Bestuur, verantwoording & toezicht Vergaderstukken in de semipublieke sector Een accountantsperspectief Juni 2015
Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
Concept november 2013
VERGADERSTUKKEN JUNI 2015 Ten behoeve van de vierde bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA te houden op maandag 22 juni 2015, aanvang 14.00 uur in Spant! te Bussum
Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants Antonio Vivaldistraat 2-8 1083 HP Amsterdam Telefoon (020) 301 0 301 E-mail
[email protected] Internet www.nba.nl
Inhoudsopgave I
Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 22 juni 2015 ................... 4
II
Toelichting op de agenda .................................................................................................................. 5 6. Verkiezingen ............................................................................................................................... 5 a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden ................................................................................... 5 b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter ........................................... 6 c. Vaststelling van het rooster van aftreden............................................................................... 7 d. Benoeming van de plaatsvervangend accountant ................................................................. 7 7. Bespreking van het Jaaroverzicht 2014 ..................................................................................... 8 8. Jaarrapport 2014 ........................................................................................................................ 8 9. Ontwerpverordeningen ............................................................................................................... 8 a. Ontwerp-Contributieverordening 2016 ................................................................................... 8 b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen.......... 9 c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen ........................................................................................................ 10 d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht .............. 11 e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen ............... 11 f. Ontwerp Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant 11 g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen ............................................................................................................... 12 h. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels ............................................................................................. 13 i. Ontwerpverordening op de beroepsprofielen....................................................................... 13 j. Ontwerpverordening op de kennistoets ............................................................................... 19 k. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling ................ 21 l. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen............. 22
III Notulen ............................................................................................................................................ 23 a. Notulen van de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 23 juni 2014 ............ 23 b. Actiepunten naar aanleiding van de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 23 juni 2014 ....................................................................................................................... 36 IV Gremia-overzicht ............................................................................................................................. 37 V
Jaarrapport 2014 ............................................................................................................................. 38 1. Bestuursverslag ........................................................................................................................ 38 2. Jaarrekening ............................................................................................................................. 45 3. Overige gegevens .................................................................................................................... 64
VI Herziene begroting 2015 en begroting 2016 .................................................................................. 68 VII Ontwerpverordeningen ................................................................................................................... 70 a. Ontwerp-Contributieverordening 2016 ..................................................................................... 70 b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen ............ 71 c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen 72 d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht .................. 73 e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen.................... 74 f. Ontwerp Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant..... 75 g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen .................................................................................................................... 76 h. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels....................................................................................................... 77 i. Ontwerpverordening op de beroepsprofielen ........................................................................... 78 j. Ontwerpverordening op de kennistoets .................................................................................... 81 k. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling .................... 82 l. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen ................. 83 3
I
Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 22 juni 2015
1. Opening 2. Mededelingen en ingekomen stukken 3. Jaarrede van de voorzitter 4. Stand van zaken project toekomst accountantsberoep, governance van de NBA alsmede overige actuele onderwerpen Het verstrekken van een toelichting op genoemde onderwerpen en het hierover met de ledenvergadering nader van gedachten wisselen 5. Notulen Het vaststellen van de notulen van de bijeenkomst van de ledenvergadering d.d. 23 juni 2014 6. Verkiezingen a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter c. Vaststelling van het rooster van aftreden d. Benoeming van de plaatsvervangend accountant 7. Bespreking van het Jaaroverzicht 2014 8. Jaarrapport 2014 Het vaststellen van de rekening aan de hand van de onderstaande stukken en het verlenen van décharge op basis van deze stukken. a. Bestuursverslag b. Jaarrekening c. Overige gegevens 9. Herziene begroting 2015 en begroting 2016 Het vaststellen van de herziene begroting voor het boekjaar 2015 en de begroting voor het boekjaar 2016 10. Ontwerpverordeningen Het vaststellen van de in de vergaderstukken opgenomen ontwerpverordeningen 11. Rondvraag 12. Sluiting
4
II Toelichting op de agenda 6. Verkiezingen a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden Het bestuur van de NBA bestaat op dit moment uit 11 personen die door de ledenvergadering zijn benoemd en 3 personen die door de afzonderlijke ledengroepbesturen zijn afgevaardigd. De ledenvergadering van de NBA kan zich uitsluitend uitspreken over de benoeming en het rooster van aftreden van de eerstgenoemde groep personen. Conform het rooster van aftreden leggen drie door de ledenvergadering benoemde bestuursleden in juni 2015 hun functie neer. Het betreft mevrouw drs. K. van Wijngaarden AA RA RB en de heren J. Beekhuizen AA RB en drs. H.H.H. Wieleman RA. Dit houdt in dat de ledenvergadering in beginsel drie kandidaten dient te benoemen om deze vacatures weer op te kunnen vullen. Dat er slechts twee kandidaten voor een bestuursfunctie worden voorgedragen, komt door het volgende. In juni 2014 heeft de ledenvergadering ingestemd met het tijdelijk uitbreiden van het aantal bestuurszetels met een zetel. Het doel van deze tijdelijke uitbreiding was om gedurende een half jaar (van 1 januari 2015 tot de eerste ledenvergadering in 2015) een nieuw aangetrokken bestuurslid in te kunnen werken voor de functie van voorzitter (ter invulling van de vacature die ontstaat door het vertrek van de heer Wieleman). Om die reden benoemde de ledenvergadering de heer drs. P.J.A.M. Jongstra RA vanaf 1 januari 2015 tot lid van het bestuur. Op 22 juni 2015 legt het bestuurslid de heer D.J. ter Harmsel AA RB zijn functie neer als voorzitter en bestuurslid van de Ledengroep Openbaar Accountants. Omdat de heer Ter Harmsel uit het ledengroepbestuur is benoemd als afgevaardigde in het bestuur van de NBA, ontstaat hierdoor de vierde vacature in het NBA-bestuur. De benoeming in deze vacature geschiedt, op grond van artikel 17, derde lid, van de Wab niet door de ledenvergadering, maar door de ledengroep. Het bestuur stelt dientengevolge thans voor om de volgende twee personen te benoemen tot lid van het bestuur: Mevrouw T. (Tineke) Mulder AA RB is geboren in 1963 en sinds 2007 als openbaar accountant werkzaam bij All Counts® in Almere. Zij is, na enkele jaren als (hoofd-)boekhoudster bij diverse mkb-bedrijven in loondienst te hebben gewerkt, in 1995 als zelfstandig ondernemer haar eigen administratiekantoor gestart. In 1999 heeft mevrouw Mulder haar AA-diploma behaald en zich als accountant laten inschrijven. In 2007 heeft zij ervoor gekozen haar administratiekantoor om te zetten in een accountantskantoor. Mevrouw Mulder is mede-oprichtster van BeRAAD, de belangenvereniging voor RAAD-consulenten. Vanaf 1996, het jaar van de oprichting, tot 2000 was zij secretaris van deze vereniging. Bij atletiekvereniging TEMPO in Bussum is mevrouw Mulder niet alleen gediplomeerd looptrainer, maar sinds 2010 tevens adviseur van de penningmeester. Voor de Nationale Vereniging De Zonnebloem verzorgt mevrouw Mulder sinds 2014 workshops voor kascommissieleden. Mevrouw Mulder wil zich inzetten voor de belangen van kleine mkb-kantoren. Ze licht dit als volgt toe: “Het accountantsberoep is continu in beweging en ligt regelmatig onder vuur. Voor de accountant die als zelfstandige, alleen of binnen een klein kantoor, werkt voor de ‘k’ van het mkb, zijn de regels vaak een enorme verplichting. Voor deze kleine kantoren wil ik graag werken aan een balans tussen de lusten en lasten van het NBA-lidmaatschap. Ik denk daarbij in het bijzonder aan gerichte praktijkondersteuning en betaalbare toetsing en permanente educatie”.
5
De heer R.J. (Roelof-Jan) Smit AA is geboren in 1965, gehuwd en vader van twee zonen en een dochter. Sinds 1990 is hij werkzaam bij Brouwers Accountants & Adviseurs, een mkb-praktijk met een niet-OOB vergunning die vestigingen heeft in het Oosten van het land en een hoofdkantoor in Zwolle. Na een aantal jaren als assistent werkzaam te zijn geweest, heeft de heer Smit in 1992 zijn accountantstitel behaald. Met de groei van het kantoor werd een management gevormd en in latere jaren werd boven het management een bestuur ingesteld, waarin hij zitting heeft en verantwoordelijk is voor de portefeuille kwaliteit. In 2008 is hij tevens vennoot geworden. Gevraagd naar zijn motieven om zich kandidaat te stellen voor het bestuur, geeft de heer Smit het volgende aan. “Ik vind het belangrijk dat mensen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en betrokken zijn. Als accountants mogen we trots zijn op ons beroep; het is belangrijk dat het vertrouwen in onze beroepsgroep wordt hersteld.” “Er is een toenemende druk op ons accountantsberoep, zowel vanuit de regelgeving als vanuit de maatschappij. Daarbij gaat de publieke aandacht vooral uit naar de grote (OOB-)kantoren en in mindere mate naar de accountants die in het mkb werken. Terwijl dat toch de meerderheid van de openbaar accountants is. Die mkb-accountants moeten ook vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de NBA. Ik werk in zo’n mkb-praktijk en ken daardoor de problematiek die daar speelt uit eigen ervaring. Ik wil voorkomen dat de mkb-accountant belemmerd wordt in zijn beroepsuitoefening. Ik streef naar een adequate en praktisch haalbare kwaliteitsborging in de uitoefening van ons beroep”. b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter Volgens artikel 15 van de Wab worden, door de ledenvergadering en uit de bestuursleden, jaarlijks de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd. Het bestuur draagt ter benoeming aan u voor de heer drs. P.J.A.M. Jongstra RA voor de functie van voorzitter en mevrouw D.M. Clement AA RA voor de functie van plaatsvervangend voorzitter. De heer drs. P.J.A.M. (Pieter) Jongstra RA is geboren in 1956, gehuwd en heeft een zoon en een dochter. Tot 1 juli 2014 was de heer Jongstra als partner verbonden aan EY. In de laatste vijftien jaar is de heer Jongstra, naast openbaar accountant, ook bestuurder geweest bij EY, zowel in Nederland als bij de internationale organisatie van EY. In Nederland was hij voorzitter van EY Accountants van 2003 tot 2006, waarbij hij onder meer gewerkt heeft in NIVRA-verband aan de totstandkoming van het toezicht op accountants. Van 2009 - 2013 was de heer Jongstra voorzitter van het bestuur van EY. In die periode heeft hij ook de Big 4 vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van VNO-NCW en is hij betrokken geweest bij de wijzigingen in de accountantswetgeving. De heer Jongstra is commissaris bij APG en bekleedt onbetaalde bestuursfuncties bij Stichting Talent naar de Top, Stichting Ondersteuning Nederlandse Bach Vereniging en Right To Play Nederland. De heer Jongstra geeft aan: "Het accountantsberoep is bezig zich te vernieuwen. Met grote inzet is afgelopen jaar het rapport ‘In het publiek belang’ tot stand gekomen. Dit rapport heeft veel waardering geoogst, maar de bal is tegelijkertijd bij onszelf gelegd. Ik zie het rapport niet als een eindpunt, maar als een begin; het begin van een beweging die moet leiden tot een vernieuwd en maatschappelijk relevant beroep. Daarbij moeten wij niet alleen de voorgestelde maatregelen onverkort invoeren, maar ons ook een beeld vormen over de vraag hoe de accountant van de toekomst eruit zal zien, zodanig dat het beroep aantrekkelijk blijft voor de huidige en aankomende accountants. In deze vernieuwing past transparantie om goed te kunnen inspelen op de verwachtingen die het publiek heeft van een accountant. Ik wil mijn voorzitterschap van het NBA-bestuur graag gebruiken om opnieuw vorm te geven aan die maatschappelijke relevantie. Daarbij past een goede en duidelijke verbinding met alle leden”. 6
Mevrouw D.M. (Diana) Clement AA RA is geboren in 1965 en moeder van een dochter van 10 jaar. Mevrouw Clement is als partner verbonden aan Borrie, een op het mkb gerichte accountantsorganisatie met vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Zij is tevens lid van het dagelijks bestuur van Borrie, en maakt tot en met december 2015 deel uit van het bestuur van de SRA. In de periode van 2007 tot en met 2011 maakte mevrouw Clement deel uit van het NOvAA-bestuur. In 2011 vervulde ze daarbij de functie van voorzitter. In de zomer van 2014 maakte ze deel uit van de Werkgroep toekomst accountantsberoep. Thans is mevrouw Clement ten behoeve van de NBA voorzitter van de Commissie Kwaliteitsbewaking Praktijkopleiding AA. Zij heeft zich kandidaat gesteld voor het bestuur van de Ledengroep Openbaar Accountants (LOA). Het is haar ambitie om voorzitter van LOA te worden en als afgevaardigde namens LOA zitting te nemen in het NBA-bestuur. In het kader van maatschappelijke betrokkenheid is mevrouw Clement (onbezoldigd) voorzitter van Sportvereniging Advendo in haar woonplaats Papenveer. Haar ambitie om zich te kandideren voor plaatsvervangend voorzitter van de NBA motiveert mevrouw Clement als volgt: “Ik heb een passie voor het beroep van accountant. Het is een mooi beroep, waar ik mij ook in bestuurlijke zin actief voor wil inzetten. Daarbij wil ik vooral het gezicht zijn van de mkb-accountants, hun belangen behartigen en de contacten met de voor deze groep accountants belangrijke stakeholders onderhouden. Een van mijn speerpunten daarbij is om bij te dragen aan het herstel van het vertrouwen in het accountantsberoep als geheel en in die van de mkb-accountant in het bijzonder. Met name door implementatie te bevorderen van de aanbevelingen uit het rapport “In het publiek belang”, waarvan ik een van de opstellers ben. In dat kader denk ik ook graag mee over de toekomstige rol van de NBA, en de governance die daar het best bij past”. Het bestuur heeft besloten om met ingang van dit jaar ook een “plaatsvervangend voorzitter titulair” aan te stellen. Met deze nieuwe functie, die zal worden ingevuld door een accountant in business, wil het bestuur het belang van deze inmiddels grootste ledengroep tot uitdrukking brengen. Aan de functie, die niet bij wet is geregeld, zijn door het bestuur (anders dan het kunnen bijwonen van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur) geen bijzondere bevoegdheden verbonden. De zichtbaarheid van deze ledengroep wordt door deze nieuwe functie vergroot. Het bestuur heeft de heer G.M. van de Luitgaarden RA bereid gevonden deze functie in te gaan vullen. c. Vaststelling van het rooster van aftreden Voor elk bestuurslid dat door de ledenvergadering is benoemd, geldt een zittingstermijn van vier jaar (artikel 12, vierde lid, Wab). Deze bestuursleden treden af volgens een door de ledenvergadering vast te stellen rooster (artikel 12, derde lid, Wab). Het rooster wordt zodanig ingericht dat, voor zover mogelijk, telkens hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt. De drie bestuursleden die niet door de ledenvergadering zijn benoemd, maar die als afgevaardigde namens de ledengroep in het bestuur zitting hebben, vallen buiten het door de ledenvergadering vast te stellen rooster van aftreden. Voor hen geldt het door de ledengroep vastgestelde rooster van aftreden. Het bestuur stelt u voor onderstaand rooster van aftreden vast te stellen: 2016 drs. J. Hetebrij RA, J.M.A. van Huut RA, mevrouw drs. H. Kapteijn RA; 2017 drs. S. Groustra AA MBA, G.M. van de Luitgaarden RA, mevrouw mr. E.B. Steenwijk AA RB; 2018 drs. P.J.A.M. Jongstra RA, mevrouw drs. V.W.J. Kooistra-Voorwald RA RC; 2019 mevrouw T. Mulder AA RB, R.J. Smit AA. d. Benoeming van de plaatsvervangend accountant Op grond van artikel 29, eerste lid, Wab benoemt de ledenvergadering voor elk boekjaar een accountant die is belast met de controle op de financiële verantwoording, alsmede een plaatsvervanger voor deze. Ten behoeve van het boekjaar 2015 heeft de ledenvergadering reeds een accountant en plaatsvervangend accountant benoemd. Dit zijn de heer drs. A.N.W.J. Bootsma RA 7
en de heer W. de Bruin AA RA. De heer De Bruin is inmiddels niet meer in het openbaar beroep werkzaam en kan om die reden zijn taak niet meer vervullen. Daarom stelt het bestuur voor de heer drs. E. Ebbers RA te benoemen als plaatsvervangend accountant voor de controle van de financiële verantwoording 2015. Zowel de heer Bootsma als de heer Ebbers is verbonden aan Crop registeraccountants. 7. Bespreking van het Jaaroverzicht 2014 In het jaaroverzicht brengt de NBA verslag uit over haar werkzaamheden in het verstreken kalenderjaar. Dit jaaroverzicht, dat een weergave bevat van de belangrijkste activiteiten van de NBA, is evenals vorig jaar uitsluitend in digitale vorm te raadplegen via de website van de NBA. Lezers van de digitale versie van het verslag van de werkzaamheden kunnen, om het jaaroverzicht in te zien, hier klikken. Er is geen wettelijke bepaling die voorschrijft dat de ledenvergadering het jaaroverzicht vaststelt. Wel dient het bestuur een verslag over de werkzaamheden van de beroepsorganisatie in het afgelopen jaar aan de minister van Financiën te sturen (artikel 33, tweede lid, Wab). Het jaaroverzicht wordt door het bestuur gezien als dit verslag van de werkzaamheden. Indien er naar aanleiding van het jaaroverzicht vragen of opmerkingen zijn, dan kunnen die bij dit agendapunt naar voren worden gebracht. 8. Jaarrapport 2014 In de Wab is ten aanzien van het financieel verslag onder andere het volgende bepaald: “Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van een accountant daarover” (artikel 29, derde lid, Wab). “De ledenvergadering stelt de rekening vast en verleent décharge aan het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden” (artikel 29, vierde lid, Wab). Tijdens de ledenvergadering zal de heer J.M.A. van Huut RA, voorzitter van de Financiële Commissie, een korte toelichting geven op het jaarrapport 2014, waarna er gelegenheid is tot het stellen van vragen. De accountant belast met de controle van de jaarrekening, de heer drs. A.N.W.J. Bootsma RA zal tijdens de vergadering aanwezig zijn om, indien gewenst, vragen over de controle te beantwoorden. Leden die specifieke vragen hebben met betrekking tot het jaarrapport 2014, wordt verzocht die vooraf (bij voorkeur schriftelijk of per e-mail en voor 1 juni 2015) kenbaar te maken aan de heer drs. F.A. van Schaik AA RA, secretaris van het bestuur van de NBA (
[email protected]). Hierdoor kan de heer Van Huut zich op deze vragen prepareren en kan hij tijdens de ledenvergadering voor een zo concreet mogelijke beantwoording zorgdragen. Het jaarrapport 2014 wordt aan de bijeenkomst van de ledenvergadering voorgelegd ter vaststelling en ter décharge van het bestuur. 9. Ontwerpverordeningen a. Ontwerp-Contributieverordening 2016 Met deze ontwerpverordening wordt voorgesteld om de contributietarieven te verhogen ten opzichte van de tarieven die in 2015 gelden. Voor contributiegroep Z wordt geen verhoging voorgesteld. De opbrengst van de verhoging wordt gebruikt om ledenservice-activiteiten zoals nieuwe websites en verbeterde registraties van ledenvergaderingen en evenementen in 2016 te financieren. Bij gelegenheid van de fusie is een versnelde contributiedaling ingezet (verkort in twee jaar in plaats van de drie tot vijf jaar zoals bij de fusie was overeengekomen). De contributietarieven zijn vervolgens in 2015 niet verhoogd wegens de economische omstandigheden. Daarbij gold met name als argument de stagnatie in de markt voor tarieven van beroepsuitoefenaars. Ondanks de integratiekosten is gebleken dat het beleid van de NBA heeft geleid tot een vermindering van de kosten gedurende 2014. Door incidentele voordelen is er tevens een groter netto-overschot ontstaan in 2014. Dit overschot 8
wordt in 2015 volledig aangewend voor het project Toekomst accountantsberoep en het Governanceproject. In 2016 wordt uitgegaan van additionele (nog te bepalen) financiering van het project Toekomst accountantsberoep en dat het Governance-project voltooid is. b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen Met deze verordening wordt een inconsistentie en een onjuistheid in de nu geldende verordening hersteld (respectievelijk artikel I, onderdeel A en D). Verder worden drie technische of verduidelijkende aanpassingen voorgesteld (artikel I, onderdeel B, C en E). Artikel I, onderdeel A De strekking van artikel 3 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen leidt er in de huidige redactie toe, dat iedere accountant die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantspraktijk of accountantsafdeling, er verantwoordelijk voor is dat de accountantspraktijk of de accountantsafdeling beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing. Dat kan echter in een aantal gevallen in tegenspraak zijn met andere beroepsregelgeving. Zo legt de Verordening accountantsorganisaties de verantwoordelijkheid neer bij de dagelijks beleidsbepaler van de accountantsorganisatie. In verband daarmee wordt nu voorgesteld de tekst van artikel 3 slechts algemeen te formuleren. Artikel I, onderdeel B Uitsluitend ter verduidelijking worden in artikel 4 nu alle toetsingen of onderzoeken opgesomd die in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen worden genoemd en waaraan een verantwoordelijke accountant medewerking moet verlenen. Artikel I, onderdeel C De bepaling met deze strekking is op dit moment opgenomen in de Verordening op de Raad voor Toezicht. Het voorstel luidt om deze bepaling bij deze gelegenheid over te hevelen naar de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. Daarmee wordt bereikt dat dit onderzoek tezamen met alle andere onderzoeken die door of namens het bestuur van de NBA kunnen worden ingesteld, zijn geregeld in één verordening. Het onderzoek dat met artikel 4a wordt geregeld, is een onderzoek in het geval sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een onderzoek in het geval sprake is van een vermoeden dat een accountant ten onrechte niet als openbaar accountant is geregistreerd. Een dergelijk onderzoek onderscheidt zich van een incidentenonderzoek zoals dat in deze verordening is genoemd, doordat het hier bedoelde onderzoek een aanleiding kan zijn om een toetsingstraject in te zetten, terwijl een incidentenonderzoek juist is bedoeld om te onderzoeken of er aanleiding kan zijn om een klacht bij de accountantskamer in te dienen. Artikel I, onderdeel D Met de wijziging van artikel 27 wordt een onjuistheid hersteld. Artikel I, onderdeel E In artikel 30 wordt op dit moment tot uitdrukking gebracht dat de kosten van de werkzaamheden die worden verricht ter zake van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, voor rekening komen van de accountantspraktijk of de accountantsafdeling waarbij de accountant werkzaam is of waaraan de accountant is verbonden. Voor zover het gaat om de onderzoeken die staan genoemd in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen is dat ook het uitgangspunt. Voor het tarief dat in rekening wordt gebracht voor het afleggen van een verplichte kennistoets geldt dat echter niet. Dat tarief wordt in rekening gebracht bij de individuele accountant. Met deze wijziging wordt artikel 30 met die uitgangspunten in overeenstemming gebracht. Artikel II Dit artikel bevat het moment waarop deze verordening in werking treedt. Omdat het gaat om een herstel van inconsistenties en onjuistheden, wordt voorgesteld de verordening bij de eerste mogelijkheid in werking te laten treden.
9
c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen Artikel I, onderdeel A Op grond van artikel 2 van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen, worden accountantspraktijken voor de doorberekening van de kosten ingedeeld in categorieën. Hoe hoger de categorie, hoe hoger het tarief is dat voor de toetsing in rekening wordt gebracht. De belangrijkste vraag die gesteld wordt bij een indeling in categorie III en V, is die of de accountantspraktijk één of meer assurance-opdrachten verricht. Met de toevoeging dat het moet gaan om het structureel verrichten van één of meer assurance-opdrachten, wordt duidelijkheidshalve tot uitdrukking gebracht dat indeling in een lagere categorie aan de orde is als het verrichten van één of meer assurance-opdrachten niet een structureel karakter heeft. Bij het uitvoeren van een doorlopende beoordelingsopdracht is bijvoorbeeld wel een indeling in categorie III of V aan de orde, terwijl het afgeven van een subsidieverklaring met onregelmatige tussenpozen, indeling in een ‘lagere’ categorie rechtvaardigt. Met deze wijziging is slechts een verduidelijking beoogd. Artikel I, onderdeel B In artikel 8, derde lid van de Verordening op de Raad voor Toezicht is op dit moment de grondslag opgenomen voor een onderzoek in het geval sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. Het voorstel luidt om de grondslag voor dit onderzoek onder te brengen in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen (Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht en de Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen). Met de wijziging van artikel 3 van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen wordt de grondslag voor de doorberekening van de kosten van zo’n onderzoek met die verplaatsing in overeenstemming gebracht. Artikel I, onderdeel C Op dit moment is de regeling rond de verplichte kennistoets verspreid over twee regelingen opgenomen. De doorberekening van de kosten voor de kennistoets is nu geregeld in artikel 3a van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen, terwijl de toets zelf is geregeld in de Nadere voorschriften permanente educatie. Met de Ontwerpverordening op de kennistoets wordt voorgesteld de regelingen rond de verplichte kennistoets in één regeling op te nemen. Een bepaling over de doorberekening van de kosten voor het afleggen van de kennistoets in de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen is dan niet langer noodzakelijk. Artikel I, onderdeel D Het voorstel luidt om het tarief dat jaarlijks per accountant aan een accountantspraktijk in rekening wordt gebracht, te verhogen van € 105,- naar € 125,-. De reden hiervoor is gelegen in een stijging van de kosten van de vaktechnische ondersteuning van de Raad voor Toezicht. Die kosten stijgen met name als gevolg van: - complexere dossiers en werkzaamheden die verband houden met de toetsing van wettelijke controles (leidend tot meer vaktechnisch advies en trainingen van toetsers); - een toename van de bezwaarprocedures die tot extra werkzaamheden leiden (van 17 bezwaarschriften in 2013 naar 39 in 2014, verwacht wordt een verdubbeling hiervan in 2016); - de toekenning van vergoedingen aan de toetsers voor werkzaamheden die niet door de (standaard)tarieven worden gedekt (bijvoorbeeld door noodzakelijke extra checks). De extra opbrengsten van ongeveer € 100.000,- zullen hiervoor worden aangewend. Artikel I, onderdeel E Met dit artikel wordt voorgesteld om het tarief te verhogen dat verschuldigd is voor de uitvoering van een toetsing of een hertoetsing van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling die wordt ingedeeld in categorie VI. Dit zijn accountantspraktijken of accountantsafdelingen die assurance-opdrachten, of aan assurance verwante opdrachten verrichten en waarbij ten hoogste negen accountants werkzaam zijn of waaraan ten hoogste negen accountants verbonden zijn. Het voorstel luidt om het tarief voor een dergelijke toetsing te verhogen van € 4.750,- naar € 4.970,- en om het tarief voor een dergelijke hertoetsing te verhogen van € 9.020,- naar € 9.240,-. Dit vloeit voort uit het voorstel om de vergoeding voor de toetsers voor de uitvoering van 10
een toetsing in categorie VI te verhogen. Dit laatste voorstel is hierna bij artikel I, onderdeel F nader toegelicht. Artikel I, onderdeel F Met deze aanpassing wordt duidelijk gemaakt dat bij een toetsing van een accountantspraktijk of accountantsafdeling die is ingedeeld in categorie I, een onderscheid wordt gemaakt naar een eerste toetsing (inzet van slechts één toetser) en een hertoetsing (altijd de inzet van twee toetsers). Ten aanzien van de vergoedingen die aan toetsers worden toegekend bij de uitvoering van een toetsing in categorie VI is in de eerste plaats een onjuistheid hersteld. Op die plaats stond vermeld dat een toetser recht had op een vergoeding ad € 1.750,-. Bij een dergelijke toetsing wordt, naast de teamleider, echter niet één toetser ingezet, maar worden twee toetsers ingezet. Het was dan ook de bedoeling om met het vermelde tarief tot uitdrukking te brengen dat dit voor de twee toetsers gezamenlijk gold. Door een splitsing aan te brengen bij categorie VI is deze bedoeling verduidelijkt. In de tweede plaats wordt bij deze gelegenheid voorgesteld de vergoeding voor de toetsers te verhogen van € 875,- (€ 1.750,- : 2 toetsers) naar € 1.000,- per toetser. De reden daarvan is, dat in de praktijk blijkt dat toetsers bij een toetsing in categorie VI meer tijd kwijt zijn dan de oorspronkelijk voorziene zeven uur. Het voorstel luidt om van een tijdsbesteding van acht uur per toetser uit te gaan. Deze tijdsbesteding en het uurtarief dat bij de verordening als uitgangspunt is genomen (€ 125,-), leidt dan ook tot het voorstel voor een (vaste) vergoeding ad € 1.000,-. Dit voorstel heeft ook gevolgen voor het bedrag dat voor een toetsing en een hertoetsing in categorie VI aan de getoetste accountantspraktijk of accountantsafdeling in rekening wordt gebracht. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel I, onderdeel D. Artikel II Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening. d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht In artikel 8, derde lid van de Verordening op de Raad voor Toezicht wordt nu bepaald dat de Raad voor Toezicht een onderzoek in kan stellen indien sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. Deze bepaling biedt bijvoorbeeld een grondslag voor een onderzoek in het geval sprake is van een vermoeden dat een accountant ten onrechte niet als openbaar accountant is geregistreerd. Nu alle andere onderzoeken welke door (of namens) het bestuur van de NBA kunnen worden ingesteld, zijn geregeld in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen, ligt het voor de hand om ook dit onderzoek in die regeling onder te brengen. De grondslag voor het onderzoek komt in de Verordening op de Raad voor Toezicht dan ook te vervallen en zal worden opgenomen in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen Met de wijziging van artikel 7 wordt tot uitdrukking gebracht dat van de accountants die zijn benoemd tot lid van het bestuur van een stagebureau, wordt verlangd dat zij er zorg voor dragen dat het stagebureau waarvan zij (mede) het bestuur vormen, de aanwijzingen van het bestuur opvolgt. Het gaat in dit geval om de aanwijzingen die het bestuur geeft over de naleving van de eisen die aan een stagebureau kunnen worden gesteld op grond van de verordening. De enige sanctie die op dit moment kan worden gesteld op de niet-naleving van dergelijke aanwijzingen, is de intrekking van de aanwijzing van het stagebureau. Dat kan onder omstandigheden echter een te verstrekkend gevolg zijn van de niet-naleving. f. Ontwerp Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant De NBA heeft van Tilburg University (TiU) het verzoek ontvangen om een pilot te starten waarbij het examentraject bij het theoretisch deel van de opleiding tot Registeraccountant, gedeeltelijk wordt geïntegreerd met het examen ter afronding van het praktijkgedeelte van de opleiding tot Registeraccountant. In essentie luidt het voorstel van TiU om de praktijkcases voor de vakken Bestuurlijke informatievoorziening en Auditing, in de plaats te stellen van de praktijkscriptie zoals die verplicht wordt gesteld voor RA-trainees. Het bestuur staat welwillend tegenover dit voorstel nu op basis van de nota ‘Vakbekwaamheid verzekerd’ al nader onderzoek wordt verricht naar de integratie van de examentrajecten. Voor de 11
uitvoering van de pilot is echter een wijziging van de regelgeving noodzakelijk. De Verordening op de praktijkopleidingen stelt de praktijkscriptie immers verplicht, zonder dat die verordening nu een afwijking van die verplichting toestaat. Het bestuur neemt daarbij in aanmerking dat een aantal lopende ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van nieuwe eindtermen, het nieuwe beroepsprofiel en de uitkomsten van het nadere onderzoek naar de integratie van de examentrajecten, mogelijk tot andere gedachten over het voorstel van TiU kan leiden. Het bestuur stelt daarom voor om bij wijze van experiment, het mogelijk te maken om op grond van een tijdelijke regeling af te wijken van de bepalingen in de verordening die betrekking hebben op de verplichte praktijkscriptie. Die tijdelijke regeling is neergelegd in deze verordening. Het voorstel van TiU vormt de aanleiding voor het voorstel voor deze tijdelijke regeling. Andere opleidingsinstituten kunnen echter ook een beroep doen op de regeling, vooropgesteld dat zij voldoen aan de te stellen voorwaarden. De voorwaarden zullen identiek zijn aan de voorwaarden die nu worden ontwikkeld om de door TiU voorgestelde pilot mogelijk te maken. In deze verordening is vastgelegd dat het bestuur het moment bepaalt waarop de tijdelijke regeling wordt beëindigd. De reden daarvan is, dat er omstandigheden denkbaar zijn die een spoedige beëindiging van de tijdelijke regeling gewenst maken. Het kan dan bezwaarlijk zijn om daarmee te wachten totdat de ledenvergadering over de beëindiging kan beslissen. Vanzelfsprekend dient het bestuur bij de beëindiging van de tijdelijke regeling wel rekening te houden met de belangen van trainees die een beroep hebben gedaan op de regeling, maar de praktijkopleiding op het moment van de beëindiging van de tijdelijke regeling nog niet hebben afgerond. g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen Artikel I, onderdeel A De Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen is vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 16 december 2013. Bij die verordening is als uitgangspunt genomen dat de tarieven die gelden voor de praktijkopleiding AA en de praktijkopleiding RA volledig worden geharmoniseerd. Het verschil tussen de deelnamebijdrage voor AA-trainees en de deelnamebijdrage voor RA-trainees werd op dat moment echter te groot geacht om deze bijdragen ineens te harmoniseren. Daarom is de ledenvergadering destijds akkoord gegaan met het voorstel om deelnamebijdragen voor AA- en RA-trainees stapsgewijs te harmoniseren. Met deze verordening wordt de laatste stap in het kader van de harmonisering genomen. Met ingang van 1 januari 2016 zijn de deelnamebijdragen voor AA- en RA-trainees dan ook gelijk. Daarnaast wordt een beperkte verhoging van de deelnamebijdrage voorgesteld (een verhoging van € 819,- naar € 825,-). Artikel I, onderdeel B Met de voorgestelde verhoging van dit tarief wordt beoogd dit tarief beter aan te laten sluiten bij de werkelijke kosten van de beoordeling van een vrijstellingsverzoek. Artikel I, onderdeel C Voor zowel AA-trainees als voor RA-trainees geldt dat bij de afname van het mondeling examen examinatoren worden ingezet die eerder bij de beoordeling van het portfolio van de trainee en – in het geval van RA-trainees – de afstudeerscriptie betrokken zijn geweest. De Raad voor de praktijkopleidingen wil echter toe naar een situatie waarbij geen examinatoren meer worden ingezet bij de afname van het mondeling examen als zij eerder al betrokken zijn geweest bij de producten die een trainee tijdens de praktijkopleiding op moet leveren. Op deze wijze wordt het oordeel van de examinatoren verdergaand geobjectiveerd. Dit heeft ook gevolgen voor de in rekening te brengen tarieven. Het voorstel luidt daarom om het tarief dat aan de trainee in rekening wordt gebracht voor de afname van het mondeling examen met € 131,- te verhogen tot € 575,-. Artikel I, onderdeel D Dit betreft het herstel van een foutieve verwijzing. 12
Artikel I, onderdeel E De voorgestelde verhoging van het tarief dat aan de trainee in rekening wordt gebracht voor de afname van het mondeling examen (Artikel I, onderdeel C) leidt ertoe dat het tarief dat voor de praktijkscriptiebegeleiding in rekening wordt gebracht, kan worden verlaagd van € 2.550,- naar € 2.450,-. h. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels Een beroepsbeoefenaar die – kort gezegd – de accountantsopleiding in het buitenland heeft afgerond en bij de NBA met succes het examen Nederlands recht en het examen gedrags- en beroepsregels heeft afgelegd, ontvangt een verklaring van vakbekwaamheid van de CEA. Daarmee kan de beroepsbeoefenaar in het accountantsregister worden ingeschreven. In de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels, zijn de tarieven vastgelegd die voor de afname van die examens of de behandeling van een vrijstellingsverzoek moeten worden voldaan. Met de voorgestelde verhoging van de tarieven in deze verordening, wordt beoogd deze tarieven beter aan te laten sluiten bij de werkelijke kosten van de afname van de examens of de beoordeling van een vrijstellingsverzoek. i.
Ontwerpverordening op de beroepsprofielen
Algemeen De Verordening op het beroepsprofiel neemt een bijzondere plaats in tussen de andere verordeningen die door de ledenvergadering van de NBA zijn vastgesteld. Deze verordening bindt namelijk niet de leden van de NBA, maar stelt de beroepsprofielen vast in het kader van de opleiding tot accountant. De Commissie eindtermen accountantsopleiding (CEA) is onder andere belast met het vaststellen van de eindtermen waaraan de opleiding tot accountant moet voldoen. De Wet op het accountantsberoep bepaalt dat de CEA bij het vaststellen van deze eindtermen de beroepsprofielen in acht neemt. De beroepsprofielen worden door de ledenvergadering van de NBA bij verordening vastgesteld. De verordeningen op het beroepsprofiel zoals die nu gelden, zijn nog vastgesteld door de ledenvergaderingen van het NIVRA en de NOvAA. Zonder een nadere regeling vervallen deze verordeningen op 1 januari 2016 van rechtswege. Los hiervan geven de ontwikkelingen in het beroep en in de opleidingen tot accountant met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent (AA) of Registeraccountant (RA) aanleiding tot actualiseren van de beroepsprofielen. Het is dus zaak om in een bijeenkomst van de ledenvergadering in 2015 een nieuwe verordening op het beroepsprofiel vast te stellen. Aansluitend op de Wet op het accountantsberoep en vanwege de gemeenschappelijke kenmerken in de beroepsuitoefening, is gekozen voor één (nieuwe) verordening. Dit beroepsprofiel beschrijft beknopt het werkveld, de functies en de werkzaamheden van accountants (AA en RA). Daarnaast beschrijft dit beroepsprofiel een aantal aan een accountantsopleiding te stellen eisen en de belangrijkste competenties waarover accountants moeten beschikken. Deze kerncompetenties moeten na voltooiing van de opleiding worden beheerst op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Voor de aan de opleiding te stellen eisen wordt hierbij uitgegaan van de in juli 2014 gepubliceerde nota “Vakbekwaamheid verzekerd” van de NBA en de CEA. Het beroepsprofiel gaat uit van het pluriforme accountantsberoep waarin de werkzaamheden van accountants zich over het brede terrein van de accountancy uitstrekken. Dit uitgangspunt is gebaseerd op de actuele beroepspraktijk en de verwachting dat deze zich verder in deze lijn zal ontwikkelen. De kern van het accountantsberoep is het waarborgen van de kwaliteit van informatie over alle typen ondernemingen, organisaties en instellingen. Het gaat hierbij veelal om financiële informatie, maar in toenemende mate betreft het ook niet-financiële (bestuurlijke of beleidsgerichte) informatie. Accountants dragen bij aan het vertrouwen in de economie. Niet alleen de (wettelijke) controle van jaarrekeningen is hierbij relevant. Ook de andere bijdragen die zij leveren aan de schakels van de (financiële) verantwoordingsketen zijn belangrijk in het economische verkeer. 13
De maatschappelijke belangstelling en de aandacht van de media voor de kwaliteit van het werk van accountants, is sterk toegenomen. Dit betreft in het bijzonder de accountantscontrole, maar ook andere door accountants verrichte werkzaamheden. Zowel de samenleving als geheel als de gebruikers van professionele accountantsdiensten verwachten meer dan voorheen van accountants. Dit niet alleen bij het verschaffen van zekerheid (assurance) en advies, maar bijvoorbeeld ook ten aanzien van hun signalerende functie, fraudedetectie, corporate governance en toekomstgerichte informatie over de gecontroleerde organisatie. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) vraagt om een veelzijdige accountant die tevens vertrouwensman van de mkb-ondernemer kan zijn en hem op een breed terrein kan ondersteunen en adviseren. Nieuwe inzichten vanuit verschillende wetenschapsgebieden, veranderingen in wet- en regelgeving en technologische innovatie beïnvloeden voortdurend het werk van accountants. ICT en data-analyse spelen hierbij steeds meer een centrale rol. Digitalisering, juridisering, verduurzaming en een toenemende behoefte aan snelle en heldere informatie en communicatie zijn actuele trends met gevolgen voor elke accountant. In de beroepsuitoefening steeds het algemeen belang in acht nemen en in overeenstemming met de gedrags- en beroepsregels kunnen optreden, is voor alle accountants, ongeacht hun functie, essentieel. Artikelsgewijs Artikel 1 Dit artikel bevat de definities van de gebruikte begrippen. Artikel 2 In dit artikel zijn de drie onderdelen van het beroepsprofiel opgenomen. De verschillende onderdelen worden nader uitgewerkt in de volgende hoofdstukken van de verordening. De redactie van dit artikel sluit aan bij de redactie van artikel 49, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op het accountantsberoep. In dat artikel is vastgelegd dat de CEA de eindtermen vaststelt “met inachtneming van” de beroepsprofielen. De formule ‘met inachtneming’ is overgenomen in artikel 2. De toevoeging dat de CEA met inachtneming van het beroepsprofiel de eindtermen vaststelt, is in de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de Wet op de Registeraccountants opgenomen bij de invoering van de Wet tuchtrechtspraak accountants. De wetgever heeft daarmee uitdrukkelijk in de wet op willen nemen dat de CEA bij het vaststellen van de eindtermen ook het door de beroepsorganisaties vastgestelde beroepsprofiel in acht neemt (Kamerstukken II, 2005/06, 30397, nr. 9). Deze bepaling is nadien overgenomen in de Wet op het accountantsberoep. Artikel 3 In dit artikel worden het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant beschreven. Voor het werkterrein wordt aangesloten bij de indeling van accountants in de verschillende ledengroepen (lid 1). De kenmerkende werkzaamheden van de accountants worden in algemene termen beschreven (lid 2). Accountants werken in grote, middelgrote of kleine accountantspraktijken, al dan niet als zelfstandige beoefenaren van het “vrije beroep”, of in commerciële ondernemingen (van multinational tot het kleinbedrijf), in not-for-profit organisaties, in semipublieke en publieke (overheids)organisaties, maar bijvoorbeeld ook als docent. Veel accountants werken “grensoverschrijdend”, in of voor internationaal opererende organisaties. Binnen deze uiteenlopende professionele omgevingen vervullen zij naar aard en inhoud verschillende functies en verlenen zij professionele diensten op het brede gebied van de accountancy. Op basis van deze diversiteit in functies en hieraan gerelateerde werkzaamheden kent de NBA een onderverdeling naar drie ledengroepen. Dit zijn de ledengroepen voor openbaar accountants, de intern- en overheidsaccountants en de accountants in business. Accountants kunnen een veelheid aan verschillende functies vervullen. In dit beroepsprofiel wordt volstaan met een aantal kermerkende functies en werkzaamheden. Openbaar accountants, intern accountants en overheidsaccountants kunnen assurance verschaffen over van ondernemingen en andersoortige organisaties beschikbare (bedrijfseconomische) informatie.
14
Dit betreft zowel assurance over (financiële) verantwoordingen als assurance over processen, systemen en gedrag in organisaties. Zij kunnen - zowel in het mkb als in het grootbedrijf - ook werkzaamheden verrichten die gericht zijn op risicobeheersing, procesinrichting, interne en externe rapportages waaronder duurzaamheidsrapportages en integrated reporting, alsmede het verschaffen van assurance hierover, al dan niet in samenwerking met deskundigen van andere disciplines. De als financieel professional werkzame accountants in business zorgen onder meer voor het verschaffen van betrouwbare en relevante (bedrijfseconomische) informatie aan de organisatie. Hierna wordt verder ingegaan op de uiteenlopende werkzaamheden van een accountant op een specifiek werkterrein. Voor een uitgebreid overzicht van de professionele diensten die accountants kunnen leveren, wordt verwezen naar de Nadere voorschriften controle en overige standaarden en het Stramien voor assurance-opdrachten, als beschreven in de regelgeving accountancy (HRA) . Openbaar accountant Een belangrijke taak van de openbaar accountant is het controleren van jaarrekeningen (en soortgelijke financiële overzichten) van bedrijven en instellingen en het hierbij afgeven van controleverklaringen. In deze (publieke) functie kan de openbaar accountant ook fungeren als externe accountant (bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties). Bovendien kunnen openbaar accountants andere assurance-opdrachten, aan assurance verwante opdrachten of consultancy- en adviesopdrachten (zoals managementadviezen en belastingadviezen) uitvoeren. Andere kenmerkende werkzaamheden van openbaar accountants zijn: - onderzoeken betreffende historische of toekomstgerichte informatie, systemen en gedrag, veelal gericht op de daarop betrekking hebbende verantwoordingsstukken; - onderzoeken met een bijzonder doel en het verrichten van specifiek overeengekomen werkzaamheden betreffende financiële- en andere verantwoordingen. Daarbij zijn te noemen: kredietonderzoeken, onderzoeken naar de omvang van geleden schade, onderzoeken in verband met de bepaling van de goodwill, de overdracht of fusie van organisaties, surseance van betaling, faillissement, onderzoeken ten behoeve van het geven van een mededeling bij prospectussen in het geval van emissies, forensische werkzaamheden, waaronder fraudeonderzoeken, alsmede onderzoeken gericht op de nakoming van ondernemingsovereenkomsten en wet- en regelgeving; - administratieve dienstverlening in brede zin, waaronder het samenstellen van financiële verantwoordingen en het verzorgen van fiscale aangiftes; - het adviseren op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging (administratieve organisatie en interne beheersing, inclusief risicobeheersing) en het geven van fiscaaltechnische en bedrijfseconomische adviezen. In en voor het mkb werken veel openbaar accountants die geen (wettelijke) controles verrichten, maar andere professionele diensten op het gebied van de accountancy verlenen. Een kerntaak van veel van deze accountants is om al dan niet samen met de ondernemer financiële overzichten op te stellen (dan wel samen te stellen) en hem te ondersteunen bij de analyses en de conclusies. Ook kunnen zij bijzondere controle-opdrachten, beoordelingsopdrachten en andere assurance-werkzaamheden verrichten. Vaak worden zij door de mkb-ondernemer ingeschakeld voor ondersteuning bij bijvoorbeeld het inrichten van de financiële en administratieve organisatie, het voldoen aan fiscale verplichtingen, het verzorgen van de financiële- of salarisadministratie en het adviseren bij te nemen strategische en operationele beslissingen. In zijn adviesrol opereert de accountant veelal als vertrouwensman van de mkb-ondernemer. Hij adviseert de cliënt, maar houdt daarbij het belang van het maatschappelijk verkeer steeds in het oog. Hij kan bijvoorbeeld adviseren over: bedrijfsopvolging, -overname of -waardering, ICT-vraagstukken en kantoorautomatisering, financieringsvraagstukken, kredietaanvragen, fiscale vraagstukken (inclusief pensioen), de bedrijfsvoering, (persoonlijke) financiële planning, inrichting (financiële) administratie, internationaal zaken doen en duurzaamheidsvraagstukken. Maar ook over juridische vraagstukken, zoals over de keuze van de bedrijfsvorm en met betrekking tot arbeids- en sociaal recht. Vaak fungeert de accountant als “ketenregisseur” van de (financiële) gegevensverstrekking door de mkb-ondernemer. Samen met het management onderkent hij problemen waarvoor andere deskundigen moeten worden ingeschakeld en wijst hij actief op risico’s die hij binnen het bedrijf signaleert.
15
Intern accountant De intern accountant werkt in dienst van een accountantsafdeling / internal audit afdeling en verricht vanuit die afdeling onafhankelijk, objectief en onpartijdig professionele diensten ten behoeve van de ondernemingsleiding. In de regel doet hij dit ook voor het interne toezichthoudend orgaan zoals de Raad van Commissarissen / Raad van Toezicht. De intern accountant / internal auditor helpt de organisatie haar doelstellingen te realiseren door met een systematische, gedisciplineerde aanpak de effectiviteit van de processen van risicomanagement, governance en control te evalueren, daarover (intern) assurance te verschaffen en aan het bestuur en het management voorstellen te doen voor verbetering. Zijn werkzaamheden kunnen onder meer omvatten: - onderzoek naar het ontwerp, bestaan en de effectieve werking van de bestuurlijke informatieverzorging (administratieve organisatie en interne beheersing, inclusief risicobeheersing) van de organisatie en naar cultuur en gedrag binnen de organisatie; - onderzoek naar de continuïteit of toekomstvastheid van ICT-applicaties en -infrastructuur; - verbijzonderde toetsende activiteiten met betrekking tot een door die organisatie dan wel genoemde derden af te leggen financiële verantwoording; - verbijzonderde toetsende activiteiten met betrekking tot het door de organisatie voldoen aan relevante wettelijke, ethische en maatschappelijk verantwoorde normen en regelgeving, interne codes en externe toezichtvereisten inclusief rapportageverplichtingen; - het adviseren van het bestuur en het management, bijvoorbeeld over governance en risicomanagement. Overheidsaccountant De overheidsaccountant is werkzaam in dienst van een accountantsafdeling behorende tot de overheid of een daarmee gelijk te stellen dienst en verricht vanuit deze werkomgeving professionele diensten. Hij kan daarbij fungeren als externe accountant (bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties) of als intern accountant. Een belangrijke taak van de overheidsaccountant is het controleren van jaarrekeningen (en soortgelijke financiële overzichten) van overheden en het afgeven van controleverklaringen. Verder kunnen overheidsaccountants andere assuranceopdrachten, aan assurance verwante opdrachten, overige onderzoeken (audits), consultancy- en adviesopdrachten uitvoeren. Ook de accountant die werkzaam is bij de Belastingdienst en belast is met de controle van door belastingplichtigen ingeleverde aangiften en de accountant die aan deze controle direct leiding geeft, wordt als overheidsaccountant aangemerkt. Voor overheidsaccountants zijn onder meer de volgende werkzaamheden kenmerkend: - onderzoeken betreffende historische of toekomstgerichte informatie, processen, systemen en gedrag, veelal gericht op de daarop betrekking hebbende verantwoordingsstukken, zoals de controle van de departementale en gemeentelijke jaarrekening; - onderzoeken met een bijzonder doel en het verrichten van specifiek overeengekomen werkzaamheden betreffende financiële en andere verantwoordingen. Voorbeelden zijn specifieke controles (fraude), controle van belastingaangiften, deelonderzoeken, subsidiecontroles, rechtmatigheidsonderzoeken, het uitvoeren van reviews op door openbare accountants afgegeven verklaringen; - verbijzonderde toetsende activiteiten, waaronder begrepen onderzoek naar en evaluatie en bewaking van de toereikendheid en effectiviteit van de bestuurlijke informatieverzorging (administratieve organisatie en interne beheersing, inclusief risicobeheersing); - het adviseren op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging, proces- en projectbeheersing en het geven van fiscaal-technische en bedrijfseconomische adviezen. Accountant in business Accountants in business zijn in veel verschillende functies werkzaam. Dit beroepsprofiel beschrijft met name de accountant in business in de rol van financieel professional, omdat dit binnen deze geleding de grootste homogene groep is. De als financieel professional opgeleide accountant in business kan bijvoorbeeld werkzaam zijn als financieel directeur of chief financial officer, controller, manager finance & control, management accountant, business analist of manager op het gebied van risk, governance en compliance. Maar bijvoorbeeld ook als docent in het (hoger) onderwijs of als toezichthouder bijvoorbeeld bij de AFM, DNB of de Algemene Rekenkamer. Accountants in business bevorderen als financieel professionals de kwaliteit van rapportages, de controleerbaarheid van het handelen van organisaties en het borgen van de naleving van wet- en regelgeving. 16
De basis voor de financiële functie is het voorzien van betrouwbare en relevante informatie aan en over de organisatie. De financieel professional zorgt ervoor dat de financieel-administratieve processen op orde zijn en dat er een goed werkend intern beheersingssysteem en risicomanagementsysteem is ingericht. Het bewaken van de continuïteit en het beheersen van de organisatie is hier de belangrijkste doelstelling. Werkzaamheden op gebied van beslissingsondersteuning door de financieel professional nemen toe. Het gaat hier om het faciliteren van inzicht en het geven van advies aan het management met als doel het nemen van de juiste beslissingen voor de organisatie. Dit vindt plaats op zowel strategisch als op tactisch niveau. Artikel 4 De kerncompetenties die zijn genoemd in dit artikel, bieden in samenhang met de vakgebieden zoals die zijn genoemd in de Europese richtlijn betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen1, de basis voor het uitwerken van overige competenties en eindtermen. Voor meerdere kerncompetenties geldt dat deze moeten worden bezien in de context van de beginnend beroepsbeoefenaar die zich professioneel verder zal ontwikkelen. In de praktijk kunnen zich situaties voordoen die de capaciteiten en de verantwoordelijkheid van de beginnend accountant te boven gaan. De beginnend beroepsbeoefenaar is bij de aanvang van zijn loopbaan nog niet zo ver dat hij in alle situaties zonder supervisie kan functioneren. Zoals tot uitdrukking gebracht in de toelichting op artikel 3, kunnen accountants veel verschillende functies vervullen. Binnen die functies moeten in verschillende rollen beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. Aan de kwalificatie accountant zijn meerdere generieke rollen verbonden. Dit zijn de door elke accountant (in meer of mindere mate) te beheersen rollen van (ethisch) professional en assurance provider, poortwachter, communicator, onderzoeker, klantregisseur, manager en samenwerker. Van deze rollen kunnen vervolgens kerncompetenties worden afgeleid waarover elke accountant moet beschikken. Deze kerncompetenties omvatten de vaktechnische deskundigheid, de professionele vaardigheden en de professionele waarden, normen en gedrag om de desbetreffende competentie op het vereiste niveau in de beroepspraktijk te kunnen demonstreren. De eindtermen voor de opleiding tot accountant worden van deze kerncompetenties afgeleid. De accountant moet bovenal vertrouwen (kunnen) wekken, zowel voor de samenleving als voor cliënten en werkgevers. De maatschappelijke rol die zij in het algemene belang vervullen, in het bijzonder hun poortwachtersrol, moet daarom ruim aandacht krijgen in elke opleiding voor toekomstige accountants. Eigenschappen als integriteit, zorgvuldigheid, de “rug recht kunnen houden” en objectiviteit en onpartijdigheid in de professionele oordeelsvorming zijn hiervoor essentieel. De vakbekwaamheid betreft het brede gebied van de accountancy. Onderscheidend hierin is de multidisciplinaire deskundigheid van de accountant, in het bijzonder op de (kernvak)gebieden Bestuurlijke Informatieverzorging (inclusief interne beheersing), Externe Verslaggeving en Auditing & Assurance. Artikel 5 Dit artikel bepaalt in het eerste lid dat een toekomstige accountant in zijn opleiding al wordt voorbereid op de ‘wereld’ waarin accountants werken. Snelle verandering en kritisch beoordeeld worden, zijn typerend voor deze ‘wereld’. Businessmodellen veranderen, de effecten van globalisering en het gebruik van internet zijn groot. Assurance(verklaringen) zal(/zullen) naar verwachting meer betrekking hebben op (continuous) integrated reporting van ondernemingen en organisaties en op de kwaliteit van systemen en processen waaronder risicomanagement. Veranderingen in maatschappelijke en economische omstandigheden, onder meer als gevolg van voortdurende vernieuwing op het gebied van ICT, leiden tot voortdurende veranderingen in de aan accountants te stellen eisen. Deze dynamiek stelt hoge eisen aan het leervermogen, de sociale- en analytische vaardigheden en de beroepshouding van de (toekomstige) accountant. De dynamiek van het beroep vereist van de accountant dat hij zijn vakmanschap in het perspectief van “lifelong learning” blijft ontwikkelen. Het tweede lid is gericht op de kennis die een toekomstige accountant dient te hebben van de regelgeving zoals die door de NBA is vastgesteld. Na zijn inschrijving moet een accountant voldoen
1
Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43 EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen 17
aan de verordeningen en nadere voorschriften zoals die door respectievelijk de ledenvergadering van de NBA en het bestuur van de NBA zijn vastgesteld. Dit betreft in het bijzonder de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA), de Verordening inzake de onafhankelijkheid bij assurance-opdrachten (ViO) en de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden (NV COS). Het kunnen toepassen van de gedrags-en beroepsregels moet tot uitdrukking komen in de eindtermen van een opleiding tot accountant. De NBA sluit aan op de opvattingen over het werkterrein en het deskundigheidsgebied van accountants van de overkoepelende internationale beroepsorganisaties, de IFAC en de FEE, en is als lid van de IFAC volgens het Statement of Membership Obligations gehouden tot naleving dan wel het doen naleven van de International Education Standards. Bovendien participeert de NBA op het gebied van de opleiding met een aantal Europese beroepsorganisaties van accountants in het zogenoemde Common Content Project. Het Common Content Project vormt een benchmark met betrekking tot de aan de opleiding te stellen eisen. Artikel 6 en 7 De Wet op het accountantsberoep bepaalt dat bij de inschrijving van een accountant in het accountantsregister een aantekening wordt geplaatst als de opleiding van de accountant voldoet aan de eindtermen voor het uitvoeren van wettelijke controles. De eindtermen worden door de CEA vastgesteld en dienen de vakgebieden te bevatten bedoeld in de Europese richtlijn betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen. Bovendien moet de opleiding gericht zijn op het verwerven van kennis, inzicht en het kunnen toepassen van de nationale wet- en regelgeving voor accountants. Bij het besluit tot inschrijving in het accountantsregister wordt de beroepstitel AA of RA verleend. Het verlenen van de titel AA of RA is afhankelijk van de voltooide opleiding. In de nota ‘Vakbekwaamheid verzekerd’ worden in dat verband twee oriëntaties, (afstudeerrichtingen) in de opleiding tot accountant onderscheiden: 1. de oriëntatie Assurance; en 2. de oriëntatie Accountancy Met de opleiding die als oriëntatie Assurance heeft, is de opleiding beoogd waarmee de accountant voldoet aan de eindtermen voor het uitvoeren van wettelijke controles. Na voltooiing van die opleiding kan de afgestudeerde dan ook in het accountantsregister worden ingeschreven met de hiervoor genoemde aantekening. Bij de inschrijving in het accountantsregister van een afgestudeerde van de opleiding met de oriëntatie Accountancy, wordt de desbetreffende aantekening niet geplaatst. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 6. De oriëntatie Assurance leidt op voor de assurance-functie in de ruimste zin van het woord, waaronder de (wettelijke) controle van jaarrekeningen. Dit betekent dat veel aandacht moet worden besteed aan alle soorten assurance-werkzaamheden. Het accent ligt hierbij op (wettelijke) controleopdrachten van financiële verantwoordingen. Ook de assurance-opdrachten die afgeleid zijn of worden van de gecontroleerde jaarrekening vallen binnen deze oriëntatie. Alleen accountants die de opleiding met de oriëntatie Assurance hebben voltooid, kwalificeren om als externe accountant (bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties) bij de AFM ingeschreven te worden. Binnen de oriëntatie Accountancy worden twee afstudeerrichtingen onderscheiden, gericht op: 1. de openbaar accountant die werkzaam is in en voor het mkb en die geen jaarrekeningcontroles verricht; en 2. de als financieel professional werkzame accountant. De opleiding met de oriëntatie Accountancy omvat ook theorie en vaardigheid op het gebied van audit & assurance, zij het minder omvangrijk en diepgaand dan in de opleiding met de oriëntatie Assurance. In de oriëntatie voor voornoemde in en voor het mkb werkzame accountant ligt het accent op (bedrijfseconomisch) advies, inclusief juridische aspecten en fiscale vraagstukken. In een universitaire opleiding kan in deze oriëntatie in het bijzonder aandacht worden gegeven aan bedrijfseconomische vraagstukken, informatiemanagement, risicomanagement en strategie voor de financieel professional werkzaam bij grotere organisaties. De opleiding tot accountant is gericht op de beginnend beroepsbeoefenaar. De opleiding wordt voor een groot deel gevolgd binnen het bachelor-master-stelsel voor het hoger onderwijs, maar omvat 18
tevens een postinitieel (theoretisch) gedeelte en een driejarige praktijkopleiding. De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs onderscheidt ten aanzien van het initieel onderwijs een bachelor- en een masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs en een bachelor- en een masteropleiding binnen het hoger beroepsonderwijs2. De voor de beroepsuitoefening noodzakelijke vakbekwaamheid en de netwerken waarin accountants functioneren, vergen een opleiding en vorming op een niveau dat passend is in de hedendaagse maatschappij en dat aansluit bij andere vergelijkbare professionele beroepen in Nederland. Met artikel 7 wordt tot uitdrukking gebracht dat zowel de initiële als de postinitiële opleiding van een AA die met aantekening wordt ingeschreven (de oriëntatie Assurance), een masteropleiding binnen het hoger beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs is. De initiële en de postinitiële opleiding van een AA die zonder aantekening wordt ingeschreven (de oriëntatie Accountancy), is een bachelor-opleiding binnen het hoger beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs. De initiële en de postinitiële opleiding van een RA die met aantekening wordt ingeschreven (de oriëntatie Assurance), is een masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs. De initiële en de postinitiële opleiding van een RA die zonder aantekening wordt ingeschreven (de oriëntatie Accountancy), is een bachelor-opleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs. De voor studenten als onderdeel van de opleiding verplichte driejarige praktijkopleiding sluit hier op aan. Een accountantsopleiding biedt de student een kader van professionele waarden, ethiek en attitude als basis voor professionele oordeelsvorming en ethisch, maatschappelijk verantwoord, handelen. Beroepsethiek, professioneel gedrag en het vermogen kennis van diverse disciplines op een geïntegreerde wijze te kunnen toepassen bij het identificeren en (helpen) oplossen van praktijkvraagstukken, moeten daarom gedurende de opleiding veel aandacht krijgen. Elke accountantsopleiding bevat een door alle studenten te verwerven gemeenschappelijke basis van te verwerven kennis, vaardigheden, beroepsethiek en beroepshouding. Artikel 8 Dit artikel regelt de intrekking van de verordeningen op het beroepsprofiel zoals die eerder zijn vastgesteld door de ledenvergaderingen van het NIVRA en de NOvAA. Artikel 9 Van de CEA kan niet worden verlangd dat zij op hetzelfde moment waarop deze verordening in werking treedt, nieuwe eindtermen vaststelt. Daarom is bepaald dat de beroepsprofielen zoals die eerder zijn vastgesteld door de ledenvergaderingen van het NIVRA en de NOvAA, van toepassing blijven op de eindtermen zoals die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn vastgesteld door de CEA. Artikel 10 Dit artikel regelt in de eerste plaats de inwerkingtreding van deze verordening. De NBA richt zich erop om verordeningen per 1 januari van een jaar in werking te laten treden, tenzij er een goede reden is om daar van af te wijken. Gelet op de wens van de NBA en de CEA om na de zomer van 2015 nieuwe eindtermen vast te stellen, is het zaak dat deze verordening al voor 1 januari 2016 in werking treedt, zodat daarmee bij het vaststellen van de nieuwe eindtermen al rekening kan worden gehouden. De verordening treedt daarom in werking op de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd. De publicatie in de Staatscourant kan pas plaatsvinden nadat de verordening door de ledenvergadering van de NBA is vastgesteld en de minister van Financiën aan de verordening zijn goedkeuring heeft verleend. Verder bepaalt dit artikel de wijze waarop deze verordening wordt aangehaald (citeertitel). j.
Ontwerpverordening op de kennistoets
Algemeen Met deze verordening wordt voorgesteld de verplichte kennistoets in één regeling vast te leggen. De kennistoets is op 1 januari 2014 ingevoerd als onderdeel van het project ‘Het moet beter’. Het doel van dit project is een substantiële reductie van het aantal controledossiers en kantoren dat niet aan de 2
Artikel 7.3a, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 19
eisen voldoet. Later is besloten dat de verplichte kennistoets ook wordt ingezet om de vakbekwaamheid – naast de PE-verplichtingen – te borgen door (periodiek) te toetsen of accountants op relevante onderwerpen beschikken over voldoende kennis. Tot op heden is de regeling rond de kennistoets verspreid over twee regelingen opgenomen. De toets zelf is geregeld in de Nadere voorschriften permanente educatie en de doorberekening van de kosten voor de kennistoets is geregeld in de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen. Op één onderdeel wordt met deze verordening ook een inhoudelijke wijziging beoogd. Het voorstel luidt om niet langer de mogelijkheid te bieden aan organisaties om op basis van zelf ontwikkelde vragen de kennistoets af te nemen. De reden daarvoor is, dat het bestuur meent dat de inspanningen die de NBA zich moet getroosten om de faciliteit in stand te houden (beoordeling van voorgestelde vragen), niet in een redelijke verhouding staan tot hetgeen de faciliteit oplevert. Daarnaast geldt dat, anders dan de NBA eerder veronderstelde, er uit mededingingsrechtelijke overwegingen geen noodzaak is om de faciliteit in stand te houden. De aanleiding om daar nader onderzoek naar te doen, was het arrest van het Hof van Justitie EU in de zaak van de Portugese beroepsorganisatie voor beëdigde boekhouders, Ordem dos Técnicos Oficiais de Contas (OTOC) van 28 februari 2013 (zaak C-1/12). In dat arrest vindt het bestuur steun voor de opvatting dat de verplichte kennistoets een uitvloeisel is van één van de wettelijke taken van de NBA (beoordelen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant) en dat daarmee de kennistoets in eigen hand kan worden gehouden zonder daarmee de (Europese) mededingingsregels te schenden. Artikelsgewijs Artikel 1 Dit artikel bevat de definities van de gebruikte begrippen. Artikel 2 Dit artikel voorziet in een bevoegdheid tot het verplicht stellen van een kennistoets. De verplichting houdt in dat de kennistoets met goed gevolg moet worden afgelegd. Het tweede lid geeft het bestuur de ruimte om per kennistoets te bepalen voor welke accountants deze verplicht is. Daarbij kan gedacht worden aan een bepaalde categorie van accountants of aan een selectie die gerelateerd wordt aan de feitelijk door de accountant verrichte werkzaamheden. Met de redactie van het tweede lid wordt tevens tot uitdrukking gebracht dat een kennistoets niet aan een individuele accountant verplicht wordt gesteld, maar slechts aan een groep van accountants met een gemeenschappelijk kenmerk. Artikel 3 Een accountant kan de verplichte kennistoets afleggen bij de NBA. De NBA zal daarvoor zelf een database met vragen samenstellen, toetsen opstellen en faciliteiten beschikbaar stellen voor de afname van de toets. Met het eerste lid is voorzien in de mogelijkheid dat de toets wordt afgelegd bij een organisatie die daartoe door het bestuur van de NBA is aangewezen. Op grond van het vierde lid kunnen aan die aanwijzing verschillende voorwaarden worden verbonden. Met het tweede lid wordt tot uitdrukking gebracht dat een organisatie een aanwijzing aanvraagt om de toets af te nemen met behulp van de database van vragen (en antwoorden) zoals die door de NBA is ontwikkeld. Aan die organisatie brengt de NBA een bedrag in rekening per afgenomen examen. Het in rekening te brengen bedrag geldt als tegenprestatie voor de kosten die zijn gemoeid met de ontwikkeling van de database van vragen door de NBA. Over deze kosten maakt de NBA op grond van het derde lid in het kader van de aanwijzingsprocedure afspraken met de aangewezen organisatie. De regeling rond de kennistoets zoals die nu nog is opgenomen in de Nadere Voorschriften Permanente Educatie, biedt de mogelijkheid dat een organisatie ervoor kiest om zelf de toets te ontwikkelen. Zoals hiervoor in de algemene toelichting is aangegeven, vervalt die mogelijkheid met de inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 4 In dit artikel is de sanctiebepaling geregeld. Een klacht kan worden ingediend bij de accountantskamer wanneer niet is voldaan aan de verplichting die voortvloeit uit artikel 2 van deze verordening. Voordat 20
de klacht wordt ingediend, wordt de accountant in de gelegenheid gesteld alsnog aan zijn verplichting met betrekking tot de kennistoets te voldoen. Artikel 5 Dit artikel vormt de grondslag om de kosten van een verplicht gestelde kennistoets door te berekenen aan de accountant welke de kennistoets aflegt door middel van de door de NBA aangeboden toets. Een accountant hoeft de kennistoets echter niet af te leggen door middel van een door de NBA aangeboden toets. De accountant kan ervoor kiezen de toets bij een (door de NBA) daartoe aangewezen instelling af te leggen. In dat geval brengt de NBA vanzelfsprekend geen tarief aan de accountant in rekening. Het tarief dat voor de afname van een verplicht gestelde kennistoets door de NBA in rekening wordt gebracht, wordt gevormd door de totale kosten die de NBA in verband met de kennistoets out of pocket maakt, afgezet tegen de populatie die een kennistoets verplicht moet afleggen. Tot de totale kosten die de NBA maakt, behoren de kosten die de NBA maakt voor de betrokkenheid van het CITO, de kosten verbonden aan de ontwikkeling van de vragen en de kosten verbonden aan het beheer van de kennistoets. In het tarief is tevens een vergoeding begrepen voor het gebruik van een learning management systeem (LMS) voor het afnemen van de kennistoets. Het derde lid vormt de grondslag om voor de afname van een kennistoets door de NBA in een ‘beveiligde omgeving’ een ander tarief in rekening te brengen. Het bestuur kan in uitzonderlijke situaties besluiten dat de kennistoets in zo’n beveiligde omgeving moet worden afgelegd, als het voor een specifieke kennistoets niet wenselijk wordt geacht dat accountants overleg voeren over de vragen of naslagwerken raadplegen. Met een beveiligde omgeving heeft het bestuur het oog op een omgeving waarin bijvoorbeeld de identiteit wordt gecontroleerd van de accountant die de kennistoets aflegt en er wordt gesurveilleerd gedurende de tijd waarin de kennistoets wordt afgenomen. Dit laatste bijvoorbeeld om te voorkomen dat degenen die de kennistoets afleggen, overleg voeren over de beantwoording van de vragen. De extra kosten die daaraan zijn verbonden, worden in rekening gebracht aan de accountant die de kennistoets in die omgeving aflegt. De extra kosten bestaan uit de kosten die verbonden zijn aan het ter beschikking stellen van een ‘examenomgeving’ en de aanmeldfaciliteit. Artikel 6 Het bestuur van de NBA streeft ernaar om als inwerkingtredingsdatum van een verordening 1 januari van een kalenderjaar voor te stellen. Voor deze verordening wordt een eerdere inwerkingtredingsdatum voorgesteld. Dat heeft tot doel om de regeling waarbij een organisatie op basis van eigen vragen nog een verplichte kennistoets af kan nemen, niet langer dan noodzakelijk in stand te houden. Dit artikel bevat tevens de citeertitel van deze verordening. k. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling Algemeen De achtergrond van de voorgestelde wijzigingen is om de Verordening op de klachtbehandeling beter aan te laten sluiten op de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) en de Wet op het accountantsberoep (Wab). Het is niet noodzakelijk om overgangsrecht op te nemen in deze wijzigingsverordening omdat de klachtencommissie al heeft geanticipeerd op de voorgestelde wijzigingen door de Verordening op de klachtbehandeling van 16 december 2013 zo veel mogelijk in het licht van het wettelijke kader uit te leggen. Artikelsgewijs Artikel I, onderdeel A In dit onderdeel wordt artikel 6, eerste lid van de verordening gewijzigd. In de Verordening gedragsen beroepsregels accountants wordt een afwijkende uitleg gegeven aan de zinsnede “bij de uitoefening van zijn beroep”. Met deze wijziging wordt aangesloten op formulering in de Wab.
21
Artikel I, onderdeel B Bij de laatste wijziging van de Wtra is de toegang tot de tuchtrechter beperkt door de invoering van een subjectief criterium. In onderhavige verordening wordt het subjectieve criterium overgenomen om zo veel mogelijk aan te sluiten op de Wtra. Artikel II In dit artikel wordt de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening geregeld. l.
Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
Artikel I, onderdeel A Het voorstel luidt om de vaste vergoedingen voor de leden van het bestuur met een beperkt bedrag te verhogen. Artikel I, onderdeel B en C Met ingang van 1 januari 2015 heeft het bestuur de kostenvergoedingsregeling herzien. Daarbij is onder andere de vergoeding voor de kosten van reistijd vervallen. Deze vergoeding gold voor gereisde kilometers boven een totale reisafstand van 100 km. Tegen het vervallen van die specifieke kostenvergoeding zijn bezwaren gerezen, welke het bestuur aanleiding hebben gegeven om de vergoeding voor reistijdkosten ten behoeve van werkzaamheden voor commissies en andere gremia van de NBA toch te handhaven. Dat is ook zo tot uitdrukking gebracht in de diverse besluiten die betrekking hebben op de kostenvergoedingen. Deze aanpassing van de Verordening op de kostenvergoedingen heeft tot doel de vergoeding voor reistijdkosten ten behoeve van het bestuur in de verordening op te nemen. De vergoedingsregeling in de verordening wordt daarmee geharmoniseerd met de kostenvergoedingsregeling zoals die door het bestuur is vastgesteld voor werkzaamheden voor commissies en andere gremia van de NBA.
22
III Notulen a. Notulen van de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 23 juni 2014 1. Opening De heer drs. H.H.H. Wieleman RA, voorzitter van de NBA, opent de vergadering om 13.00 uur en heet de aanwezigen welkom op deze derde ledenvergadering van de NBA. In het bijzonder heet hij de gasten, de heren Fenix (RB), Vredevoogd (CEA) en Van Rij (NOB), welkom. Daarna stelt hij de personen voor die achter de bestuurstafel hebben plaatsgenomen. Van het bestuur zijn dit de heren D.J. ter Harmsel AA RB en drs. H.H.H. Wieleman RA. Tevens hebben plaatsgenomen de beide directeuren: mevrouw mr. A.M. van Arkel en de heer drs. B.J.G. Wammes, alsmede de bestuurssecretaris de heer drs. F.A. van Schaik AA RA. Aansluitend noemt hij de overige bestuursleden die hebben plaatsgenomen in de zaal. Vervolgens constateert de voorzitter dat bij de oproep voor de vergadering aan alle wettelijke voorwaarden, volgens de Verordening op de ledenvergadering, is voldaan en dat de vergadering daarmee rechtsgeldig is. De voorzitter informeert of alle leden een stemkastje en de daarbij behorende stemkaart hebben ontvangen. Tevens schetst hij de vergaderprocedure. In het afgelopen halfjaar zijn 26 collega’s overleden. Er wordt een minuut stilte in acht genomen om deze collega’s te gedenken. De voorzitter bedankt de aanwezigen hiervoor. 2. Jaarrede van de voorzitter De voorzitter spreekt zijn openingsrede uit. Hierbij ligt het accent op de toekomst van het accountantsberoep. In de afgelopen periode is de accountant te vaak negatief in het nieuws geweest. Daarnaast blijkt uit het meest recente verslag van de Raad voor Toezicht dat de problemen zich niet alleen voordoen bij grote en middelgrote kantoren, maar ook bij de kleine. Een feit is dat bijna de helft van de getoetste kantoren een onvoldoende scoort. Er is dan ook geen sprake van incidenten. Het bestuur van de NBA kijkt al geruime tijd uit naar mogelijkheden om deze problemen op te oplossen. In de afgelopen jaren heeft de NBA de nodige nieuwe regelgeving ingevoerd. Invoering van nog strengere regelgeving is voor het bestuur geen optie. Het beroep zal eerst in overeenstemming met de bestaande regelgeving moeten gaan handelen. Het motto van de NBA in 2014 is dan ook: ‘van regels naar gedrag’. Vanaf 1 januari 2014 is de door de ledenvergadering vastgestelde VGBA in werking getreden. De voorzitter benadrukt dat het van groot belang is dat accountants hun verantwoordelijkheid nemen en deze ‘grondwet’ van het beroep naleven. Pas dan kan het beroep aan de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer voldoen en krijgen accountants weer het respect terug dat zij verdienen. Het naleven van die grondwet is op dit moment echter niet genoeg. De politiek heeft de accountantssector vier maanden de tijd gegeven om met voorstellen te komen om het beroep toekomstbestendig te maken. In september moeten de voorstellen, die zien op de onafhankelijkheid van de accountant, het verdienmodel en de inhoud van de controleverklaring, klaar zijn. De eerste stap is door de NBA gezet op 28 mei jl. Toen is, tijdens een bijeenkomst met beroepsgenoten, stevig gesproken over de toekomst. Geconcludeerd is dat er in breed verband moet worden gewerkt aan een oplossing. De kritiek op het beroep raakt immers alle accountants. Inmiddels zijn een werkgroep en een stuurgroep aan de slag gegaan. De werkgroep, die vooral bestaat uit jonge beroepsbeoefenaren, maakt in de komende weken een intensieve rondgang langs alle relevante stakeholders (leden, toezichthouders, opdrachtgevers, maatschappelijke organisaties en politici). Om zoveel mogelijk input te krijgen, zullen daarnaast ook debatten worden georganiseerd. De voorstellen van de werkgroep zullen worden voorgelegd aan de stuurgroep. In die stuurgroep hebben, onder voorzitterschap van de NBA, bestuurders van grote en kleine kantoren zitting, alsmede personen van buiten het beroep (commissarissen). Het bestuur van de NBA volgt de ontwikkelingen 23
binnen de werkgroep en stuurgroep op de voet en wordt daarbij geadviseerd door zijn Raad van Advies en de Commissie Governance Risk en Compliance. De voorzitter geeft aan dat het nog te vroeg is om aan te kunnen geven wat de uitkomst van dit traject zal zijn. Afgesproken is dat er geen heilige huisjes zullen zijn. Het beroep moet open durven staan voor vernieuwing en stevige stappen durven zetten. Het doel, een toekomstbestendig beroep, staat daarbij voorop. De NBA zal daarbij in de komende periode extra aandacht besteden aan de communicatie over deze ‘septembervoorstellen’. Vervolgens stelt de voorzitter drie zaken aan de orde waarmee in positieve zin een bijdrage wordt geleverd aan het accountantsberoep. Contourennota In het afgelopen jaar heeft de NBA de contourennota ‘Een marktgericht opleidingsmodel’ opgesteld met als doel de opleiding tot accountant toekomstbestendig te maken. De contourennota is vervolgens ter consultatie aan de leden voorgelegd. Mevrouw Van Arkel, algemeen directeur van de NBA, heeft daarna nagenoeg alle onderwijsinstellingen bezocht. De meeste reacties op de contourennota waren positief en geven aan dat er draagvlak is voor de plannen. De NBA is aan de slag gegaan met de commentaren; daar waar nodig zijn de details verder uitgewerkt. De verwachting is dat de contourennota binnenkort kan worden vastgesteld. Daarbij wordt een nieuw beroepsprofiel uitgewerkt, als basis voor nieuwe opleidingsprofielen en eindtermen. De nieuwe eindtermen worden naar verwachting vanaf september 2015 ingevoerd. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in de vernieuwing van het onderwijs. Initiatieven voor de mkb-praktijk Een van de initiatieven heeft betrekking op de samenstellingsverklaring. De bedoeling is de toegevoegde waarde van die verklaring nog verder te vergroten. Hiervoor is onder andere gekeken naar de reikwijdte, de tekst en de relatie met belastingaangiftes. De leden zijn hierover geconsulteerd. Gezien de uitkomst daarvan heeft de NBA meer tijd nodig voor dit project. Om een weerwoord te bieden aan alle kritische geluiden in het beroep is de NBA gestart met een heldenprogramma. Met dit programma wil de NBA werken aan een serie artikelen over accountants die het verschil maken in de praktijk. Het gaat dan over de deskundige en integere invulling van het accountantsvak. De voorzitter roept de leden op om daarvoor suggesties te doen. Kennistoets De kennistoets maakt onderdeel uit van het kwaliteitsprogramma van de NBA en is verplicht voor alle controlerende accountants. De kennistoets is bedoeld om de accountant scherp te houden en de eigen vakkennis tegen het licht te houden. Bij de toets, die kan worden gemaakt vanaf de eigen werkplek, mag de HRA-bundel worden geraadpleegd. De voorzitter roept de leden op de kennistoets af te leggen in het kader van de kwaliteitszorg. Kwaliteit is immers wat de accountant moet onderscheiden. Tot slot geeft de voorzitter aan dat het goed is de discussie met elkaar te blijven voeren, zeker in de cruciale fase waarin het beroep zich op dit moment bevindt. Ook binnen het NBA-bestuur vinden er intensieve discussies plaats. Gezocht wordt naar oplossingen. Belangrijk daarbij is in gesprek te blijven met elkaar, met de samenleving en de opdrachtgevers. Het accountantsberoep moet toekomstbestendig zijn en blijven. De heer prof.dr.mr. M. Pheijffer RA reageert op de jaarrede. Hij wenst de werkgroep en de stuurgroep succes toe met het uitvoeren van hun belangrijke taak. Een kanttekening die hij hierbij maakt, is dat er helaas geen externe persoon is gevonden die het voorzitterschap van de stuurgroep op zich wil nemen. Dat de voorzitter van de NBA tevens de voorzitter is van de stuurgroep vindt hij niet alleen jammer, maar ook fundamenteel onjuist. Het bestuur van de NBA heeft immers aangegeven dat, als de stuurgroep met inhoudelijk onvoldoende voorstellen komt, het zelf een eigen route zal bepalen. Dat maakt de positie van een onafhankelijke NBA-voorzitter er niet eenvoudiger op. Daarnaast merkt de heer Pheijffer op dat de samenstelling van de stuurgroep helaas niet voldoet aan een afspiegeling van het gehele beroep. Hij wijst daarbij op de motie Nijboer, waarbij aan het beroep wordt gevraagd om met een reactie te komen. De heer Pheijffer vindt het belangrijk dat alle partijen uit 24
het beroep vertegenwoordigd zijn in de stuurgroep en niet alleen de grotere kantoren. Ook hier weer om de onafhankelijkheid in de besluitvorming over te nemen maatregelen te kunnen waarborgen. Vervolgens geeft hij aan ervan uit te gaan dat leden te zijner tijd in de gelegenheid worden gesteld om op de voorstellen te reageren. Hoewel de voorzitter begrip heeft voor de kanttekening dat hij een dubbelrol vervult met zijn voorzitterschap van de stuurgroep en van het bestuur van de NBA, licht hij toe dat de eindverantwoordelijkheid van het proces bij de NBA ligt. Die eindverantwoordelijkheid wordt met het vervullen van de voorzittersfunctie van de stuurgroep tot uitdrukking gebracht. Wat de afspiegeling betreft geeft de voorzitter aan dat ervoor gekozen is om, mede op advies van de AFM, te beginnen bij het segment met de hoogste urgentie: het OOB-segment. De voorzitter bevestigt dat er in het proces de mogelijkheid komt om op het rapport met de voorstellen te reageren. Hij licht toe dat het rapport aanbevelingen zal bevatten en geen concrete maatregelen. De aard van de te nemen maatregelen bepaalt door wie deze moeten worden geëffectueerd. De wetgever gaat over de wet, de beroepsorganisatie over verordeningen en de kantoren over het kantoorbeleid. De besluitvorming ten aanzien van zaken die door de NBA in de vorm van verordeningen moeten worden geïmplementeerd, vindt plaats in de ledenvergadering. Tot slot bedankt de voorzitter de heer Pheijffer voor zijn toezegging het project te willen ondersteunen. 3. Mededelingen, ingekomen stukken en actualiteiten De heer drs. F.A. van Schaik AA RA, bestuurssecretaris van de NBA, deelt mede dat er een ingekomen stuk is van de ledengroep Accountants in Business. Het stuk wordt behandeld bij agendapunt 4 (notulen). Verder heeft het bestuur van de NBA, nadat de verordeningen zijn gepubliceerd, vier amendementen ingediend. Deze worden behandeld bij agendapunt 9 (ontwerpverordeningen). 4. Notulen Aan de ledenvergadering zijn de conceptnotulen van de bijeenkomst van de tweede ledenvergadering van de NBA d.d. 16 december 2013 ter vaststelling voorgelegd. Er zijn geen tekstuele opmerkingen. Naar aanleiding van de notulen vraagt de heer drs. H.J.S. Mock RA naar de stand van zaken van de twee actiepunten. Met betrekking tot het verzoek een openbare aanklager voor het accountantsberoep in te stellen, geeft de voorzitter aan dat, zoals in de vergaderstukken is opgenomen, de NBA een onderzoek is gestart naar de voor- en nadelen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn voorgelegd aan een onafhankelijk deskundige. Het streven is nog dit jaar met een definitief standpunt te komen. Ten aanzien van het andere actiepunt geeft de heer Van Schaik het volgende aan. De Ledengroep Accountants in Business heeft, in het door hen ingebrachte stuk, laten weten dat punt 1 van de actiepuntenlijst geen juiste weergave is van de problematiek die door de ledengroep is aangekaart. Het bestuur van de ledengroep wijst in het stuk op de toezegging van het NBA-bestuur (in juni 2013) de betreffende verordening te willen wijzigen. Het bestuur van de ledengroep vindt een wijziging noodzakelijk en zal daarvoor met een voorstel komen. De notulen worden door de ledenvergadering ongewijzigd vastgesteld. 5. Verkiezingen 5.a Bepaling aantal bestuursleden Met het oog op het aftreden per juni 2015, wegens het behalen van maximale zittingstermijn, van de huidige voorzitter de heer Wieleman heeft het bestuur voorgesteld per 1 januari 2015 tijdelijk een extra bestuurslid te benoemen. Gedurende een halfjaar, tot de voordracht in de ledenvergadering van juni 2015, kan de kandidaat zich dan voorbereiden op de rol van voorzitter. De voorzitter vraagt of de ledenvergadering zich kan vinden in het voorstel het bestuur tijdelijk uit te breiden met een persoon. De heer prof.dr.mr. M. Pheijffer RA reageert door te verwijzen naar de ledenvergadering van december 2012. In die ledenvergadering heeft hij verzocht op de termijn naar een kleiner NBA-bestuur 25
te gaan. Alhoewel hij begrip heeft voor de beweegreden om het NBA-bestuur met een persoon uit te breiden, geeft hij aan dat de nu voorliggende benoeming een uitbreiding bewerkstelligt en dat dit in tegenspraak is met zijn verzoek van toen. Hij herhaalt daarom met nadruk zijn verzoek om op termijn tot een kleiner bestuur te komen. De voorzitter licht hierop toe dat de NBA, drie jaar na de fusie, wordt geëvalueerd. Hierin wordt de governance meegenomen. Verder motiveert de voorzitter dat het bestuur van de NBA weliswaar uit 13 personen bestaat, maar dat dit, gezien de diversiteit van de onderwerpen en de meningen van de diverse doelgroepen, in de afgelopen anderhalf jaar waardevol is gebleken. Vervolgens gaat de voorzitter over tot stemming aangaande de uitbreiding van het bestuur met een persoon. De stemming geschiedt door middel van de stemkastjes met stempas. De bestuurssecretaris deelt mede dat er 115 stemgerechtigden in de zaal aanwezig zijn en dat er geen volmachten zijn afgegeven. De voorzitter concludeert op basis van de geprojecteerde uitslag dat de ledenvergadering met het voorstel heeft ingestemd. 5.b Verkiezingen van nieuwe bestuursleden De voorzitter licht toe dat een aantal NBA-bestuursleden zitting heeft in het NBA-bestuur als afgevaardigde (linking pin) van een ledengroep. Voor deze afgevaardigden geldt dat zij niet worden benoemd door de ledenvergadering, maar door het betreffende ledengroepbestuur. Hierover vindt dan ook geen stemming plaats in de ledenvergadering. Namens de ledengroepen hebben de volgende bestuursleden als afgevaardigde zitting in het NBA-bestuur: - de heer D.J. ter Harmsel AA RB (Ledengroep Openbaar Accountants); - de heer P. Scholte RA (Ledengroep Intern en Overheidsaccountants); - de heer drs. R.R. Meeder RA (Ledengroep Accountants in Business); hij wordt per 1 september 2014 opgevolgd door de heer drs. M.T. Eggermont RA. Over deze drie personen stemt de ledenvergadering dus niet. Wel kan de ledenvergadering zijn stem uitbrengen over de twee kandidaten die het bestuur heeft voorgedragen. Mevrouw drs. V.W.J. (Viviana) Kooistra–Voorwald RA RC is voorgedragen om de ontstane vacature, door het aftreden van bestuurslid de heer Van Leeuwen, in te vullen. De voorzitter vraagt mevrouw Kooistra-Voorwald naar voren te komen om zich voor te stellen. Zij geeft aan reeds 19 jaar werkzaam te zijn in de internationale controlepraktijk. Exact 18 jaar geleden is zij afgestudeerd als RA. Sindsdien heeft zij veel ontwikkelingen gezien in het beroep. Zij verwacht dat die ontwikkelingen elkaar steeds sneller zullen opvolgen. Er worden daarbij hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van alle typen accountants. De beroepsorganisatie heeft daarin ook een grote verantwoordelijkheid. Daaraan wil zij haar steentje bijdragen als bestuurslid. Zij wil in deze kritieke situatie graag meedenken over de maatregelen die nodig zijn om aan de hoge verwachtingen van het maatschappelijk verkeer te voldoen. De ledenvergadering heeft geen vragen naar aanleiding van haar presentatie. Vervolgens gaat de voorzitter over tot stemming. De voorzitter concludeert aan de hand van de geprojecteerde stemmingsuitslag dat mevrouw Kooistra-Voorwald is benoemd tot bestuurslid van de NBA. Daarna wordt via een telefoonverbinding contact gemaakt met de heer drs. P.J.A.M. Jongstra RA die zich wegens vakantie in het buitenland bevindt. De heer Jongstra geeft een toelichting op zijn motieven om bestuurslid van de NBA te willen worden. Hij is al geruime tijd RA en heeft vanaf 1998 zowel nationaal als internationaal diverse bestuursfuncties bekleed binnen EY (voorheen Ernst & Young). Daarnaast is hij actief geweest als extern accountant voor zowel beursgenoteerde ondernemingen als kleine stichtingen. Hierdoor heeft hij ervaring opgedaan bij een ruim palet aan cliënten. Vervolgens noemt de heer Jongstra enkele kernwoorden die hij hoog in het vaandel heeft staan: integriteit, gedrevenheid en staan voor je ideeën. Daarna gaat hij in op de actualiteit in de accountantssector en de unieke kans die de sector tot september van de politiek krijgt om maatschappelijk relevant te blijven. In dat kader is het goed te luisteren naar de reacties van de leden en de maatschappij op de voorstellen van de werkgroep en de stuurgroep. De heer Jongstra wil in zijn rol als bestuurslid graag een bijdrage leveren om de beschadigingen die het beroep heeft opgelopen te herstellen.
26
Mevrouw drs. M.J.A. Koedijk RA RE stelt de heer Jongstra de vraag of hij het als een voor- of een nadeel ziet dat hij afkomstig is van een van de Big 4-kantoren. Zij doelt daarmee op de veranderingen die in de komende periode aan de orde zullen gaan komen. De heer Jongstra ziet het als een voordeel mede vanwege zijn ruime bestuurlijke ervaring in combinatie met het bedienen van zowel kleine als grote ondernemingen. De heer Pheijffer toont allereerst zijn respect voor de heer Jongstra omdat hij zich, in deze moeilijke periode waarin de accountantssector zich bevindt, kandidaat wil stellen als beoogd voorzitter van de NBA. Daarna stelt de heer Pheijffer drie kritische vragen aan de heer Jongstra om te horen hoe de heer Jongstra zijn (beoogde) rol als voorzitter van de NBA ziet en wat zijn visie is op een aantal onderwerpen. Daar er in de afgelopen jaren veel kritiek is geweest op het accountantsberoep, vraagt hij (1) wat de heer Jongstra gaat doen ten aanzien van de kwaliteit. Ook vraagt hij met welke visie op (2) het verdienmodel en (3) het bestuursmodel hij, als bestuurder van de NBA, zou komen als minister Dijsselbloem hem daarom vraagt. Op de vraag inzake ‘het delen van de kritiek op het beroep’ antwoordt de heer Jongstra dat hij zich kan vinden in onderdelen van de kritiek. In de afgelopen jaren is terecht kritiek geuit op accountants, maar in sommige gevallen ook onterecht. Inmiddels is er al veel geïnvesteerd om de kwaliteit van het accountantswerk te verbeteren, maar niet voldoende zichtbaar is waar dat effect sorteert. De heer Jongstra vindt dat de kwaliteit van het werk van accountants bespreekbaar moet blijven. Hij staat open voor kritiek die daarop geleverd wordt en ziet het aanhoren van kritiek als leidraad om tot verbetering van de kwaliteit te komen. Ten aanzien van zijn visie op het bestuursmodel/verdienmodel realiseert hij zich dat hij hiermee vooruitloopt op de bevindingen van de werkgroep. De heer Jongstra heeft alle vertrouwen in de werkgroep. Als minister Dijsselbloem hem zou vragen naar zijn visie op het verdienmodel/bestuursmodel dan schroomt hij niet om alle onderdelen te bespreken. Ook in het verleden heeft hij al eens met de toenmalige minister van Financiën gesproken over de ontwikkelingen in het beroep en wat voor gevolgen dit zou moeten hebben voor de accountantswetgeving. De heer Jongstra geeft aan dat in de afgelopen tijd al veel is gedaan om de kwaliteit van het accountantswerk te verbeteren. De kritiek die wordt geuit op de kwaliteit heeft voor een deel betrekking op de periode voordat die verbeteringen zijn aangebracht. Het motto van de heer Jongstra is om te blijven investeren in kwaliteit, daar dit de maatstaf is om het vertrouwen in de beroepsgroep te herstellen en te behouden. De heer A.P.M. Oostwegel AA stelt dat er veel discussie is binnen de NBA over de controlefunctie van de accountant. Alhoewel hij hier begrip voor heeft, vraagt hij aan de heer Jongstra of hij aan de ledenvergadering kan toezeggen dat er ook oog is voor de niet-controlerende accountant, waaronder de mkb-accountant, de overheidsaccountant, de intern accountant en niet in de laatste plaats de leermeesters die nu met emeritaat zijn. De heer Jongstra reageert positief en geeft aan dat hij staat voor de beroepsgroep als geheel. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om de leden op te roepen om in deze moeilijke periode input te (blijven) leveren. De voorzitter bedankt de heer Jongstra voor zijn toelichting en het beantwoorden van de vragen uit de zaal. Vervolgens gaat de voorzitter over tot stemming over de voordracht van de heer Jongstra als bestuurslid van de NBA per 1 januari 2015. Op basis van de resultaten van de stemming concludeert de voorzitter dat de ledenvergadering de heer Jongstra heeft benoemd. 5.c Verkiezingen van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter Aan de ledenvergadering is voorgesteld de heer drs. H.H.H. Wieleman RA te benoemen tot voorzitter en de heer D.J. ter Harmsel AA RB te benoemen tot plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter licht toe dat beiden zijn aangetreden in de periode waarin werd gewerkt aan de totstandkoming van de NBA en dat zij in de ledenvergadering van juni 2013 zijn benoemd in het eerste officiële bestuur van de NBA. Daarna gaat de voorzitter over tot stemming over de voordracht van de heer Wieleman als voorzitter. Aan de hand van de geprojecteerde stemmingsuitslag concludeert de voorzitter dat de ledenvergadering heeft ingestemd met zijn benoeming. 27
Vervolgens wordt gestemd over de voordracht van de heer Ter Harmsel als plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter concludeert aan de hand van de resultaten van de stemming dat de ledenvergadering ook de heer Ter Harmsel heeft benoemd. De voorzitter bedankt de ledenvergadering voor het vertrouwen. 5.d Vaststelling van het rooster van aftreden De ledenvergadering stemt over het rooster van aftreden. De voorzitter concludeert op basis van de uitgebrachte stemmen dat de ledenvergadering het rooster heeft vastgesteld. 5.e Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant De voorzitter stelt de heren drs. A.N.W.J. Bootsma RA en W. de Bruin AA RA voor aan de ledenvergadering. Vervolgens licht de voorzitter toe dat in de ledenvergadering van juni 2013 als accountant respectievelijk plaatsvervangend accountant van de NBA zijn benoemd de heren Schouten en de Bruin. Beiden waren toen werkzaam bij Crop Accountants. De heer Schouten is inmiddels van kantoor veranderd en heeft aangegeven van de opdracht af te zien omdat het praktischer is de opdracht te laten uitvoeren door een accountant en plaatsvervangend accountant die bij dezelfde accountantsorganisatie werkzaam zijn. Het bestuur van de NBA stelt voor om voor de controle-opdracht met betrekking tot het boekjaar 2014 in plaats van de heer Schouten nu de heer Bootsma te benoemen. Tevens stelt het bestuur voor om ten aanzien van de controle inzake het boekjaar 2015 de heren drs. A.N.W.J. Bootsma RA en W. de Bruin AA RA te benoemen als accountant respectievelijk plaatsvervangend accountant. De heer prof. J.C.A. Gortemaker RA stelt een vraag naar aanleiding van de afgegeven controleverklaring. Hij vraagt waarom de controlerend accountant van de NBA niet, bij wijze van experiment, aansluiting heeft gezocht bij de proef met de informatievere controleverklaring. De heer De Bruin licht toe dat het gebruiken van deze informatievere controleverklaring besproken is met de NBA. Afgesproken is met ingang van het volgende boekjaar hier meer vorm aan te geven. Vervolgens gaat de voorzitter over tot de stemming over de benoeming van de heer drs. A.N.W.J. Bootsma RA als accountant voor de controle met betrekking tot het boekjaar 2014. De voorzitter concludeert aan de hand van de stemmingsuitslag dat de ledenvergadering heeft ingestemd met de benoeming. Aansluitend stemt de ledenvergadering over de benoeming van de heer drs. A.N.W.J. Bootsma RA als accountant voor de controle inzake het boekjaar 2015. Ook hier concludeert de voorzitter dat de ledenvergadering heeft ingestemd met de benoeming. Hierna brengen de leden hun stem uit over de benoeming van de heer W. de Bruin AA RA als plaatsvervangend accountant voor de controle betreffende het boekjaar 2015. Op basis van de stemuitslag concludeert de voorzitter dat de ledenvergadering heeft ingestemd met de benoeming. 6. Bespreking van het Jaaroverzicht NBA 2013 De voorzitter licht toe dat het jaaroverzicht dit jaar voor het eerst uitsluitend in digitale vorm, via Pinterest, beschikbaar is gesteld aan de leden. Het jaaroverzicht bevat een weergave van de belangrijkste activiteiten van de NBA. Daar er geen wettelijke bepaling is die voorschrijft dat de ledenvergadering het jaaroverzicht vaststelt, hoeft er geen stemming plaats te vinden en ligt het overzicht ter bespreking voor. Wel dient het bestuur een verslag van de werkzaamheden van de beroepsorganisatie in het afgelopen jaar aan de minister van Financiën te sturen (artikel 33, tweede lid, Wab). Het jaaroverzicht wordt door het bestuur als dit verslag gezien. De ledenvergadering heeft geen vragen of opmerkingen naar aanleiding van het jaaroverzicht. 7. Jaarrapport NBA 2013 De heer J.M.A. van Huut RA, voorzitter van de Financiële Commissie NBA, licht de status en de werkwijze van deze commissie toe. Het betreft een bestuurscommissie die is samengesteld uit de bestuursleden de heer drs. J. Hetebrij RA, mevrouw mr. E.B. Steenwijk AA RB en hijzelf. Buiten de bestuursvergaderingen komt de commissie ongeveer vijf keer per jaar bijeen met de directeur mevrouw mr. A.M. van Arkel, met het hoofd afdeling Financiën, de heer Th.C. Raaphorst RA en de secretaris de heer drs. R.E.J. Heinsbroek. Deze commissie bereidt de financiële zaken voor het bestuur van de NBA voor, waarna deze ter bespreking en besluitvorming aan het NBA-bestuur 28
kunnen worden voorgelegd. Daarna start de heer Van Huut zijn presentatie waarin hij het jaarrapport 2013 toelicht. Kerncijfers van 2013 De kerncijfers over 2013 worden gepresenteerd en vergeleken met de begroting. Zo is het ledenaantal gelijkgebleven, maar hebben er wel verschuivingen plaatsgevonden. Het aantal openbaar accountants en postactieven is gedaald en het aantal accountants in business is toegenomen. Dit laatste is een trend die zich zal voortzetten. Verder is de personeelsbezetting iets hoger dan het normaantal van 125 fte. De oorzaak hiervan is gelegen in de extra werkzaamheden die verband houden met het implementeren van het ERP-systeem. De netto-opbrengsten van de ledenactiviteiten (in verband met opleidingen, toetsingen en uitgeverij) zijn ongeveer gelijk aan die van vorig jaar. Er hebben zich binnen deze netto-opbrengsten wel enige verschuivingen voorgedaan. Verder licht de heer Van Huut toe dat de overige kosten en opbrengsten, die bestaan uit de personeelskosten en de kosten van huisvesting, nagenoeg gelijk zijn aan de begroting. Het netto-resultaat van de NBA is € -164.000 terwijl € 8.000 begroot was. Het totaalsaldo van baten lasten bedraagt € 115.000. De heer Van Huut licht toe dat de gelden die zijn vrijgevallen vanuit de NEMACC-voorziening hierin zijn opgenomen. Dit geschiedt volgens de afspraak dat indien het voorziene bedrag (€ 350.000 per jaar) niet helemaal wordt besteed, het resterende bedrag vanuit de voorziening naar de bestemmingsreserve vloeit, die onderdeel uitmaakt van het eigen vermogen. Het vermogen van de NBA bedraagt thans € 11,8 mln. terwijl de liquide middelen € 9,2 mln. bedragen. Anders dan geprognotiseerd, eindigt de kasstroom negatief. De oorzaak hiervoor is gelegen in de facturatie, die als gevolg van de implementatie van het ERP-systeem op een later moment heeft plaatsgevonden. De latere facturatie heeft niet geleid tot meer oninbare vorderingen dan gebruikelijk. Accountantsverslag 2013 De heer Van Huut licht op hoofdlijnen toe waarover dat de Financiële Commissie en de externe accountant hebben gesproken. Het betreft de volgende onderwerpen. Implementatie van het ERP-systeem (Navision) De implementatie heeft een forse impact op de procedures binnen het bureau van de NBA. Gekeken is naar de risico’s, de managementinformatie en de overgang van het oude naar het nieuwe systeem alsmede naar de waardering in de balans per 31 december 2013. Waardering van het onroerend goed Hierop komt de heer Van Huut later in vergadering terug. Openstaande punten omzetbelasting Er loopt een discussie tussen de NBA en de Belastingdienst over de omzetbelasting. Deze discussie gaat enerzijds over de teruggave van belasting vanuit het verleden, verband houdend met opleidingen. Anderzijds betreft het het precieze karakter van de prestaties tussen NBA en samenwerkende en gelieerde organisaties. De bedragen die hiermee gemoeid zijn, compenseren elkaar. Daarom is, met instemming van de accountant, ervoor gekozen dit onderdeel niet in de balans te verwerken, maar in de toelichting te vermelden. Waarderingsgrondslagen Wat de waarderingsgrondslagen betreft, zijn er geen materiële verschillen van inzicht gebleken. Herziene begroting 2014 en begroting 2015 De heer Van Huut presenteert op hoofdlijnen de herziene begroting 2014, de begroting 2015 en de realisatie 2013. De herziene begroting 2014 wijkt op een paar ondergeschikte punten af van de oorspronkelijke begroting 2014. Voor de details verwijst de heer Van Huut naar pagina 64 van de vergaderstukken. Het eindresultaat van de begroting 2014 bedraagt € 8.000 positief en komt in de herziene begroting uit op € 0. In de vergelijking met de uitkomsten van 2012 en 2013 levert dit een stabiel beeld op van de financiële situatie van de NBA. De heer Van Huut benadrukt dat het bestuur van de NBA heeft besloten geen contributieverhoging voor te stellen. Dit mede omdat het economische klimaat om ons heen daar ook niet direct om vraagt. Dit betekent dat, nadat in 2012 en 2013 de contributie aanzienlijk is verlaagd, het bestuur deze 29
verlaging continueert voor 2015 en in dat jaar een bescheiden verlies van € 163.000 accepteert. Met de directie is afgesproken te kijken naar maatregelen die mogelijk zijn om het bescheiden begrote verlies in 2015 te verkleinen. Een van de zaken die daarbij spelen, is de exploitatie van het pand in Den Haag. Bij het opstellen van de begroting is nog uitgegaan van de situatie dat het pand leegstaat. Het beleid is eventuele kostenstijgingen op te vangen binnen andere kostenposten. Het bestuur is zich ervan bewust dat er veel inspanning van het bureau wordt gevergd om deze begroting waar te maken. Vervolgens geeft de heer Van Huut aan dat het vermogen in 2015 (ten opzichte 2013) is afgenomen. De reden hiervan is dat € 3,9 mln. van de bestemmingsreserve is gebruikt om de terugbetaling van een deel van het suplusvermogen aan de AA-leden te kunnen realiseren. Kantoorpand in Den Haag (oude NOvAA-kantoor) Het kantoorpand in Den Haag heeft een boekwaarde van € 2,5 mln. Bij de bepaling van dit bedrag is uitgegaan van de situatie dat het pand leegstaat en te huur of te koop is. De intentie van de NBA was het pand te verkopen. In de loop van 2013 is besloten het pand ook te huur aan te gaan bieden. Hierdoor kon de NBA recent een huurcontract afsluiten met een looptijd van tien jaar, met daarbij in het eerste jaar het recht van koop (tegen een bedrag van € 2,4 mln.). Gegeven deze nieuwe situatie heeft de Financiële Commissie aan de directie gevraagd het pand opnieuw te laten taxeren. Die waardering zal worden opgenomen in de stukken over 2014. Doordat het pand wordt verhuurd, en dus eigendom van de NBA blijft, wordt nog nagegaan welke voorziening ten behoeve van het groot onderhoud moet worden getroffen. Nieuwe ERP-systeem De heer Van Huut licht toe dat het om een ingrijpend project gaat. Het betreft niet alleen het implementeren van een geïntegreerd ERP-systeem, maar ook de integratie van de operationele en administratieve processen van de fusiepartners NIVRA en NOvAA. Het is, met enige vertraging, gelukt in juni 2014 voor een groot deel ‘live’ te gaan. De verwachting is dat voor het eind van dit jaar ook het resterende onderdeel (voor de afdeling Educatie en Praktijkopleidingen) zal zijn afgerond. De kosten van de implementatie bedragen € 1,25 mln. en zijn daarmee iets hoger dan verwacht, onder andere doordat er enkele modules aan het systeem zijn toegevoegd. De verwachting is dat deze extra modules in de toekomst bijdragen aan de efficiency van de bureau-organisatie. Het beeld is dat de afschrijvingen die volgen op het activeren van de € 1,25 mln. ook gedragen kunnen worden door de begroting. De voorzitter stelt de ledenvergadering in de gelegenheid vragen te stellen. Op de vraag van de heer P.D. Bosschart AA RB onder welke benoeming de heer drs. A.N.J.W. Bootsma RA de controleverklaring heeft ondertekend, geeft de heer Van Huut het volgende aan. Het was voldoende geweest als de ondertekening uitsluitend door de heer W. de Bruin AA RA, als plaatsvervangend accountant, had plaatsgevonden. Echter doordat de heer Bootsma ook bij de controle was betrokken, heeft hij mede ondertekend. De heer J.A. van der Meijden AA heeft uit de presentatie van de heer Van Huut begrepen dat er materiële controleverschillen zijn verwerkt. Hij vraagt welke verschillen het betreft. De heer Van Huut licht toe dat er naar aanleiding van een aantal opmerkingen van de accountant een resultaatcorrectie ad € 50.995 heeft plaatsgevonden. Deze correctie heeft betrekking op cursussen die vooruit hadden moeten worden gefactureerd. Daarnaast zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd in de rubricering in de balans en de staat van baten en lasten. De heer prof. J.C.A. Gortemaker RA heeft geconstateerd dat de opbrengsten uit hoofde van de toetsingen zijn afgenomen omdat er minder toetsingen zijn verricht. Hij vindt dat in de huidige periode, waarbij er kritiek is op de kwaliteit van het accountantswerk, een lastige verklaring. De heer Wammes licht toe dat kantoren voor een toetsing worden geselecteerd op basis van een risicoanalyse. De belangrijkste oorzaak dat er minder toetsingen zijn verricht, is gelegen in het feit dat meer kantoren dan verwacht zich hebben laten uitschrijven. De indruk bestaat dat het hier vooral om kantoren gaat die zich bewust waren van het feit dat hun kwaliteitsbeheersingssysteem ernstig tekortschoot. Mevrouw drs. R.I. Doerga RA merkt op dat zij de efficiency-voordelen van het ERP-systeem nog niet terugziet in de begroting 2015. De heer Van Huut en mevrouw Van Arkel lichten beiden toe waarop al efficiency wordt behaald, maar waar deze nog niet verwerkt is in de begroting. De directie heeft enkele 30
weken geleden een plan aan de Financiële Commissie voorgelegd. In dat plan daalt de huidige personeelsbezetting (127 fte) naar 125 fte in 2015. De verwachting is dat deze daling zich in de komende jaren voortzet. Naast de daling in fte’s door introductie van het ERP-systeem is echter ook hier en daar een toename van het aantal fte’s nodig om invulling te geven aan bepaalde prioriteiten. De heer Van Huut vat de effecten van de invoering van het ERP-systeem als volgt samen: mede dankzij de introductie van het ERP-systeem kunnen dezelfde taken worden uitgevoerd zonder dat er een contributieverhoging behoeft plaats te vinden. De heer J.A. van der Meijden AA komt terug op de lagere opbrengst vanuit de toetsingen. Hij vraagt zich af of dit wellicht het gevolg is van de invoering van planningsprogrammatuur die vervolgens door het bureau verkeerd is gebruikt. De heer Wammes licht toe dat in de begroting rekening wordt gehouden met een aantal kantoren dat moet worden getoetst. Gebleken is dat er kantoren fuseren of worden overgenomen (waardoor het aantal te toetsen kantoren daalt). Daarnaast zijn er kantoren die aangeven geen assurance-opdrachten en ook geen aan assurance verwante opdrachten meer uit te voeren. Hierdoor voldoen zij niet meer aan de criteria om voor een toetsing in aanmerking te komen. De heer drs. H.J.S. Mock RA constateert dat de NBA bij een totaal van € 27 mln. aan opbrengsten, een bedrag van € 50.000 al materieel vindt. Hij geeft in overweging om nog eens te kijken naar de invulling van de materialiteit die bij de jaarrekeningcontrole van de NBA wordt gehanteerd. Alhoewel de heer Van Huut in zijn presentatie doelde op de controleverschillen en niet de indruk wilde wekken dat het uitsluitend om ‘materiële’ controleverschillen ging, neemt hij de opmerking van de heer Mock mee naar het eerstvolgende overleg van de Financiële Commissie. De heer C.M. Verdiesen AA stelt dat efficiency geen doel op zich mag zijn. Hij kijkt primair naar de taken die de NBA heeft. Hij vraagt dan ook, gezien het aantal belangrijke taken dat de NBA de komende periode moet vervullen, of de opbrengsten uit de contributie toereikend zijn. Of moet de contributie omwille van de taakuitvoering wellicht toch worden verhoogd? De heer Van Huut licht toe dat hierover, in het kader van de vraag of een klein begrotingstekort acceptabel is, in de Financiële Commissie is gesproken. Gegeven de omvang van het eigen vermogen en de taken die op de NBA afkomen, is de Financiële Commissie tot de conclusie gekomen dat het beleid om de contributie niet te verhogen ook voor het jaar 2015 kan worden voortgezet. De heer Van Huut geeft hierbij aan dat dit niet uitsluit dat op de langere termijn de contributie weer wel verhoogd wordt. De heer Wieleman vult aan dat de NBA ook een financiële bijdrage levert aan het project ‘Toekomst accountantsberoep’, maar dit project voornamelijk door de grote kantoren zal worden betaald. De heer A.P.M. Oostwegel AA constateert dat de post crediteuren fors is gestegen. In de jaarrekening wordt vermeld dat deze stijging met name wordt veroorzaakt door vooruitgefactureerde pensioenpremies. Hij vraagt zich af waar hij de tegenhanger van deze vooruitbetaling onder de activa op de balans kan terugvinden. De heer Van Huut zegt toe het antwoord op deze vraag na te zullen gaan. Op de vraag van de heer E.J.H. Uunk RA naar de reden om de heer drs. A.N.J.W. Bootsma RA dit jaar de bij de controle te betrekken, antwoordt de heer Van Huut als volgt. Doordat de huidige accountant van kantoor veranderde, stond de NBA voor de vraag om (1) of een joint audit te laten uitvoeren dan wel (2) een andere accountant van accountantskantoor Crop bij de controle te betrekken. Het bestuur heeft daarbij voor de laatste optie gekozen. Daarbij had het bestuur tevens de wens dat deze accountant tevens firmant bij het desbetreffende kantoor is. Het accountantskantoor heeft aan dit verlangen van het bestuur kunnen voldoen. De NBA acht het van belang dat zowel de accountant als diens plaatsvervanger actief bij de controle betrokken is. De heer J.A. Buijs AA heeft geconstateerd dat er in de begroting minder is opgenomen voor de posten ‘beroepsvoorlichting studenten’ en voorlichting ondernemers’. Hij benadrukt het belang van deze activiteiten. Mevrouw Van Arkel licht toe dat de begrotingspost lager kan zijn omdat op een andere manier te werk wordt gegaan. Er wordt namelijk meer gebruikt gemaakt van de social media in plaats van campagnevoering. Deze aanpak sluit beter aan bij studenten. Daarnaast zijn twee campagnes samengevoegd. Het resultaat is dat met minder geld evenveel effect wordt verkregen.
31
De voorzitter gaat over tot de vaststelling van het Jaarrapport 2013. Aangezien geen der leden stemming wenst, concludeert de voorzitter dat de ledenvergadering het Jaarrapport 2013 heeft vastgesteld. Er volgt applaus. Vervolgens vraagt de voorzitter aan de ledenvergadering of zij het bestuur décharge verleent met betrekking tot het beleid over het jaar 2013. Daar geen der leden vragen heeft of stemming wenst, concludeert de voorzitter dat daarmee décharge aan het bestuur van de NBA is verleend. De voorzitter dankt de ledenvergadering voor het applaus. Daar geen der leden behoefte heeft aan stemming, concludeert de voorzitter dat daarmee de herziene begroting 2014 en de begroting 2015 zijn vastgesteld door de ledenvergadering en is voldaan aan het bepaalde van artikel 28 van de Wab. 9. Verordeningen De voorzitter licht de vergaderprocedure ten aanzien van dit agendapunt kort toe. De ontwerpverordeningen liggen ter vaststelling voor. Indien er bij ontwerpverordeningen amendementen zijn ingediend, wordt eerst over het amendement gestemd. In deze ledenvergadering wordt gebruik gemaakt van stemkastjes. a. Ontwerp-Contributieverordening 2015 Aangezien geen der leden vragen heeft dan wel stemming wenst, constateert de voorzitter dat de verordening door de ledenvergadering is vastgesteld. b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen Naar aanleiding van de vraag of de kantoren die aangeven geen ‘assurance of aan assurance verwante opdrachten’ meer uit te voeren, hierop ook getoetst worden, antwoordt de heer Wammes dat er nog een bezoek aan het kantoor plaatsvindt waarin dit wordt nagegaan. De heer A.P.M. Oostwegel AA vraagt of het huidige toetsingssysteem niet te zeer afhankelijk is van informatie die door de kantoren zelf wordt aangeleverd (en waarvan de juistheid nog niet is vastgesteld). De heer Ter Harmsel antwoordt dat het gestelde door de heer Oostwegel een punt van aandacht is. Vervolgens licht hij het huidige proces toe. In het huidige systeem wordt de door het kantoor ingevulde monitoringlijst als uitgangspunt genomen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat kantoren deze lijst waarheidsgetrouw invullen. Een kantoor dat aangeeft uitsluitend aan assurance verwante opdrachten te verrichten, wordt uitsluitend daarop getoetst. Tijdens de toetsing wordt wel gekeken of er inderdaad geen assurance-opdrachten worden verricht. Verder geeft de heer Ter Harmsel aan dat het hier mogelijk om een punt ter verbetering gaat. Mocht aan dit punt vervolg worden gegeven, dan brengt dit kosten met zich. Daarover zal dan met de leden moeten worden overlegd. De heer prof.dr. P.A.M. Diekman RA heeft moeite met de strekking van deze verordening. Hij ziet de wijziging in deze verordening als een verzachting van de toetsing op kwaliteit. In een tijd waarin de accountantssector onder vuur ligt, moet de kwaliteit hoog in het vaandel staan. Hij vindt het dan ook niet het goede moment om de verordening aan te passen. De heer P.C.J. Dinkgreve RA deelt de mening van de heer Diekman niet. Hij vindt dat de integriteit van accountantskantoren wel heel erg in twijfel wordt getrokken wanneer de NBA niet meer zou mogen afgaan op verklaringen van accountantskantoren dat zij geen assurance-opdrachten meer verrichten. Hij is er dan ook voorstander van de verordening aan te nemen. De heer prof. J.C.A. Gortemaker RA onderschrijft de mening van de heer Dinkgreve. De heer Gortemaker vindt het een goede zaak dat accountants (op basis van deze wijziging van de verordening) vrijwillig af kunnen zien van het verrichten van assurance-opdrachten zonder dat een toetsing plaatsvindt.
32
Evenals de heer Gortemaker onderschrijft ook de heer Mock de mening van de heer Drinkgreve. Daarbij geeft hij aan, naar aanleiding van de verschillende meningen die worden geuit, dat blijkt dat het verschil tussen assurance en aan assurance verwant lastig te duiden is. De heer Mock pleit voor een scherpe afbakening van de beide begrippen (assurance en aan assurance verwant). In het kader van de discussie over de integriteit van accountantskantoren merkt de heer J.A. van der Meijden AA tot slot nog op dat er zich altijd situaties kunnen voordoen waarbij blijkt dat de verklaring (dat geen assurance-opdrachten worden uitgevoerd) niet is nageleefd. De voorzitter gaat over tot stemming. Hij concludeert op basis van de geprojecteerde resultaten van de stemming dat de verordening is vastgesteld. c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen Aangezien geen der leden vragen heeft dan wel stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerpverordening door de ledenvergadering is vastgesteld. d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen Aangezien geen der leden vragen heeft dan wel stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerpverordening door de ledenvergadering is vastgesteld. e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen Aangezien geen der leden vragen heeft dan wel stemming wenst, concludeert de voorzitter dat de ontwerpverordening door de ledenvergadering is vastgesteld. f. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen Op de verordening is een bestuursamendement ingediend: amendement 1. Aangezien geen der leden vragen heeft dan wel stemming wenst over het amendement, constateert de voorzitter dat het amendement door de ledenvergadering is vastgesteld. Vervolgens gaat de voorzitter over tot de behandeling van de verordening. De heer P.D. Bosschart AA RB betreurt het dat met de voorliggende wijziging de reiskostenvergoeding wordt beperkt. Hiermee wordt afstand gedaan van het uitgangspunt dat bij de NOvAA werd gehanteerd, te weten dat reiskosten geen belemmering mogen zijn om actief te zijn voor de beroepsorganisatie en dat zij daarom voor vergoeding in aanmerking komen. Hij wil hierover stemming en vraagt het bestuur de verordening op dit punt te heroverwegen. De voorzitter licht toe dat een belangrijke beweegreden is geweest de administratieve verwerking van declaraties te vereenvoudigen. Hij benadrukt dat hiermee geen financieel voordeel wordt behaald (budgetneutraal). De voorzitter gaat over tot stemming. Op basis van de geprojecteerde uitslag van de stemming concludeert de voorzitter dat de ontwerpverordening is vastgesteld. g. Ontwerpverordening accountantsorganisaties Op deze ontwerpverordening zijn drie amendementen ingediend: amendement 2, 3 en 4. Aangezien geen der leden vragen heeft of stemming wenst over de amendementen en de ontwerpverordening, stelt de voorzitter vast dat de amendementen en de ontwerpverordening door de ledenvergadering zijn vastgesteld. Na de behandeling van alle verordeningen en amendementen geeft de voorzitter aan dat het bestuur van de NBA twee leden in het zonnetje wil zetten. Het bestuur wil aan mensen die langdurig extra inspanningen hebben verricht voor de NBA de ‘Loftrompet’ uitreiken. De ‘Loftrompet 2014’ wordt toegekend aan de heren drs. J.G.D. Heij AA RA en L.N.M. Straathof RA als eerbewijs voor hun bijzondere inzet. Er volgt applaus uit de zaal. Daar beide heren wegens vakantie niet aanwezig konden zijn op de ledenvergadering vindt de persoonlijke overhandiging van de ‘Loftrompet 2014’ op een later moment plaats. De vice-voorzitter, de heer Ter Harmsel, gaat in op de verdienste van de heer Heij. De heer Heij werd in 1993 lid van het Examenbureau AA (later Raad voor de Praktijkopleiding AA). Hij is een icoon van de AA-opleiding en heeft zich altijd ingezet voor een goed passende opleiding voor AA-accountants. 33
Ook was hij de voorvechter van de simulatieopdrachten en van het afstemmen van de praktijkopleiding op de praktijk van de AA-accountant. De heer Heij wordt gezien als het boegbeeld van de praktijkopleiding! Er volgt een luid applaus van de aanwezigen uit de zaal. De voorzitter, de heer Wieleman, geeft aan dat de heer Straathof in 2003 lid werd van het toenmalige Stagebestuur van het NIVRA. Vlak na zijn aantreden werd de heer Straathof benoemd tot voorzitter en heeft hij deze functie vervuld tot 1 januari 2013. Hij is een gedreven bestuurder en beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden. De heer Straathof weet mensen te boeien en te binden. Ook weet hij bestuurders en studenten te enthousiasmeren en te inspireren voor de opleiding en voor het beroep. Na de opheffing van het stagebestuur (door de fusie) bleef hij tot 1 juli jl. lid van de Raad voor de Praktijkopleidingen. Hij is nog steeds voorzitter van de Commissie Kwaliteitsbewaking voor de RA-opleiding. Daarnaast is hij al ruim 30 jaar actief als ontwikkelaar en trainer voor diverse cursussen en hoofddocent financial auditing aan de Universiteit van Tilburg. Ook levert hij voortdurend een bijdrage in de sfeer van de permanente educatie. Ook voor hem volgt een luid applaus. 10. Rondvraag De heer J. Wietsma AA geeft aan dat het beroep op dit moment volop in beweging is. In dat kader wil hij het bestuur twee zaken meegeven. Allereerst pleit hij ervoor het Accountancy Lab daadwerkelijk te realiseren omdat het Lab een belangrijke bijdrage kan leveren aan het koppelen van wetenschappelijke inzichten aan de dagelijkse praktijkuitoefening. De voorzitter licht toe dat de Nyenrode Business Universiteit op dit moment bezig is om ideeën uit te werken ten aanzien van het opzetten van een instituut op het gebied van onderzoek binnen de accountancy. Verder besteedt de Werkgroep Toekomst accountantsberoep ongetwijfeld ook aandacht aan het onderwerp. Als tweede wijst de heer Wietsma op de Green Dealovereenkomst die de NBA heeft gesloten. Hij vraagt zich af of de vergaderlocatie Spant! voldoet aan deze overeenkomst en verzoekt het bestuur studie te maken van onder andere de ecologische voetprints die de NBA wil achter laten. De voorzitter zegt toe dit punt mee te nemen. De heer Wammes, directeur van de NBA, licht toe dat de Green Dealovereenkomst vorig jaar is ondertekend en binnen de NBA onderdeel uitmaakt uit van het project over integrated reporting. Inmiddels heeft er een aantal studiebijeenkomsten plaatsgevonden. Hierin kijkt de NBA samen met andere organisaties naar de ontwikkelingen op het vlak van de verslaggeving en controle, met name op niet-financieel gebied. Die bijeenkomsten leiden tot boeiende discussies. De heer J.A. Buijs AA richt zich tot de voorzitter en spreekt zijn waardering uit voor de efficiënte wijze waarop deze ledenvergadering plaatsvindt. Naar aanleiding van de vraag van de heer J.A. Buijs over de wijze waarop de ledengroepen betrokken worden bij het project met voorstellen tot hervorming van de accountantssector, antwoordt de voorzitter als volgt. Diverse gremia buigen zich over de problematiek. Het is een onderwerp dat met name de Ledengroep Openbare Accountants (LOA) raakt. De heer Joppe, bestuurslid van de LOA, is tevens lid van de Stuurgroep Hervorming accountantssector. Hiermee wordt een directe link gerealiseerd vanuit deze ledengroep naar de stuurgroep. Daarnaast worden alle ledengroepen, via het bestuur, betrokken bij en geïnformeerd over het proces en leveren zij hun input. 11. Sluiting Alvorens tot de sluiting van de bijeenkomst van de ledenvergadering over te gaan, geeft de voorzitter aan dat de bestuursleden de heren E.J.L. van Leeuwen RA en drs. R.R. Meeder RA uit het bestuur treden. De heer Van Leeuwen per vandaag en de heer Meeder per 1 september 2014. Beiden treden af wegens het bereiken van de maximale zittingstermijn. De voorzitter richt zich tot de heer Van Leeuwen en spreekt namens het bestuur en de leden zijn waardering uit voor zijn inzet als bestuurslid van de NBA in de aflopen viereneenhalf jaar. De heer Van leeuwen heeft in zijn rol als bestuurslid altijd veel belangstelling getoond voor de diverse onderwerpen die in het bestuur aan de orde kwamen. Zijn inbreng door zijn internationale ervaringen en bij de totstandkoming van de publieke managementletters heeft het bestuur zeer gewaardeerd.
34
Aansluitend richt de voorzitter zich tot de heer Meeder. De heer Meeder heeft zitting in het bestuur van de NBA als linking pin van de Ledengroep Accountants in Business (LAIB). Dit is de laatste (leden)vergadering van de NBA voor zijn aftreden als bestuurslid. Vervolgens treedt hij in november 2014 af als bestuurslid en voorzitter van de LAIB. De heer Meeder heeft als bestuurslid een belangrijke rol gespeeld in het onderhouden van de goede relatie met en de samenwerking tussen de NBA en de VRC. De voorzitter bedankt beide heren voor hun inzet als bestuurslid. Daarna worden bloemen overhandigd en volgt er een applaus uit de zaal. De voorzitter bedankt een ieder voor zijn/haar aanwezigheid en inbreng. Aansluitend nodigt hij de aanwezigen uit voor een hapje en een drankje in de foyer. Tot slot sluit de voorzitter, de heer drs. H.H.H. Wieleman RA, de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA om 15.40 uur. Aldus gewijzigd / ongewijzigd vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 22 juni 2015.
drs. F.A. van Schaik AA RA bestuurssecretaris
drs. H.H.H. Wieleman RA voorzitter
35
b. Actiepunten naar aanleiding van de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 23 juni 2014 1. In de jaarrekening wordt vermeld dat de sterke stijging van de post crediteuren met name wordt veroorzaakt door vooruitgefactureerde pensioenpremies. De vraag is waar de tegenhanger van deze vooruitbetaling onder de activa op de balans terug te vinden is. De onder de post crediteuren opgenomen nota van de pensioenverzekeraar heeft betrekking op een drietal jaren. De nota betreft zowel de vooruitgefactureerde premie over 2014, een correctie over 2013 als een naheffing over 2012. Deze laatste twee onderdelen zijn ten laste van het resultaat gekomen. Het vooruitgefactureerde deel is, als vooruitbetaalde kosten, opgenomen onder de overlopende activa. Daarnaast is de stijging van het saldo crediteuren veroorzaakt door (a) een toename van cursussen en evenementen aan het eind van 2013 en (b) een verschuiving van de rekening-courantverhouding met leveranciers: van overige overlopende passiva naar crediteuren. 2. Het bestuur wordt gevraagd na te gaan of de vergaderlocatie Spant! past binnen de Green Dealovereenkomst die de NBA heeft gesloten. Tevens wordt het bestuur verzocht studie te maken van onder andere de ecologische voetprints die de NBA wil achterlaten. Spant! is een volledig CO2-neutrale vergaderlocatie die bovendien MVO-gecertificeerd is. In dat licht bezien past deze vergaderlocatie prima binnen de door de NBA afgesloten Green Deal-overeenkomst. Een eventueel onderzoek naar de ecologische voetafdruk die de NBA wenst achter te laten, wordt nog in beraad gehouden. Dit niet alleen vanwege de veronderstelde beperkte milieubelasting die de NBA, als type organisatie (zakelijke dienstverlening), met zich brengt en de reeds genomen maatregelen ter beperking van onder andere energie- en papierverbruik. Maar ook vanwege de vele projecten die thans lopen in het kader van het rapport van de Werkgroep Toekomst accountantsberoep. Uit een in 2012 uitgevoerde duurzaamheidsmeting bij de NBA blijkt dat de NBA, in vergelijking met de meeste organisaties die een start maken met het professionaliseren van MVO en duurzaamheid in de bedrijfsvoering, reeds ver gevorderd is. 3. In de ledenvergadering van 16 december 2013 werd de vraag gesteld of er een openbaar aanklager voor het accountantsberoep dient te worden ingesteld. Daarbij is het verzoek aan de NBA gedaan om een commissie in te stellen die dit vraagstuk gaat onderzoeken zodat in een volgende ledenvergadering een voorstel hiertoe kan worden besproken. De voorzitter van de NBA heeft toegezegd dat er een notitie zal worden voorbereid waarin alle aspecten rondom het vervullen van de functie van openbaar aanklager in kaart worden gebracht. De NBA stelt een discussiepaper op over de voor- en nadelen van het instellen van een openbaar aanklager voor het accountantsberoep. Dit paper wordt ingebracht in het seminar ‘Leren of straffen’ (op 19 juni 2015) dat gaat over de dilemma’s rond handhaving en het verbeteren van het lerend vermogen van het beroep.
36
IV Gremia-overzicht Veel leden van de NBA zijn actief binnen de beroepsorganisatie. Dit kan op veel manieren. Zo functioneren binnen de beroepsorganisatie allerlei commissies. Hieronder zijn de diverse door het bestuur ingestelde permanente commissies en adviesorganen weergegeven. In de elektronische versie van deze vergaderstukken kan, door op de naam van een gremium te klikken, extra (en actuele) informatie over de taak en samenstelling van het desbetreffende gremium worden verkregen. Ledengroepbesturen de openbaar accountants de intern en overheidsaccountants de accountants in business Colleges, commissies en raden Adviescollege voor Beroepsreglementering o Subcommissie Assurance o Subcommissie Ethiek Commissie voor de bezwaarschriften Commissie Governance, Risk en Compliance Commissie Jaarverslaggeving Commissie MKB Commissie Monitoring Code Accountantsorganisaties Commissie Vertrouwenspersonen Commissie Young Profs Coziek Kerngroep Klachtencommissie Platform Accountants en Actuarissen Platform Taxateurs en Accountants Platform Zorg Raad van Advies Raad voor Geschillen Raad voor de Praktijkopleidingen Raad voor Toezicht Sectorcommissie Banken en Beleggingsinstellingen en Beleggingsondernemingen Sectorcommissie Verzekeringsmaatschappijen en Pensioenfondsen o Platformcommissie NBA – Actuarieel Genootschap Signaleringsraad
Afdelingen en kringen Afdeling Centrum Afdeling Noord o Kring Friesland Afdeling Noord-Holland Afdeling Oost Afdeling Zuid o Kring Limburg o Kring Zeeland/West-Brabant Afdeling Zuid-Holland
37
V Jaarrapport 2014 1. Bestuursverslag (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld)
Geachte leden, Hierbij bieden wij u het jaarrapport van de NBA over 2014 aan, waarmee wij, conform artikel 29 lid 3 van de Wet op het accountantsberoep (Wab), rekening en verantwoording afleggen over het door ons in het boekjaar 2014 gevoerde bestuur. Naast dit financieel verslag hebben wij ook een meer inhoudelijke weergave van onze activiteiten opgesteld: het Jaaroverzicht 2014. Het Jaaroverzicht is uitsluitend in elektronische vorm beschikbaar en in te zien via de website van de NBA. Brede dienstverlening De dienstverlening van de NBA is gericht op al haar leden, ongeacht de wijze waarop zij werkzaam zijn. Er zijn activiteiten waarvan alle titeldragers profijt hebben, maar er zijn ook diensten die specifiek gericht zijn op bepaalde doelgroepen, zoals openbaar accountants werkzaam bij OOB-kantoren, openbaar accountants werkzaam bij andere vergunninghoudende kantoren, of openbaar accountants werkzaam in de samenstellingspraktijk. Daarnaast zijn er diensten die vooral van betekenis zijn voor intern en overheidsaccountants of accountants in business. In het bestuursverslag, maar ook in het jaarverslag, kan slechts op een beperkt aantal van deze activiteiten worden ingegaan. De keuzes die daarbij gemaakt worden, hangen mede samen met de impact die de desbetreffende activiteiten hebben gehad op het geheel (of een deel) van de beroepsgroep. Of van de maatschappelijke aandacht voor een bepaald onderwerp. Controlekwaliteit Maatschappelijke aandacht was er in 2014 voor het beroep in ruime mate. De affaires in het beroep trokken niet alleen de aandacht van de pers, maar ook van de politiek. Dit leidde er toe dat in mei van dat jaar de Tweede Kamer de minister van Financiën verzocht om daarover met de accountancysector in gesprek te gaan. Doel van dit gesprek was om de sector in september met voorstellen te laten komen om de kwaliteit van de accountantscontrole te verbeteren. De NBA en de kantoren hebben dit verzoek van de minister voortvarend ter hand genomen. Een stuurgroep en een werkgroep hebben zich, terwijl een groot deel van Nederland op vakantie ging of was, over dit vraagstuk gebogen. In zeer korte tijd zijn gesprekken met stakeholders en accountants gevoerd en zijn op basis daarvan voorstellen geformuleerd om het vertrouwen in (de kwaliteit van het werk van) het accountantsberoep te herstellen. Deze voorstellen, die vooral gericht zijn op accountantsorganisaties met een AFM-vergunning, zijn op 25 september aan de minister aangeboden. De minister heeft de voorstellen omarmd en het initiatief om de voorgestelde maatregelen door te voeren in eerste instantie aan de sector gelaten. Hij heeft vervolgens de AFM belast met het toezicht op de implementatie van de maatregelen. De NBA en de OOB-vergunninghoudende kantoren hebben inmiddels ieder een eigen projectorganisatie opgezet om de voorgestelde maatregelen te implementeren en (door middel van een monitoringcommissie) op de realisatie daarvan toe te zien. Niet alle voorstellen kunnen door de NBA zelf worden geïmplementeerd. Voor een aanzienlijk aantal maatregelen is de medewerking van de betrokken accountantsorganisaties en in een enkel geval zelfs van de wetgever noodzakelijk. In het najaar van 2014 heeft de NBA bij de accountantsorganisaties met een OOB-vergunning een eerste uitvraag gedaan naar de mate waarin de verbetervoorstellen inmiddels binnen die organisaties zijn opgepakt. Ook in 2015 zullen wij met behulp van dit soort uitvragingen de voortgang van het implementatietraject blijven volgen. Daarbij zoekt de NBA, in samenwerking met de AFM, naar mogelijkheden om de voortgang door middel van een “dashboard” inzichtelijk te maken. Het bestuur benadrukt dat het van essentieel belang is dat het maatschappelijk vertrouwen in (de controlekwaliteit van) het accountantsberoep duurzaam wordt hersteld. Implementatie van de voorgestelde maatregelen is daarbij niet het einde, maar slechts een eerste stap aan het begin van dit traject. Waar deze maatregelen uiteindelijk in moeten resulteren, is een verandering in de cultuur van 38
het beroep die gepaard gaat met een houding en handelen gericht op verbetering van de controlekwaliteit. Overige activiteiten Veel aandacht is in de tweede helft van 2014 uitgegaan naar het project “In het publiek belang” (zowel in de publiciteit als binnen de NBA zelf). Echter, niet vergeten mag worden dat de NBA ook nog andere activiteiten voor haar leden verricht. Die andere activiteiten lagen bepaald niet stil. In het NBA-Jaarplan 2014 heeft het bestuur, onder het motto “van regels naar gedrag”, een aantal beleidsdoelstellingen en plannen geformuleerd. Uiteraard is er een belangrijke mate van overlapping met de activiteiten die voortvloeien uit het sectorproject. a. Mkb-accountants Om het belang van deze groep accountants te onderstrepen, heeft het bestuur in het verslagjaar besloten om een commissie mkb in het leven te roepen. De werving van de voorzitter en de commissieleden kon nog voor het einde van het kalenderjaar worden afgerond. De commissie is in 2015 officieel van start gegaan. De NBA verricht een breed scala aan mkb-activiteiten. Het zou te ver voeren om die allemaal op te sommen. Daarom schetsen wij enkele activiteiten uit dit brede pallet: de aanpassing van de samenstellingsverklaring, het compleet herzien van de standaard 4410 voor samenstellingsopdrachten, het uitbrengen van praktische publicaties (o.a. over ondersteuning bij dividenduitkering, praktijkbeheer bij kleine en middelgrote praktijken, artikelen over hoe collega’s tot een positieve toetsingsuitslag komen), de vaktechnische helpdesk en het via het BECON-overleg oplossen van mogelijke knelpunten bij het uitvoeren van fiscale werkzaamheden. Door middel van de campagne “Daarom een accountant” brengt de NBA de mkb-accountant stelselmatig onder de aandacht van mkb-ondernemers. b. Intern en overheidsaccountants Voor de ledengroep intern en overheidsaccountants stond in het afgelopen kalenderjaar de invloed van de leiding op de organisatie (de “Toon aan de Top”) nog volop in de belangstelling. Zo is hierover een rondetafelbijeenkomst belegd en een brochure vervaardigd. In samenwerking met Nyenrode University, de Rijksuniversiteit Groningen en PwC is het tweede nationaal onderzoek naar risicomanagement uitgevoerd. Ook is (ten behoeve van Standaard 610) onderzoek gedaan naar de directe ondersteuning door intern en overheidsaccountants van de externe accountant. Met de oprichting van de Academie Publieke Sector (door NBA en VRC) is er een platform ontstaan specifiek voor accountants en controllers in de publieke sector. De academie is ook bedoeld als platform om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen. c. Accountants in business Hoog op de agenda van de accountants in business stond ethiek, met onder andere de introductie van de 'DilemmApp' over ethische vraagstukken. Eind 2014 zijn onder de accountants in business de effecten onderzocht van de inspanningen op het gebied van ethiek. Hieruit bleek dat de activiteiten en ondersteuning door de NBA hebben geleid tot meer kennis en bewustwording. Meer bewustzijn creëren is ook het streven via, onder andere, onderzoek en publicaties op het vlak van integrated thinking en integrated reporting; daarin kunnen AIB's een belangrijke rol spelen. Verder was 2014 het jaar van 'disruptive innovation' voor de AIB: zowel de ledengroepvergadering als het NBA-VRC Jaarcongres draaiden om dit thema. Innovatief was ook het stemmen over het ledengroepbestuur, dat als primeur geheel online plaatsvond. Onder de vlag van NBA-VRC vonden diverse activiteiten plaats in samenwerking met de Vereniging van Registercontrollers (VRC), zoals twee branchegroepen waarin leden kennis en ervaring uitwisselen (publieke sector en verzekeringsmaatschappijen). In september 2014 publiceerde NBA-VRC in een 'Visiedocument' een gezamenlijke visie op de financieel professional en een concept- beroepsprofiel. Dit model gaat over de vraag wie de financieel professional is, niet alleen qua functie, maar ook qua vakinhoudelijke kerngebieden, persoonlijkheidsgebieden alsmede wat betreft de bepalende (externe) trends. d. Beleidsplan In 2012 en 2013 heeft de NBA veel aandacht geschonken aan (de totstandkoming van) regelgeving. Dit betrof onder andere het harmoniseren van regelgeving als gevolg van de fusie en het actualiseren van de gedragsregels (VGBA en ViO). Als logisch vervolg daarop is in 2014 de nadruk vooral gelegd 39
op het doel (het beoogd effect) van deze regelgeving. Het gaat er uiteindelijk immers om dat de accountants de gedachte die aan de regelgeving ten grondslag ligt onderschrijven en verinnerlijken. In het kader van het NBA-jaarplan zijn onder ander de volgende activiteiten verricht:
Beleid NBA 2014 Naam Kernproject
Inhoud
Voorbeelden
1. Verbeteren controlekwaliteit
a. Leren van fouten b. Invoeren periodieke kennistoetsen c. Verhogen controlekwaliteit d. Maatwerk in assurance (nieuwe ‘assurance-light’ diensten voor het mkb) a. Zeg wat je ziet (verbeteren professioneel-kritische instelling) b. Publieke Management Letters c. De signalerende accountant d. Sector in control e. Nieuwe, meer informatieve controleverklaring
a. Onderzoek naar praktijk van “error management” b. In 2014 eerste verplichte kennistoets gehouden voor openbaar accountants die controles uitvoeren c. Sectorproject “in het publiek belang” d. Verklaring bij kredietrapportage a. Training “zeg wat je ziet” verplicht gesteld voor 2014 (openbaar, intern en overheidsaccountants) b. PML’s over Life sciences en Banken c. Door de NBA afgegeven signalen over onder andere: (1) tekortkomingen in de Wet Normering Topinkomens, (2) onzekerheid rond de omzetdeclaratie van ziekenhuizen en GGZ-instellingen, (3) te zware administratieve eisen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren d. (1) Eisen die gesteld (moeten) worden aan de door gemeenten op te stellen verantwoordingen over gedecentraliseerde taken (2) Notitie over “schadejaar versus boekjaar” voor zorgsector e. Verplichtstelling informatieve controleverklaring voor OOB’s a. 10 artikelen over “Getoetst” op Accountant.nl b. Voorzitter voor Monitoringcommissie benoemd. Werving leden gestart. c. Publicatie onderzoeksresultaten (september 2014) a. Publicatie 2 modules Praktijkgids, bezoek aan accountantskantoren, klantenflyer over “Wet werk en zekerheid” en over “eindejaarstips” b. Instructie NBA-medewerkers c. Inmiddels is een intern proces gestart om knelpunten te signaleren en verbetervoorstellen te formuleren d. Invoeren ledenprofiel (waarmee berichtgeving op maat kan worden verkregen), uitbrengen HRA-app, bestuur steeds aanwezig bij afdelingsvergaderingen
2. Verbeteren signalerend vermogen
3. Verbeteren reputatie
4. Dichter bij de leden
a. Vertel goede verhalen (leren van successen) b. Monitoren Code Accountantsorganisaties c. Onderzoek transparantieverslagen 2013 a. Verbeteren dienstverlening en communicatie naar kleine kantoren b. Verbeteren toegankelijkheid en begrijpelijkheid NBA-publicaties c. Verbeteren van bestuursmodel d. Service op maat
40
Beleid NBA 2014 Naam Kernproject
Inhoud
Voorbeelden
5. Onderwijs op maat
a. Behoeftegericht onderwijs b. Herziening van PE-systeem
a. Nota “Vakbekwaamheid verzekerd” uitgebracht, met visie op toekomstige onderwijsstructuur, aanpassing beroepsprofiel wordt voorbereid b. Meningen stakeholders geïnventariseerd en afgesloten met symposium in september 2014
e. NBA-commissies en adviesorganen Het vele werk dat ook het afgelopen jaar weer verricht is ten behoeve van het accountantsberoep is mede tot stand gekomen dankzij de inzet van een groot aantal leden. Door middel van hun participatie in raden, commissies, afdelingen, kringen of andere gremia van de NBA hebben zij bijgedragen aan de realisatie van het hierboven weergegeven beleid. Voor een overzicht van de diverse gremia die op dit moment voor de NBA actief zijn, verwijzen wij u naar het gremia-overzicht en de website van de NBA. Behalve leden zetten ook niet-leden zich actief in voor de NBA. Voor een deel participeren zij samen met leden in de hiervoor bedoelde vaktechnische gremia. Daarenboven kan het bestuur een beroep doen op haar Raad van Advies. Deze Raad, die uitsluitend bestaat uit niet-beroepsgenoten en sinds dit verslagjaar onder voorzitterschap staat van Anthony Burgmans, heeft het bestuur vooral ook geadviseerd omtrent het project Toekomst accountantsberoep. Financiële verantwoording verslagjaar 2014 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) De bedrijfsvoering heeft in 2014 tot een positief resultaat van € 630 geleid, terwijl in de begroting uitgegaan is van een break-even resultaat. Al gedurende het derde kwartaal was er zicht op positieve resultaten door meevallende kosten. Uit de analyse kan geconcludeerd worden dat het overschot over 2014 geen structureel karakter heeft, de verschillen ten opzichte van de begroting zijn relatief gering dan wel zijn verklaarbaar door eenmalige oorzaken. De eenmalige meevallers bestaan voornamelijk uit personeelskosten (€ 290) door het tijdelijk niet in (kunnen) vullen van vacatures, lagere kosten ten behoeve van de gelieerde organisaties RJ en CEA (€ 75) en een saldo van diverse posten (€ 129). Daarnaast zijn de begrote posten voor incidentenonderzoek en onvoorziene uitgaven in 2014 niet volledig aangesproken (€ 136). De contributie-inkomsten zijn € 171 lager dan begroot doordat er een verschuiving optreedt van leden van de categorie ‘openbaar accountant’ naar de categorie ‘accountant in business’. Het totaal aantal leden is afgenomen met 84. Het aantal postactieven is gedaald met 102. Het aantal leden met de RA-titel is gestegen met 107, terwijl het aantal leden met de AA-titel is gedaald met 191. Het uitschrijvingspercentage van leden met de AA-titel is aanzienlijk hoger dan van leden met de RA-titel. De meest voorkomende redenen zijn de verplichte permanente educatie, en het niet meer als accountant werkzaam zijn. De aanwas van nieuwe leden met AA-titel blijft achter door een dalend aantal inschrijvingen voor de praktijkopleiding De bruto-marge van directe activiteiten is € 259 lager dan begroot, voornamelijk door dalende opbrengsten uit opleidingen. Voor NBA en NBA-VRC Opleidingen is de omzet gedaald met 16% tot € 5.650 in 2014. Vanwege markt- en forse concurrentieverhoudingen is het verplichte PE-onderwerp tegen een relatief lage prijs aangeboden waardoor de gemiddelde prijs per PE-uur in 2014 is gedaald. Desondanks is door kostenbesparing de bruto-marge in percentage van de omzet gelijk gebleven en de netto-marge slechts met 4% gedaald. Gedurende 2014 zijn diverse initiatieven gestart om het aanbod te verbeteren. 41
De verplicht gestelde kennistoets is succesvol geïntroduceerd en is door bijna 5.000 openbaar accountants voltooid. Voor Educatie en Praktijkopleidingen zijn de opbrengsten nagenoeg gelijk gebleven (zowel ten opzichte van de begroting als ten opzichte van 2013). Het totaal aantal ingeschreven stagiaires is op hetzelfde niveau gebleven. De in 2013 ingezette stijging van het aantal RA-stagiaires en daling van het aantal AA-stagiaires heeft zich voortgezet in 2014. De daling bij de AA-stagiaires wordt mede veroorzaakt door het vroegtijdig stoppen met de opleiding. De opbrengsten laten een verschuiving zien ten opzichte van vorig jaar: 10% stijging bij de RA-opleiding en 15% daling bij de AA-opleiding. Het aantal nieuwe inschrijvingen voor de opleiding is in 2014 gedaald, en bedraagt 790 ten opzichte van 940 inschrijvingen in 2013. De simulatieopdrachten zijn toegenomen door gebrek aan stageplaatsen. In 2014 zijn er in totaal 587 trainees afgestudeerd, waarvan 438 aan de RA-opleiding en 149 aan de AA-opleiding. Onderzoek naar de reden van de veranderende aantallen ten opzichte van vorige jaren heeft geleid tot aanpassing van het opleidingsmodel. Bij Toezicht en Kwaliteit zijn ten opzichte van 2013 de opbrengsten € 217 hoger door twee factoren. Ten eerste is het aantal toetsingen gestegen tot 247 door een grotere selectie van te toetsen kantoren en een lagere uitval van kantoren dan verwacht. Het dalend aantal verbeterplannen heeft geleid tot een lagere opbrengst dan begroot. Het aantal (her)toetsingen en verbeterplannen is lastig in te schatten en leidt steeds tot afwijkende uitkomsten, zodat het resultaat moeilijk te voorspellen is. Ten tweede zijn de opbrengsten hoger als gevolg van een verhoging van het jaarlijkse tarief in 2014 van € 55,-- per accountant naar € 105,-- om het gewenste niveau van kostendekking te kunnen realiseren. Deze factoren en eenmalig gerealiseerde kostenbesparingen hebben geleid tot per saldo een € 63 hogere bruto-marge dan begroot. De liquiditeitspositie is afgenomen met € 2.740 voornamelijk door uitkering van € 3.918 aan de AA-leden uit de bestemmingsreserve en investering in het ERP-systeem. Door actief debiteurenmanagement is het debiteurensado teruggedrongen met € 1.102. Daarmee is de daling van de liquiditeit beperkt. Hoewel de solvabiliteit gedaald is als gevolg van de uitbetaling uit de bestemmingsreserve, blijft het solvabiliteitspercentage op een gezond niveau, boven 50.
Kerncijfers De onderstaande kerncijfers zijn ontleend aan de balans en staat van baten en lasten van de afgelopen 2 jaar. (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) 2014 16.425 9.372 630 1,9 52%
Contributie leden Opbrengst ledenactiviteiten Resultaat bedrijfsactiviteiten Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit Personeelsbezetting in fte per einde boekjaar NBA Cie NBA VRC Gedetacheerd bij overige instellingen Totaal Ledenaantallen Openbaar accountants Intern en overheidsaccountants Accountants in business Postactieven
42
2013 16.047 9.774 -164 2,5 58%
125,8 4,5 12,8 143,1
127,0 4,5 12,0 143,5
8.823 1.493 8.887 2.087 21.290
8.982 1.490 8.713 2.189 21.374
Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2014 Bestuur NBA de heer drs. H.H.H. Wieleman RA - voorzitter de heer D.J. ter Harmsel AA RB - plv. voorzitter de heer J. Beekhuizen AA RB de heer drs. M.T. Eggermont RA de heer drs. S. Groustra AA MBA de heer drs. J. Hetebrij RA de heer J.M.A. van Huut RA mevrouw drs. H. Kapteijn RA mevrouw drs. V.W.J. Kooistra-Voorwald RA RC de heer G.M. van de Luitgaarden RA de heer P. Scholte RA mevrouw mr. E.B. Steenwijk AA RB mevrouw drs. K. van Wijngaarden AA RA RB Directie bureau NBA mevrouw mr. A.M. van Arkel de heer drs. B.J.G. Wammes
- algemeen directeur - directeur
Financiële vooruitblik 2015 / 2016 De financiële positie van de NBA blijft naar de mening van het bestuur een solide basis vormen voor de toekomst, dit ondanks het feit dat in 2014 het grootste deel van de bestemmingsreserve aan de AA-leden is gerestitueerd. De begrote kosten voor het project Toekomst accountantsberoep worden geschat op € 450 per jaar voor de komende twee jaar. De kosten voor 2015 worden gefinancierd uit het overschot van 2014. De evaluatie van de huidige governance wordt gestart in 2015 en behoeft ook financiering. Voor 2016 is bepaald dat deze kosten gedeeltelijk gedekt worden uit een additionele contributieverhoging van 1% en gedeeltelijk uit de reserves. Met de implementatie van het ERP-systeem zijn gedurende 2014 reeds besparingen gerealiseerd door een efficiëntere bedrijfsvoering. Vooruitkijkend naar 2015 zullen de operaties verder geoptimaliseerd worden en nieuwe functionaliteiten toegevoegd. Verwacht wordt dat verdere kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden door verbeteringen in de bedrijfsvoering. Daarnaast wordt verwacht dat commerciële voordelen behaald kunnen worden door betere informatieverschaffing uit de systemen en flexibiliteit van het ICT-platform voor nieuwe opleidingsinitiatieven als de “Academie Publieke Sector”. Tot slot Het jaar 2014 was een turbulent jaar. Niet alleen voor het beroep en het bestuur, maar ook voor het bureau van de NBA. Aan de medewerkers zijn het afgelopen jaar hoge eisen gesteld op het gebied van flexibiliteit en inzetbaarheid. Gezien de situatie waarin het beroep verkeert, was (en is) het “alle hens aan dek”. Het bestuur is de medewerkers van het bureau zeer erkentelijk voor de wijze waarop zij zich in 2014 hebben ingezet. Hetzelfde geldt vanzelfsprekend voor de leden van de Werkgoep en de overige collega’s die zich hebben ingezet voor het project Toekomst accountantsberoep. Voor het, in 2014 gestarte, project Toekomst accountantsberoep moet nog veel werk worden verzet. Ook in 2015 en 2016 zal het bestuur een beroep doen op de inzet van de medewerkers van de NBA voor extra activiteiten, die van cruciaal belang zijn voor de toekomst van het accountantsberoep. Wij verzoeken u deze financiële verantwoording over 2014 vast te stellen en het bestuur van de NBA volgens artikel 29, vierde lid, van de Wab décharge te verlenen. Amsterdam, 13 mei 2015 Namens het bestuur van de NBA
drs. H.H.H. Wieleman RA voorzitter
D.J. ter Harmsel AA RB plv. voorzitter 43
44
2. Jaarrekening a. Balans per 31 december 2014 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld)
31 december 2014
31 december 2013
ACTIEF Vaste activa Immateriële vaste activa (1) Websites en software Materiële vaste activa (2) Niet aan bedrijfsactiviteiten dienstbaar Bouwkundige aanpassingen huurpand Andere vaste bedrijfsmiddelen
797
2.400 1.374 1.074
Som der vaste activa
413
2.500 1.568 1.295 4.848
5.363
5.645
5.776
6
5
Vlottende activa Voorraden (3) Vorderingen (4) Debiteuren Overlopende activa
2.108 2.228
3.210 2.013 4.336
5.223
6.469
9.209
Som der vlottende activa
10.811
14.437
Totaal
16.456
20.213
Liquide middelen (5)
45
31 december 2014
31 december 2013
PASSIEF
Eigen vermogen (6) Algemene reserve Bestemmingsreserve
7.712 860
7.082 4.740 8.572
Voorzieningen (7) Voorziening Kenniscentrum NEMACC Overige voorzieningen
1.400 457
Langlopende schulden (8) Kortlopende schulden (9) Crediteuren Overige schulden belasting en premies Overlopende passiva
1.750 503 1.857
2.253
255
298
2.269 767 2.736
Totaal
46
11.822
2.416 722 2.702 5.772
5.840
16.456
20.213
b. Staat van baten en lasten over 2014 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) Realisatie 2014 Baten (10) Contributies en inschrijfgeld
Begroting 2014
Realisatie 2013
16.425
16.596
16.047
5.650 1.562 1.452 139 569 9.372
6.715 1.565 1.561 523 10.364
6.538 1.534 1.235 467 9.774
Overige opbrengsten Som der baten
1.313 27.110
1.131 28.091
1.086 26.907
Lasten (11) Kosten directe activiteiten beroepsuitoefening Personeelskosten (inclusief gelieerden) Afschrijvingen en waardeverminderingen Algemene- en huisvestingskosten Bestuurskosten Project Toekomst accountantsberoep Ledengroepen NBA-VRC Beroepsontwikkeling en Beleid Regelgeving Ledenservice en Communicatie Som der lasten
6.624 13.531 774 2.912 2.064 30 196 106 162 247 1.524 28.170
7.357 13.859 724 2.797 2.402 244 170 270 374 1.382 29.579
7.039 14.192 492 2.811 2.045 242 162 165 278 1.354 28.780
Doorberekening aan gelieerde organisaties
-1.612
-1.410
-1.540
Netto lasten
26.558
28.169
27.240
78
78
169
630
-
-164
NBA Opleidingen Educatie en Praktijkopleidingen Toezicht en Kwaliteit Kennistoets Uitgeverij/boekhandel
Financieel resultaat (12)
RESULTAAT BEDRIJFSACTIVITEITEN NBA
47
c. Kasstroomoverzicht over 2014 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld)
2014 Saldo bedrijfsactiviteiten NBA Aanpassingen: Afschrijvingen en waardeverminderingen Mutatie NEMACC-voorziening Mutatie bestemmingsreserve Mutatie overige voorzieningen
2013 630
770 -307 -5 -46
-164
579 -220 -81 -62 412
Veranderingen in werkkapitaal Mutatie voorraden Mutatie vorderingen Mutatie schulden
-1 887 -111
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
216 35 -1.188 674
775
-479
1.817
-427
-145 -548 54
-501 -363 36 -639 1.178
-828 -1.255
-3.918
-
-2.740
-1.255
Liquiditeitspositie primo boekjaar
9.209
10.464
Liquiditeitspositie ultimo boekjaar
6.469
9.209
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Terugbetaling aan AA-leden Netto-kasstroom (mutatie liquide middelen)
48
d. Toelichting op de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld)
(i). Toelichting algemeen De NBA is volgens de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving te kenmerken als organisatie zonder winststreven. Het bestuur van de NBA heeft ervoor gekozen de richtlijnen uit RJ 640 te volgen. Voor haar is leidend dat het jaarrapport de informatie verschaft over de financiële positie, resultaten en wijzigingen in de financiële positie van de NBA, die voor haar leden nodig is voor de beoordeling van het gevoerde beleid. Vergelijkende cijfers De ter vergelijking opgenomen bedragen in de balans en de staat van baten en lasten, alsmede in de toelichtingen, zijn gebaseerd op de jaarrekening 2013 van de NBA. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Voor waardering en resultaatbepaling worden de algemene bepalingen van RJ 100 tot en met 400 gevolgd. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa zijn identificeerbare, niet-monetaire activa zonder fysieke gedaante die worden aangewend voor het realiseren van opbrengsten. Uitgangspunt voor de waardering zijn de verkrijgingsen productiekosten. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen, dan wel lagere marktwaarde, en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Ze zijn lineair op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Op de niet aan de bedrijfsactiviteiten dienstbare activa wordt niet afgeschreven. Periodiek worden zij getoetst aan marktwaardeontwikkelingen en waar nodig wordt een waardevermindering verantwoord. Voorraden Voorraden handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door beoordeling van de aanwezige voorraden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd op basis van nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor in de toekomst te verwachten uitgaven op basis van overeenkomsten of bestuursbesluiten. De voorzieningen worden opgenomen voor de geschatte uitgaven die naar verwachting voortvloeien uit de per balansdatum lopende verplichtingen. De geschatte uitgaven worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit de verplichtingen. Lang- en kortlopende schulden De lang- en kortlopende schulden worden nominaal gewaardeerd, waarbij de schulden met een resterende looptijd langer dan een jaar worden opgenomen onder de langlopende schulden. Baten Onder de baten worden verstaan de opbrengsten van de in het verslagjaar verleende diensten en verkochte goederen onder aftrek van kortingen en over de baten geheven belastingen. 49
Lasten Onder de lasten worden verstaan de uitgaven die voortvloeien uit de in het verslagjaar ontvangen diensten en gekochte goederen alsmede de uitgaven die betrekking hebben op de wettelijke taak van de organisatie. Financiële baten en lasten Onder de financiële baten en lasten worden opgenomen de ontvangen en betaalde interest over het verslagjaar en de kosten van het betalingsverkeer. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
50
(ii). Toelichting op de balans (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) (1) Immateriële vaste activa Websites
HRA
Software
3 jr
3 jr
5 jr
Afschrijvingsperiode Boekwaarde 1 januari 2014 Investering boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december 2014
51
213 -47 166
-48 3
Onderhanden werk
362 225 -69 518
Totaal
413 548 -164 797
110 110
In 2014 zijn aanpassingen verricht aan het ERP-systeem en is de HRA-website in gebruik genomen. Nog niet afgeronde investeringen staan vermeld als “onderhanden werk”. Hierover vindt nog geen afschrijving plaats.
(2) Materiële vaste activa Niet aan Bouwkundige organisatie aanpasdienstbare singen vaste activa huurpand Afschrijvingsperiode
0 jr
9-13 jr
Kantoorinventaris en machines
Hardware en software
5-10 jr
3-5 jr
Totaal
Boekwaarde 1 januari 2014 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen en waardeverminderingen
2.500 -
1.568 45 -27
407 14 -27
888 86 -
-100
-212
-84
-210
5.363 145 -54 -606
Boekwaarde 31 december 2014
2.400
1.374
310
764
4.848
Het pand Koninginnegracht is opnieuw getaxeerd. De uitkomst resulteert in een afwaardering van 100. In 2014 is de geluidsinstallatie van de Limpergzaal vernieuwd omdat de bestaande niet meer voldeed aan de eisen. Ook zijn een aantal afgeschreven vervoersmiddelen buiten gebruik gesteld. Er wordt nu gebruik gemaakt van leaseauto’s. 31 december 2014
31 december 2013
(3) Voorraden HRA Overige voorraad
6 6
Alle exemplaren van de HRA-bundel 2014 zijn verkocht. De overige voorraad bestaat uit boekjes “50 keer fraude” en NBA-gevelborden ten behoeve van kantoren.
51
5 5
31 december 2014
31 december 2013
(4) Vorderingen Debiteuren Contributie NBA Opleidingen Toezicht en kwaliteit Educatie en praktijkopleiding HRA Evenementen Kennistoets Overige vorderingen
146 1.041 457 198 178 139 111 260 2.530
379 1.210 896 316 240 356 254 3.651
De vorderingen zijn met 1.121 afgenomen door het incassobeleid stringenter te voeren. Doordat de gemiddelde ouderdom van de openstaande vorderingen gelijk is gebleven, is er geen dotatie aan de voorziening voor oninbaarheid gedaan. 2014 Mutaties voorziening voor oninbaarheid Saldo per 1 januari Dotatie verslagperiode Afboekingen debiteuren Saldo per 31 december Totaal debiteuren
2013 441 441 -19 422
300 145 445 -4 441
2.108
3.210
31 december 2014 Overlopende activa Depotbedragen Nog te factureren opbrengsten Te vorderen interest Vooruitbetaalde kosten Vorderingen gelieerde organisaties Overige overlopende activa
48 559 52 1.042 316 211 2.228
31 december 2013 48 247 99 1.146 222 251 2.013
De vooruitbetaalde kosten bestaan uit huur en licentie- en onderhoudskosten automatisering. In de post overlopende activa is een vordering van 3 op de directie opgenomen naar aanleiding van een besluit uit hoofde van de WNT.
(5) Liquide middelen Betaalrekeningen Spaarrekeningen en deposito's
1.069 5.400 6.469
52
909 8.300 9.209
Van het saldo liquide middelen is 250 niet opvraagbaar als gevolg van een afgegeven bankgarantie.
2014
2013
(6) Eigen Vermogen Algemene reserve NBA per 1 januari Resultaatbestemming boekjaar Stand per 31 december
Bestemmingsreserve per 1 januari Teruggave aan AA-leden Vrijval voorziening NEMACC (7) Studiebeurzen Leergang Leiderschap Bestemmingsreserve per 31 december
7.082 630 7.712
7.246 -164 7.082
4.740 -3.918 43 -5 860
4.691 130 -81 4.740
8.572
11.822
De bestemmingsreserve is een reserve die, bij de voorbereiding van de fusie van NIVRA en NOvAA, per 1 januari 2011 is gevormd uit het surplus-vermogen van de NOvAA. Deze reserve staat ter beschikking van de AA’s en wordt benut voor activiteiten ten behoeve van de mkb-accountant. In het jaar 2014 is 3.918 van de bestemmingsreserve gebruikt voor restitutie aan AA-leden. De teruggave aan de AA-leden is verrekend met de contributie over 2014. In 2014 is 5 gebruikt voor Leergang Leiderschap.
(7) Voorzieningen Voorziening NEMACC Jaarlijkse toezegging Besteding Toevoeging aan bestemmingsreserve
350 -307 43
350 -220 130
De NOvAA is in 2012 een samenwerking aangegaan met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze samenwerking, onder de naam NEMACC, betreft een kenniscentrum gericht op de mkb-accountant. De samenwerking heeft, voor een periode van zeven jaar, jaarlijks 350 ter beschikking. In 2014 is 307 besteed en het resterende bedrag van 43 is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Stand voorziening NEMACC per 1 januari Jaarlijkse toezegging Stand per 31 december
1.750 -350 1.400
2.100 -350 1.750
332 66 - 31 367
303 79 -50 332
Overige voorzieningen Voorziening jubileumregeling Stand per 1 januari Dotatie verslagperiode Uitkeringen t.l.v. voorziening Stand per 31 december
¤
De voorziening jubileumregeling betreft toekomstige uitbetalingen aan personeel die voortvloeien uit arbeidsvoorwaardelijke rechten opgebouwd door dienstjaren.
53
31 december 2014 Voorziening toeslagen pensioen inactieven Stand per 1 januari Dotatie verslagperiode Uitkeringen t.l.v. voorziening Stand per 31 december
31 december 2013
-
59 -59 -
Deze voorziening betrof in 2012 ontvangen gelden ten behoeve van uitkering in 2013 aan inactieven (NIVRA-pensioenregeling).
Voorziening personeel reeds uit dienst Stand per 1 januari Uitkeringen t.l.v. voorziening Vrijval dotatie Stand per 31 december
171 -59 -22 90
203 -32 171
Aan een aantal oud-medewerkers wordt nog een aantal jaren een vergoeding betaald conform de arbeidsvoorwaarden van het NIVRA. Deze regeling dateert van vóór de fusiedatum. De vrijval betreft een positief uitgevallen herkeuring van een oud-medewerker.
Totaal overige voorzieningen
457
503
(8) Langlopende schulden Vooruit-gefactureerde bedragen
255
298
Het saldo betreft vooruit-gefactureerde bijdragen praktijkopleiding voor de jaren 2016, 2017 en de helft van 2018.
(9) Kortlopende schulden Crediteuren Overige schulden belastingen en premies Omzetbelasting Loonheffing en sociale verzekeringen
Overlopende passiva Nog te betalen kosten Vooruitgefactureerde bedragen Overige overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
2.269
2.416
1 766 767
-5 727 722
1.354 709 673 2.736
1.203 674 825 2.702
5.772
5.840
De nog te betalen kosten betreffen voornamelijk cursuskosten, praktijkopleidingen en opgebouwd vakantiegeld. De vooruitgefactureerde bedragen hebben betrekking op bijdrage praktijkopleidingen, cursussen en toetsingen. In de overlopende passiva is een reservering begrepen voor niet opgenomen vakantiedagen. 54
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Huurcontracten Voor het kantoorpand aan de Antonio Vivaldistraat 2-8 in Amsterdam is per maart 2008 een 15-jarig huurcontract aangegaan. De huursom wordt jaarlijks geïndexeerd en bedroeg 1.022 in 2014. Het pand aan de Koninginnegracht 5 te Den Haag is met ingang van 1 juli 2014 verhuurd. Het verhuurcontract heeft een looptijd van 10 jaar met recht tot koop. Bankgarantie Er is een bankgarantie van 250 afgegeven voor de huurverplichtingen van het NBA-pand in Amsterdam. Lease-contracten De NBA heeft operationele leasecontracten afgesloten voor kopieer- en printerapparatuur en 17 vervoermiddelen. De totale jaarlasten van deze leasecontracten bedragen 235. De looptijd van de verplichtingen varieert tot maximaal 5 jaar. Gemengde btw voorgaande jaren De NBA heeft een aanspraak op de fiscus uit hoofde van behandeling van gemengde btw door het NIVRA over de jaren 2011 tot 2014. De jaren daarvoor zijn in 2014 behandeld en hierover is een bedrag van 268 in 2015 afgerekend. Daarnaast heeft de NBA een geschil met de fiscus gerelateerd aan de vooraftrek van btw voor de beroepsopleiding bij de NOvAA. Beide elementen zijn onzeker wat betreft realisatie van vordering en verplichting, dan wel een betrouwbare schatting daarvan. Om die reden is geen vordering en verplichting in de balans opgenomen.
55
(iii). Toelichting op de staat van baten en lasten (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) Realisatie 2014
(10) Baten Contributies en inschrijfgelden Ontvangen contributies Inschrijfgelden
Begroting 2014
16.261 164 16.425 16.425
Dotatie voorziening debiteuren
Ledenaantallen
RA
Leden per contributiegroep 31-12-2013 Openbaar accountants Intern en Overheidsaccountants Accountants in business Postactieven Leden per contributiegroep 31-12-2014 Openbaar accountants Intern en Overheidsaccountants Accountants in business Postactieven
Mutatie-overzicht leden in aantallen Totaal aantal leden op 31 december 2013 Aanmeldingen boekjaar Doorhalingen boekjaar Totaal aantal leden op 31 december 2014
16.471 165 16.636 -40 16.596
AA
Realisatie 2013
15.944 179 16.123 -76 16.047
Totaal
4.488 1.361 7.143 1.700 14.692
4.494 129 1.570 489 6.682
8.982 1.490 8.713 2.189 21.374
4.403 1.368 7.400 1.628 14.799
4.420 125 1.487 459 6.491
8.823 1.493 8.887 2.087 21.290
21.374 616 -700 21.290
56
Realisatie 2014
Directe activiteiten
NBA Opleidingen Opbrengsten Kosten Bruto-marge
5.650 3.859 1.791
Begroting 2014
Realisatie 2013
6.715 4.603 2.112
6.538 4.475 2.063
De margedaling wordt veroorzaakt door een hoog aantal afgelaste cursussen, wegens onvoldoende deelnemers in het eerste kwartaal. Educatie en Praktijkopleidingen Opbrengsten Kosten Bruto-marge
1.562 1.051 511
1.565 1.051 514
1.534 1.011 523
Het aantal trainees is evenals vorig jaar ongeveer gelijk gebleven op een niveau van 5.300. Toezicht en Kwaliteit Opbrengsten Kosten Bruto-marge
1.452 1.122 330
1.561 1.294 267
1.235 1.086 149
Door verhoging van het jaartarief en een groter aantal (her)toetsingen zijn de opbrengsten gestegen ten opzichte van 2013. Mede door kostenbesparingen is daardoor de bruto-marge in 2014 hoger. Kennistoets Opbrengsten Kosten Bruto-marge
139 78 61
-
-
Uitgeverij/boekhandel Opbrengsten Kosten Bruto-marge
569 514 55
523 409 114
467 467 -
De marge is lager dan begroot omdat er extra kosten zijn gemaakt in het kader van de restyle van het magazine Accountant en de bijbehorende website. Ten opzichte van 2013 zijn de opbrengsten hoger door de verkopen HRA. De resterende voorraad van de HRA 2014 bundel is, na twee keer herdrukken, geheel verkocht. Overige baten Evenementen Erkenning opleidingsinstituten Koninginnegracht huuropbrengst Overige opbrengsten
614 456 55 188 1.313
534 406 191 1.131
620 385 81 1.086
De opbrengsten evenementen betreffen de Accountantsdag en het Jaarcongres NBA-VRC. Het aantal deelnemers aan de Accountantsdag bedroeg 1.377 en was hoger dan begroot. Per juli 2014 is er een huurder gevonden voor het pand aan de Koninginnegracht te Den Haag. De overige opbrengsten zijn samengesteld uit evenementen, onderzoeks-subsidies, detachering en boekwinst verkoop activa.
57
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
12.233 549 465 200 30 382 13.859
12.250 644 482 192 153 471 14.192
(11) Lasten Personeelskosten (inclusief gelieerden) Salarissen inclusief sociale lasten en pensioenpremie Reis- en onkostenvergoedingen Verzuimvervanging/inhuur extern personeel Studiekosten, congressen en seminars Advieskosten Overige personeelskosten
12.153 617 208 143 40 370 13.531
FTE’s Het totaal aantal fte’s is per ultimo 2014 voor de NBA 125,8 (norm fusie: 125,5). De werkelijke bezetting is lager door ouderschaps- en zwangerschapsverloven en bedraagt 124,4. Per ultimo 2014 bedraagt het totaal aantal fte’s op de loonlijst van de NBA ten behoeve van de gelieerde organisaties 17,3 (2013: 16,5). Salarissen en inhuur personeel De salariskosten NBA zijn inclusief de salariskosten van de gelieerde organisaties 80 lager dan begroot. Dit is mede veroorzaakt doordat gedurende enkele maanden in 2014 een aantal vacatures niet zijn opgevuld en ook niet tijdelijk ingevuld. Mede hierdoor vielen de kosten van inhuur personeel lager uit dan begroot (-257). Naast deze incidenteel lagere kosten, zijn er ook structureel besparingen op personeelskosten. Dit is als gevolg van invoering van het ERP-systeem en de introductie van flexibilisering van inzet van medewerkers in een flexpool. De flexpool houdt in dat een aantal ondersteunende medewerkers gedurende het jaar wisselen van werkplek en dáár worden ingezet waar de werkdruk op dat moment het hoogst is. Studiekosten en overig Doordat er ook dit jaar een redelijk hoge werkdruk was, konden niet alle voorgenomen studieplannen worden gerealiseerd en komen de studiekosten 57 lager uit dan begroot. De advieskosten betreffen een ingeschakeld bureau voor de harmonisatie van de pensioenen.
Afschrijvingen Bouwkundige aanpassingen huurpand Automatisering Inventaris Vervoermiddelen Immateriële vaste activa Waardevermindering pand Den Haag
211 191 96 11 165 100 774
197 238 86 13 190 724
202 168 102 20 492
In 2014 is per 1 juni gestart met de afschrijving van het ERP-systeem. De afschrijvingskosten vallen lager uit omdat begroot was voor het gehele jaar.
58
Realisatie 2014 Algemene- en huisvestingskosten Kantoorkosten Porto Telefoon/fax Automatisering en internet technisch Onderhoud inventaris en overige bureaukosten Huur kantoorruimte en energie Koninginnegracht Onderhoud, beveiliging en verzekering Overige huisvestingskosten
125 63 74 600 56 1.329 68 207 390 2.912
Begroting 2014 164 60 82 522 33 1.240 90 292 314 2.797
Realisatie 2013 205 64 93 558 24 1.159 328 380 2.811
Automatiseringskosten zijn 78 meer dan begroot door uitbreiding van de infrastructuur en licenties gekoppeld aan de ontwikkeling van nieuwe websites. De huurkosten zijn meer gestegen dan begroot door onvoorziene onderhoudskosten voor rekening van de huurder. Overige huisvestingkosten liggen op een iets hoger niveau, onder andere door aanpassing van de isolatie.
Bestuurskosten Kosten bestuur Accountant Advieskosten Commissies en werkgroepen Afdelingen inclusief kringen Nationale lidmaatschappen Internationale lidmaatschappen Historisch onderzoek CEA Raad voor de Jaarverslaggeving Raad van Advies en overig
166 86 25 46 118 191 564 30 676 111 51 2.064
181 70 60 122 145 215 613 35 700 162 99 2.402
192 58 31 16 118 192 589 671 128 50 2.045
De kosten van de controlerend accountant zijn hoger dan begroot, onder meer omdat ook een IT-audit is uitgevoerd. De advieskosten betreffen een advies inzake verhuur van het pand aan de Koninginnegracht. De internationale lidmaatschappen onderschrijden de begroting omdat minder reis- en verblijfkosten gedeclareerd zijn. De kosten CEA zijn lager dan begroot; de digitalisering bij de CEA wordt doorgeschoven naar 2015. Dit is een kostenpost waarop de NBA geen invloed heeft. In 2014 is een restitutie over 2013 ontvangen van de RJ; hierdoor zijn de kosten lager dan begroot. De overige kosten vielen lager uit dan begroot met name omdat de post ‘onvoorzien’ minder behoefde te worden aangesproken.
59
Realisatie 2014 Ledengroepen Ledengroep Openbaar Accountants Ledengroep Intern en Overheidsaccountants Ledengroep Accountants in business
65 40 91 196
Begroting 2014
Realisatie 2013
67 40 137 244
103 20 119 242
De kosten van de ledengroep AIB onderschrijden de begroting door lagere uitgaven voor projecten en internationale netwerken.
NBA-VRC Kosten Jaarcongres en events Projecten en overige kosten Bijdrage door VRC in mindering
142 133 -169 106
208 165 -203 170
187 158 -183 162
De kosten van het Jaarcongres zijn lager dan begroot doordat er minder deelnemers zijn geweest. De kosten voor het project Financieel Professional zijn 25 lager dan begroot en wordt doorgeschoven naar 2015. Beroepsontwikkeling en Beleid Projecten NBA Young Profs Commissies
135 3 24 162
235 15 20 270
155 10 165
De kosten van het project inzake de modelrapporten komen lager uit door actieve kostenbesparing. Er is in 2014 overgeschakeld naar een andere externe partij met een lager tarief. Tevens is er een onderschrijding van de begroting omdat eenmalig door derden is meebetaald aan onderzoek. Regelgeving Kosten vaktechniek Klachtencommissie Raad voor Geschillen Commissies en werkgroepen
68 53 78 48 247
172 60 82 60 374
91 54 74 59 278
De kosten voor vaktechniek zijn lager dan begroot omdat de post incidentenonderzoek grotendeels (90) onbenut is gebleven.
Ledenservice en Communicatie Bijeenkomsten leden en ledenvergadering Beroepsvoorlichting studenten Voorlichting ondernemers Publicaties/Ledenservice Websites
452 400 280 149 243 1.524
371 390 270 151 200 1.382
387 416 216 139 196 1.354
De bijeenkomsten leden betreffen de Ledenvergadering en de Accountantsdag. Deze post overschrijdt de begroting omdat er twee themabijeenkomsten zijn georganiseerd, terwijl er één was begroot. Tevens hebben meer leden deelgenomen aan de Accountantsdag dan verwacht, waardoor de variabele kosten hoger werden. (De opbrengsten waren eveneens hoger dan verwacht.) De kosten websites overschrijden de begroting omdat er eenmalig een extra licentie is aangeschaft voor het nieuwe Content Management Systeem (responsive versie). 60
Realisatie 2014 Doorberekening aan gelieerde organisaties Personeelskosten Algemene en huisvestingskosten
1.143 469 1.612
Begroting 2014
977 433 1.410
Realisatie 2013
1.161 379 1.540
De toename in personeelskosten heeft ook geleid tot verhoging van doorbelaste algemene kosten aan de gelieerde organisaties.
(12) Financieel resultaat Financiële baten Financiële lasten
82 -4 78
80 -2 78
173 -4 169
De rentetarieven van de banken zijn conform begroting uitgekomen. Vergeleken met 2013 heeft een sterke daling van de rente-inkomsten plaatsgevonden, mede door daling van de liquide middelen als gevolg van de teruggave aan AA-leden.
61
Beloningen en voorzieningen functionarissen en bestuur (alle bedragen zijn in hele euro’s, tenzij anders vermeld) Beloningsbeleid Het beloningsbeleid van de NBA is gericht op het aantrekken, motiveren en vasthouden van gekwalificeerde medewerkers die nodig zijn voor het realiseren van de doelstellingen van de beroepsorganisatie. Het specifieke beloningsbeleid is gericht op de mediaan in de relevante beloningsmarkt. Voor directie- en MT-leden geldt in het algemeen de arbeidsmarkt van deskundige en ervaren managers. Bij het vaststellen van de beloningen wordt geanticipeerd op het toekomstig beloningsbeleid, met name het uitgangspunt zoals vastgelegd in het fusiedocument: de NBA houdt zich qua salariëring aan de WNT-norm. De beloning van directieleden bestaat uit de volgende componenten: 1. (Vast) jaarsalaris inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en alle overige reguliere personeelsvoorzieningen; 2. Pensioenvoorziening, in overeenstemming met de regeling voor alle medewerkers gebaseerd op een middelloonregeling en excedentregeling; 3. Overige emolumenten, waaronder een onkostenvergoeding en reiskostenvergoeding of het gebruik van een lease-auto. Het toekennen van bonussen is geen onderdeel van het beloningsbeleid. Wel kent de NBA een gratificatieregeling voor medewerkers op basis van buitengewone en incidentele prestaties. Zij kunnen een extra uitkering krijgen, in de regel niet meer dan één maandsalaris. WNT-informatie De WNT verbiedt dat topfunctionarissen in de (semi)publieke sector meer verdienen dan 130 procent van het ministerssalaris. Deze grens is de zogenaamde WNT-norm te weten € 230.474 (2013: € 228.599) en bestaat uit de onderdelen salaris, onkostenvergoeding en pensioenbijdrage werkgever. Omdat in de wet staat dat van topfunctionarissen altijd openbaar gemaakt moet worden wat zij verdienen, is een overzicht opgenomen van de directieleden en de voorzitter van het Algemeen Bestuur. Vergoedingen directie en Algemeen Bestuur Bestuursleden komen in aanmerking voor een vaste vergoeding. Over 2014 bedroegen deze vergoedingen voor het Algemeen Bestuur € 125.000 in totaal. Hiervan was een vaste vergoeding € 89.000 totaal, verdeeld over de voorzitter (€ 31.500) en bestuursleden (€ 4.200 per bestuurslid). De beloning voor de algemeen directeur A.M. van Arkel en de directeur B.J.G. Wammes van de NBA wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Voor de directeur B.J.G. Wammes is in 2014 de werkgeversbijdrage voor het pensioen gestegen door een hoger leeftijdsafhankelijk percentage. Omdat hierdoor het salaris boven de WNT-norm uit zou komen heeft hij besloten af te zien van de belaste onkostenvergoeding. Deze wordt in 2015 verrekend met het salaris en is als vordering opgenomen in de balans.
62
Hieronder treft u een opgave van de beloningen conform RJ 271.7 en de WNT: bedragen x € 1
Functie Duur (dienstverband) in 2014 Omvang dienstverband (fte) Gewezen topfunctionaris ? (Fictieve) dienstbetrekking ? Zo niet, langer dan 6 maanden ? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum 2014 Vergelijkend cijfer bezoldiging 2013
A.M. van Arkel
B.J.G. Wammes
H.H.H. Wieleman
Algemeen Directeur 1/1 - 31/12 1 nee ja
Directeur 1/1 - 31/12 1 nee ja
Voorzitter Algemeen Bestuur 1/1 - 31/12 0,5 nee nee ja
175.772 39.940 215.712 230.474 229.030
184.205 45.562 229.767 230.474 226.529
31.500 163 31.663 115.237 30.815
63
3. Overige gegevens (alle bedragen zijn in €1.000, tenzij anders vermeld) a. Voorstel verwerking resultaat van het boekjaar Het resultaat over het boekjaar 2014 van NBA volgens de staat van Baten en Lasten bedraagt 630. Gevraagd wordt de goedkeuring van de ledenvergadering om dit resultaat toe te voegen aan de Algemene Reserve. b. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die hier in de jaarrekening vermelding behoeven.
64
c. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het bestuur van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants te Amsterdam
Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (de entiteit) te Amsterdam gecontroleerd. Naar ons oordeel: geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants op 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 “Organisaties zonder winststreven” (RJ 640) en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2014; 2. de staat van baten en lasten over 2014; en 3. de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol WNT vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 270.000. De materialiteit is gebaseerd op 1% van de opbrengsten. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Wij zijn met het bestuur overeengekomen dat wij tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 15.000 rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met het bestuur gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken. 65
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten. Materiële schattingsposten Waardering van het onroerend goed Den Haag: Het “niet aan de bedrijfsactiviteiten dienstbaar onroerend goed” is een significant bedrag op de balans van de organisatie. De waardering is door de organisatie bepaald aan de hand van een in haar opdracht uitgevoerde taxatie. Wij hebben de bronnen geverifieerd waarop de taxatie is gebaseerd en hebben de redelijkheid van de gehanteerde veronderstellingen beoordeeld. Tevens hebben wij de deskundigheid van de taxateur beoordeeld. Waardering van de voorziening NEMACC: In 2012 is de NOvAA een samenwerking aangegaan met de Erasmus Universiteit Rotterdam tot financiering van een Kenniscentrum. Deze samenwerking (NEMACC) heeft, voor een periode van zeven jaar, jaarlijks € 350.000 ter beschikking. Voor deze verplichting is een voorziening getroffen. Wij hebben de redelijkheid vastgesteld van de schatting van de omvang van de verplichting, uitgaande van de verwachte bestedingen. Tevens hebben wij vastgesteld dat de toelichting in de jaarrekening adequaat is opgenomen. Volledige verantwoording van de baten De baten zijn een significant onderdeel van de staat van baten en lasten van de organisatie. Wij hebben organisatie- en gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd teneinde het risico op een onvolledige verantwoording van baten te identificeren en te mitigeren. Hierbij hebben wij tevens de afgrenzing van de baten ultimo boekjaar beoordeeld. Voor de opbrengstcategorieën Contributies en inschrijfgeld, NBA Opleidingen en Educatie en Praktijkopleidingen hebben wij naar aanleiding van de uitkomsten van de organisatiegerichte werkzaamheden aanvullende gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd, waaronder deelwaarnemingen op ledenmutaties en verantwoorde cursusgelden en -kosten. Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 “Organisaties zonder winststreven” (RJ 640) en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met RJ 640. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de organisatie in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de entiteit te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de organisatie haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
66
het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Wij bevestigen aan het bestuur dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met het bestuur over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met het bestuur hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is. Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten Benoeming Wij zijn door de ledenvergaderingen van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants op 9 december 2011 en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten op 28 juni 2012 benoemd als accountant van Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants vanaf de controle van het boekjaar 2012. De externe accountant is voor het boekjaar 2014 in persoon benoemd door de ledenvergadering van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants op 23 juni 2014. Amersfoort, 13 mei 2015 CROP registeraccountants WAS GETEKEND A. Bootsma RA 67
VI Herziene begroting 2015 en begroting 2016 (alle bedragen zijn in € 1.000) Begroting 2015
Herziene Begroting 2015
Begroting 2016
16.425
16.718
16.503
16.961
5.650 1.562 1.452 139 569 9.372
6.776 1.588 1.584 530 10.478
6.330 1.428 2.392 444 10.594
6.605 1.409 2.505 417 10.936
Overige baten Som der baten
1.313 27.110
1.013 28.209
1.165 28.262
1.094 28.991
Lasten Kosten directe activiteiten Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Algemene en huisvestingskosten Bestuurs- en Directiekosten Project Toekomst accountantsberoep Project Governance Ledengroepen NBA-VRC Beroepsontwikkeling en Beleid Regelgeving Ledenservice en Communicatie Som der lasten
6.624 13.531 774 2.912 2.064 30 196 106 162 247 1.524 28.170
7.519 13.959 680 2.838 2.379 278 184 249 413 1.384 29.883
7.529 14.187 738 3.206 2.321 450 66 286 102 197 401 1.325 30.808
7.787 14.281 689 3.226 2.465 450 279 98 210 354 1.277 31.116
-1.612
-1.431
-1.779
-1.787
26.558
28.452
29.029
29.329
78 630
79 -164
87 -680
84 -254
Realisatie 2014 Baten Contributies en inschrijfgelden NBA Opleidingen Educatie en Praktijkopleidingen Toezicht en Kwaliteit Kennistoets Uitgeverij
Doorbelasting aan gelieerde organisaties en projecten Netto lasten Financieel resultaat Resultaat bedrijfsactiviteiten NBA
68
Toelichting op de herziene begroting 2015 en begroting 2016 (alle bedragen zijn in € 1.000, tenzij anders vermeld) Herziene begroting 2015 De begroting 2015 is aangepast op basis van voortschrijdend inzicht, waarbij een verschuiving tussen de verschillende posten heeft plaatsgevonden. In 2015 wordt de contributie niet verhoogd ten opzichte van 2014. De vaste kosten stijgen in 2015 zodat er een begrotingstekort ontstaat. De btw-bate van € 268 is hierin niet meegenomen, maar wordt verantwoord zodra de potentiële btw-verplichting uit de overige btw-kwesties zijn afgerond. De kosten voor het project Toekomst accountantsberoep worden begroot op € 450 per jaar voor de komende twee jaar. De kosten voor het Governance-project worden begroot op € 66 in 2015. Omdat besloten is dat de kosten voor het Project Toekomst accountants beroep en het project Governance in 2015 uit de algemene reserves gefinancierd worden, komt het begrotingstekort in 2015 uit op € 680. Begroting 2016 De begroting 2016 is opgemaakt op basis van de volgende uitgangspunten: 1. De NBA-begroting weerspiegelt de economische omstandigheden waarin de beroepsgroep verkeert: neerwaartse druk op tarieven en focus op kostenbesparing. 2. Uitsluitend een contributieverhoging boven een noodzakelijke indexatie indien dit voortvloeit uit (extra) activiteiten die een toegevoegde waarde leveren voor de leden. In de begroting 2016 is een indexatie van 1,2% verwerkt. 3. Minimalisering van de kostenstijgingen, te realiseren door autonome kostenstijgingen te (her)onderhandelen dan wel op andere wijze op te vangen. 4. Nullijn of minimaal positief voor het netto-resultaat op lange termijn. 5. Voor 2016 is door het Algemeen Bestuur besloten dat de kosten voor het project Toekomst accountantsberoep gedeeltelijk gedekt worden door een additionele 1% verhoging van de contributie. Derhalve komt de totale contributieverhoging op 2,2%. Tevens heeft het Algemeen Bestuur bepaald dat het meerdere van de projectkosten boven de genoemde 1% uit de algemene middelen gedekt wordt. Hierdoor resulteert in 2016 nog een begrotingstekort van € 254.
69
VII Ontwerpverordeningen a. Ontwerp-Contributieverordening 2016 De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, onderdeel g, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 De contributie voor de contributiegroepen, bedoeld in artikel 2 van de Algemene contributieverordening, bedraagt: H. openbaar accountant € 1.275,M. intern accountant en overheidsaccountant € 850,L. accountant in business € 425,Z. lid zonder arbeidsinkomen € 160,Artikel 2 Het bedrag van de vermindering, bedoeld in artikel 6 van de Algemene contributieverordening, bedraagt: H. openbaar accountant € 0,M. intern accountant en overheidsaccountant € 0,L. accountant in business € 0,Z. lid zonder arbeidsinkomen € 0,Artikel 3 De korting, bedoeld in artikel 7 van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 0. Artikel 4 Het percentage, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 4. Artikel 5 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Contributieverordening 2016.
70
b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Artikel 3 De daartoe bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep aangewezen accountant, draagt er zorg voor dat de accountantspraktijk of accountantsafdeling waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden, voldoet aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op het accountantsberoep. B Artikel 4 komt te luiden: Artikel 4 De accountant verleent medewerking aan een toetsing, een hertoetsing, een thematisch onderzoek, een incidentenonderzoek, een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, of een onderzoek als bedoeld in artikel 4a en stelt alle gegevens ter beschikking die nodig zijn voor vorenbedoelde toetsingen of onderzoeken en verschaft de nadere inlichtingen die worden verlangd in het kader van een periodiek bezoek als bedoeld in artikel 8, derde lid. C Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd dat komt te luiden: Artikel 4a Het bestuur kan een onderzoek instellen als sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. D In artikel 27 wordt de zinsnede “dagdelen” vervangen door: uren. E In artikel 30, eerste lid, wordt na de zinsnede “de beroepsuitoefening van een accountant, komen” ingevoegd: ,met uitzondering van het tarief, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Verordening op de kennistoets,. Artikel II Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na plaatsing daarvan in de Staatscourant.
71
c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, onderdeel h, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2, eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de tweede kolom op de regels III en V na de zinsnede “en welke” ingevoegd: structureel. B In artikel 3, achtste lid, wordt de zinsnede “artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Raad voor Toezicht” vervangen door: artikel 4a van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. C Artikel 3a vervalt. D In artikel 10 wordt “€ 105,-“ vervangen door: € 125,-. E Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de tweede kolom op regel VI “€ 4.750,-“ vervangen door: € 4.970,-. 2. In het eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de derde kolom op regel VI “€ 9.020,-“ vervangen door: € 9.240,-. F Artikel 13, eerste lid komt te luiden: 1. Aan toetsers wordt de volgende vergoeding toegekend:
Categorie I, in het geval van een toetsing I, in het geval van een hertoetsing II III IV V VI eerste toetser VI tweede toetser
Vergoeding toetser optredend als toetser teamleider € 1.650,€ 1.000,€ 1.650,€ 1.000,€ 1.320,€ 1.000,€ 1.320,€ 1.000,€ 1.650,€ 1.000,€ 2.640,€ 1.000,€ 2.970,€ 1.000,-
Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016, met uitzondering van artikel I, onderdeel C, dat in werking treedt op het tijdstip waarop de Verordening op de kennistoets in werking treedt.
72
d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de Raad voor Toezicht wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 8, derde lid vervalt Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
73
e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19 tweede lid, onderdeel j en 47, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt “1.” geplaatst. 2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd dat komt te luiden 2. Een accountant die is benoemd tot lid van een stagebestuur als bedoeld in artikel 15 van de Nadere voorschriften op de praktijkopleidingen, draagt er zorg voor dat het stagebureau waarvan hij (mede) het bestuur vormt, de aanwijzingen opvolgt die het bestuur geeft ten aanzien van de naleving van de eisen als bedoeld in artikel 6, eerste lid. Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
74
f.
Ontwerp Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant
De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, aanhef en onderdeel j en derde lid, en 47, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: - accountant: een accountant als bedoeld in artikel 1 van de wet; - accountantsregister: het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet; - bestuur: het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet; - examen praktijkopleiding RA: het examen, bedoeld in artikel, 47, eerste lid, tweede volzin, van de wet, ter afronding van de praktijkopleiding passend bij een inschrijving in het accountantsregister met de vermelding van de beroepstitel van Registeraccountant; - praktijkopleiding: de praktijkopleiding, bedoeld in artikel 47, eerste lid, eerste volzin van de wet; - verordening: de Verordening op de praktijkopleidingen; - wet: de Wet op het accountantsberoep. Artikel 2 1. Om ervaring op te kunnen doen met een gedeeltelijke integratie van: - het examen ter afronding van de opleiding tot accountant passend bij een inschrijving in het accountantsregister met vermelding van de beroepstitel van Registeraccountant, niet zijnde het examen praktijkopleiding RA; en - het examen praktijkopleiding RA kan bij nadere voorschriften van de bepalingen, genoemd in het tweede lid worden afgeweken. 2. De bepalingen, bedoeld in het eerste lid betreffen: - artikel 14, vierde lid van de verordening; - artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van de verordening; - artikel 21, onderdeel b van de verordening; en - artikel 26, onderdeel b van de verordening. Artikel 3 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie daarvan in de Staatscourant en vervalt op een door het bestuur te bepalen tijdstip. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant.
75
g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, onderdeel j en 47, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Kandidaten die aan de praktijkopleiding willen deelnemen zijn eenmalig een deelnamebijdrage van € 825,- verschuldigd. 2. Het tweede lid vervalt. 3. Het derde lid wordt vernummerd tot het tweede lid (nieuw). B In artikel 3, eerste lid, wordt “€ 85,-“ vervangen door: € 100,-. C In artikel 4, wordt “€ 444,-“ vervangen door: € 575,-. D In artikel 5, wordt de zinsnede “artikelen 11, tweede lid” vervangen door: artikelen 11, eerste lid. E In artikel 7, derde lid, wordt “€ 2.550,-“ vervangen door: € 2.450,-.
Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
76
h. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep en artikel 5 van het Besluit accountantsopleiding 2013; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt “€ 400,-“ vervangen door: € 575,-. 2. In het tweede lid wordt ”€ 200,-“ vervangen door: € 230,-. B In artikel 3 wordt “€ 85,-“ vervangen door: € 100,-. Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
77
i.
Ontwerpverordening op de beroepsprofielen
De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, aanhef en onderdeel k van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: aan assurance verwante opdracht: aan assurance verwante opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; aantekening: de aantekening, bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de wet; accountant: een accountant als bedoeld in artikel 1 van de wet; accountant in business: een accountant in business als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; accountantsregister: het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet; assurance-opdracht: assurance-opdracht als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de Verordening inzake onafhankelijkheid bij assurance-opdrachten; CEA: de Commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de wet; eindtermen: de eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel a, van de wet; intern accountant: een intern accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; openbaar accountant: een openbaar accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; overheidsaccountant: een overheidsaccountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; overige opdracht: overige opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; wet: de Wet op het accountantsberoep. Artikel 2 De CEA neemt bij het vaststellen van de eindtermen in acht hetgeen in deze verordening is vastgelegd ten aanzien van: a. het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant; b. de kerncompetenties van de accountant; en c. de opleiding tot accountant. Hoofdstuk 2 het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant Artikel 3 1. Een accountant kan werkzaam zijn als: a. openbaar accountant; b. intern of overheidsaccountant; of c. accountant in business. 2. De kenmerkende werkzaamheden van accountants omvatten: a. het verschaffen van zekerheid over financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie; b. het controleren, beoordelen en opstellen van financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie; c. het verrichten van specifieke onderzoeken; en d. het verlenen van adviesdiensten op het terrein van accountancy. 3. De in het vorige lid bedoelde informatie betreft met name, maar is niet beperkt tot, financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie.
78
Hoofdstuk 3 kerncompetenties van de accountant Artikel 4 Een accountant kan als beginnend beroepsbeoefenaar: a. zelfstandig richting en uitvoering geven aan assurance-opdrachten, aan assurance verwante opdrachten en aan overige opdrachten, zoals adviesopdrachten; b. rekenschap geven van de maatschappelijke rol van de accountant, hiernaar in overeenstemming met de fundamentele beginselen, genoemd in de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants, handelen en daarbij het algemeen belang voorop stellen; c. in zijn beroepsuitoefening de vereiste professioneel-kritische instelling toepassen om tot zelfstandige en professionele oordeelsvorming te komen; d. in zijn beroepsuitoefening de eigen grenzen en beperkingen onderkennen en waar nodig hulp van andere deskundigen of experts inschakelen; e. verantwoording afleggen over het eigen functioneren als accountant; f. veranderingen in het vakgebied en het beroep inclusief de maatschappelijke implicaties hiervan, tijdig signaleren, analyseren naar relevantie, bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten en zo nodig toepassen; g. door het toepassen van verschillende methoden en technieken, zelfstandig een methodologisch verantwoord onderzoek uitvoeren op een deelgebied van de accountancy; h. de waarde of de bruikbaarheid en beperkingen van een onderzoek op het vakgebied taxeren; i. de relatie met een opdrachtgever goed onderhouden en adequaat anticiperen op de behoeften en verwachtingen van interne en externe gebruikers van professionele diensten van accountants; j. analytisch denken, strategisch denken en logisch redeneren; k. helder, begrijpelijk en overtuigend communiceren in woord en geschrift; l. in zijn beroepsuitoefening, al dan niet als projectmanager, leiding geven aan individuen en een team, waaronder ook als coach of mentor van beroepsbeoefenaren of toekomstige beroepsbeoefenaren optreden; en m. in verschillende rollen en omstandigheden constructief en verbindend samenwerken binnen een team of met andere professionals. Hoofdstuk 4 de opleiding tot accountant Artikel 5 1. De opleiding tot accountant leidt op tot een beroepsbeoefenaar die in staat is te voldoen aan de eisen die de maatschappij en de wet- en regelgeving voor accountants aan de uitoefening van het beroep stelt. 2. De opleiding tot accountant verschaft tevens grondige kennis over de regelgeving zoals die door bevoegde organen van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants is vastgesteld ten aanzien van de beroepsuitoefening. Artikel 6 De opleiding tot accountant onderscheidt naar accountants die in het accountantsregister worden ingeschreven met aantekening en accountants die zonder aantekening worden ingeschreven. Artikel 7 1. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdeel b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 2. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister zonder aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of het tweede lid, onderdeel a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 3. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Registeraccountant, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 79
4.
De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister zonder aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Registeraccountant, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 8 1. De verordening op het beroepsprofiel AA wordt ingetrokken. 2. De verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant wordt ingetrokken. Artikel 9 De Verordening op het beroepsprofiel AA en de Verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven van toepassing op de eindtermen welke voor de inwerkingtreding van deze verordening door de CEA zijn vastgesteld. Artikel 10 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze is gepubliceerd. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de beroepsprofielen.
80
j.
Ontwerpverordening op de kennistoets
De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 3, onderdeel a, 5, eerste lid, 19, eerste en derde lid, en 30, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: - bestuur: het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet op het accountantsberoep; - kennistoets: een onderzoek waarbij het bestuur in het kader van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, zijn kennis over een bepaald kennisgebied of onderwerp toetst; - organisatie: een onderneming of een instelling, een accountantspraktijk en een accountantsafdeling daaronder begrepen. . Artikel 2 1. Het bestuur kan het met goed gevolg afleggen van een kennistoets verplicht stellen. 2. Het bestuur bepaalt aan welke accountants de verplichting, bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd. Artikel 3 1. Het bestuur kan op aanvraag een organisatie aanwijzen voor het afnemen van een kennistoets. 2. Een organisatie kan uitsluitend een kennistoets afnemen op basis van vragen welke door het bestuur ter beschikking zijn gesteld. 3. Onverminderd de toepassing van het tweede lid, verbindt het bestuur voorwaarden aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing en maakt afspraken over de daaraan verbonden kosten. Artikel 4 1. Het bestuur kan een klacht indienen bij de accountantskamer indien de accountant niet aan het bepaalde in artikel 2 voldoet. 2. Alvorens een klacht wordt ingediend, stelt het bestuur de accountant een termijn om alsnog aan het bepaalde in artikel 2 te voldoen. Artikel 5 1. Het bestuur brengt aan de accountant die een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt, een tarief in rekening voor het afleggen van een kennistoets. 2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste € 125,-. 3. Indien een accountant een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt in een omgeving waarin bijzondere waarborgen zijn getroffen gericht op de voorkoming van een handelen of nalaten dat de vorming van een juist oordeel over de kennis waarover de accountant met de kennistoets wordt bevraagd, geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt, bedraagt het tarief, bedoeld in het eerste lid, ten hoogste € 240,-. Artikel 6 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na plaatsing daarvan in de Staatscourant. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de kennistoets.
81
k. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de klachtbehandeling wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: De zinsnede ‘bij de uitoefening van zijn beroep’ wordt vervangen door: ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep. B Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel b, komt te luiden: b. indien tussen het moment van constateren of redelijkerwijs kunnen constateren van het handelen of nalaten en het moment van indiening een periode van drie jaar is verstreken; 2. Onder verlettering van de onderdelen c en d tot d en e wordt er na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende: c. indien tussen het moment van handelen of nalaten en het moment van indiening een periode van zes jaar is verstreken; ARTIKEL II Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 juli 2015.
82
l.
Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kostenvergoedingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt “€ 71.250,-“ vervangen door: € 72.100,-. 2. In het tweede lid wordt “€ 35.625,-“ vervangen door: € 36.050,-. 3. In het tweede lid wordt “€ 8.550,-“ vervangen door: € 8.650,-. B Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd dat komt te luiden: 1. De leden van het bestuur hebben voor het bijwonen van hun vergaderingen of andere bijeenkomsten dan hun vergaderingen, recht op een vergoeding van reistijdkosten. 2. Het eerste lid (oud), tweede en derde lid worden vernummerd tot het tweede, derde en vierde lid. 3. In het tweede lid (nieuw), aanhef, wordt “eerste lid” vervangen door: tweede lid. C Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd: 1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd dat komt te luiden: 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt € 0,77 per afgelegde kilometer boven een totale reisafstand van honderd kilometer. 2. Het derde lid (oud) en vierde lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid. 3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden: 4. Parkeer-, tol- en veergelden en vergoedingen voor reiskosten worden geacht te zijn begrepen in de vergoedingen bedoeld in het eerste en derde lid. Artikel II Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant.
83
Antonio Vivaldistraat 2 - 8 1083 HP Amsterdam Postbus 7984 1008 AD Amsterdam T 020 301 03 01 F 020 301 03 02 E
[email protected] I www.nba.nl