Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Interdiocesane Commissie Schoolpastoraal Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Valentijn en School (Pastoraal?)
Maar de liefde is de grootste (1 Kor. 13, 13)
Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niets om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles duldt zij.
De liefde vergaat nimmer. (1 Kor. 13, 1-8)
2 'Valentijn' is een niet voor de hand liggend onderwerp, om in een schoolpastorale context te behandelen. Bij het meedelen van het voornemen van de Interdiocesane Commissie Schoolpastoraal, om daaromtrent een aanbod te doen, hebben jullie zich in een eerste reflex misschien afgevraagd of Valentijn wel iets met schoolpastoraal te maken had. De auteurs van deze tekst lieten het echter niet bij een eerste 'reflex'. Ze wijdden er een 'reflectie' aan en vonden dat ze jullie de vrucht daarvan konden aanbieden, als een uitnodiging en een aanzet om er zelf, onder collega's, over na te denken en er ook met jongeren op in te gaan. Het lezen van de kadertekst op de titelbladzijde heeft jullie misschien al aan het denken gezet? Wij hopen dat, na het lezen van de laatste bladzijde van deze tekst, denken zich zal vertalen in 'doen!'. Deze Mededeling is opgebouwd volgens het inmiddels vertrouwde scenario: als een driedelig aanbod. - Deel 1 bevat een uitnodigend, suggererend en bevragend aanbod voor een bezinnend stilstaan met collega's. - Deel 2 bevat enkele verwijzingen naar verrijkend en verdiepend bronnenmateriaal. - Deel 3 bevat een keuze van teksten, als mogelijk werkmateriaal voor bezinnen, bidden en vieren op school.
3
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ___________________________________________________________ 3 DEEL 1:
BEZINNEND STILSTAAN BIJ VALENTIJN _______________________________ 5
1 Valentijn verwijst naar de vorming tot relatiebekwaamheid ____________________________________5 1. 1
Het aanbod relationele vorming _______________________________________________________5
1. 2
Van relaties gesproken: de relatie tussen relationele vorming en schoolpastoraal ______________6
1. 3
Een greep uit de mogelijke reacties ____________________________________________________7
1. 4
Elkaar ontmoeten __________________________________________________________________8
1. 5
Programma voor een ontmoeting______________________________________________________8 1. 5. 1 Voorafgaande vragen ________________________________________________________8 1. 5. 2 Mogelijke agenda voor een gezamenlijke bespreking ______________________________8
1. 6
Springplank naar het team ___________________________________________________________9
1. 7
Besluit___________________________________________________________________________10
2 Valentijn verwijst naar 14 februari_________________________________________________________10 2. 1
Het verschijnsel Valentijn ___________________________________________________________10 2. 1. 1 In de hedendaagse context __________________________________________________10 2. 1. 2 In de historische context_____________________________________________________11 2. 1. 3 In de schoolcontext: verwijst de school naar Valentijn? ____________________________11
2. 2
Aanbevelingen voor een Valentijnse schooldag _________________________________________12 2. 2. 1 Uitdrukkingsvormen die jullie kunnen exploreren ________________________________13 2. 2. 2 Lagen die jullie kunnen exploreren ____________________________________________13 2. 2. 3 Benaderingen die jullie kunnen exploreren _____________________________________15
4
DEEL 2:
INSPIRERENDE BRONNEN_________________________________________ 17
DEEL 3:
NAAR DE UITWERKING TOE________________________________________ 18
1 Viering n.a.v. Valentijntjesdag ____________________________________________________________18 1. 1
Nodig ___________________________________________________________________________18
1. 2
Bindteksten ______________________________________________________________________18
1. 3
Teksten voor het boekje ____________________________________________________________23
2 Mijmeringen ___________________________________________________________________________33 3 Valentijn mag dichterlijk zijn _____________________________________________________________36
5
DEEL 1: BEZINNEND STILSTAAN BIJ VALENTIJN 1 VALENTIJN VERWIJST NAAR DE VORMING TOT RELATIEBEKWAAMHEID Valentijn verwijst uiteraard naar 14 februari, naamdag van de H. Valentijn, patroon van de geliefden. Het is de dag bij uitstek waarop verliefden elkaar een teken van hun genegenheid geven. Wanneer men Valentijn ter sprake wil brengen in de context van een school - een opvoedingsmilieu -, begeeft men zich willens nillens volop op het terrein van de relationele vorming. 1. 1
HET AANBOD RELATIONELE VORMING
Elke school, die wil meewerken aan opvoedend onderwijzen, gericht op de vorming van de jonge mens, weet dat het nodig is expliciet aandacht te geven aan deze opvoedingsdimensie. Leerkrachten en opvoeders moeten er niet meer van overtuigd worden dat de relationele vorming een geïntegreerd onderdeel van het opvoedingsproject uitmaakt. Op het vlak van de opvoeding tot relatiebekwaamheid werden de voorbije jaren binnen en buiten het katholiek onderwijs heel wat initiatieven genomen. We denken hier o.a. aan: -
het project 'Opvoeden tot relatiebekwaamheid' van Gemeenschapsminister Daniël Coens;
-
de handleiding 'Liefde Leren' van het Nationaal Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (Brussel, Licap, 1992, 190 pp.);
-
de talrijke initiatieven van de begeleidingsdiensten en de navormingscentra van het katholiek onderwijs;
-
de checklist 'vorming tot relatiebekwaamheid en zinvolle seksualiteitsbeleving', opgesteld door de werkgroep Relationele Vorming van het Pedagogisch Bureau VSKO (zie Mededelingen VVKSO, klasseernummer 64.11).
Momenteel is een leidraad bij het gebruik van deze checklist als analyse-instrument in voorbereiding. Dit werkdocument zal vanaf eind januari 1996 via de verantwoordelijke diocesane begeleider verkrijgbaar zijn. Via deze en andere initiatieven ontvingen jullie talrijke impulsen en hulpmiddelen om via de vakken én vakoverschrijdend expliciet te werken aan de opvoeding tot relatiebekwaamheid. Deze Mededeling heeft bijgevolg geenszins de bedoeling te sensibiliseren, om werk te maken van deze opvoedingsdimensie. Ze heeft evenmin de bedoeling te willen concurreren met het reeds aanwezige aanbod en met de eigen dynamiek op dat vlak in jullie school. Ondertussen vragen jullie zich wellicht af welke dan wel de bedoeling van deze tekst is?
6 1. 2
VAN RELATIES GESPROKEN: DE RELATIE TUSSEN RELATIONELE VORMING EN SCHOOLPASTORAAL
Graag willen we jullie vanuit schoolpastorale invalshoek stof tot nadenken geven over jullie expliciet en jullie geïntegreerd aanbod op het vlak van relationele vorming. Om dat te illustreren, parafraseren we uit de inleiding bij de hogervermelde checklist van de werkgroep Relationele Vorming. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen, geïnspireerd door de basiswaarden van het Evangelie, leren respectvol met zichzelf en met anderen om te gaan en als totale persoon te ontwikkelen. De christelijke levensvisie vormt de grondslag waarop de relationele en seksuele vorming dienen geënt te worden. Daarnaast plaatsen we een algemene omschrijving van wat de schoolpastoraal beoogt. Voor deze omschrijving doen we een beroep op het themanummer van 'Nova et Vetera' over 'Levensbeschouwing en onderwijs' (jaargang 1995-96, nr. 1-2, p. 35). De pastorale werking binnen een school doet een aanbod om op school het leven en de woorden van Jezus aan zoveel mogelijk mensen bekend te maken, hen aan de Bron, die Jezus is, te brengen en hen in dat geloof op weg te zetten. De pastorale werking richt zich naar het 'geloof's'leven' dat binnen een school gestalte krijgt. Dat aanbod kan niet losstaan van het dagelijks leven op school. De schoolpastoraal wil geloof en leven verbinden. Respectvol en verantwoordelijk samen-leven in geloofsverbondenheid en in openheid voor het mysterie van het leven wordt ook met de relationele vorming beoogd. Hadden we dat al eerder zo klaar en duidelijk vastgesteld? De checklist geeft verder de volgende treffende omschrijving. Mijn relatie is doordesemd van een visie. Brood bevat gist, men proeft het, maar men kan het er niet uithalen. De christelijke levensovertuiging 'gist in dat brooddeeg laten zijn': is dat niet exact wat de pastorale werking binnen een school, op een eigentijdse en aan de schoolrealiteit aangepaste wijze, nastreeft? De activiteiten van de school op het vlak van relationele vorming enerzijds en de schoolpastorale werking anderzijds blijken duidelijk geen concurrenten (tenzij men concurrenten opvat in de echte betekenis van concurrere: ergens samen naartoe lopen). In schoolpastoraal en relationele vorming werkt men uiteindelijk aan dezelfde droom, maar vanuit een verschillende invalshoek en met verschillende accenten. Vanuit de schoolpastoraal kunnen jullie wellicht meehelpen om de relationele vorming te doordesemen van de christelijke levensvisie: het gist activeren, opdat het zich gelijkmatig verspreidt in het brood; de smaak ervan versterken, ... Lezers, die daarin een pleidooi zien, om dan maar het een met het ander te doen versmelten, vergissen zich echter. Beide benaderingen van het opvoedingsproject zijn niet tot mekaar te herleiden. Elk van beide werkingen zou daardoor tekort worden gedaan.
7 Het houdt wel een oproep in, om niet volslagen los van elkaar te werken, maar zich samen te richten naar het gemeenschappelijk project, elk vanuit de eigen invalshoek. Zo kunnen jullie elkaar ondersteunen, elkaar kritische vragen stellen, elkaars werking bevruchten, aanzwengelen, verdiepen ... Misschien is in jullie school de onderscheiding tussen die twee invalshoeken van het opvoedingsproject niet zo scherp en komt ze artificieel over. Toch is het goed dat onderscheid aan te brengen, om de pastorale verantwoordelijkheid ten aanzien van de relationele vorming, 'expliciet' onder de aandacht te kunnen brengen en aan bod te laten komen. Daartegenover staat dat die onderscheiding ook té uitgesproken kan zijn. EEN GREEP UIT DE MOGELIJKE REACTIES
1. 3
• "Nóg een extra-taak voor de al schaarse en overvraagde 'actieve medewerkers' in de pastoraal van onze school," horen we sommigen al roepen. Zo zouden jullie het inderdaad kunnen opvatten. In plaats van ons - begripvol overigens - daarbij neer te leggen, roept die reactie echter weer een heleboel andere vragen op, zoals: -
Hoe omschrijven jullie de taak van de pastorale groep in jullie school?
-
Waar zijn jullie de facto mee bezig?
-
Is dat allemaal even belangrijk?
-
Wat verdient prioriteit?
-
Kunnen jullie taken herverdelen?
-
Is het misschien mogelijk om voor bepaalde aspecten medewerkers te vinden van wie je die bereidheid aanvankelijk niet vermoedde?
Het zijn vragen die de draagwijdte van deze Mededeling verreweg overschrijden, maar waarvan we hopen dat jullie ze, binnenkort of later, toch niet uit de weg zullen gaan. Uiteindelijk zal het misschien toch niet zo onoverkomelijk blijken, nadat jullie deze tekst verder samen hebben doorgenomen. • Dat spreekt voor zichzelf, menen wellicht anderen. Toch durven we jullie uitnodigen, om die vanzelfsprekendheid eens kritisch door te lichten: als het ware de kracht en de werkzaamheid van de gist te testen. • Het is een interessante denkpiste, horen we ook, maar hoe kunnen we in 's hemelsnaam daar concreet aan werken? In al deze gevallen kan het programma-voorstel in punten 1.4 en 1.5 van deze tekst daarbij een leidraad zijn. • Wij hadden dit al (lang) door en we doen dit heel bewust, zeggen enkelen. In dat geval zal het beantwoorden van de vragenlijst in punt 1.5 ongetwijfeld vrij eenvoudig zijn. Wie weet brengt het jullie bovendien op nieuwe ideeën.
8 1. 4
ELKAAR ONTMOETEN
Een bezinning, over de relatie tussen de schoolpastoraal en relationele vorming, kan, maar moet niet noodzakelijk, leiden tot een of meer gezamenlijke activiteiten. Het is echter belangrijker dat op school de 'dragers' van de pastorale werking en deze van de relationele vorming elkaar zouden 'ontmoeten': -
zodat expliciete verbindingslijnen kunnen tot stand komen of duidelijker worden,
-
zonder dat dit van een van beide kanten wordt ervaren als territoriumoverschrijding.
Zo een ontmoeting kan een kruispunt zijn, waarop jullie de werking op beide vlakken van naderbij leren kennen en wederzijds bevragen. Het kan leiden tot een sterkere bewustwording van: -
de gemeenschappelijke stam: het samen werken aan een gemeenschappelijk project, én
-
de specificiteit op elk van beide terreinen (eigen accenten, eigen invalshoek).
Een eenmalige ontmoeting is een aanzet maar wellicht niet voldoende om mekaar blijvend te 'doordesemen'. Regelmatige ontmoetingen zullen er allicht toe bijdragen op dezelfde golflengte te komen of het te blijven en ervoor te zorgen dat de 'gist in het deeg' steeds beter werkt. Misschien zelfs kan een permanente contactpersoon in jullie situatie mogelijk of aangewezen zijn. Het kan dat sommige medewerkers in jullie school op beide terreinen een taak op zich nemen en medeverantwoordelijk zijn. Veel hangt af van de draagkracht van de medewerkers en de groepen binnen jullie school. Belangrijk (een voorwaarde) is dàt er in jullie school medewerkers zijn met een specifieke aandacht voor elk van deze dimensies en dat ze in dezelfde richting roeien zonder op mekaars boot te botsen. PROGRAMMA VOOR EEN ONTMOETING
1. 5
1. 5. 1 Voorafgaande vragen • Wie zijn in onze school de 'dragers' van de relationele vorming? • Wie zijn in onze school de pastorale 'dragers'? • Wie beschouwen wij als potentiële 'dragers' op een of op beide terreinen? 1. 5. 2 Mogelijke agenda voor een gezamenlijke bespreking Hierna volgen een aantal voorbeelden van vragen, waaruit jullie een keuze kunnen maken voor een gezamenlijke bespreking. Sommige vragen zijn (gedeeltelijk) overlappend. Jullie kunnen er ongetwijfeld ook zelf nog andere bedenken. De bespreking zal wellicht vlotter verlopen, wanneer de deelnemers aan het gesprek de vragen vooraf ontvangen, zodat ze zich kunnen voorbereiden. -
Wat brengen wij in onze school onder het aanbod 'schoolpastoraal'?
-
Wat brengen wij onder het aanbod 'relationele vorming'?
-
Zijn daartussen
(expliciete of impliciete) verbindingslijnen te herkennen? gelijkaardige initiatieven complementaire initiatieven tegenstellingen
9
1. 6
-
Gaat het vormingsproject van de school, op het vlak van relationele vorming, hand in hand met het pastoraal project van de school en hoe passen beide in het globale opvoedingsproject?
-
Heeft de aard en de inhoud van de relationele vorming op school te maken met de identiteit van onze school als katholieke onderwijsinstelling?
-
Hoe kunnen we desgevallend die band verwoorden?
-
(Hoe) beleven we dat op school?
-
(Hoe) wordt die band in onze school herkenbaar? Kan men aan het aanbod 'relationele vorming' in onze school merken dat het hier gaat om een katholieke school? Waaraan kan men dat merken?
-
Bevat het aanbod 'relationele vorming' van onze school (impliciete of expliciete) verwijzingen naar God?
-
(Hoe) komt in onze relaties op school onze christelijke geloofsovertuiging tot uiting?
-
Wat hebben onze relaties op school te maken met het evangelie?
-
(In welke mate) zijn onze relaties op school een weerspiegeling van wat we via de relationele vorming aanreiken?
-
Kunnen we vanuit de pastoraal een meerwaarde geven aan de relationele vorming? Indien ja, welke? Indien neen, waarom niet?
-
Wordt in het kader van de relationele vorming (ook buiten de godsdienstles) de relatie met God ter sprake gebracht? SPRINGPLANK NAAR HET TEAM
De uitwisseling tussen de 'dragers' van enerzijds de schoolpastoraal en anderzijds de relationele vorming kan een springplank zijn naar het voltallige opvoedersteam. We vinden het niet gelukkig dat de pastorale medewerkers en de relationele vormers zich elk op hun eigen eilandje terugtrekken. Evenmin is het aangewezen dat ze sàmen een eilandje vormen. We menen dat alle medewerkers minstens informatie dienen te krijgen over wat is opgeborreld tijdens de ontmoeting(en) van hun collega's. Deze verslaggeving kan gepaard gaan met een uitnodiging om ieder-die-wil meer actief in dat samenwerkingsverband-binnen-deschool te betrekken. Immers, in zekere mate kan van elke leerkracht/opvoeder worden verwacht dat zij/hij bijdraagt tot de relationele vorming van de leerlingen en zichzelf ook verder vormt in zijn of haar eigen relatiebekwaamheid. Men kan zich afvragen of en in hoeverre van elke leerkracht/opvoeder kan verwacht worden aan de pastoraal op school mee te werken... Alleszins kunnen op deze wijze meer leerkrachten/opvoeders groeien in het mede-verantwoordelijk zijn voor de schoolpastoraal.
10
1. 7
BESLUIT
Welke concrete werkwijze voor jullie school de beste is, kunnen jullie zelf samen ontdekken. Deze tekst en vragenlijst willen jullie alleen wat proviand en landkaarten op deze ontdekkingstocht meegeven. Ze kunnen jullie op weg zetten, om een samenwerkingsmodel te creëren dat passend is voor jullie situatie. Wij grijpen Valentijn 1996 aan als een expliciete uitnodiging, om jullie hierover te bezinnen. De keuze is aan jullie om dit relatiegeschenk te aanvaarden of het af te wijzen. Men kan overigens de gedachtengang in deze tekst ook toepassen op andere opvoedingsdimensies, vakgebonden én vakoverschrijdend. We kunnen daar eventueel in een volgende Mededeling op ingaan.
2 VALENTIJN VERWIJST NAAR 14 FEBRUARI In wat voorafging werden de registers breed opengetrokken. Na de daarin vervatte oproepen tot breed-endoor-denken in collegiale dialoog keren we nu terug naar wat ons denken op gang bracht: Valentijn.
HET VERSCHIJNSEL VALENTIJN
2. 1
2. 1. 1 In de hedendaagse context Valentijn is geen bijzondere dag in het kerkelijk jaar en ook niet in het schooljaar. Maar wie durft beweren dat het een gewone dag is, wanneer zij of hij de zaterdag voordien boodschappen doet? Men moet nog niet eens aandachtig de uitstalramen bekijken, om te weten dat er wat op til is: handelaars raden je in 'geuren' (bloemen en parfums) en kleuren (voornamelijk rood) aan om de liefde voor je partner op Valentijn met een passend geschenk uit te drukken. Veel wijst erop dat het een lucratieve aangelegenheid is, die vruchten afwerpt. Niemand wil met deze vaststelling handelaars een steen werpen die gelegenheden als deze aangrijpen, om wat meer dan hun dagelijks brood te verdienen. Zij spelen gewoon handig in op wat mensen niet onberoerd kan laten. De pijlen van Valentijn suizen zeker jonge - maar ook al wat oudere - mensen inderdaad niet voorbij. Het is een voor de hand liggende gelegenheid om de innerlijk ingrijpende levenservaringen van vriendschap, verliefdheid en liefde te veruitwendigen, als het ware 'objectief vaststelbaar' te maken. Niemand zal dan ook beweren dat het misplaatst is je vriend of geliefde bij deze gelegenheid met een geschenk te bedenken. Toch voegen we daar onmiddellijk een nuancerende en kritische commentaar aan toe. -
Het commercieel karakter van het Valentijnsfeest vestigt eenzijdig de aandacht op de materiële uitdrukking van nota bene iets dat in se immaterieel is.
-
De viering van het Valentijnsfeest vindt plaats in een context, waar een zekere sociale druk van uitgaat: men wordt nergens verplicht, om aan die gebruiken deel te nemen, maar men kan er zich ook moeilijk aan onttrekken. Er wordt een verwachtingspatroon gecreëerd.
-
De wijze van vieren van het Valentijnsfeest, die door het commercieel circuit wordt voorgesteld, is een voorbeeld van een zekere oppervlakkigheid, die eigen is aan de huidige cultuur.
-
Sommige jonge mensen zijn vatbaar voor die uitnodigende uitstraling van oppervlakkigheid en materialisme. Deze commentaar is niet negatief bedoeld. Hun beleving van liefdeservaringen is niet minder intens (misschien integendeel), maar het is niet eenvoudig ze te kanaliseren. Het soms prille, nog niet sterk gerijpte karakter van hun liefde maakt hen vatbaar voor wat hen van buitenaf als voor de hand liggende uitingsvormen wordt aangereikt.
11 -
-Tegenover het voorgaande staat dat een aantal jonge mensen zich juist afzetten tegen het klatergoud rond Valentijn en naar een manier zoeken, om het unieke van hun relatie op een authentieke en originele wijze in een eigen jongerentaal te uiten.
2. 1. 2 In de historische context 14 februari is het feest van Sint-Valentijn. Maar er is voor zover bekend geen enkele band tussen enerzijds het leven van deze heilige en anderzijds het gebruik van verliefden, om op deze feestdag elkaar een teken van hun genegenheid te geven: een kaart of een geschenk. Nochtans wordt Valentijn op de jaarkalender aangeduid als de 'patroon van de geliefden'. De bedoelde heilige, Valentinus, gestorven in 306, werd in Rome en in andere steden van Midden-Italië reeds in de vierde eeuw als martelaar vereerd. Geschiedkundig staat over hem overigens weinig vast. Hij was waarschijnlijk bisschop van Terni. Het gebruik op Valentijnsdag is een restant van een oude heidense lenteviering in de Angelsaksische landen. Het gebruik viel later in trek buiten de Angelsaksische landen. Valentijn is ook een beetje een weerheilige. De volgende weerspreuk is op zijn naam van toepassing: Dooi op Sint-Valentijn doet veel water in de wijn. Is het deze daggebonden spreuk met dubbele bodem die hem tot patroon van de geliefden heeft doen uitroepen?
2. 1. 3 In de schoolcontext: verwijst de school naar Valentijn? De school vertegenwoordigt een belangrijke plaats in het leven van jonge mensen: in tijd (meer dan 180 dagen per jaar) maar ook in beleving. Het is de plaats, waar jonge mensen gedurende een aanzienlijk aantal levensjaren elkaar op een georganiseerde wijze ontmoeten. Ze komen er samen om te leren en beleven er samen ook veel. Ze brengen er hun belevenissen van elders mee en spreken er onderling en met hun opvoeders over. Hun verliefdheden en vriendschappen, de vreugde en pijn, die daarmee gepaard kunnen gaan, maken daar deel van uit. Ongetwijfeld zullen een flink aantal onder hen - alleen onder de oudere leerlingen? - rechtstreeks met het Valentijngebeuren te maken hebben. Ter illustratie daarvan: in de verslaggeving over een leeronderzoek van studenten blokletterde De Standaard op 14 september 1995: "HET LIEF KOMT OP DE EERSTE PLAATS" in de vrijetijdsbesteding van jonge Vlamingen. Kan een school, die deze realiteit in de leefwereld van jonge mensen ernstig neemt, blind of doof zijn voor die gebeurtenissen? Krijgt ze juist niet dàn een prachtig aanknopingspunt in de schoot geworpen, om werk te maken van een initiatief in toepassing van punt 1 van deze tekst? Het verschijnsel Valentijn heeft immers een lage drempel naar jongeren toe en bevat heel wat kansen voor vorming, die aansluiten bij de concrete leefsituatie van de jongeren. De school kan op dàt ogenblik doorheen onderwijs- en andere (parascolaire) opvoedende activiteiten een levensechte bijdrage leveren tot hun relationele vorming, maar tegelijk ook tot hun geloofsvorming en -beleving. Zoals de handel op Valentijn inspeelt, om die dag een goed zakencijfer te realiseren, zo kan ook de school daarop inspelen, om er een geslaagde schooldag van te maken. De zakenwereld benadert Valentijn 'op de wijze van de economie': de taak is daar volbracht zodra de kassa rinkelt. Valentijn benaderen 'op de wijze van de school' staat daarmee in zekere zin op gespannen voet, vraagt om een bijsturing.
12 2. 2
AANBEVELINGEN VOOR EEN VALENTIJNSE SCHOOLDAG
Het voorstel voor een expliciet aanbod vanuit de school op Valentijnsdag bevat in grote lijnen de drie volgende krachtlijnen. -
Een eerste krachtlijn bestaat erin de jonge mensen op school creatief te doen aanvoelen dat de school midden in het leven staat, belang hecht aan de leefwereld van de jonge mensen, die haar zijn toevertrouwd, hun liefdevolle relaties (h)erkent en hen in hun beleving daarvan ook ernstig neemt. Een teken van (h)erkenning is al veel: een soort knipoog naar de jongeren, een blik van verstandhouding, die erop wijst dat de school beseft, wat er gaande is. Om dat 'teken' draait immers Valentijn helemaal: mensen geven elkaar op Valentijn een teken van hun genegenheid voor elkaar. Aandacht hebben voor Valentijn vraagt, als men wil, nauwelijks schooltijd. Men kan er bijvoorbeeld allusie op maken op een louter visuele manier, met een korte duiding. Men kan er enkele minuten aan geven, bijvoorbeeld in een gesprekje of tijdens het klasgebed.
-
Maar misschien is er meer mogelijk. Men kan er ook op een zinvolle manier een serieuze brok in investeren. In dat opzicht is het handig te weten dat 14 februari 1996 een schooldag is én een woensdag. In scholen, waar de leerlingen de woensdagnamiddag vrij hebben, geeft dat mogelijkheden voor een parascolaire activiteit. De school kan deze dag benutten als een gelegenheid, om jonge mensen uit te nodigen door het uiterlijke vertoon van het Valentijn-gebeuren heen te kijken en hun denken en beleven te voeden door zelf een diepgaand aanbod aan te reiken. Dat is de tweede krachtlijn. Ze bevat een uitnodiging naar jullie toe, om erover na te denken, hoe jullie als leerkracht/opvoeder en samen als schoolteam wegwijzer kunnen zijn naar wegen, die verder reiken dan de 'schone schijn' van Valentijn, verder dan het uiterlijke, het commerciële, het materiële.
-
-De derde krachtlijn zit vervat in de uitnodiging, om te bezinnen over de mogelijkheden om een gelovige bedding aan te reiken voor de beleving van het Valentijn-gebeuren. In 2.1.2 vernamen we reeds dat Valentijn in se een niet-gelovig verschijnsel is. Men wordt door de jaarkalender op het verkeerde been gezet door de verwijzing naar de heilige. Een historisch-religieus aanknopingspunt is onbestaande. De ervaring van een liefdevolle relatie als een gave, als een beleving, die de individuele mens overstijgt, die hij niet volledig in de hand heeft, die iets doet vermoeden van het geheim van het leven ... effent de weg naar een gelovig beleven. Zien jullie kansen, om de relaties in het leven van de jonge mensen, die jullie zijn toevertrouwd, in die richting te duiden als aanloop tot een gelovig beleven van hun relaties? Dat kàn gebeuren doorheen jullie aanbod, op een impliciete wijze. Maar er zijn ook kansen voor een expliciet en uitnodigend religieus aanbod, waarin de band wordt gelegd met het Valentijn-gebeuren. Kan in jullie school daarvoor de ruimte worden gecreëerd of is ze er reeds?
Hierna volgen enkele suggesties, vooral voor wie wat meer tijd wil vrijmaken, als aanzetten van uitwerking van deze krachtlijnen. We vertrouwen op jullie creativiteit, die jullie als onderwijsmensen bijna spreekwoordelijk toebedeeld krijgen, om aan de hand van deze prille aanzetten een concrete invulling te bedenken voor een Valentijnse schooldag, die jullie jonge mensen zich nog lang zullen herinneren. Het bronnenmateriaal in deel 2 en de teksten in deel 3 kunnen jullie daarbij verder op weg zetten. Het is nodig bij het voorbereiden van een aanbod terdege rekening te houden met de leeftijd en de ontwikkeling (ook binnen dezelfde leeftijdsgroep) van de jongeren. Voor jongeren uit de eerste (en de tweede?) graad kan het spreken over een 'liefdevolle' relatie worden vervangen door een 'vriendschappelijke' relatie.
13 2. 2. 1
UITDRUKKINGSVORMEN die jullie kunnen exploreren
Waar gaat het op Valentijnsdag in feite om? Men wil een be-teken-isvolle uitdrukking van gevoelens van genegenheid (vriendschap, verliefdheid, liefde) geven. Het gaat erom de ander door een liefdevolle attentie een 'teken' te geven, dat verwijst naar een diepere werkelijkheid. Hoe kunnen jullie op Valentijnsdag elkaar daarvan een teken geven? Kunnen jullie samen met de leerlingen onderzoeken welke mogelijke tekens men kan geven? Er zijn talloze uitdrukkingsvormen mogelijk. Ontdekken jullie daarin categorieën? • Een materieel teken: hoe kan men materieel uitdrukken wat in wezen immaterieel is? De categorie van de materiële tekens springt op Valentijnsdag het meest in het oog, omdat ze door de economie enerzijds en door de materialistische ingesteldheid van velen anderzijds, sterk wordt gepromoot. Een materieel teken is waardevol, maar niet in de financiële betekenis van het woord. Niet de financiële, maar wel de symbolische betekenis, is doorslaggevend voor de tekenwaarde. Door het (steeds) sterk(er) benadrukken van de materiële (financiële) waarde van het teken kan men zich afvragen of de diepere werkelijkheid, die men wil oproepen, nog voldoende kansen krijgt. Je kan in dat verband vergelijken met andere 'dagen': -
jaarlijks weerkerende: Kerstmis, moederdag, vaderdag, verjaardag ...; eenmalige: Eerste Communie, Vormsel, huwelijk, jubileum ...
• Een niet-materieel teken: taal (mondeling of schriftelijk), een houding, een gebaar, mimiek, samen iets doen, samen zijn ... Hoe kan men zeggen, wat in wezen onzegbaar is? Hoe kan men (laten) zien, wat in wezen onzichtbaar is? 2. 2. 2 LAGEN die jullie kunnen exploreren Aan wie geven jullie een 'teken' op Valentijnsdag? Op Valentijnsdag kunnen jullie op een attentievolle wijze tot uitdrukking brengen: • ik hou van jou Een liefdevolle relatie tussen twee (jonge) mensen veruitwendigt zich in een attentie voor elkaar. Welk is de meerwaarde van zo een dag tegenover de vorige en de volgende dagen? Is dat (de waarde van) het geschenk(je)? Welk soort van attentie vind je het meest waardevol? Kan er niet elke dag (of iedere keer wanneer men elkaar ontmoet) een attentie af? Wat is er belangrijker in je relatie dan een attentie op Valentijnsdag? (tekens van erkenning en eerbiediging voor het anders-zijn van de andere, van waardering, trouw, schroom, vergeving, verzoening, dankbaarheid, vriendschap als dragend element van elke liefde ...)
14 • ik hou van jou en jou en jou ... Een liefdevol relatienetwerk veruitwendigt zich in een attentie voor elkaar. Het relatienetwerk van de jongere omvat: de leeftijdgenoten (binnen en buiten de school), het (soms gebroken) gezin waartoe hij behoort, de verwanten (grootouders ...), de leerkrachten en opvoeders, de (on)bekende medemens ... Kan Valentijnsdag zo groeien naar een attentievolle of een hart-elijke dag voor al diegenen die wij op onze weg vandaag ontmoeten? Wie zijn onze medemensen? Voor wie voelen wij genegenheid? Wat met degenen voor wie wij weinig of geen genegenheid voelen? Hebben wij in het bijzonder aandacht voor wie vandaag geen attentie te verwachten heeft en daar misschien onder lijdt? Welke attentie heeft de school voor de jongeren? Is de school attent voor de jongeren? Welke attentie hebben de jongeren voor de school? Zijn de jongeren attent voor de school? Bestaat er al een 'dag van de opvoeder' of een 'dag van de jongere'? Zullen nu al de volgende dagen attentieloos verlopen tot wij nog eens een dag, misschien 14 februari 1997, tot attentievolle dag uitroepen? Kunnen we niet àlle dagen tot een attentievolle dag maken? Zo kunnen we groeien tot attente mensen voor elkaar. • ik hou van Jou Gods liefdevolle relatie met mij veruitwendigt zich in mijn liefdevolle relatie met jou ... en jou en jou en jou ... en roept een God-dankend antwoord op. "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf." Matteüs 22, 37-39 Krijgt God een plaats in ons relatienetwerk? Kunnen we de ontwikkeling van onze relatie tot God vergelijken met de ontwikkeling van een relatie tussen twee mensen: van elkaar afstandelijk leren kennen, vlinders in de buik voelen, zich aangetrokken weten, zich ontwikkelend naar het ontdekken en eerbiedigen van het anders-zijn van de a(A)ndere, tot hechte, trouwe liefde in lief en leed, tot de dood ons (niet meer) scheidt? Kunnen we begrijpen dat sommige mensen de Andere zozeer liefhebben dat ze zich volledig aan Hem willen geven?
15 2. 2. 3 BENADERINGEN die jullie kunnen exploreren • Een beschouwend gesprek Kiezen voor een contemplatieve dialoog met en tussen jongeren vraagt een aanzienlijke inspanning van de begeleider. Het vraagt een sterk inleefvermogen, de vaardigheid om op een begripvolle, maar toch afdoende wijze, af te rekenen met stoerdoenerij en gegiechel, een ernstig gesprek op gang te brengen en gaande te houden. Het vraagt ook een grote voorzichtigheid, omdat een aantal jonge mensen reeds op erg jonge leeftijd gekneusd of gehavend kunnen zijn op het vlak van relatie. Tijdens het gesprek zelf kan de begeleider zich actief luisterend, maar minder actief sturend opstellen. We denken hier bijvoorbeeld, hoe jonge mensen soms uren al kletsend bij mekaar kunnen doorbrengen, maar doorheen dat schijnbaar oppervlakkig gekeuvel mekaar ook ànders leren kennen, samen wegen aan het verkennen zijn zonder dat zij of wij dat goed beseffen... De begeleider kan er ook voor kiezen zelf getuigend aanwezig te zijn of externe personen daarvoor te inviteren. Te vermijden is alleszins een belerend of moraliserend optreden. Een dialoog met en tussen jongeren kan plaatsvinden als een klasgesprek tijdens de lesuren of daarbuiten als vrijwillig aanbod. Het verdient aanbeveling te overwegen of een ernstig gesprek over een 'Valentijns' onderwerp, waarbij een beroep wordt gedaan op heel de persoon en er een sterke verwevenheid is van het rationele en het emotionele, zich wel gemakkelijk laat persen binnen de perken van (een deel van) een lestijd en binnen de muren van een klaslokaal. Een diepgaand gesprek over vriendschap en liefde, over de uitingsvormen daarvan, waarin men tracht door te stoten tot de dragende waarden, ja misschien tot de Dragende, is wellicht eerder haalbaar op een ander moment en in een andere ruimte dan in een les of een klas. Een gesprek waaraan allen verplicht deelnemen zal een andere aanpak en waarschijnlijk ook een andere inhoud vergen dan een gesprek, waarbij alleen degenen, die er belangstelling voor hebben, aanwezig zijn. Het gesprek kan gepaard gaan met een andere evocatieve activiteit (zie andere benaderingen) of een gezellig (een beetje feestelijk misschien?) samenzijn. Bij de aanhef van punt 1 werd er reeds de aandacht op gevestigd dat Valentijn verwijst naar de relationele vorming. De school heeft ter zake een permanente opdracht. Het komt er dus niet op aan op Valentijnsdag het gehele programma inzake relationele vorming in een notedop aan bod te willen laten komen en af te werken. Men zal een keuze moeten maken, bij voorkeur een keuze van aspecten aan de hand waarvan expliciet de band kan worden gelegd met het Valentijngebeuren. De drie 'krachtlijnen' in punt 2.2, de 'uitdrukkingsvormen' in punt 2.2.1 en de 'lagen' in punt 2.2.2 hierboven kunnen daarbij een leidraad zijn. • Een poëtische benadering 14 februari wordt op vele plaatsen, wellicht niet toevallig, als 'dag van de poëzie' ingevuld. Is de poëzie ook in jullie school niet een geschikt 'medium' om de diepere werkelijkheid waarnaar Valentijn verwijst, te doen opborrelen? Men kan er een poëtische schooldag van maken: -
aan de hand van gedichten van de jongeren zelf, door hen een keuze van gedichten van andere dichters naar voren te laten brengen, door een dichter uit te nodigen, om met de jongeren over haar of zijn inspiratie en werk te komen spreken, ....
16 • Een muzikale benadering Jonge mensen worden sterk aangesproken door de (pop)muziek. Hun leefwereld is er als het ware van doorweven. (In welke mate) is in het aspect van hun leefwereld, dat het sterkst met de muziek van hun voorkeur verbonden wordt, (het uitgaansleven waar vaak horen en zien vergaan) het ontstaan en ontwikkelen van liefdevolle relaties mogelijk? Hoe zien de jongeren dat zelf? Welk genre van muziek geniet hun voorkeur? Vele - om niet te zeggen de meeste - (pop)liedjes handelen over de liefde. Hoe komt de liefde daarin naar voren? Is dat de liefde zoals de jongeren ze zich voorstellen en beleven? Welke liedjes drukken hun eigen beleving goed uit? Kan men er een free-podium mee samenstellen? Is er in de muziek waarvan zij houden, een openheid op het transcendente, op God, te bespeuren? • Een (uit)beeldende benadering Een ander kenmerk van jonge mensen in de huidige leefwereld is een sterke gevoeligheid voor het visuele. Is er op Valentijnsdag plaats en tijd voor een filmforum? De keuze aan films, om dit thema te belichten, is legio. Is er gelegenheid voor een kritische analyse van liefdesrelaties zoals ze op het tv-scherm verschijnen? Is er tijd en plaats, om de jongeren zelf hun beleving van liefdevolle relaties te laten visualiseren (in een collage, graffiti, beeldend werk ...)? • Een expliciet religieuze benadering Doorheen de voorgaande benaderingen kan de religieuze bedding impliciet maar ook expliciet op een uitnodigende wijze aan bod komen. Is er daarnaast in jullie school op V alentijnsdag ook tijd en plaats voor een expliciet religieuze benadering? -
In een ochtendwijding (eventueel met gezamenlijke ontbijttafel). In het klasgebed. In een middaggebed (eventueel met gezamenlijk middagmaal). In een bezinnend en biddend stilstaan bij wat evangelie en bijbel zeggen over de liefde.
17
DEEL 2: INSPIRERENDE BRONNEN -
Catechetische Service, o.a. januari-februari 1991
-
-CPAG-Flash, o.a. september 1993 (over hartelijkheid)
-
-De bijbel
-
-Deeltijdjes, nummer 7
-
-De Graankorrel/Eigentijdse Jeugd, Dilbeek
-
-De Nieuwe Boodschap, januari 1988
-
-Jonge mensen om je heen
-
-Korrelcahier nr. 3, 1991
-
-Luc Versteylen
-
-Roger Burggraeve
-
-Rondom Gezin
-
-Schoolpastoraal Concreet, bisdom Hasselt, in het bijzonder: november 1992 en mei 1993
-
-Vele collega's
-
En zove(e)l(en) meer ...
18
DEEL 3: NAAR DE UITWERKING TOE In de overtuiging dat er heel wat inspirerend materiaal (bijbelteksten, liederen, gedichten, lezingen) bij de hand is en op school bij leerlingen en collega's te vinden, doen we een beperkt aanbod. We bieden aan: -een uitgewerkte viering (geïnspireerd o.a. op een nummer van 'De nieuwe boodschap') -enkele teksten en gedichten.
1
VIERING N.A.V. VALENTIJNTJESDAG: "ONDER DE APPELBOOM HEB IK U GEWEKT" (Hooglied)
1. 1
NODIG:
• muziek op cassette:
Benny Neyman, Liefde nr. 4 Willem Vermandere, Laat ons slapen gaan Supertramp, Give a little bit
drie muzikale intermezzo's, op cassette of door leerlingen drie liederen eventueel aan te leren:.'Om warmte gaan wij...' 'Delf mijn gezicht op' 'Ik zal er zijn voor u' • dia's uit het boek 'Que ton amour a de charmes', Chagall/Mayer (Editions Echter, exclusivité Weber) • diascherm - projector - cassettespeler grote tak van een boom (met "appelen") naast diascherm • boekje met teksten van de viering + appeltje van papier voor leerlingen • 5 à 10 lectoren • mijmeringen van jongeren n.a.v. 1) liefde als verlangen 2) liefde en pijn 3) liefde en vreugde 1. 2
BINDTEKSTEN (in de rand: vermelding nummer dia's, met ernaast tussen haakjes de verwijzing naar blz. uit het boek)
Inleiding 1 (20) Naar aanleiding van Valentijntjesdag zijn we hier samen, niet voor een eucharistieviering, maar voor een woord- en beelddienst - kan het anders - rond liefde tussen mensen. We laten ons inspireren door de schilderijen van Marc Chagall, opgedragen aan zijn vrouw Vava. In zijn eigen stijl probeert Chagall door te dringen tot de diepte van de liefde.
19 2 (19) Hij schilderde rond de jaren '60 vijf meditatieve werken geïnspireerd door het bijbelse boek 'Het hooglied'. Hooglied betekent: lied zonder weerga, het hoogste lied. Het is een aaneenrijging van beelden uit de wereld van het platteland en van het hof. Hier gloeit de aarde in twee mensenkinderen die naar eenheid streven. Het lied en de schilderijen zingen voor twee jonge mensen die de liefde aan het ontdekken zijn. Een liefde die uitgroeit tot een oerkracht 'sterk als de dood' en die de seksualiteit vrijwaart voor slijtage en verveling. Het hooglied laat ons de verrukkelijkheid zien van die mysterieuze werkelijkheid die de vreugdevolle lichamelijk beleefde liefde is? In het boek hooglied is er sprake van groei in liefde. Een groei van aanvankelijk naïef verlangen en verrukt zijn over ervaring van gemis tot besef van diepe vrede. De viering bouwen we dan ook op rond de drie motieven van het hooglied zelf: 1.verlangen en ontwaken - wekmotief als eerste, vervolgens 2.nacht en gemis, trouw - gebondenheid, en tenslotte 3.vrede en sjaloom, vreugde als derde motief. De woorden die we spreken, zingen of bidden ondersteunen we met fragmenten uit het werk van Marc Chagall. 3 (47) We laten ons nu eerst inleiden in het thema door Benny Neyman met zijn lied 'Liefde nr. 4'. I
VERLANGEN
Inleiding: 4 (39)
Het hooglied begint met een liedje vol smachtende hunkering. Een meisje laat de vrije loop aan haar gedachten en gevoelens die uitgaan naar haar geliefde. Ook de jongen verheerlijkt zijn meisje. De twee voelen zich de koning te rijk. We luisteren naar een stukje oertaal van de liefde.
5 (66) Lied van de bruid 6 (29) Lied van de bruidegom In de bruid en de bruidegom zingt een hele wereld van mensen, verrukt over de medemens, dromend van teder samenzijn en geluk. 7 (65) Staat in het scheppingsverhaal niet: 'God schiep de mens, man en vrouw schiep Hij hen, want het is niet goed voor de mens alleen te zijn.'? Een hele wereld van mensen verlangt een thuis. We luisteren en zingen mogelijks mee 'geef een stukje' - 'Give a little bit'. 8 (57) Aansluitend luisteren we naar enkele mijmeringen van jongeren over 'eerste liefdeservaring'. Vanmorgen las ik op een affiche: liefde begint bij de juwelier. De bijbel spreekt heel anders over liefde. Liefde komt naar je toe. Het hooglied zegt: 'wek de liefde niet, forceer ze niet, wakker haar niet aan, totdat zij zelf het wil. Zoek de liefde niet, de liefde zoekt jou. 9 (65) Wek de liefde niet, de liefde wekt u. Het wek-motief is een steeds weerkerend refrein in het hooglied. Wekken of wakker worden in de bijbel wordt vaker van mensen gezegd die zichzelf geleidelijk ontplooien, tot zichzelf geraken. Door de liefde worden mensen wakker, ontwaken ze. Het lied zegt eigenlijk dat de ene mens door de ander wakker gekust wordt. Een kus die ons niet betovert en behekst maar ons doet ontwaken. Merkwaardig, en toch weer niet, is dat dit wakker-kussen gebeurt onder de appelboom. De boom is in het oude religieuze geloof een teken van verbondenheid tussen twee werelden: hemel en aarde. De boom is als een pilaar die zich verheft en die diep-geworteld de aarde verbindt met de
20 wereld boven ons. In de koran b.v. staat dat de Jezus van de christenen onder een palm geboren is. Het gaat hier niet zozeer over een plaats (geografische) aanduiding, als wel om een theologische aanduiding: een gebeuren waarbij hemel en aarde betrokken is. De boom is een teken van samenhang tussen onderwereld aarde en hemel. De boom is in het oude religieuze besef het middelpunt, de kern van onze goede wereld. Het is frappant dat juist het ontwaken, dat wakker worden, gebeurt onder een boom. De gebeurtenis die hier plaatsvindt heeft te maken met de kosmos, de goede schepping, met het voortgaan van de schepping. Dit wordt nog versterkt door het feit dat er sprake is van een appelboom. De appel heeft vanouds de bijtonen van erotiek, van de creativiteit van de liefde. De geboorteketen in fysieke en geestelijke zin speelt zich af onder de boom. Onder de boom komt de mens tot leven en brengt hij tot leven, de mens geboren als een beeld van God, wordt wakker als een beeld van God. Doorheen de kus ontwaken wij. De ander delft mijn gezicht op, ontmaskert mij, maakt mij mooi. We zingen het uit. 10 (66) 'Delf mijn gezicht op' Liefde is een mysterieuze werkelijkheid. In de liefde worden hemel en aarde één. (De echte liefde verwijdert zich niet van God, ze leidt tot God). In de liefde ontwaakt niet alleen de ene mens aan de andere. In de liefde worden hemel en aarde één. 11 (52) Onder de appelboom wordt de ene mens wakker aan de andere. Eigenaardig dat juist waar het hun vel raakt, sommige mensen zich niet goed voelen in hun huid of zou het zijn dat dit raken niets met ontwaken te maken heeft. We pauzeren even bij een schilderij van Marc Chagall. (muziek op achtergrond) II
NACHT - GEMIS
Inleiding Ondergaande zon? Een liefdestafereel met een ondergaande zon. 12 (34) Vaker dan men op het eerste gezicht zou vermoeden is er in het hooglied sprake van onvrede, van alleen zijn. De als het ware probleemloze verrukking over de schoonheid van de ander klinkt van het begin tot het einde door, maar er is ook sprake van afwezigheid en gemis. En juist die ervaring brengt de groei op gang, leidt tot het uiteindelijk besef: liefde is onverbiddelijk als de dood. Tweemaal verliest het meisje haar jongen en gaat ze radeloos op zoek naar hem. In dit gemis vindt de relatie haar hechtheid en bestendigheid. De pijn van het niet-kunnen-bezitten van de ander voert tot zoiets als niet-meer-willen-bezitten. Heel eenvoudig lijkend is liefde zo ingewikkeld als het bestaan zelf, verrukking en angst, adel en verdwazing leven hier zij aan zij. Dit motief uit het hooglied beluisteren we doorheen een drietal fragmenten, waarop telkens een suggestief antwoord volgt. 13 (40) 2de fragment 14 (56) 3de fragment 15 (53) Om liefde, om warmte gaan wij leven, met licht en donker mee ; om liefde, om warmte gaan wij leven, sterven wij dood na dood. We zingen dit samen uit. Daarna luisteren we weer naar mijmeringen van medestudenten.
21 16 (39) Liefde. Dag en nacht. Verrukking en angst. Verlangen en gemis. Liefde is een weg van lange adem. We bidden samen tot Hem die zoals het scheppingsverhaal vertelt, ons boetseerde en levensadem inblies. 17 (47) Liefde, een weg van lange adem, stervend dood na dood, verloren, gewonnen zijn voor elkaar. Gewekt en gerijpt aan de waarheid. Alle gebeden verhoord de nacht overwonnen, alle angst overboord en dan en pas dan kunnen slapen gaan. We luisteren naar Willem Vermandere. 18 (24) We dromen even verder rond liefde bij het eerste schilderij van Marc Chagall. Hij nodigt ons uit om liefde te zien als het hart van het heelal. (muziek op achtergrond) III
VREDE - SJALOOM
Naast verlangen en wekken, nacht en trouw, is vrede, sjaloom het derde signaal dat de dichter van het hooglied uitzendt. Ook al wordt dit niet uitdrukkelijk gezegd, de ontmoeting vindt plaats in Jeruzalem. Sjaleim in het Hebreeuws: stad van vrede. De bruidegom wordt Salomo, Sjlomo in het Hebreeuws genoemd, wat doet denken aan sjaloam. Daarmee wordt de jongeling ook aangeduid als een koning, het meisje als een 19 (43) koningin. Hiermee wordt in het hooglied de adel getypeerd van iemand die op het punt staat in het huwelijk te treden (en daarmee de eigen regie van zijn leven in handen neemt). Het meisje wordt Salamit genoemd, wat betekent zij die tot sjaloom bestemd is. De mens - Adam en Eva, Salomo en Salamit - is tot sjaloom bestemd. De jongen legt het meisje als een zegel op zijn hart ten teken van intieme verbondenheid en kostbaarheid. In ons fragment dat we nu gaan beluisteren is er ook sprake van Jahweh. Het is de enige keer dat het woord Jahweh, God, voorkomt in de tekst van het hooglied, juist op het ogenblik dat het hooglied zich verdicht tot monumentale uitspraken van elementair belang. Leven en dood staan hier tegenover mekaar, juist nu er sprake is van Jahweh. Iets goddelijks flitst de wereld binnen. Wanneer? Wanneer twee mensen van elkaar houden. Geen macht ter wereld wordt haar, de liefde, baas, want zij ontwelt aan Jahweh. We luisteren naar de slotverzen van het hooglied. Tekst hooglied Liefde, een onweerstaanbare kracht waartegen zelfs negatieve krachten als chaos en dood niet opgewassen zijn. Liefde is het hart van het heelal, van de bloemen vlakbij tot aan de verste ster. De wereld heeft slechts één zin: ruimte te zijn voor de liefde, een gloed van Jahweh afkomstig. 20 (48) Loven we daarom Hem, die ons allen tot leven wekt. We gaan nu samen bidden, en we proberen dat te doen zoals het oorspronkelijk gebeurde: in dialoog. 21 (58)Ps. 148 - (vanaf 'Looft de Heer vanaf deze aarde')
22 22 (39) Mijmerend, zingend en biddend rond de liefde mogen en moeten we ook denken aan onze geliefden. Wie wil krijgt nu even de tijd om een gedachte, een wens te noteren die je dan kan bezorgen aan je geliefde, een bevriend paar of aan wie je maar wil. (muziek op achtergrond) Liefde een gloed van Jahweh afkomstig. Ik vond bij Jahweh zelf de moed, de kracht, de liefde die je nodig hebt. 23 (61) Dit zingen we uit in het slotlied, een belofte naar onze partner toe en naar de mensen die 24 (21) ons omringen.
23
1. 3
TEKSTEN VOOR HET BOEKJE
"ONDER DE APPELBOOM HEB IK U GEWEKT" (Hooglied 8,5) bij de houtsnede van Robert Wyss "Jij bent mijn, ik ben dijn," heet het in een oud Duits liefdeslied. Iets dergelijks verzekeren in het Hooglied de vriend en de vriendin aan elkaar: wij horen samen. Bij deze houtsnede passen echter beter de liedjes waarin de jonge vrouw er vrijmoedig voor uitkomt dat ze van hem houdt. Ze verlangt naar hem zonder bang te hoeven zijn dat hij over haar zal heersen (Gen. 3,16). De houtsnede beeldt uit hoezeer de wereld verandert wanneer twee gelieven er voor elkaar zijn: de vrouw schenkt de man geborgenheid, en beiden zijn samen geborgen in een natuur die heel haar schoonheid ten toon spreidt. Van de bloemen vlakbij tot aan de verre ster heeft de wereld slechts als zin: ruimte te zijn voor de liefde. Welkom •
Liefde Max Dendermonde De dingen hebben soms eenzelfde naam: een lichte kus, elkaar verwijderd bijten, zacht mokken, blindelings met huisraad smijten, vreemd, het valt alles onder liefde saam. Wie liefheeft en daar langzaam aan gewent, ontdekt verbijsterd achter maan en rozen het kleine strijdperk van twee tomelozen waar men elkaar om beurten tart en temt. Eerst zacht van zin, later snel uitgestoeid, elkaar prikkelen, dan ronduit haten, en ouder wordend, zacht weer, en vermoeid. Zó gaat het ons, misschien in mildere mate twee slingerplanten in één wilde groei die ondanks alles elkaar niet verlaten.
•
Benny Neyman: liefde n° 4
24 I
VERLANGEN
•
Inleiding
•
Lied van de bruid
1,2
(bruid) Ach, drenk mij met de kus van uw mond, zoeter dan wijn zijn je liefkozingen, zoet van geur is je parfum, als een overdaad aan parfum is je naam: daarom hebben de meisjes je lief. Trek mij met je mee, haasten we ons. Ach, koning, leid mij uw kamers binnen. Laat ons opgetogen feesten om jou, je liefkozingen roemen, boven de wijn: terecht hebben de meisjes je lief. Een buideltje mirre is mijn vriend voor mij, dat tussen mijn borsten rust. Een tros hennabloemen is mijn vriend voor mij in de wijngaarden bloeiend van Engedi. (bruidegom) Ja, je bent mooi, mijn lief, ja mooi, je ogen zijn duiven. (bruid) Ja, je bent mooi, mijn vriend, lief ben je, onder lover en groen staat ons bed.
1,3 1,4
1,13 1,14 1,15 1,16
•
Lied van de bruidegom "Je bent een bron in een tuin, een fontein van levend water... (Hooglied 4,15) Je bent mooi, mijn geliefde... Je ogen zijn duiven en je tanden pas geschoren schapen glanzend wit... Je mond is zo bekoorlijk en je haar een neergolvende kudde in het dal... De waterval van mijn gedachten laat je bron zijn en fontein. Je bent lusthof met lippen die druipen van honing en wangen als het hart van een granaatappel. Je hals is een toren trofeeën met duizend schilden er omheen. Je borsten twee kleine gazellen slapend tussen lelies... Je geurt naar hennabloemen en nardusplanten; naar saffraan, kalmoe en kaneel... Je bedwelmt me, liefste, met je tuin...
25 onnoemelijk veel... •
Geef een stukje
Give a little bit
Give a little bit Give a little bit of your love to me Give a little bit I'll give a little bit of my love to you There's so much that we need to share So send a smile and show you care
Geef een stukje Geef een stukje van jouw liefde aan mij Geef een stukje Ik zal jou een stukje van mijn liefde geven Er is zoveel dat we moeten delen Zend mij je glimlach en toon me jouw bezorgdheid.
I'll give a little bit I'll give a little bit of my love for you So give a little bit Give a little bit of your time to me See the man with the lonely eyes Take his hand, you'll be surprised
Ik zal een stukje geven Ik zal jou een stukje van mijn leven geven Geef dus een stukje van jouw tijd aan mij Bekijk de man met de eenzame ogen, Je zal versteld staan Reik je hand en je zult verstomd staan.
Give a little bit Give a little bit of your love te me I'll give a little bit of my life for you Now's the time that we need to share So find yourself, we're on our way back home.
Geef een stukje Geef een stukje van jouw liefde aan mij Ik zal jou een stukje van mijn leven geven Nu is de tijd gekomen dat we moeten delen, dus: ontdek jezelf, we zijn op weg naar huis
... going home... ... don't you need to feel at home... ... oh yeah, we gotta sing
... op weg naar huis... ... heb je niet de behoefte om je thuis te voelen... ... o ja we moeten gaan zingen...
•
Jongeren mijmeren...
•
De appelboom: duiding
•
Wat is echt ?
Een hart opent zich maar eenmaal, om te koesteren wie het koos.
26 "Wat is echt", vroeg het Konijn op een dag, toen zij lagen zij aan zij. "Betekent het dat er dingen binnenin je gonzen en een uitstekende knop?" "Echt is niet hoe je gemaakt bent", zie het Hobbelpaard. "Het is iets wat met je gebeurt. Wanneer een kind lang, heel lang met je speelt, omdat het van je houdt, maar Echt van je houdt, dan word je echt." "Doet het pijn?" vroeg het Konijn. "Soms wel", zei het Hobbelpaard, want het zei altijd de waarheid. "Wanneer je echt bent, kan het je niet schelen. 't Gebeurt niet plots, ineens. Je wordt. Er is een lange tijd voor nodig. Daarom gebeurt het niet zo vaak met mensen die gauw breken of scherpe kantjes hebben, of die je zorgvuldig moet bewaren. Over het algemeen, tegen de tijd dat je Echt bent, is je haar er praktisch afgewaaid, vallen je ogen uit en raken je pootjes los en je bent heel erg haveloos. Maar deze dingen doen er helemaal niets toe als je eenmaal Echt bent. Je kunt niet lelijk zijn, behalve voor mensen die het niet begrijpen...". T. Verny •
Delf mijn gezicht op
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Wie mij ontmaskert, zal mij vinden. Ik heb gezichten, meer dan twee, ogen die tasten in den blinde, harten aan angst voor angst ten prooi. Delf mijn gezicht op, delf mijn gezicht op, maak mij mooi, maak mij mooi. Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Wie wordt ontmaskerd, wordt gevonden, en zal zichzelf opnieuw verstaan, en leven, bloot en onomwonden, aan niets en niemand meer ten prooi. Delf mijn gezicht op, delf mijn gezicht op, maak mij mooi, maak mij mooi. (uit: 'Gooi en Sticht')
27 •
Bij wijze van overgang, even pauzeren bij een schilderij van Marc Chagall, schilderij nr. 4 uit een reeks van 5.
('Que ton amour a de charmes', Chagall/Mayer - Editions Echter, exclusivité Weber) Hoewel een uitgever van deze afbeelding verwijst naar Hooglied 3,4: "§ Ik heb hem gevonden, mijn zielsbeminde! Ik pakte hem vast en laat hem niet meer los", had als tekst onder dit schilderij het begin van het Hooglied kunnen staan. Tevens vormt het bekijken ervan een uitstekende inleiding tot een volledig begrip van het Hooglied. Het eerste dat onze aandacht trekt is natuurlijk het gevleugelde paard: Pegasus heet het in de Griekse oudheid, waar het de dichtkunst verzinnebeeldde: het Hooglied - we kunnen er niet genoeg rekening mee houden - is poëzie. Als op een sofa rust de 'koning' op de rug en de nek van het paard: het meisje met haar wapperende bruidssluier, vlijt zich, hem omarmend, tegen hem aan ("ik laat hem niet meer los"). Tussen zijn voorpoten houdt het paard het bruidsboeket vast. Maar met dat alles zitten we al in de hogere sferen, in het reeds vermelde 'hogerop voerende' land van de liefde. Laten we eerst eens het lager gelegen, aardse niveau verkennen. Hoewel... zo aards is het nu ook niet. Onderaan rechts, alléén onder een paradijselijk in bloei staande boom, beleven de twee geliefden hun liefde. Een uitbeelding van de meisjesdroom waarmee het Hooglied begint. Zowat heel het onderste vlak wordt verder gevuld met een bonte menigte, die we verderop nog aandachtig zullen bekijken. Voorlopig vallen enkele met opgeheven armen juichende mensen op. Uiterst links, nog steeds onderaan, en eveneens met opgeheven armen, maar toch van de menigte onderscheiden, zien we een vrouw, die meer lijkt te zweven dan met beide voeten op de grond te staan. Ze vindt een tegenhanger uiterst rechts in een andere vrouw, duidelijk aan het aardse ontstegen. Overigens wordt de opwaartse beweging die de vrouw links inzet, doorgetrokken in enkele andere figuren. Die hele beweging vindt natuurlijk haar hoogtepunt in het beeld van de twee op het paard: het 'koninklijk' paar vlucht niet naar een gebergte ergens in de verte, maar neemt zijn vlucht hemelwaarts: het heeft het paard bestegen, niet zozeer om alleen te zijn, ver weg van de mensen, maar ook om dichter bij God te komen: echte liefde leidt niet van God weg, maar naar hem toe. Chagall schildert twee niveaus, of twee dimensies, van een zelfde werkelijkheid. Beide niveaus zijn niet gescheiden, maar verwijzen naar elkaar, ze zijn met elkaar verbonden. In de linkerbovenhoek duikt uit de hemel een bij Chagall geliefkoosde figuur naar beneden: de engel die de trompet steekt, het instrument waarmee de verstrooide kudde van Israël bijeen wordt geroepen om Gods bevrijdende daden te vieren, en waarmee na verloop van zeven sabbatjaren het jubeljaar werd afgekondigd. Moeilijker te duiden is, aan de rechterkant, de 'rare vogel' boven de paradijsboom, overigens nóg een geliefkoosd symbool van Chagall. Mij lijkt ook dit wezen, evenals de engel, de toenadering tussen hemel en aarde tot uitdrukking te brengen, de herstelde harmonie van de messiaanse tijd. Er is geen scheiding tussen de vervoering van de twee gelieven en de blijdschap die heel Jeruzalem (herkenbaar aan de Sionstoren) om hen vervult. Wie bevolkt Jeruzalem? Buiten de al genoemde opvallende figuren merken we op, van links naar rechts: een priester met de zevenarmige kandelaar, de Russische rondtrekkende rabbi met zak op zijn schouder, achter hem nog een hoornblazer; verder: een man met een schriftrol, een moeder met een kind op de arm, nóg een man met een schriftrol, een andere die in de bijbel leest (ongetwijfeld het Hooglied), de schilder met zijn palet in de linkerhand, terwijl de rechterhand op zijn hart ons lijkt uit te nodigen, om het hele beeld meditatief in ons op te nemen. Gaan we aan twee van een aureool voorziene, niet direct identificeerbare figuren voorbij, dan komen we bij de reeds vermelde vrouw, die de cimbalen blijkt te slaan, terwijl een andere figuur op de harp tokkelt. Tenslotte: nóg een moeder met een kind. Steeds heeft men - terecht - opgemerkt dat in de relatie tussen de twee gelieven van het Hooglied het verlangen naar kroost nooit ter sprake komt. Maar voor Chagall, evenals voor de bijbel, zijn liefde tussen de geslachten en kinderen zo vanzelfsprekend verbonden, dat hij het normaal vindt dat dit in het Hooglied niet speciaal wordt vermeld. (Wel spreekt, zoals gezegd, het meisje haar verlangen uit om de jongen mee te nemen naar "de kamer van haar die haar het leven schonk": 3,4.)
28 En wat voor zon werpt op dit tafereel haar licht? De ondergaande zon? Misschien. Maar dan een waarvan de gloed de belofte inhoudt van een nieuwe dageraad. Dus evenzeer de zon die over het nieuwe Jeruzalem stralend opgaat. Ze maakt in elk geval van Jeruzalem een lichtstad, waar de menselijke liefde een kracht laat doorschijnen die deze oude aarde tot een nieuwe schepping kan maken. Heeft Chagall met deze interpretatie het Hooglied geweld aangedaan? Ik denk het niet. II •
NACHT - GEMIS Inleiding 's Nachts, op mijn bed, zoek ik mijn liefste. Maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet. Ik sta op, doorkruis de stad, op pleinen en in straten zoek ik mijn liefste. Maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet. Daar kom ik wachters tegen die de ronde doen om de stad "Hebben jullie mijn liefste gezien?" Nauwelijks ben ik ze voorbij, of daar vind ik mijn liefste. Ik houd hem vast en laat hem niet meer los, ik leid hem binnen in het huis van mijn moeder, in de kamer van haar die mij het leven schonk. (3, 1-4)
Nacht. Waar zijn de bloemen, de krokus, de lelie? De vijgebomen en de bloeiende wijnstok: niet meer te zien. De tortel zwijgt. Niet meer de tuinen van Engedi, stralend in de zon, maar de lege, donkere straten en pleinen en de zwijgende, onverschillige wachters. Nacht. De nachtzijde, de donkere kant van de liefde. Onvindbaarheid, leegte, afwezigheid. En niet begrijpen waarom. Is er pijn in de liefde? Dan, even onverklaarbaar als het verliezen, het plotselinge terugvinden. Geen vragen: waar? waarom? Alleen het besluit: ik houd hem vast en laat hem niet meer los. Zolang je dat zegt, meisje, zul je je liefste nog een keer moeten verliezen. Ik sliep, maar mijn hart was wakker. Daar hoorde ik mijn liefste aankloppen. "Doe open, mijn zusje, mijn lief, mijn duifje, mijn allermooiste. Mijn hoofd is nat van de dauw, mijn haar is nat van de nachtelijke nevel." "Ik heb mijn kleed al uitgetrokken, moet ik het nu weer aandoen? Ik heb mijn voeten gewassen, moet ik ze weer vuil maken?" Daarop stak mijn liefste zijn hand door de kier. Een rilling liep door mijn lijf. Ik stond op om open te doen voor mijn liefste. Mijn handen dropen van mirre,
Maar mijn liefste was weg, verdwenen. Ik ging achter hem aan. Ik zocht hem, maar ik vond hem niet. Ik riep, maar hij antwoordde niet. Daar kwam ik de wachters tegen die de ronde doen om de stad. Ze sloegen me, ze verwondden me, ze rukten me mijn mantel af, de wachters van de stad. Ik bezweer u, vrouwen van Jeruzalem, als u mijn liefste vindt, zeg hem dat ik ziek ben van liefde. (5, 2-8)
29 van mijn vingers vloeide de mirre op de handgreep van de grendel. Ik opende de deur voor mijn liefste. Weer is het nacht. Een nacht die begint als een droom. Die begint als een belofte. Die begint als een spel van aantrekken en afstoten. Maar het spel wordt ernst. Het wordt zoeken, roepen - maar niet vinden, geen antwoord. En de wachters spelen hun grove, botte spel. Kun je ziek worden van liefde? Ontgoocheling, ontnuchtering: jij zult dus niet altijd zijn op de plaats, waar ik je verwacht. Je zult niet altijd antwoorden als ik je roep. Je zult niet altijd zeggen, wat ik verlang te horen. Je zult soms een vreemde voor me worden, ver, ongrijpbaar, geheim - maar nog altijd even zielsgeliefd. Wie komt daar aan uit de woestijn, leunend op de arm van haar liefste? "Onder de appelboom heb ik je gewekt, waar je moeder jou heeft ontvangen." "Leg mij als een zegel op je hart, als een zegel om je arm. Want sterk als de dood is de liefde en onverbiddelijk als het dodenrijk. Haar vlammen zijn bliksemschichten, verterend vuur. Geen watervloed kan de liefde blussen, geen rivier spoelt haar weg." (8,5-7)
•
Om warmte gaan wij
Om warmte gaan wij een leven, gaan wij over de zee, vliegen wij langs de hemel om iemand gaan zij een leven met licht en donker mee. Vogeltje van de bergen, waar gaat de tocht naartoe? Om warmte wil ik zwerven, en komen naar iemand toe. Om zachtheid gaan wij een leven, gaan wij onder de nacht, kruipen wij onder de hemel om woorden gaan wij een leven, om lachen en zoenen zacht. Mensje, daar in de verte, waar snelt je voetstap heen? Waar zachtheid is te vinden, daar snellen mijn voeten heen. Om liefde gaan wij een leven, sterven wij dood na dood, wagen de verste wegen om jou, op hoop van zegen, mijn liefde, mijn reisgenoot. Dalen van zwarte aarde,
Dit is het uur. Het uur van de ernst. De tijd van de vervulling. Je hebt me gewekt, ik heb je gewekt. Je bent anders geworden, anders dan ik me had voorgedroomd, moeilijker, boeiender, nabijer in al je verte. Verloren, gewonnen zijn wij voor elkaar, verloren voorgoed de zelfgesponnen dromen, gewonnen voorgoed, gerijpt aan de waarheid. Wegen zijn we gegaan, over de bergen, in de tuin, in de wijngaarden, tussen de dadelpalmen, dicht bij elkaar en ver van elkaar, in de donkere straten. Ik wil ze geen van beide gemist hebben. Nu zijn we thuis, in de stad van onze vrede, gedragen, gevestigd, bezegeld. Hoe dodelijk is de liefde, en hoe onblusbaar.
30 bergen van hemelsblauw, om alles ga ik dit leven, om alles of niets met jou. (Uit: 'Gooi en Sticht' - tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Herman Rouw) • Samen:
•
Jongeren mijmeren Als de eerste adem is uitgedoofd het wildste enthousiasme, het eerste vuur als we het moe worden! geen resultaten zien, als de nacht alles toedekt wat wij hebben gezaaid Vader van alle mensen geef ons dan uw lange adem - aarde en hemel zijn niet in één dag gevormd geef ons eerbied voor de groei van ieder mens, en doe ons opstaan voor de nieuwe dag van de verwondering, hoe alles goed wordt. Amen. Laat ons nu gaan slapen
Laat ons nu gaan slapen, ons beddeke wacht onze nest, onze polk, ons asiel voor de nacht nog een plasj' en een wasj' en in d'oogjes wat zand onzen beddebak drijft naar dromenland. De kamer vloeit open, zijt daarom niet benauwd op de golven van vaak word je zachtjes gedauwd smijt uw angst en verdriet van vandaag overboord want vannacht worden al uw gebeden verhoord. Kom nu in mijn armen voor een oud bekend lied vaste woorden, een vaste voois hèt het niet maar onz'lippen en onz'handen vertolken heel klaar het verhaal van twee mensen op zoek naar elkaar. Laat ons nu gaan slapen, ons beddeke wacht onze nest, onze polk, ons asiel voor de nacht nog een plasj' en een wasj' en in d'oogjes wat zand onzen beddebak drijft naar dromenland. •
Bij wijze van overgang, even pauzeren bij schilderij nr. 1 van Marc Chagall
('Que ton amour a de charmes', Chagall/Mayer - Editions Echter, exclusivité Weber) De schilder lijkt dit beeld voor ogen te hebben gestaan: "Leg mij als een zegel op je hart" (8,6). De Willibrordvertaling zegt: "draag mij...", en het valt op hoezeer dit bij Chagall het geval is: de jongen drààgt. Ik denk dat onze blik dààr mag beginnen. Bij de bruid die in bloei staat. Dan wordt de blik langs de lijn die hij heeft aangegeven, getrokken naar de rechterbovenhoek: "Zijn linkerhand is onder mijn hoofd, zijn rechterhand omvat mij", dat tedere refrein dat iedere nacht op miljoenen plaatsen wordt gezongen.
31 Alles is bloei op het schilderij. In zekere zin wordt de structuur ervan bepaald door een 'driehoek van bloei': het onderlijf van de bruid, de boom rechts waarin het witte beest kijkt naar de witte duif boven het hoofd van de vriend, en de tuin linksboven, waarin de twee herten dicht bij elkaar staan, waarin de vriend op zijn fluit speelt, om de welige vrouw te lokken die omkijkt naar het liggende paar, de welige vrouw die zich schijnt te verdubbelen in de bronstige koe die boven haar hoofd staat te loeien. De fluitspelende herder uit de tuin verdubbelt zich in de fluitspelende herder onder de bloeiende boom rechts, en deze heeft weer een verbinding met de slanke naakte vrouw die verlangend haar armen omhoog heeft geheven: wie verliefd is, heeft dat gebaar nog nooit gemaakt! Maar dan dwingt Chagall je opeens het schilderij een kwartslag naar rechts te draaien. Een hele stad wordt zichtbaar. Die verlangende vrouw blijkt omhoog te rijzen uit die stad! "Met grote letters wil ik schrijven: liefde is het hart van het heelal" heeft Gabriël Smit gezegd. Hier zie je dat bewaarheid. Uiteindelijk leeft een stad van de liefde. Overigens valt op dat de vrouw een onmiddellijke verbinding krijgt met het meisje, dat als een zegel ligt op het hart van de jongen. Als je zóver bent, zie je dat de bruid haar blikken gericht houdt op een boek. Volgens een vriend van de Chagalls is dat boek het Hooglied. Daarmee is als het ware de cirkel rond: wat in dat lied wordt bezongen, voltrekt zich over het gehele schilderij. Helemaal boven in de rechterhoek, bijna onopvallend, zweeft de engel van God, die beschermend zijn hand uitgestrekt houdt over de Davidsster: inderdaad, waar liefde is en tederheid, daar is God. III
VREDE-SJALOOM
•
Jongeren mijmeren
8,5
(koor) Wie daagt daar op uit de woestijn, steunende op haar vriend? (bruid) Ik maakte jou wakker onder de appelboom waar je moeder jou heeft ontvangen, jou ontvangen heeft, zij die je baarde. Leg mij als een zegel op je hart, als een zegel om je arm. Want sterk als het dodenrijk is die drift. Haar schichten zijn schichten van vuur, een gloed, van Jahwe afkomstig. Geen machtige wateren kunnen die liefde doven; geen vloed kan haar ooit overweldigen. Al bood je alle schatten van je huis voor de liefde, men zou er je slechts om verachten.
8,6
8,7
32
•
Samen: Psalm 148 - Loflied van de gehele schepping
Aan Hem die gezeten is op de troon en aan het Lam zij de lof en de eer, en de roem en de kracht in de eeuwen der eeuwen ! (Apok. 5.13) Looft de Heer vanuit heel de hemel, loof Hem, al wat hierboven is.
Hij bepaalde hun plaats voor eeuwig, gaf hen een wet die voor altijd geldt.
Looft Hem, al zijn engelenscharen, loof Hem, heel zijn legermacht.
Looft de Heer vanaf deze aarde, draken en diepten onder de zee;
Zon en maan, verheerlijkt Hem, prijst Hem, stralende sterren.
Bliksem en hagel, nevel en sneeuw, stormen, volvoerders van zijn besluiten;
Looft Hem, hoogste hemeltransen, water dat boven het uitspansel staat.
Berggevaarten en heuvels rondom, bomen die vrucht dragen en hoge ceders;
Laat hen nu prijzen de Naam van de Heer, want zijn bevel heeft hen allen geschapen.
Wilde beesten en vee op het veld, kruipend en vliegend gedierte; Vorsten der aarde met al uw volken, heren en rechters in heel het land; Jonge mannen en jonge meisjes, grijsaards en kinderen, allen bijeen: Laat hen nu prijzen de Naam van de Heer, want deze Naam is alleen verheven. Roemrijk is Hij boven aarde en hemel, roemvol maakte Hij ook zijn volk. Hij is de glorie van al zijn getrouwen, van Israëls volk, zijn eigen bezit.
33 •
Denkend aan onze geliefde...
IK ZAL ER ZIJN VOOR U Vriend je mag nooit in kille eenzaamheid je kansen zien verloren gaan door ziekte, leeftijd of gebrekkigheid, gaan twijfelen aan je bestaan. Ik zal er zijn voor U bij dag of nacht, als jij mijn liefde nodig hebt. Ik vond bij Jahweh zelf de moed, de kracht, de liefde die je nodig hebt. (Uit: 'Gooi en Sticht')
ZONNEWIJSHEID Van zonsopgang tot zonsondergang Verblijf je in mijn gedachten. Van zonsopgang tot zonsondergang Weet ik je in mijn hart. Bij zonsverduistering weet ik dat Onze wederzijdse liefde, Terug licht brengt.
2
MIJMERINGEN
Het gebod der liefde Een leerling vroeg aan rabbi Sjmelke: 'Er is ons geboden: Heb uw naaste lief als uzelf. Hoe kan ik dat vervullen, als mijn naaste mij kwaad doet?'. De rabbi antwoordde: 'Ge moet het woord goed verstaan: Heb uw naaste lief als iets dat gij zelf zijt. Want alle zielen zijn één; ze zijn ieder immers een vonk van de oerziel en die is geheel aanwezig in hen allen, zoals uw ziel in alle ledematen van uw lichaam. Het kan eens gebeuren dat je hand zich vergist en zichzelf slaat; zou je dan een stok nemen en je hand kastijden, omdat ze geen begrip had en zo je pijn nog vergroten? Zo is het ook wanneer je naaste, die één van ziel is met jou, je kwaad doet, uit gebrek aan begrip; als je hem vergeldt, doe je jezelf pijn'. De leerling vroeg verder: 'Maar als ik een mens zie, die slecht is jegens God, hoe kan ik daar dan van houden?'. 'Weet je dan niet', zei rabbi Sjmelke, 'dat de Oerziel uit Gods Wezen kwam en dat iedere mensenziel een deel van God is? En zou je je niet over haar ontfermen, als je ziet, hoe één van haar heilige vonken is gevangen en verstikt wordt?'. Uit: Chassidische vertellingen
34 "Leeft hij, dan stapt hij..." Eén van de mooiste bladzijden uit het oeuvre van A. de Saint-Exupéry is wellicht deze. Hij maakt een proefvlucht over het besneeuwde Andesgebergte. Nooit is daar al iemand overgevlogen. In die sneeuwwoestijn moet hij een noodlanding maken. Alle hoop is verzwonden. Niemand kent de plaats waar de piloot naast zijn tuig staat. Niemand zal overvliegen. Niemand. Hij begint te stappen. In welke richting moet het? Zal hij ergens geraken? En er is geen voedsel. Hij stapt. Zijn schoenen gaan stuk en hij gooit ze weg. Zijn voeten bevriezen. Hij loopt op open wonden. Hij is uitgeput en verhongert. Hij heeft pijn. Ziet geen uitkomst meer. "Er besloop me zo'n verschrikkelijk verlangen om in de sneeuw te gaan neerliggen en nooit meer wakker te worden, om te bevriezen in mijn slaap. Maar toen dacht ik aan mijn vrouw. Wanneer ik mij zou neer gaan leggen in de sneeuw en doodvriezen, ben ik er wel van af. Maar dan zou mijn vrouw alleen achterblijven. Dan zou zij nooit de vreugde meer kennen haar man te zien thuiskomen". Hij dacht aan zijn kinderen. En dan ging er een gedachte door zijn hoofd. Hij beeldde zich zijn vrouw in die zei "Leeft hij? Indien ja, dan stapt hij nu naar me toe. Leeft hij, dan stapt hij, uit liefde voor mij. Leeft hij, dan stapt hij...". Op dat obsederende ritme: leeft hij, dan stapt hij... stuikt hij van de ene voet op de andere tot hij bewusteloos neervalt en weer tot bewustzijn komt in een klein hospitaal aan de voet van de Andesketen. Ze hadden hem gevonden aan de sneeuwgrens. Hij zegt tot de omstaanders: "Wat ik gedaan heb zou geen enkel beest doen. Om zo iets te doen, moet je mens zijn, moet je liefhebben. Omwille van mijn vrouw heb ik dat gekund. Want mijn vrouw zegt: leeft hij, dan stapt hij... naar mij toe". Want "être homme, c'est être responsable". Mensenliefde De man van Sassow zat aan het bed van alle zieke jongens in de stad, en verzorgde en verpleegde die. Eens zei hij: 'Wie de etter nog niet kan zuigen uit de pestbuilen van een ziek kind, heeft de ladder der mensenliefde nog niet halverwege beklommen'. Uit: Chassidische vertellingen De tamme vogel leefde in een kooi, de vrije vogel leefde in een bos. Toen de tijd ervoor was aangebroken ontmoeten zij elkaar, zo wilde het noodlot het; De vrije vogel roep: 'O, geliefde, laat ons vluchten naar het woud'. De gekooide vogel fluistert: 'Kom herwaarts, laten wij beide in de kooi wonen'. Toen zei de vrije vogel: 'Tussen de tralies? Waar is er ruimte, om de vleugels uit te slaan?' 'Helaas', riep de gekooide vogel, ''k zou niet weten waar ik zou kunnen neerzitten in de vrije hemel'. De vrije vogel roept: 'Zing de zangen der woudstreken, mijn lieveling!' De gekooide vogel zegde: 'Zit bij mij neer, ik zal je de sprake der geleerden bijbrengen.' De vrije vogel antwoordde: 'Neen, o neen, zangen kunnen niet worden bijgebracht.' De gekooide vogel zegde: 'Helaas, ik ken de liederen der woudstreken niet'. Hun liefde is zwaar van verlangen, maar zij zullen nimmer vleugel aan vleugel vliegen. Zij zien door de tralies van de kooi heen en ijdel is hun wens om elkander te kennen.'
35 De vrije vogel roept: 'Het is niet mogelijk ik ben bang voor de gesloten deuren van de kooi.' De gekooide vogel fluistert: 'Helaas, mijn vleugels zijn krachteloos en dood.' Rabindranath Tagore Tek, juni 1977 Een verrassing Je kunt werken aan een vriendschap. Je kunt bewust naar iemand toeleven. Maar uiteindelijk is vriendschap iets, dat jou en die ander zomaar ten deel valt. Iets waarover je je eigenlijk alleen maar kunt verbazen. Je hebt het nergens aan verdiend. Veel in ons leven kunnen we zelf organiseren. We zijn omringd door de rechtstreekse gevolgen van wat we zelf op touw hebben gezet. Maar met vriendschap is het anders. Jij en die ander worden erop onthaald. Vriendschap is een verrassing, een geschenk. Vriendschap is geluk hebben. Het had net zo goed niet kunnen gebeuren. Juist wat ons leven glans verleent en zin geeft, blijkt ons telkens weer te overkomen. Iets onverwachts, iets dat groter is dan onszelf, bewaart ons voor de vergrauwing, de kilte, de eenzaamheid. Noem dat iets: het bestaan. Of het geschapene. Of ook heel persoonlijk: God. Je kunt er niet wijs genoeg mee zijn. Zonder die extra's, zonder bijvoorbeeld zo'n weldaad, zo'n weelde als vriendschap, zou ons leven een onmenselijk zware opgave zijn. Hans Bouma Vriendschap is geluk hebben Adempauzes Vrienden kunnen zeer intensief contact met elkaar hebben. Maar als het goed is, zullen ze elkaar op gezette tijden toch ook vrijlaten. Hoezeer ze zich ook aan elkaar verwarmen, regelmatig zijn er adempauzes - gaan ze ieder hun eigen gang. Voor de kwaliteit van de vriendschap zijn die adempauzes van het grootste belang. Zoals ze bijvoorbeeld ook essentieel zijn voor de kwaliteit van het huwelijk. Jouw vriend is namelijk nog wel wat méér dan jouw vriend. En jij bent nog wel wat meer dan zijn vriend. Mensen mogen nóg in zo'n fundamentele relatie tot elkaar staan, ze stellen altijd nog méér voor dan ze via die relatie kunnen realiseren. Ieder mens behoudt z'n eigen geheim. Vrienden zijn vrienden, maar er blijft iets, dat zich aan hun verhouding onttrekt: ze zijn zichzelf. Juist terwille van hun vriendschap zullen vrienden elkaar de gelegenheid moeten geven om buiten het bereik van hun relatie terug te vallen op hun diepste intimiteit, samen te vallen met zichzelf. Rondom de vriendschap zal een marge van volstrekte vrijheid moeten zijn. Ontbreekt deze, dan krijgt de vriendschapsrelatie een benauwend karakter. Ze werkt niet meer bevestigend, maar - ontkennend. Die ander mag alleen maar vriend zijn. Alsof zijn betekenis daarmee uitgeput was. Frustraties zijn in zo'n situatie onvermijdelijk. Er ontstaat ademnood. Hans Bouma Vriendschap is geluk hebben
36
3
VALENTIJN MAG DICHTERLJK ZIJN
DRIE GEDICHTEN VAN HANS BOUMA
Het is een vriend
Menselijker
Ergens iemand
dat je niet verwisselbaar bent
speel je niet
ergens iemand die hoger reikt dieper gaat
een passant een nummer een functie dat je niet berust op een toevalligheid er net zo goed niet had kunnen zijn
geen poses geen ritueel geen image leg je alles af leef je enkel de mens diep in je ziel vlak onder je huid
je ontdekt in je laatste gestalte je noemt bij je uiteindelijke naam
kwetsbaarder ben je maar dat je bestaat zoals jij alleen bestaat onvergelijkelijk onvergetelijk het is een vriend die je dit zegt
ergens een vriend maar ook mooier herkenbaarder menselijker
een mens die je ontmoet
je zult weten wat vriendschap is
op de bodem van je bestaan
Hans Bouma “Vriendschap is geluk hebben
37 JONGE DICHTERS
Ondanks drukte en druk, je laten veroveren door vriendschap en genegenheid: dit vermogen blijft jonge mensen, ook nu nog, overkomen. Toch klinkt in de gedichten van opgroeiende jeugd niet enkel blije verwondering. Meer dan eens worden ook spanningen voelbaar, of spijt om verschil en zelfs afscheid... Het sterke aan deze jongerenpoëzie is haar directe en ongekunstelde stijl. Zeg maar: haar echtheid en haar frisheid, naast haar beeldende kracht. Een gedicht dat Valentijnsfeest zelf als onderwerp heeft 14 februari Vandaag zijn er veel bosjes liefde gekocht in de bloemenwinkel hiernaast Gedroogde bloemen ook Die kochten de oude mannen. Ik zat voor het raam toen jij aanklopte en me wat onkruid toestak. Op de blaadjes glinsterde belegen regen. Dit was dus liefde. Frauke Pauwels, Sint-Theresiacollege, Kapelle-op-den-Bos, 2e graad Na haar inleidende verzen maakt de dichteres een uitweiding over de liefde van oudere mensen. Ondeugend denk je bij die "gedroogde bloemen" even aan verminderde kracht, om enkele tellen later te beseffen dat dat soort boeketjes ook veel langer standhoudt dan een ruiker snijbloemen. Een soortgelijke dubbele bodem speelt ook in de tweede strofe, bij het "onkruid". Wijst dit alleen maar op natuurlijkheid en ongedwongenheid? Nee, zeggen onze leerlingen van vijftien en zestien die samen met ons de gedichten lazen, de dichteres doelt ook op onvergankelijkheid, want "onkruid vergaat niet". Soms klinkt het ook minder gebald, meer als een verhaal. Dan trachten onze jonge mensen vooral na te gaan welke bijzonderheden de dichteres vermeldt: haar hulp en gevoelens, zijn vraag en onwenningheid, hun dromen van de volgende dag.
38 Verliefd... Ze zaten in dezelfde klas, maar aangezien zij slimmer was, hielp ze hem met talen. En iedere keer dat hij naar haar keek, werd ze beurtelings rood en bleek, vergat adem te halen. Toen had hij toch z'n kans gewaagd en haar mee naar de film gevraagd, en zij had toegestemd. En in het donker zaten ze daar heel onwennig naast elkaar, hij trok wat aan z'n hemd. Nadat hij haar had thuisgebracht, dacht hij: "Ik droom van haar vannacht" en lachte toen heel vlug. Zij staarde door het vensterglas en wou dat het al morgen was, dan zag ze hem terug... (Natalie De Munnyck, Don Bosco Instituut, Haacht, 2e graad) Soms klinkt het heel kort. Een tienjarig meisje schrijft nog geen heel verhaal van toenadering, noch in haar werkelijk leven, noch in haar gedicht. Toch kan er kracht schuilen in een paar flitsen. Verliefd... Een flits voor mijn ogen, een hard gebons, een strakke blik, maar het blijft onder ons. Maite Nijs, Lommel, 5de leerjaar Stil verdriet Aan het andere uiteinde staan die gedichten die de "rimpels" in de verstandhouding trachten glad te strijken. Liefde wordt hier voorgesteld onder de vorm van het prachtige beeld van een laken. Niet alleen dekt dit een bed van nabijheid, het moet ook telkens opnieuw geëffend worden. Staat de eindeloze rand dan voor het niet aflatende geduld, de bereidheid elkaar te begrijpen? Of moeten wij aan een minder rozige afloop denken vanuit de titel en de klamme handen?
39 Gescheurd Met klamme handpalmen strijk ik de rimpels uit het Laken van onze Liefde. Plooi na plooi verdwijnt in de oneindigheid van de rand. An Somers, Sint-Franciscus Instituut, Brakel, 3e graad Soms nemen jonge dichters hun toevlucht tot een beeld en houden dit het hele gedicht vol. Een trui kan dan niet alleen het symbool worden van de intimiteit van een vriendschap, maar ook van het geleidelijk uiteenrafelen en uiteindelijk alleen overblijven. Er groeit sleet aan de dagen zoals ze dat doet aan een oude trui: ze wordt wat langer, de lucht tussen de naden een iets uitgerekter. Uitgerekend jij sloeg die trui om mij met in het verlengde van je vingertoppen die luchtige tederheid, je vergroeide ermee: wij samen in die uitgerekte inhoud, dat net wat meer dan volledigheid. Afgemat hangt zij nu bottig om onze schouders De warmte waar we ons zo krampachtig mee voedden versleet vrij vlug, vlugger dan de geur van tweezaamheid die drong in de vervilte vezels van het oude lor. Je stapte eruit en vluchtte. Ik bleef achter met jouw vormen, met jouw stiltes en jouw lijfgeur in een uitgerektere leegte. Sabine Jagers, Mater Dei Instituut, Brasschaat, 3e graad
40 Nog radicaler kan het beëindigen van een vriendschap gestalte krijgen in het beeld van een ineengestort kaartenhuisje. Lees mee van "harten koning" tot "ruïne", en beantwoord dan de vraag waarom dit gedicht in zijn leeftijdsgroep een eerste prijs van de jongvolwassen-jury kreeg. Toen jij harten koning gisteren besloot mijn woonst te verlaten vergat je dat mijn hele kaartenhuis van morgen op jou was gebouwd dus morgen moet ik herbeginnen maar laat me vandaag nog even ruïne Lieve Buggenhout, Grimbergen, 3e graad Van verliefdheid naar liefde Maar laten we blij en warm eindigen. In "Bewogen-tafereel" valt nooit het woord "liefde", en je kan het gedicht ook lezen als de uitdrukking van een andere vertrouwelijke relatie. Maar hoe dan ook, kom je onder de betovering van zoveel taalkracht en zintuiglijke trefzekerheid. "Steilvol" in de betekenis van steil, maar op de stijlvolle wijze van "vrouwelijke lijnen". "Afschuimen" krijgt een nieuwe, maar voor iedereen meteen duidelijke inhoud. De voetafdrukken worden bijzonder mooi vergeleken met stempels. En zie je ook de treffende bijzonderheden in "voorbij het raam" en "met weke hand", en de combinatie van uitwendige en inwendige betekenis in de laatste strofe. Niet voor niets kreeg dit rijke gedicht een eerste prijs zowel van de volwassen- als van de jongvolwassen-jury. Bewogen tafereel Druppels gleden langs vrouwelijke lijn steilvol naar beneden Een te kleine handdoek roerde haar haren terwijl zeepwater kolkte in de afvoerpijp Geleid door de golven van het telefoongeluid schuimde ze naakt de trap af
- vochtige voeten stempelden de blanke tegels Voorbij het raam omklemde ze de hoorn met weke hand Een warme stem droogde haar lichaam
(Tamara Vercruyssen, Technisch Instituut Onze-Lieve-Vrouw Oudenaarde, 3e graad) Machteld en Ben, in Brug, februari 1994
NOG EEN GREEP UIT POEZIE VAN JONGE MENSEN
41
genade In volte van meeuwen kwam ik jou tegen een vleugel bescherming tegen de regen Katleen Duthoo mag ik nestelen in jouw porseleinen hart, huilen in jouw verdampte meren,
lichter nu, rustend op jouw wijde vleugels, hervind ik de draden van m'n web,
emoties tekenen op jouw speelse cocon, van je eeuwig stuifmeel snuiven?
een donzig pluimpje dat ik net naar het zonlicht richtte, zweeft naar jou
Elfrede Reynders, 16 jaar Puberliefde Zachtjes ritselt de regen langs het warme gezicht van de jongen. Hij wil enkel nog stilliggen als een oude berg. Letter voor letter vouwt hij al zijn lieve woorden en gedachten samen in een lichaam dat alleen in zichzelf verborgen achterblijft... Nele Warson, Maasmechelen, 11 jaar
42
Mijn vriend Degene die de bladeren doet ruisen, die de bloemekindertjes gadeslaat in mei. Waarvan men nooit echt weet waar hij is, die is altijd bij mij. 's Morgens wekt hij me met zijn gefluister. In de herfst laat hij de blaadjes voor me dansen. Soms neemt hij me mee, heel hoog in de lucht, Och, bij hem heb ik veel kansen. Ik reis zonder controle over grenzen, maar mijn vriendje helpt me wel bij zo'n reisje! Moet je die wachters dan zien: zich laten beetnemen door een elfjarig meisje! Zijn mooie naam verklap ik niet, en wil je nu ook zo'n vriend? Begin alvast te zoeken, en zorg dat je hem vindt. Kaat Biesemans, Merchtem, 11 jaar Gedicht De zon is onder het is nacht en iedereen slaapt zo zacht. Alleen uit één huis brandt nog licht en vandaar schreef ik dit gedicht. Het is niet veel alleen om te zeggen dat ik mijn hand in de jouwe wil leggen. Katrien Dechamps, Hasselt, 13 jaar Zonder jou Als ik elke dag zonder jou tien keer meer mocht ademen, dan zou ik liever elke dag met jou
Het potlood in mijn hand tekent. Een grillig patroon verdrijft de witte leegte van het onbeschreven blad. De lijnen van mijn leven kruisen die van jou en waar ze samenkomen ontstaat onze levensweg. De gom is verbannen... Liesbeth Thys, Herentals, 13 jaar
43 twintig keer minder ademen. Liesbeth Van Braeckel, Tessenderlo, 13 jaar Zomaar Zomaar lopen dromen, dat ik van je hou. Zomaar even komen, aan het randje van je mouw. Zomaar durven vragen: "En hoe is het nu met jou?" Zomaar helpen slagen, waar jij misschien falen zou. Zomaar heel goed weten, wat heb ik toch geluk. Zomaar niet vergeten: het kan ook zomaar stuk. Katrien Finaut, Linter, 13 jaar Weet niets weet wel dat het de eerste keer was dat ik zin had om te vragen of het de eerste keer was dat jij zin had om te vragen of het de eerste keer was Griet Vermeir, Opwijk, 14 jaar Te oud?! Jij was er 19. En da's verschrikkelijk oud voor een tienermeisje van dertien dat van alle jongens houdt. Je lichaam mocht er best wel wezen en je was ook heel erg lief. Maar je moet tussen de regels lezen meer was er eigenlijk niet. Romantisch was je beslist toch wel je zag ons samen al trouwen. Maar, schat, het leven is geen spel op een tienermeisje kan je niet bouwen!
44 Ik ga nu weer giechelen, zoals het ook echt hoort. Zoek jij maar gauw een andere bruid, deze hier zal nog wat wachten, het leven gaat voort. Mijn lieve schat, ik maak het uit. Debby Boeynaems, Kruibeke, 14 jaar Je maakt me gek zoals je lacht zoals je praat zoals je kijkt maar vooral Hoe je mij ontwijkt. Heidi Van den Spiegel, Lennik, 14 jaar
Ik dacht het maar...
Ondertussen
Net toen ik dacht dat alles me tegenzat, glimlachte je naar mij.
Mijn handen willen strelen Mijn lippen willen kussen.
Net toen ik dacht dat niemand om me gaf, knipoogde je naar mij. En net toen ik dacht dat jij om me gaf, keek je niet meer om naar mij...
Jij bent nog één van velen. Wat moet ik ondertussen? Katrien Finaut, Linter, 16 jaar
Ilse de Brand, Opwijk, 14 jaar Niet zoveel Jij zegt dat ik je steeds doe zweven dat je met mij de hemel wil beleven maar je hoeft op niet zoveel te hopen ik wil gewoon wat naast je lopen. Katrien Finaut, Linter, 17 jaar Lichtpuntje Mijn ogen glippen, over m'n proefwerk heen, naar buiten, de stralende zon tegemoet. Dansend op een boomtak voor het raam, proef ik je glimlach nog na. En heel aarzelend schrijf ik je naam in de randkolom van m'n blad, als een antwoord op alle vragen. Ingrid Nackaerts, Halle, 15 jaar
zon lacht hoog en luid en jij rood en ik bruin touwen vieren overstag nu en jij een kenner en ik onhandig een platte knoop krijg je nooit meer los toonde je. en de onze dan? jij legt er een snel ergens anders ik dobber nu wat rond Katrien Vloeberghs, Wilrijk, 16 jaar
45
Zoals de samenstellers van de Mededelingen over schoolpastoraal jullie uitnodigen en aanmoedigen oom samen te bezinnen over pastoraal op school en daarvoor proviand aanreiken, zo wensen wij ook zelf voortdurend nieuwe bronnen aan te boren.
Heb je een puik idee voor nu of straks? Maak of maakte je mooie teksten? Neem of nam je een origineel of creatief initiatief? Zit je met een prangende vraag? Graag een telefoontje of liever nog een briefje Aan het ICS-secretariaat, t.a.v. Jacques Michielssens, Guimardstraat 1, 1040 Brussel (Tel: (02)507 07 28 of (02) 507 07 75 Of fax: (02) 511 68 39
Jullie kunnen mee de ideeën- en materialenvoorraad van de Interdiocesane Commissie Schoolpastoraal doen uitgroeien tot een rijke en gevarieerde verzameling; Jullie ideeën en suggesties kunnen in een volgende verzameling van aanbevelingen worden opgenomen.
In extremis doen we nog een oproep om – graag per omgaande – documentatie voor de volgende Mededeling over schoolpastoraal, m.n. een pastorale doorlichting van opendeur- of openschooldag en van informatiefolders of –brochures.