheid bestaat uit 2 piketpaaltjes. In de gemeentebegroting 2006-2009 hebben wij opgenomen dat het aantal aangiften in Amersfoort in 2006 onder de 12.600 ligt. Dit is onze eerste piketpaal. In het kader van de regionale Veiligheidsstrategie heeft de
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
politieregio Utrecht de ambitie geformuleerd om in 2007 een daling van 40% van de geregistreerde criminaliteit ten opzichte van 2002 te realiseren. In het bedrijfsplan 2006 streeft de politie Eemland zuid naar een afname van 20%, wat concreet neerkomt op maximaal 10.290 aangiften in 2006. Oftewel de 2e piketpaal. Wij spannen ons in om ook deze ambitie te kunnen realiseren. Naast een daling van de geregistreerde criminaliteit willen wij dat in de Stadspeiling 2007 maximaal 25% van de Amersfoorters aangeeft zich weleens onveilig te voelen in hun eigen buurt. Resultaat: doelgroepen & hotspots gericht aanpakken Wij hebben in overleg met het Openbaar Ministerie Utrecht en de politie Eemland zuid keuzes gemaakt voor 3 doelgroepen en 3 hotspots waarop wij in 2006 onze aandacht zullen focussen. Doelgroepen: In 2005 lag de focus op de aanpak van overlastgevende personen, jeugd en volwassen veelplegers. In 2006 zal de focus grotendeels op deze doelgroepen gericht blijven, namelijk gericht op: De aanpak van (huiselijk) geweldplegers De aanpak van veelplegers De aanpak van overlastgevende en risico-jeugd Hotspots: In 2005 waren het uitgaansgebied in de binnenstad, het Neptunusplein, Schothorst noord en de Noordewierweg als hotspot benoemd. In 2006 zal de focus voor een deel op dezelfde hotspots gericht blijven, mede omdat een aantal activiteiten nog niet zijn afgerond. In 2006 benoemen wij de volgende hotspots. Binnenstad Neptunusplein Soesterkwartier
8
Focus op 3 doelgroepen in 2006 De aanpak van geweldplegers Geweldsincidenten zoals bedreigingen op straat, mishandelingen in uitgaansgelegenheden en geweld binnen relaties gebeuren in Amersfoort nog te vaak. In 2004 registreerde de politie maar liefst 1175 geweldsincidenten. In de Stadskern doen zich zowel in absolute aantallen als per 100 inwoners zich de meeste geweldsincidenten voor. Een belangrijk onderdeel vormt huiselijk geweld. Tot voor kort werd deze vorm van geweld nauwelijks onderkend. De verdere afstemming tussen het casusoverleg huiselijk geweld (zorg) en de strafrechtelijke afdoening (justitieketen) staat in 2006 op de agenda.Wij willen het geweld in Amersfoort terugdringen en focussen daarom op de aanpak van geweldplegers in Amersfoort. Daarbij wordt gewerkt aan een mix van preventieve en repressieve maatregelen. Methode: Wij willen de mogelijkheid creëren om een gebiedsontzegging te kunnen uitreiken aan overlastgevers en geweldplegers in de binnenstad ( en eventueel andere gebieden, zoals het gebied rondom het zorgcentrum aan de Kleine Haag). De voorbereidingen voor de vereiste aanpassing in de APV worden in gang gezet. De gemeente ontwikkelt een Advies- en Steunpunt voor Huiselijk Geweld. Begin 2006 wordt dit steunpunt volledig operationeel. Wij organiseren via toezichthouders sociaal toezicht op diverse plekken in de stad.
Succescriteria Het aantal geweldsincidenten binnen het uitgaansgebied op uitgaansavonden (hot times) ligt niet hoger dan 50.vi Het aantal eerste meldingen van huiselijk geweld laat een stijgende ontwikkeling zien en het aantal meldingen van herhalingen van huiselijk geweld daalt.vii Bij aanvang van het 2e kwartaal 2006 zijn alle portiers in horecagelegenheden gecertificeerd
Cameratoezicht wordt gebruikt voor het kunnen identificeren van mogelijke daders van geweldsincidenten. Daarnaast bevordert cameratoezicht het veiligheidsgevoel. Medewerkers van bureau Halt geven voorlichting op de Amersfoortse basis- en middelbaar onderwijsscholen omtrent veiligheidsonderwerpen waaronder geweld. Verdere afstemming tussen het casusoverleg huiselijk geweld (zorg) en de strafrechtelijke afdoening (justitieketen)
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
9
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
10
De aanpak van veelplegers De samenleving ondervindt veel schade en hinder van mensen die zich zeer vaak schuldig maken aan het plegen van delicten. In Amersfoort bevinden zich zo’n 60 à 70 personen die zeer regelmatig door de politie worden aangehouden als verdachte van een strafbaar feit. Deze personen zijn in de afgelopen 5 jaar meer dan 20 keer als verdachte geregistreerd (waarvan minimaal 1 keer in het peiljaar) en hebben daarom in Amersfoort het predikaat veelpleger. Een aanzienlijk deel van deze groep heeft te kampen met verslavingsproblematiek of heeft een psychiatrisch ziektebeeld. Een deel van hen lijkt louter veelpleger te zijn vanwege het economische gewin. Wij willen de overlast en schade als gevolg van veelplegers in Amersfoort terugdringen en focussen ons daarom op de aanpak van deze doelgroep in Amersfoort. Methode Wij willen via het organiseren van voldoende casemanagement de veelplegers richting nazorgvoorzieningen leiden. Voor GGZ-veelplegers zijn de GAVO-trajecten ingekocht. Voor de GGZ-veelplegers met een psychiatrische problematiek ontwikkelt de GGD Eemland in samenwerking met de GGZ-instellingen een adequaat nazorgtraject. De ‘normale’ veelplegers willen wij via casemanagers van de reclasseringsinstellingen naar nazorgvoorzieningen laten leiden. Het Openbaar Ministerie Utrecht heeft als regisseur van de strafrechtelijke aanpak van veelplegers, in samenwerking met de politie Eemland zuid een plan van aanpak opgesteld. Via afstemming tussen de gemeente en de casemanagers willen wij zoveel mogelijk knelpunten wegnemen naar het gebruik maken van bestaande (gemeentelijke) voorzieningen.
Succescriteria Minimaal 75% van de huidige volwassen veelplegers (ongeveer 65 personen) heeft een casemanager blijkens het Justitieel Casusoverleg Volwassen en wordt naar een nazorg en/of resocialisatieproject geleid.viii Minimaal 50% van het aantal veelplegers zit op elk moment gedetineerd. Het totaal aantal aangiften van vermogensdelicten in Amersfoort laat een daling zien van 5% ten opzichte van 2005.
Het casusoverleg in het veiligheidshuis vormt de spil in de veelplegersaanpak. Daar stellen de partners per veelpleger, onder regie van het OM een plan van aanpak op.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
11
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
12
De aanpak van overlastgevende en risico-jeugd Amersfoort is een stad met veel jonge inwoners. De aanwezigheid van zoveel jongeren geeft de stad een sprankelend en energiek tintje. Recent onderzoek naar verdachten in Amersfoort en het aantal en soort overlastmeldingen laten zien dat een deel van de jongeren voor overlast en criminaliteit zorgt. Jongeren lijken vaker in aanraking te komen met de politie. Voor een deel betreft het zogenaamde first offenders (jongeren die eenmalig met de politie in aanraking komen), maar uit onderzoek blijkt dat een aantal Amersfoortse jongeren zich zeer regelmatig schuldig maakt aan relatief ernstige delicten. De oververtegenwoordiging van jongeren van Marokkaanse, Antilliaanse en Somalische etniciteit baart ons zorgen. In 2006 willen wij de beleidsontwikkeling op het gebied van risicojeugd verder stimuleren. Wij willen het aantal overlastgevende en risicojeugd terugdringen en focust zich daarom op de aanpak van deze doelgroep. De focus richt zich daarbij met name op jongeren met een Marokkaanse, Antilliaanse en Somalische etniciteit. Methode Via het gemeentelijk jeugdbeleid creëren wij voorzieningen voor jongeren, zoals de buitenkasten, Speelplekkenplan en de Buitenschoolse Opvang. Via het Jongeren-op-Straat-overleg monitort de Stichting Welzijn Amersfoort de jeugdgroepen in Amersfoort. In 2006 voert de gemeente een leerplichtconvenant uit met het OM omtrent (met name) de afdoening van spijbelen (gericht op signaalverzuim). Bureau Halt geeft voorlichting op de Amersfoortse basis- en middelbaar onderwijsscholen omtrent veiligheidsonderwerpen (alcohol & drugs, discriminatie, geweld, vandalisme en criminaliteit) om jongeren bewust te maken van de gevolgen van crimineel en risicogedrag. Daarnaast verzorgt bureau Halt halt&stop-afdoeningen voor minderjarige first offenders. Via het team Nieuwe Perspectieven krijgen Amerfoorste jongeren die dreigen af te glijden een aanbod voor een intensieve begeleiding.
Succescriteria Het percentage jongeren dat intensief begeleid is door team Nieuwe Perspectieven en het na 1 jaar het nog steeds ‘goed doet’ is minimaal 70%.ix (In 2006 is het echter nog niet goed mogelijk om te meten hoeveel jongeren het na 1 jaar nog ‘goed doen’, aangezien 2006 het eerste jaar is waarin naar verwachting met een volle caseload gewerkt wordt.) Bureau Halt verzorgt in 2006 minimaal 640 uur voorlichting op basis- en middelbare scholen in Amersfoort. Het percentage verdachte jongeren tussen 12 en 17 jaar waarvan het dossier naar het OM heeft gestuurd, is niet hoger dan 5,1% van de totale bevolking van 12-17 jarigen. Het percentage verdachte jongeren tussen 18 en 24 jaar waarvan het dossier naar het OM is gestuurd, is niet hoger dan 5,6% van de totale bevolking van 18-24 jarigen.
Sinds oktober 2005 surveilleren Marokkaanse vaders in de wijken Liendert, Rustenburg en Kruiskamp in het kader van het Buurtvaderproject met het doel om overlast op straat te verminderen en contact te leggen met hangjongeren. Via het Justitieel Casusoverleg Jeugd worden Amersfoortse jongeren van 12 tot 18 jaar met delictgedrag besproken en gemonitord. VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
13
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
14
Focus op 3 Hotspots in 2006x In 2005 waren de hotspots het uitgaansgebied in de binnenstad, het Neptunusplein, de Noordewierweg en Schothorst-Noord. De extra inspanningen op deze locaties zijn voor een belangrijk deel gerealiseerd via de campagne Veilig op Straat. Op 10 december 2005 is de campagne formeel afgerond. De resultaten laten zien dat er op de hotspots sprake is van een aantoonbare afname in de geregistreerde criminaliteit. Het rapport ‘Evaluatie veilig op straat’ gaat uitgebreid in op de behaalde resultaten. Wij houden ook in 2006 vast aan onze strategie van focussen op hotspots. De hotspots Binnenstad en het Neptunusplein blijven evenals in 2005 ook in 2006 een hotspot. De Noordewierweg in het Soesterkwartier was in 2005 hotspots. Onze plannen op de Noordewierweg zijn nog niet volledig afgerond en wij zien een aantal zorglijke ontwikkelingen met jongeren in de wijk. Vandaar dat wij de hotspot Noordewierweg willen uitbreiden naar de hotspot Soesterkwartier. Naast deze 3 hotspots, willen we Kattenbroek (met name in en om het winkelcentrum Emiclaer) aanpakken. Gezien de relatief beperkte aard en omvang van de problematiek in Kattenbroek, willen wij Kattenbroek niet als hotspot te benoemen. Deze relatief jonge wijk is ‘in opkomst’ qua overlast en vernielingen en wij willen deze problematiek terugdringen door juist nu al onze aandacht op deze wijk te focussen. In de loop van 2006 geven wij verder vorm aan dit aandachtsgebied. Verder geldt voor onze hotspotaanpak dat : De afronding van de Schothorst Noord zorgvuldig dient te gebeuren door het huidige projectteam van de hotspots. Elke hotspot een projectleider heeft/krijgt en dat voor elke hotspot een plan van aanpak wordt opgesteld. De hotspotsaanpak succesvol is als: a. uit de politiestatistieken blijkt dat het aantal incidenten en delicten op de hotspots afneemt. b. eind 2006 zich minder bewoners in de hotspots onveilig voelen. c. Specifieke doelstellingen afhankelijk van de problematiek op de hotspot zijn gerealiseerd, zoals opgenomen in het plan van aanpak voor de betreffende hotspot.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
15
Hotspot 1: Binnenstad De binnenstad is het hart van Amersfoort. Hier wordt gewoond, gewerkt, gewinkeld en uitgegaan. Daarnaast bevinden zich/komen in de binnenstad diverse voorzieningen, zoals de dagopvang in de Stovestraat, het Zorgcentrum aan de Kleine Haag en de Mobiele OntmoetingsPlek aan het Smalle Pad, die een bijdrage leveren aan het terugdringen van (ervaren) overlast. Binnen Amersfoort vinden in dit gebied relatief de meeste delicten plaats, in 2004 registreerde de politie 2079 aangiften, waaronder 203 aangiften van geweld. In 2004 waren 47 veelplegers actief in de binnenstad. Vanwege het groot aantal delicten en de concentratie van diverse functies blijft de binnenstad blijft in 2006 een hotspot gebied
Hotspot 2: Neptunusplein (kruiskamp) Het Neptunusplein is een centraal punt in de wijk Kruiskamp en verkeerd in een overgangsfase. De politie registreerde in de wijk Kruiskamp 654 aangiften, waaronder 88 geweldsdelicten. In 2004 waren 22 veelplegers in en om het plein actief. Aan het plein zijn diverse winkels gevestigd evenals een wijkcentrum. Een deel van het plein wordt gesloopt en heringericht. Bestaande gebouwen zullen worden opgeknapt. Deze grootscheepse aanpak neemt een langere periode in beslag en is in 2005 nog niet afgerond. Dit is voor ons aanleiding om ook in 2006 het Neptunusplein als hotspot te benoemen, zodat de ingezette aanpak succesvol afgerond kan worden.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
16
Hotspot 3: Soesterkwartier (inclusief Noordewierweg) De politie registreerde in 2004 856 aangiften in het Soesterkwartier. In en om de Noordewierweg waren 15 veelplegers actief. In de eerste acht maanden van 2005 daalde het aantal aangiften in de gehele wijk met 26% ten opzicht van diezelfde periode in 2004. Maar de totale slachtofferkans is er nog steeds de hoogste van de Amersfoorse woonwijken. In de wijk spelen twee belangrijke thema’s die we met het aanwijzen van Soesterkwartiers als hotspot willen aanpakken. De overlast rond horecastrip op de Noordewierweg 8 t/16 is voor ons de aanleiding geweest om deze locatie in 2005 als hotspot te benoemen. De gemeente heeft voor de horecastrip bouwplannen gereed en is gestart met de onteigeningsplannen. Daarnaast is er regelmatig sprake van (ersntige) overlast en criminaliteit veroorzaakt door jongeren. In de wijk zijn 2 hindelijke jeugdgroepen en 1 criminele groep actief. Zowel politie als OM willen actief aan de slag met deze problematiek. In deze hotspot focussen we ons op de jongerenoverlast.
Aandachtsgebied Kattenbroek
– vernielingen & vandalisme
Wij willen het aantal vernielingen & vandalisme in de stad terugdringen en stellen Kattenbroek voor als hotspot in 2006. De wijk Kruiskamp is in de voorlopige veiligheidsprioriteiten 2006 genoemd als mogelijke hotspot vanwege het groot aantal vernielingen & vandalisme. In de wijk kruiskamp ligt reeds een hotspot namelijk het Neptunusplein. Een nadere analyse van de politiecijfers laat zien dat in een aantal wijken een sterke toename van vandalisme plaats vindt. In Kattenbroek is het aantal aangiften van veelvoorkomende criminaliteit per 1000 inwoners in de eerste helft van 2005 met maar liefst 40% gestegen. Daarnaast wonen er relatief veel jongeren in Kattenbroek; ruim 12% van de inwoners is tussen de 15 en 24 jaar en bijna 30% van alle wijkbewoners is jonger dan 25 jaar. Deze leeftijdsgroep is traditioneel verantwoordelijk voor veel vernielingen & vandalisme. Verder waren er 12 veelplegers actief. Onze aandacht richten we met name op het winkelcentrum Emiclaer en het Stadspark.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
17
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
18
Financiële bijsluiter In de inleiding van dit actieprogramma hebben we reeds aangegeven dat onze aanpak langs een aantal sporen vorm krijgt. De financiering van de veiligheidsprojecten vindt grotendeels plaats via de GSB-III middelen. Deze middelen zijn via het GSB-MeerjarenOntwikkelingsProgramma 2005-2009 in november 2004 door de raad vastgesteld. Daarnaast hebben we in de kadernota 2006-2009 financiële voorstellen gedaan ten behoeve van de financiering van het veiligheidsbeleid in 2006. Verder vindt een deel van de financiering ondermeer plaats door bijdragen vanuit de stelpost Veiligheid, de provincie Utrecht, de gemeente Leusden en Woudenberg en door andere rijksbijdagen. In het vervolg van deze paragraaf staat weergegeven hoe wij de projecten uit het veiligheidsactieprogramma 2006, uitgesplitst per spoor, willen financieren. • Hotspots: intensieve korte termijn-aanpak Naam project
Status
Aanpak hotspots
€ 200.000,-
• Focus op doelgroepen (met name veelplegers, geweldplegers en risicojeugd) Naam project Status Nazorg niet-GGZ-veelplegers Nazorg GGZ-veelplegers met verslavingsproblematiek (30 GAVO trajecten) Nazorg GGZ-veelplegers met psychiatrische problematiek Aanpak veilig uitgaan Aanpak Huiselijk Geweld Veiligheidshuis Impuls aanpak overlast Soesterkwartier Nieuwe Perspectieven Aanpak Marokkaanse risicojongeren (o.a. Buurtvaders) Aanpak Antilliaanse risicojongeren (onderdeel van breder programma) Aanpak ‘Somalische risicojongeren’ Beschut werken dak- en thuislozen Project dak- en thuislozen met bijstandsuitkering tot 30 jaar naar werk
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
GSB
GSB
Kadernota/ begroting € 100.000,-
overig
Kadernota/ begroting
overig
Totaal € 300.000,-
Totaal
Nieuw Continueren
€ 50.000,€ 185.000,-
€ 50.000,€ 185.000,-
Continueren Continueren Continueren Continueren Nieuw Continueren Nieuw Nieuw Voorstel Continueren Nieuw
€ 30.000,€ 40.000,€ 115.000,€ 45.000,-
€ 30.000,€ 40.000,€ 144.000,€ 135.000,€ 50.000,€ 351.000 € 15.000,€ 233.000,p.m. € 135.000,€ 135.000,-
€ 29.000,-xi € 90.000,-xii € 50.000,-
€ 161.000,€ 15.000,€ 21.000,-
€ 190.000,-xiii € 212.000,-xiv € 135.000,-xv € 135.000,-xvi
19
• Versterking van normstelling, handhaving en toezicht (middellange termijn-aanpak) Naam project Status Aanpak hennepplantages Cameratoezicht Toezichthouders Bureau Halt Versterking handhaving leerplicht Project Oud & nieuw
Nieuw Continueren Continueren Continueren Nieuw Continueren
GSB
Kadernota/ begroting € 100.000,-
€ 100.000,€ 250.000,€ 30.000,-
overig P.m.
€ 20.000,-xix
€ 100.000,€ 100.000,€ 657.000,€ 80.000,€ 100.000,€ 20.000,-
overig
Totaal
€ 407.000,-xvii € 50.000,-xviii € 100.000,-
• Treffen van flankerende maatregelen die de veiligheidssituatie ook op langere termijn blijven bevorderen Naam project Status GSB Kadernota/ begroting Aanpak veilig ondernemen Continueren € 80.000,-xx Keurmerk veilig wonen Nieuw € 50.000,Implementatie en beleid BIBOB Continueren € 40.000,Servicetelefoon Continueren € 100.000,Programmamanagement Continueren € 90.000,€ 50.000,Communicatie Continueren € 50.000,Jongeren op Straatoverleg Regulier beleid
Totaal
€ 80.000,€ 50.000,€ 40.000,€ 100.000,€ 140.000,€ 50.000,-
• Vinger-aan-de-pols: goede monitoring, analyse en evaluatie om de kwaliteit van het veiligheidsbeleid te toetsten en te blijven verbeteren. Naam project Status GSB Kadernota/ overig Totaal begroting Amersfoortse Veiligheidsindex (A-vix) Continueren € 25.000,€ 25.000,-
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
20
Bijlage 1: beschrijving veiligheidsprojecten 2006 Projectnaam Nazorg reguliere/niet-GGZveelplegers
Beknopte omschrijving
De nazorg voor ex-gedetineerden, waaronder veelplegers, is verschoven van justitie naar gemeenten. De meeste veelplegers in Amersfoort hebben veelal te kampen met verslavings- danwel multiproblem problematiek. Een klein deel van het veelplegersbestand is een ‘normale’ veelpleger. Via casemanagers van de reclasseringsinstellingen worden deze veelplegers naar bestaande nazorgvoorzieningen geleid. De ontwikkeling en uitvoering van deze nazorg is eind 2005 gestart. In 2006 wordt deze nazorg verder verfijnd en knelpunten in de toeleiding in kaart gebracht en zoveel mogelijk verholpen. Voor de nazorg voor deze groep veelplegers is vooralsnog geen specifieke financiële middelen gereserveerd.
Nazorg GGZ-veelplegers met verslavingsproblematiek (30 GAVO trajecten)
De 30 GAVO-trajecten worden reeds een aantal jaren in Amersfoort ingezet. In 2005 zijn via de campagne Veilig op Straat 10 extra GAVO-trajecten voor verslaafden ingezet. Via de casemanagers van Centrum Maliebaan worden verslaafde veelplegers naar nazorgvoorzieningen geleid. Het doel van GAVO is het terugdringen van verslavingsgerelateerde overlast, met name de verwervingscriminaliteit gepleegd door verslaafde veelplegers (GAVO richt zich dus op een bredere doelgroep dan louter veelplegers). In 2006 wordt deze nazorg verder verfijnd en knelpunten in de toeleiding in kaart gebracht en zoveel mogelijk verholpen.
Nazorg GGZ-veelplegers met psychiatrische problematiek
Veel Amersfoortse veelplegers hebben vaak naast hun verslavingsproblematiek, te kampen met problemen op het gebied van geestelijk gezondheid. Het bereik van deze multi-problem veelplegers is via de GAVO-trajecten nog onvoldoende. De GGD-Eemland is bezig met het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor multiproblem GGZ-veelplegers. Doelstellingen zijn het realiseren van onder meer een multiproblem-casusoverleg, een 24 uurs-crisisdienst & crisisopvang en nazorgtrajecten die aanvullend of in afstemming met de GAVO-trajecten moeten zijn.
Aanpak dak en thuislozen (Zorg onder dak)
De aanpak dak- en thuislozen behelst het verbeteren van zorg en het verminderen van overlast door dak- en thuislozen met meervoudige problematiek, waaronder verslaving, psychiatrische problematiek en problemen op het gebied van huisvesting en schulden. Dit moet voor een belangrijk deel gebeuren via het realiseren van extra capaciteit voor maatschappelijk opvang. Een belangrijke stap is de geplande opening van het zorgcentrum per februari 2006. Daarnaast is in 2005 een start gemaakt met het organiseren van werkprojecten via Motiva voor de activering van dak- en thuislozen.
Aanpak Veilig Uitgaan
Halverwege 2005 hebben het Koninklijk Horeca Nederland, OM, politie, brandweer en gemeente het nieuwe horeca-convenant getekend. Daarmee zijn o.a. de nieuwe huisregels vastgesteld, is het portiersoverleg gestart en is de horecafoon geïntroduceerd. Convenant richt zich op stabilisatie van het aantal geweldsincidenten binnen de stadsring en het treffen van een aantal fysieke maatregelen.
Aanpak Veilig Ondernemen
Op de Amersfoortse bedrijventerreinen vindt collectieve beveiliging plaats via de stichting Veiligheidszorg Amersfoort. In de binnenstad is in 2005 in kaart gebracht of de ondernemers te maken hebben met een veiligheidsprobleem dat een aanpak verdient en welk ambitieniveau de ondernemers daarbij hebben. Eind 2005 is meer bekend over mogelijke acties om de winkelcriminaliteit terug te kunnen dringen. Door initiatief van de eigenaar en de ondernemersvereniging van Emiclaer is in 2005 gestart met een Keurmerk Veilig Ondernemen.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
21
Cameratoezicht
Het hoofddoel is daderherkenning (het herkennen van personen die betrokken zijn bij strafbare feiten) en incidentenanalyse achteraf, en mogelijk gebruik van de beelden voor bewijsvoering. In 2005 hebben de camera’s op diverse locaties gehangen en is het cameratoezicht uitgebreid met een aantal vaste camera’s (w.o. Meridiaantunnel). Eindevaluatie van project volgt na 2005; de behoefte aan cameratoezicht is sterk aanwezig.
Toezichthouders
Toezichthouders zijn aanwezig en houden toezicht in de hotspots en op diverse andere plekken in de stad. In 2005 zijn de voorbereiding gestart om een aantal toezichthouders een BOA-diploma te laten behalen zodat ze uiteindelijk een opsporingsbevoegdheid kunnen krijgen om handhavend op te treden. Naar verwachting hebben in 2006 8 toezichthouders een BOA-diploma. Afhankelijk van de ontwikkeling in handhavingsmogelijkheden (o.a. instrument bestuurlijke boete) zal de gemeente een bevoegdheid voor hen aanvragen. Verder zal in 2006 gekeken worden naar de organisatie van stadstoezicht, aangezien de gemeente Utrecht voornemens is om haar meerderheidsbelang uit de stichting Stadstoezicht Utrecht in te trekken.
Bureau Halt
Bureau Halt is ondergebracht bij het Gewest Eemland. In opdracht van de gemeente verzorgt bureau Halt preventieve lessen op scholen. Daarnaast worden jongeren door de politie aangedragen bij HALT nadat ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Als ze voldoen aan de HALT-criteria, dan komen de jongeren in aanmerking voor een HALT-afdoening of een STOP-reactie.
Veiligheidshuis Amersfoort
Het veiligheidshuis richt zich primair op de prioriteiten jeugd, veelplegers en plegers van extreme overlast. Er worden activiteiten ontplooid zoals casusoverleg jeugd en veelplegers, slachtofferzorg, mediation/herstelrecht, TOM-zittingen, (jeugd)(snelrecht)zittingen en (optioneel) voorgeleidingen. Door korte lijnen tussen justitie als geheel en de lokale partners wordt de effectiviteit en efficiëntie van de (strafrechtelijke) interventie vergroot. Het veiligheidshuis zorgt mede voor doorverwijzing van jongeren naar Halt en Nieuwe Perspectieven alsmede doorverwijzingen naar GAVO.
Nieuwe Perspectieven
NP biedt intensieve, ambulante begeleiding aan jongeren van 12 tot en met 22 jaar die als gevolg van uiteenlopende factoren in een achterstandspositie terecht zijn gekomen, niet meer naar school gaan, geen werk hebben en mede daardoor (frequent) met politie of justitie in aanraking komen. Alle medewerkers zijn per 1 juni 2005 in dienst getreden. Met ingang van septmber 2005 hebben de medewerkers reeds een volledige caseload. Het project NP is organisatorisch aangehaakt bij SOVEE. Het team is gehuisvest aan de Bergstraat.
Aanpak Huiselijk Geweld
Met de aanpak van Huiselijk Geweld beogen wij een vermindering van (herhaling) van huiselijk geweld te realiseren. Daarbij richt de aanpak zich zowel op slachtoffers, daders en op kinderen die getuigen zijn van huiselijk geweld. Eind 2005 is het Advies- en meldpunt operationeel. Projectstructuur werkt goed. Wekelijks vindt er een casusoverleg plaats. De deelnemende gemeenten hebben besloten Amant en de GGD in ieder geval tot en met 2007 te financieren om de opgezette structuur aanpak huiselijk geweld te onderhouden.
Keurmerk Veilig Wonen
Met het toepassen van de principes en uitgangspunten van het Keurmerk Veilig Wonen in het reguliere beleid, is de inzet dat alle nieuw te bouwen woningen en wooncomplexen voldoen aan het Keurmerk. Voor wat betreft de ontwikkeling van Vathorst en de grootschalige aanpak van bestaande buurten in het kader van de Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort (BVA) is voorts de inzet dat de openbare ruimte voldoet aan het Keurmerk. Met ingang van 1 januari 2006 neemt de gemeente de coördinatie van deze taak over van de politie (organisatorisch ondergebracht bij de sector SOB).
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
22
Project Oud & Nieuw
De gemeente, politie en partners voeren samen een actieprogramma uit. Tijdens de jaarwisseling 2005/2006 organiseren wij evenementen en gericht toezicht op specifieke risicolocaties. Daarmee beogen wij de schade als gevolg van vernielingen sterk terug te dringen. Tijdens de jaarwisseling 2004/2005 bleek deze werkwijze succesvol.
Implementatie Wet BIBOB
De Wet BIBOB (Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) verruimt de mogelijkheden van bestuursorganen om ongewilde facilitering van criminele activiteiten te voorkomen. Vanaf 1 juni 2003 geldt een extra weigerings- en intrekkingsgrond bij het verlenen van bepaalde vergunningen en subsidies. Ook op aanbestedingen is de Wet BIBOB van toepassing. De maatregel is vanaf het tweede kwartaal 2005 gefaseerd ingevoerd, te beginnen met horeca- en prostitutie-inrichtingen. Inmiddels is bij een aantal aanvragen aanvullende informatie gevraagd voordat de aanvraag in behandeling is genomen.
JPP/Jongeren op Straatoverleg
Via het JOS-overleg worden de jeugdgroepen in Amersfoort gemonitord en besproken. Aan JOS-overleggen nemen de politie, het welzijnswerk, het jongerenwerk en de wijkmanagers deel.
Aanpak hennepplantages
Wij willen wil tot een nog meer gestructureerde aanpak van hennepteelt komen, met als doel de hieraan verbonden criminaliteit terug te dringen en om fysiek gevaarlijke situaties aan te pakken en te voorkomen. Wij gaan dit doen in nauwe samenwerking met andere betrokken partijen, zoals de woningbouwcorporaties, politie Eemland zuid, Openbaar Ministerie, nutsbedrijven en de belastingdienst. Voor een effectieve aanpak is een goede coördinatie noodzakelijk. Doel van de aanpak is het ontmoedigen van het kweken van hennep in (huur) woningen, (huur) woonwagens, schuren en bedrijfshallen. Het betreft een proef voor 1 jaar waarbij gekozen wordt een bestuursrechtelijke aanpak van de illegale hennepteelt.
Netwerk Inzicht
Medewerkers van diverse instellingen en sleutelfiguren uit de Marokkaanse gemeenschap worden bij elkaar gebracht met als doel elkaar te leren kennen en inzicht te krijgen in elkaars werkterrein, werkwijze, codes en gewoontes. Het MIU voert het project uit. Het netwerk is eind 2005 ingesteld. In 2006 en 2007 is het netwerk in actie en in 2005 wordt het opgenomen in het Veiligheidshuis.
Buurtvaders
Dit project richt zich op de wijken Liendert, Rustenburg en Kruiskamp met het doel om overlast op straat te verminderen en contact te leggen met hangjongeren. Halverwege 2005 is gestart met de werving en selectie van Marokkaanse buurtvaders die in de wijken gaan surveilleren. Eind 2005 zijn zij getraind. Dit project wordt uitgevoerd door Stichting SMOR en heeft enige vertraging opgelopen.
Uitwerking onderzoek ‘Verdachten in Kaart’ ‘Antilliaanse doelgroep’
Uit het onderzoek Verdachten in kaart kwam naar voren dat jongeren van Antilliaanse afkomst oververtegenwoordigd zijn in de politieregistraties. In juni 2005 is een plan van aanpak opgesteld.
Doelgroep Marokkaanse risicojongeren (Buurtvaders, Netwerk Inzicht)
Uit het onderzoek Verdachten in kaart kwam naar voren dat jongeren van Marokkaanse afkomst oververtegenwoordigd zijn in de politieregistraties. Dit heeft mede geleid tot het project Inzicht en de inzet van buurtvaders in Liendert en Kruiskamp. In 2005 heeft overleg plaatsgevonden tussen Marokkaanse zelforganisaties en de gemeente.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
23
Uitwerking onderzoek ‘Verdachten in Kaart’ ‘Somalische doelgroep’ Pilot jongere dak- en thuislozen met een WWB-uitkering.
Uit het onderzoek Verdachten in kaart kwam naar voren dat jongeren van Somalische afkomst oververtegenwoordigd zijn in de politieregistraties. Wij zoeken in 2006 contact met Somalische zelforganisatie om te bezien hoe deze oververtegenwoordiging teruggedrongen kan worden.
In deze pilot worden ongeveer 20 jongeren tot 30 jaar met een dak- en thuislozenuitkering geactiveerd en begeleid naar de arbeidsmarkt. De pilot wordt uitgevoerd door de afdeling Arbeidsintegratie van de hoofdafdeling Sociale Zekerheid. De veronderstelling is dat met deze groep dak- en thuisloze jongeren nog significante stappen te zetten zijn op de Amersfoortse reïntegratieladder (in treden van zorg naar regulier werk en zelfredzaamheid). Deze pilot is vooralsnog alleen bedoeld voor cliënten met een dak- en thuislozenuitkering
Pilo Beschut werken dak- en thuislozen
In deze pilot wordt een werkomgeving gecreëerd waarin mensen met een uitkering werken met behoud van die uitkering. Daarnaast ontvangen ze een premie. Doelstelling hiervan is het beperken en voorkomen van sociaal isolement door maatschappelijke participatie in de vorm van regelmatig werk van een op de cliënt afgestemd niveau en omvang zonder directe arbeidsmarkttoeleiding. Doorstroom naar arbeidstoeleiding is een secundaire doelstelling. De bedoeling is van de 90 geplande beschutte werkplekken er 30 voor mensen met een dak- en thuislozenuitkering in het kader van de WWB te reserveren. Dit kan worden gezien als een verder uitgewerkt vervolg op de activerende activiteiten tijdens het project Veilig op straat. Ook dit instrument wordt eerst in de vorm van een pilot gegoten om goed te kunnen volgen welke knelpunten een dergelijke aanpak kent. Deze pilot is vooralsnog alleen bedoeld voor cliënten met een dak- en thuislozenuitkering
Handhaven leerplicht
Amersfoort groeit en het aantal leerlingen in Amersfoort stijgt. Daarnaast is algemeen bekend dat de problematiek rondom verzuim en voortijdig schoolverlaten zwaarder wordt, waardoor bemiddeling meer tijd kost. Om de leerplichttaak goed uit te kunnen voeren willen wij de formatie leerplicht uitbreiden met 26 uur. In deze uren kan het handhavingsbeleid naar de scholen opgezet en uitgevoerd worden en kunnen interne afdelingsklussen, zoals afstemming met GBA, onderzoek gebruikte codesysteem, goed uitgevoerd worden. Bovendien is het hierdoor noodzakelijk meer Processen Verbaal op te maken (Vorig jaar gestegen van 10 naar 24 ). Het opmaken van een PV is tijdrovend, maar bij de uitvoering van een goed handhavingsbeleid een gewenst instrument. Het aantal uren leerplicht is ook vooral berekend op bemiddeling van leerlingen en de deelname aan netwerken, terwijl van de leerplichtambtenaren ook wordt verwacht dat zij de handhaving van de leerplicht op de scholen uitvoeren. Dus scholen aanspreken en controleren op hun verzuimbeleid. In 2006 willen wij dit nog te sluiten convenant met het OM gaan uitvoeren.
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
24
Bijlage 2: de wijken in één oogopslag aantal inwoners
% 0-14 jarigen
% 65 jaar en ouder
% niet-westerse allochtonen
toe/afname aantal woningen % koopwoningen inwonertal in komende 10 jaar
werkzame personen
% gemiddeld werklozen besteedbaar (NWW'ers) huishoudensinkomen
Stadskern
5.198
8,3
12,1
9,1
37
2.777
35,9
6.748
7,7
Zonnehof
847
6,3
25,6
4,0
366
488
29,4
6.625
3,6
22.800
10.280
17,9
12,0
9,3
1.287
4.496
32,1
1.487
9,2
26.100
Soesterkwartier Isselt
30.600
161
21,7
11,2
1,9
441
49
31,6
6.744
12,0
21.000
Bosgebied
1.585
7,8
36,9
17,7
29
145
36,4
6.045
2,6
33.600
De Koppel
2.280
18,0
11,1
30,8
763
1.074
21,7
231
11,8
26.400
De Kruiskamp
5.172
19,6
12,5
41,2
132
2.323
23,4
1.047
14,1
23.700
Schothorst Zuid
4.879
16,6
21,4
13,8
94
2.186
39,6
570
7,7
31.100
Schothorst Noord
8.103
19,4
5,9
8,3
402-
3.225
53,5
519
5,5
32.000
Liendert
7.365
18,2
16,3
35,6
136-
3.313
33,1
887
11,7
27.000
Rustenburg
3.235
14,7
13,8
10,7
45
1.322
61,6
170
4,8
34.400
Stoutenburg Noord
246
22,4
15,0
0,4
17-
85
74,1
116
Schuilenburg
4.103
16,8
25,0
33,7
185
1.924
27,3
224
11,0
28.900
Randenbroek
7.193
17,8
16,6
22,7
581
3.345
36,2
2.466
10,0
25.900
Vermeerkwartier
6.154
20,8
14,0
11,0
23
2.586
61,2
1.511
5,2
33.000
Leusderkwartier
5.806
20,4
16,4
8,8
116-
2.525
51,3
910
6,2
31.600
De Berg Zuid
6.140
20,6
11,0
7,2
164
2.735
52,0
2.833
6,4
33.100
De Berg Noord
3.268
20,6
17,9
3,6
46
1.382
82,1
4.686
2,6
53.900
10.695
22,1
10,1
3,9
410-
4.020
78,2
1.042
3,9
35.600
Hoogland Zielhorst Kattenbroek Calveen Park Schothorst
1,3 .
8.806
25,6
8,2
8,2
710-
3.307
61,5
812
4,6
34.500
11.604
26,2
8,1
8,9
986-
4.547
61,9
1.339
4,7
35.300
130
28,5
7,7
3,1
19-
59
95,2
3.467
2,4 .
81
21,0
13,6
1,2
13-
28
51,9
315
5,7
Nieuwland
15.010
29,9
3,1
10,3
994-
5.420
76,8
802
4,1
36.800
Valleipoort
269
17,5
13,0
4,5
1-
99
62,1
12.422
1,6
31.000
Hooglanderveen Buitengebied West Vathorst Amersfoort
41.000
1.736
21,5
18,8
1,4
2.232
705
68,6
292
2,0
31.900
506
23,5
11,7
0,6
170
163
84,6
67
2,4
40.100
4.052
28,4
1,3
15,5
20.459
1.599
68,9
296
3,6
27.900
134.904
21,1
11,7
13,4
23.250
55.927
52,2
64.673
6,5
31.900
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
25
Bijlage 3: Overzicht veiligheidspartners (politie Eemland zuid, Openbaar Minsterie Utrecht, Gemeente Amersfoort)
☺= vrolijke deelnemer aan het project, ♫ =
regisseert het project/concert
Focus op doelgroepen (met name veelplegers, geweldplegers en risicojeugd) Naam project Gemeente Nazorg niet-GGZ-veelplegers Nazorg GGZ-veelplegers met verslavingsproblematiek (30 GAVO trajecten) Nazorg GGZ-veelplegers met psychiatrische problematiek
Aanpak Huiselijk Geweld Veiligheidshuis Impuls aanpak overlast Soesterkwartier Nieuwe Perspectieven Aanpak Marokkaanse risicojongeren (Buurtvaders, Netwerk Inzicht) Aanpak Antilliaanse risicojongeren (onderdeel van breder programma) Aanpak ‘Somalische risicojongeren’ Beschut werken dak- en thuislozen Project dak- en thuislozen met bijstandsuitkering tot 30 jaar naar werk
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
OM
☺♫ ☺♫ ☺♫
Strafrechelijke aanpak veelplegers Aanpak veilig uitgaan
Politie
☺♫ ☺♫ ☺ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫
☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺
☺♫ ☺ ☺ ☺♫ ☺ ☺ ☺
Overigen
☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺
26
Hotspots: intensieve korte termijn-aanpak Naam project Aanpak hotspots
Gemeente
Politie
OM
Overigen
☺♫
☺
☺
☺
Politie
OM
Overigen
☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺
☺ ☺ ☺
☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺
Versterking van normstelling, handhaving en toezicht (middellange termijn-aanpak) Naam project Gemeente Aanpak hennepplantages Rood op straat Cameratoezicht Toezichthouders Bureau Halt Versterking handhaving leerplicht Project Oud & nieuw
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫
27
Treffen van flankerende maatregelen die de veiligheidssituatie ook op langere termijn blijven bevorderen Naam project Gemeente Politie Aanpak veilig ondernemen Keurmerk veilig wonen Implementatie en beleid BIBOB Servicetelefoon Programmamanagement Communicatie Jongeren op Straatoverleg
☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫ ☺♫
OM
Overigen
☺
☺ ☺ ☺
☺ ☺
☺
☺
Vinger-aan-de-pols: goede monitoring, analyse en evaluatie om de kwaliteit van het veiligheidsbeleid te toetsten en te blijven verbeteren. Naam project Gemeente Politie OM Overigen Amersfoortse Veiligheidsindex (A-vix)
☺♫
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
28
Voetnoten i Het GSB is een initiatief van het rijk. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de dertig grootste steden van Nederland voor vijf jaar in totaal € 3,7 miljard beschikbaar stellen om de GSB-problemen op te lossen. De dertig grote steden stellen een kernachtig Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) op. In dat programma beschrijven de steden binnen het afgesproken rijkskader hun eigen aanpak en hun beoogde resultaten. Op basis hiervan ondertekenenen het rijk en de betreffende steden een convenant en krijgen de steden GSB-budget om te besteden binnen de kaders van het MOP. ii De hotspots zijn vaak kleinere gebieden binnen wijken. Het bleek echter niet mogelijk om politiecijfers voor de hotspots apart te krijgen naar incident. Bovendien beperkt de extra politie-inzet zich niet tot de hotspots, maar tot de gehele wijk waartoe de hotspot behoort. iii De cijfers van de eerste 9 maanden van 2005 zijn geëxtrapoleerd naar het gehele jaar. De eerste 9 maanden blijken een goede afspiegeling te vormen voor het hele jaar. Zo lag het aantal aangiften in de laatste 3 maanden van 2004 slechts 0,1% boven het jaargemiddelde. In het laatste kwartaal vonden iets meer (3%) vermogensdelicten plaats, als fietsdiefstal en auto-inbraak en 3% minder geweldsdelicten en vernielingen. Woninginbraak bleef gelijk: er vond in 2004 geen toename plaats in de donkere maanden. iv Politiemonitor Bevolking – Uitkomsten voor de regio Utrecht, Hilversum, juni 2005 v Voorstel voorlopige Veiligheidsprioriteiten 2006, cie. Bestuurlijke zaken, d.d. 19 april 2005, agendapunt 8 vi zie Convenant Veilig Uitgaan Amersfoort 2005-2007, reg.no. 1759660, getekend 22 juni 2005 viiGSB-MOP doelstelling: in 2009 10% stijging van 1e meldingen en daling van 10% herhalingsmeldingen viii In het GSB-MOP is de doelstelling op minimaal 50% gesteld. ix zie projectplan Nieuwe Perspectieven Amersfoort x De aanpak van hotspots richt zich op wijken, bedrijfsterreinen, winkelgebieden of andere specifieke locaties waar veel gebeurt en waar de sociale onveiligheidx zich meer dan gemiddeld voordoet. De aanpak is hier veel sterker gebiedsgericht en de nadruk ligt vaak ook meer op concrete delicten (veilige woon- werk- en leefomgeving) xi bijdrage van gemeenten Leusden en Woudenberg xii bijdrage vande provincie Utrecht xiii bijdrage van de provincie Utrecht xiv bijdrage gemeente € 133.000,- en bijdrage Rijk via Bestuursarrangement Antillianen € 100.000,xv bijdrage gemeente van € 135.000,- uit werkdeel WWB xvi bijdrage gemeente van € 67.500,- uit werkdeel WWB en bijdrage provincie Utrecht van € 67.500,xvii € 231.000,- is gereserveerd op de stelpost Veiligheid, € 176.000,- is gereserveerd uit het werkdeel WWB xviii bijdrage van gemeente aan Gewest Eemland xix bijdrage uit stelpost Veiligheid xx financiering vindt plaats via BredeDoelUitkering Economie van het GSB-beleid
VEILIGHEIDSPLAN 2006_v15
29
Evaluatie Veilig op straat
Gemeente Amersfoort Projectgroep Veilig op straat
Uitgave en rapportage: gemeente Amersfoort, projectgroep Veilig op straat Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort december 2005
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
Inleiding
4
1. 1.1 1.2 1.3
2.
Aanleiding, doel en beleidsmatige achtergrond Opzet en organisatie van het project De evaluatie
Uitvoering 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
3.
7
Inleiding Veilig uitgaan en hotspot binnenstad Veelplegers Zwerfvuil Leerplicht Hotspot Neptunusplein Hotspot Noordewierweg Hotspot Schothorst Noord Wederkerigheid
De resultaten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
7 7 11 12 15 17 20 21 23
26
Inleiding Objectieve onveiligheid: aangiften en meldingen bij politie Veelplegers Halt Gevoelens van onveiligheid Aandacht voor veiligheid zichtbaar voor burgers? Zwerfvuil Leerlingverzuim Digipanel Samenvatting resultaten 2005
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
4 4 5
Aangiften en meldingen bij politie 2003 –2005 Projectplan Kalender Veilig op straat Samenstelling projectorganisatie
26 26 31 31 32 33 35 36 36 37
38 39 43 46
1. Inleiding
1.1 Aanleiding, doel en beleidsmatige achtergrond De Collegeretraite die in oktober 2004 is gehouden heeft als motto voor 2005 opgeleverd “de veiligheid op straat aantoonbaar verbeteren”. Deze doelstelling vloeit voort uit het Raadsprogramma 2002-2006: “de raad verwacht van het college zodanige inspanningen dat de veiligheid in Amersfoort aantoonbaar verbetert”. Boven op de programmatische aanpak, verwoord in “Amersfoort Veilig” zullen de gemeente en politie in 2005 gezamenlijk campagne voeren met een drieledig doel: a. Aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat b. Op vier specifieke plekken in de stad (“hotspots”) de feitelijke en gevoelsmatige situatie van onveiligheid verminderen c. Wederkerigheid bevorderen; Wij doen dit, wat doet u? Het moet duidelijk worden dat veiligheid niet alleen een zaak is van de politie en de overheid, maar dat ook de burger zelf daarin een verantwoordelijkheid heeft.
1.2 Opzet en organisatie van het project Het project Veilig op straat richt zich op vier speerpunten en op vier ‘hotspots’. De speerpunten zijn: - veelplegers (aandacht voor alcohol/drugs, psychiatrische patiënten) - veilig uitgaan - zwerfvuil - handhaven leerplicht De gebieden (hotspots) zijn: - de binnenstad (uitgaanscentrum) - het Neptunusplein - deel van het Soesterkwartier (Noordewierweg omgeving Tulp-, Maas en Waalstraat) - een deel van Schothorst-Noord (omgeving Raadhoven; tussen Nijenrode en Sara Burgerhartsingel) De hotspots zijn zodanig gekozen dat ze een uitstraling hebben naar de hele stad. De projecten zijn met name toegespitst op de vier hotspots. Alleen het leerplichtproject geldt stadsbreed. Het project ‘veilig uitgaan’ geldt bij uitstek voor de binnenstad. Communicatie vormt een belangrijk onderdeel van de campagne. Niet alleen om duidelijk te maken wat de gemeente allemaal doet om onveiligheid en overlast tegen te gaan, maar ook om burgers te wijzen op hun verantwoordelijkheid: de leerplicht helpen handhaven, hun eigen troep opruimen, kosten van vernielingen verhalen op daders en hun ouders.
4
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Voorafgaand en tijdens het project zijn tal van activiteiten en maatregelen bedacht om deze doelstellingen te bereiken, zoals de inzet van camera’s, politie op mountainbike en een schoonmaakactie. Op 10 december 2005 zal het project worden afgesloten. Gezamenlijke aanpak Gemeente en politie treden samen op in de campagne Veilig op straat. Waar nodig wordt samenwerking gezocht met partners zoals Eemfors, SWA, SRO, SCW, Horecaondernemers, enzovoort. Per hotspot en per project worden de relevante partners betrokken. In de Driehoek (dus samen met het Openbaar Ministerie) wordt de campagne actief gesteund. De organisatie van het project ligt bij mensen van de gemeente en de politie onder leiding van de algemeen directeur. De projectgroep stelt plannen van aanpak vast, deelt budgetten toe, coördineert en bewaakt de voortgang.
1.3 De evaluatie De evaluatie bestaat uit twee onderdelen. Aan de ene kant gaat het om meetbaar te maken in hoeverre de gestelde doelen zijn gehaald. Deze ‘effectevaluatie’ is vooral gebaseerd op ‘harde cijfers’ van de politie en op de uitkomsten van burgeronderzoek, zoals Stadspeiling, digipanel en onder het uitgaanspubliek. Maar een goede evaluatie kan niet zonder een beschrijving van het proces. Welke projecten zijn uitgevoerd; wat ging er goed, wat niet en waarom? Deze procesevaluatie is vooral gebaseerd op de ervaringen van de projectleden zelf en op interviews die gehouden zijn met sleutelfiguren en direct betrokkenen in de hotspots. Wat zeggen de cijfers? Bij het presenteren van de cijfers voor de ‘effectevaluatie’ is het goed zich te realiseren, dat cijfers alleen lang niet alles zeggen. Er zijn vaak allerlei factoren die van invloed zijn op de cijfers. De projecten in het kader van Veilig op straat vormen daarin een onderdeel. Het kan zijn dat meldingen en aangiften dalen in een hotspot, omdat het veiliger is geworden. Maar het zou even goed kunnen zijn dat het aantal meldingen toeneemt, omdat vanwege het project de aangiftebereidheid toeneemt (de politie doet er iets mee, dus het heeft zin om te melden). Kortom, het gaat niet alleen om de cijfers, maar ook om het verhaal achter de cijfers. Naast een ‘effectevaluatie’ is het daarom belangrijk om ook te beschrijven wat is gedaan, het beschrijven van het proces. ‘harde cijfers’ Voor de (effect)evaluatie is allereerst gekeken naar de ‘harde’ cijfers van politie, afdeling Onderwijs (leerlingenverzuim) en Servicetelefoon (ontwikkeling meldingen). Vooral de politiecijfers (aangiften en meldingen, aantal veelplegers) vormen een belangrijke bron om mogelijke effecten van het project Veilig op straat aan te geven. Stadspeiling Daarnaast zijn er diverse lokale onderzoeken geweest die vooral meningen en gevoelens peilen van de bevolking. De Stadspeiling die in april 2003 en in april 2005 is gehouden geeft onder meer inzicht in de mate waarin men zich veilig voelt, problemen en overlast ervaart in de eigen buurt en de rol die de gemeente daarbij speelt. De Stadspeiling vond midden in de campagneperiode plaats en geeft meer een trend dan een eindstand aan. Digipanel Speciaal voor het project Veilig op straat is in totaal zesmaal een enquête gehouden onder het Digipanel. Dit panel bestaat uit circa 700 Amersfoorters die beschikken over een eigen e-mailadres en in het verleden hebben aangegeven bereid te zijn om periodiek mee te doen aan online-onderzoek. In de enquêtes die zijn gehouden, is vooral gevraagd naar veiligheidsgevoelens, de bijdrage van
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
5
gemeente en politie aan de veiligheid en naar het oordeel over projecten die in het kader van Veilig op straat zijn gehouden. Enquête uitgaanspubliek “Veilig uitgaan” vormt een van de thema’s van de Campagne. In drie face-to-face onderzoeken onder het uitgaanspubliek zijn vragen gesteld over veiligheidsgevoelens, uitgaansgedrag, de bekendheid met en de verwachte effecten van de veiligheidsprojecten die in de binnenstad en directe omgeving zijn uitgevoerd. De enquête die in november is gehouden onder het uitgaanspubliek laat zien wat er sinds januari (nulmeting) veranderd is. Klankbordgroep en interviews In het kader van de campagne is een aantal malen gebruik gemaakt van een zogenaamde klankbordgroep in de binnenstad. Ook zijn er enkele bewonersavonden geweest in Kruiskamp en Soesterkwartier, waar de problemen werden geïnventariseerd. Daarnaast heeft de projectleider een reeks interviews gehouden met bewoners en sleutelfiguren in de hotspots over wensen, ideeën en meningen over de veiligheid in de stad. In gesprekken met bewoners, ondernemers en/of sleutelfiguren in een hotspot wordt snel duidelijk hoe het project loopt en wat de zichtbare effecten zijn op buurt. Daar waar een klankbordgroep een oordeel velt over (deel)projecten in het kader van Veilig op straat of over ontwikkelingen in hun hotspot, zijn ze meegenomen in de evaluatie. Opbouw van het rapport In hoofdstuk 2 zijn de diverse projecten beschreven in het kader van Veilig op straat. Wat hield het project in; welke doelen werden beoogd; in hoeverre zijn die doelen gehaald; wat ging goed en wat zijn verbeterpunten/leerdoelen? Wat zijn de direct zichtbare resultaten van de projecten? Kortom: de evaluatie van het proces. Hoofdstuk 3 beschrijft de effectevaluatie aan de hand van onder andere politiecijfers en enquêtes.
6
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
2. Uitvoering
2.1 Inleiding De campagne Veilig op straat heeft geleid tot tal van grote en kleine projecten. Van prikacties op een bepaald moment tot grootschalige projecten die het hele jaar of zelfs langer (bijvoorbeeld cameratoezicht) doorlopen. Projecten die alleen op een bepaalde hotspot zijn gerealiseerd tot activiteiten die op alle hotspots (en daarbuiten) zijn ondernomen. Sommige projecten zijn direct bedoeld om de onveiligheid aan te pakken, andere werken meer indirect. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de campagne Veilig op straat op een rijtje gezet. Naast een korte omschrijving van het project, het beoogde doel, waar, wanneer en door wie het is uitgevoerd, is zo mogelijk beschreven welke zichtbare effecten zijn bereikt: is het doel bereikt, wat was succesvol, wat is mislukt en welk publicitair effect is bereikt?
Verwijderd: in de
2.2 Veilig uitgaan en hotspot binnenstad De binnenstad is een gebied waar gewoond en gewerkt wordt en waar mensen uitgaan. Deze drukte maakt de binnenstad vitaal en sfeervol, maar ook kwetsbaar. Deze dynamiek en vooral het feit dat hier het belangrijkste uitgaansgebied van Amersfoort ligt verklaren waarom allerlei vormen van overlast en criminaliteit hier meer voorkomen dan elders in de stad. Daarom is het uitgaansgebied van de binnenstad gekozen tot hotspot. Met de campagne ‘Veilig op straat’ willen de gemeente, horecaondernemers, brandweer en politie in 2005 extra aandacht geven aan de veiligheid in het uitgaansgebied van de binnenstad. Doelstelling hotspot binnenstad/project veilig uitgaan “de doelstelling is dat de feitelijke en gevoelsmatige situatie van onveiligheid wordt verminderd.” Deze doelstelling behelst 3 succescriteria: - wanneer uit de politiestatistieken blijkt dat het aantal incidenten en delicten op de hotspot afneemt, is de doelstelling gehaald. Referentie: 2003, 2004 - wanneer zich eind 2005 minder bezoekers (uitgaanspubliek) bewoners en ondernemers zich in de hotspot onveilig voelen, is de doelstelling gehaald. Referentie: stadspeiling 2003 - wanneer de samenwerking tussen veiligheidspartners en ondernemers is verbeterd, is er sprake van meer succes. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste maatregelen die dit jaar in de binnenstad zijn uitgevoerd om de veiligheid te bevorderen. Enkele van de maatregelen, zoals aanpak veelplegers en de schoonmaakkaravaan, beperken zich niet tot de binnenstad alleen. Deze zijn elders beschreven. Actie legitimatieplicht en boetekaart Sinds 1 januari 2005 is het in bezit hebben van een geldig identiteitsbewijs verplicht voor iedereen boven de 14 jaar. Bij de start van de campagne Veilig op straat op 14 januari 2005 voerden politie en
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
7
brandweer ludieke controles uit in Amersfoortse binnenstad. Wie zijn identiteitsbewijs kon laten zien, mocht gratis een hotdog afhalen bij een speciaal daarvoor neergezette kraam. Er zijn 550 controles uitgevoerd op het in bezit hebben van een identiteitsbewijs. Hiervan had 75% een id-bewijs op zak. In totaal zijn er zo’n 450 Hot Jacks uitgedeeld aan degenen die zich konden legitimeren. Daarnaast zijn die dag boetekaarten uitgedeeld aan jongeren (die geen id-bewijs konden laten zien). Op de boetekaart staan verschillende overtredingen vermeld die bij constatering beboet kunnen worden zoals bijvoorbeeld wildplassen en het zich niet kunnen identificeren. Mountainbiketeams politie en brandweer De Amersfoortse politie patrouilleert sinds eind 2004 met mountainbikes. Vanaf het tweede weekend van januari houden brandweer en politie ook gezamenlijk op deze wijze toezicht in de binnenstad. De zogenoemde mountainbiketeams zijn te herkennen aan de karakteristieke rode en blauwe fietsen (voor respectievelijk brandweer en politie). De brandweer controleert of bijvoorbeeld de gebruiksvergunning van horecagelegenheden in orde is, terwijl de politie let op ongeregeldheden als openbare dronkenschap, vernielingen of geweld. Op deze manier wordt de zorg voor de sociale en fysieke veiligheid in de binnenstad een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor politie en brandweer. De politie is enthousiast: “Je kunt veel sneller, wendbaarder en geruislozer een verdachte aanhouden in de autoluwe binnenstad met zijn smalle stegen, brugjes en trappen. Het biketeam houdt dagelijks verdachten aan voor allerlei strafbare feiten zoals geweld, winkeldiefstal, dealen van drugs en verstoring openbare orde. Overigens is het daarom heel nuttig en noodzakelijk - en mag de politie dat ook – om te fietsen in het voetgangersgebied van het winkelcentrum.” De brandweer heeft 32 controles gehouden in het kader van Veilig op straat (2005), waarvan 18 gezamenlijk met de politie en 3 met stadstoezichthouders. Van de 32 controles is er in 21 keer van de gevallen gebruik gemaakt van twee bikers en twee man te voet (alleen brandweerpersoneel). Tijdens de andere controles is er van één of meerdere voetkoppels gebruik gemaakt. Het gezamenlijk toezicht concentreert zich in principe op de binnenstad, maar houdt tijdens evenementen buiten de binnenstad ook toezicht. Ontruimingsoefening Karseboom Op vrijdagmiddag 21 januari werd in de Karseboom een ontruimingsoefening gehouden op initiatief van de brandweer. Er zijn veel voorschriften voor brandveiligheid in de horeca, waaronder een goed ontruimingsdraaiboek. Het komt echter niet vaak voor dat dit ook daadwerkelijk geoefend wordt. De oefening van 21 januari verliep, mede dankzij de rookmachine realistisch, en de brandweer was erg tevreden over het verloop van de ontruiming. Na een half uur mochten de bezoekers weer terug naar binnen. Afsluiting Lavendelstraat Vanaf de nacht van 19 februari 2005 is de Lavendelstraat op zaterdagnacht tussen 0:00 uur en 04:00 uur afgesloten voor autoverkeer. Dit jaar loopt dit tot 1 november; in 2006 geldt de afsluiting in de periode van 1 maart tot 1 november. Tijdens de zomer van 2002 en 2003 zijn zeer positieve ervaringen opgedaan met het afsluiten van deze drukke horecastraat. De afsluiting droeg bij aan een rustiger straatbeeld in het uitgaansgebied, de overlast bleef beperkt en elders in de stad deden zich geen incidenten voor die waren te herleiden tot de afsluiting. Het opnieuw afsluiten van de Lavendelstraat was een grote wens van onder andere horecaondernemers in die straat. De verwachting is dat de genoemde ervaringen uit eerdere jaren zich herhalen. Cameratoezicht In de hotspot binnenstad zijn begin 2005 camera’s geplaatst in de Lavendelstraat om het toezicht daar te vergroten. Na een half jaar is besloten, op aandrang van de horeca ondernemers, om deze camera’s in elk geval tot eind 2005 te laten hangen.
8
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Publiekscamera op De Hof Amersfoort heeft sinds kerstmis 2004 cameratoezicht op diverse plaatsen in de stad. Los van dit cameraproject dat vooral bedoeld is om de veiligheid te vergroten, hangt er sinds begin februari op De Hof een publiekscamera. Via www.amersfoort.nl kan iedereen dag en nacht de beelden van het plein bekijken. De camera is niet direct bedoeld voor het verhogen van de veiligheid, maar om sfeer te kunnen proeven. Vanaf de computer kunnen mensen over de hele wereld zien hoe druk het is op de markt of bij een optreden. Tussen februari en half november is de site een kleine 34.000 keer bezocht. Poortjesgesprekken Op 11, 18 en 19 maart vonden poortjesgesprekken plaats. Een groep studenten van ROC de Amerlanden interviewde leeftijdsgenoten over hun visie op de veiligheid tijdens het uitgaan in Amersfoort. Onderdeel van het gesprek was de vraag wat jongeren zelf kunnen bijdragen aan een veilig uitgaansklimaat. Daarna werden de jongeren uitgenodigd om door een detectiepoortje te lopen. Totaal hebben de studenten op die drie dagen 489 jongeren gesproken en zijn er 184 jongeren door een detectiepoortje gegaan.
Aantal jongeren gesproken Aantal jongeren door detectiepoort
11 maart 114 38
18 maart 247 108
19 maart 128 38
Totaal 489 184
Debatten veilig uitgaan Op 25 en 27 mei en op 6 juni zijn debatten georganiseerd over het thema veilig uitgaan. De debatten zijn georganiseerd in de Karseboom en de Bubbles. Twee debatten waren bestemd voor jongeren en het derde debat was specifiek op ouders van uitgaande jongeren gericht. Voor het debat op 25 mei was de rapgroep DAC uitgenodigd. De opkomst bij de debatten was laag, hoewel er op scholen voorbereidingsgesprekken zijn gevoerd en er veel publiciteit is geweest (o.a. flyers, stads/persberichten, directmails en posters). Het thema veilig uitgaan blijkt voor de jongeren niet zo te leven dat zij daarvoor een debat komen bezoeken. Aantal jongeren 25 mei Aantal jongeren 27 mei Aantal ouders/betrokkenen 6 juni
37 17 10
Uit de debatten zijn voor de verschillende partijen (jongeren, ouders, horecaondernemers, lokale overheid) concrete verbeterpunten gekomen. 10 tips veilig uitgaan Uit de debatten met jongeren en ouders zijn verschillende tips naar voren gekomen in het kader van veilig uitgaan. 10 van deze tips zijn verwerkt in een fraaie boomerangcard en verspreid in alle cafés in de binnenstad, enkele sportkantines van Amersfoort en bij de Observant. Daarnaast zijn de tien tips op posters afgedrukt en deze posters zijn verspreid via het middelbaar (beroeps)onderwijs. Portiersoverleg Op 9 mei heeft in het stadhuis een portiersoverleg plaatsgevonden met Amersfoortse horecaondernemers, portiers, gemeente en politie. Er is onder andere gesproken over het melden van klachten over deurbeleid (discriminatie), huisregels, wat kunnen ondernemers doen en het convenant Veilig Uitgaan. Alle organisaties vinden het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en duidelijke afspraken te maken. De afspraak is gemaakt om drie keer per jaar een portiersoverleg (tussen portiers en politie) te houden om actuele problemen en de wijze van samenwerken te bespreken. De gemeente faciliteert dit overleg. Op 5 september is het 2e portiersoverleg van dit jaar gehouden. Het portiersoverleg kent een besloten karakter. In het overleg worden concrete situaties besproken en uitgewisseld.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
9
Klankbordgroep Sinds de start van de campagne komt een keer per twee maanden een klankbordgroep hotspot binnenstad/veilig uitgaan bijeen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van een binnenstadbewonersnetwerk, horeca uit de Amersfoortse binnenstad en de jongerenraad (tegenwoordig Young Vision). Daarnaast zijn bij de klankbordgroep vertegenwoordigers van gemeente, politie en brandweer aanwezig. In de klankbordgroep geven deelnemers de gemeente advies over te nemen maatregelen en wordt de stand van zaken daarover teruggekoppeld. De belangrijkste knelpunten die hieruit voortkwamen zijn verlichting (met name in de stegen), zwerfvuil, verkeersonveiligheid door taxi’s (vooral in de Langestraat) en wildplassen. Controle van coffeeshops De politie controleert samen met brandweer en gemeente vier maal per jaar de coffee- en growshops in Amersfoort op overtredingen/misdrijven. Daarnaast worden de coffeeshops wekelijks door de politie bezocht. De bezoeken zijn vooral bedoeld om de wet- en regelgeving strikt te handhaven en de coffeeshopondernemers te laten zien dat de politie ze goed in beeld heeft. Daarnaast levert het belangrijke informatie op voor politie en partners. Convenant Veilig Uitgaan De gemeente heeft met zes partijen een convenant gesloten over Veilig Uitgaan. Deelnemers aan dit convenant zijn Horeca Nederland afdeling Amersfoort, Bureau Discriminatiezaken Amersfoort (BDA), het Openbaar Ministerie, brandweer, politie en de gemeente Amersfoort. Dit convenant is op 22 juni in het Veiligheidshuis ondertekend. De afspraken in het convenant moeten ervoor zorgen dat het uitgaansleven veiliger en discriminatievrij wordt. Eén van de onderwerpen die verder uitgewerkt worden is het deurbeleid. Hiervoor heeft de gemeente samen met het BDA op 13 juni een bijeenkomst voor (geweigerde) jongeren georganiseerd. Ook waren vertegenwoordigers van de horeca aanwezig. 16 november is op initiatief van het BDA in samenwerking met SWA een 2e bijeenkomst voor jongeren georganiseerd waarin concreet gekeken is naar oplossingen voor de problemen omtrent het deurbeleid. Op 14 november gaven brandweer en politie aan horecaondernemers en hun personeel voorlichting over beveiligingsmaatregelen ter voorkoming van overvallen en hoe te handelen bij overvallen en bij brand. Horecafoon Op 23 juni heeft de burgemeester in aanwezigheid van diverse horecaondernemers de zogenaamde horecafoon overhandigd aan de wijkagenten in de binnenstad. Het nummer van deze telefoon is bekend bij alle horecaportiers, zodat rechtstreeks en snel contact kan worden gezocht met de politie. Ook als een portier een bezoeker weigert, kan hij dit melden via de horecafoon. Dan kan de dienstdoende wijkagent deze bezoeker in de gaten houden om te voorkomen dat deze ergens anders problemen veroorzaakt. De eerste ervaringen met de Horecafoon zijn positief. De dienstdoend wijkagent kan snel ter plaatse komen en de portiers hoeven niet gelijk 1-1-2 te bellen als zij overlast verwachten. Inspectie fietsroute binnenstad-Amersfoort noord Op donderdagavond 23 juni heeft een zogenaamde schouw plaatsgevonden van de meest gebruikte fietsroute vanuit de binnenstad naar Amersfoort noord. Via het digipanel is een oproep gedaan aan geïnteresseerde Amersfoorters om met deze inspectieroute mee te fietsen. Geconcludeerd kon worden dat (de toeritten van) de Meridiaantunnel en de Hoolesteeg voor wat betreft sociale onveiligheid de grootste knelpunten zijn. Als derde plek is ook gekeken naar de Keerkring, die eigenlijk voor fietsverkeer is afgesloten maar toch nog veel gebruikt wordt. In totaal waren er 14 deelnemers, waarvan 10 bewoners. Op basis van de opmerkingen van de deelnemers aan de schouw heeft de gemeente maatregelen genomen om deze route veiliger te maken. Op de Holkerweg zijn gerichte scootercontroles gehouden. Daarnaast is de verlichting in de Meridiaantunnel sterk
10
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Verwijderd: op verzoe Verwijderd: en
verbeterd. Ter hoogte van de Hoolesteeg is het groen gesnoeid. Ook de situatie bij de Keerkring is verbeterd. Inspectie fietsroute binnenstad-Leusden Op vrijdagavond 8 juli is een schouw gehouden van de meest gebruikte fietsroute vanuit de Amersfoortse binnenstad naar Leusden. Ook hier is via het digipanel een oproep gedaan aan geïnteresseerde Amersfoorters om mee te fietsen. In totaal zijn 10 mensen meegefietst en zijn de volgende conclusies getrokken: op enkele plekken aan de Heiligenbergerweg is sprake van overdadig groen en op enkele plekken ontbreekt structureel verlichting. Gemeente Leusden heeft een inventarisatie gemaakt die is uitgesplitst naar ruimtelijk beheer en verlichting. Amersfoort heeft naar aanleiding van deze schouw besloten om nog dit jaar extra verlichting aan te brengen vanaf de locatie St. Elisabeth aan de Heiligenbergerweg aan de zijde van het ziekenhuis. Extra verlichting in de stegen rondom de Hof Uit reacties van de klankbordgroep bleek dat vooral het uitgaanspubliek vindt dat de stegen rondom de Hof een donkere en onveilige indruk geven. In de Haversteeg zijn een aantal nieuwe verlichtingsarmaturen geplaatst die de muren vanaf de grond verlichten. Daarnaast is op één van de muren een grote spiegel gemonteerd om de steeg optisch breder te maken. Op dit moment wordt een plan gemaakt over aanvullende verlichting in de Marktgang. Buurtkunstproject Meridiaantunnel Als onderdeel van de belangrijkste fietsroute van Amersfoort noord naar de binnenstad heeft de werkgroep hotspot binnenstad/veilig uitgaan besloten de Meridiaantunnel aan te pakken. Deze tunnel wordt door inwoners van Amersfoort al jaren als onveilig ervaren, vooral door het ontbreken van sociale controle. Het plaatsen van camera’s nam nog onvoldoende het onveiligheidsgevoel weg. Het doel van de activiteiten en maatregelen is om de (sociale) veiligheid in de tunnel en haar omgeving te vergroten en om bewoners – met name jongeren – te betrekken bij het inrichting van de openbare ruimte. Onder leiding van een kunstenares en een fotograaf hebben kinderen, volwassenen en jongeren de binnenkant en de buitenkant van de tunnel ingericht. Het project is op 26 oktober feestelijk onthuld. Er zijn 150(!) mensen betrokken geweest bij het opvrolijken van de tunnel. Wildplassen Naar aanleiding van opmerkingen vanuit de klankbordgroep over overlast, zijn de vier meest overlastgevende plekken op een rij gezet. Op deze plekken worden in november zogenaamde spetterplaten geplaatst.
2.3 Veelplegers De aanpak van de veelplegers vormt een van de vier speerpunten waar de campagne zich in het bijzonder op heeft gericht. De veelplegers vormen een relatief kleine groep die veel overlast en criminaliteit veroorzaakt. Een (volwassen) persoon krijgt in Amersfoort het predikaat veelpleger als hij of zij in de afgelopen vijf jaar 20 keer of meer als verdachte in de politieregistratie voorkomt. Voor minderjarige veelplegers geldt dat men minimaal 10 keer voor een strafbaar delict is aangehouden in de laatste 5 jaar. Daarnaast dient hij/zij ook in de afgelopen 12 maanden minstens een keer voor een strafbaar feit te zijn aangehouden. In Amersfoort onderscheiden we bij de volwassen veelplegers twee groepen. De grootste groep – ongeveer tweederde - wordt gevormd door de verslaafde of gestoorde veelplegers; ook wel de ggzveelpleger genoemd. De tweede groep wordt gevormd door de ‘commerciële/ gewone veelpleger. Sinds dit jaar worden veelplegers meer in de gaten gehouden en strenger aangepakt. Bij strafbare feiten betekent dit veelal meteen aanhouden en in de cel plaatsen. De veelplegeraanpak is erop gericht om alle veelplegers achter de tralies of in de hulpverlening te krijgen. Door de samenwerking met het openbaar ministerie zijn deze ‘draaideurcriminelen’ langer van de straat.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
11
In het kader van de campagne Veilig op straat zijn er extra nazorgtrajecten voor verslaafde veelplegers ingezet. Door een geïntegreerde aanpak tijdens en na detentie van verslaafde veelplegers probeert men de terugval in criminaliteit te voorkomen. De trajecten worden uitgevoerd door de verslavingszorginstelling in samenspraak met het Openbaar Ministerie en Politie Eemland-Zuid. Veelplegers komen tijdens of na detentie in een traject waarbij hulp op maat geboden wordt, afgestemd op de justitiële interventie. Naast de trajecten voor verslaafde veelplegers is een afstemmingsoverleg gestart met de zorginstellingen voor ‘gestoorde’ veelplegers/ de psychiatrie. De partners zijn gekomen tot afspraken rond crisisinterventies en zoeken naar nauwere samenwerking met politie en ggz-instellingen. Door de uitbreiding van nazorgtrajecten voor verslaafde veelplegers is het mogelijk een groot deel van de doelgroep verslaafde veelplegers in nazorgtrajecten te zetten.
2.4 Zwerfvuil Binnen de campagne Veilig op straat is zwerfvuil een van de vier speerpunten. Als het over het onderhoud van de stad gaat, ergeren burgers zich het meest aan het zwerfvuil op straat en in het groen (bron: Stadspeiling 2005). Uit onderzoek blijkt ook dat een verloederde leefomgeving het gevoel van onveiligheid bevordert. Omgekeerd blijkt dat ‘schoon en heel’ belangrijk zijn voor burgers om zich veilig te voelen. Doelstellingen De gemeente streeft met het project ‘aanpak zwerfvuil’ ernaar dat aan het eind van 2006: - de bewoners van met name de hotspots de stad schoner vinden - de bewoners van met name de hotspots zich minder ergeren aan zwerfvuil in hun buurt - meer bewoners zien dat het de gemeente ernst is met de aanpak van het zwerfvuil - (mede door het voorbeeld van de gemeente) meer bewoners bereid zijn om zelf een bijdrage te leveren aan een schonere buurt. Partners: Gedurende het totale project heeft de gemeente nauw samengewerkt met verschillende partners. Met ROVA en Eemfors is structureel gewerkt aan een ‘schone leefomgeving’, Gewest Eemland, Scholen in de Kunst, Brandweer, Politie hebben in het project aanvullende bijdragen geleverd. Binnen het speerpunt ‘aanpak zwerfvuil’ is een aantal activiteiten uitgevoerd, zoals o.a. deelname aan de wedstrijd ‘de schoonste gemeente’, pilots beeldbestek (vegen) en inzet flyer t.b.v. communicatie, professionalisering en promotie servicetelefoon en het faciliteren van ‘buurtschoonmaakacties’ door bewoners (uitdelen van hesjes en prikkers). Scholen zijn betrokken door het uitdelen van lesmaterialen. In de maand september hebben ruim 200 kinderen deelgenomen aan het project ‘de Wenswijk’.Voor burgers is de meest zichtbare en aansprekende actie die van de ‘schoonmaakkaravaan’. Schoonmaakkaravaan Gedurende de hele maand april zijn alle vier de hotspots uit de campagne Veilig op straat bezocht door de schoonmaakkaravaan die bestond uit een stoet van professionals: ‘mensen en materieel’ die de boel eens lekker op kwamen frissen. Palen werden rechtgezet, afvalbakken vervangen en voorzien van een antiwildplakcoating, kauwgom en graffiti verwijderd, bloembakken beplant, snoeiwerkzaamheden uitgevoerd, of gewoon eens flink de bezem door de straat gehaald. Op 28 april is de schoonmaakkaravaan feestelijk afgesloten onder de muzikale begeleiding van een ‘kliko’band. Aanpak:
12
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
-
-
-
Per hotspot werd er een week lang volgens een ‘beheer op maat aanpak’ gewerkt: vooraf is bekeken wat nodig was om in de betreffende hotspot het basisniveau te behalen en ‘pijnplekken’ aan te pakken. De werkwijze kenmerkt zich ook door een integrale aanpak waarin zowel de aanpak van zwerfvuil als onderhoud- en beheerwerkzaamheden gelijktijdig werden uitgevoerd. Vervolgens werden in de maand na het bezoek aan de karavaan prikacties uitgevoerd door de handhavers van o.a. Gewest Eemland. De karavaan werd gesymboliseerd (naast het Jack-logo) met de uitreiking van een aantal (‘heksen)bezems: deze werden uitgedeeld aan mensen die het goede voorbeeld al gaven; het signaal was ‘ haak bij ons aan!’, met als achterliggend doel de wederkerigheid te bevorderen. Boodschap: “Wij doen dit! Wat doet U?” Tenslotte kabaal: communicatie en muziek lardeerden de karavaan met een Stadsomroeper, Kliko-band en draaiorgel zodat het niemand kon ontgaan: de karavaan komt er aan.
Resultaten: - Het aantal scholen dat tijdens de karavaan met het lespakket aan de slag ging: 6; daarnaast: speciaal onderwijs: Mulock 88 (gehandicapte jongeren tussen 11 – 20 jaar) - Het aantal winkeliers en ondernemers: alle winkeliers en ondernemers aangesloten bij de winkeliersvereniging Neptunusplein. - Het aantal uitgevoerde bedrijfsbezoeken door Gewest: alle bedrijven op de hot spots, meer dan honderd zijn visueel beoordeeld op hun wijze van opslag van afvalstoffen.Een fors aantal is aangesproken op hun wijze van opslag. Sommige bedrijven zijn vaker gewaarschuwd en hebben een dwangsombeschikking of een vooraankondiging gehad. Nieuwe initiatieven: - Mulock 88 gaat een stageproject maken van het opruimen en voorkomen van zwerfafval - jongeren onderhouden vanaf 12 mei het Pannaveldje bij het Neptunusplein - de bewoners van de Daam Fockemalaan willen de berm voor hun woningen adopteren - er is een extraschoonmaakactie in Schothorst op 3en 4 juni georganiseerd vanuit de bewoners zelf (WBT) - ROC midden Nederland MBO heeft zich eveneens aangesloten door het ophangen van zelf ontwikkelde posters en ook hebben zij extra afvalbakken geplaatst. Vervolg: De schoonmaakkaravaan is in september in de hotspot Neptunusplein teruggekeerd op verzoek van winkeliers en bewoners, zij het in een minder uitbundige variant. In de maand september is de aandacht voor zwerfvuil in een andere gedaante opnieuw onder de aandacht gebracht: deze keer met het accent op educatie, met “de Wenswijk” een project voor basisscholen en handhaving vanuit de wet Milieubeheer. Gebruik van ecoglazen en maisglazen In Amersfoort is het vanuit het oogpunt van veiligheid niet toegestaan om gedurende evenementen in de binnenstad glaswerk te gebruiken voor consumpties. Met horecaondernemers is dit jaar intensief overleg gevoerd om voor ‘ecoglazen’ (of een ander duurzaam alternatief voor eenmalig wegwerpplastic) een goed toepasbaar uitvoeringplan op te stellen. Tijdens de evenementen Torenpop en Keistad Jazzfestival in de binnenstad zijn ecoglazen gebruikt. Tijdens Dias Latinos en de Keistadfeesten is op verzoek van de horecaondernemers een proef uitgevoerd met maisglas. Beide soorten kunststofglazen belasten het milieu minder en voorkomt glasafval op straat. Schoonmaakactie door dak- en thuislozen Op 28 en 30 juni is een aantal dak- en thuislozen voor het eerst in de openbare ruimte in binnenstad aan de slag gegaan. Ze hebben banken, verkeersborden en afvalbakken schoongemaakt, hebben
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
13
geschoffeld en gewied, zwerfvuil opgeruimd en graffiti verwijderd. In ruil daarvoor kregen de daken thuislozen een vergoeding van de gemeente. Naast de bijdrage aan een schone binnenstad, is hiermee bereikt dat de beeldvorming van deze kwetsbare doelgroep wordt verbeterd. Vanwege het succes voor alle partijen is dit een structurele activiteit geworden. Deelname aan de wedstrijd ‘schoonste gemeente van Nederland’ Amersfoort heeft deelgenomen aan een landelijke wedstrijd voor de verkiezing van schoonste gemeente. De gemeentelijke doelstelling was om bij de eerste 50 te eindigen. Met het behalen van de 15e plaats is deze doelstelling ruimschoots bereikt. De wenswijk Vier basisscholen nabij de hotspots hebben in de maand september meegedaan aan het project ‘De Wenswijk’ van de gemeente Amersfoort. Het gaat om de scholen de Wegwijzer, ‘t Anker, De Vlindervallei en De Wiekslag. Tijdens het project zijn ruim 200 kinderen uit groep 6 en 7 op pad gegaan om hun wijk te inspecteren op zwerfafval. Daarna hebben zij een plan gemaakt hoe zij de wijk zelf schoon kunnen maken en houden en wensen geformuleerd ten aanzien van een schone wijk. Burgemeester Van Vliet-Kuiper heeft de kinderen vooraf een videoboodschap gestuurd waarin zij de kinderen vraagt om ook een bijdrage te leveren aan een schone buurt rondom de school. Het was uitdrukkelijk de bedoeling dat de kinderen zelf aan de slag zouden gaan en hun verantwoordelijkheid nemen. Ook werden zij uitgedaagd hun ideeën en wensen kenbaar maken aan hun ouders, wijkbewoners en andere betrokkenen in de wijk. Er is door alle betrokkenen met veel enthousiasme gewerkt aan het project. Op 27 september zijn van elke school een aantal afgevaardigden naar de burgemeester gekomen om hun wensen op creatieve wijze te presenteren. Hiervoor werden o.a. powerpointpresentaties gehouden, liederen gezongen en een ‘boekrol’ voorgelezen. Ook hiervan is een dvd-opname gemaakt. Alle scholen hadden een duidelijke wens: “vrolijke prullenbakken op het schoolplein”. Gemeente, Eemfors en Scholen in de Kunst werkten in de maand november aan de realisatie ervan. Samen met de leerlingen werden de ontwerpen op 11 bakken geschilderd. Iedere school kreeg minimaal 2 bakken op het schoolplein. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het legen ervan. Het project de Wenswijk is een succesvol project gebleken. Door mee te doen met ‘De Wenswijk’ denken kinderen na over hun eigen omgeving en brengen ze in beeld hoe zij de wijk graag zouden willen zien. Zij worden aangemoedigd om verantwoordelijkheid te nemen om hun eigen wijk schoner te maken. Contact en samenwerking tussen de kinderen en andere spelers in de wijk heeft een belangrijke plaats gehad in ‘De Wenswijk’. Kinderen bedenken niet alleen hoe het beter kan, ze ondernemen ook actie, praten met medewerkers van ROVA en Eemfors, maken hun ideeën en wensen kenbaar aan de ouders, de wijkbewoners en andere betrokkenen in de wijk. De kinderen zetten zo met ‘De Wenswijk’ de hele wijk een klein beetje in beweging. Milieucontroles In het kader van de wet Milieubeheer (opslag afvalstoffen bedrijven) is een gezamenlijke actie uitgevoerd door Gewest Eemland, politie en gemeente. Op vrijdagmiddag 23 september werden in Amersfoort onaangekondigde milieucontroles gehouden. Dit gebeurde in het kader van de landelijke 24-uurs handhavingsactie. Medewerkers van de politie, de gemeente en het Gewest Eemland controleerden gezamenlijk de naleving van een aantal voorschriften op het gebied van de openbare ruimte en de milieuregelgeving. De controles waren gericht op bedrijven. Er is onder meer gekeken naar de juiste opslag van afvalstoffen, het voorkomen van zwerfafval door bedrijven en het uitstallen van goederen. Gebleken is dat handhaving op uitstallingen niet goed mogelijk is vanwege het ontbreken van eenduidig beleid vanuit de gemeente. Deze constatering heeft er toe geleid dat momenteel een beleidskader wordt opgesteld. Vervolgens
14
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
dienen bedrijven op basis van dit beleid een vergunning aan te vragen voor hun uitstallingen en kan er op basis van de vergunning worden gehandhaafd. De controles zijn uitgevoerd op de hotspots Neptunusplein en Noordewierweg. In vier gevallen bleek sprake van een overtreding. In één geval wordt een dwangsom opgelegd vanwege een ontoelaatbare opslag van afvalstoffen. Het aantal overtredingen was beperkt. Vermoedelijk komt dit omdat het Gewest Eemland in samenwerking met de gemeente tijdens de Schoonmaakkaravaan in april, alle bedrijven in de hotspots intensief heeft aangeschreven en gecontroleerd. Dat heeft blijkbaar zijn vruchten afgeworpen. Promotie Servicetelefoon Gestart is binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Een interne campagne met als doel meer ambtelijke ambassadeurs (oren en ogen) op straat te krijgen, met als beoogd resultaat meer meldingen en sneller oplossen van klachten in de openbare ruimte. Er zijn visitekaartjes ontwikkeld met het nummer van de servicetelefoon erop, om uit te delen aan bekenden, buren en relaties. Ook zijn de kaartjes op de verschillende gemeentelijke balies verschenen. In het voorjaar is er een tevredenheidsonderzoek onder bellers met de Servicetelefoon gehouden. Daaruit bleek een grote mate van tevredenheid over aanname, service en afhandeling van de klacht. Op de open dag in augustus over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, hebben de medewerkers van de Servicetelefoon zichzelf gepresenteerd op een stand. Deze had veel aanloop. Op de nieuwe website van de gemeente is de Servicetelefoon prominent aanwezig en burgers kunnen nu ook via deze weg hun klachten en opmerkingen kwijt.
2.5 Leerplicht Het spijbelgedrag van leerlingen gaat veelal samen met het geven van overlast. Veelvuldig verzuim verhoogt het risico dat een jongere zonder diploma de school verlaat en verkleint daarmee zijn kansen op passen werk. Daarnaast kunnen spijbelgedrag en voortijdig schoolverzuim een voorbode zijn voor crimineel gedrag. Niet iedere spijbelaar is een crimineel, maar veel criminelen blijken spijbelgedrag vertoond te hebben. De gemeente hecht er daarom veel waarde aan om serieus werk te maken van het bestrijden van spijbelgedrag. De gemeente wil hiermee voorkomen dat jeugdigen in de problemen komen en ze wil bereiken dat jongeren hun opleiding afronden. Het ‘handhaven van de leerplicht’ vormt een van de speerpunten binnen de campagne. Met dit project beoogde de gemeente leerplicht onder de aandacht te brengen en ‘Amersfoorters te laten zien dat het de gemeente ernst is met de aanpak van het leerplichtverzuim’. De handhaving van de leerplicht is binnen het project Veilig op straat door middel van de organisatie van twee “weken van de leerplicht” stadsbreed onder de aandacht gebracht. In de eerste week lag de nadruk op de hotspots Schothorst Noord, Neptunusplein en binnenstad. In het kader van de twee Weken van de leerplicht vonden de volgende acties plaats. Eerste week van de leerplicht 11 t/m 15 april 2005: Te Laat Actie Schothorst Noord Op 11 april hebben de wethouder en leerplichtambtenaren in samenwerking met twee toezichthouders op drie basisscholen gecontroleerd op te laat komen van ouders en kinderen. De laatkomers kregen een gele kaart en werden genoteerd. Bij herhaling worden de leerplichtambtenaren geïnformeerd, zodat ouders opgeroepen kunnen worden. Doel: een signaal afgeven aan ouders en leerlingen dat te laat komen een vorm van ongeoorloofd verzuim is; dat laatkomers de lessen verstoren en zelf les missen. Wat is bereikt? 12 kinderen en/of ouders/verzorgers zijn aangesproken op te laat komen.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
15
Belactie Op 13 april meldden 3 VO-scholen alle leerlingen die afwezig zijn per mail of fax aan de leerplichtambtenaren. De afwezige leerlingen werden vervolgens gebeld door de leerplichtambtenaar. Indien niet telefonisch bereikbaar, kregen zij een actiebrief over hun verzuim. Bij recidief verzuim ontvingen de betreffende leerlingen en/of ouders een oproep van de leerplichtambtenaar. Wat is bereikt? 13 leerlingen van één school, waarvan 5 leerlingen uit de regio. Straatactie Bij de straatactie zijn de wethouder, de leerplichtambtenaren, twee politieagenten en vier toezichthouders de straat op gegaan om te controleren of jongeren spijbelen. De actie is gehouden op de Varkensmarkt en het Neptunusplein. De leerplichtambtenaren zijn bevoegd om naar een legitimatiebewijs te vragen. De politie kan vervolgens bij het niet in bezit hebben een proces-verbaal opmaken. Spijbelende leerlingen kregen een gele kaart uitgereikt en werden terug gestuurd naar school. Na de actie op straat controleren de leerplichtambtenaren of er sprake is van ongeoorloofd verzuim. De spijbelende jongeren moeten op het stadhuis verschijnen. Wat is bereikt? In totaal zijn 54 jongeren aangehouden; 40 van het voortgezet onderwijs, 7 van basisonderwijs en 7 van het ROC. 30 leerlingen komen uit Amersfoort, 24 uit de regio. Drie leerlingen bleken uiteindelijk daadwerkelijk te verzuimen en zijn opgeroepen. Opgegeven redenen van verzuim reden voor verzuim tussenuur stage toetsen/ examenweek studiedag basisscholen omkleden i.v.m. menstruatie al vrij boodschappen voor school doen ziekmelding i.v.m. slapeloosheid
aantal 26 2 12 7 2 2 2 1
Check klopt op 2 na klopt VO klopt klopt klopt 1 verzuim klopt klopt via ouder
Afsluiting Week van de leerplicht De week is afgesloten met muzikale optredens van een Amersfoortse DJ en van de rappers Lange Frans en Baas B onder het motto ‘Spijbelen is niet cool’ op 15 april op het Lieve Vrouwekerkhof. Wat is bereikt? Ruim 1000 jongeren, de rappers waren voortijdig vertrokken vanwege een eierincident. Na dit incident vond geen escalatie plaats. Leerplichtdebatten Op 20, 26 en 27 april zijn debatten over de leerplicht georganiseerd door het debat centrum. Doel van de debatten was om ouders, leerlingen, scholen en gemeente met elkaar in gesprek te laten komen over leerplichtverzuim om daarmee het probleem onder de aandacht te brengen. Wat is bereikt?: de opkomst was slecht, alleen op 27 april redelijk (15 leerlingen, 1 ouder, 10 scholen, 5 personen van gemeente of ondersteunende instellingen). Spijbelen blijkt niet een goed onderwerp voor een debat te zijn.
Tweede week van de leerplicht 10 t/m 14 oktober 2005: Te laat actie in het Soesterkwartier. Opzet en doelstelling waren hetzelfde als in de eerste week van de leerplicht. De actie vond nu plaats op drie basisscholen in het Soesterkwartier, waar door ervaring een groter aantal laatkomers werd verwacht. Deze ervaring werd bewaarheid. Ook nu was er samenwerking met toezichthouders.
16
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Wat is bereikt? Er zijn 36 kinderen met hun ouders aangesproken. 14 ouders wisten nog door het net te glippen. Dat wil zeggen dat er die dag 50 kinderen te laat kwamen. Dit is 5% van de leerlingpopulatie op de drie scholen. De meest opmerkelijke “reden” voor het te laat komen was “de goudvis is vannacht gestorven en die moesten we eerst begraven”. 11 oktober uitslag en uitreiking prijs van de stripwedstrijd Voor jongeren tussen 10 en 15 jaar is een stripwedstrijd uitgeschreven, om op een andere manier de boodschap “spijbelen is niet cool” onder de aandacht te brengen. De opdracht was een “jackstrip”te ontwerpen zoals deze wekelijks in de stadsberichten verschijnt. Wat is bereikt? Er zijn een kleine 100 tekeningen ingeleverd, waarvan de meeste in klasverband zijn gemaakt. De winnaar kreeg 2 kaartjes voor Walibi-World en de winnende strip is als weekstrip in de stadsberichten gepubliceerd. 12 oktober straatactie Opzet en doelstelling waren hetzelfde als in de eerste week van de leerplicht. Dit keer waren er vier teams verdeeld over de locaties Varkensmarkt, winkelcentrum Nieuwland, Liendert en Euterpeplein. Ook dit keer was er een samenwerking met politie en toezichthouders. Wat is bereikt? Ruim 90 leerlingen zijn aangesproken: 86 hiervan waren leerplichtig; 52 komen er uit Amersfoort en 34 uit de regio; 9 leerlingen kwamen uit het basisonderwijs; 74 uit het voortgezet onderwijs en 3 van het ROC. Acht leerlingen uit Amersfoort en vier uit de regio bleken daadwerkelijk te verzuimen. Opgegeven redenen voor het verzuim: • Officiële vrije dag in Putten vanwege de paardenmarkt • Toetsweek • Roosterwijziging i.v.m. afwezigheid docent vanwege een kamp voor de brugklassers • Bezoek arts • Op weg naar de atletiekbaan voor een sportdag • Op weg naar de Zonnehof in het kader van een Kunstdag • Bezig met vrijwilligerswerk in opdracht van school 13 oktober presentatie Spijbel-SMS op De Boogschutter. De Boogschutter heeft begin van het schooljaar 2005/2006 de spijbel-SMS ingevoerd. Ter promotie naar het totale onderwijs in Amersfoort is op de Boogschutter een perspresentatie gegeven door de wethouder en de directeur van de school. Afronding: In december ondertekent Amersfoort het convenant “samenwerking schoolverzuim”. Hierdoor is er een betere samenwerking tussen de partners in de keten die het schoolverzuim en het voortijdig schooluitval moeten tegengaan. Amersfoort kan dan ook gebruik maken van extra instrumenten om spijbelaars te straffen. Zo kunnen leerlingen dan een taakstraf bij Halt opgelegd krijgen voor spijbelgedrag, waaraan geen complexe problematiek ten grondslag ligt.
2.6 Hotspot Neptunusplein Het Neptunusplein is één van de hotspots waar in 2005 extra aandacht is uitgegaan naar de sociale veiligheid. In en rond het Neptunusplein doen zich verschillende problemen voor. Er is veel (drugs)overlast van zwervers, dak- en thuislozen. Daarnaast zijn er veel hangjongeren op het plein. De omgeving ziet er troosteloos uit en zichtbaar is dat het gebied in een overgangsfase verkeerd. Een deel van het plein wordt gesloopt en heringericht voor nieuw winkeloppervlakte en parkeerplaatsen. Bestaande gebouwen zullen worden opgeknapt.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
17
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
In afwachting van de sloop en nieuwbouw wordt geprobeerd de leefbaarheid op peil te houden en de criminaliteit terug te dringen. In het kader van Veilig op straat zijn eind 2004 de volgende doelstellingen geformuleerd voor de hotspot Neptunusplein: • De twee opgangen op de woonwinkelstrip tussen Neptunusplein en Van Neckstraat zijn fysiek en zichtbaar verbeterd • Er is een vereniging van eigenaren tot stand gekomen • Het netheidniveau op en rond het plein wordt als hoog ervaren • De politie laat zich veelvuldig zien en treedt op tegen overlast, criminaliteit en vandalisme • De gemeente plaatst mobiele camera’s • De gemeente zet haar servicetelefoon in voor klachten op het gebied van schoon, heel en verlicht. • Het braakliggende terrein aan de Willem Barendsstraat gebruiken • Er is een jongeren-ontmoetingsplek (jop) die naar tevredenheid functioneert • Problemen met de afvalcontainers bij de te handhaven winkelstrip zijn verholpen • Oprichten van een bewonersplatform • Handhaving van de Milieuwetgeving • Aanpak van parkeerproblemen op het plein Welke activiteiten hebben er in 2005 plaatsgevonden. Hieronder volgt een beschrijving. Gesprekken met beheerders en eigenaren van de woonwinkelstrip In februari heeft een eerste bijeenkomst plaatsgevonden met beheerders en eigenaren van het complex Neptunusplein 34 t/m 64. Ook de gemeente was aanwezig. Op de agenda stonden het verbeteren van de opgangen, een gezamenlijk budget voor onderhoud en de mogelijkheid om een Vereniging van Eigenaren op te richten. Er is een vervolgtraject in gang gezet waarbij iedere maand beheerders, eigenaren en de gemeente bij elkaar komen om de voortgang te bespreken. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt over het afsluiten van de opgangen en wordt gekeken naar de mogelijkheden om inpandig huisvuilcontainers te plaatsen en een fietsenberging te maken. Voor het opknappen van de hele gevel zijn in samenwerking met eigenaren en architect plannen uitgewerkt. De eigenaren zijn het erover eens dat doorgegaan zal worden op de plannen waarbij het herstel van de oorspronkelijke stijl van het gebouw van architect Zuiderhoek centraal staat. Bewonersplatform Aan het begin van het jaar zijn de bewoners van het Neptunusplein gevraagd deel te nemen aan het bewonersplatform Neptunusplein. Deelnemers aan het platform kunnen meepraten over maatregelen om de veiligheid te vergroten. Bovendien had de gemeente behoefte aan een groep die aan kan geven of maatregelen ook echt effect hebben. Ongeveer 20 bewoners hebben zich aangemeld voor het platform. De eerste bijeenkomst was op 15 maart. Tijdens deze bijeenkomst werd de deelnemers gevraagd hoe zij de veiligheid op het Neptunusplein beoordelen en wat zij vinden van de inzet van gemeente en politie. Optreden politie De politie is met name in de periode van mei tot en met juli extra actief geweest op het Neptunusplein. Er is veel persoonlijk contact geweest met winkeliers en burgers. Overlastveroorzakers (jongeren, veelplegers, verslaafden) werden gewaarschuwd of – gaandeweg steeds vaker - bekeurd. In totaal waren er in deze periode 150 bekeuringen uitgeschreven voor o.a. fout parkeren, wet ID, drinken op straat en verkeersovertredingen. Het heeft er zichtbaar toe geleid dat het plein steeds meer gemeden werd door hangjongeren en overlastveroorzakers en dat er minder fout wordt geparkeerd.
18
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Schoonmaakkaravaan Ook het Neptunusplein kreeg een opfrisbeurt in het kader van de grote schoonmaakactie van april. Eerst werd grondig machinaal en handmatig geveegd en daarna ging de kauwgommachine aan het werk om alle kauwgom van het plein te verwijderen. De afvalbakken werden vervangen, er werden nieuwe bloembakken geplaatst en de bestaande bakken werden opgeknapt. Op de afvalbakken kwam een speciale ‘anti-aanplaklaag’ om het wildplakken van posters tegen te gaan. Een uitzondering werd gemaakt voor een nieuwe sticker op de afvalbakken met de tekst ‘Bak vol? Bel de Servicetelefoon: 033 469 48 69.’ Met deze sticker roept de gemeente het winkelende publiek op het te melden wanneer de afvalbak vol is. Daarmee wordt voorkomen dat er zwerfafval ontstaat. De lichtmasten en palen op het Neptunusplein werden schoongemaakt en rechtgezet en waar nodig worden delen van het plein herstraat. Na de schoonmaakkaravaan is Eemfors begonnen om in plaats van 1x per dag nu 2x per dag te vegen. Op verzoek van de winkeliers en bewoners is de schoonmaakkaravaan in oktober nog een keer langs geweest. Ditmaal zonder veel toeters en bellen. Om alle straten en pleinen grondig te kunnen vegen werden omwonenden met een speciale flyer opgeroepen hun auto elders te parkeren. Naast vegen, verwijderen van onkruid en verwijderen van graffiti lag de nadruk nu op herstel van (verzakt) straatwerk. Pannaveldje Op de hotspot Neptunusplein stond een Jongeren Ontmoetingsplek op het verlanglijstje van zowel oudere als jongere buurtbewoners. Er is weinig vertier voor jongeren rondom het Neptunusplein waardoor hangjongeren regelmatig voor overlast zorgen. Jongeren gaven aan behoefte te hebben aan een ‘eigen’ plek in de wijk. Die plek is er nu! Donderdag 12 mei jl. opende Amersfoort haar eerste pannaveld op het bouwterrein achter het Neptunusplein. Op het pannaveld van 4 bij 6 meter kunnen jongeren op sportieve wijze hun energie kwijt en hebben zij in de omgeving van het Neptunusplein een eigen plek waar ze niet voor veel overlast kunnen zorgen. Met de jongeren zijn afspraken gemaakt over het gebruik van het pannaveld. Hiervoor hebben zij samen met SWA spelregels opgesteld. Het pannaveldje is een tijdelijke voorziening met als streven dat het veldje ook in de definitieve inrichting een plaats krijgt. Camera’s In de zomer zijn er 3 bewakingscamera’s geplaatst op het Neptunusplein. Dit zijn draaibare camera’s die het hele Neptunusplein in beeld hebben. De camera’s bevinden zich op de buitengevels op de hoekpunten van het woon-winkelblok. Een derde camera is gericht op het parkeerterrein en de aangrenzende winkelpanden. De beelden worden achteraf door bevoegde politiemensen bekeken. Dit gebeurt naar aanleiding van meldingen. Daarnaast worden de beelden ook tussendoor bekeken. De camera’s zijn tijdelijk geplaatst voor de duur van minimaal 3 maanden. Daarna wordt bekeken wat het effect is en of verlenging wenselijk is. Bouwspeelplaats De eerste drie weken van de zomervakantie is er op het braakliggende terrein aan de Willem Barendsstraat een bouwspeelplaats ingericht voor kinderen van 4 tot 16 jaar. Er werden hutten gebouwd en zandkastelen gemaakt, geknutseld, gesport en spelletjes gespeeld. Kinderen uit Kruiskamp en Koppel konden voor €1,00 een polsbandje kopen waarmee ze de hele periode gratis de bouwspeelplaats op konden. Ruim 300 kinderen deden mee. Woensdag 20 juli zijn de bouwweken afgesloten met feestelijke activiteiten. De hutten werden gekeurd door een vakjury. De bouwers van de drie mooiste hutten kregen een prijs. Sommige hutten hadden een bord met een mooie tekst erop zoals bijvoorbeeld “Vrede voor iedereen”. Handhaving Milieuwetgeving De gemeente heeft het Gewest Eemland gevraagd te controleren in hoeverre de milieuwet- en regelgeving door de ondernemers op het Neptunusplein wordt nageleefd. In de maanden april tot en met juni zijn alle bedrijven bezocht. Tijdens de controle is er hoofdzakelijk gelet op de naleving van de voorschriften met betrekking tot de omgang met bedrijfsafval (zwerfvuil). Hierbij wordt gelet op
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
19
de opslag van het bedrijfsafval en hoe het afval wordt aangeboden aan de afvalinzamelaar. Naar aanleiding van de eerste controle zijn bij vier bedrijven overtredingen geconstateerd. Deze bedrijven zijn aangeschreven. Bij hercontrole in het najaar bleek bij 1 bedrijf de situatie nog niet op orde. Aan dit bedrijf is na aan aantal bestuurlijke waarschuwingen een dwangsombeschikking opgelegd. Intensivering toezicht en aanpak drugsoverlast Zowel politie als stadstoezicht hebben het toezicht op en rond het Neptunusplein geïntensiveerd. Er wordt extra gepatrouilleerd en overtredingen worden bestraft. Het optreden richt zich in het bijzonder op de aanpak van de drugshandel en –overlast rondom het plein. Belangrijkste doel is te bereiken dat de overlastgevende jeugdgroep en de verslaafden het gebied verlaten en dat overtreders worden bestraft. Daarnaast wil men aan omwonenden, winkeliers en winkelpubliek laten zien dat de problemen serieus worden aangepakt. Aanpak parkeerproblemen op het plein, invoering blauwe zone De gemeente heeft het voornemen het parkeren op het Neptunusplein te regelen door middel van het instellen van een blauwe zone. Onder de betrokkenen zijn er duidelijke voor- en tegenstanders. In oktober heeft de gemeente een bijeenkomst georganiseerd voor bewoners en ondernemers van het Neptunusplein. Naast een toelichting op het project Veilig op straat en de herontwikkeling Willem Barendsstraat stond ook de problematiek rond parkeren op de agenda. Tijdens deze bijeenkomst heeft het merendeel van de aanwezigen zich uitgesproken voor invoering van een blauwe zone mits bewoners een ontheffing krijgen. Deze variant van de blauwe zone zal naar verwachting begin 2006 worden ingevoerd.
2.7 Hotspot Noordewierweg De Noordewierweg is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen als hotspot, met name vanwege de overlast rond de Horecastrip Noordewierweg 8 t/m 16. Maar het gebied is uitgebreid tot de hele winkelstrip tussen Anemoonstraat en de begraafplaats met de achtergelegen pleinen, omdat er wel meer speelt in de buurt. Zo wordt er veel geklaagd over het verkeer op de Noordewierweg en over het rondhangen van de jeugd met alle overlast die dat met zich meebrengt. Wat is in 2005 bereikt? Aanpak van de horecastrip In januari van dit jaar heeft het college besloten om op de plaats waar nu de horecapanden staan, nieuwe woningen te bouwen. De afgelopen maanden heeft een architect in samenspraak met de omwonenden een nieuwbouwplan voor 14 starterswoningen en 4 seniorenwoningen ontworpen. Begin december heeft de gemeente de panden Noordewierweg 8 en 10 opgekocht, zodat daar binnenkort kan worden gesloopt. Na de volledige verwerving kan dan worden gestart met de nieuwbouw. Het pand Noordewierweg 16 zal worden opgeknapt. Dit gebeurt in overleg met de eigenaar. Cameratoezicht Op de bekende overlastplekken bij de kerk en bij de Horecastrip zijn tijdelijk camera’s neergezet. Hoewel de coffeeshop en het café gesloten zijn, is niet uitgesloten dat er in die anderhalf jaar toch nog horeca open gaat. Met het oog op de ernstige ongeregeldheden die zich in het verleden hebben voorgedaan, zullen hier de camera’s tot aan de sloop blijven staan. Gesprekken met bewoners en winkeliers In april zijn een aantal gesprekken geweest met bewoners en winkeliers van de Noordewierweg en omgeving. Hoewel de opkomst tijdens deze avonden matig was, zijn er in deze gesprekken verschillende punten aan de orde gekomen waar de bewoners zich zorgen over maken of waar ze
20
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
overlast van hebben. Niet alleen over de problemen maar ook over mogelijke oplossingen is van gedachten gewisseld. Verkeersveiligheid, gedrag van een aantal jongeren, het dealen van drugs, intimidatie, geweld en vernieling waren punten die aan de orde kwamen. Spreekuur wijkagent De wijkagenten hebben een spreekuur voor bewoners en ondernemers in de wijk. Hiervoor is een van de wijkagenten elke dinsdagochtend tussen 11.00 – 12.00 uur aanwezig in de Wijkwinkel aan de Noordewierweg. Zij bespreken met mensen de veiligheidsproblemen in de buurt. Verkeerscontroles Het grootste probleem dat door de bewoners wordt gesignaleerd is de verkeersveiligheid op de Noordewierweg. In april zijn daarom verkeerstellingen gehouden, waaruit blijkt dat op diverse punten te hard wordt gereden. Maar niet alleen te hard rijden, ook foutparkeren, fietsen op de stoep en linksrijden dragen bij aan het gevoel van onveiligheid. In de afgelopen maanden vonden scootercontroles plaats en is opgetreden tegen foutparkeerders. Het Bureau Verkeer Onder Controle van de Regionale Verkeersdienst (RVD) van de Politie Regio Utrecht is op 1 september op de Noordewierweg gestart met een project Handhaving Subjectieve Verkeersonveiligheid. De RVD controleert op overtredingen zoals geen helm dragen, geen gordel om, rijden door roodlicht, alcohol en snelheidsovertredingen. Het handhavingproject duurt tot begin 2006. Schoonmaakkaravaan Van 18 tot en met 22 mei 2005 heeft de ‘schoonmaakkaravaan’ de Noordewierweg onder handen genomen en de achterliggende pleinen en straten schoongemaakt. Extra toezicht op overlast en vernielingen rondom Noordewierweg De politie houdt sinds mei extra toezicht op en rondom de Noordewierweg in de wijk Soesterkwartier. De wijkagenten worden daarbij ondersteund door surveillanten, noodhulpmedewerkers en werkstudenten van de politie. De dagelijkse controles richten zich vooral op overlast en strafbaar gedrag zoals vernielingen van hangjeugd. Bij strafbare feiten worden de betreffende jongeren bekeurd of aangehouden. Naast een afname van de jeugdoverlast wil men met de aanpak bereiken dat er meer inzicht ontstaat in de samenstelling van de jeugdgroepen en dat voor omwonenden zichtbaar wordt dat de problemen serieus worden aangepakt. Gesprekken met / activiteiten voor de jeugd Tijdens de gesprekken met de bewoners in het voorjaar kwam onder andere de overlast van hangjongeren aan de orde. Naar aanleiding hiervan is onder deze jongeren een kleine enquête gehouden over de activiteiten die ze leuk zouden vinden. 17 jongeren tussen de 15 en 22 jaar zijn geïnterviewd. Naar aanleiding van de interviews wordt van oktober tot en met december elke woensdag- en vrijdagavond een activiteitenavond georganiseerd voor deze doelgroep.De vrijdagavond wordt door een kleine maar groeiende groep bezocht. De filmavond wordt matig bezocht. De eerste woensdagavond met smartlappen was vol en leuk.
2.8 Hotspot Schothorst Noord Schothorst-Noord is een wijk, waar vooral veel opgroeiende tieners wonen. In de wijk vindt veel overlast plaats van jeugd, zoals blijkt uit vernielingen en intimiderend gedrag. De wijk, of om precies te zijn, de buurt Raadhoven, is om die reden aangewezen als hotspot. Wat is er in 2005 allemaal tot stand gebracht in het kader van Veilig op straat, naast de maatregelen die hiervoor al zijn genoemd.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
21
Wijkschouw Bewoners en professionals hebben in het voorjaar een ‘wijkschouw’ gehouden, waarbij een reeks van klachten op met name het gebied van groen, vervuiling en verlichting is verzameld. Veel klachten zijn naderhand (o.a. dankzij de schoonmaakkaravaan) verholpen. Verbetering van de verlichting In totaal zijn 120 lampen van straatlantaarns vervangen langs verschillende straten tussen de Sara Burgerhartsingel en Nijenrode om meer verlichting en daarmee meer veiligheid te creëren. Verkeers- en scootercontroles De politie heeft begin van het jaar een plan van aanpak gemaakt om de jeugdoverlast met 25% te verminderen. Onderdeel van de aanpak is extra toezicht op plekken waar veel jeugd komt en het houden van verkeers- en scootercontroles. In totaal zijn in 90 brommers gecontroleerd op snelheid en geluid en zijn diverse bekeuringen uitgedeeld. NB. In totaal heeft de politie in 2005 14 scootercontroles uitgevoerd in Amersfoort, met name in de hotspots. Hierbij werden in totaal 1029 scooters gecontroleerd, waarbij 855 bekeuringen werden uitgedeeld. 55 keer moesten brommeronderdelen (meestal een uitlaat) worden ingeleverd en 12 maal bleek de brommer een vals framenummer te hebben. Hierbij was dus sprake van diefstal. Aanpak auto-inbraken In 2004 vonden 161 auto-inbraken plaats in Schothorst-Noord, ruim 6% van het Amersfoortse totaal. De politie wil bereiken dat het aantal auto-inbraken in deze wijk tussen oktober 2005 en maart 2006 met ten minste 35% afneemt. Dit doet men vanaf oktober door extra te patrouilleren en door bewoners te wijzen op het zichtbaar achterlaten van waardevolle spullen in de auto (flyeracties) Met het project hoopt men ook veelplegers aan te pakken. Extra activiteiten voor de jeugd SWA heeft het aantal activiteiten voor de jeugd, met name in jongerencentrum Lijn 16 uitgebreid en heeft een extra straatjongerenwerker aangesteld. Betere beveiliging schoolpleinen De schoolpleinen bij Raadhoven zijn vanaf de zomer avonds en ‘s nachts verboden terrein voor jongeren boven de 12 jaar. Via extra toezicht van bewoners en politie en een camera wordt de maatregel gecontroleerd. Er hebben zich dit jaar geen vernielingen meer voorgedaan. Afwijkend aan het cameratoezicht in Raadhoven is, dat het hier gaat om puur particulier initiatief om de openbare ruimte te beschermen. Project vreedzame school Basisschool de Drieslag is dit jaar begonnen met een project waarbij leerlingen worden opgeleid tot mediator om op vreedzame wijze conflicten op te lossen. Het project is zo’n succes dat het door het Jongerenwerk in Schothorst is overgenomen. Realiseren van een JOP Bij de Spin in Raadhoven is eind juni een Jongerenontmoetingsplek (JOP) of in de volksmond ‘hangplek’ genoemd, gerealiseerd.Voor de plek zelf geldt een alcoholverbod De jongeren zelf zijn zeer tevreden en zorgen voor het schoonhouden. Omwonenden hebben toegezegd de plek in de gaten te houden en ongeregeldheden te melden. De politie, de gemeente en het jongerenwerk maken werk van de klachten.
22
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Realiseren voetbalveldje De scholen rond Raadhoven hebben gezamenlijk een wijkleerlingenraad opgericht. Deze raad streeft vooral naar meer activiteiten voor de opgroeiende jeugd in Schothorst. Hun eerste advies om een extra voetbalveldje te creëren, is in juni bij Queekhoven gerealiseerd. Website Raadhoven Het project Raadhoven werd ruim een jaar geleden opgezet om vernielingen rond de drie scholen te beëindigen. Heeft zich uitgebreid tot een project samenwerken aan een buurt om trots op te zijn en heeft een nieuw wapen in de strijd ontwikkeld: een website voor bewoners, www.buurtraadhoven.nl. Hierop staat veel informatie over veiligheid en leefbaarheid. Van hieruit probeert men ook verder de jongeren te bereiken en te betrekken bij hun wijk. Skatevoorziening De skatevoorziening wordt begin 2006 gerealiseerd. Het overleg met de bewoners over de locatie en de inrichting kostte meer tijd. Deze belangrijke voorziening voor de jeugd draagt zeker bij aan het voorkomen van de overlast van jongeren. Vandaar dat verder is afgezien van nog een tweede JOP.
2.9 Wederkerigheid Een van de doelstellingen van de campagne Veilig op straat is het bevorderen van de wederkerigheid, ofwel dat burgers zelf ook actiever worden in hun bijdrage aan het leefklimaat en de veiligheid in de stad en in hun buurt. Onder het motto ‘goed voorbeeld doet goed volgen” hopen de deelnemende partijen te bereiken dat meer burgers zich inzetten voor een veilige en schone woonomgeving. Dat kan op allerlei manieren, door zelf actief te zijn (bijvoorbeeld door rommel op straat op te ruimen of mee te doen aan een buurtactiviteit) hetzij door mensen aan te spreken op hun gedrag of door misdrijven (anoniem) te melden bij de politie. Communicatie met de burgers en allerlei betrokken partijen vormde een belangrijk onderdeel van de campagne. Enerzijds om te horen wat er leeft en speelt en anderzijds is dit contact bedoeld om hen zo goed mogelijk te informeren wat gemeente en politie doen en waarom zij dat doen. Vanuit de eerste doelstelling van de campagne ‘aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat’ is communicatie essentieel. En door te laten zien wat je doet bevorder je de wederkerigheid. Op allerlei manieren is dat contact opgezocht: via de media, de scholen, leerplichtdebatten, het inzetten van bewoners in een wijkschouw, bewonersavonden, interviews met sleutelfiguren, gesprekken met kappers et cetera. In de beschrijvingen van de hotspots en de speerpunten zijn talloze voorbeelden van wederkerigheid en betrokkenheid aan de orde gekomen. De opvallendste voorbeelden in 2005 uit de hotspots waren misschien wel: • De 150 mensen (kinderen, jongeren, ouderen) die hebben meegeholpen de sombere Meridiaantunnel om te toveren tot een kleurrijke kunstgalerij. • De 30 daklozen die zijn geactiveerd de binnenstad op te ruimen. • De 200 kinderen die met het project Wenswijk hebben meegedaan. • De winkeliersvereniging aan het Neptunusplein die de moed niet heeft laten zakken. • De groep Raadhoven die inventief de sociale veiligheid in de buurt bevordert. • De burgerwacht in het Soesterkwartier die in samenwerking met de politie het vandalisme probeert terug te dringen. Stadsbreed is er ook ingezet op wederkerigheid. Met behulp van communicatie activiteiten zijn allerlei burgers en ondernemers en kerkgangers betrokken geraakt op de campagne. Met leerplichtdebatten en welzijnsdebatten zijn professionals gemobiliseerd. Hier worden in het bijzonder nog zes stedelijke activiteiten uitgelicht: - Melden helpt
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
23
-
Veiligheidsambassadeurs Digipanel Fit en Veilig Voorgangers over veiligheid Samen met de buren.
Melden helpt De gemeente heeft een zogenaamde meldkaart in een grote oplage laten drukken en verspreid op diverse plekken in de stad. Er zijn ruim 20.000 (!) meldkaartjes afgenomen. Onder het motto ‘melden helpt’ hoopt men in de campagne dat meer burgers melding maken van crimineel of overlastgevend gedrag. Op deze meldkaart ter grootte van een pinpas staat een aantal belangrijke telefoonnummers die gebeld kunnen worden om de stad schoon, heel en veilig te maken, zoals o.a. politie/alarmnummers en de servicetelefoon. Er is een speciaal telefoonnummer geopend om initiatieven te nemen en naar de (organisatie)weg te vragen: SWA bemenst dit telefoonnummer: 033 –470 27 74. Veiligheidsambassadeurs De gemeente heeft een selectie gemaakt van 200 burgers die door hun activiteit betrokkenheid hebben getoond bij de stad Amersfoort. Het gaat onder meer om gedecoreerden, diverse vrijwilligers, wijkactivisten en geboren en getogen Amersfoorters. Op 17 februari 2005 werden zij uitgenodigd op het stadhuis en werden zij door de burgemeester geïnstrueerd in hun rol van veiligheidsambassadeur voor Amersfoort gedurende de campagne: vraagbaak over veiligheid voor hun omgeving; het goede voorbeeld geven door goed burgerschap en rapporteren aan de gemeente wat (niet) goed gaat. In de zomermaanden zijn 20 ambassadeurs geïnterviewd over hun ervaringen met de campagne. Het resultaat is verschenen in een leesbaar verslag met tal van nuttige wenken en adviezen aan de projectgroep (Rapportage Onderzoek ‘Veiligheidsambassadeurs’ door Arjan Ruiter, student HvU). Digipanel Het Amersfoortse digipanel, bestaande uit 500 Amersfoorters, heeft via webenquêtes in 2005 zesmaal een mening gegeven over allerlei zaken rondom de veiligheid in Amersfoort en de projecten die zijn uitgevoerd. Hun adviezen (bijvoorbeeld welke plekken moeten als eerste worden aangepakt en met welke middelen?) hebben soms direct geleid tot maatregelen (zoals camera’s in de Meridiaantunnel). Zowel de veiligheidsambassadeurs als de leden van het digipanel toonden hun waardering dat men zijn mening kon geven over allerlei zaken rondom veiligheid op straat. Verschillende deelnemers gaven spontaan aan dat men alerter was op de leefomgeving en eerder melding maakte van strafbare zaken. Cursus fit en veilig De NV SRO heeft in opdracht van de gemeente Amersfoort in het najaar de cursus Fit en Veilig georganiseerd. De cursus werd op meerder plekken in Amersfoort aangeboden in vier lessen van een uur en was met name bedoeld om het zelfvertrouwen van senioren op straat te vergroten. Twee studenten van de Rijksuniversiteit Utrecht hebben voor het Willem Pompe Instituut een onderzoek gedaan onder de 83 deelnemers van de cursus Fit en Veilig in Amersfoort. Er is zowel een voor- als nameting gehouden (respons circa 50%) en er zijn vier diepte-interviews afgenomen. De belangrijkste uitkomsten: Driekwart van de cursisten is vrouw en eveneens is bijna driekwart 60 jaar of ouder. Veel cursisten (92%) geven aan dat ze door de cursus Fit en Veilig meer zelfvertrouwen hebben gekregen. Daarnaast geeft bijna 80% van de deelnemers aan dat men zich door deze cursus veiliger
24
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
op straat is gaan voelen. Op de vraag of men zich naar eigen gevoel beter zou kunnen verdedigen tegen een onverwachte aanval dan voorheen antwoordde 92% positief. Bijna alle ondervraagde cursisten (96%!) zou de cursus zeker anderen aanraden. Naast het positieve effect op het gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen, waardeerde men vooral de sociale contacten die men ermee had opgedaan. Voorgangers over veiligheid In de loop van 2005 heeft de burgemeester enkele malen gesproken met voorgangers van diverse gezindten over sociale veiligheid. Met name de normatieve kant kwam aan bod. Wat zeggen de heilige boeken over veiligheid, geborgenheid, omgang met elkaar en met vreemden? Deze gesprekken hebben geresulteerd in het weekend van 12 november, waarin gesproken, gepreekt en gezongen werd over veiligheid in diverse kerken, godshuizen, moskeeën in Amersfoort. Honderden kerk- en moskeegangers zijn op deze wijze extra bepaald bij het onderwerp van Veilig op straat in relatie tot individuele en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De Raad van Kerken en het Platform voor Levensbeschouwing hebben een cruciale rol gespeeld in deze benadering. Samen met de buren De campagne Veilig op straat wordt in 2005 beëindigd met de bijeenkomst in de Stadshal ”Samen met de buren” Alle Amersfoorters worden uitgenodigd om samen met hun buren te komen sporten, zingen en swingen. Het evenement wordt georganiseerd door de gemeente Amersfoort en Ravelijn samen en vormt de Amersfoortse vertaling van MADD (Make A Difference Day). De gedachte achter de formule is, dat wanneer je je buren kent, je buren groet, op je buren afstapt, dat je je dan meer thuis voelt in je straat, je buurt en je je veiliger voelt. De afronding van de campagne Veilig op straat is tegelijkertijd het startschot voor de uitvoering van het veiligheidsprogramma 2006.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
25
3. De resultaten
3.1 Inleiding Zoals in het inleidende hoofdstuk verwoord, heeft de campagne drie doelstellingen. De eerste twee doelstellingen zijn ‘smart’ geformuleerd, zodat het effect achteraf meetbaar is. 1 2 3
Aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat. Het verminderen van de feitelijke en gevoelsmatige onveiligheid op de vier hotspots. Het bevorderen van de wederkerigheid, ofwel ernaar streven dat meer burgers en ondernemers zelf actief zijn om de stad schoon, leefbaar en veilig te maken.
Voor het meten van de eerste doelstelling vormen de enquêtes onder het Digipanel een geschikt instrument. Onder meer via rapportcijfers is gemeten hoe burgers oordelen over de bijdrage van gemeente en politie aan de veiligheid op straat. De tweede doelstelling is het beste te meten via registraties van de politie, voor zover het gaat om de objectieve veiligheid. Het aantal aangiften in de vier hotspots en voor Amersfoort als geheel over de eerste 9 maanden van 2005 is vergeleken met de aangiften in 2004. Ook is onderzocht in welke mate de veelplegers zijn opgesloten of worden begeleid via maatschappelijke hulpverlening. De subjectieve veiligheid, ofwel de mate waarin burgers zich in 2005 ook veiliger zijn gaan voelen, is onder meer gemeten via het Digipanel, de Stadspeiling en het onderzoek onder het uitgaanspubliek. De derde doelstelling is uitsluitend kwalitatief geformuleerd. De participatie is beschreven in 2.9. De campagne heeft in brede kring weerklank gevonden.
3.2 Objectieve onveiligheid: aangiften en meldingen bij politie De politie beschikt over een schat aan informatie die inzicht geeft in de ontwikkeling van de criminaliteit. Gekeken is hoeveel en welke soort aangiften en meldingen in/rond de hotspots plaatsvonden in de eerste 9 maanden van 2005 1. Deze zijn vergeleken met 2004 2. Hetzelfde is 1
De hotspots zijn vaak kleinere gebieden binnen wijken. Het bleek echter niet mogelijk om politiecijfers voor de hotspots apart te krijgen naar incident. Bovendien beperkt de extra politie-inzet zich niet tot de hotspots, maar tot de gehele wijk waartoe de hotspot behoort. 2 De cijfers van de eerste 9 maanden van 2005 zijn geëxtrapoleerd naar het gehele jaar. De eerste 9 maanden blijken een goede afspiegeling te vormen voor het hele jaar. Zo lag het aantal aangiften in de laatste 3 maanden van 2004 slechts 0,1% boven het jaargemiddelde. In het laatste kwartaal vonden iets meer (3%) vermogensdelicten plaats, als fietsdiefstal en autoinbraak en 3% minder geweldsdelicten en vernielingen. Woninginbraak bleef gelijk: er vond in 2004 geen toename plaats in de donkere maanden.
26
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
gedaan voor de rest van Amersfoort en de gemeente als geheel. Overigens moet in ogenschouw worden genomen dat de cijfers op zichzelf niet de feitelijke toe- of afname van de criminaliteit weerspiegelen. Deze houdt ook verband met de bereidheid om aangifte te doen. Deze ligt doorgaans hoog bij zaken die van belang zijn voor de verzekering (zoals woninginbraak), maar laag bij geweldsdelicten en veel voorkomende criminaliteit. Zeker als de verwachting is dat de politie er weinig mee kan doen. Minder criminaliteit in de hotspots In de eerste 9 maanden van 2005 werden er 8797 aangiften geregistreerd bij de politie. Ten opzichte van het hele jaar 2004 toen 12.608 keer aangifte werd gedaan betekent dat een daling van het aantal aangiften: circa 7% op jaarbasis. Deze afname is opvallend temeer daar zowel landelijk als lokaal acties zijn gevoerd om vaker aangifte te doen. Aangenomen mag worden dat de aangiftebereidheid geen verklaring is voor deze daling. Tussen de wijken zijn er grote verschillen. De sterkste concentratie van misdrijven blijkt zich, zoals verwacht, nog steeds voor te doen in de Stadskern, Zonnehof en de omgeving van het centraal station. Ten opzichte van 2004 deed de grootste afname van aangiften zich voor in en de wijken waar de hotspots zijn gevestigd: Kruiskamp (-22%), Schothorst-Noord (-18%), Stadskern (-17%) en Soesterkwartier (-15%). Gemiddeld daalde het aantal aangiften in de hotspots met 17%, terwijl het in de rest van Amersfoort slechts daalde met gemiddeld 2% (zie figuur 1 en bijlage 1). Figuur 1: ontwikkeling van aantal aangiften per 1000 inwoners per wijk AMERSFOORT 2004 Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern Soesterkwartier Kruiskamp Schothorst Noord 0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
cijfers 2005 geschat op basis van eerste 9 maanden bron: Politie (GIDS), bewerking Onderzoek + Statistiek
In hoeverre zijn deze ontwikkelingen toe te schrijven aan de campagne Veilig op straat? Met andere woorden in hoeverre is de afname van het aantal aangiften in de hotspots te danken aan de campagne en heeft de campagne er wellicht toe geleid dat de criminaliteit zich verplaatst heeft naar andere wijken? Van een daling van de aangiften in de hotspots was ook in 2004 al sprake. Alleen was die veel minder: 11% in plaats van 17% in 2005. En ook in 2004 daalde het aantal aangiften in Amersfoort buiten de hotspots beperkt, met circa 3%. De conclusie moet dus luiden dat de campagne niet geleid heeft tot verplaatsing van criminaliteit, maar heeft bijgedragen tot een verlaging in de wijken met de hotspots. docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
27
Gewelddelicten gestabiliseerd De laatste jaren is het aantal geregistreerde gewelddelicten gestaag toegenomen in Amersfoort: van 700 in 1998 tot 1175 in 2004. In 2005 lijkt deze trend tot staan te zijn gebracht. Tot 1 oktober 2005 kwamen 863 aangiften binnen bij de politie: Op jaarbasis is dat een lichte daling van 2 procent ten opzichte van 2004. Enerzijds vonden er minder gevallen van zedenmisdrijf, straatroof en mishandeling plaats, anderzijds nam het aantal aangiften van openlijk geweld tegen personen en huiselijk geweld toe. Bij het laatste speelt het beleid een belangrijke rol, dat erop gericht is de slachtoffers te stimuleren om aangifte te doen, terwijl aan daders therapie wordt aangeboden die moet leiden tot gedragsverandering. Figuur 2: ontwikkeling aangiften van gewelddelicten per 1000 inwoners AMERSFOORT 2004
Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern Soesterkwartier Kruiskamp Schothorst Noord 0
5
10
15
20
25
30
35
40
cijfers 2005 geschat op basis van eerste 9 maanden bron: Politie (GIDS), bewerking Onderzoek + Statistiek
Vooral in het Soesterkwartier (-17%) en Kruiskamp (-9%) nam het aantal aangiften van gewelddelicten af, terwijl in 2004 nog sprake was van een toename. In de Stadskern en in Schothorst-Noord bleef het aantal aangiften voor geweld ongeveer gelijk. Ook in Amersfoort als geheel, exclusief de hotspots, bleef het aantal aangiften per 1000 inwoners min of meer gelijk. Zie figuur 2. Minder woninginbraken in de hotspots In 2004 vond een omslag plaats in de jarenlange afname van het aantal woninginbraken. Het aantal aangegeven (pogingen tot) woninginbraak steeg in dat jaar met 30% naar 1065. In de eerste 9 maanden van 2005 was sprake van een lichte stijging van 5% op jaarbasis. Anders dan bij de gewelddelicten vindt de concentratie van woninginbraak vooral plaats in de wijken rond het Stadscentrum, met name in het zuiden en oosten van de stad. De beter beveiligde nieuwbouw blijft nog redelijk gevrijwaard. Jaarlijks treden ook flinke verschuivingen op, afhankelijk van het succes dat de politie heeft bij de opsporing van daders. Gemiddeld daalde het aantal aangiften van woninginbraak in de 4 hotspots met een kwart, terwijl die in de andere wijken steeg met 18%. Met name in drie ‘hotspotwijken’ was er sprake van vermindering: Kruiskamp (-15%), Stadskern (-29%), terwijl in Schothorst-Noord het aantal bijna halveerde. In het Soesterkwartier daalde het aantal aangiften met 5%.
28
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Figuur 3: ontwikkeling aangiften van woninginbraak per 1000 woningen AMERSFOORT 2004
Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern Soesterkwartier Kruiskamp Schothorst Noord 0
5
10
15
20
25
30
35
cijfers 2005 geschat op basis van eerste 9 maanden bron: Politie (GIDS), bewerking Onderzoek + Statistiek
Veel voorkomende criminaliteit gedaald Bijna de helft van alle aangiften bestaat uit ‘veel voorkomende criminaliteit’. Het gaat daarbij om diefstal vanaf of uit de auto’s, fietsdiefstal en vernielingen. Het aantal aangiften hiervan, in 2004 nog 6440, daalde in de eerste 9 maanden van 2005 naar ruim 4300: een daling met 11% op jaarbasis. Vooral de autocriminaliteit daalde (-17%); aangifte van vandalisme nam af met 10% en fietsdiefstal met 3%. Figuur 4: ontwikkeling aangiften veel voorkomende criminaliteit per 1000 inwoners AMERSFOORT 2004
Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern Soesterkwartier Kruiskamp Schothorst Noord 0
25
50
75
100
125
150
175
cijfers 2005 geschat op basis van eerste 9 maanden bron: Politie (GIDS), bewerking Onderzoek + Statistiek
Deze ‘veel voorkomende criminaliteit’ is sterk geconcentreerd in de Stadskern en in de wijken nabij het centraal station. In deze wijken was de daling in 2005 ook groter dan gemiddeld. In de Stadskern nam het aantal aangiften af met 17% . In de ‘hotspotwijken’ Kruiskamp (-22%) en Schothorst-Noord
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
29
(-15%) was sprake van een vrij forse daling. Voor de hotspots was de gemiddelde daling 16%, tegenover 8% in het gebied buiten de hotspots (zie figuur 4). In de campagne heeft de politie zich onder meer ingezet om het grote aantal auto-inbraken in Schothorst-Noord terug te dringen. In 2004 werd daarvan 161 keer aangifte gedaan. Tot 1 september 2005 stond de teller op 109 aangiften: een daling van 10% op jaarbasis ten opzichte van 2004. Meldingen van jeugdoverlast Uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid (Stadspeiling van 2005) blijkt dat de overlast van jongeren op straat als de grootste ergernis van Amersfoorters wordt ervaren. Als men de belangrijkste problemen in de eigen woonbuurt moet noemen, komt deze nog voor parkeerproblemen (op 2), verkeersonveiligheid (op 3) en hondenpoep (op 4). In 2004 werden bij de politie ruim 1100 meldingen van jeugdoverlast geregistreerd, een forse toename ten opzichte van 2003. In de eerste 9 maanden van 2005 daalde het aantal op jaarbasis licht (circa 2 procent). Het aantal meldingen verschilt sterk per wijk, maar ook van jaar tot jaar. Zo waren er in 2003 veel meldingen uit Schothorst-Noord en in de eerste 9 maanden van 2005 was Kruiskamp koploper met 69 meldingen van jeugdoverlast. Voor Schothorst-Noord is de extra politieaandacht voor relschoppers in 2005 wellicht een verklaring voor de sterke daling. De onrustige herfstmaanden in het Soesterkwartier zijn nog niet verwerkt in figuur 5. Mogelijk vertonen de definitieve jaarcijfers op dit punt dus nog een wijziging. Figuur 5: ontwikkeling van meldingen van jeugdoverlast per 1000 inwoners AMERSFOORT 2004
Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern Soesterkwartier Kruiskamp Schothorst Noord 0
3
6
9
12
15
18
cijfers 2005 geschat op basis van eerste 9 maanden bron: Politie (GIDS), bewerking Onderzoek + Statistiek
Aangiften en meldingen op locaties met cameratoezicht Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, heeft Amersfoort in de loop van 2005 op een aantal onveilige locaties camera’s laten plaatsen. Welk effect hebben deze camera’s op het aantal aangiften en meldingen gehad bij de politie. Dit is nagegaan voor de locaties Lavendelstraat en Meridiaantunnel.
30
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Aangiften en meldingen Lavendelstraat/Meridiaantunnel Lavendelstraat 15/1-17/11 Meridiaan 1 /4- 17/11 2004 2005 2004 2005 totaal aangiften waarvan geweld waarvan geweld op straat waarvan diefstal op straat
53 11 3 12
51 17 5 9
4 2 2 -
4 4 4 -
bron: politie
Zoals uit de tabel blijkt is het aantal aangiften in de Lavendelstraat licht gedaald in 2005 ten opzichte van de vergelijkbare periodes in 2004. Veel van de aangiften in de Lavendelstraat hadden betrekking op geweld of diefstal (jassen, mobieltjes) die binnen in een van de cafés plaats vond. Het aantal aangiften van geweldsmisdrijven op straat steeg van 3 naar 5; het aantal aangiften van diefstal op straat (meestal fietsdiefstal) daalde van 12 naar 9. In de Meridiaantunnel werd sinds april van dit jaar viermaal aangifte gedaan; in alle gevallen ging het om een geweldsmisdrijf. In dezelfde periode van vorig jaar ging het eveneens om 4 aangiften. Daarnaast waren er in 2005 vier meldingen van jeugdoverlast. Dat waren er in dezelfde periode van 2004 nog zes. Tot nu toe zijn de effecten van het cameratoezicht zeer beperkt. Het gaat om kleine aantallen en verschuivingen, waarbij het toeval een grote rol kan spelen. In de Lavendelstraat konden onlangs dankzij de camerabeelden drie daders van een openlijke geweldpleging worden aangehouden en berecht.
3.3 Veelplegers Amersfoort telde medio november 2005 76 veelplegers. Drie van hen waren minderjarig. Zij zitten allen in jeugddetentie. Van de meerderjarige veelplegers zat begin november 55% vast (36 detentie en 4 in psychiatrisch ziekenhuis of afkickkliniek). Van alle 76 veelplegers werden er in 2005 38 personen minstens driemaal aangehouden door de politie. In totaal hield zij 257 maal een veelpleger aan. De Amersfoortse aanpak voor veelplegers staat beschreven in hoofdstuk 2.3.
3.4 Halt Voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar die zijn aangehouden voor een licht vergrijp, bestaat de mogelijkheid om een taakstraf uit te voeren. Daarmee kunnen zij een strafblad ontlopen. In de eerste 10 maanden van 2004 was het aantal Halt-zaken 165. In 2005 is dat plotseling omhoog geschoten naar 375 in de eerste 10 maanden. Op jaarbasis is dat meer dan een verdubbeling. Ongeveer de helft van het aantal Halt-verdachten had een delict gepleegd in een van de hotspotwijken. Er zijn verschillende verklaringen te geven voor de grote stijging. Zo is sinds 2005 de capaciteit voor Halt-verwijzingen uitgebreid. Daarnaast heeft het project Veilig op straat geleid tot een betere samenwerking tussen de partners met heldere afspraken over onder andere lik-op-stukbeleid.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
31
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
3.5 Gevoelens van onveiligheid Naast de feitelijke onveiligheid wordt in onderzoek veel aandacht besteed aan gevoelens van onveiligheid. Vaak wordt verondersteld, dat meer overlast en criminaliteit automatisch leiden tot meer subjectieve onveiligheid. Voor een deel is dat waar, zoals blijkt uit het feit dat mensen zich onveiliger voelen in buurten waar veel misdrijven plaatsvinden. Maar er zijn meer factoren die het gevoel van onveiligheid bepalen. Maatregelen die worden genomen om de veiligheid te bevorderen (buurtpreventieprojecten, cameratoezicht) kunnen ertoe leiden dat burgers zich juist onveiliger voelen. De aandacht voor criminaliteit doet het besef toenemen dat er gevaar dreigt en dat er dus reden is zich onveilig te voelen. Stadspeiling De gevoelens van onveiligheid zijn dit jaar in drie verschillende onderzoeken in Amersfoort gemeten. De stadspeiling, het digipanel en in de enquête onder het uitgaanspubliek. De vraag in de Stadspeiling is in april van dit jaar voorgelegd aan 4000 Amersfoorters. Ruim een kwart van de Amersfoorters zegt zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. Dat betekent dat een grote meerderheid – 74% - zich nooit onveilig voelt in de eigen buurt. Figuur 6: % van de bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt Amersfoort 2003 Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern/Zonnehof Soesterkw artier Kruiskamp/Koppel Schothorst 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
bron: Stadspeiling, Onderzoek + Statistiek
Vooral in de hotspots Stadskern, Soesterkwartier en Kruiskamp voelt men zich wel eens onveilig. Dezelfde vraag is ook gesteld in 2003. Het gevoel van onveiligheid was voor heel Amersfoort hetzelfde: ruim een kwart. Maar terwijl men zich vooral in de meeste wijken wat vaker onveilig voelde, is de subjectieve veiligheid in Stadskern/Zonnehof opvallend sterk verbeterd. Aangezien deze Stadspeiling is afgenomen in april 2005 en dus dateert uit de beginperiode van de campagne, kunnen er geen conclusies aan verbonden worden over het effect. Wel waren er op dat moment al veel activiteiten op het gebied van veiligheid genomen in de binnenstad, zoals cameratoezicht, inzet mountainbikes en een hardere aanpak van de veelplegers: maatregelen die onder burgers veel positieve reacties hebben opgeleverd.
32
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Digipanel Het Digipanel is tussen 1 januari en 15 november zesmaal benaderd met een vragenlijst. Zowel in het eerste als in het laatste onderzoek is gevraagd naar onveiligheidsgevoelens. Voelde U zich wel eens onveilig in het centrum van Amersfoort ? overdag in avond of nacht januari november januari november altijd/vaak 3% 2% 12% 7% soms 24% 23% 61% 62% nooit 73% 75% 27% 31% Opmerking: in november is gevraagd of men zich in 2005 wel eens onveilig voelde Bron: digipanel, afd. Onderzoek + Statistiek
Daarbij blijkt vooral het tijdstip het verschil te maken. Vooral bij een binnenstadbezoek ’s avonds of ’s nachts voelde men zich in november minder vaak onveilig. 31% voelde zich dan zelfs nooit onveilig. In januari was dat nog 27%. Onderzoek uitgaanspubliek Voor de start van de campagne, is op drie weekendavonden een onderzoek gehouden onder uitgaanspubliek in de Amersfoortse binnenstad. In dit face-to-face onderzoek dat gehouden is onder 480 personen zijn twee vragen gesteld over de subjectieve veiligheid. In november is dit onderzoek herhaald onder ruim 400 stappers. Voelt u zich in het algemeen veilig als u ’s avonds uitgaat in de Amersfoortse binnenstad? altijd/vaak soms nooit totaal rapportcijfer voor veilig uitgaan
januari 89% 10% 1% 100% (N=480) 7,1
november 87% 11% 2% 100% (N=402) 7,2
Bron: enquête uitgaanspubliek, Telder 2005, bewerking Onderzoek + Statistiek:
De verschillen zijn te klein om duidelijke conclusies te trekken. Het uitgaanspubliek voelde en voelt zich doorgaans veilig bij het uitgaan in Amersfoort en geeft voor veilig uitgaan in Amersfoort een dikke 7.
3.6 Aandacht voor veiligheid zichtbaar voor burgers? Met het project Veilig op straat wil de gemeente aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat. Door de aandacht voortdurend en met tal van projecten te vestigen op veiligheid en hierover uitgebreid in de media te communiceren, hoopt de gemeente dat het voor de burger ook zichtbaar is, dat het gemeente en politie ernst is. De enquêtes gehouden onder het Digipanel geven hierover meer inzicht. Hogere rapportcijfers voor politie, stadstoezicht en gemeente In het eerste onderzoek gehouden in januari is gevraagd in hoeverre men weet wat de bijdrage van politie, gemeente en stadstoezicht vormt aan de veiligheid van Amersfoort en of men deze bijdrage in een rapportcijfer kan uitdrukken. In het afsluitende onderzoek in november zijn deze vragen opnieuw gesteld. In januari wist slechts 21% (zo ongeveer) wat de politie deed aan veiligheid en 18% wist (zo ongeveer) wat de gemeentelijke bijdrage was aan veiligheid. In november was dit gestegen tot 65%.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
33
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Rapportcijfer voor bijdrage aan de veiligheid januari november politie 6,2 6,6 stadstoezicht 6,2 6,6 gemeente 6,1 6,5 Bron: digipanel, Onderzoek + Statistiek
Uit de tabel blijkt dat het oordeel van het digipanel voor de bijdrage van politie, stadstoezicht en gemeente aan de veiligheid in de stad duidelijk is verbeterd tussen januari en november: gemiddeld kwam het rapportcijfer voor elk 0,4 hoger uit. Aandacht van de gemeente verbeterd De aandacht van de gemeente voor de veiligheid op straat is indirect ook gemeten in de stadspeiling die in april 2005 is gehouden. Onder het thema leefbaarheid en veiligheid is de vraag gesteld: “Heeft de gemeente voldoende aandacht voor de problemen in uw buurt?” Ruim een kwart van de bewoners (27%) was van mening dat de gemeente voldoende doet. Daarentegen vond eenderde van de Amersfoorters dat de gemeente te weinig aandacht had voor problemen in de buurt. De overige 40% had er geen mening over. Ten opzichte van 2003 toen dezelfde vraag is gesteld, is het beeld over de inzet van de gemeente verbeterd. Toen vond nog 40% dat de gemeente te weinig aandacht had voor de problemen in hun buurt. Bewoners van het Soesterkwartier zijn het meest negatief over de gemeentelijke aandacht. Maar hun aandeel is flink geslonken sinds 2003. Circa 42% van de bewoners vindt dat de gemeente te weinig aandacht heeft voor de problemen in de wijk. In 2003 was dat nog 60%. Opvallend is ook de positieve beeldvorming in Stadskern/Zonnehof. Het aandeel burgers dat vindt dat de gemeente te weinig aandacht heeft voor de buurtproblemen is zelfs gedaald van 45% naar 24%. Aangezien de Stadspeiling dateert uit de beginfase van de campagne, kan deze trend niet worden gerekend tot het effect van de campagne. Figuur 7: ‘De gemeente heeft weinig aandacht voor problemen in de buurt’ (in %) Amersfoort
2003 Amersfoort excl. hotspots
2005
Stadskern/Zonnehof Soesterkw artier Kruiskamp/Koppel Schothorst
0
10
20
30
40
50
60
bron: Stadspeiling, Onderzoek + Statistiek
34
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
3.7 Zwerfvuil De aanpak van zwerfvuil in het openbaar gebied vormt een van de speerpunten van de campagne Veilig op straat. De aanpak is geslaagd als bewoners van met name de hotspots hun wijk schoner vinden en zich minder (hoeven) ergeren aan afval op straat. Daarnaast wil de gemeente bereiken dat meer bewoners inzien dat het de gemeente ernst is met de aanpak van het zwerfvuil. In 2005 meer aan aanpak zwerfvuil gedaan De laatstgenoemde doelstelling is gemeten via het Digipanel. In de eerste enquête van het Digipanel (de nulmeting van januari) is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de inzet van de gemeente en de ROVA voor het schoonhouden van de buurt. In januari gaf het Digipanel voor deze rol van gemeente en ROVA een 6,5 gemiddeld. In november is geen rapportcijfer gevraagd, maar in plaats daarvan een tweetal stellingen voorgelegd aan het Digipanel. Met de eerste “de gemeente heeft in 2005 meer gedaan om het zwerfvuil in de stad tegen te gaan” is 35% het eens en 9% oneens. De rest is neutraal of heeft geen mening. De tweede stelling “Amersfoort is in 2005 schoner geworden” levert een soortgelijk resultaat op: 33% is het ermee eens en 14% oneens. Meldingen Servicetelefoon Een andere maatstaf voor de aanpak van het zwerfvuil vormen de meldingen bij de Servicetelefoon en de wijkmeldpunten. Burgers kunnen klachten over hun woonomgeving melden bij de Servicetelefoon (tel. 4694869) of bij het meldpunt in hun wijk. Meldingen over afval bij de Servicetelefoon 2004
2005
% toe-/ afname
Amersfoort totaal
837
892
6,6
Stadskern/Zonnehof Soesterkwartier Kruiskamp/Koppel Schothorst
118 74 78 65
124 127 61 78
5,1 71,6 -21,8 20,0
Amersfoort excl. hotspots
502
502
0
Voor beide jaren zijn de meldingen geselecteerd van 1 januari tot 11 oktober. Bron: SOB
Uit het overzicht blijkt dat het aantal meldingen over afval in Amersfoort in 2005 toenam met bijna 7%. De verschillen binnen de stad zijn echter groot. In het Soesterkwartier nam het aantal meldingen toe met meer dan 70 procent en ook in Schothorst (+20%) en Stadskern/Zonnehof (+5%) werden meer zaken over afval gemeld. In Kruiskamp/Koppel was juist sprake van een afname van 22%. In het gebied buiten de genoemde hotspots bleef het aantal meldingen gelijk (op circa 500). 3 Wat zeggen deze cijfers? Enerzijds kan een stijging van het aantal meldingen uitgelegd worden als een toename van het afval/zwerfvuil in het openbaar gebied. In de campagne Veilig op straat is met de actie ‘melden helpt’ echter veel aandacht besteed aan het belang van het melden van zaken die de stad vies of onveilig maken. Via ‘meldkaarten’ die onder bewoners waren verspreid, werd opgeroepen om vaker melding te maken van klachten over het openbaar gebied. Vanuit dat oogpunt is een toename van het
3
Meldingen over afval kunnen over allerlei zaken gaan, zoals het niet tijdig of niet goed legen van vuilcontainers of over graffiti. Veel meldingen zijn niet nader gespecificeerd en zijn kortweg aangeduid met ‘afval’.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
35
aantal meldingen juist een teken dat het beleid helpt. Vooral in het Soesterkwartier lijkt deze oproep succesvol te zijn geweest.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
3.8 Leerlingverzuim Leerplicht en de aanpak van leerlingverzuim is een van de vier speerpunten van de campagne Veilig op straat. In het vorige hoofdstuk zijn de acties beschreven om leerplicht onder de aandacht van de Amersfoorters te brengen en het spijbelen door leerplichtige leerlingen terug te dringen. Wat hebben deze acties feitelijk opgeleverd? Voor het schooljaar 2003/2004 telde de gemeentelijke leerplichtadministratie 211 gevallen van ongeoorloofd verzuim. De cijfers voor het schooljaar (2004/2005) zijn nog niet beschikbaar. Het is dus niet mogelijk om het effect van de acties op het verzuim inzichtelijk te maken. Geen harde cijfers over verzuim, maar wel positieve reacties uit het veld en meer meldingen van scholen. Er zijn harde afspraken gemaakt met scholen om schorsingen en verwijderingen van leerlingen direct door te geven aan de leerplichtambtenaren. Zo werden er in het afgelopen schooljaar driemaal zoveel ‘verwijderingen’ gemeld dan in het schooljaar daarvoor (van 9 naar 27). Ook het aantal scholen dat schorsingen en verwijderingen meldt aan de leerplichtambtenaren is flink gestegen (van 19 naar 29). De leerplichtambtenaren merken ook dat de uitgevoerde acties “rondzoemen” onder de leerlingen en in het onderwijs. Bovendien heeft het aanknopingspunten opgeleverd om met scholen in gesprek te gaan over hun verzuimbeleid, waar dit voorheen niet mogelijk was. Besloten is dan ook om de te-laatactie en straatactie te blijven uitvoeren. Bikers zullen leerlingen blijven aanspreken op schoolverzuim.
3.9 Digipanel Veiligheid heeft een objectieve en een subjectieve component. Ook over het instrumentarium kan men van mening verschillen. Sommige mensen voelen zich veiliger bij “blauw op straat”, anderen juist onveiliger. Aan het digipanel zijn in 2005 30 maatregelen voorgelegd om te beoordelen op effectiviteit. Uit deze lijst is een top 9 van meest gewaardeerde maatregelen samengesteld. En deze lijst is in november 2005 nog eens voorgelegd aan het digipanel om een voorkeur te bepalen. Volgorde in mate van belangrijkheid: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Sneller en langer opsluiten van veelplegers Surveilleren op mountainbike Cameratoezicht Extra straatverlichting Strenger controle op leerplicht Opvangen van verslaafde daklozen Controle van scooters op snelheid en geluid Voorlichting op school over drugs en drank Extra sportvoorzieningen voor jongeren
Aan deze top 9 is in 2005 veel aandacht besteed. De top 3 is vooral in de binnenstad toegepast en waarschijnlijk bepaalt dit mede de positieve trend in de binnenstad.
36
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
3.10 Samenvatting resultaten 2005
1.
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10.
Het is overgekomen dat het de politie en gemeente ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat. De kennis over en de waardering voor de inzet van politie, stadstoezicht en gemeente zijn toegenomen. De feitelijke onveiligheid in de hotspots is afgenomen, zonder dat sprake is van complete verschuiving naar andere wijken. De feitelijke onveiligheidsituatie in geheel Amersfoort is verbeterd, afgezien van de toename van woninginbraken. De jarenlange stijging van het aantal geweldsmisdrijven is gestopt. De campagne heeft noch geleid tot een grote toename van onveiligheidsgevoelens noch tot een afname, met uitzondering van de stadskern. In de stadskern zijn de onveiligheidsgevoelens afgenomen. Het uitgangspubliek waardeert de veiligheid op straat ’s nachts met een dikke 7. De aanpak van veelplegers is effectief en wordt gewaardeerd. Eenderde van de bevolking vindt Amersfoort in 2005 schoner geworden. Handhaving van de leerplicht heeft bij de bevolking een hoge prioriteit. De politie op de mountainbike heeft een grote bijdrage geleverd aan de zichtbaarheid van “Veilig op straat”.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
37
Bijlage 1 aangiften en meldingen bij politie 2003-2005 Stadskern
Soester
Kruiskamp
Schothorst
AMERSFOORT
aantal absoluut
jaar
aangiftes totaal
2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05
2537 2079 1296 224 203 151 1103 909 566 206 139 111 64 64 34 51 60 46
834 856 547 109 113 70 412 421 287 177 189 165 65 80 57 40 93 67
790 654 383 77 88 60 418 320 187 127 119 54 54 78 50 48 71 69
576 632 390 44 44 33 366 388 246 100 97 55 32 98 38 110 78 35
13374 12608 8797 1088 1175 863 6570 6439 4308 1653 1810 1227 819 1065 841 695 1105 814
8637 8387 6181 634 727 549 4271 4401 3022 1043 1266 842 604 745 662 446 803 597
4737 4221 2616 454 448 314 2299 2038 1286 610 544 385 215 320 179 249 302 217
2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05 2003 2004 1e 9 mnd '05
486 399 332 43 39 39 211 175 145 39 27 28 24 23 18 10 12 12
82 83 71 11 11 9 40 41 37 17 18 21 15 18 17 4 9 9
143 124 99 14 17 15 76 61 48 23 23 14 22 32 29 9 13 18
70 77 64 5 5 5 44 47 40 12 12 9 10 30 16 13 9 6
102 94 87 8 9 9 50 48 43 13 13 12 15 19 20 5 8 8
85 80 78 6 7 7 42 42 38 10 12 11 15 18 21 4 8 7
162 145 121 16 15 15 79 70 60 21 19 18 17 25 19 9 10 10
83 82 75 99 91 94 83 82 75 106 67 86 71 100 71 102 118 111
85 103 86 83 104 84 91 102 92 116 107 120 95 123 105 96 233 134
78 83 71 91 114 97 78 77 68 61 94 59 85 144 101 130 148 155
82 110 86 100 100 100 85 106 87 76 97 74 52 306 78 60 71 50
93 94 90 98 108 102 89 98 88 90 109 94 105 130 119 98 159 121
98 97 97 101 115 108 92 103 93 89 121 97 118 123 131 99 180 127
83 89 78 93 99 93 84 89 79 94 89 89 75 149 89 96 121 105
gewelddelict
veel voorkomende crim.
waarvan vernieling
woninginbraak
melding jeugdoverlast
kwartier
Noord
totaal excl. hotspots
hotspots
aangiften relatief *) aangiftes totaal
gewelddelict
veel voorkomende crim.
waarvan vernieling
woninginbraak
melding jeugdoverlast
trend (relatief: basisjaar = 100) aangiftes totaal
gewelddelict
veel voorkomende crim.
waarvan vernieling
woninginbraak
melding jeugdoverlast
'05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04 '05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04 '05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04 '05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04 '05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04 '05 tov '04 '04 tov '03 '05 tov '03/04
*) aangiften en meldingen per 1000 inwoners. Voor woninginbraak is het aantal per 1000 woningen genomen. bron: politie, bewerking O+S
38
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Bijlage 2 Projectplan december 2004 Raadsprogramma 2002-2006: “De raad verwacht van het college zodanige inspanningen dat de veiligheid in Amersfoort aantoonbaar verbetert.” Op het punt van fysieke veiligheid is de situatie aantoonbaar verbeterd. Op het punt van sociale veiligheid doet het college er nog een schep bovenop. Boven op de programmatische aanpak, verwoord in “Amersfoort Veilig” zullen de gemeente en politie in 2005 gezamenlijk campagne voeren met een drieledig doel: d. Aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat e. Op vier specifieke plekken in de stad (“hotspots”) de feitelijke en gevoelsmatige situatie van onveiligheid verminderen f. Wederkerigheid bevorderen; wij doen dit, wat doet u? Feiten en gevoelens Zowel de feitelijke als de gevoelsmatige situatie van onveiligheid in Amersfoort verslechteren. Feitelijk zorgwekkend is de toename van geweldcriminaliteit. Gevoelens van onveiligheid blijken sterk samen te hangen met: • ergernis over zwerfvuil, rommel op straat (vies = onveilig) • ergernis over zinloze vernielingen (kapot = onveilig) • onzekerheid over sociale structuur (vreemd = onveilig) De campagne beoogt zowel de feitelijke als gevoelsmatige situatie te verbeteren op vier hotspots. De hotspots worden zodanig gekozen dat ze een uitstraling hebben voor de gehele stad: “Zie je wel, ze doen er echt iets aan.” Stevig De aanpak is steviger, strenger, strikter dan we in Amersfoort gewend zijn. Amersfoort is een stad met een hart; een stad die, zo nodig, ook hard kan zijn. Hard tegen geweld op straat. Normatief De campagne heeft een normatief karakter. Er worden grenzen gesteld. De normen zijn: • Ouders zien er op toe dat hun leerplichtige kinderen naar school gaan, niet spijbelen. • De gemeente handhaaft de leerplicht streng • De gemeente draagt zorg voor “schoon, heel, verlicht.” • Burgers ruimen hun eigen troep in de openbare ruimte op. • Kosten van vernielingen worden verhaald op daders en hun ouders • Politie, gemeente en horeca ondernemers zorgen voor een veilige uitgaanssfeer in de binnenstad • Geen messen en andere wapens op straat • Geen alcoholgebruik op straat buiten de terrassen • Respect voor politie en handhavende ambtenaren Activerend Veilig op straat is mede afhankelijk van de zelfredzaamheid van burgers, burgerinitiatieven, sociale controle, actief melden. De campagne activeert deze burgerzin. Veelzijdig De campagne is veelzijdig. • Preventieve en repressieve maatregelen
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
39
•
Acties in de sociale sfeer, fysieke sfeer en juridische sfeer
Effectief Om effectief te zijn wordt de campagne toegespitst op een beperkt aantal plekken en beperkt aantal veelplegers. De intensieve campagne wordt toegespitst om een zo groot mogelijk feitelijk en communicatief effect te bereiken. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat zo’n selectieve aanpak loont. Omdat een groot deel van de overlast en criminaliteit op straat wordt veroorzaakt door een beperkte groep veelplegers, zullen we alles op alles zetten om deze veelplegers van straat te halen. Ook dat is heel effectief. Inzet middelen Alle beschikbare middelen en bevoegdheden kunnen worden ingezet op de hotspots, zoals: • camera’s • preventief fouilleren • stadstoezicht • identificatieplicht Een 2e inloophuis, een gebruikruimte en het veiligheidshuis zijn noodzakelijke faciliteiten om de overlast en onveiligheid op straat daadwerkelijk terug te dringen. Communicatie De communicatie is gericht op: • feiten en effecten • maatregelen, acties • doe-het-zelf De communicatie is niet gericht op beleidsvoornemens. De feitelijke situatie wordt niet gebagatelliseerd, niet gedramatiseerd. Hotspots Het college wijst voor 2005 vier hotspots aan: gebieden waar alles op alles wordt gezet om overlast en criminaliteit terug te dringen: 1. Binnenstad, uitgaansgebied 2. Noordewierweg 3. Neptunusplein 4. Schothorst Noord Per hotspot wordt eind 2004 een plan van aanpak opgesteld, waarin smart de te boeken resultaten in 2005 worden vastgelegd, in termen van: • schoon, heel, verlicht • overlast • criminaliteit • specifiek Projecten Het college wijst vier projecten aan die effectief zijn in verhouding tot de doelstelling en communicatief een groot bereik hebben: 1. Veilig uitgaan (te combineren met hotspot 1) 2. Veelplegers (te combineren met 4 hotspots) 3. Leerplicht (stedelijk en te combineren met hotspot 4) 4. Zwerfvuil (te combineren met 4 hotspots) Lik op stuk De reactie van de handhavers op asociaal en crimineel gedrag is: lik op stuk, direct, “straight”. Liefst worden overtreders in hun portemonnee geraakt.
40
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
In elk project zullen we nagaan of het principe “de vervuiler betaalt” van toepassing kan zijn, dat wil zeggen: Ad 1. Wie de sfeer verstiert, betaalt een boete Ad 2. Wie vernielt, inbreekt, steelt, betaalt terug Ad 3. Wie de leerplicht ontduikt, betaalt een boete Ad 4. Wie vervuilt, betaalt Gezamenlijke aanpak Gemeente en politie treden samen op in de campagne Veilig op straat. Waar nodig wordt samenwerking gezocht met partners als het RIAGG, Horeca overleg, enz. enz. Per hotspot en per project worden de relevante partners betrokken. In de Driehoek (dus samen met het OM) wordt de campagne actief gesteund. Neveneffecten Als gevolg van de campagne zal het aantal aangiftes en meldingen stijgen. Men krijgt weer hoop dat “ze” er iets aan doen. Qua resultaatmeting kan het lijken dat overlast juist stijgt. Als gevolg van de aanpak zal de overlast en criminaliteit zich gedeeltelijk verplaatsen naar andere delen van de stad; onvermijdelijk. Te zijner tijd zullen andere hotspots worden aangewezen. Een selectieve aanpak betekent dat er elders relatief minder wordt gedaan. Van belang is dat de campagne “extra” is, boven op inspanningen elders. De doelstellingen worden smart geformuleerd Allereerst voor de gehele campagne. Vervolgens per project en hotspot. Doelstelling 1 Aantonen dat het de gemeente en politie ernst is met de aanpak van overlast en onveiligheid op straat. Het gaat bij deze doelstelling om beïnvloeding van de publieke opinie. Wanneer na een jaar meer Amersfoorters van mening zijn dat het de gemeente en politie ernst is, dan is deze doelstelling gehaald. Moment A: A% van de Amersfoorters vindt gemeente en politie ernst maken met de aanpak van overlast en criminaliteit. Moment Z: AZ% van de Amersfoorters vindt gemeente en politie ernst maken. Zichtbare maatregelen op straat, uitbundig gecommuniceerd, moeten deze doelstelling bereiken. Per project (excl. Veelplegers) kan de doelstelling verder gespecificeerd worden, d.w.z.: • Meer jongeren zien dat het de gemeente en politie ernst is om de veiligheid ’s nachts in de binnenstad te bewaken. • Meer inwoners merken dat het de gemeente en politie ernst is met de bestrijding van zwerfvuil. • Meer ouders en leerlingen voelen dat de gemeente en politie de leerplicht streng handhaven. Doelstelling 2 Op 4 hotspots de feitelijke en gevoelsmatige situatie van onveiligheid verminderen. Deze doelstelling behelst 2 succescriteria: a. Wanneer uit de politiestatistieken blijkt dat het aantal incidenten en delicten op de hotspots afneemt, is de doelstelling gehaald. Referentie:2003, 2004. b. Wanneer zich eind 2005 minder bewoners en ondernemers in de hotspots onveilig voelen, is de doelstelling gehaald. Referentie: Stadspeiling 2003. Om dit te bereiken doen we de volgende dingen: • Veelplegers van straat houden, opsluiten, afkicken.
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
41
• • • •
Camera’s, stadswachten, fouilleren, patrouilleren op hotspots. Rood op straat. Hotspots schoon, heel, verlicht. Communiceren over deze maatregelen en feiten.
Per hotspot worden de doelstellingen gespecificeerd, bijvoorbeeld: • Geen messen en wapens in de binnenstad. • Geen coffeeshops en harddrughandel op de Noordewierweg. • Minder jeugdoverlast in Schothorst-Noord. • Minder overlast rond Neptunusplein. Doelstelling 3 Wederkerigheid bevorderen Deze doelstelling is niet kwantitatief, wel kwalitatief meetbaar. De communicatie is gericht op handelingsperspectieven en normen. De doelstelling wordt gehaald wanneer: • In de binnenstad horecaondernemers zelf ook verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid op straat. • Meer bewoners aan de Noordewierweg, Neptunusplein, Schothorst-Noord, knelpunten en incidenten melden bij; servicetelefoon gemeente (schoon, heel, verlicht) wijktelefoon politie (overlast, criminaliteit) • Meer bewoners meedoen met schoonmaakacties. • Meer ouders hun kinderen achter de broek zitten.
42
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
Bijlage 3: Kalender Veilig op straat 2005 JANUARI 14 Start campagne 14 ID-controle en verplaatsen van camera’s van Flintplein naar Lavendelstraat FEBRUARI 1 Stop drugsverkoop in coffeeshops 2 Uitreiken meldkaarten in hotspots Publiekscamera Hof 2 Eerste bijeenkomst eigenaren t.b.v. renovatie winkelstrip Neptunusplein 7 Verspreiden boetekaart bij horeca binnenstad 7 Brief leerplicht 11 “Witte” avond bij Politie 14 Keerkring open Webcam Schothorst Telefoonnummer SWA operationeel 16 Vlagoverdracht Gemeente - Politie 17 Bijeenkomst Veiligheidsambassadeurs – minister Donner Rood-Blauw: gezamenlijke actie brandweer en politie 19 Afsluiten Lavendelstraat 21 Peilingen voor ‘Schoon Nederland’ 28 Klankbordgroep binnenstad/veilig uitgaan MAART 2 Discussiebijeenkomst voortgezet onderwijs 3+8 Scootercontrole 9 Kappersontbijt 9 Discussieavond basisonderwijs over veiligheid 9 Schoolvoetbaltoernooi met Jack 11 Kroeggesprekken 14 Startavond herinrichting horecastrip Noordewierweg 14-18 Week tegen zinloos geweld 15 College bezoekt Noordewierweg 16 Vlagoverdracht Politie - Brandweer 18-19 Kroeggesprekken 23 Scootercontrole 24 Verkeerscontrole 25-26 actie Rood-Blauw APRIL 1 1 2-3 4 4 5 6 13 18 19 20 20 20 21 25 25 26-27
Start snelheidsmeting Noordewierweg Camera Meridiaantunnel actie Rood-Blauw Bijeenkomst voorgangers Start schoonmaakkaravaan Scootercontrole Leerlingenraad Start buurgesprekken over veiligheid Noordewierweg Schoonmaak Noordewierweg College bezoekt Neptunusplein Bewonersavond horecastrip Noordewierweg Debat over veiligheid in Observant o.l.v. prof. Boutellier Vlagoverdracht Brandweer - Stadstoezicht Cameratest Meridiaantunnel Grote schoonmaak binnenstad Schoonmaak flats Neptunusplein Debat leerplicht
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
43
MEI 2 5 9 11 12 17 18 21 23 25 27
Opening Veiligheidshuis Ontvangst Veiligheidsambassadeurs op Proef Amersfoort Bijeenkomst portiers Vlagoverdracht Stadstoezicht - SWA Bijeenkomst welzijnswerkers Opening Pannaveldje Gesprek met winkeliersvereniging Noordewierweg over veiligheid Portalenactie Brandweer “Witte” avond bij Politie Bijeenkomst bewoners horecastrip Noordewierweg Kroegdebat Karseboom Kroegdebat Bubbles
JUNI 2 6 22 23 23 23 25 29 29 27 28 28, 30 29
Vlagoverdracht SWA - Veiligheidshuis Kroegdebat Karseboom Tekenen convenant Veilig Uitgaan Uitdelen knuffel-Jacks aan helden Uitreiking horecafoon Schouw fietsroute Hof – Amersfoort-Noord Open dag brandweer Open dag nieuwe perspectieven Vlagoverdracht aan Eemfors Plaatsing JOP Workshop Schothorst over veiligheid Div. activiteiten onder begeleiding van Eemfors en Motiva (o.a. witten van panden) Vlagoverdracht Veiligheidshuis - Eemfors
JULI 8 10
Schouw fietsroute Hof - Leusden Tussenmeting veilig uitgaan
AUGUSTUS 3 Vlagoverdracht Eemfors - Straatadvocaten 9 Onteigeningsbesluit Noordewierweg 11 Ingebruikneming camera’s Noordewierweg 11 Ingebruikneming camera’s Neptunusplein 19 Verlening bouwvergunning afsluiten trappenhuizen Neptunusplein 20 Controles politie-brandweer tijdens Dios Latinos 22 Grote controle koffie- en growshops 24 Proefles Fit & Veilig 24 Start project Wenswijk (basisscholen) 27 Oplevering eilanden vijver Nieuwland 31 Evaluatie werkende daklozen m.b.t. Veilig Amersfoort SEPTEMBER 1 Start project bestrijding subjectieve verkeersveiligheid Noordewierweg 2 Verlichting stegen binnenstad aanpassen 7 Vlagoverdracht Straatadvocaten- ROVA 8 Keistadfeest: gemeenschappelijk toezicht politie-brandweer 10 Opening kunstgrasveld Evertsenstraat 12 Bijeenkomst Voorgangers 13 Actie 10 tips voor veilig uitgaan (posters + briefkaarten) 14 Start wekelijkse controle coffee- en growshops door politie 14 Start project Meridiaantunnel 15 Tekenen Regionaal Convenant Leerplicht
44
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
15 21 23 27 26 - 30 28 29 30
Zwerfafval handhaven controle Gewest Extra vlaghijsing SRO Milieucontrole Neptunusplein en Noordewierweg door politie, gemeente en gewest Eemland Project Wenswijk: burgemeester neemt wensen van de kinderen in ontvangst op gemeentehuis Project Wenswijk: wensen worden kenbaar gemaakt via Abriposters bij de bushaltes in /nabij de scholen Informatie- en discussiemiddag bij de Koperhorst over veiligheid Bijeenkomst Veiligheidsambassadeurs Gezamenlijke grote controle coffee- en growshops
OKTOBER Tweewekelijks: actie veelplegers Wekelijks: controle coffee- en growshops 1 Start actie auto-inbraken 1 Start jongerenactie Soesterkwartier 5 Vlagoverdracht SRO - voortgezet onderwijs 6 Zwerfvuilactie Ponlijn i.s.m. Eemfors, ROVA en gemeente 10-14 Tweede Week van de Leerplicht 10 Controle door wethouder, leerplichtambtenaren, toezichthouders en politie bij drie basisscholen voor het op tijd komen van leerlingen 11 Scootercontrole 11 Prijsuitreiking striptekenwedstrijd door wethouder 12 Controle op straat op spijbelen door twee teams leerplichtambtenaren, toezichthouders, wethouder en politie 13 Feestelijke ingebruikneming spijbel-SMS op De Boogschutter 15-23 Tweedaagse survivalactiviteit georganiseerd door ROC Midden Nederland (herfstvakantie) 18 Pannatoernooi, boogschieten en klimmen voor jongeren uit Schothorst-Noord bij ROC, door ROC 19 Div. activiteiten voor jongeren uit Schothorst-Noord bij De Zevensprong, door ROC 24 Mini-schoonmaakkaravaan Neptunusplein 26 Scootercontrole 26 Oplevering Meridiaantunnel 26 Informatieavond over Neptunusplein voor winkeliers en bewoners NOVEMBER Tweewekelijks: actie veelplegers Wekelijks: controle coffee- en growshops 2 Vlagoverdracht Voortgezet onderwijs – SCW + Portaal 3 Ouderavond op Amersfoortse Berg over veilig uitgaan 4 Digipanel 6 (eindmeting) 5 Gezamenlijk toezicht met reinigingsinspecteur 10 Lancering website voor veilig Schothorst 11-12 Eindmeting enquête uitgaanspubliek 11-13 Preken in gebedshuizen over veiligheid 14 Voorlichting aan horeca over overval en calamiteiten 14 Bijeenkomst Welzijnswerkers 15 Uitgifte nieuwe boetekaarten 16 Bijeenkomst Bureau Discriminatiezaken over deurbeleid 19 Start groep buurtvaders in Liendert/Rustenburg SMOR DECEMBER Tweewekelijks: actie veelplegers Wekelijks: controle coffee- en growshops 1 Haversteeg definitief verlicht 1 Oplevering prullenbakken Wenswijk 1 Plaatsing spetterplaten tegen wildplassen en lachspiegels 3 Gezamenlijk toezicht met reinigingsinspecteur 6 Aankoop panden aan Noordewierweg 7 Presentatie van bevindingen buurt-/wijkbeheerders SCW aan directie SCW 10 Vlagoverdracht SCW + Portaal - Gemeente 10 Afsluiting campagne
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
45
Bijlage 4: Samenstelling projectgroep Veilig op straat Janine van den Berg Yvonne Hondema Wim Kleinsmann Rob Frek Heino Abrahams Martin Walop Pauline Verheule Ilonka Lourenz Jacky Nieuwstraten Tianne van Woudenberg Ben van de Burgwal Petra Verburg Gerard de Kleijn
46
Politie Politie Stedelijk Beheer Brandweer Stadsvernieuwing Openbare orde en veiligheid Maatschappelijke opvang Onderwijs Milieu Communicatie Onderzoek Projectsecretariaat Projectleider
hotspots hotspot hotspot Veilig Uitgaan Veelplegers Leerplicht Zwerfvuil
docsnr. 1924955 Evaluatie Veilig op Straat
MOTIE Opvangvoorzieningen Amersfoort, 24 januari 2006 De raad van de gemeente Amersfoort, bijeen in zijn vergadering van 24 januari 2006 Overwegende dat - het vinden van opvangplekken voor groepen daklozen en drugsgebruikers zeer problematisch is; - Amersfoort als grote stad, t.b.v. de resocialisatie van deze mensen, diverse opvangvoorzieningen nodig heeft; - de bestaande voorziening voor daklozen in de Stovestraat zeer onwenselijke effecten geeft; - mede ter ontlasting van de locatie Stovestraat voor langdurig drugsverslaafden aan de Kleine Haag een voorziening zal worden getroffen; - afgewacht moet worden tot welke effecten deze grootschalige voorziening aan de Kleine Haag leidt; - bij het treffen van de huidige voorzieningen uitgebreide kennis en ervaring is opgedaan; Van mening zijnde dat een stad als Amersfoort zou moeten beschikken over - mogelijk extra en eventueel alternatieve locaties en - mogelijk kleinschaliger nieuwe opvangvoorzieningen; Draagt het college op A. via participerende inspraak een platform te creëren, waarin inwoners met college en ambtelijk apparaat meedenken over mogelijke extra en eventueel alternatieve locaties; B. aan de gemeenteraad uiterlijk één jaar na installatie van de nieuwe gemeenteraad het resultaat van deze gezamenlijke zoektocht voor te leggen. Datum, 24 januari 2006 R. van der Borch tot Verwolde (VVD)
Motie
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 19:00
Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort Peiling Huis van de Watersport Peiling
Motie
Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort Peiling Reg.nr.: 1956284 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Houtsma Portefeuillehouder: Jonkman Opsteller: Houtsma Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Kort verslag Bijbehorende documenten: docs/1931916 - BINNENSTEDELIJKE VERNIEUWING AMERSFOORT.pdf : docs/1948606 - PROJECTPLAN BVA.pdf Projectplan BVA (pdf) B en W-nota (pdf)
Motie
Huis van de Watersport Peiling Reg.nr.: 1960342 Van: Raadsfractie Jouw Amersfoort Ambtelijk contact: De Geus Portefeuillehouder: Strengers Opsteller: Barendregt Samenvatting: De raadsfractie Jouw Amersfoort wil deze raadsinformatiebrief behandelen omdat deze brief niet in lijn is met de opdracht van de raad gegeven op 8 maart 2005 bij amendement Huis van de Watersport (raadsvoorstel Maatweg). Jouw Amersfoort wil opheldering van het college, op een een tal vragen (los van de al ingediende schriftelijke vragen). Reden van aanbieding: Raadsfracties kunnen verzoeken raadsinformatiebrieven te agenderen. Van de raad wordt gevraagd: mening te geven hoe zij tegen de inzet van het college aankijken. Vervolgtraject: Afhankelijk van de uitkomst in De Ronde behandeling in Het Besluit. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: Raadslid peilt raad Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: docs/RIB 2005 nr 56.pdf : docs/amendement HEMUS Huis van de Watersport 080305 def.pdf Raadsinformatiebrief (pdf) Amendement (pdf)
Projectplan Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort 1. Inleiding In maart 2005 heeft het college van BenW samen met de corporaties SCW en Portaal het Strategisch Plan van Aanpak aan de raad aangeboden. De diverse Raadscommissies hebben aangedrongen op verduidelijking van de plannen betreffende leefbaarheidvraagstukken en om inzicht in het communicatie- en participatieproces. Er was grote weerstand tegen het bebouwen van delen van het Waterwingebied, daarnaast wilde men een sterkere relatie met de Woonvisie. In het voorliggende projectplan is nadrukkelijk aandacht besteed aan de sociale component van de binnenstedelijke vernieuwing. Verder is besloten de optie van mogelijke bebouwing van delen van het Waterwingebied niet langer met de buurt te gaan bespreken. Vragen en opmerkingen over het volkshuisvestingsbeleid zijn meegenomen in de Woonvisie. Tenslotte is in dit projectplan uitgebreid ingegaan op het participatie- en communicatieproces. Wij zetten in op een buurtgerichte en gecombineerde aanpak van sociaal, fysiek, economie en veilig. Wij willen dat over 10 jaar de prioriteitswijken een substantieel betere leefbaarheid kennen, met een gemiddeld hogere woningkwaliteit, hogere waardering van de woonomgeving, veiliger, en betere onderlinge verhoudingen tussen de bewoners. Hoe organiseren we dit in Amersfoort? 1. Door te kiezen voor een buurtgerichte aanpak, met het idee dat je op deze manier de meeste mensen bereikt, de buurt het niveau is waarop mensen zich verbonden kunnen voelen, de buurt ook het gebied is waarop veel problemen zich afspelen. 2. Door als gemeente en woningbouwcorporatie samen te werken met de andere belangrijke partners in de wijk zoals scholen, SWA, politie. 3. Door bewoners individueel en in groepsverband actief te benaderen. Vanuit een positie van medeverantwoordelijkheid vragen wij bewoners en andere relevante doelgroepen mee te denken, mee te selecteren en mee te kiezen binnen mogelijke oplossingen. 4. Door in de organisatiestructuur van de binnenstedelijke vernieuwing nauwere samenwerking te organiseren tussen de fysieke en sociale onderdelen van de organisaties. De bestaande GSB-programma’s binnen de gemeente (Sociaal, Veiligheid, Economie en Fysiek) worden goed op elkaar afgestemd en worden geprioriteerd ten behoeve van de binnenstedelijke vernieuwing. 1.1 Gecombineerde aanpak: sociaal, veilig, economie en fysiek De gecombineerde aanpak sociaal, veilig, economie en fysiek leidt tot één participatieproces met de buurt, waaruit een sociaal en fysiek programma volgt. Beide programma’s kennen een andere dynamiek en werkwijze. In het sociale programma staat een procesbenadering voorop, met veel mogelijkheden om tussentijds in te spelen op nieuwe vraagstukken/ideeën etc. Het fysieke programma is concreter, met projecten met duidelijk omschreven doelen en bijbehorende investeringen. De meerwaarde van het voorliggend projectplan is dat beide aanpakken in één buurtgerichte aanpak met een gemeenschappelijke organisatie verenigd zijn. De continue sociale aanpak en de impuls in de fysieke leefomgeving wordt het komende jaar geïntensiveerd.
1
1.2 Buurtgerichte aanpak Buurtgerichte aanpak staat voor het aanpakken van problemen die bewoners zelf ervaren met betrekking tot hun leefomgeving en ook samen met bewoners naar oplossingen zoeken. We willen plannen ontwikkelen waarvoor bij bewoners draagvlak bestaat. In feite gaat het om een participatietraject met als uitgangspunten: 1. Zoveel mogelijk mensen uit de buurt betrekken. We steken extra energie in het betrekken van mensen die in de gebruikelijke planvormingsprocessen op de achtergrond blijven, denk aan allochtonen en jongeren. Daarvoor gebruiken we diverse middelen zoals inloopavonden, huiskamergesprekken, sociale netwerken als bv sportverenigingen, buitenkasten etc. 2. In het participatietraject willen we actieve betrokkenheid van bewoners bij het ontwikkelen van alternatieven/scenario’s. Denk hierbij aan voorbeelden zoals het Woonvisietraject, Woonatelier De Ganskuijl. 2. Proces en producten In het vervolg op de door de gemeenteraad vastgestelde Inventarisatienota wordt als eerste voor de wijken Liendert-Rustenburg, Randenbroek en Schuilenburg-Hogeweg gewerkt aan een sociaal en fysiek ontwikkelingsplan. Dit zijn de gebieden waar corporaties en gemeente de noodzaak en kansen voor binnenstedelijke vernieuwing op korte termijn het grootst achten, en waar een gecombineerde aanpak van sociaal en fysiek gewenst is. Hier is de dichtheid van projecten en de onderlinge relaties tussen de projecten erg groot. In het Ontwikkelingsplan voor Schuilenburg-Hogeweg wordt de ontwikkeling van het zwembad meegenomen. Voor de overige kleinere vernieuwingsplekken komt de fysieke planontwikkeling en de sociale aanpak zelfstandig via de normale procedures en programma’s tot stand. Voor alle BVA-projecten gelden de afspraken zoals deze zijn verwoord in de bijgevoegde Financiële afspraken op Hoofdlijnen (bijlage 5) en het Sociaal Statuut. Wij zijn voornemens de financiële afspraken op hoofdlijnen in te voegen in het nieuwe Vijfjarenprestatiecontract tussen gemeente en corporatie dat begin 2006 aan de raad wordt aangeboden. Het Stedelijk Convenant Vernieuwing & Herstructurering wordt eveneens begin 2006 herzien. In het onderhavige proces, het komen tot ontwikkelingsplannen, wordt eerst intensief met relevante actoren overlegd. In overleg met betrokkenen en belanghebbenden in de wijk wordt vastgesteld welke projecten en processen bijdragen aan verbetering van de leefbaarheid van de wijk. In het ontwikkelingsplan wordt vervolgens de relatie met de beleidsdoelstellingen voor de totale wijk gelegd. 2.1 Werkwijze sociaal en fysiek ontwikkelingsplan De meerwaarde van het voorliggende projectplan is dat de sociale en fysieke aanpak wordt gecombineerd. Het overleg met de buurt(en) wordt gezamenlijk gevoerd. Hieruit volgt vervolgens een sociaal en fysiek programma. Het sociale en fysieke programma verschillen van opzet en wijze van uitwerking (zie hiervoor ook de uitgangspunten in de oplegnota). Voor het sociale programma gaat het onder meer om afspraken met gesubsidieerde instellingen over capaciteit en inzet voor de binnenstedelijke vernieuwing en om het vastleggen van een budget dat de wijkmanager vrij kan inzetten in de betreffende buurten 2
Het fysieke programma werkt uiteindelijk toe naar het definiëren van concrete projecten, met een programma van eisen. Om tot de sociale en fysieke programma’s (het ontwikkelingsplan) te komen moet een aantal stappen worden gezet. Als eerste stap een startnotitie. Startnotitie Het eerste document om te komen tot een ontwikkelingsplan is een startnotitie, als start van het proces in de wijk. De startnotitie omvat: • gebiedsafbakening • huidige beleidskaders voor de sociale en fysieke programma’s (MOP-ISV, Woonvisie, wijkperspectieven, GSB, door de raad eerder vastgestelde kaders, etc.) • vraagstukken (plus eliminatie overige/andere projecten) • actorenanalyse • communicatiematrix • werkvormen • budgetaanvraag en inschatting externe kosten Deze startdocumenten worden in de stuurgroep BVA vastgesteld (na vaststelling in het college en de directie SCW) en ter kennisneming gestuurd aan de raad. Discussienotitie Op basis van de eerste besprekingen met diverse groepen in de buurten wordt een discussienotitie per gebied opgesteld. Hierin wordt de weerslag gegeven van de discussie tot dan toe en worden zo mogelijk verschillende scenario’s of denkrichtingen gepresenteerd. Hierbij kan worden gedacht aan verschillende mogelijkheden om de wijk veiliger te maken, de sociale binding te vergroten, nieuwe invulling voor herontwikkelingslocaties. Deze discussienotitie, met haar visie op onderhavige vraagstukken, haar financiële randvoorwaarden plus haar aangegeven ruimte voor discussie, wordt wederom met relevante doelgroepen in en om de wijk bediscussieerd. Bij gelegenheid (ronde/plein) worden presentaties gegeven aan de gemeenteraad rondom (onderdelen van) deze discussienotitie. 2.2 Sociaal en fysiek ontwikkelingsplan In het sociaal en fysiek ontwikkelingsplan wordt het sociale en fysieke programma samengebracht. Er is in het ontwikkelingsplan een begroting, dekking en een planning opgenomen. De looptijd die we nu voorzien voor de intensieve aanpak van de binnenstedelijke vernieuwing is 10 jaar. De jaarlijkse programmering vindt plaats in de wijkprogrammaboeken van de gemeente en in de investeringsprogramma’s van de corporaties. Deze ontwikkelingsplannen worden, na inspraak, ter vaststelling aan de raad aangeboden. De startnotitie en de discussienotitie maken integraal onderdeel uit van het uiteindelijke ontwikkelingsplan opdat voor alle betrokkenen op het moment van besluitvorming inzichtelijk is via welke route het ontwikkelingsplan tot stand is gekomen.
3
Bijlage 1. Communicatie De werkwijze is buurtgericht en fysiek en sociaal gecombineerd. Middels een participatietraject worden (diverse groepen) bewoners betrokken bij het maken van het sociale en fysieke programma (het ontwikkelingsplan) voor hun buurt. Vanwege de diversiteit van de onderwerpen, maar ook om zoveel mogelijk mensen in het participatietraject te betrekken wordt er niet gekozen voor één bewonersgroep als buurtvertegenwoordiging, maar wordt geprobeerd via diverse bijeenkomsten, bewonersateliers, huisbezoeken, internet etc, mensen te betrekken bij het proces. De te ontwikkelen documenten als startnotitie, discussienotitie en het (concept) ontwikkelingsplan, geven houvast voor betrokkenen over de stand van het proces. In de startnotities van de ontwikkelingsplannen wordt concreet aangegeven hoe het participatieproces er voor het betreffende gebied uit ziet. In hoofdzaak gaat het om de volgende doelgroepen: Bewoners Belangrijkste doelgroep zijn uiteraard de bewoners die momenteel in de wijk wonen. Zij moeten goed geïnformeerd worden opdat zij kunnen meepraten en weten wat de vernieuwing voor hen betekent. We streven naar actieve participatie. Bewoners in de onderhavige wijken kennen een lage organisatiegraad. Bovendien is er sprake van een relatief grote groep anderstaligen. Dit vereist extra en andersoortige communicatie-inzet. Onder bewoners worden zowel huurders alsook huiseigenaren verstaan. Hierbij zijn vier niveaus te onderkennen: - stad - wijk/buurt - complex - individuele bewoner Ondernemers De winkeliers in de wijken hebben reeds blijk gegeven van een actieve opstelling en wil tot veranderen. Deze opstelling is erg belangrijk en kent een wisselwerking met de wil tot verandering van de wijk. Verbeteringen rondom de winkels, en dus investeringen van ondernemers, staan niet op zichzelf en lonen daarom zeker de moeite. Dergelijke goodwill moet beloond en gekoesterd worden. Bovendien geeft een fraaier winkelcentrum een bewijs van geloof in de buurt. Voor alle partijen goed nieuws dus. Lokale winkeliers zijn hiernaast belangrijke ambassadeurs en hebben dagelijks contact met de wijkbewoners. Maatschappelijke middenveld Maatschappelijke, welzijn en educatieve organisaties vormen een belangrijke doelgroep. Hierbij moet gedacht worden aan de SWA, migrantenorganisaties, jongerenorganisaties, religieuze organisaties, ouderenorganisaties, buurthuizen, wijkhuizen, buitenkasten, zelforganisaties, scholen en kinderopvang. Enerzijds zijn zij belanghebbenden in het vernieuwingsgebied en anderzijds zijn zij ook belangrijke intermediairs in de communicatie naar bewoners. Belangenorganisaties Zowel in de wijk als in de stad bestaan georganiseerde bewoners-,huurders- en wijkgroeperingen. Alhoewel in de wijk zelf sprake is van een lage organisatiegraad zijn de VHB (projectgebonden bewonersinbreng via projectcommissies), Hestia, SGLA, het wijkbeheerteam, buurtgroepen, bewonersgroepen en de aanwezige huurdercommissies belangrijke gesprekspartners. Deze doelgroep moet duidelijk in beeld worden gebracht en er moet actief vanuit de samenwerkende partijen worden aangestuurd op het invullen van leemtes in bewonersgroepen binnen het gebied. Hierbij kan zelfs worden gedacht aan het aanbieden van professionele ondersteuning. Het is immers in ieders belang dat er sprake is van gelijkwaardige gesprekspartners. 4
Bijlage 2. Organisatie en besluitvormingsproces De Stuurgroep stuurt het proces van binnenstedelijke vernieuwing. In de Stuurgroep is het college van BenW vertegenwoordigd en de directies van de corporaties SCW en Portaal. De gemeenteraad stelt uiteindelijk de ontwikkelingsplannen vast. De sociale en fysieke aanpak van het BVA komt terug in de vertegenwoordiging in de Stuurgroep, in de regiegroep die zaken ten behoeve van de Stuurgroep coördineert en in de projectleiding van de ontwikkelingsplannen. De projectleider van het ontwikkelingsplan is eindverantwoordelijk voor het proces van tot standkoming van de gebiedsplannen en opereert in opdracht van de Stuurgroep. Om het sociale programma naast het fysieke programma duidelijk een plek in het proces te geven wordt de gemeentelijke wijkmanager als eerste belast met het vormgeven van het sociale programma. De projectleider en de wijkmanager bepalen samen de koers sociaal en fysiek. Voorbereiding en afstemming over de koers vindt plaats in de projectgroepen. Inhoudelijk worden de werkzaamheden van de ontwikkelingsplannen afgestemd met en binnen de regiegroep. Organigram
Alliantie Portaal
VHB/Hestia
Gemeenteraad
Stuurgroep Piet Jonkman (wethouder, vz) Gerda Eerdmans (wethouder) Mirjam van ’t Veld (wethouder) Koos Koolstra (SCW Vincent van Oordt (Portaal Eemland) Ard de Jong (Alliantie Ontwikkeling)
B en W
Directie SCW/Portaal Regiegroep
Communicatieplatform
Programmamanager SOB (vz) Programmamanager WSO Programmamanager SCW + projectleiders
Werkgroep Financiën
Individuele projecten Projectgroep Randenbroek
Projectgroep Liendert
Projectgroep SchuilenburgHogeweg
Projectleider & Wijkmanager
Projectleider & Wijkmanager
Projectleider & Wijkmanager
5
Bijlage 3. Financiën De aanpak van binnenstedelijke vernieuwing vanuit de sociale en fysieke pijler vertaalt zich ook naar het investeringsprogramma voor binnenstedelijke vernieuwing. Meer dan voorheen zal BVA een uitwerking zijn van het Grote Stedenbeleid waarvoor de programma’s SIV, Economie en ISV worden ingezet. Op dit moment heeft de gemeente, vooral uit de fysieke middelen, een investeringsbedrag van 27,7 mln bestemd voor BVA, opgebouwd uit de volgende budgetten. -Grondexploitatie BVA 7,5 miljoen -GSB-ISV 4,85 miljoen -Bijdrage Stedelijk beheer 7,1 miljoen -Bijdrage Brede School 3,5 miljoen -Bijdrage Volkshuisvestingsgelden 3,0 miljoen -Sociaal programma 1,8 miljoen -GSB-sociaal, integratie en veilig p.m Totaal 27,7 miljoen Het komende jaar wordt gewerkt aan concrete plannen voor binnenstedelijke vernieuwing. Dan wordt ook pas duidelijk welke bedragen aan deze binnenstedelijke vernieuwing gekoppeld zijn. Niettemin wordt, gezien de prioriteit die binnenstedelijke vernieuwing in het raadsprogramma heeft, de directeur SOB verzocht om te onderzoeken op welke wijze tot een beschikbaar investeringsbudget van 35 mln Euro gekomen kan worden. Gekeken zal worden naar externe subsidies (bv provincie), mogelijke verschuivingen binnen gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s, optimalisering grondexploitaties, mogelijkheden binnen de ontwikkelingsplannen etc. Verwacht wordt dat, ondanks deze zoektocht een tekort zal blijven bestaan. De resultaten van de zoektocht van de directeur SOB zullen betrokken worden bij de voorbereidingen voor de begroting van 2007. Voor het sociale programma van de binnenstedelijke vernieuwing heeft de gemeenteraad bij de begroting 1,8 mln Euro vrij gemaakt. Daarnaast zal de directeur WSO onderzoeken of er binnen de huidige begroting ruimte is om vrije gebiedsbudgetten te realiseren, voor het binnenstedelijke vernieuwingsproces in de gebieden. De gemeente en de woningbouwcorporaties zijn duurzame partners bij de binnenstedelijke vernieuwing; dit vereist langdurige betrokkenheid bij de verbetering van de woningvoorraad en de woonomgeving. Hiertoe hebben gemeente en de corporatie SCW proces- en financiële afspraken op hoofdlijnen gemaakt. Deze betreffen het bieden van zekerheid over het investeringsbudget dat beide partners willen investeren in de binnenstedelijke vernieuwing en de rol van de corporatie als gebiedsontwikkelaar (bijlage 5). Het voornemen is deze afspraken ook op te nemen in de Vijfjarenprestatiecontract van gemeente met de corporaties en deze vervolgens jaarlijks te concretiseren. Nadat de ontwikkelingsplannen zijn vastgesteld worden concrete afspraken gemaakt in realiseringsovereenkomsten.
6
Bijlage 4. Planning Voor de periode tot einde 2006 ziet de planning er als volgt uit: Vierde kwartaal 2005: Opstellen startnotities voor de ontwikkelingsplannen Start samenstelling populaire versie Sociaal Statuut Opstellen documenten 56 wijken voor de wijken Randenbroek en Schuilenburg Formeren themawerkgroepen vanuit projectgroepen Opstellen overall-communicatieplan plus BVA-campagne Eerste kwartaal 2006: Voorleggen startnotities aan stuurgroep Start eerste buurtoverleg Start sociale programmering Opstellen discussienota Vaststellen discussienota’s in stuurgroep Tweede en derde kwartaal 2006: Uitvoering acties vanuit discussienota Uitgebreide vervolgacties met doelgroepen/buurt Opstellen ontwikkelingsplan Vierde kwartaal 2006: Presentatie ontwikkelingsplannen Formele inspraak Vaststellen Ontwikkelingsplannen in de gemeenteraad
7
Bijlage 5 Afspraken op hoofdlijnen SCW – gemeente
8
Gemeente Amersfoort
B&W-Nota
Sector
:
SOB/WSO
Reg.nr. : Datum
:
1931916 1 december 2005
Onderwerp
Binnenstedelijke vernieuwing Voorstel:
Voorgesteld wordt aan het college uw wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Naar een sociaal fysieke aanpak Gemeentebestuur en woningcorporaties SCW en Portaal staan op het punt met de stad in gesprek te gaan over de binnenstedelijke vernieuwing Amersfoort, kortweg BVA. We beginnen in Liendert-Rustenburg, Randenbroek en Hogeweg/Schuilenburg. In het bijgevoegde projectplan is beschreven met welke inzet dat gesprek gevoerd gaat worden: waarover wordt gepraat, wie praten er met de stad, welke documenten worden geproduceerd en wat zijn de financiële mogelijkheden. Inzet is sociaal en fysiek. Over Fysiek en Sociaal: onze visie en aanpak Gelet op de discussie in uw Raad, hebben wij met de SCW een projectplan opgesteld. Hierbij hanteren wij de volgende uitgangspunten: 1. Een sociaal profiel voor stedelijke vernieuwing is meer dan alleen sociale projecten toevoegen. Basis voor alles - ook en juist in gesprek met de stad - is dat de inzet in een gebied gericht is op verbetering van dat gebied én verbetering van de positie van de huidige bevolking in dat gebied. Trefwoorden: Vertrouwen in de buurt. 2. De aanpak van sociale kwesties - noem het leefbaarheidsvraagstukken - kent een andere tijdshorizon en dynamiek dan de aanpak van de fysieke structuur. Bij de sociale aanpak gaat het zowel om een continue (opbouw)proces als om tijdelijke, relatief snel op te zetten projecten. Ingrepen in de fysieke structuur (woningen, woonomgeving, voorzieningen) zijn per definitie eenmalig, kennen een lange voorbereidingstijd en hebben een langdurig effect. Dit verschil in tijdshorizon en dynamiek willen we in onze verdere aanpak niet wegpoetsen, maar juist permanent goed voor ogen houden en in onze organisatie en communicatie inbouwen. Trefwoorden sociaal: hartstocht voor het alledaagse. Trefwoorden fysiek: waarborgen voor de toekomst.
1
B&W-nota Reg.nr : Datum :
Gemeente Amersfoort
1931916 1 december 2005
3. Opbrengst van een landelijk (Ministeries van VROM en VWS) uitgevoerd project “Sociaal fysieke wijkaanpak” is onder meer de volgende behartenswaardige aanbeveling: “Het is aan te bevelen om het procesmanagement in de wijk in een duovorm te gieten: twee procesmanagers, waarbij de een zich met name richt op het gehele fysieke proces en de fysieke projecten en de ander zich richt op het sociale proces en de sociale projecten. Die twee hebben heel vaak met elkaar te maken, maar kunnen de taken wel verdelen en kunnen elkaar proactief tegenspel bieden. (…..). Het is doorgaans niet reëel om van één persoon te verwachten dat die beide zijden op en goede en creatieve wijze weet aan te pakken.” Trefwoorden: niet integraal, wel samenhang en samenwerking 4. Met het expliciet maken van de sociale component in de stedelijke vernieuwing gaat in de sociale en fysieke sector natuurlijk niet plots het licht aan. In de geselecteerde gebieden worden al tamelijk volcontinue miljoenen sociaal geïnvesteerd: er wordt onderwijs gegeven, bijstand verstrekt, jeugdwelzijn gesubsidieerd, ouderenzorg verleend etc. Het gaat niet aan om dat nu - zowel in de te voeren gesprekken als in de op te stellen documenten - allemaal ter discussie te stellen of radicaal overhoop te gooien. De kunst is om een gericht aanvullend sociaal programma uit te werken waarin precies die dingen voorkomen die een keer ten goede kunnen bewerkstelligen in de leefbaarheid van een portiek, flat, complex, straat of buurt. Trefwoorden: sociaal precisiewerk (“social engineering”) In vervolg op de Inventarisatienota (augustus 2004), het Strategisch Plan van Aanpak (april 2005) en de wensen van de gemeenteraad (juni en november 2005) leidt dit tot de volgende koers en inzet. Met welke kernboodschap gaan we de stad in: missie en verwachtingen Wij zetten bij de stedelijke vernieuwing in op een buurtgerichte en gecombineerde aanpak van sociaal, fysiek, economie en veilig. Wij willen dat over 10 jaar de prioriteitswijken een substantieel betere leefbaarheid kennen, met een gemiddeld hogere woningkwaliteit, hogere waardering van de woonomgeving, veiliger, en betere onderlinge verhoudingen tussen de bewoners. Wij willen dat bewoners en andere belanghebbenden zich in meerderheid herkennen in onze aanpak. Zij mogen van ons (gemeente en corporaties) verwachten dat wij oog hebben voor hun belangen en behoeften op lange en korte termijn. Wij maken daarom in samenspraak met hen plannen en programma’s voor die lange en die korte termijn. De positie van individuele huurders wordt geborgd in het (begin 2006 te vernieuwen) Stedelijk Convenant Vernieuwing & Herstructurering.
2
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
1931916 1 december 2005
Bijlage 1 : Projectplan BVA 2006
3
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
1931916 1 december 2005
Bijlage 2 :
4
Gemeente Amersfoort
Raadsinformatiebrief nr 56 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : P. Strengers
Reg.nr. Datum
: #1929121 : 20-12-05
Stand van zaken locatieonderzoek Huis van de Watersport op het MOBterrein Met deze brief willen wij u informeren over de voortgang van het locatieonderzoek Huis van de Watersport op het MOB-terrein. In deze brief wordt ingegaan op het “mogelijk maken van het Huis van de Watersport op het MOB-terrein”, de gesprekken die zijn gevoerd en de financiele stand van zaken.
1. Aanleiding Bij vaststelling van het voorontwerp structuurplan Maatweg op 21 januari 2003 heeft het College van B&W besloten onderzoek te doen naar mogelijke locaties voor een nieuwe accommodatie ten behoeve van roeivereniging Hemus. Hiertoe is door de gemeente en Hemus gezamenlijk een locatiestudie gedaan in 2004. De studie was erop gericht te komen tot een gezamenlijke voorkeurslocatie. Diverse locaties in een vooraf bepaald zoekgebied zijn beoordeeld op hun sterke en zwakke punten voor wat betreft de realisatie van een roeiaccommodatie. De studie heeft uiteindelijk niet geresulteerd in een gezamenlijke voorkeurslocatie. Hemus had een sterke voorkeur voor de MOB-locatie. Deze locatie is echter gelegen in een ecologische verbindingszone. Bij de behandeling van het structuurplan Maatweg d.d. 8 maart 2005 heeft de raad het College opgedragen (middels een amendement)om : - de vestiging van Hemus/Huis van de watersport1 binnen het plangebied mogelijk te maken/houden - Hemus/Huis van de watersport op een ecologisch verantwoorde manier in te passen op het MOB-terrein en daarbij de plannen van Hemus als uitgangspunt te nemen, tenzij het college aantoont (“omgekeerde bewijslast”) dat Hemus/Huis van de watersport niet gevestigd kan worden op het MOB-terrein. - Hemus/Huis van de watersport te faciliteren bij de gesprekken met het ziekenhuis - De nadere uitwerking van de plannen voor het einde van 2005 voor te leggen aan commissie ECO. Na het raadsbesluit is samen met Hemus gestart met het nader onderzoek naar de MOB-locatie. De programma’s van eisen van het Huis van de Watersport (Hemus, Waterlijn en reddingsbrigade) zijn opgesteld en ruimtelijk in oppervlaktes vertaald. Door de gemeente zijn de randvoorwaarden aangegeven die gelden voor de MOB-locatie. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met de provincie, het waterschap, het ziekenhuis en de belangenvereniging voor de binnenvaart. 2. “Mogelijk maken van het Huis van de watersport op het MOB-terrein” In het kader van het structuurplan Maatweg heeft de provincie een uitspraak gedaan over deze locatie. Na de vaststelling van het Structuurplan Maatweg door de Raad is nl. Gedeputeerde Staten gevraagd om een algemene verklaring van geen bezwaar af te geven om (bouw)plannen in het gebied te kunnen realiseren met toepassing van artikel 19.2 WRO procedures. Op 29 september jongstleden heeft de 1
Naast roeivereniging Hemus zal het Huis van de Watersport ook plaats bieden aan de stichting Waterlijn en de reddingsbrigade.
Inlichtingen bij:
Margreet de Geus SOB/EO/PM 033 4694611
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 1929121
Provinciale Planologische Commissie GS hierover geadviseerd. De PPC acht de beoogde ontwikkelingen in het gebied op zich aanvaardbaar, waarbij echter een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van de nieuwe vestiging van Hemus. De voornaamste reden hiervoor is dat op basis van het raadsbesluit de PPC niet kan beoordelen of Hemus op een ecologisch verantwoorde wijze kan worden ingepast. Voor het plangebied van het structuurplan Maatweg wordt binnenkort gestart met het opstellen van het bestemmingsplan. 3. Gesprekken 3.1 Waterschap Het waterschap is momenteel bezig met een onderzoek naar de noodzakelijke dijkverbetering langs o.a. de Eem. In 2006 wordt de eerste fase van de Milieu Effect Rapportage afgerond met een besluit over een voorkeursalternatief (dijkverbetering of een kering in het randmeer). In fase 2 (2007) wordt dit voorkeursalternatief uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan waarin precies staat wat er gaat gebeuren. Om dijkverbeteringen in de toekomst mogelijk te maken worden ontwikkelingen die onomkeerbaar zijn binnen een zone van 26 meter vanaf de binnenkruinlijn niet toegestaan door het waterschap. Tot 2007 is onbekend welke maatregelen genomen gaan worden aan de dijk ter hoogte van het MOB-terrein, maar ook ter hoogte van de huidige locatie van Hemus. Maatregelen die genomen kunnen worden zijn verhoging van de dijk, verbreding van de dijk, aanpassing taluds en voor sommige locaties kan het deels een verplaatsing zijn van de dijk. Al deze mogelijke maatregelen zijn van invloed op het Huis van de Watersport (situering, ontsluiting, kosten). Ook zijn de maatregelen van grote invloed op de ecologische verbindingszone en daarmee de ruimte die resteert voor het Huis van de Watersport. Op de huidige locatie is Hemus gesitueerd op de dijk, mogelijk zal Hemus een dijkverbetering op die plaats in de weg staan. Onbekend is nog of het waterschap daartoe maatregelen zal gaan treffen. Kortom: de resultaten van het onderzoek naar dijkverbetering en de besluiten die daarin worden genomen zijn op diverse punten zeer bepalend voor het ontwerp, de situering en de kosten van het Huis van de Watersport. Zekerheid hierover kan pas worden gegeven in 2007. 3.2 Ziekenhuis De locatie van het Huis van de Watersport is gelegen op het MOB-terrein dat onderdeel vormde van de grondverkoopovereenkomst met het ziekenhuis over de nieuwe en de vrijkomende locaties. Deze grondverkoopovereenkomst is in 2004 getekend. Het terrein is onlangs door de gemeente vervaardigd tot “bouwrijpe grond” (sloop e.d.) en wordt 21 december 2005 juridisch overgedragen. Op bestuurlijk niveau heeft overleg plaatsgevonden met het ziekenhuis om de mogelijkheden na te gaan en de condities waaronder de terugkoop van grond tbv het Huis van de Watersport zou kunnen plaatsvinden. Het ziekenhuis heeft aangegeven momenteel de prioriteiten te leggen bij de eigen ontwikkeling van het ziekenhuisgebouw. Uitgangspunt van het ziekenhuis is om het gebied te optimaliseren ten behoeve van de zorg. Het ziekenhuis wil en kan zich in dit stadium van haar planontwikkeling niet binden aan eventuele andere functies. Door deze opstelling van het ziekenhuis zijn en blijven er voorlopig een aantal onzekerheden bestaan tov het Huis van de Watersport. Het ontwerptraject voor het ziekenhuis wordt momenteel opgestart. Naar verwachting is eind 2006 meer duidelijkheid over het ontwerp van het ziekenhuis en de terreininrichting. Het ontwerp van het ziekenhuis + de terreininrichting is bepalend voor de situering, het ontwerp, de ontsluiting en de parkeeroplossingen van het Huis van de Watersport. Ook heeft dit weer consequenties voor de kosten van het Huis van de Watersport. 3.3 Provincie Aangezien de locatie is gelegen in de door de provincie vastgestelde ecologische hoofdstructuur heeft overleg met de provincie plaatsgevonden. De provincie heeft aangegeven dat om een goede beoordeling te kunnen geven over de ecologische inpasbaarheid van het Huis van de Watersport er een inrichtingsplan van de ecologische verbindingszone moet zijn. Dit inrichtingsplan wordt opgesteld door de gemeente, provincie en waterschap gezamenlijk. Aangezien het inrichtingsplan er voorlopig nog niet is (naar verwachting pas in 2007, is nl. afhankelijk van de dijkverbetering en van het ontwerp van het ziekenhuis), is reeds op voorhand een aantal randvoorwaarden aangegeven door de provincie:
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 1929121
-
Zorg voor voldoende grootte van de steppingstones in het kader van de ecologische hoofdstructuur. Het gedeelte van de ecologische hoofdstructuur dat nu wordt ingenomen door het Huis van de Watersport moet gecompenseerd worden (inclusief de uitstraling op het omliggende gebied). Zorg voor voldoende maatvoering aan de Eemzijde voor natuurontwikkeling De afstand tussen de nieuwbouw van het ziekenhuis en het Huis van de Watersport dient zo groot mogelijk te zijn.
3.4 Belangenvereniging voor de binnenvaart Overleg heeft plaatsgevonden met de belangenvereniging voor de binnenvaart “Schuttevaer”. De belangenvereniging was niet gelukkig met de keuze van de MOB-locatie. In het algemeen wil men dat het vaarwater zo min mogelijk belast wordt en de Eem niet te smal wordt gemaakt. Een locatie voor Hemus in de nabijheid van manoeuvreerruimtes van de binnenvaartschepen is niet gewenst. Gezien de breedte van de Eem ter plaatse, heeft het de voorkeur van Schuttevaer dat, indien Hemus op het MOBterrein komt, de vlonder in een uitsparing van de oever wordt geplaatst (zoals bv bij de jachthaven). In het ontwerpproces voor het Huis van de Watersport zal hiermee ook rekening moeten worden gehouden. 4. Stand van zaken financieel Tijdens de behandeling van de kadernota 2006 is door het Huis van de Watersport reeds een eerste begroting opgesteld. Deze begroting resulteerde in een bouwsom van € 1,2 miljoen excl. BTW. Een geactualiseerde versie van deze begroting resulteert in een bouwsom van € 1,45 miljoen excl. BTW. De financiering van deze investering ziet er volgens het Huis van de Waterport als volgt uit: € 0,483 miljoen uit eigen middelen van de 3 initiatiefnemers € 0,483 miljoen uit vreemd vermogen met gemeentegarantie € 0,483 miljoen uit een eenmalige subsidie van de gemeente. Een aantal kostenposten is niet meegenomen in voorgaande begroting. Hieronder wordt op deze kostenposten ingegaan.Alle kostenposten zijn exclusief BTW. A. Bouwsom van het Huis van de Watersport € 1.450.000 B. Grondkosten € 250.000 Omdat nog onduidelijk is welke grondkosten door het ziekenhuis worden gerekend is in de berekening vooralsnog uitgegaan van de door het ziekenhuis aan de gemeente te betalen grondkosten. C. Aanleg van parkeerplaatsen + verwerving grond parkeerplaatsen € 200.000 In de berekeningen is uitgegaan van een parkeerplaats met 80 parkeerplaatsen (uitgangspunt is een parkeernorm voor verenigingsgebouwen: 2 a 4 per 100 m2 bvo) op de niet te bebouwen grond van het ziekenhuis in de ecologische verbindingszone. Hiervoor geldt hetzelfde als is gesteld in het kader van de grondkosten (zie B). Opgemerkt dient hierbij te worden dat door de provincie is aangegeven dat zij een parkeerplaats van deze grootte in de ecologische verbindingszone niet acceptabel vindt. Voorkeur van de provincie is het realiseren van parkeerplaatsen op het ziekenhuisterrein buiten de ecologische zone. In verband met het grote ruimtebeslag van het parkeren voor het ziekenhuis is door de gemeenteraad in het verleden aan het ziekenhuis als randvoorwaarde meegegeven dat de parkeervoorziening in gebouwde vorm gerealiseerd zou moeten worden. Parkeerplaatsen voor het Huis van de Watersport op het ziekenhuisterrein zullen dan ook naar verwachting gebouwde parkeerplaatsen moeten worden Een en ander is afhankelijk van de planontwikkeling van het ziekenhuis. Gebouwde parkeerplaatsen brengen aanzienlijk hogere kosten met zich mee. Een andere optie is het realiseren van parkeervoorzieningen onder het gebouw van het Huis van de Watersport. Dit brengt hogere bouwkosten voor het Huis van de Watersport met zich mee. D. Ontsluiting van het Huis van de Watersport. € 500.000 In de berekening is uitgegaan van de mogelijke ontsluiting zoals aangegeven in het structuurplan Maatweg (tussen De Schans en het MOB-terrein). T.b.v. hulpdiensten en bevoorrading van het
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 1929121
Huis van de Watersport is rekening gehouden met het verbreden/verzwaren van de Eemdijk tot aan de locatie van het HvdW. Hier is weer een relatie met de dijkverbreding, de ontsluiting van het ziekenhuis, ontsluiting van de woonboten, het recreatief fietspad en de parkeeroplossing (zie ook C). E. Aansluiting op de riolering en mogelijk ook overige nutsvoorzieningen
PM
F.1. Ecologie compensatie HvdW + buffer € 100.000 Voor de berekening van de compensatie is uitgegaan van de door het Huis van de Watersport aangegeven oppervlakte van de bebouwing, de verharding en een bufferzone van 25 meter rondom het benodigde terrein van het Huis van de Watersport. De compensatie voor de parkeerplaatsen wordt afzonderlijk aangegeven aangezien onduidelijk is of de parkeerplaatsen in de ecologische zone, op het ziekenhuisterrein buiten de ecologische zone of onder het gebouw van het huis van de watersport gaan komen F.2. Ecologie compensatie parkeerplaatsen. € 70.000 -------------Totaal Excl. BTW € 2.570.000 Uit deze eerste globale raming blijkt dat ongeveer gerekend moet worden op een bedrag van 2,6 miljoen euro. Aangegeven dient te worden dat in de berekening voor de grondkosten het minimaal te verwachten bedrag is opgenomen. Voor wat betreft de ontsluiting is op zich rekening gehouden met een nadelige variant waarbij er vooralsnog vanuit wordt gegaan dat alle kosten voor rekening van het Huis van de Watersport komen, echter de berekening zelf is vrij positief. Het Huis van de Watersport heeft aangegeven voor wat betreft de bouwkosten (€ 1,45 miljoen) uit te gaan van de zogenaamde 1/3 verdeling. Dit zou betekenen dat het Huis van de Watersport ongeveer €966.000 “zelf” kan financieren (0,483 miljoen euro uit eigen middelen en 0,483 miljoen euro uit vreemd vermogen). Er is dan nog sprake van een tekort van ongeveer € 1,6 miljoen. De inschatting van de kosten is nog erg globaal, het geeft echter wel een indicatie van de grootte van het tekort. Voor zover het Huis van de Watersport de nieuwbouw niet zelf kan financieren, zal over het eventuele tekort bij de behandeling van de kadernota een nadere afweging plaatsvinden. 5. Conclusies Geconcludeerd kan worden naar aanleiding van bovenstaande dat: 1. Vanuit ecologisch perspectief de vestiging van het Huis van de Watersport op het MOBterrein sterk afhankelijk is van de maatregelen die worden genomen in het kader van de dijkverbetering en het ontwerp van het ziekenhuis. 2. De mogelijheden van het Huis van de Watersport op het MOB-terrein en de duidelijkheid hierover afhankelijk zal zijn van de besluiten van het waterschap m.b.t . de dijkverbetering en waarbij de medewerking van het ziekenhuis (inhoudelijk en qua grondpositie) essentieel is 3. er vanuit financieel oogpunt rekening gehouden dient te worden met een totale investering van ca. 2,6 miljoen euro Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 1929121
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 1929121
-
D66AMERSFOORT AMENDEMENT Huis van de Watersport Amersfoort, 8 maart 2005 Raadsvoorstel nr.:
Maatweg
De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 8 maart 2005 Overwegende dat
-
HEMUS binnen het plangebied Structuurvisie Maatweg is gevestigd; De huidige lokatie voor de groeiende vereniging en de ambities Huis van de Watersport niet toereikend is; HEMUS voor eigen kosten een plan heeft ontwikkeld om HEMUS/Huis van de Watersport te vestigen op het huidige MOB-terrein; De MOB-lokatie vanuit het oogpunt van sport, recreatie en de betrokken verenigingen de beste lokatie is; Meander Medisch Centrum voor de patienten ook graag een paviljoen/terras aan het water wil.
Spreekt als haar mening uit dat: - De komst van het Ziekenhuis naar dit gebied niet ten koste mag gaan van HEMUS/Huis van de Watersport - Het aan het college is om aan te tonen (“omgekeerde bewijslast”) dat HEMUS/Huis van de Watersport niet gevestigd kan worden op het MOB-terrein Besluit onderdeel 4a te vervangen door: - De vestiging van HEMUS/Huis van de Watersport binnen het plangebied planologisch mogelijk te maken/houden - HEMUS/Huis van de Watersport op een ecologisch verantwoorde manier in te passen op het MOB-terrein en daarbij de plannen van HEMUS als uitgangspunt te nemen. - HEMUS/Huis van de Watersport te faciliteren bij de gesprekken met het Ziekenhuis - De nadere uitwerking van de plannen voor het einde van 2005 voor te leggen aan de commissie ECO Datum: 8 maart 2005 Mirjam Barendregt Hans van Gijlswijk Will Koet Hans van Wegen D66 Amersfoort VVD Leefbaar Amersfoort BPA
Amendement
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 19:00
Initiatiefvoorstel Amersfoorts Taskforce voorkoming jeugdwerkloosheid Voorbereiding besluit Initiatiefvoorstel toegankelijke politiek en toegankelijk bestuur Voorbereiding besluit
Amendement
Initiatiefvoorstel Amersfoorts Taskforce voorkoming jeugdwerkloosheid Voorbereiding besluit Reg.nr.: 1956870 Van: Raadsfractie Jouw Amersfoort Portefeuillehouder: De Wilde Opsteller: Barendregt Samenvatting: Voor een periode van drie jaar een Amersfoortse Taskforce Voorkoming Jeugdwerkloosheid instellen. Reden van aanbieding: Initiatiefrecht raadsleden is raadsbevoegdheid Van de raad wordt gevraagd: Zich uit te spreken over het initiatiefvoorstel Vervolgtraject: In Het Besluit stemming over het initiatiefvoorstel. Bij onvoldoende ervaren steun wellicht intrekking voorstel. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Voorbereiding initiatief Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Idocs/Initiatiefvoorstel Amersfoortse Taskforce Voorkoming Jeugdwerkloosheid dec 2005.pdf nitiatiefvoorstel (pdf)
Amendement
Initiatiefvoorstel toegankelijke politiek en toegankelijk bestuur Voorbereiding besluit Reg.nr.: 1956740 Van: Raadsfractie Jouw Amersfoort Portefeuillehouder: Van Vliet-Kuiper Opsteller: Barendregt Reden van aanbieding: Initiatiefrecht raadsleden is raadsbevoegdheid Van de raad wordt gevraagd: Zich uit te spreken over het initiatiefvoorstel Vervolgtraject: In Het Besluit stemming over het initiatiefvoorstel. Bij onvoldoende ervaren steun wellicht intrekking voorstel. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Voorbereiding initiatief Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: docs/Initiatiefvoorstel toegankelijkheid politiek en bestuur dec 2005.pdf Initiatiefvoorstel (pdf)
Initiatiefvoorstel Jouw Amersfoort
Portefeuillehouder
De Ronde
Sector
Datum
Onderwerp:
Amersfoortse Taskforce Voorkoming Jeugdwerkloosheid Voorstel:
Voor een periode van 3 jaar een Amersfoortse Taskforce Voorkoming Jeugdwerkloosheid in te stellen.
1
Inleiding
Tijdens “Amersfoort ontmoet Amersfoort “ (Proef 2005) werden aan de hand van het thema (beroeps)onderwijs bevlogen betogen gehouden over het gebrek aan aansluiting tussen (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven, over de lastige zoektocht naar stageplaatsen; zeker voor VMBO en MBO 1 en 2 en leerlingen van allochtone afkomst. Na die oproep van de heer Ir. M. van Hoogevest aan de aanwezigen om de handen ineen te slaan, is er niets gebeurd, terwijl de noodzaak om in actie te komen groter is geworden. Want: Ook in Amersfoort is het probleem van de stageplaatsen aanwezig, ook in Amersfoort is sprake van uitval van leerlingen; in Amersfoort verlaat 25% van de leerlingen het onderwijs zonder startkwalificatie. Deze leerlingen verdienen kansen en steun; van de gemeentelijke overheid en het bedrijfsleven. Het is tijd voor de Amersfoortse Taskforce Voorkoming Jeugdwerkloosheid. 2
Toelichting
De (Amersfoortse) economie draait niet op volle toeren; de werkloosheid stijgt daardoor; ook de jeugdwerkloosheid. Er schuilt een gevaar dat die leerlingen levenslang werkloos zijn. Omdat zij in een ongunstig economisch tij van school zijn gekomen, zonder startkwalificatie of zonder stage, dus zonder diploma. Deze leerlingen komen er ook bij een aantrekkende economie niet meer tussen, als we niets doen. In Amersfoort – de heer W. Pot van de VAB sprak daar ook over bij de hoorzitting over de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2015 – 2030 – is weinig werkgelegenheid voor mensen die voornamelijk met hun handen werken. Onze werkgelegenheid heeft zich in de jaren 90 eenzijdig ontwikkeld. We zijn een dienstenstad geworden; met succes. Ook deze scheefgroei in de werkgelegenheid vraagt om de instelling van die Taskforce. Amersfoortse ondernemers en bedrijven zijn gebaat bij – naast bereikbaarheid en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijf en medewerkers - een goed opgeleide beroepsbevolking. Het is ook in het belang van de gemeente, de non-profit en de profit sector – grootbedrijf, MKB en detailhandel – dat (beroeps)onderwijs en werkveld op elkaar aansluiten. Het werkveld zou die stagiaires dus moeten opnemen, het werkveld zou dus jonge schoolverlaters een baan moeten bieden. De gemeente moet jeugdwerkloosheid voorkomen. Jongeren zonder toekomstperspectief, zonder baan en zonder voldoende inkomsten om mee te kunnen doen, hebben een grote kans om het verkeerde pad op te raken. Een pad van rondhangen, overlast, vandalisme en criminaliteit. JA/MB/dec 2005
-1-
Initiatiefvoorstel Jouw Amersfoort
Het is ook in het belang van het onderwijs dat zij hun leerlingen met een startkwalificatie afleveren voor de arbeidsmarkt. Tot slot, als niet onbelangrijk neveneffect, ervaren ondernemers een kloof tussen gemeente en bedrijfsleven. We ontmoeten elkaar te weinig, hebben geen gemeenschappelijke agenda. Laat dit de gemeenschappelijke agenda zijn. 3
Doelstelling Taskforce
De doelstelling van de Amersfoortse Taskforce is om gedurende de projectperiode (3 jaar) een structurele samenwerking tot stand te brengen tussen bedrijfsleven en organisaties (werkveld), gemeente en onderwijs. Binnen deze periode gaat het om het vergroten van het aantal stageplaatsen (BOL/BBL) voor (V)MBO, het vergroten van het aantal banen voor schoolverlaters, het terugbrengen van het aantal leerlingen dat zonder startkwalificatie de school verlaat met tenminste 25% in deze periode, het verminderen van de jeugdwerkloosheid, het bieden van gelijke kansen aan leerlingen, stagiaires en afgestudeerden (ongeacht afkomst) op een baan, het bijdragen aan een betere aansluiting tussen school en arbeidsmarkt en het vergroten van de kennis van beroepen en hun mogelijkheden voor leerlingen, zodat zij een opleiding kiezen met arbeidsmarktrelevantie. 4
Financiële aspecten en planning
De fractie van Jouw Amersfoort is van mening dat de financiële middelen beperkt kunnen zijn, omdat de budgetten veelal al voorhanden zijn bij diverse partijen. Wel stellen wij voor vanuit de gemeente voor 3 jaar een werkbudget vrij te maken van 150.000 euro (voor 3 jaar) om acties te kunnen uitvoeren. (vanuit de begroting van Onderwijs en Sociale zaken en werkgelegenheid). De overige deelnemers in de Taskforce zouden ook een budget in kunnen brengen. 5
Betrokkenheid burgers en instanties
De Taskforce zou volgens de fractie van Jouw Amersfoort moeten bestaan uit een wethouder, vertegenwoordigers/opinion leaders uit het bedrijfsleven, directeuren van het (V)MBO in Amersfoort, een vertegenwoordiger van ECABO en de directeur van het Amersfoortse CWI. Doel van de Taskforce is Voorkoming Jeugdwerkloosheid en daaraan samen op een vernieuwende manier voor Amersfoort invulling aan te geven. Het is aan de Taskforce om verdere betrokkenheid van leerlingen, jonge werkzoekenden, ouders, instanties en bedrijven te bewerkstelligen. Jouw Amersfoort, Mirjam Barendregt
JA/MB/dec 2005
-2-
Initiatiefvoorstel Jouw Amersfoort
Portefeuillehouder
De Ronde
Sector
Datum
Onderwerp:
Toegankelijke politiek en toegankelijk bestuur Voorstel:
1. Uitvoering te geven aan de voorstellen in deze notitie om politiek en bestuur toegankelijker te maken
1
Inleiding
De onbevredigende afhandeling van brieven, het van het kastje-naar-de-muur gevoel als inwoners en bedrijven iets willen weten, de (vermeende) kloof tussen “burger en politiek en tussen ondernemers en politiek”, de ambities van de Raad om serieus met inwoners en bedrijfsleven om te willen gaan, om mensen bij de politiek(e besluitvorming) te betrekken, om een klantgerichte overheid te zijn, maken dat onze fractie een spagaat ervaart. Twee werelden. De “binnenwereld” (het stadhuis) die van mening is dat inwoners en bedrijven op de juiste manier tegemoet worden getreden, voldoende inspraak en zeggenschap hebben, het uitstekende gaat met de brievenafhandeling. En de “buitenwereld” (de stad) die ervaart dat zij niet serieus worden genomen, dat beantwoording van brieven lang duurt, dat de antwoorden nietszeggend zijn, dat de politiek onbereikbaar is (of niet luistert of op z’n slechtst zakkenvullers en onbetrouwbaar zijn). De fractie van Jouw Amersfoort is van mening dat een cultuuromslag binnen “het stadhuis” nodig is (zie onze motie bij de Begroting 2006), om grote stappen te zetten in de verbetering van de toegankelijkheid van politiek en bestuur. Nu er voor die gewenste cultuuromslag (nog) geen meerderheid in de Raad is te vinden, willen wij een aantal voorstellen doen, die een verbetering moeten opleveren in toegankelijkheid. 2
Toelichting
De 2 voorstellen die wij willen doen en uitgevoerd willen zien hebben betrekking op het functioneren van het stadhuis (ambtenaren/college) en de politiek (raad) in relatie tot inwoners, bedrijven en organisaties. Voorstel 1: Brieven aan “de gemeente” Het is voor veel inwoners en bedrijven niet voldoende duidelijk dat een brief gericht aan “de gemeente” of “de burgemeester” of “de wethouder” helemaal niet bij de Raad terecht komt. Voor die inwoners is “het stadhuis 1” en zouden wij die brieven moeten kennen. Wij, in de binnenwereld, weten dat het zo niet werkt. Nu moeten we het nog duidelijk maken aan “de buitenwereld”. Om redenen van transparantie, toegankelijkheid, voorkomen onbegrip, het wijzen van de weg, het hulp bieden aan inwoners en organisaties. De kloof te overbruggen. Er wordt een kleine brochure/leaflet ontwikkeld die standaard meegestuurd wordt bij de ontvangstbevestiging van brieven. In die brochure/leaflet staat uitgelegd onder wiens aandacht brieven gebracht worden en wat men kan ondernemen om de politiek te bereiken. Bij het opstellen van de brochure wordt de communicatieadviseur van de griffie betrokken namens de Raad. 08122005/JA/mb
-1-
Initiatiefvoorstel Jouw Amersfoort
Voorstel 2: Het Plein Na 3 maanden in de nieuwe vergaderstructuur durft de fractie van Jouw Amersfoort te zeggen dat Het Plein in een behoefte voorziet. Onze fractie is enthousiast over Het Plein, maar minstens zo belangrijk de inwoners en inwonersgroeperingen zijn enthousiast evenals de bezoekers (gasten) van De Raad. In onze ogen is het tijd om de volgende stap te zetten en Het Plein bekender te maken en zo meer mensen bij de politiek in hun stad te betrekken. Doelstelling moet zijn dat iedere inwoner of organisatie of vereniging of bedrijf die iets aan de politiek wil meegeven, daarvoor gebruik kan maken van Het Plein. Wij stellen voor om een programma (item/spot etc) met Sjef Bode te maken en te laten uitzenden op Omroep Amersfoort om Het Plein onder de aandacht te brengen van een breder publiek. Omroep Amersfoort kan bogen op een bereik van bijna 50% en is daarmee een uitstekend medium. Sjef Bode staat – bij het grote publiek - al jaren bekend als de intermediair tussen politiek/bestuur en inwoners en hij zou deze rol ook in dit programmaatje kunnen vervullen. Om het bedrijfsleven te bereiken stellen wij voor om aanvullend deze brochures te zenden naar de bedrijvennetwerken en bedrijvenorganisaties. 3
Financiële aspecten en planning
De fractie van Jouw Amersfoort is van mening dat financiële middelen binnen de communicatiebegroting aanwezig moeten zijn. Ook zou de Raad, via het (beperkte) griffiebudget een (kleine) bijdrage kunnen leveren. Het college wordt dan ook gevraagd de financiële aspecten in beeld te brengen en voor deze extra kosten ruimte binnen de begroting te vinden. Als de gemeenteraad van Amersfoort besluit in te stemmen met de voorstellen, dan verzoekt Jouw Amersfoort om direct met de uitwerking te starten en binnen 2 maanden tot uitvoering over te gaan. 4
Betrokkenheid burgers en instanties
Door het uitvoeren van de 2 voorstellen moet de betrokkenheid en de toegankelijkheid van politiek en bestuur groeien. Jouw Amersfoort, Mirjam Barendregt
08122005/JA/mb
-2-
Initiatiefvoorstel
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 18:00
Tijd.voorbereidend intern overleg Werkgroep begroting & Verantwoording
Initiatiefvoorstel
Tijd.voorbereidend intern overleg
Initiatiefvoorstel
Werkgroep begroting & Verantwoording
Initiatiefvoorstel
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 17 januari 2006 18:00
Herinrichting Scheltussingel - woonzijde parkeren Beleid Waterwingebied (relatie Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort) Huis van de Watersport
Initiatiefvoorstel
Herinrichting Scheltussingel - woonzijde parkeren
Initiatiefvoorstel
Beleid Waterwingebied (relatie Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort)
Initiatiefvoorstel
Huis van de Watersport