Brief d.d. 7 februari 2006 van het college van B&W met reactie op dit voorstel
Raadsvoorstel 5/2006
Initiatiefvoorstel ter voorkoming van meisjesbesnijdenis Inleiding Meisjesbesnijdenis heeft het afgelopen decennium meerdere malen op de politieke agenda gestaan. Inmiddels heeft het tegengaan van deze vorm van kindermishandeling prioriteit gekregen van de regering. Het ministerie van VWS heeft zes regio’s (de G4 en Tilburg en Eindhoven) als concentratie gebieden gekenmerkt. In de gekozen steden wonen de grootste aantallen allochtonen die aan meisjesbesnijdenis (zouden kunnen) doen. In 2006 start het VWS in samenwerking met de GGD, Pharos en FSAN een offensief in de hierboven genoemde regio’s. Nijmegen hoort niet bij de concentratie gebieden. Het aantal allochtonen in Nijmegen was in de ogen van het ministerie nog te laag om van een concentratiegebied te spreken. Naast Afrika worden in Azië en Zuid-Amerika ook meisjes besneden. In Nijmegen verblijven momenteel 15007 personen die hun wortels in deze continenten hebben. Een deel van hen is bekend met deze traditie. De mate waarin het voor komt is niet bekend. Meisjesbesnijdenis is een groot taboe en de meeste die er mee bekend zijn spreken er niet graag over. Hierdoor ontbreek ieder vorm van een database. Voor GroenLinks is ieder meisje dat besneden wordt een te veel, daarom dienen wij dit voostel in om meisjesbesnijdenis te helpen uitroeien.
De doelgroepen • ISK leerlingen, jonge asielzoekers uit landen waar meisjes worden besneden • leerlingen op het VMBO, VSO en MBO • Bewoners van het AZC • Allochtonen die naar Nijmegen zijn gekomen in het kader van gezinsvorming/ hereniging • Moeders die zelf besneden zijn en een kind krijgen • Alle bij instellingen en zo’s bekende allochtonen, die uit landen komen waar meisjesbesnijdenis een gewoonte is.
Uitgangspunten • Kiezen voor een integraal preventief aanpak De gemeente Nijmegen erkent en neemt de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het probleem meisjesbesnijdenis. De gemeente faciliteert voorlichtingsactiviteiten die in 2006 van start gaan. Dit gebeurt in samenwerking met diverse lokale en landelijke partners. Tegelijkertijd wordt er geïnvesteerd in het bevorderen van deskundigheid en gesprekstechnieken over dit onderwerp bij de professionals in de jeugdketen.
•
Kennisvergroting via de verschillende kanalen De aanhangers van deze traditie zijn vaak eenkennig. Veel moeders die zelf besneden zijn hebben sinds hun jeugd te horen gekregen dat meisjesbesnijdenis de normaalste zaak van de wereld was. Bij hen werden juist degene die niet besneden waren uit de gemeenschap verstoten. Een deel van hen heeft ook lang gedacht dat het een Islamitisch gewoonte was. Diverse Islamitische geleerden hebben zich duidelijk tegen deze pre-Islamitische traditie uitgelaten. De Nijmeegse geestelijke leiders kunnen tijdens de preek op de vrijdag aandacht besteden aan meisjesbesnijdenis.
•
Tijdig voorlichten Nieuwkomers komen op twee wijzen Nijmegen binnen, via gezinsvorming/ hereniging of door asiel aan te vragen. Ieder nieuwkomer moet tijdig op de hoogte worden gesteld van de Nederlandse wetgeving en dat het besnijden van jonge meiden een strafbaar feit is. Bij het Oriëntatie & Integratie Centrum (AZC) is de Medisch Opvang Asielzoekers (MOA) het aangewezen orgaan om voor te lichten. Wat de nieuwkomers via de reguliere procedures betreft kan Unit inburgering, indien iemand uit een risicovol land komt, hem direct attenderen om het bestaan van de GGD.
•
Jong geleerd oud gedaan Bij diepgewortelde tradities als meisjesbesnijdenis is een cultuuromslag en mentaliteitsverandering nodig. Het tijdig aanwijzen van de jongeren op de gevaren van een besnijdenis verkleint de kans dat ze het zelf laten bij hun eigen kinderen zullen doen. Voorlichting op scholen is daarom noodzakelijk.
•
Empowermentstrainingen voor vrouwen Jongen meiden die in Nederland geboren en getogen zijn worden tot op de dag van vandaag nog steeds besneden. Deze meisjes worden niet langer in Nederland besneden. Ze worden door de in het land van herkomst achtergebleven familieleden onderhanden genomen, wanneer tijdens de vakanties de familie bezoeken. Een van de voornaamste redenen die de ouders opgeven voor hun handelen is de sociale druk. Empowermentstrainingen helpen de moeders assertiever worden, zodoende kunnen ze hun familie weerstand bieden.
•
Aansluiting zoeken bij de initiatieven die vanuit de gemeenschappen zijn ontstaan. Zelforganisatie en sleutelfiguren spelen een belangrijke rol bij de toenadering van de verschillende allochtone gemeenschappen. Ze zorgen voor de vergroting van het draagvlak. Ze kunnen worden ingezet in het preventietraject voor werving en de organisatie van voorlichtingsbijeenkomsten. In Nijmegen heeft de Soedanese gemeenschap al in 2004 een bijeenkomst gehouden over dit thema. De Soedanezen kunnen als voorbeeld worden gebruikt voor andere gemeenschappen.
Uitvoerders • GGD, de trekker • MOA • Rutgers Nisso Groep • Pharos Ter voorbereiding van dit voorstel heeft Groenlinks met overleg gevoerd met de GGD, Rutgers Nisso Groep, MOA en Pharos. Alle genoemde partijen hebben zeer positief gereageerd op het voorstel en willen graag meewerken.
Taakverdeling MOA: AZC GGD: alle andere doelgroepen inclusief de ISK
Samenwerkingspartners van de GGD De doorverwijzers zijn alle organisatie die met de doelgroep te maken hebben • Professionals in de jeugdketen (verloskundigen, huisartsen, onderwijzend personeel, AMK’s, NIDOS etc.) • Unit inburgering • Tandem • VVN • Het Inter-lokaal • NIM • Zo’s • etc
Aanpak • Het uitgangspunt bij de aanpak is, dat de GGD (in samenwerking met de MOA) voortbouwt op de in 2005 geïntroduceerde nieuwe werkwijze en gewonnen deskundigheid, • De GGD zet een klankbordgroep op, bestaande uit de uitvoerende professionals, deskundigen en de doelgroep, • GGD organiseert bijeenkomsten voor de hieronder vermelde groepen - de zelforganisaties en sleutelfiguren - de betrokken instellingen - professionals in de jeugdketen • Er komt een registratiesysteem waarin in ieder geval vermeldt wordt - het aantal gegeven voorlichtingen en andere activiteiten - het bereik - de deelnemers en hun afkomst/ achtergrond, • GGD werkt nauw samen met de MOA, • Rutgers Nisso Groep zorgt voor voorlichtingsmateriaal voor de scholen, • GGD houdt vinger aan de pols bij scholen die voorlichtingen krijgen, • De GGD zorgt voor trainingen, op het gebied van intercultureel communiceren voor haar medewerkers en anderen die er behoefte aan hebben,
• • • • • •
Rutgers Nisso Groep (ism met Pharos) levert getrainde voorlichters voor docenten en andere betrokkenen Pharos zorgt voor deskundigheidbevordering bij GGD-medewerkers, voor zover dit nog nodig is, Pharos zorgt voor deskundigheidsbevordering onder de MOA-medewerkers, voor zover dit nog nodig is, Pharos levert getrainde voorlichters voor het AZC De GGD koppelt het verloop van de activiteiten elke vier maanden terug aan het college De activiteiten worden na een jaar geëvalueerd
Startdatum 1 maart 2006 De bedoeling is dat van af 1 maart 2006 gewerkt wordt aan het creëren van een draagvlak voor deze aanpak door werving en benadering van de samenwerkingspartners en doelgroepen.
Monitoring en bijsturing De regelmatige terugkoppeling tussen de GGD en de gemeente kan indien noodzakelijk leiden tot wijzigingen (en verschuiving van de middelen) in het oorspronkelijk plan.
Beoogde resultaten - Binnen een jaar is de doelgroep bereikt - De doelgroep weet van het bestaan van deskundigen waarbij hij terecht kan - De doelgroep is op de hoogte van de wetgeving en het feit dat meisjes besnijdenis strafbaar is - De professionals en de eerder genoemde samenwerkingspartners van de GGD zijn na een jaar deskundig genoeg op het gebied van meisjesbesnijdenis - De professionals bij de verschillende instellingen weten na een jaar op een goede wijze het onderwerp van meisjesbesnijdenis bespreekbaar te maken - De professionals registreren hoeveel mensen zij hebben voorgelicht en hoe groot de groep is die volgens hen risico loopt besneden te worden of hun dochters te besnijden - De doelgroep wordt op hoogte bracht van aanvullende maatregelen ter bestrijding van meisjesbesnijdenis, die in maart 2007 worden ingevoerd.
Vervolg Na één jaar moet er een verschuiving plaats vinden van voorlichting naar handhaving. Het voorlichten van de doelgroep vindt plaats parallel aan handhaving. Nijmegen gaat in navolging van het plan van VWS de eerder genoemde regio’s meldingen bij het AMK stimuleren en registreren.
Begroting 2006 Bijeenkomsten (totaal) Deskundigheidsbevordering (totaal) Voorlichtingen scholen (9 scholen) voorlichtingsmateriaal Totaal Dekking Flexibele jeugd budget (restant ongeveer € 40.000,00) Bestrijding gezondheidsverschillen (restant ongeveer €12.000,00) Totaal
€10.500,00 €45.000,00 €18.000,00 € 2.500,00 €76.000,00
€58.000,00 €18.000,00 €76.000,00
Dekking na 2006 De meeste kosten zullen bij de implementatie van deze aanpak in 2006 worden gemaakt. De jaren daarop volgende zal minder geld nodig zijn.
Beslispunten 1. Vaststelling van dit voorstel, en uitvoering ervan conform de gegeven richtlijnen 2. Financiering van dit voorstel volgens de gegeven dekking 3. Het college zorgt dat ze elke vier maanden terugkoppeling krijgt van de GGD over het verloop van de activiteiten 4. De raad wordt bij elke terugkoppeling van de GGD, door het college geïnformeerd 5. De activiteiten worden na een jaar geëvalueerd 6. De verantwoordelijkheid van dit alles valt onder de wethouder Jeugdzaken, in het kader van preventief jeugdbeleid, 7. Het college komt vóór maart 2007 met een voorstel over het vervolg, conform de lijn van dit voorstel.
Achtergrond informatie Vrouwenbesnijdenis Iedereen in Nederland heeft wel eens van vrouwenbesnijdenis gehoord. Toch weten maar weinigen wat het precies inhoudt. Tevens zijn er veel misverstanden over het ontstaan ervan. We kunnen alleenmaar gissen naar de mate waarin vrouwenbesnijdenis voor komt in Nederland of andere Europese landen. Dit onderwerp is een groot taboe en het gegeven dat het strafbaar is maakt het moeilijker dit onderwerp te bespreken. Ook in Nederland doen er verhalen en geruchten de ronde, over in Nederland geboren meisjes die besneden worden.
De vormen De Wereld Gezondheidorganisatie (WHO) onderscheidt de volgende vier vormen van female genital mutilation. • Type I Het verwijderen van de voorhuid, eventueel met een gedeeltelijke of gehele verwijdering van de clitoris. Dit is de lichtste, meest symbolische vorm van besnijdenis. • Type II Verwijdering van de clitoris (clitoridectomie) met gedeeltelijke of gehele verwijdering van de kleine schaamlippen, waarbij soms de schede een klein stukje wordt dichtgemaakt. Deze variant komt wereldwijd het meeste voor. De WHO schat dat tachtig procent van alle besneden vrouwen een type II besnijdenis heeft ondergaan. • Type III Verwijdering van de volledige genitaliën en het dichtnaaien of vernauwen van de vagina (infibulatie of faraonische besnijdenis). Infibulatie is de meest extreme vorm, waarbij de clitoris en de kleine schaamlippen helemaal en de grote schaamlippen gedeeltelijk worden weggesneden. De wondvlakken worden vervolgens aan elkaar genaaid, behalve een kleine opening van 1 tot 3 centimeter waardoor urine, afscheiding en menstuatiebloed kan worden afgevoerd. Volgens schattingen zijn vijftien procent van de besneden vrouwen geïnfibuleerd. • Type IV Het prikken, snijden, branden of piercen van de clitoris en/of schaamlippen, het uitrekken van de clitoris en/of schaamlippen, inbrengen van bijtende stoffen of kruiden, enzovoorts. Hieronder verstaan we dus ook de modieuze piercings in de westerse wereld. De leeftijd waarop meisjes worden besneden is afhankelijk van de lokale tradities in het land van herkomst. Meestal gebeurt het als ze tussen de vijf en twaalf jaar zijn, of vlak na de geboorte.
De oorsprong De oorsprong van het besnijden van vrouwen ligt waarschijnlijk in het Egypte van de farao’s. Vrouwenbesnijdenis is geen islamitisch gebruik; het werd al uitgevoerd voor het ontstaan van de islam en het christendom. In gebieden waar het gebruik veel voorkomt, zie je dat ook meisjes uit andere religies worden besneden. Het is dus een cultuurverschijnsel.
De achter liggende reden Ouders die ervoor kiezen hun meisjes te besnijden doen dit om verschillende redenen, maar altijd met de beste intentie. De bestaande opvattingen over vrouwenbesnijdenis binnen de culturen die deze traditie kennen zijn anders dan de westerse opvattingen. Zij groeien op met het idee dat vrouwenbesnijdenis een positieve handeling is. Een besnijdenis zou ervoor zorgen dat; - een meisje niet uit gemeenschap wordt verstoten, - een niet als een slet wordt gezien, - de kans op partner groter wordt, omdat veel mannen een maagd willen, - mannen het idee hebben dat hun vrouwen hun trouw blijven, omdat zij eenmaal minder van seks zouden genieten,
De gevolgen Hoe lichter de vorm, hoe geringer de gevolgen De lichamelijke consequenties van een besnijdenis zijn afhankelijk van de variant waarvoor wordt gekozen. De lichtere varianten (type I) hebben weinig tot geen gevolgen voor de gezondheid van de vrouw, zeker als ze op een hygiënische manier worden uitgevoerd. Soms raakt de besnijdster de genitaliën alleen aan met een mes aan en houdt ze stuk stof met rode kleurstof omhoog dat het reinigende bloed symboliseert. Grootste gevaar tijdens de ingreep zelf Bij een type II-besnijdenis lopen de meisjes vooral gevaar tijdens de ingreep zelf, door slechte hygiëne of overmatig bloedverlies. Ook kan het gebeuren dat een meisje in shock raakt of zelfs een hartaanval krijgt van de pijn. Omdat de schede niet wordt afgesloten zal het meisje als de wond eenmaal is genezen, in het dagelijks leven weinig hinder ondervinden van haar clitoridectomie. Bij een bevalling daarentegen heeft zij door het stugge litekenweefsel in de schede veel meer kans op complicaties dan een onbesneden vrouw, wat ook blijkt uit het verhoogde percentage doodgeboren kinderen. Geïnfibuleerde vrouwen: vaak infecties en pijn Veel - maar niet alle - geïnfibuleerde vrouwen hebben hun hele leven last en pijn van de verminking die hen als meisje is aangedaan. Omdat in deze gevallen de vagina bijna helemaal wordt afgesloten kan urine, vaginale afscheiding en menstruatiebloed niet altijd goed worden afgevoerd. Hierdoor kunnen er infecties en ontstekingen ontstaan die veel pijn en ongemak opleveren en onvruchtbaarheid kunnen veroorzaken. Aanhoudende ontstekingen kunnen leiden tot bloedvergiftiging, waardoor een vrouw uiteindelijk sterft. Als de geïnfibuleerde vrouw voor de huwelijksnacht niet of slechts gedeeltelijk is 'opengemaakt', gebeurt dit meestal voor de bevalling, maar dan nog is een bevalling een verschrikkelijke beproeving. Afhankelijk van cultuur en gewoonte wordt de vrouw na de bevalling opnieuw geïnfibuleerd, waardoor haar 'maagdelijkheid' zou worden hersteld. Besneden vrouwen zien vaak zelf geen verband Uit onderzoek van de Vrije Unversiteit onder besneden vrouwen in Nederland blijkt dat besneden vrouwen vaak niet het verband leggen tussen de besnijdenis die zij als meisje hebben ondergaan en de lichamelijke klachten waar zij later onder lijden. Voorlichting hierover is dus noodzakelijk. Veel vrouwen uit het onderzoek zeiden na informatiesessies dat zij voor hun dochters in ieder geval niet voor infibulatie zouden
kiezen. Helaas zegt de meerderheid nog steeds wel een lichtere variant (type I) besnijdenis te willen. Geestelijk gezondheid De gevolgen voor de geestelijke gezondheid zijn lastig te meten. Het is mogelijk dat meisjes zich incompleet voelen, of last krijgen van angststoornissen en depressies, maar ze zullen hier niet snel iets over zeggen. In het land van herkomst zijn de psychische gevolgen van het niet-besnijden vaak groter, omdat een onbesneden meisje door haar omgeving als onrein, promiscue en onhuwbaar wordt bestempeld. Seksualiteit Uiteraard heeft een besnijdenis ook grote gevolgen voor het seksleven van een vrouw en haar echtgenoot, maar het is niet zo dat vrouwen helemaal geen genot meer kunnen beleven. Als de clitoris ‘slechts’ is ingesneden (incisie) of gedeeltelijk verwijderd kan een vrouw nog steeds genieten van seks. Zelfs vrouwen bij wie de clitoris helemaal is weggehaald zeggen regelmatig een orgasme te krijgen. Maar dit is voor vele anderen niet weggelegd, zeker niet in geval van een infibulatie. Ook mannen blijken vaak pijn te hebben tijdens het vrijen met een geïnfibuleerde vrouw, tot verwondingen van de penis aan toe. Dit blijkt voor voorlichters hét argument te zijn om mannen over te halen hun dochter een dergelijke ingreep te besparen. Vrouwen zijn gevoeliger voor de gezondheidsoverwegingen, met name bij de bevalling.
De wetgeving Strafbaar In Nederland is vrouwenbesnijdenis verboden en strafbaar, zowel voor degene die de behandeling uitvoert als de ouders. Het is niet bekend in hoeverre er in Nederland meisjes worden besneden. Er zijn aanwijzingen dat meisjes tijdens een vakantie in het buitenland (Duitsland, Engeland, Frankrijk of het land van herkomst) onder het mes gaan. Ook schijnt het voor te komen dat een aantal families een traditionele besnijdster uit het land van herkomst over laten komen om in een keer alle meisjes in de goede leeftijdscategorie te besnijden, maar bewijzen hiervoor zijn er niet. Er bestaat in Nederland geen specifieke wet die toelaat besnijdenis bij vrouwen te vervolgen. Er zijn wel twee officiële verklaringen van de Nederlandse regering, daterend van respectievelijk 5 februari 1993 en 16 maart 1993 waarin gesteld wordt dat besnijdenis van vrouwen niet getolereerd en/of geaccepteerd kan worden. Men gaat ervan uit dat de bepalingen opgenomen in het wetboek van strafrecht, artikelen 300 t/m 304 en de bepalingen opgenomen in het administratief recht, betreffende het ongekwalificeerd uitoefenen van een medisch beroep, volstaan. Controleren en bestraffen blijkt in praktijk moeilijk Besnijdenis totaal uitbannen is een moeilijke zaak. Door ouders na de ingreep in het gevang te gooien is het meisje niet geholpen. Niet alleen heeft zij de besnijdenis al ondergaan, zij raakt ook nog eens haar ouders kwijt die - al denken ‘wij’ daar misschien anders over - alleen het beste wensen voor hun dochter. Meisjes in de kwetsbare leeftijd uit huis plaatsen is ook geen oplossing, want hoelang moet dit duren? Een ander struikelblok is de controle. Hoe kom je erachter dat een meisje is besneden. Anders dan bij jongens voert een schoolarts bij meisjes geen genitaal onderzoek uit. Als een dergelijk onderzoek verplicht zou worden gesteld, is het waarschijnlijk dat ouders hun dochters thuishouden op dagen dat de schoolarts op bezoek komt.
Voorlichting Uit het eerder genoemde onderzoek van de Vrije Universiteit blijkt dat voorlichting een hele belangrijke rol kan spelen bij het tegengaan van de genitale verminking. Omdat veel Noord-Afrikaanse moslims denken dat de Koran infibulatie voorschrijft, voelen veel vrouwen zich bedrogen als zij vernemen dat dit niet klopt. Dat zij vaak toch voor een (symbolische) besnijdenis kiezen voor hun dochters, komt volgens hun door een uitspraak van de profeet Mohammed waarin hij een besnijdster waarschuwt 'niet te diep te gaan'.
Bronnen: WHO, Pharos, Amnesty International en Planet
Waar komt het voor? Vrouwenbesnijdenis komt in de continenten Afrika, Azie en Zuid-Amerika voor. De meest beschikbare informatie gaat over Afrika, waar dit gebruik het meest voor komt.
Verspreiding in percentages Spreiding verschillende vormen van besnijdenis bij vrouwen in Afrika per land uitgedrukt in percentages Land Vorm van besnijdenis Percentage Benin Type 1 50 % Burkina Faso Type 1 70 % Kameroen Type 1 en 2 20 % Centraal-Afrikaanse Type 1 en 2 50 % Republiek Chad Type 1 en 3 60 % Democratische Republiek Type 1 5% Kongo Djibouti Type 1 en 3 90-98 % Egypte Type 1, 2 en 3 97 % Eritrea Type 1, 2 en 3 90 % Ethiopië Type 1, 2 en 3 90 % Gambia Type 1 60-90 % Ghana Type 1 15-30 % Guinée Type 1, 2 en 3 70-90 % Guinée Bissau Type 1 en 2 50 % Ivoorkust Type 1 60 % Kenia Type 1 en 2, 3 in 50 % grensstreek met Somalië Liberia Type 1 50-60 % Mali Type 1 en 2, soms 3 in 90-94 % zuiden van het land Mauritanië Type 1 en 2 25% Niger Type 1 20 % Nigeria Type 1 en 2, soms 3 in 50 % noorden van het land Senegal Type 1, soms 2 20 % Sierra Leone Type 1 80-90 % Somalië Type 3 98 % Sudan Type 3 89 % Tanzania Type 1 10 % Togo Type 1 12 % Uganda Type 1 en 2 5%
Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 90 00
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
7 februari 2006
Datum uw brief
L120/06.0002094
M. Buur
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
Collegestandpunt t.a.v. het initiatiefvoorstel GroenLinks: Voorkoming meisjesbesnijdenis
3292748
Geachte raadsleden, Met deze brief informeren wij u over ons standpunt ten aanzien van het initiatiefvoorstel van GroenLinks met het onderwerp ‘Voorkoming meisjesbesnijdenis’. Wij brengen onze waardering uit voor het initiatiefvoorstel en ondersteunen van harte het uitgangspunt: ieder besneden meisje is er één teveel! Het initiatiefvoorstel omvat een voorstel om in Nijmegen een project op te zetten om het onderwerp meisjesbesnijdenis zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen door middel van voorlichting op scholen (lees: leerkrachten) en de doelgroep en deskundigheidsbevordering van professionals. Wij stellen ons op het standpunt dat de opzet van het project zich beter kan richten op enkel de doelgroep waarbij gebruik kan worden gemaakt van de GGD, de bekende netwerken en reeds bestaande projecten zoals ‘Kijk op kleintjes’, de extra aandacht die de GGD schenkt aan ‘probleemsituaties’ in het kader van het Maatwerkproject. Tevens werkt de GGD sinds november 2005 met het nieuw ontwikkelde gespreksprotocol dat gericht is op het onderwerp ‘meisjesbesnijdenis’. Verder zijn wij van mening dat het project uit de programma’s Openbare Gezondheidszorg (7310)en Multi-culturele samenleving en emancipatie (3110)gefinancierd zou moeten worden mede gelet op de betrokken organisaties zoals de GGD, MOA, Rutgers Nisso Groep en Pharos en het feit dat meisjesbesnijdenis toch een hoog gezondheidselement in zich heeft.
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
BijlageIIIcollvrst6.0009021
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
1
Gelet op de beschikbare budgetten stellen wij voor een bedrag ter hoogte van € 33.000,- (7310: € 18.000,- en 3110: € 15.000,-)te reserveren voor 2006. Voor de uitvoering van het project zullen wij op korte termijn de GGD verzoeken om een plan van aanpak op te stellen. Het advies van de Adviescommissie allochtonen zal separaat aan u worden toegezonden. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
BijlageIIIcollvrst6.0009021