UITZICHTPUNT RHENEN TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN BOUWKUNDIGE WERKEN PROVINCIE UTRECHT. 17 september :B.3 - Definitief C

UITZICHTPUNT RHENEN TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN BOUWKUNDIGE WERKEN PROVINCIE UTRECHT

17 september 2015 078572302:B.3 - Definitief C03011.000354.0200

UITZICHTPUNT RHENEN TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN BOUWKUNDIGE WERKEN

Inhoud 1

2

Het project ............................................................................................................................................................. 2 1.1

Korte projectomschrijving ........................................................................................................................ 2

1.2

Opdrachtgever ........................................................................................................................................... 2

1.3

Architect, bouwkundige uitwerking en constructies ............................................................................ 2

1.4

Uitvoeringsbegeleiding ............................................................................................................................. 2

1.5

Overzicht bijlagen ...................................................................................................................................... 3

Werkomschrijving ............................................................................................................................................... 4 2.1

Van toepassing zijnde voorwaarden ....................................................................................................... 4 2.1.1

Alternatieve inschrijvingen .................................................................................................. 4

2.2

Beslechting van geschillen ........................................................................................................................ 4

2.3

Bouwplaatsinrichting / Veiligheid ........................................................................................................... 4

2.4

2.3.1

Van toepassing zijnde voorschriften ................................................................................... 4

2.3.2

Beschermende maatregelen .................................................................................................. 4

2.3.3

Arbeidsomstandigheden....................................................................................................... 5

2.3.4

Afvoer van afval..................................................................................................................... 5

Tekeningen en berekeningen ................................................................................................................... 5 2.4.1

2.5

2.6

2.7

2.8

2.9

Tekeningen constructies........................................................................................................ 5

Grondwerk ................................................................................................................................................. 6 2.5.1


2.5.2

Geotechniek ............................................................................................................................ 6

2.5.3

Grondverzet............................................................................................................................ 6

2.5.4

Aanvullingen en ophogingen ............................................................................................... 6

Terreinverharding ..................................................................................................................................... 6 2.6.1


2.6.2

Bestrating parkeerplaatsen ................................................................................................... 7

2.6.3

Bestrating zijstrook naast uitzichtpunt ............................................................................... 7

Betonwerken............................................................................................................................................... 7 2.7.1


2.7.2

Bevestiginsmiddelen ............................................................................................................. 7

2.7.3

Werkomschrijving ................................................................................................................. 8

Metselwerken ............................................................................................................................................. 8 2.8.1


2.8.2

Algemene uitvoering van het metselwerk ......................................................................... 8

2.8.3

Werkomschrijving ................................................................................................................. 8

Hekwerken ................................................................................................................................................. 9 2.9.1


2.9.2

Leuningen en balusters ......................................................................................................... 9

2.9.3

Straatmeubilair ....................................................................................................................... 9

2.9.4

Wegwijzers/infobord ............................................................................................................. 9

078572302:B.3 - Definitief

ARCADIS

1


1 1.1

Het project KORTE PROJECTOMSCHRIJVING

In het proces van het DO Rijnbrug is door gebiedspartijen besloten tot de aanleg van een recreatief uitzichtpunt voor wandelaars en passerende fietsers. Ook is besloten om een langsparkeerplaats aan te leggen voor 5-7 auto’s voor de leden van de hengelsportvereniging HSV de Voorn.

1.2

OPDRACHTGEVER

Dhr. F. van Diepen Projectleider Afdeling UFL Provincie Utrecht Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht

1.3

ARCHITECT, BOUWKUNDIGE UITWERKING EN CONSTRUCTIES

ARCADIS NEDERLAND B.V. Mercatorplein 1 5223 LL 's-Hertogenbosch

1.4

UITVOERINGSBEGELEIDING

N.T.B.


ARCADIS

2


1.5

OVERZICHT BIJLAGEN

Bij deze werkomschrijving horen de volgende stukken Document

Omschrijving

datum

versie

Uitzichtpunt Rhenen

17-09-2015

02

ARCADIS C03011.000354

Bouwkundige tekening 78572307

Materiaal- en afwerkstaat

17-09-2015

definitief

1701-1800\1760

Terreinmeting, 4 profielen

24-6-2015

concept

RAPPORTAGE

30-7-2015

01

Fugro 9015-0392-000

GEOTECHNISCH VELDWERK


ARCADIS

3


2 2.1

Werkomschrijving VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN

Op deze werkomschrijving zijn de algemene bepalingen van toepassing zoals vast gelegd in het moederbestek van de opdrachtgever Provincie Utrecht.

2.1.1

ALTERNATIEVE INSCHRIJVINGEN

De aannemer is vrij om alternatieve uitvoeringen voor dit te bouwen object aan te bieden, maar slechts als dit geheel apart en ter informatie wordt aangeboden. Inschrijving dient te geschieden volgens de onderliggende tekeningen en de bijbehorende werkomschrijving.

2.2

BESLECHTING VAN GESCHILLEN

Op de Overeenkomst en alle overeenkomsten die daaruit voortvloeien is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen, daaronder begrepen die welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, die naar aanleiding van deze Overeenkomst of daaruit voortvloeiende overeenkomsten tussen partijen mochten ontstaan zullen worden berecht door de bevoegde rechter in het arrondissement waar de gemeente Rhenen onder valt.

2.3

BOUWPLAATSINRICHTING / VEILIGHEID

2.3.1

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN

"Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen", CROW-publicatie 207. Voorschriften van gemeentelijke en verkeerspolitie. Voorschriften van de gemeente voor de bouwplaats inrichting.

2.3.2

BESCHERMENDE MAATREGELEN

Voordat met het werk wordt begonnen moet de aannemer de nodige veiligheidsvoorzieningen treffen om beschadigingen van kunstwerken, openbare wegen, openbaar groen, etc., direct buiten het werkterrein te voorkomen en de veiligheid van eigen personeel en (argeloze) gebruikers van de openbare wegen in de directe omgeving te waarborgen. Het e.e.a. volgens het door de aannemer op te stellen Werkterreininrichtingsplan en Verkeerscirculatieplan, ter goedkeuring van de opdrachtgever/directie. Deze plannen worden onderdeel van het door de opdrachtgever, in samenwerking met de aannemer op te stellen Bouwveiligheidsplan, wat wordt ingediend bij de gemeente i.v.m. de Omgevingsvergunning.


ARCADIS

4


Zie voor speciale beschermende maatregelen ook het rapport Flora & Fauna, wat is opgesteld door of vanwege de opdrachtgever.

2.3.3

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) als bedoeld in artikel 2.28 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) maakt deel uit van dit bestek. Ingevolge het bepaalde in artikel 2.29 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) stelt de aannemer één of meer coördinatoren (V&G-coördinatoren) voor de uitvoeringsfase aan. Deze coördinator(en) geeft (geven) uitvoering aan de coördinatietaken genoemd in artikel 2.31 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

2.3.4

AFVOER VAN AFVAL

Voor afvalstoffen geldt het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021 m.b.t. het inzamelen, opslaan en bewerken en verwerken van vermeld bouwafval. Bouwafval dient gescheiden te worden verzameld en afgevoerd conform Model-Bouwverordening Artikel 4.11 Bouwafval en voorts conform de bepalingen van de Gemeente. 

minimale scheiding overeenkomstig Regeling Bouwbesluit 2012, afdeling 8.2.

 (gevaarlijke) afvalstoffen, als bedoeld in de Eural (2000/532/EG) en (2001/118/EG). E.e.a. verzamelen in gesloten containers en in overleg met de directie en de betreffende dienst van de gemeente afvoeren naar een afvalverwerkend bedrijf met een hiervoor geldige vergunning. Na oplevering moet het gehele werkterrein worden opgeruimd en ontdaan van resterend bouwmateriaal en afval.

2.4

TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

2.4.1

TEKENINGEN CONSTRUCTIES

De aannemer vervaardigt de tekeningen van de houtconstructies waarop ten minste moet zijn aangegeven: 

een overzicht van de betreffende constructies incl. indeling en maatvoering;

 sparingen, inkrozingen/verjongingen, etc. Bij elk element vermelden: 

type-aanduiding, sterkteklasse, eventueel fabrikaat, verduurzaming/oppervlaktebehandeling;



de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verankering van de elementen aan omliggende constructies en verbindingen onderling;



details aansluitingen;



stabiliteitsconstructie;



voorzieningen die in het werk moeten worden aangebracht voordat de betreffende constructie wordt gemonteerd, zoals ankerplannen;



de toleranties voor wat betreft vervaardiging en plaatsing;



de diverse toebehoren;



transport-, montage-, hulpconstructies en verankeringsvoorzieningen.


ARCADIS

5


2.5

GRONDWERK

2.5.1


NEN-EN 1990 Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp. NEN-EN 1991-3 Eurocode 1: Belastingen veroorzaakt door kranen en machines. NEN-EN 1997-2:2007 en Eurocode 7: Grondonderzoek en beproeving, inclusief C1:2010 en NB: 2011. CUR 2004-1 “Beoordelingssysteem voor de begaanbaarheid van bouwterreinen”. Publicatieblad P25 van de Arbeidsinspectie.

2.5.2

GEOTECHNIEK

Tijdens de uitvoering van het grondonderzoek is o.a. de grondwaterstand vastgesteld. Deze grondwaterstand-waarde is een eenmalige opname en bedoeld als een oriënterend gegeven. De grondwaterstand kan in de tijd fluctueren onder invloed van de weersgesteldheid en de seizoenen. Voor Geotechnisch onderzoek & Bemaling, grondwaterstanden, etc. dient de uitvoerende aannemer extra informatie in te winnen bij de betreffende gemeentelijke dienst. Een funderingsadvies is een vereiste. Betrouwbare informatie betreffende de ondergrond is benodigd voor het standzeker kunnen opstellen van zwaarder materieel. Technische uitwerking uitvoerende aannemer.

2.5.3

GRONDVERZET

Het uitgangspunt voor dit werk is grondverzet is ‘schone grond’. Echter, bij grondverzet moet de grond altijd zintuiglijk op mogelijke bodemverontreiniging worden gecontroleerd. Bij het aantreffen van niet geïnventariseerde verontreinigingen dient de afdeling milieuzaken van de betreffende (deel)gemeente daarover terstond te worden geïnformeerd. Het betreffende bodemmateriaal dient apart te worden gehouden voor controle en het nemen van monsters. Verontreinigde grond mag niet worden hergebruikt of afgevoerd van het erfterrein waarop wordt gebouwd, zonder ontheffing van de Provinciale milieuverordening. Betreffende het aanvoeren van extra zand en grondvervangend materiaal wordt slechts 100% zuiver natuurlijk grondstof bedoeld. De aan te voeren grond dient te voldoen aan de maximale achtergrondtoetswaarden (AW2000) voor Utiliteitsbouw.

2.5.4

AANVULLINGEN EN OPHOGINGEN

Aanvullingen en ophogingen verdichten in lagen van maximaal 200 mm, waarbij gebruik dient te worden gemaakt van een trilmachine. De indringingsweerstand per laag (MPa), conform de opgave van de adviseur constructies. De verdichtingsgraad per laag dient gemiddeld 98% te zijn met een minimum van 93%.

2.6

TERREINVERHARDING

2.6.1


Van toepassing zijn de bepalingen zoals omschreven in de Standaard RAW 2015. Bestratingszand dient nieuw aangeleverd te worden. Bestratingen aanbrengen op licht afschot van het te bouwen object. In de bestrating de nodige putten en kolken meenemen, aangesloten op de voorzieningen voor drainage onder en rond het object.


ARCADIS

6


2.6.2

BESTRATING PARKEERPLAATSEN

Ontgraven van de grond t.b v. parkeerplaatsen tot een diepte van minimaal 250 mm onder de onderkant van de grastegels: 

Afvoeren/storten van uitgekomen grond. Uitgangspunt is schoon grond;



Aanbrengen van 200mm puingranulaat, verdichten;



Aanbrengen van 50 mm schoon zand, verdichten;



Vlakke betongrastegel volgens materiaal en afwerkstaat inclusief markering;



Teelaarde aanbrengen in de grasbetontegels, vervolgens de gootjes “leegvegen”;



De parkeerplaatsen inzaaien met een grasmengsel; ter goedkeuring opdrachtgever;



Biggeruggen aanbrengen volgens tekening;



De parkeerplaatsen en de zijstrook zuiver aanwerken aan de bestaande weg.

2.6.3

BESTRATING ZIJSTROOK NAAST UITZICHTPUNT

De zijstrook aanleggen met duurzaam afschot naar de openbare weg. Ontgraven van de grond tot een diepte van minimaal 250 mm: 

Afvoeren/storten van uitgekomen grond. Uitgangspunt is schoon grond;



Aanbrengen van 200mm puingranulaat, verdichten;



Aanbrengen van 50 mm schoon zand, verdichten;



Aanbrengen van ca. 50 mm baksteengranulaat (korrel 0-8mm), verdichten.

2.7

BETONWERKEN

2.7.1


NEN 2743: In het werk vervaardigde vloeren - Kwaliteit en uitvoering van monolithisch afgewerkte betonvloeren en -verhardingen. NEN 5905: Toeslagmaterialen voor beton. Materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3. NEN-EN 206-1: Beton - Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit. NEN 8005: Nederlandse aanvulling op NEN-EN 206-1: Beton - Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit. NEN-EN 1990 Eurocode 0: Grondslagen. NEN-EN 1991-1-1 Eurocode 1: Belastingen op constructies. NEN-EN 1992-1-1 Eurocode 2: Betonconstructies. NEN-EN 1994 Eurocode 4: Staal-betonconstructies. NEN-EN 1997-1 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp.

2.7.2

BEVESTIGINSMIDDELEN

Bevestigingsmiddelen van elementen, ankers, beugels en andere in elementen op te nemen bevestigingsmiddelen t.b.v. aansluitende onderdelen moeten voldoen aan de volgende specificaties: 

in buitenconditie RVS klasse A4 (AISI 316Ti) sterkteklasse 80.



verankeringen injecteren met een injectiemodel (BETEC 200) in een sterkteklasse K70 .


ARCADIS

7


2.7.3

WERKOMSCHRIJVING

Fundering op staal volgens principe (vorm)tekening van Arcadis. Funderings- en wapeningstekeningen dienen verder te worden uitgewerkt door de aannemer, goed te keuren door de directie. Uitgangspunt voor de geschatte hoeveelheid wapening: 

Wapening vloer: 120 kg/m3;



Wapening Fundering: 120 kg/m3.

Betonvloer van het uitzichtpunt, volgens opgave adviseur constructies, nader uit te werken door de aannemer. 

Afwerking betonvloer: instrooien en vlinderen.



Afwatering betonvloer: de vloer is aan te brengen met een afschot naar de zijkanten, regenwater via “gootjes” naar buiten afvoeren conform detail.

2.8

METSELWERKEN

2.8.1


NEN-EN 998-2:2010 en: Specificaties voor mortels voor metselwerk - Deel 2: Mortels voor metselwerk. NEN-EN 1990: Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp. NEN-EN 1991: Eurocode 1: Belastingen op constructies. NEN-EN 1996-1-1+C1:2011/NB:2011 nl: Nationale bijlage bij NEN-EN 1996-1-1+C1 - Eurocode 6 - Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk - Deel 1-1: Algemene regels voor constructies van gewapend en ongewapend metselwerk. NPR 9096-1-1:2012 nl: Steenconstructies - Eenvoudige ontwerpregels, gebaseerd op NEN-EN 1996-1-1+C1. 

de voorgeschreven bakstenen dienen geleverd te worden inclusief het bijbehorende

specificatieformulier conform NEN-EN 771-1-11. CUR-Aanbeveling 61: Het voegen van metselwerk. CUR Aanbeveling 82: Beheersing van scheurvorming in steenconstructies. KNB publicatie ‘Oorzaken en preventies van witte uitslag’.

2.8.2

ALGEMENE UITVOERING VAN HET METSELWERK

Vóór aanvang van de werkzaamheden, dient de aannemer de checklist "Uitvoeringsbespreking Baksteenmetselwerk" (te downloaden op de site van het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten), in te vullen en ter goedkeuring aan de directie te verstrekken. 

Het metselwerk doorstrijken en in de voegen 2 mm verdiept, machinaal verdichten middels de pointmaster tot minimaal VH45.



De voorgeschreven baksteen dient te o.a. voldoen aan een Initiële Wateropzuiging in de Categorie IW1 < 0,5 kg/m2.min. De toe te passen metselmortel dient daarom aangepast te worden volgens aan te tonen receptuur van de mortelleverancier.

2.8.3

WERKOMSCHRIJVING

De buitenmuur van het uitzichtpunt steens opmetselen conform de tekeningen. Hoogte bovenkant metselwerk is 600 mm boven vloerpeil plateau uitzichtpunt. 

Metselsteen, verband en voeg conform de materiaal- en afwerkstaat, details volgens tekening;



Het metselwerk dient door de directie te worden goedgekeurd aan de hand van een monster, op de werklocatie. Hier dient ook het materiaal voor de bestrating te worden getoond;



De muur mag slechts worden gefacetteerd per steenstrek en dient visueel zuiver rond te lopen, conform de plattegrondtekening;


ARCADIS

8




Open stootvoegen en sparingen (ter grootte van een ‘kop’) aanbrengen t.b.v. de afwatering;



Aan de bovenkant een rollaag aanbrengen, licht afwaterend naar buiten.

2.9

HEKWERKEN

2.9.1


NEN-EN 1990: Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp. NEN-EN 1991: Eurocode 1: Belastingen op constructies. 

De belasting moet zijn afgestemd op zowel het aantal mensen dat naar verwachting gelijktijdig tegen de balustrade zal leunen als op de gevolgen bij het bezwijken van de balustrade.



Uitgangspunt in dit werk is een belasting van 1 kN/m, 5 minuten.

2.9.2

LEUNINGEN EN BALUSTERS

Stalen fabrieksbalustrade met handregel. Onderdelen: 

handregel, gebogen stalen buisprofiel, diameter buisprofiel 60 mm;



straal van de gebogen buissegmenten, conform de tekeningen en volledig het metselwerk volgend;



balusters, stripstaal 40 x 10 mm met aangelaste voetplaten voor verankering in het metselwerk, conform de opgave van de adviseur constructies;



werkdetails door de aannemer, ter goedkeuring van de directie.

Oppervlaktebehandeling en afwerking van het staal middels het Duplex-systeem poedercoating met een minimale laagdikte van 140 µm. Bevestigingsmiddelen corrosievast staal.

2.9.3

STRAATMEUBILAIR

Prefab betonnen meubelelementen volgens tekening Te verankeren in de vloer volgens voorstel aannemer Voorzien van anti-graffiti coating.

2.9.4

WEGWIJZERS/INFOBORD

Levering opdrachtgever exclusief montage: 

Plaatsen van bord parkeerplaats: parkeren maximaal 4 uur, visvereniging HSV de Voorn.



Plaatsen van bord uitzichtpunt: geen winterdienst.



Plaatsen van bord uitzichtpunt: ‘Wat is hier te zien?’


ARCADIS

9

UITZICHTPUNT RHENEN TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN BOUWKUNDIGE WERKEN PROVINCIE UTRECHT. 17 september :B.3 - Definitief C

Recommend Documents