Commitment is Goed Banen zijn Beter Match is het best! Actieplan Taskforce Jeugdwerkloosheid 2005
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
Samenvatting
3
Resultaten
6
40.000 Jeugdbanen 7.500 jongeren extra op een jeugdbaan Regionaal Sectoraal Landelijk
6 7 7 9 10
Sluitende Aanpak
12
Innovatie
13
Aanpak 2005
15
Actieplan 2005
17
40.000 jeugdbanen realiseren Doelstelling 2005: 15.000 jongeren extra op een jeugdbaan Regionaal offensief Sectoraal Speciale acties Landelijk
17 17 17 18 19 20
Sluitende aanpak RMC-verbeterplannen Kosten en batenanalyse Lenteactie overgang VMBO-MBO Beroepspraktijkvormingsplaatsen Risicojongeren en leren in de praktijk
21 21 21 22 22 23
Communicatie
24
Jongeren Allochtone jongeren Ondernemerschap Jongeren buiten bereik arbeidsmarktbeleid
25 25 26 26
Innovatie Beroepsoriëntatie & beroepsvoorlichting Arbeidsmarktpaspoort
26 27 27
Begroting & Organisatie
28
Pagina 2
Samenvatting Uit de resultaten die in 2004 zijn behaald, heeft de Taskforce de conclusie getrokken dat drie elementen de bouwstenen vormen voor een succesvol opereren van de Taskforce: § § §
Samenwerken Actievoeren Communiceren
Als belangrijkste uitdagingen voor de komende periode ziet de Taskforce het vinden van jeugdbanen bij economische tegenwind en het omzetten van goede wil en commitment in actie en jeugdbanen. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste acties voor 2005.
40.000 Jeugdbanen Ü De Taskforce wil in 2005 de plaatsing van 15.000 extra jongeren op een jeugdbaan realiseren ten opzichte van 2003. Ü De Taskforce continueert haar regionaal offensief en organiseert commitmentsessies en actiedagen. Ü Bij het regionale offensief maakt de Taskforce gebruik van haar ambassadeursnetwerk van wethouders. Ü De Taskforce betrekt bij alle acties andere partijen: Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), gemeenten, Regionale Opleidingscentra (ROC), Agrarische Opleidingscentra (AOC), Kenniscentra, UWV, Jong Actief, MKBleerbanenplan, VNO-NCW, Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO), branche-organisaties en natuurlijk individuele werkgevers. Ü De Taskforce stelt voor werkgevers die meer dan 20 jeugdbanen op jaarbasis aanbieden een accountmanager beschikbaar die bij knelpunten kan fungeren als breekijzer. Ü De Taskforce zet via het O&O Jeugdmodel in op een ‘massief scholingsoffensief’ waarbij gemeenten en Opleidings- & Ontwikkelingsfondsen (O&O fondsen) hun middelen bundelen om jongeren via een Beroepsbegeleidende leerweg-plek (BBL) naar een startkwalificatie te leiden. Ü De Taskforce zoekt samenwerking met Jong Actief bij het uitvoeren van branche gerichte acties. Ü De Taskforce organiseert een Kettingbrief actie onder ondernemers in Nederland om jeugdbanen te melden bij het CWI. Ü De Taskforce benadert individuele werkgevers via Lion’s clubs, de Rotary, Kamers van Koophandel en ondernemersverenigingen. Ü De Taskforce participeert in de Baanbrekerprijs 2005 die door Start Foundation en de Fortis Foundation zal worden uitgereikt aan het beste idee van jongeren voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
Pagina 3
Ü De Taskforce organiseert in samenwerking met de Nederlandse Staatsloterij een landelijke televisieactie over jongeren, beroepsonderwijs en werkgelegenheid.
Sluitende Aanpak Ü De Taskforce wil in samenwerking met de contactgemeenten van regionale meld- & coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) in 2005 de verbeterplannen van de RMC’s realiseren. Ü Op basis van de verbeterplannen en gesignaleerde knelpunten wil de Taskforce voorstellen voor het verbeteren van de RMC-functie doen. Ü De Taskforce stelt voor het realiseren van de RMC-verbeterplannen de inzet van accountmanagers beschikbaar. Ü De Taskforce start een onderzoek waarbij de kosten en baten van het toeleiden van jongere naar de arbeidsmarkt geanalyseerd worden. Ü De Taskforce wil in de regio een Lenteactie organiseren om de doorstroom van VMBO naar MBO te bevorderen. Ü Bij alle regionale actiedagen vraagt de Taskforce samen met Kenniscentra aandacht voor de beschikbaarheid van voldoende Beroepspraktijkvorming (BPV)-plekken. Ü De vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven Colo en de Bve Raad herhalen de BPV-actie in het voorjaar van 2005 om de tekorten aan BPV-plekken te signaleren. Ü De Taskforce organiseert samen met Colo en Kenniscentra op basis van gesignaleerde tekorten bewuste en gerichte acquisitie van leerbedrijven. Ü De Taskforce komt in maart met aanbevelingen naar aanleiding van de BPVactie en de resultaten van het Stage Info Punt. Ü De Taskforce onderzoekt met Colo en Bve Raad de mogelijkheden voor leren in de praktijk door risicojongeren. Ü In overleg met het gezamenlijk procesmanagement ‘Herontwerp Beroepsonderwijs’, Colo, Bve Raad en het Ministerie van OCW zal de Taskforce onderzoeken op welke wijze zij een bijdrage kan leveren aan het genereren van extra bpv-plaatsen voor proeftuinen in het algemeen en de brede assistent-opleiding in het bijzonder.
Communicatie Ü De Taskforce zet gedurende het jaar, ter ondersteuning van haar doelstelling, communicatiemiddelen in waar dat nuttig en nodig is
Pagina 4
Jongeren Ü De Taskforce zal zich in overleg met de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) beraden over een toespitsing van de aanpak van jeugdwerkloosheid op allochtone jongeren. Ü De Taskforce onderzoekt de mogelijkheden om Jong ondernemerschap in te zetten als instrument bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Ü De Taskforce zal via voorlichting werkzoekende jongeren, die nog niet staan ingeschreven bij het CWI, wijzen op de ondersteuningsmogelijkheden van het CWI en de gemeenten.
Innovatie Ü De Taskforce wil stimuleren dat meer wordt gedaan aan beroepsoriëntatie en beroepsvoorlichting op het (V)MBO. Ü De Taskforce wil samen met het ministerie van OCW een bijdrage leveren aan het verbeteren van het imago van het beroepsonderwijs. Dit actieplan is tot stand gekomen in samenwerking met CWI, MKB Nederland, VNONCW, Colo, Bve raad, het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De reacties en opmerkingen van deze partners zijn in het Actieplan verwerkt. Daarnaast heeft de Overleggroep Jeugdwerkloosheid (Regeling van 12 juli 2004, Stcrt. 130), bestaande uit Bve Raad, Raad voor Werk en Inkomen (RWI), CWI, Colo, Forum, Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), FNV en CNV jongeren de Taskforce Jeugdwerkloosheid geïnformeerd over de aanpak van de jeugdwerkloosheid en aangegeven waar volgens haar de prioriteiten zouden moeten liggen.
Pagina 5
Resultaten De Taskforce heeft in het werkplan voor 2004 ‘Samen aan het werk’ acties en ambities benoemd. Belangrijkste doel is dat in deze kabinetsperiode 40.000 extra jongeren aan de slag gaan in een jeugdbaan. De Taskforce heeft zich in 2004 enerzijds toegelegd op het stimuleren van werkgevers om jeugdbanen beschikbaar te stellen. Anderzijds op het stimuleren van betrokken organisaties om de handen ineen te slaan en te zorgen dat zoveel mogelijk jongeren bemiddeld worden op een jeugdbaan. Deze acties zijn nodig om ervoor te zorgen dat de jongeren die nu werkloos zijn, een plek vinden op de arbeidsmarkt of daarvoor in conditie blijven. De Taskforce wil met de inzet van diverse instrumenten voorkomen dat zij worden weggedrukt door toekomstige schoolverlaters. De Taskforce wil jongeren op reguliere banen een structurele plek geven op de arbeidsmarkt, via stages jongeren fit houden voor de arbeidsmarkt en jongeren via de combinatie van werken en leren in staat stellen om een startkwalificatie te behalen. Taskforce Jeugdwerkloosheid Onder invloed van een verslechterende economie is de jeugdwerkloosheid de afgelopen jaren opgelopen. Om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat, hebben de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs Cultuur en Wetenschap een Plan van aanpak Jeugdwerkloosheid (TK 20022003, 23972, nr. 64) opgesteld. Doelstellingen van dit plan van aanpak zijn: Ü dat de jeugdwerkloosheid in deze kabinetsperiode niet meer bedraagt dan het dubbele van de totale werkloosheid; Ü dat iedere werkloze jongere binnen een half jaar weer aan de slag is of op school zit, zodat langdurige werkloosheid wordt voorkomen. Omdat de aanpak van de jeugdwerkloosheid vooral lokaal, regionaal en sectoraal moet plaatsvinden hebben de staatssecretarissen van SZW en OCW op 31 oktober 2003 de Taskforce Jeugdwerkloosheid ingesteld. De Taskforce staat onder leiding van Hans de Boer en heeft als leden: Jan Berghuis, Sadik Harchaoui, Niek-Jan van Kesteren, Pauline Krikke en Wim Metsemakers. De Taskforce wordt ondersteund door een kleine flexibele projectorganisatie. Deze bestaat uit een projectdirecteur en twee projectleiders: één voor Arbeidsmarkt en één voor Onderwijs. Daarnaast wordt de directie gevormd door een team accountmanagers die regionale activiteiten ondersteunen en/of initiëren.
Daarnaast is in 2004 een begin gemaakt met het versterken van de sluitende aanpak. Dit moet er toe leiden dat werkloze jongeren binnen een half jaar terug naar school gaan of aan het werk zijn.Tenslotte heeft de Taskforce in 2004 de ontwikkeling van een arbeidsmarktpaspoort ondersteund. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten die de Taskforce sinds haar start op 18 maart 2004 heeft behaald:
Pagina 6
40.000 Jeugdbanen 7.500 jongeren extra op een jeugdbaan De belangrijkste doelstelling voor de Taskforce is het realiseren van 40.000 extra jeugdbanen. Voor 2004 was de doelstelling om 7.500 jongeren extra te plaatsen op een jeugdbaan. Dat zijn reguliere vacatures, stageplekken, werken met behoud van uitkering of leerbanen. De Taskforce is op 18 maart gestart met haar werkzaamheden. En zoals bij alle projecten is er ook sprake geweest van een opstartfase. In totaal zijn tot en met oktober 2004 bijna 20.000 jongeren naar een jeugdbaan bemiddeld Dat zijn 6.618 jongeren extra vergeleken met vorig jaar. Dat betekent dat de Taskforce haar doelstelling voor 2004 zal halen. De groep bemiddelde jongeren bestond 11261 (56%) mannen, 8733 vrouwen (44%), 2067 jongeren van allochtone afkomst (10%), waarvan 706 allochtone vrouwen en 96 arbeidsgehandicapte jongeren. Deze resultaten zijn met name te danken aan de inspanningen van het CWI en de jongerenadviseurs op de CWI-vestigingen De 5.500e jongere Op 28 september werd in perscentrum Nieuwspoort bekend gemaakt dat in 2004 inmiddels 5.500 extra e jongeren aan een baan zijn geholpen. C1000 filiaal Peek uit Delft had de eer de 5.500 jongere in dienst te nemen. Dit was Erol Yasar. Voordat Erol bij C1000 Peek aan de slag ging, volgde hij een opleiding motorvoertuigtechniek. Deze opleiding maakte hij echter niet af. Vervolgens begon hij aan het Mondriaan College de opleiding tot winkelassistent (niveau 1). Deze opleiding rondde hij in mei 2004 succesvol af. In de periode tussen mei en nu heeft Erol meerdere banen gehad en veel gesolliciteerd. Dit waren echter allemaal vakantiebaantjes, die op een gegeven moment weer afgelopen waren. Ook de vele sollicitaties liepen vaak op niets uit. Erol was op zoek naar een vastere baan en is nu dus een BBL-traject begonnen samen met een collega. Volgens C1000 Peek kan Erol het heel erg ver schoppen. Een baan als afdelingsmanager in de supermarkt behoort zeker tot de mogelijkheden. Met het BBL-traject zal Erol een startkwalificatie behalen, waarmee hij zijn toekomst in eigen handen heeft. Hij kan het zo ver brengen als hij zelf wil.
De Taskforce had als doelstelling voor 2004 om landelijk, maar vooral regionaal actie te voeren om op grote schaal jeugdbanen te werven. Hieronder worden een aantal acties en resultaten op regionaal, sectoraal en landelijk niveau beschreven. Regionaal • Regionaal offensief Op diverse plaatsen in Nederland heeft de Taskforce regionale actiedagen georganiseerd waarbij werkgevers worden opgeroepen jeugdbanen te melden. Het regionale offensief van de Taskforce is succesvol gebleken door in korte tijd de samenwerking in een regio te versterken. Diverse partijen worden aangespoord gezamenlijk naar een actiedag toe te werken door vacatures op te halen en beschikbare jongeren voor te selecteren. De Taskforce investeert vervolgens in een duurzame verbetering van die samenwerking door te monitoren op het nakomen van afspraken en door het levend houden van de actiebereidheid in de regio.
Pagina 7
In 2004 zijn onder andere succesvolle actiedagen gehouden in: • • • • • •
Rotterdam (150 vacatures) Alphen a/d Rijn (100 vacatures) Drechtsteden (175 vacatures waarvan 60 voor jongeren) Gouda (400 vacatures) Den Haag (2000 vacatures) Zoetermeer (225 vacatures)
Eerste actiedag Op 25 mei vond in Alphen a/d Rijn de eerste actiedag plaats die de Taskforce Jeugdwerkloosheid landelijk wil gaan uitrollen. Tijdens deze actiedag werden, in samenwerking met de Vereniging Ondernemers Alphen aan den Rijn (VOA), 100 jeugdbanen opgehaald. Bedrijven als Hoogvliet supermarkten, Duijvelaar Pompen, Ponsioen Installatietechniek, Buntsma autoschadeherstel, Van den Berg Infrastructuur en Vlasman sloopbedrijf gave aan graag een jongere in dienst te nemen. Half september waren alle vacatures vervuld. De samenwerking in Alphen gaat zo goed dat de teller met vervulde vacatures nog steeds verder oploopt.
• Ambassadeursnetwerk Om het regionale offensief van de Taskforce te ondersteunen en vanuit de gedachte dat regionale aanpak het meest succesvol is, is uit de VNG commissie Sociale Zaken een ambassadeursnetwerk van 37 wethouders geïnstalleerd. Deze wethouders zullen initiatieven op het gebied van jeugdwerkloosheid ondersteunen. Bovendien houdt de rol van ambassadeur in dat lokale en regionale initiatieven die de Taskforce met partijen organiseert, ondersteund worden. De ambassadeurs hebben zich bereid verklaard om zich in hun regio als breekijzer en aanjager in te zetten voor de jeugdwerkloosheid. • Jongeren ontwikkelings- en ervaringsplaatsen (JOP) In het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid heeft VNO-NCW haar leden opgeroepen om jongeren ontwikkelings- en ervaringsplaatsen (JOP) ter beschikking te stellen. Een JOP is een boventallige stage van drie maanden met behoud van uitkering. Een JOP heeft tot doel dat de jongere zijn kennis op peil houdt en werkervaring opdoet, zodat zijn kansen op de arbeidsmarkt worden vergroot. De Taskforce heeft een analyse gemaakt van de effectiviteit van de JOP en mede op basis daarvan heeft de Taskforce aan CWI gevraagd om 1.000 jongeren voor te selecteren die in aanmerking zouden komen voor een JOP, zodat sneller een match tot stand kan worden gebracht. Samen met VNO-NCW en CWI wordt ervoor gezorgd dat voor deze jongeren een JOP wordt gevonden. CWI blijft vanaf nu jongeren voorselecteren voor een JOP. Daarbij hebben Minister de Geus en Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het, op verzoek van de Taskforce en het UWV, mogelijk gemaakt dat nu ook WW-jongeren een JOP kunnen volgen. Jongeren ontwikkelings- en ervaringsplaatsen (JOP) Een goed voorbeeld van een JOP is te vinden bij de belastingdienst in Hoofddorp. Daar is een permanente JOP plek beschikbaar. Op deze plaats wordt in goede samenwerking met CWI en de gemeente steeds een jongere geplaatst. Op deze manier zijn al verschillende jongeren na een JOP van 3 maanden doorgestroomd naar een andere plek binnen de Belastingdienst.
Pagina 8
• MKB leerbanen Het MKB-leerbanenproject werkt aan 10.000 leerbanen die een onderdeel vormen van de 40.000 banen waar de Taskforce voor staat. Inmiddels zijn er 24 Actieteams actief in Nederland die op veel plekken samenwerken met accountmanagers van de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Sectoraal • O&O Jeugdmodel De Taskforce heeft samen met pionierende gemeenten, O&O fondsen en een Kenniscentrum: Eindhoven, Hengelo, Rotterdam, A en O Metalektro, Oom, Otib en Kenteq, een model opgesteld dat een massieve inhaalslag mogelijk moet maken om werkloze jongeren op te leiden voor de beschikbare banen. In het model vinden gemeenten en O&O fondsen elkaar om jongeren terug te leiden naar werk en hen in staat te stellen om een startkwalificatie te behalen. Partijen bundelen daarbij hun middelen. Kern van het idee is het aantrekkelijk maken voor werkgevers om werkloze jongeren aan te nemen voor minimaal de duur van een BBL1 opleiding. O&O Jeugdmodel Op donderdag 16 september werd het O&O Jeugdmodel geïntroduceerd. Drie gemeenten, drie O&O fondsen en kenniscentrum Kenteq gingen als eerste aan de slag met dit model in de metaalsector. Deze partijen moeten de voorhoede vormen voor een model dat in heel Nederland gebruikt zal gaan worden. Het model heeft inmiddels bekendheid gekregen en de eerste reacties komen binnen. Meer gemeenten hebben al aangegeven graag met het model aan de slag te gaan, evenals een aantal andere O&O fondsen. Ook uitkeringsinstantie UWV is inmiddels benaderd met de vraag of zij willen meewerken aan dit project.
Gemeenten zorgen voor het klaar stomen van de jongere, zodat deze kan starten met de opleiding. De gemeente zet hiervoor haar eigen methoden en middelen in. Het O&O fonds zorgt voor een bijdrage in de opleidingskosten, geeft samen met een betrokken kenniscentrum een garantie voor een BBL-plek af en spreekt samen met de werkgever de intentie uit dat de jongere na het succesvol afronden van de opleiding zijn baan bij de werkgever kan behouden. • Jong Actief Op 16 september is het samenwerkingsverband van MKB, LTO, VNO-NCW en CWI, ‘Jong Actief’ gestart. De CWI-medewerkers die geplaatst zijn bij de drie werkgeversorganisaties organiseren, o.a.met de Taskforce Jeugdwerkloosheid op branches en sectoren gerichte acties. Technicum In Eindhoven is de 18-jarige Danny door samenwerking tussen Technicum en het CWI begonnen met zijn snuffelstage. Met een grootschalige campagne beoogt Technicum 1500 leerarbeidsplaatsen en 500 snuffelstages te kunnen ophalen voor werkloze jongeren. Daartoe wordt nauw samengewerkt met het CWI en de Taskforce. Technicum neemt deel aan de landelijke banenmarkt van CWI en aan regionale actiedagen van de Taskforce. Voor meer informatie over Technicum: www.technicum.nl.
1
Beroepsbegeleidende leerweg; over het algemeen vier dagen werken en één dag naar school. De jongere heeft een arbeidscontract met een werkgever.
Pagina 9
Landelijk • Grote werkgevers In de aanloop naar de startbijeenkomst en daarna heeft de Taskforce met diverse ondernemingen, werkgeversverenigingen en uitzendbureaus afspraken gemaakt over extra jeugdbanen, waaronder MKB Nederland (10.000), McDonald’s (1000 jeugdbanen), Defensie (3695), Technicum (2000), Philips (50), de Rijksoverheid (850), Randstad (4000), Start (1000). In Eindhoven is met Metaalflex een convenant getekend dat Metaalflex voor elke 10 Polen, die het in dienst neemt, ook een jeugdbaan genereert. • Landelijke Televisieactie In samenwerking met de Nederlandse Staatsloterij wil de Taskforce in 2005 een grote landelijke televisieactie ontketenen. In de aanloop naar die actie heeft de Taskforce samen met de Staatsloterij dit jaar de ‘Go4it Card’ ontwikkeld. Deze Go4it Card geeft recht op diverse kortingen bij grote bedrijven en kan in april 2005 omgewisseld worden in een éénvijfde Staatslot voor de trekking van mei 2004. De Taskforce heeft alle ROC’s, AOC’s, Kenniscentra, Gemeenten, CWI, UWV en Uitzendorganisaties benaderd om Go4it Cards te kopen. Deze cards kunnen als felicitatie of relatiegeschenk uitgereikt worden aan jongeren en werkgevers die betrokken zijn bij een succesvolle matching. • Nationale Vacaturebank Samen met de Nationale Vacaturebank heeft de Taskforce een nieuwsbrief aan ruim 80.000 aangesloten bedrijven verstuurd. Daarin zijn deze bedrijven opgeroepen om jeugdbanen te melden. De Nationale Vacaturebank is evenals CWI digitaal te bereiken vanaf de site van de Taskforce en via die koppeling kunnen ook vacatures gezocht en geplaatst worden. Naar aanleiding van deze actie zijn zowel bij de Taskforce als bij de Nationale Vacaturebank diverse reacties binnengekomen. • Ondernemingsraad actie Aan het begin van de zomer heeft de Taskforce een brief verstuurd aan alle ondernemingsraden in Nederland om hen op te roepen de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en het beschikbaar stellen van jeugdbanen aan de orde te stellen bij bestuurders van hun onderneming. Bij diverse ondernemingen zijn accountmanagers van de Taskforce uitgenodigd om naar aanleiding van deze actie de mogelijkheden voor ondernemingen te bespreken. De Taskforce had als doelstelling in 2004 extra aandacht te vragen voor de werving van Beroepspraktijkvormingsplaatsen (BPV). Dit is steeds gebeurd op de actiedagen en daarnaast heeft de Taskforce een aantal aanvullende acties ondernomen:
Pagina 10
• BPV- actie In samenwerking met de Bve Raad, Colo en CWI heeft de Taskforce een BPV-actie georganiseerd. Daarbij wordt voor het eerst geprobeerd de tekorten aan stageplekken voor jongeren inzichtelijk te maken. De bedoeling van de actie is dat de Taskforce naar aanleiding van de inventarisatie op regionaal niveau en gericht actie kan voeren om, waar nodig, extra stageplekken bij leerbedrijven te vinden voor jongeren die een BBL-opleiding willen volgen. Daarnaast kunnen structurele knelpunten geïdentificeerd en opgelost worden. CWI heeft deze actie ondersteund door een ‘leerbaan alarmlijn’ in te stellen voor de consulenten. Die konden daar hun tekorten of problemen met leerbedrijven melden. In 2005 zal deze actie door Colo en de Bve Raad herhaald worden. Uit de eerste, globale inventarisatie onder de ROC’s blijkt een tekort van ongeveer 4.600 plaatsen, waarvan zo’n 2.000 plaatsen voor de BOL-opleiding, circa 600 plaatsen voor de BBL-opleiding en circa 2.000 plaatsen die niet nader zijn uitgesplitst naar BOL- of BBL-opleiding. In samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid en de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (KBB) wordt door de Bve Raad verder gewerkt aan de inventarisatie zodat begin 2005 inzicht komt in het verloop van de vraag naar BPV-plaatsen in de periode september 2004 tot januari 2005. • Peildatum 1 oktober Na signalen die de Taskforce bij het organiseren van actiedagen had opgevangen, heeft Staatssecretaris Rutte op verzoek van de Taskforce de ROC’s opgeroepen om jongeren die BBL onderwijs willen volgen, maar nog geen stageplek hebben, ook ná 1 oktober in te schrijven. Daarbij krijgen die jongeren tot en met december de gelegenheid om alsnog een stageplek te zoeken. Samen met de bovengenoemde BPV-actie kunnen dan gericht acties worden gevoerd om jongeren zonder stageplek alsnog aan een leerbedrijf te helpen. • www.stageinfopunt.nl & 020 423 46 46 Samen met Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en ondersteund door CNV jongeren, FNV, Colo, Bve Raad, CWI, VNO-NCW en MKB Nederland heeft de Taskforce het Stage Info Punt (STIP) in het leven geroepen. Hier kunnen jongeren en hun ouders terecht met vragen over stages en ze worden geïnformeerd en geadviseerd over het vinden van een stageplek. Het centrale meldpunt voor jongeren in het beroepsonderwijs heeft als doel: het inwinnen van informatie over problemen met betrekking tot BPV-plekken, het opstellen van een maandelijks verslag en eindrapportage met knelpunten en aanbevelingen. In de eerste twee maanden dat het STIP actief was hebben ruim 120 mensen gebeld of een e-mail gestuurd. Dat is boven verwachting. Normaal gesproken ontvangt het JOB ongeveer 30 telefoontjes met vragen per maand. De meeste bellers en mailers die contact zochten met het STIP kwamen uit het MBO. Opvallend was dat de meeste jongeren al langere tijd op zoek waren naar een stage. In het voorjaar van 2005 presenteert de Taskforce een uitgebreide analyse van de ervaringen van het Stage Info Punt en de BPV-actie.
Pagina 11
Sluitende Aanpak • RMC verbeterplannen Het versterken van de regionale meld- & coördniatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) speelt voor de Taskforce een belangrijke rol bij het verbeteren van de sluitende aanpak en het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Dit past ook in de Lissabon strategie die Nederland in Europees verband nastreeft. Eén van de doelstellingen daarin is om het aantal ingezeten onder de 24 jaar zonder startkwalificatie in 2010 te halveren ten opzichte van het aantal in 2000. In dat kader had de Taskforce als doelstelling dat alle gemeenten eind 2004 een verbeterplan gereed hadden voor hun Regionale Meld- & Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten dat aansluit bij lopende regionale activiteiten. De Taskforce is hierin geslaagd. Op basis van deze verbeterplannen heeft het ministerie van OCW extra middelen beschikbaar gesteld voor versterking van de RMC-functie. Er is hierbij vanuit het ministerie van OCW specifiek aandacht voor het verbeteren van de trajectbegeleiding. •
Landelijke en regionale samenwerking kenniscentra-ROC’s- CWI’s en RMC’s Om het vinden van leerwerkplekken van werkzoekende jongeren en voortijdig schoolverlaters te bespoedigen, is het essentieel dat de publieke organisaties die daarvoor verantwoordelijk zijn zowel op landelijk als regionaal niveau goed met elkaar samenwerken. Daarom hebben hebben CWI, Colo, het kenniscentrum KC Handel, BVE Raad en de Taskforce Jeugdwerkloosheid in het najaar een landelijke bijeenkomst georganiseerd. Op de bijeenkomst werd de noodzaak uitgesproken tot samenwerking tussen de kenniscentra, CWI, RMC's en ROC's. Afgesproken is dat de organisaties kennis over jeugdige werkzoekenden, arbeidsmarkt en tekorten/overschotten van leerwerkplekken voor elkaar ontsluiten. Daarnaast is nagedacht hoe het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op het gebied van leerwerkplekken eenvoudiger kan worden georganiseerd voor werkgevers, werkzoekenden en ouders. Daaropvolgend hebben CWI, Colo, BVE Raad en de Taskforce Jeugdwerkloosheid een aantal regionale bijeenkomsten georganiseerd met als thema “Aanpak Jeugdwerkloosheid in de driehoekssamenwerking Colo/kenniscentra, CWI's,/RMC’s en ROC’s”. Deze bijeenkomsten zijn bijgewoond door de jongerenadviseurs van het CWI, de opleidingsadviseurs van de Kenniscentra, de coördinatoren RMC, de contactpersonen jeugdwerkloosheid van de bve-instellingen en de accountmanagers van Taskforce. De deelnemers hebben met elkaar kennisgemaakt, ervaringen uitgewisseld over het thema jeugdwerkloosheid en hebben per regio een aantal praktische afspraken gemaakt over de samenwerking. • Jongerenonderzoek Gedurende de zomer heeft de Taskforce samen met Forum op diverse evenementen in Nederland een ‘jongeren promotieteam’ ingezet. Dit team, bestaande uit jongeren,
Pagina 12
zocht op deze evenementen contact met andere jongeren om hen te interviewen over het belang van werk en een opleiding. De resultaten van de jongeren promotieteams vormden mede input voor een jongerenonderzoek en literatuurstudie die de Taskforce heeft laten uitvoeren. De belangrijkste uitkomsten van deze ‘Quickscan’ zijn: • • •
•
•
95% van de onderzochte jongeren in het voorgezet onderwijs en MBO vindt het nuttig een opleiding te volgen en belangrijk een diploma te behalen; Vrijwel alle jongeren in Nederland vinden het belangrijk om een betaalde baan te hebben. Jongeren hebben moeite met het kiezen voor een bepaalde studie of een bepaald beroep. De beelden die jongeren van beroepen hebben, blijken vaak af te wijken van de werkelijkheid. Bovendien hebben jongeren geen goed beeld van het salaris dat bij bepaalde beroepen hoort; De meeste jongeren ontwikkelen geen ‘arbeidsidentiteit’. Ze weten niet in welk beroep ze het beste tot hun recht komen. Dit kan in de loop van de opleiding leiden tot teleurstelling en Bij keuze beroep vaak fout beeld van salaris DEN HAAG (ANP) 5 november 2004 - Jongeren kiezen vaak voor een voortijdig afhaken; beroep op grond van een verkeerd beeld van het salaris dat ermee te Ouders spelen als verdienen is. Dit blijkt uit een onderzoek in opdracht van de Taskforce ‘adviseur’ een Jeugdwerkloosheid. Jongeren in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs belangrijke rol in het geven vaak de voorkeur aan witte-boorden beroepen als PR-medewerker proces van of bankemployé boven beroepen waarvoor ze zich in een overall moeten studiekeuze. 44% hijsen, zoals timmerman of lasser. Ze schatten het salaris van de 'zittende' beroepen te rooskleurig in ten opzichte van de 'lopende' beroepen. van de jongeren Zo weten veel jongeren niet dat een timmerman of stukadoor na enkele geeft aan dat hun jaren werkervaring zo'n 2500 euro bruto per maand kan verdienen, terwijl ouders de de kans groot is dat een bankemployee of pr-medewerker het dan nog moet doen met zo'n 1400 euro. belangrijkste rol hebben gespeeld in de keuze voor een bepaalde opleiding.
• Handreiking Jeugdwerkloosheid Sinds de start van de Taskforce is een internetsite beschikbaar waar voor diverse partijen veel nuttige informatie over de bestrijding van jeugdwerkloosheid te vinden is. Vooral www.handreikingjeugdwerkloosheid.nl biedt veel handvatten voor partijen om op regionaal niveau de jeugdwerkloosheid aan te pakken.
Innovatie • Arbeidsmarktpaspoort Om jongeren een betere uitgangspositie te geven een jeugdbaan te vinden, heeft de Taskforce in 2004 met een viertal pilots de ontwikkeling van een arbeidsmarktpaspoort ondersteund. In het arbeidsmarktpaspoort kunnen jongeren aangeven wie ze zijn en wat ze kunnen. De Taskforce heeft bij het uitvoeren van de pilots geleerd dat het een zeer nuttig instrument is: Voor het invullen van het paspoort moeten jongeren zichzelf als het ware een spiegel voorhouden en dan blijkt dat zij veel meer kunnen dan ze dachten. Hierdoor kunnen zij hun competenties
Pagina 13
inzichtelijker maken voor werkgevers die daardoor ook beter kunnen beoordelen of en hoe ze de jongeren kunnen inzetten. Die gedachte sluit ook aan bij de agenda van Lissabon 2000. Het zichtbaar maken van competenties draagt bij aan de mobiliteit op de arbeidsmarkt en stimuleert tot een ‘leven lang leren’. Er blijkt ook behoefte aan een breder gebruik van het instrument. De Taskforce ziet mogelijkheden voor een voortgaand proces, waarbij de kennis en kunde die in de pilots verzameld is, vertaald wordt in een implementatietraject voor de Europass. Verder wil de Taskforce een actieve rol spelen bij het uitdragen van het product Arbeidsmarktpaspoort.
Pagina 14
Aanpak 2005 Uit de resultaten die in 2004 zijn behaald, heeft de Taskforce de conclusie getrokken dat drie elementen de bouwstenen vormen voor een succesvol opereren van de Taskforce. Dat zijn: • Samenwerking zoekt de Taskforce met alle relevante partijen op regionaal en landelijk niveau. De Taskforce stimuleert daarbij bestaande initiatieven en wil zichzelf niet als nieuwe partij aan de bestaande keten toevoegen. Doel van de focus op het verbeteren van de samenwerking is juist om duurzame verbeteringen tot stand te brengen. Zodat de effecten van de aandacht voor jeugdwerkloosheid een blijvend karakter krijgen in verbeterde samenwerking. • Via communicatie vraagt de Taskforce aandacht voor de problematiek rondom jeugdwerkloosheid. Daarnaast worden op deze manier werkgevers opgeroepen banen te melden en worden jongeren opgeroepen om terug naar school te gaan of met behulp van CWI een baan te vinden. • De Taskforce voert op verschillende niveaus actie zoals ook uit de bovenstaande resultaten blijkt. In de eerste plaats organiseert de Taskforce op regionaal niveau commitment- en actiedagen. Op landelijk niveau stelt de Taskforce knelpunten aan de orde en probeert zij partijen aan te zetten tot actie. Tot slot sluit de Taskforce aan bij de manier waarop ondernemers zijn georganiseerd in branches en sectoren. Juist de combinatie tussen regionaal arbeidsmarktbeleid en samenwerking met kansrijke branches en sectoren levert veel mogelijkheden op voor jeugdbanen. Het O&O Jeugdmodel dat nu in de ‘metaal’ sector wordt ontwikkeld in regio’s waar de metaal een belangrijke werkgever is, is hiervan een goed voorbeeld. Voor de komende periode ziet de Taskforce een aantal belangrijke uitdagingen: •
•
•
• •
Blijvende aandacht voor jeugdwerkloosheid. Enerzijds zal de Taskforce werkgevers oproepen om bij beschikbare vacatures vooral aan jongeren te denken. Anderzijds wordt via stages en werken met behoud van uitkering gezocht naar mogelijkheden waarop werkgevers aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid kunnen meewerken ook indien er geen vacatures beschikbaar zijn; De tegenzittende economie. De Taskforce zet in op het fit houden van jongeren voor de arbeidsmarkt en een structurele verbetering van het aantal leerbanen, maar deze jongeren moeten uiteindelijk wel een baan vinden. De Taskforce hoopt van ganserharte dat een opbloeiende economie daarbij in 2005 gaat helpen; Het bereiken van werkgevers. Er is voldoende commitment en iedereen vindt de bestrijding van jeugdwerkloosheid een sympathiek doel. De Taskforce ziet het als een uitdaging om commitment en goede wil bij partijen te vertalen in het melden van jeugdbanen; De aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt moet versterkt worden. Het verbeteren van het imago van werkloze jongeren. Werkgevers zien werkloze jongeren vaak als kansloze jongeren zonder startkwalificatie en
Pagina 15
• • •
veelal van allochtone afkomst. Dat beeld komt niet overeen met de praktijk. In oktober 2004 stonden er bij het CWI ruim 50.000 jongeren ingeschreven. Daarvan hadden 20.000 jongeren een startkwalificatie en 75% van de ingeschrevenen was autochtoon; Het verkleinen van de mismatch op de arbeidsmarkt. In bepaalde sectoren zijn wel banen, maar voor die banen zijn geen jongeren te vinden; Het stimuleren van een betere beroepsoriëntatie, beroeps- en studiekeuzevoorlichting. Het beroepsbeeld van jongeren is sterk vertekend en hun blik op de arbeidsmarkt is lang niet altijd reëel; Het verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Het verbeteren van de melding en registratie door de RMC-functie van gemeenten is een goed begin, maar dat is in principe een ‘flitspaal’. Het is vooral van belang om structureel het aantal voortijdig schoolverlaters preventief en curatief aan te pakken;
De drie elementen samenwerking, communicatie en actievoeren en de hierboven genoemde uitdagingen vormen de grondslag voor het Actieplan van de Taskforce Jeugdwerkloosheid in 2005.
Pagina 16
Actieplan 2005 40.000 jeugdbanen realiseren Doelstelling 2005: 15.000 jongeren extra op een jeugdbaan De Taskforce blijft werkgevers stimuleren zoveel mogelijk jeugdbanen te melden. Voor 2005 wil de Taskforce twee keer zoveel jongeren naar een jeugdbaan bemiddelen als in 2004. Daarmee komt de doelstelling voor de Taskforce in 2005 op 15.000 jongeren die op een extra jeugdbaan worden bemiddeld. De Taskforce wil hierbij opmerken dat de mismatch op de arbeidsmarkt belemmerend kan werken voor het behalen van haar doelstellingen. Zoals hierboven al is aangegeven, is de “match” tussen werkzoekende jongeren en een aangeboden jeugdbaan niet altijd zo vanzelfsprekend als men zou verwachten. Jeugdbanen kunnen gewone vacatures zijn voor werkzoekende jongeren, stages om jongeren in conditie te houden voor de arbeidsmarkt of beroepspraktijkvormingsplaatsen, zodat jongeren in de gelegenheid worden gesteld een startkwalificatie te behalen. In 2004 zijn alleen de resultaten van de CWI-bemiddeling meegenomen. De Taskforce beschouwt dit als een minimum resultaat van haar inspanningen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor werkgevers om een jeugdbaan aan te bieden en die zijn niet allemaal via het CWI te monitoren. Op dit moment onderzoekt de Taskforce hoe de resultaten die via anderen bondgenoten, zoals gemeenten, kenniscentra en MKB Nederland, worden behaald, meegenomen kunnen worden in de resultaten monitor van de Taskforce. De Taskforce zet in 2005 in op het meer direct betrekken van werkgevers bij haar acties. Zij organiseert haar acties voor het realiseren van 40.000 jeugdbanen langs de vier lijnen die hierboven ook al benoemd zijn: Regionaal – Sectoraal – Speciale acties – Landelijk Ü De Taskforce wil in 2005 de plaatsing van 15.000 extra jongeren op een jeugdbaan realiseren ten opzichte van 2003. Regionaal offensief De Taskforce heeft in 2004 een regionaal offensief ingezet om jeugdwerkloosheid bij alle partijen op de agenda te plaatsen. Door middel van commitmentsessies zijn gemeenten, CWI’s, ROC’s en werkgeversorganisaties opgeroepen zich te verbinden aan de landelijke doelstelling om 40.000 jeugdbanen te realiseren. Iedere regio neemt daarbij een proportioneel deel van de landelijke doelstelling voor haar rekening. Ambassadeurs Netwerk Een van de eerste wethouders die zijn ambassadeurschap in de praktijk bracht, was de Heerhugowaardse wethouder Jan Willem de Boer. Op zaterdag 30 oktober, tijdens een bijeenkomst over jeugdwerkloosheid en stageplaatsen waar onder meer Wouter Bos, Paul Klink (fractievoorzitter PvdA in Alkmaar), Henk Eggermont (burgemeester in Stede Broec) en Marleen Barth (provinciale leider PvdA) spraken, drukte de ambassadeur van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, de hand met zuurkoolfabrikant Frans Kramer, vertegenwoordiger van het regionale bedrijfsleven. Hiermee bezegelden zij de afspraak van 1.000 ((v)mbo) stageplaatsen. De eerste gelegenheid om deze afspraak te effectueren, dient zich aan op 23 november tijdens de regionale businessdagen in Alkmaar. Het Regionale Platform Arbeidsmarkt Noord Holland Noord treft in samenwerking met de Taskforce, CWI, de scholen en het regionale bedrijfsleven voorbereidingen om hier stageplaatsen te werven.
Pagina 17
In aansluiting op commitmentsessies en actiedagen organiseert de Taskforce samen met de betrokken partijen regionale acties. De inzet daarbij is om in voorbereiding op een actiedag met partijen te komen tot gecoördineerde wervingsacties bij werkgevers. Jongeren worden door CWI, UWV en gemeente voorgeselecteerd om deze plekken te vervullen. Voor 2005 blijft de Taskforce dit concept uitdragen en worden commitmentsessies en actiedagen georganiseerd. Om het regionale offensief kracht bij te zetten heeft de Taskforce een ambassadeursnetwerk van wethouders uit de VNG commissie Sociale Zaken ingesteld. Deze ambassadeurs zetten zich op regionaal niveau in voor de acties van de Taskforce. Voor alle acties heeft de Taskforce in het CWI een bondgenoot gevonden waar het gaat om het melden van vacatures. Alle werkgevers worden opgeroepen hun jeugdbanen te melden bij het CWI. Voor het organiseren van regionale acties zijn de MKB actieteams een bondgenoot voor de Taskforce. Het MKB-leerbanenproject werkt aan 10.000 leerbanen die een onderdeel vormen van de 40.000 banen waar de Taskforce voor staat. Landelijk en regionaal werkt de Taskforce samen met VNO-NCW om haar leden op te roepen om JOP-banen te blijven melden. Verder werkt de Taskforce samen met het UWV en Jong Actief, het samenwerkingsverband van MKB Nederland, VNONCW, LTO en CWI bij het voorbereiden van acties. Ü De Taskforce continueert haar regionaal offensief en organiseert commitmentsessies en actiedagen. Ü Bij het regionale offensief maakt de Taskforce gebruik van haar ambassadeursnetwerk van wethouders. Ü De Taskforce betrekt bij alle acties andere partijen: CWI, gemeenten, ROC’s, AOC’s, Kenniscentra, UWV, Jong Actief, MKB-leerbanenplan, VNO-NCW, LTO Nederland, branche-organisaties en natuurlijk individuele werkgevers. Ü De Taskforce stelt voor werkgevers die meer dan 20 jeugdbanen op jaarbasis aanbieden een accountmanager beschikbaar die bij knelpunten kan fungeren als breekijzer. Sectoraal De Taskforce heeft in 2004 samen met de gemeenten Eindhoven, Hengelo en Rotterdam, de O&O fondsen A en O Metalektro, OOM en OTIB en het kenniscentrum Kenteq een O&O Jeugdmodel ontwikkeld. De Taskforce wil in 2005 het O&O Jeugdmodel verbreden naar andere gemeenten en O&O fondsen. De Taskforce ziet mogelijkheden om gezamenlijk en grootschalig de werving van leerbanen en de praktijkopleiding van jongeren zonder startkwalificatie aan te pakken. In het O&O Jeugdmodel bundelen O&O fondsen en gemeenten hun middelen om jongeren naar een leerbaan te leiden. Gemeenten zorgen ervoor dat jongeren BBL-klaar zijn en zetten loonkostensubsidie in en O&O fondsen financieren de opleidingskosten. Doelstelling is om het voor werkgevers aantrekkelijk te maken om leerbanen aan te bieden. Daarnaast wil de Taskforce de samenwerking tussen O&O fondsen en gemeenten faciliteren, zodat meer gemeenten en O&O fondsen zich bij het model kunnen aansluiten. De Taskforce maakt graag gebruik van het
Pagina 18
aanbod van de Raad voor werk en inkomen (RWI) om de Taskforce te ondersteunen bij de uitrol van het O&O jeugdmodel. Via Jong Actief, het samenwerkingsverband van MKB, LTO, VNO-NCW en CWI, worden acties opgestart om via branche organisaties werkgevers te benaderen om banen te melden. Ü De Taskforce zet via het O&O Jeugdmodel in op een ‘massief scholingsoffensief’ waarbij gemeenten en O&O fondsen hun middelen bundelen om jongeren via een BBL-plek naar een startkwalificatie te leiden. Ü De Taskforce zoekt samenwerking met Jong Actief bij het uitvoeren van branche gerichte acties. Mogelijkheden voor werkgevers Er zijn voor werkgevers diverse mogelijkheden om via de inzet van jeugdwerklozen te investeren in hun personeelsbestand. Naast het O&O Jeugdmodel zijn dat: 1. Mogelijkheden die het UWV heeft gecreëerd om de scholing voor jongeren in de WW mogelijk te maken; 2. Fiscale mogelijkheden via de Wet vermindering afdrachtkorting, met deze fiscale maatregelen is het aantrekkelijk om jongeren een leerbaan aan te bieden; 3. Gemeenten hebben de mogelijkheid om jongeren met behoud van uitkering werkervaring op te laten doen, zodat ze “fit” blijven voor de arbeidsmarkt; 4. Voor werkgelegenheidsprojecten kan een beroep worden gedaan op ESF-gelden.
Speciale acties Op diverse manieren zullen in 2005 werkgevers actief worden benaderd om in actie te komen en jeugdbanen te melden. Dit zal onder andere gebeuren met een speciale ‘Kettingbrief-actie’ waarbij werkgevers worden uitgenodigd om zelf jeugdbanen te melden. Dit kunnen zij doen door een speciaal voor dit doel vervaardigde actiekaart in te vullen en terug te sturen. Als een ‘echte’ kettingbrief kunnen zij vervolgens twee andere kaarten opsturen naar werkgevers die wellicht ook een jeugdbaan aan kunnen bieden. Ü De Taskforce organiseert een Kettingbrief actie onder ondernemers in Nederland om jeugdbanen te melden bij het CWI. Ü De Taskforce benadert individuele werkgevers via Lion’s clubs, de Rotary, Kamers van Koophandel en ondernemersverenigingen.
Pagina 19
Landelijk In mei 2005 organiseert de Taskforce in samenwerking met de Nederlandse Staatsloterij een landelijke televisieavond over jongeren en werk. Deze televisieavond vormt het sluitstuk van het eerste jaar actievoeren van de Taskforce en zal voor een groot gedeelte in het teken staan van het werven van jeugdbanen. Om de avond een succes te laten worden, heeft de Taskforce samen met de Staatsloterij en een aantal sponsors het ‘Go4it Card concept’ uitgewerkt. De Taskforce vraagt aan alle ROC’s, uitzendbureaus, CWI, UWV,Gemeenten om Go4it Cards te kopen. Deze Go4it Cards geven recht op verschillende aanbiedingen en kortingen van de partijen die erin participeren. Daarnaast geeft de card recht op een éénvijfde Staatslot voor de Staatsloterij trekking van mei 2005. De bedoeling van de card is dat partijen deze uitreiken als beloning bij een succesvolle bemiddeling. Zowel de werkgever als de jongere ontvangen bij een bemiddeling een Go4it Card. Samen met de Fortis Foundation en de Start Foundation werkt de Taskforce aan de Baanbrekerprijs. Deze prijs wordt ieder jaar door de Start Foundation uitgereikt en staat dit jaar in het teken van de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Coaches van de Fortis foundation werken samen met jongeren aan het genereren van creatieve oplossingen om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Het beste idee wint de Baanbrekerprijs 2005. De competitie voor deze prijs begint in januari en de prijsuitreiking vindt gelijktijdig plaats met de grote televisieavond in mei.
Go4It-Card • • • • •
• • • • •
•
Amsterdam ArenA 25 % korting op World of Ajax tour Bol.com eenmalige korting van € 4,- op bestelling via Bol.com Duinrell € 2,50 korting op toegang tot het Tikibad (maximaal 4 personen) Kral SuperPhoto € 2,50 korting op maken van kleuren of zwart/wit pasfoto's Madame Tussauds Amsterdam toegang voor € 10,- i.p.v. € 23,50 (volw.) of € 17,50 (6-15 jr) Megafestatie 10% korting op toegangsprijs voor dit evenement Pathé Bioscopen € 1,50 korting op bioscoopkaartje (in sommige theaters € 2,-) Qick € 10,- extra beltegoed bij aanschaf van een qick prepaid pakket via BelCompany Sanoma Uitgevers 10 nummers van het blad Yes voor € 10,i.p.v. € 18,Staatsloterij 1/5e Staatslot met jackpot tegen inwisseling van de Go4it-Card vanaf maart 2005 Tri-Run 10% korting op alle aankopen, met uitzondering van accessoires www.jelotineigenhand.nl
Ü De Taskforce participeert in de Baanbrekerprijs 2005 die door Start Foundation en de Fortis Foundation zal worden uitgereikt aan het beste idee van jongeren voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Ü De Taskforce organiseert in samenwerking met de Nederlandse Staatsloterij een landelijke televisieactie over jongeren, beroepsonderwijs en werkgelegenheid.
Pagina 20
Sluitende aanpak De Taskforce wil samen met de RMC’s, die verantwoordelijk zijn voor registratie en trajectbegeleiding van voortijdig schoolverlaters, op regionaal en lokaal niveau de sluitende aanpak rondom jongeren verbeteren. Als voortijdig schoolverlaten vroegtijdig wordt gesignaleerd is het eenvoudiger om er iets aan te doen. Voor gemeenten is het relevant om de aanpak van jongeren sluitend te krijgen, omdat zij anders het risico lopen dat jongeren een te grote afstand tot de arbeidsmarkt ontwikkelen en daarmee blijvend uitkeringsafhankelijk worden. Door de invoering van de nieuwe Wet Werk en Bestand levert een investering in de sluitende aanpak een rendement op in het aantal uitkeringen dat een gemeente moet verstrekken. Voortijdig schoolverlaten is ook een belangrijk thema in de Lissabon strategie. Daarin is opgenomen dat het aantal ingezetenen tot 24 jaar zonder startkwalificatie moet worden gehalveerd. Aanvullend streeft het kabinet ernaar, om samen met partijen op landelijk en regionaal niveau het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie het onderwijs dreigt te verlaten terug te brengen: in 2006 met dertig procent ten opzichte van het aantal in 1999, en in 2010 met vijftig procent ten opzichte van het aantal in 2000. RMC-verbeterplannen De Taskforce zet voor het verbeteren van de sluitende aanpak vooral in op het versterken van de RMC-functie. In 2004 zijn door alle RMC-regio’s verbeterplannen ingediend. Op basis van deze verbeterplannen stelt het ministerie van OCW extra middelen beschikbaar. Met deze middelen en met ondersteuning van de Taskforce worden deze verbeterplannen in 2005 gerealiseerd. Ü De Taskforce wil in samenwerking met de RMC-contactgemeenten in 2005 de verbeterplannen van de RMC’s realiseren. Ü Op basis van de verbeterplannen en gesignaleerde knelpunten wil de Taskforce voorstellen voor het verbeteren van de RMC-functie doen. Ü De Taskforce stelt voor het realiseren van de RMC-verbeterplannen de inzet van accountmanagers beschikbaar. Kosten en batenanalyse De Taskforce wil meer inzicht krijgen in de kosten en baten van het bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Zij wil daarmee regionale partijen beter ondersteunen bij het realiseren van de sluitende aanpak en het opzetten van een efficiënte en effectieve begeleiding van voortijdig schoolverlaters. Uit eerder onderzoek blijkt dat curatieve projecten 4 à 6 keer duurder zijn dan preventieve projecten. Er is zowel landelijk als regionaal behoefte om meer inzicht te krijgen in deze kosten en baten. Ü De Taskforce start een onderzoek waarbij de kosten en baten van het bestrijden van voortijdig schoolverlaten geanalyseerd worden.
Pagina 21
Lenteactie overgang VMBO-MBO Veel jongeren worden bij hun afstuderen van het VMBO wel uitgeschreven, maar maken vervolgens niet de overstap naar het MBO. Ervaringen in de provincie Groningen laten zien dat zo’n 15 tot 20% van de jongeren aan het eind van het VMBO nog niet weet wat ze het schooljaar daarop gaan doen. In het schooljaar 2002/2003 waren er landelijk ruim 91.000 jongeren die aan het eindexamen VMBO deelnamen (gegevens CBS). Dat betekent dat tussen de 13.000 en 18.000 jongeren bij het verlaten van het VMBO nog geen vervolgbestemming heeft. Het zal duidelijk zijn dat deze jongeren een groot risico lopen om tussen wal en schip te raken. In verschillende regio’s is deze problematiek onderkend en zijn er initiatieven genomen om de jongeren die tot deze groep behoren gedurende de lenteperiode te benaderen en aan te sporen om te kiezen voor vervolgonderwijs, of door te leiden naar het CWI. Veelal spelen hierbij de RMC’s een centrale rol. In Groningen is men er in geslaagd om het aantal jongeren dat nog niet weet wat ze volgend schooljaar gaan doen terug te brengen tot 10%. Nog niet overal in het land bestaat een vangnet om deze jongeren in de lenteperiode te bewegen een vervolgopleiding te gaan volgen. De Taskforce wil in overleg met het onderwijsveld en de RMC’s bekijken hoe in een speciale Lenteactie de sluitende aanpak in de overgang van het VMBO naar de ROC’s verbeterd kan worden. Aan deze lenteactie zal ook tijdens de Staatsloterij televisie avond aandacht worden besteed. Ü De Taskforce wil in de regio een Lenteactie organiseren om de doorstroom van VMBO naar MBO te bevorderen. Stage Info Punt Op vrijdag 3 september 2004, tijdens de opening van het Bve-Jaar, werd het Stage Info Punt geopend. Inmiddels is dit informatiepunt voor jongeren en hun ouders twee maanden actief en heeft een evaluatie plaatsgevonden van de binnengekomen meldingen door middel van een terugbelactie. Aan iedereen die het Stage Info Punt heeft benaderd, is gevraagd of zij op een later moment teruggebeld wilden worden. Vijftien mensen hebben hier positief op gereageerd. De overigen vonden dit niet nodig omdat ze afdoende geholpen waren. Mocht het nodig zijn dan zouden zij zelf opnieuw contact met het Stage Info Punt opnemen. Van de 15 mensen die hebben aangegeven dat ze teruggebeld wilden worden, zijn er inmiddels veertien mensen benaderd met de vraag hoe hun situatie er nu voorstaat. Vijf van hen hebben inmiddels een stageplaats gevonden. Voor drie jongeren loopt op dit moment een sollicitatieprocedure. Zes mensen hadden nog geen enkele stageplaats gevonden. Deze deelnemers hadden al wel op de website gekeken van de betreffende kenniscentra en in een aantal gevallen ook gebeld. Ze hebben alle zes het antwoord gekregen dat er op dit moment geen stageplaatsen meer waren. Eén deelnemer is bij het kenniscentrum op een wachtlijst geplaatst.
Beroepspraktijkvormingsplaatsen De Taskforce vraagt speciale aandacht voor het aantal BPV-plekken2 in Nederland. In 2004 heeft de Taskforce een BPV-actie georganiseerd waarbij in samenwerking met Colo en de Bve Raad een inventarisatie is gemaakt van de tekorten aan BPVplekken. Deze BPV-actie zal in 2005 door de Bve Raad en Colo zelf georganiseerd worden. Dat moet ook al eerder in het jaar gebeuren. De Taskforce streeft ernaar om de BPV-actie te laten samenvallen met de Lenteactie in mei op het moment dat veel jongeren hun VMBO diploma behalen. Om informatie over BPV-plekken ook via 2
BBL-plekken en BOL-stages
Pagina 22
jongeren te krijgen en hen te ondersteunen bij vragen of moeilijkheden heeft de Taskforce samen met het JOB en ondersteund door CNV jongeren, FNV, Colo, de Bve Raad. CWI, VNO-NCW en MKB Nederland het Stage Info Punt in het leven geroepen. Op het telefoonnummer (020-4234646) en de internetsite (www.stageinfo.nl) van het Stage Info Punt kunnen jongeren in het (v)mbo terecht met hun vragen over stages. Uit de evaluatie van het Stage Info Punt in maart moet blijken of het infopunt blijft voortbestaan bij het JOB. In ieder geval wordt er een rapportage opgesteld over de vragen en opmerkingen die bij het Stage Info Punt zijn binnengekomen. Deze rapportage wordt gebundeld met de resultaten van de BPV-actie. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze rapportage zal de Taskforce voorstellen doen om meer gericht leerbedrijven te acquireren en/of de beroepskeuzevoorlichting te verbeteren. Hierbij zal de Taskforce nauw samenwerken met Colo en de Bve Raad om gezamenlijk actie te voeren voor BPV-plekken. Ü Bij alle regionale actiedagen vraagt de Taskforce samen met Kenniscentra aandacht voor de beschikbaarheid van voldoende BPV plekken. Ü Colo en de Bve Raad herhalen de BPV-actie in het voorjaar van 2005 om de tekorten aan BPV-plekken te signaleren. Ü De Taskforce organiseert samen met Colo en Kenniscentra op basis van gesignaleerde tekorten bewuste en gerichte acquisitie van leerbedrijven. Ü De Taskforce komt in maart met aanbevelingen naar aanleiding van de BPVactie en de resultaten van het Stage Infopunt. De jongeren van de Taskforce De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft sinds haar oprichting steeds een jongere in dienst gehad om werkervaring op te doen of stage te lopen. De Taskforce wil daarmee zelf jongeren de mogelijkheid bieden om werkervaring op te doen en hen eventueel terug te leiden naar een opleiding. Bovendien is het bieden van een jeugdbaan een waardevolle en inspirerende ervaring. De eerste jongere die stage kwam lopen bij de Taskforce was Sheralinda Petronia. Zij heeft JOPstage gelopen van 1 februari tot 1 mei 2004. Ze had een uitkering, maar wilde graag gaan werken, mits goede kinderopvang was geregeld. Helaas ging dat erg moeilijk. Wel kon ze via CWI drie maanden (met behoud van uitkering) stage lopen bij de Taskforce. Na haar stage heeft ze direct een andere baan gevonden. Ze werkt nu bij het ministerie van SZW, Arbeidsinspectie. Rai Teng Lee was de tweede stagiaire die van van 1 mei tot 1 juli 2004 bij de Taskforce werkzaam was. Zij heeft een BOL-opleiding MBO-niveau 4 gedaan. Rai Teng moest drie maanden stage lopen om haar diploma te kunnen behalen. Na drie maanden besloot Rai Teng om verder te gaan studeren. Ze studeert nu aan de Haagsche Hogeschool (HBO), facilitymanagement. In september 2004 heeft Gulbahar Oktem (Wajong) een week snuffelstage bij de Taskforce gelopen. Rianne van Wissen doet sinds september 2004 voor drie maanden werkervaring op bij de Taskforce. Op dit moment is ze bezig met solliciteren naar een andere baan.
Risicojongeren en leren in de praktijk Alle scholen hebben te maken met ‘niet-kunners’ en ‘niet-willers’. Deze jongeren lopen een groter risico om voortijdig schoolverlater te worden. De Taskforce zal met Colo en de Bve Raad onderzoeken hoe deze groep jongeren kan worden verzekerd van een goede start op de arbeidsmarkt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar het enthousiasmeren van deze jongeren voor het beroepsonderwijs via leren in de praktijk en het creëren van extra leerwerkplekken en BPV-plaatsen. Extra leerbanen zijn te vinden door samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld in de bouwsector en in de metaalsector) te bevorderen, simulatieplekken op scholen mogelijk te maken of door
Pagina 23
verschillende eisen te stellen aan BPV-plaatsen (bijvoorbeeld 1e en 2e graads accreditatie).
Het is belangrijk dat er een substantieel aantal beroepspraktijkvormings-plaatsen (BPV-plaatsen) voor het beroepsonderwijs wordt gegenereerd omdat het leren in de praktijk (ook in tijden van recessie) voor deelnemers een belangrijk onderdeel van hun opleiding is. Dat maakt immers vakmensen van onze mbo’ers. Onder bpvplaatsen worden ook stage en simulatieplaatsen gerekend. Het ministerie van OCW heeft extra middelen vrijgemaakt vanuit de lumpsum van de instellingen met als doel te voorzien in extra BPV-plaatsen. De achterliggende gedachte hierbij is dat in tijden van economische tegenwind het moeilijk is om aan geschikte bpv-plekken te komen. In het kader van de ‘proeftuinen’ in het middelbaar beroepsonderwijs per 1 oktober jl. wordt onder meer gewerkt aan de brede assistent-opleiding. Extra aandachtspunt hierbij is dat er voldoende bpv-plaatsen beschikbaar moeten zijn voor deelnemers aan deze nieuwe opleiding. Het genereren van bpv-plaatsen voor proeftuinen in het algemeen en de brede assistent-opleiding in het bijzonder heeft prioriteit. Het gezamenlijk procesmanagement ‘Herontwerp beroepsonderwijs’ van Bve Raad en Colo, is belast met de uitvoering van de ‘proeftuinen’. Dit procesmanagement zal op verzoek van het ministerie van OCW ook het genereren van extra bpv-plaatsen gaan coördineren. In overleg met dit procesmanagement, Colo, Bve Raad en het Ministerie van OCW zal de Taskforce onderzoeken op welke wijze zij een bijdrage kan leveren aan het genereren van deze extra bpv-plaatsen. Ü De Taskforce onderzoekt met Colo en Bve Raad de mogelijkheden voor leren in de praktijk door risicojongeren. Ü In overleg met het gezamenlijk procesmanagement ‘Herontwerp Beroepsonderwijs’, Colo, Bve Raad en het Ministerie van OCW zal de Taskforce onderzoeken op welke wijze zij een bijdrage kan leveren aan het genereren van extra bpv-plaatsen voor proeftuinen in het algemeen en de brede assistent-opleiding in het bijzonder.
Communicatie Communicatie richting de verschillende doelgroepen is een belangrijke taak voor de Taskforce. Het is een essentieel onderdeel van alle acties die in dit Actieplan beschreven zijn. De Taskforce wil in de richting van haar doelgroepen zorgen voor een goede communicatie. Daarom heeft zij verschillende voorlichtings- en communicatiecampagnes in ontwikkeling, waarbij van verschillende communicatiemiddelen- en kanalen gebruik wordt gemaakt: § §
Richting werkgevers; om hen op te roepen jeugdbanen te melden. Dit gebeurt door middel van advertenties, maar ook door free publicity, flyers en folders. Richting jongeren om hen te wijzen op de waarde van een opleiding, de rol van CWI en om hen te helpen bij het maken van een studie- en
Pagina 24
§
§
beroepskeuze. De voorlichting zal met name gericht zijn op de werkzoekende jongeren, die nu CWI, gemeente of jongerenloket niet weten te vinden. Ook dit gebeurt door middel van advertenties, speciale acties gericht op jongeren, maar ook door free publicity rondom bijvoorbeeld het Stage Info Punt. Richting ouders omdat uit de eerder genoemde ‘Quickscan’ duidelijk naar voren kwam dat zij een belangrijke rol als adviseur vervullen in het proces van studie- en beroepskeuze. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van voorlichtingsmateriaal speciaal gericht op de doelgroep ouders. Richting intermediairs om hen te wijzen op het belang van de bestrijding van jeugdwerkloosheid en het versterken van de samenwerking in de keten rondom de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
Alle communicatiemiddelen zullen landelijk ingezet worden, maar ook sectoraal en regionaal. Op die manier wordt op elk voor de Taskforce belangrijk moment mediaaandacht gezocht en ontstaat een breed draagvlak voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Ü De Taskforce zet gedurende het jaar, ter ondersteuning van haar doelstelling, communicatiemiddelen in waar dat nuttig en nodig is.
Jongeren Allochtone jongeren De Taskforce heeft zich het afgelopen jaar in haar aanpak gericht op de bestrijding van jeugdwerkloosheid voor alle jongeren (generiek). Zij heeft dus geen specifieke acties gevoerd gericht op extra werkgelegenheid voor allochtone jongeren. Deze generieke acties hebben er in 2004 toe geleid dat tot en met oktober dat er bijna 20.000 jongeren zijn bemiddeld naar een jeugdbaan. Dat zijn er in vergelijking met 2003 6.618 jongeren extra. Van de bemiddelde jongeren waren 2067 jongeren allochtoon (10,3%). Uit signalen uit de praktijk blijkt dat allochtone jongeren specifieke belemmeringen ondervinden in hun start op de arbeidsmarkt. Het is een bekend gegeven dat een allochtone herkomst in veel sollicitatiesituaties voor reguliere banen en/of stages een nadelig effect heeft op de kansen de betrekking te krijgen. Door deze vormen van discriminatie wordt het voor allochtone jongeren moeilijk zichzelf te zien als medeburgers van een gedeelde samenleving, terwijl werk juist bijdraagt aan een goede binding met onze samenleving en daarnaast ook sociaal-economisch meer perspectief biedt. Daarom is het noodzakelijk dat de eerste stap, de overgang van onderwijs naar werk voor allochtone jongeren goed verloopt. Frustratie in de beginnende beroepsloopbaan kan een begin zijn van een afkeer van de samenleving. Het kabinet heeft aangekondigd te willen komen tot een activeringsprogramma voor personen en organisaties om zich open te stellen voor allochtone jongeren. Op verzoek van het kabinet zal de Taskforce zich het komende jaar in overleg met de ministeries van Justitie, BZK, OCW en SZW beraden over een toespitsing van de aanpak van jeugdwerkloosheid op allochtone jongeren. In ieder geval onderzoekt de Taskforce in samenwerking met Forum en VNO-NCW de mogelijkheid om een opleidings-/coachings programma voor hoger opgeleide en allochtone jongeren op te zetten.
Pagina 25
Ü De Taskforce zal zich in overleg met de ministeries van Justitie, BZK, OCW en SZW beraden over een toespitsing van de aanpak van jeugdwerkloosheid op allochtone jongeren. Ondernemerschap In de komende periode wil de Taskforce aandacht besteden aan de mogelijkheden van ondernemerschap voor jongeren. Ondernemerschap zal in de toekomst een steeds belangrijkere mogelijkheid voor jongeren worden om een positie op de arbeidsmarkt te verwerven. In 2005 zullen de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een expertmeeting organiseren over Ondernemerschap. De Taskforce zal deze bijeenkomst benutten om de mogelijkheden voor jongeren om een eigen bedrijf te beginnen, te onderzoeken. In het geval van toespitsing van de aanpak van jeugdwerkloosheid op allochtone jongeren ziet de Taskforce mogelijkheden om de arbeidsmarktpositie van met name allochtone jongeren te verbeteren door het zelfstandig ondernemerschap van allochtonen te stimuleren en te bevorderen. Ü De Taskforce onderzoekt de mogelijkheden om Jong ondernemerschap in te zetten als instrument bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Jongeren buiten bereik arbeidsmarktbeleid Naar aanleiding van de analyse van de RWI ‘Duizenden werkloze jongeren buiten bereik arbeidsmarktbeleid’ heeft de Overleggroep Jeugdwerkloosheid de RWI gevraagd een vervolgonderzoek uit te voeren. Met dit onderzoek wil de Overleggroep Jeugdwerkloosheid meer inzicht krijgen in de vier categorieën werklozen die de RWI heeft beschreven. Vooral de groep ‘jongeren die niet wil werken’ en de groep ‘jonge zorgers’, zullen daarbij aandacht krijgen. Belangrijk hierbij is de kenmerken en het profiel van deze groep beter in beeld te krijgen. Van de resultaten van dit onderzoek zal de Taskforce gebruik maken om te bepalen hoe deze groepen jongeren het best bereikt kunnen worden. Niet uitgesloten kan worden dat dit ook andere instrumenten vraagt dan arbeidsmarktbeleid en onderwijs. Ü De Taskforce zal via voorlichting werkzoekende jongeren, die nog niet staan ingeschreven bij het CWI, wijzen op de ondersteuningsmogelijkheden van het CWI en de gemeenten.
Innovatie De Taskforce wil in 2005 opnieuw een instrument of activiteit ondersteunen die op een innovatieve manier een bijdrage levert aan de doelstellingen of taken van de Taskforce Jeugdwerkloosheid.
Pagina 26
Beroepsoriëntatie & beroepsvoorlichting De Taskforce is van mening dat sprake is van een grote mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant zijn er vacatures in bepaalde branches en sectoren en aan de andere kant staat er meer dan 50.000 jongeren ingeschreven bij CWI. Daarnaast worden de RMC-functionarissen overstelpt met meldingen van jongeren die op het MBO of het VMBO van studie wisselen. Het beroepsbeeld van jongeren is sterk vertekend en hun blik op de arbeidsmarkt is lang niet altijd reëel. Dat leidt tot voortijdig schoolverlaten of jongeren die met een niet-passende opleiding de arbeidsmarkt willen betreden. De Taskforce wil in 2005 acties ontwikkelen om de mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken. Op basis van een expertmeeting zal samen met het Ministerie van OCW, Colo, Bve Raad, en het platform beroepsonderwijs een concreet plan worden gemaakt. Het Ministerie van OCW heeft in het kader van het versterken van de rechten van de deelnemer aan het beroepsonderwijs € 5 miljoen extra beschikbaar voor onder andere loopbaanoriëntatie, beroepskeuzevoorlichting en imagoverbetering van het beroepsonderwijs. Ü De Taskforce wil stimuleren dat er meer wordt gedaan aan beroepsoriëntatie en beroepsvoorlichting op het (V)MBO. Ü De Taskforce wil samen met het Ministerie van OCW een bijdrage leveren aan het verbeteren van het imago van het beroepsonderwijs. Arbeidsmarktpaspoort De Taskforce heeft op basis van de uitkomsten van de pilots met het arbeidsmarktpaspoort aanbevelingen gegeven aan de staatssecretarissen van OCW en SZW, die zij kunnen gebruiken bij de implementatie van de Europass in Nederland. De ervaringen die de Taskforce heeft opgedaan in de pilots kunnen een goede bijdrage leveren aan de implementatie van de Europass in Nederland. Omdat de Taskforce van mening is dat het arbeidsmarktpaspoort een belangrijke bijdrage kan leveren om de positie van jongeren op de arbeidsmarkt te versterken, wil de Taskforce graag een bijdrage leveren aan de verdere uitrol van de Europass in Nederland en zal in overleg met de beide ministeries bepalen op welke wijze dat het meest effectief kan.
Pagina 27
Begroting & Organisatie De Taskforce heeft het afgelopen jaar financieel gunstig afgesloten. Omdat de Taskforce regionaal steeds aansluiting heeft gezocht bij al bestaande initiatieven en heeft samengewerkt met regionale partijen zijn er minder kosten gemaakt voor het organiseren van bijeenkomsten. De bezetting van de Taskforce was vanaf 1 juli volledig, waardoor ook op het personele budget bespaard is. Deze besparing zal in 2005 teniet worden gedaan, omdat er nu wel vanaf het begin van het jaar met een volledige bezetting wordt gewerkt. De begroting van de Taskforce ziet er voor 2005 als volgt uit: 2005 Personeelskosten
PDTJ Taskforce Opleiding Onkosten
950.000 200.000 25.000 25.000 1.200.000
Bijeenkomsten Innovatie O&O Jeugdmodel Arbeidsmarktpaspoort Communicatie Onvoorzien
400.000 500.000 100.000 100.000 1.250.000 350.000 3.900.000
De Taskforce wordt ondersteund door een kleine en flexibele projectdirectie. Afhankelijk van het werkplan van de Taskforce zal jaarlijks worden bepaald wat de meest effectieve omvang van de projectdirectie is. De projectdirectie bestaat in 2005 uit: Projectdirecteur: De projectdirecteur is verantwoordelijk voor de aansturing van de projectdirectie. 2 Projectleiders: Een projectleider is verantwoordelijk voor de arbeidsmarkt (o.a. het realiseren van de 40.000 jeugdbanen), de andere voor onderwijs (o.a. de sluitende aanpak en de beroepspraktijkvorming) 1 tijdelijke projectleider: De projectleider is verantwoordelijk voor de uitrol van het O&O-Jeugdmodel. 8 Accountmanagers: Deze accountmanagers zullen als een vliegende brigade worden ingezet om zowel het regionale offensief te ondersteunen als het versterken van de sluitende aanpak.
Pagina 28
Communicatieadviseur: De communicatieadviseur is verantwoordelijk voor de aansturing van het communicatiebureau. Communicatiedeskundige: De communicatiedeskundige is verantwoordelijk voor de uitvoering van de communicatieactiviteiten. Managementassistent: De managementassistent ondersteunt de projectdirectie en de leden van de Taskforce. Jeugdbaan: De projectdirectie zal doorlopend plaats bieden aan een werkzoekende jongere.
Pagina 29