Gemeente Twenterand
Verkiezingsprogramma 2010 - 2014 1
Geachte kiezer, U als kiezers kunt nu opnieuw in onze gemeente invloed uitoefenen op de samenstelling van de toekomstige gemeenteraad. U kunt daarbij niet thuis blijven, omdat er in de nieuwe gemeente een duidelijk geluid nodig is hetgeen de gemeenschap ten goede komt. Nee, geen goedkope verkiezingspraatjes, geen beleid naar willekeur. Maar u bent gebaat bij een geloofwaardig bestuur en betrouwbare politici. De SGP wil de nodige duidelijkheid geven door in getrouwheid aan Gods Woord en Wet het beleid vorm te geven. De beginselen van de SGP liggen daarbij vast verankerd in de Bijbel, het meest gelezen boek ter wereld. Dit is een geloofwaardig kompas voor iedereen. God wil daarin dat wij in al ons handelen Zijn eer bedoelen en dat wij ons inzetten voor onze naaste. In de Bijbel worden een aantal basisrichtlijnen gegeven voor het dagelijkse leven, die de Tien Geboden worden genoemd. Deze vormen als het ware een christelijke politiek programma in een notedop. Dat geloofwaardige programma heeft het welzijn van iedereen op het oog. B. Engberts lijsttrekker
Stem: Standvastige en Geloofwaardige Politiek.
2
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
6
1. SGP in Twenterand 1.1 Waarden en Normen 1.2 SGP in periode 2006-2010 1.3 SGP in periode 2010-2014 (speerpunten)
7 7 8
2. Burger en Bestuur 2.1 Lokaal bestuur 2.2 Regionaal bestuur 2.3 Betrouwbaar en betrokken bestuur 2.4 De gemeentelijke organisatie 2.5 Actiepunten SGP
9 9 9 10 11
3. Veiligheid en Openbare orde 3.1 Toezicht, handhaving en controle 3.2 Actiepunten SGP
12 13
4. Zorg en Welzijn 4.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 4.2 Ouderenbeleid 4.3 De mindervalide burger 4.4 Vrijwilligerswerk 4.5 Jeugd en jongerenwerk 4.6 Verslavingsbeleid 4.7 Actiepunten SGP
15 15 16 16 16 17 17
5. Lokale economie, Werk en Inkomen 5.1 Werkgelegenheid 5.2 Starters-en vestigingsbeleid bedrijven 5.3 Arbeidsparticipatie 5.4 Armoedebestrijding 5.5 Agrarische sector 5.6 Actiepunten SGP
19 19 20 20 21 21
6. Educatie en Onderwijs 6.1 Onderwijs en huisvesting 6.2 Brede school concept 6.3 Peuterspeelzalen 6.4 Kinderopvang
23 23 24 24 3
6.5 Leerlingen vervoer 6.6 Actiepunten SGP 7. Cultuur, Recreatie en Sport 7.1 Cultuur en monumenten 7.2 Bibliotheken 7.3 Toerisme en recreatie 7.4 Sport 7.5 Actiepunten SGP 8. Leefomgeving en Milieu 8.1 Verkeersveiligheid 8.2 Bereikbaarheid en infrastructuur 8.3 Fietspaden en Openbaar Vervoer 8.4 Kwaliteit en uitstraling 8.5 Verlichting openbare ruimte 8.6 Reclame-uittingen 8.7 Milieu 8.8 Duurzame energie 8.9 Rioleringen 8.10 Begraafplaatsen 8.11 Openbaar groen 8.12 Speelruimte voor kinderen 8.13 Actiepunten SGP
4
25 25 26 26 26 27 27 29 29 30 30 31 31 31 32 33 33 34 34 34
9. Ruimtelijke ordening en Wonen 9.1 Woon en leefomgeving 9.2 Bestemmingsplannen 9.3 Woningdifferentiatie 9.4 Grondbeleid en Wet Voorkeursrecht Gemeenten 9.5 Agrarische sector 9.6 Natura-2000 9.7 Actiepunten SGP
37 38 38 39 40 40 41
10. Financieel beleid 10.1 Subsidiebeleid 10.2 Recessie en stimuleringsmaatregelingen 10.3 Actiepunten SGP 10.4 Principieel ombuigingsbeleid
43 43 43 44
Kandidatenlijst
45
5
INLEIDING Een overheid kan nooit neutraal zijn. Zij heeft waarden en normen te bewaren of te propageren, zodanig dat dit ten goede komt aan de gehele samenleving. In het ambtsgebed van de gemeente Twenterand, dat weer binnen de openbare vergadering behoort te komen, luidt het: “Onze Heer in de hemel, Uw naam heiligen wij”. Dit legt een grote verantwoordelijk-heid op de bestuurders; zij dienen de christelijke waarden en normen in al haar doelstellingen te onderschrijven en te handhaven. De politiek moet dus ook aan een ieder recht doen zonder aanzien des persoons. Regels zijn er om alles naar behoren te laten verlopen en duidelijkheid te verschaffen over de te nemen besluiten. De regels gelden dan ook voor iedereen. Handhaving betekent dan ook dat er opgetreden wordt bij het constateren van overtredingen. Het ‘oogluikend’ toestaan van overtredingen kan dan niet van toepassing zijn. De geest van deze tijd zegt: “tolerantie is een groot goed; zodat een ieder in zijn waarde moet worden gelaten, en zelf kan beslissen wat wel/niet kan of mag”. De SGP wil daaraan echter geen concessies doen. De mens heeft barmhartigheid te bewijzen, maar mag het kwaad niet toelaten of bevorderen. Raadsleden moeten betrokken zijn en daarom met beide benen in de maatschappij staan. Ook de komende vier jaren wil de SGP nauwe contacten onderhouden met burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven. De SGP participeert actief in wijkbijeenkomsten en dorpsbezoek, maar wil ook met doelgroepen contact leggen en deze bezoeken op locatie.
6
H. 1
SGP IN TWENTERAND
1.1 Waarden en Normen De Bijbel leert ons dat de overheid er is om der zonde wil, ter beteugeling van het kwaad en ter bestrijding van onrecht en geweld. De Christelijke waarden en normen moeten worden gehandhaafd. Ruimte voor gewetensbezwaren: de SGP vindt het van een intolerante houding getuigen, als er geen ruimte wordt gegeven aan ambtenaren, die op levensbeschouwelijke gronden bepaalde taken niet uit kunnen voeren. De Zondag is de dag van God, onze Schepper. Hij wil dat er gerust wordt van de arbeid. De openstelling op Zondag van winkels, horeca en andere activiteiten of evenementen moet daarom geweerd worden. De 24-uurs economie mag geen verdere ruimte krijgen en moet afgeremd worden. Deze verstorende invloed op het dagelijkse ritme van werknemers eist op termijn offers, welke niet verantwoord zijn en de sociale samenhang verder laten afkalven. De aspecten van verloedering en vermindering van verantwoordelijkheidsgevoel in onze maatschappij blijken een neerwaartse spiraal te worden, die met hedendaagse maatregelen niet bedwongen kan worden. De SGP wil bevorderen dat er een natuurlijk ritme in de samenleving blijft, zoals dit ook bij de schepping reeds aan ons is gegeven. Het gezin vormt de hoeksteen van de samenleving. Door de aanslagen op de bijbelse vorm van het gezin d.m.v. het
legaliseren en bevorderen van alternatieve verbindingen, en het inzetten op het tweeverdienersschap, zal de maatschappij steeds verder haar samenhang verliezen en wordt de directe zorg voor elkaar juist te niet gedaan. De overheid heeft juist op alle mogelijke wijzen aandacht te geven aan het traditionele gezin, zodat het maatschappijbeeld weer gezond kan worden. Het jeugdbeleid moet zodanig vorm worden gegeven, dat er geen alternatieven gezocht worden voor de nestwarmte van de huiselijke sfeer, maar dat het een aanvulling op lacunes is. Daarbij zijn ook juist bezinnende bijeenkomsten een pre. Het gemeentelijk prostitutiebeleid moet zodanig gericht zijn dat legalisering uitgesloten wordt. Hierin moet de norm van Gods Woord voorop staan. Niemand kan zoveel naïviteit verweten worden dan een overheid, die het idee uitdraagt dat legalisering ertoe zal leiden dat er geen gedwongen prostitutie meer zal zijn. We zien in deze wereld dat waar vrijheid en tolerantie gepropageerd wordt, er juist geen vrijheid meer is. Want iedereen moet dan toestaan wat de mens in zijn normloosheid wil. VRIJHEID naar de norm van Gods Woord wil echter zeggen, dat alles mag/moet wat tot eer van God is en tot welzijn van de naaste. 1.2 SGP periode 2006-2010 Op initiatief van de SGP, mede dank zij steun vanuit de bevolking, zijn onderstaande punten verwezenlijkt in de afgelopen periode: 1. Het willekeurig plakken van affiches/poster/aankondigingen op allerlei locaties is beëindigd; 2. Ruiming van graven(onbepaalde 7
3. 4. 5. 6. 7. 8.
tijd) op de begraafplaats te Westerhaar (en andere locaties) is voorkomen door initiatief voorstel (uitbreiding begraafplaats Westerhaar); Drugs en alcohol beleid is aangescherpt; Papier inzameling door en voor verenigingen is voortgezet met een verbeterd rendement; Beeldkwaliteit van de nieuwbouw wijken is divers geworden, met als resultaat betere doorstroming; Handhaving van vergunningbeleid bij evenementen heeft hoge prioriteit gekregen; Financiering van (budget)subsidies wordt begeleid door verbeterde contracten; De afgelopen jaren is de SGP bij uitstek de betrouwbare partner gebleken bij de agrarische sector;
Om u hieraan een vervolg, maar ook verbreding en verdieping te geven zijn wij uw steun nodig. 1.3 SGP periode 2010-2014 (speerpunten) De SGP vindt, dat de gemeente Twenterand (alle kernen) de volgende typeringen in de periode 2010-2014 behaald moet hebben: Een betrouwbare gemeente, die integer en open is richting de burgers; Een betrokken gemeente, die oog en oor heeft voor de wensen van haar inwoners; Een veilige en waardige gemeente, waarin iedereen gerust en veilig kan leven; 8
Een zorgzame gemeente, waarin ouderen, chronisch zieken, gezinnen met kinderen (en jongeren), de helpende hand wordt gereikt; Een ondernemende gemeente, waarin gezamenlijk met bedrijven en instellingen een goede economische basis wordt gelegd; Een leergierige gemeente, met goede onderwijshuisvesting en deugdelijk onderwijs; Een ontspannende gemeente, waar mogelijkheden zijn om even bij te komen van de dagelijkse drukte en beslommeringen; Een goed bereikbare gemeente, waarin de langzame of mindervalide tot aan de gemotoriseerde en logge weggebruikers veilig aan het verkeer kunnen deelnemen; Een groene en schone gemeente, waarin de openbare ruimte er goed uit ziet; Een leefbare gemeente, met voldoende (betaalbare ) woningbouw voor jong en oud; Een financieel zorgvuldige gemeente, die verantwoord met haar middelen omgaat en de burgers niet met extra lasten confronteert;
H 2.
BURGER EN BESTUUR
2.1 Lokaal bestuur De SGP hecht sterk aan het idee van de lokale gemeenschap. Vanouds vormen steden, stadsdelen, wijken of dorpen en kernen even zovele gemeenschappen met een eigen aard en karakter. De identiteit van een gemeenschap kan het best worden bewaard als die gemeenschap haar eigen bestuur heeft. Voor de SGP is daarom gemeentelijke schaalvergroting niet hét middel om problemen op te lossen. Zij kiest voor meer intergemeentelijke samenwerking en voor een sterkere rol voor de provincie. 2.2 Regionaal bestuur We hebben de laatste jaren gezien dat de regionale samenwerking (14 gemeenten in Twente) en de Netwerkstad (Almelo, Hengelo, Borne, Enschede, Oldenzaal) zich in diverse gevallen heeft gemanifesteerd als een vierde bestuurslaag. De ontwikkelingen zoals bij de regio Twente en wgr+, waar je niet meer uit kan stappen als je ziet dat het fout gaat, gaat de aangesloten gemeenten veel geld kosten. Regionale en/ of intergemeentelijke samenwerking is dan ook alleen gewenst indien de noodzaak of nut daarvan duidelijk aanwijsbaar is, maar dan ook als evenredige partners. De aanvoer van brandbaar afval bij Twence, kost de aandeelhoudende gemeenten 50% meer dan gemeenten uit het Westland (€ 105 versus €70/ton). Dit vinden wij een zeer ongewenste en ook onacceptabele situatie. 2.3 Betrouwbaar en betrokken besturen Het college moet er zorg voor dragen dat in
(beleids)voorstellen aan de raad alle relevante aspecten duidelijk in beeld komen, zodat de raad een afgewogen oordeel/mening kan komen, voordat tot besluitvorming over wordt gegaan. Voor de SGP is belangrijk, dat besluiten niet strijdig zijn met de door God in de Bijbel gegeven regels. De SGP pleit ervoor om het dualisme meer inhoud te geven en niet teveel nieuwe veranderingen kort na elkaar in te gaan invoeren. In onze gemeente kan het duaal besturen nog verbeterd worden op de volgende punten: • De raad zou meer in de positie moeten komen doelen en kaders vóóraf te stellen, en vervolgens meer afstand te nemen bij de uitwerking en uitvoering van het werk, dat moet zij aan het college overlaten. De raad controleert daarna of het college het beleid binnen de gestelde kaders uitgevoerd heeft. • De SGP is van mening, dat de wethouders bij voorkeur uit de burgers van onze gemeente gekozen moeten worden. Een wethouder van buiten de gemeente heeft naar de mening van de SGP minder binding met de gemeente en de lokale gemeenschap. • De SGP onderschrijft dat de raadsleden met de burgers in contact moeten komen en blijven. Bij wensen/adviezen van de burgers moeten de gemeenteraad en het college alle belangen laten meewegen, dus ook de belangen van een minderheid. Het gemeentebestuur moet er daarom voor waken dat het geworteld blijft in een samenhangende gemeenschap. Doet ze dat niet dan zal ze verworden tot een 9
bestuurlijke constructie zonder draagvlak. Kernen/wijken hebben elk hun eigen identiteit en een eigen verantwoordelijke wethouder. Het inzetten van dorpsraden is een goede mogelijkheid om voeling te houden met de burgers. Deze raden worden nauw betrokken bij de beleidsvorming die de kernen of wijken aangaat. Voorwaarde is echter wel dat voorafgaande aan het proces van interactieve beleidsvorming naar de burgers duidelijk moet worden gemaakt binnen welke kaders alles gebeurt. We laten ons niet leiden door hypes en maken belangengroepen en individuele burgers niet blij met een dode mus. Populisme is geen wapen dat wij hanteren in de politiek. Duidelijke spelregels en randvoorwaarden moeten voorkomen dat er verwachtingen gewekt worden waaraan, bij de besluitvorming door de raad niet beantwoord kan worden. Indien suggesties of ideeën van burgers niet worden overgenomen, dient de raad duidelijk en gemotiveerd aan te geven, waarom dat niet gebeurd. De eindafweging is altijd de verantwoordelijkheid van de democratisch gelegitimeerde raad. De SGP is geen tegenstander van het burgerinitiatief waardoor, burgers onder voorwaarden het recht krijgen om bepaalde onderwerpen op de politieke agenda te plaatsen. De gemeenteraad spreekt zich daarover uit en neemt het uiteindelijke besluit. Dat ligt anders bij het referendum. Daar is de SGP om principiële en praktische redenen geen voorstander van. De gemeenteraad is immers door de burgers gekozen om voor vier jaar lang de gemeente te besturen. In de gemeenteraad worden alle belangen tegen elkaar afgewogen en wordt geprobeerd een evenwichtig beleid te formuleren. Naar de 10
mening van de SGP moet de gemeenteraad altijd het laatste woord hebben en ook zijn verantwoordelijkheid durven nemen. 2.4 De Gemeentelijke organisatie Voor de SGP zijn de kernwoorden voor de gemeentelijke organisatie slagvaardigheid en klantgerichtheid. Het meedenken met de klant in de goede zin van het woord voorkomt negatieve beeldvorming bij de burger. De burger moet niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Bovendien hecht de burger aan duidelijkheid en daar heeft hij ook recht op. • Het gemeentelijke beleid dient zo dicht mogelijk bij de burger te staan. Nu de twee locaties van gemeentehuizen ineen geschoven zijn en de nieuwe loketfuncties ingezet worden met meer bedieningsgemak naar de burger toe, moet het gemeentelijke apparaat werken aan kwaliteit binnen haar takenpakket. • Bij het zoeken naar de juiste procedure en adviezen door de burger e.a., moet hij bediend worden met meer transparante informatie, door een duidelijke adviesrol en betrokkenheid van de dienstverlener. • Lukt dit niet dan kan een mediator van grote betekenis zijn. Het oplossen van gerezen problemen, met in achtneming van de wettelijke mogelijkheden moet voorop staan. • Meldingen van klachten moeten serieus genomen en op een juiste wijze afgewikkeld worden. De verdere ontwikkeling van het centrale loket – het servicecentrum in het nieuwe gemeentehuis – kan goede diensten bewijzen om de slagvaardigheid en de klantgerichtheid te bevorderen.
Service in de kernen door een afhaalloket moet mogelijk blijven, voor diverse zaken. Wat decentraal kan doen we ook. Dit kan binnen een multifunctioneel gebouw ingevuld worden. 2.5 Actiepunten SGP Regionale en/of intergemeentelijke samenwerking is alleen gewenst indien de noodzaak of nut daarvan duidelijk aanwijsbaar is; • De aanvoer bij Twence, tegen meerkosten vinden wij een onacceptabele situatie; • Bij ingrijpende koerswijzigingen van beleid moet de raad in positie komen door doelen en kaders vóóraf te stellen, doormiddel van een startnotitie; • Kernen/wijken behouden elk hun eigen identiteit en hebben hun eigen verantwoordelijke wethouder. • Het betrekken van dorpsraden bij de beleidsvorming die de kernen of wijken aangaat; • Een slagvaardige en klantgerichte organisatie voorkomt negatieve beeldvorming bij de burger; • Service in de kernen door een afhaalloket moet mogelijk blijven; • Goede telefonische bereikbaarheid van gemeente en een effectieve klachtenlijn; • Effectieve klachtenafhandeling, waarbij de burger binnen een redelijke termijn op de hoogte gesteld wordt van de verdere afhandeling;
11
H 3. VEILIGHEID EN OPENBARE ORDE 3.1 Toezicht, handhaving en controle Een goed functionerend politieapparaat is zeer belangrijk, waarbij de openbare orde, rust en veiligheid gewaarborgd moeten worden. Regels moeten dan ook duidelijk zijn en gehandhaafd worden. Preventie is dan een kernbegrip, het voorkómen van onveilige situaties. Voor bepaalde gebieden in de gemeente kan cameratoezicht een bijdrage leveren aan het verhogen van de veiligheid. Voor de SGP zijn samenhang in beleid (de integrale benadering) en de handhaving sleutelwoorden voor het welslagen van dit veiligheidsbeleid. De aanstelling van wijk- en buurtagenten wordt bevorderd. Tevens moet in wijkposten een spreekuur voor de wijk worden ingevoerd (avonduur en een middaguur). Bestrijding van huiselijk geweld vraagt ook in Twente en onze gemeente steeds meer aandacht. Toch moeten we daarbij niet alleen regulerend optreden en de gevolgen hoe triest ook alleen bestrijden. Aan de voorkant moet gewerkt worden! Waarbij de oorzaken, zoals het verdwijnen of zelfs het ontbreken van een regulerend normen en waarden patroon, onder de aandacht komen en deze patronen weer hersteld worden. Het regionaal organiseren van veiligheidsen gezondheidsdiensten gaat ook onze regio niet voorbij. De SGP erkent het belang van regionale afspraken als het gaat over veiligheid. Maar vindt dat lokaal ook een aantal zaken in stand moeten blijven. Zo moet de brandweer bijvoorbeeld 12
duidelijk een structuur van vrijwilligers behouden, die ook lokaal hun drive vinden en daarbij een zeer grote inzet tonen. Dit moet ook zeker gewaardeerd worden en mag door de politiek ook ‘uitgebuit’ worden. Goede rijtijden naar de risico-locaties is een must, de standplaatsen moeten daarop toegespitst zijn. De SGP vindt dat het gemeentelijke rampenplan steeds weer geëvalueerd en geactualiseerd moet worden. Daarbij staan in ieder geval de volgende kernpunten centraal: organisatie, bestuurlijke samenwerking (ook de intergemeentelijke samenwerking), inventarisatie en analyse van risico’s, planvorming, opleiding, oefening en toezicht. Overlast van evenementen en andere activiteiten, door jongeren of andere groepen, moet verminderen. Er moet dan ook duidelijk stelling genomen worden tegen de leus van deze tijd dat de bezwaarden wat toleranter en verdraagzamer zouden moeten zijn. Handhaving heeft een grote prioriteit voor de SGP. Evenementen moeten daarbij vooraf duidelijk getoetst zijn aan de vastgestelde voorwaarden en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Bij controle geconstateerde overtreding moeten gelijk hersteld worden of leveren een bestuursdwang op. Orde verstoringen lopen, wanneer ze niet in de kiem gesmoord worden, uit op het grootschalig aanrichten van allerlei vernielingen. Daarom moet er bij activiteiten/ evenementen waar de openbare orde/ veiligheid in het geding kan komen, eerst voldoende beveiligingspersoneel van de organiserende partij en daarna ook politie met voldoende bevoegdheden op de been zijn, om ook direct in te grijpen. De politie moet niet het idee krijgen niets
te kunnen uitrichten om daarom maar te moeten gedogen in plaats van effectief op te treden. Gedoogbeleid werkt op alle terreinen gezagsondermijnend en levert slechte verhoudingen op in onze gemeenschap. In het kader van het integrale veiligheidsbeleid wordt nadrukkelijk gekeken naar de inzet van meer toezichthouders/ stadswachten voor activiteiten zoals signalering, waarschuwing van de politie, preventie en het verlenen van service. Voor de SGP betekent de inzet van toezichthouders geen vervanging van de politie, maar een extra aanvulling. Dat de politie nu lopend en fietsend door de kernen gaat is een positief voorbeeld van meer zichtbaar blauw op straat, de uitwerking is dan ook nu al goed te noemen. Anderzijds wil de SGP een rinkel-dekinkel-lijn , waarbij mensen bij vandalisme meldingen direct in verbinding kunnen zijn met de politie op straat. Het bestrijden van alcoholgebruik, drugsgebruik, kansspelen e.d. moet opgevoerd worden, vanwege het verslavende karakter en de verwoestende uitwerking voor mensen, welke eenmaal in deze strikken geraakt zijn. Voorlichting op de scholen over de gevaren van het gebruik niet alleen voor het eigen lichaam, maar ook voor de sociale omgeving van de persoon. Actief beleid hierin voeren betekent ook dat vanwege de gevaren welke aan gebruik verbonden zijn, diverse activiteiten, die het gebruik bevorderen, geweerd worden. Ten aanzien van criminaliteitsbeheersing wil de SGP concrete afspraken met de horeca, de woningstichting en het bedrijfsleven vastleggen. Bij beveiliging moet soepeler omgegaan worden met camerabewaking en het plaatsen
van hekwerken. 3.2 Actiepunten SGP • • • • • • •
•
•
• •
• •
het gemeentelijke rampenplan moet steeds weer geëvalueerd en geactualiseerd worden. geen drugspanden/ coffeeshops binnen de gemeente grenzen; illegale piraten/zend-feesten dienen gelijk ontmanteld te worden; het sluitingsuur van de horecasector moet worden vervroegd; voor kans- en speelautomaten de nul-optie hanteren voor alle inrichtingen; Overlast van evenementen en andere activiteiten wordt niet getolereerd; activiteiten/evenementen organisatie zorgt in eerste instantie voor voldoende beveiligingspersoneel; de inzet van meer toezichthouders/ stadswachten voor activiteiten zoals signalering, waarschuwing van de politie; een rinkel-de-kinkel-lijn , waarbij mensen bij vandalisme meldingen direct in verbinding kunnen zijn met de politie op straat; illegale drinkgelegenheden/ activiteiten worden gedwongen te stoppen; godslasterlijke activiteiten en/of activiteiten die in strijd zijn met de goede zeden moeten geweerd worden; Ambulance aanrijtijden moeten gewaarborgd blijven, dus de post Vroomshoop handhaven; De brandweer moet duidelijk een 13
•
14
structuur van vrijwilligers behouden; (veranderen in: Het is van belang om te investeren in de vrijwilligers van de brandweer; Ook voor de kern Den Ham komt er een huisartsen post dichtbij;
H 4.
ZORG EN WELZIJN
Onvrede in onze samenleving. Ondanks allerlei welzijnsactiviteiten neemt de onrust binnen de gemeente alleen maar toe. De SGP wijst er daarom op, dat van een eenzijdig, materialistisch welzijnsbeleid geen enkele verwachting biedt. Welzijn heeft vooral betekenis in het erkennen van elkaars behoeften en door de sociale cohesie te bevorderen. Het opbouwen van een omgeving die vertrouwen uitstraalt voor alle deelnemers is daarbij noodzakelijk. Het ware welzijn is te verkrijgen in de weg van wederkeer tot God en in onderwerping aan Zijn geboden. Vanuit deze overtuiging wil de SGP gestalte geven aan het welzijnsbeleid. 4.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning In 2006 werd de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ingevoerd. In deze wet is een deel van de AWBZ, de gehele Wet voorzieningen gehandicapten en de Welzijnswet ondergebracht. De gemeente is nu sinds 2007 verantwoordelijk voor het aanbod aan voorzieningen dat alle burgers in staat moet stellen deel te nemen aan de maatschappij. De WMO biedt mogelijkheden voor lokaal maatwerk. Die moeten ten volle benut worden! De SGP vindt dat in dat plan voldoende ruimte moet worden gegeven om burgers de mogelijkheid te bieden de zorg te kiezen vanuit de instelling of organisatie die bij hen past. Dat betekent dat ook kleinere en/of identiteitsgebonden instellingen, soms regionaal of landelijk werkend, kansen krijgen in het aanbod van maatschappelijke ondersteuning. Het persoonsgebonden budget zien wij als een goede mogelijkheid
om burgers van onze gemeente die eigen keuzevrijheid te geven. Een goede ondersteuning van het netwerk van mantelzorgers en vrijwilligers is noodzakelijk om te waarborgen dat de zorgbehoevende daadwerkelijk de zorg ontvangt die nodig is. We mogen deze mensen niet aan hun lot overlaten. De WMO biedt kansen voor de gemeente om tussen burgers de onderlinge zorg voor elkaar te stimuleren. Ook de kerken kunnen hierin een rol spelen. Goede initiatieven worden door de gemeente bevorderd. De SGP is voorstander van het vragen van een eigen bijdrage naar draagkracht voor individuele voorzieningen in het kader van de WMO. De SGP maakt zich grote zorgen over de overname van werkzaamheden na hernieuwde aanbesteding van de WMO van november 2009, de wijzigingen in de personele bezettingen van de leveranciers en het omgaan met de betrokken werknemers op de werkvloer. Dit kan niet anders dan ten koste gaan van de zorgbehoevende. De aanbestedende gemeenten hebben de zaak niet voldoende op doeltreffendheid en effectieviteit beoordeeld en nagelaten dit naderhand te repareren en partijen er op aan te spreken. 4.2 Ouderenbeleid Ouderen hebben zorg gedragen voor het in stand houden van onze samenleving en hebben mitsdien de steun van de SGP, zodat zij zich niet uitgerangeerd en buitengesloten voelen. Bij zorg op maat voor hulpbehoevenden kan een lokaal geïntegreerd beleid voorzien. • de hulpbehoevende dient daarbij centraal te staan; • verdere uitbreiding van het aantal 15
hulpverleners is noodzakelijk; ook het aantal en de diversiteit van zorgplaatsen bij de instellingen moet omhoog; • in elke kern een woonzorgcentrum; • financiële ondersteuning is hier op zijn plaats; • mantelzorg kun je niet afdwingen. Het zorgloket is hierbij ook een belangrijk gegeven en moet verder uitgebouwd worden. Voorzieningen in dit kader moeten tegen een acceptabele prijs beschikbaar blijven, daar deze bedoeld zijn voor mensen in een uitzonderingspositie. •
4.3 De mindervalide burger Mensen met een (blijvende) handicap moeten zo optimaal mogelijk kunnen functioneren in onze gemeenschap. Naast aandacht voor aangepast bouwen in de woningbouw, de inrichting van de openbare ruimte en gebouwen (stoepen, uitvoering verkeersmaatregelen, voldoende parkeerplaatsen bij openbare gebouwen, e.d.) en zorg voor de werkvoorziening voor gehandicapten, betekent dat ook een goede dienstverlening aan onze mindervalide medeburgers. Dat houdt onder meer in dat bij de uitvoering van het deel voorzieningen gehandicapten in de WMO, de termijnen om voor voorzieningen in aanmerking te komen niet onnodig lang zijn. Bij het opstellen en de uitvoering van gemeentelijk beleid wordt het platform van gehandicapten betrokken (aanvragen voor woonvoorzieningen en rolstoelgebruik e.d). 4.4 Vrijwilligerswerk In plattelandsgemeenten kan de mantelzorg een belangrijke plaats 16
innemen en moet bevorderd worden. Aanvragen voor een financiële tegemoetkoming worden gehonoreerd vanwege de grotere besparingen op andere zorgtaken. Stimulering van vrijwilligerswerk is van groot belang. Met vutters/ WAO-ers e.a. moeten soepele afspraken gemaakt worden over een vrijwilligersvergoeding als blijk van waardering. 4.5 Jeugd- & Jongerenwerk Het uitgangspunt van de SGP voor het jeugden jongerenwerk is de unieke plaats van het gezin als hoeksteen van de samenleving en de onvervangbare waarde van een goede opvoeding thuis. Het uitgangspunt van de SGP is derhalve primair gericht op het scheppen van voorwaarden voor de toerusting en versterking van het gezinsleven. De gemeente moet met haar jeugdbeleid jongeren een verantwoorde ontspanning bieden, waarbij contacten en gesprekken zeer belangrijk zijn. Ook het opdoen van kennis en ervaringen door bezinning op maatschappelijke en ethische vraagstukken. Hierbij is het van uitermate groot belang dat de normen en waarden patronen gekleurd vanuit onze christelijke cultuur en historie positief gewaardeerd worden. Onder de jeugd is een toename van problemen te bespeuren. Het is daarom zorg de hulpverlening zo dicht mogelijk bij de jeugd aan te bieden met inachtneming van de achtergrond en identiteit van de betrokken jongeren. Voor een effectief en efficiënt jeugdbeleid is het dus van belang dat zoveel mogelijk wordt samengewerkt met de instellingen, die zich actief met de jeugd bezighouden en
met de provincie, die verantwoordelijk is voor de Bureaus Jeugdzorg. De instellingen leveren hun diensten op hun eigen terrein, maar coördinatie en afstemming is een taak van de gemeente. Netwerkoverleg moet een bijdrage leveren aan het voorkomen en tegengaan van schooluitval, criminaliteit, overlast, drugsgebruik, vandalisme en werkloosheid. Bij de samenstelling van de werkgroepen worden ook maatschappelijke organisaties betrokken. Participatie van de kerken kan een waardevolle bijdrage leveren. Niet alleen bij de signalering van problemen, maar ook bij het overleg over het beleid en in de uitvoering daarvan. Als vangnet wordt in samenhang met de andere instellingen een gemeentelijk zorgloket ingericht. 4.6 Verslavingsbeleid Het gebruik van en de handel in drugs vormen een bedreiging voor het welzijn van de burgers. Daarom moet het beleid gericht zijn op het bestrijden van allerlei vormen van misbruik (drank, drugs, gokken e.d.) door eerlijke (=gevaren voor het voetlicht) voorlichting en een adequate hulpverlening te geven. De tolerante houding naar allerlei activiteiten waarbij dergelijk misbruik optreedt, moet verdwijnen. Om de gezondheidsrisico’s te beperken, moet een actief beleid worden gevoerd ten aanzien van het voorkomen en verminderen van het gebruik van verslavende middelen als drugs, gokken, alcohol en tabak. Waar mogelijk bevordert de gemeente preventieve voorlichting op scholen over de gevaren van verslavende middelen. Coffeeshops (verkooppunten voor verdovende middelen) worden geweigerd via het ruimtelijke ordeningsbeleid. Ook ruimten voor de
verkoop van teeltapparatuur voor verdovende middelen (grow-shop)worden geweerd. 4.7 Actiepunten SGP •
•
• • • •
• •
•
De gemeente is verantwoordelijk voor het aanbod aan voorzieningen dat alle burgers in staat moet stellen deel te nemen aan de maatschappij; De gemeente moet meer zorg en begeleiding verlenen aan de aanbestedingen met betrekking tot de WMO; Voldoende ruimte om de zorg te kiezen vanuit de instelling of organisatie die bij hen past; Voorzieningen voor ouderen moeten tegen een acceptabele prijs beschikbaar blijven; Mensen met een (blijvende) handicap zo optimaal mogelijk laten functioneren ; De gemeente moet constructief meedenken met de burger als het gaat om bouwaanvragen m.b.t. noodzakelijke woningaanpassing voor mindervalide burgers (spoedbehandeling) de mantelzorg neemt een belangrijke plaats in en moet gekoesterd en bevorderd worden; de unieke plaats van het gezin als hoeksteen van de samenleving en de onvervangbare waarde van de opvoeding thuis, moet steeds weer in beeld komen en benadrukt worden; Welzijnsinstellingen dienen zich actief met de jeugd bezig te houden, waarbij normen en waarden vanuit onze christelijke cultuur en historie positief 17
•
•
•
18
gewaardeerd worden; Participatie van de kerken kan een waardevolle bijdrage leveren van signalering tot aan beleidsvorming en de uitvoering daarvan. het bestrijden van allerlei vormen van misbruik (drank, drugs, gokken e.d.) door eerlijke (=gevaren voor het voetlicht) voorlichting en een adequate hulpverlening; Coffeeshops worden geweerd via de APV en het ruimtelijke ordeningsbeleid.
H 5. LOKALE ECONOMIE, WERK EN INKOMEN 5.1 Werkgelegenheid De SGP onderkent het belang van economische groei en vooruitgang, maar wil hierbij het bouwen en bewaren volgens het rentmeesterschap, niet uit het oog verliezen. Het is niet alleen “meer, meer, …..”; de vraag moet ook gesteld worden: “is het nu nog niet genoeg?” De SGP vindt het belangrijk dat er voor de ondernemers binnen de gemeentegrenzen een gunstig klimaat heerst. Als belangrijke gesprekspartners gelden daarbij de vertegenwoordigers van de ondernemers binnen de gemeente. De rol van de gemeente kan worden samengevat als: voorwaarden scheppen, faciliteren, initiëren en (bij)sturen. Kostwinnerschap De SGP heeft bij de bevordering van werkgelegenheid altijd voor ogen dat het kostwinnerschap bevorderd dient te worden, zodat het gezinsleven op een juiste wijze kan functioneren. De SGP kiest voor het gezin als de basis voor het kind. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder(s)/opvoeder(s) om het kind de normen en waarden aan te leren. Het tweeverdieners-principe baart ons zorgen vanwege allerlei neveneffecten op voorzieningen en maatschappelijke- en sociale structuren. Alleenstaande vrouwen met jonge kinderen van 0-12 jaar, moeten ontslagen zijn van de sollicitatieplicht. Vooral in tijden van economische neergang zal de lokale overheid er alles aan moeten doen om de werkgelegenheid te blijven
stimuleren. Zie ook H 10.2 en 10.3. 5.2 Starters- en vestigingsbeleid bedrijven Kansrijke initiatieven welke de werkgelegenheid bevorderen moeten gewaardeerd en voortvarend afgewerkt worden. Vestiging van plaatselijke bedrijven moet aantrekkelijk gemaakt worden, door voldoende eigen bedrijfsterreinen in elke kern beschikbaar te hebben voor de verwachte uitbreiding van de eerste 5 tot 8 jaar. Met de Kroezenhoek in Den Ham en Vroomshoop Oost is dit voldoende het geval in de noordwestelijke kernen. Garstelanden geeft mogelijkheden tot ontwikkelen in Westerhaar en in Vriezenveen is een nieuw terrein Almeloseweg Oost ontwikkeld, met aansluitend locatie N36 Oost. Hiervan vinden wij de ontsluiting onvoldoende en zullen hiervoor de nodige aandacht blijven vragen. Tevens moet langs de Almeloseweg een overgangsgebied gecreëerd worden ten behoeve van de huidige aanwonende burgers(west). Voor overige infrastructurele aangelegenheden verwijzen u naar H 8.2. Garstelanden is echter door het college onvoldoende op de kaart gezet, wij verwachten hierin van het college een nadrukkelijke inspanning om dit te versnellen en zeker te stellen in de vorm van een “pijplijn project”. De vragen van de lokale ondernemers moeten nadrukkelijk gehonoreerd worden. Het rapport Integrale Stedelijke Vernieuwing (ISV) geeft aan dat vooral jongere werknemers wegtrekken, vanwege de achterblijvende ontwikkelingen van de zakelijke dienstverlening. Het beleid zal erop gericht moeten zijn dergelijke bedrijven aan te trekken en te behouden, om een meer 19
gedifferentieerd werkgelegenheidsaanbod te krijgen. • starters vooral in het middenen kleinbedrijf moeten voldoende mogelijkheden geboden worden; • woningen met beperkte bedrijfsruimte zijn daarvoor een alternatief; • detailhandelsstructuurvisie evalueren en vernieuwen in nauw overleg met bestaande platforms; • illegale bedrijvigheid vanuit woningen en schuurtjes adequaat aanpakken en weren. De dienstverlening aan bedrijven en detaillisten moet op een adequate wijze afgestemd worden. De effecten van de contacten in de huidige situatie worden niet gewaardeerd. Zowel van de richting van het college en de bedrijfsfunctionarissen mag meer betrokkenheid verwacht worden. Dit kan bevorderd worden door het georganiseerde overleg meer body te geven. Initiatieven van bedrijfsverenigingen moeten binnen de gestelde tijd in behandeling worden genomen en in het gestructureerd overleg naar tevredenheid afgewerkt. Door het bedrijfsleven ingezette plannen voor duurzaam ondernemen moeten meer gefaciliteerd en actief begeleid worden. De vraag naar goede ontsluitingen en infrastrucutrele aanpassingen moeten vroegtijdig uitgewerkt en in de structuurvisie verwerkt worden. Het plan Integrale Stedelijke Vernieuwing (ISVIII) is een aanzet om te komen tot een totaalvisie op de nodige maatregelen en ruimte welke de werkgelegenheid in de komende jaren vraagt. Deze ruimte zal evenals de woningruimte ten dele 20
ten koste gaan van de reeds schaarse landbouwgronden. Er zal daarom dus met alle betrokkenen partijen tot goede en aanvaardbare besluiten gekomen moeten worden. 5.3 Arbeidsparticipatie De SGP vindt het van belang dat onze gemeente sterk inzet op de re-integratie. Nu in deze recessie vele werkzoekenden erbij komen is het van des te groter belang burgers, die in een maatschappelijk isolement verkeren of dreigen te raken, te ondersteunen. Met behulp van de wettelijke instrumenten en lokale initiatieven die binnen de wettelijke kaders passen, probeert de gemeente de participatie van deze burgers te bevorderen en/of hen toe te leiden naar betaald werk. De doelgroep van deze sociale activering kan bestaan uit langdurige werklozen, bijstandsgerechtigden, minder validen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten of ouderen. Veelal gaat het om mensen die kampen met meerdere problemen. Om deze mensen te helpen, is vaak maatwerk nodig. Het leveren van dit maatwerk is een belangrijk onderdeel van het lokaal sociaal beleid. Op alle mogelijke manieren stimuleert de gemeente dat werklozen weer aan de slag gaan, bijvoorbeeld door het stimuleren van het volgen van een re-integratieprogramma, zoals bijscholing en leerwerktrajecten. 5.4 Armoedebestrijding Het aantal huishoudens met een inkomen op of onder het sociale minimum neemt toe. Dat kan schrijnende situaties opleveren. De SGP vindt dat dit voorkomen moet worden. Het is een Bijbelse opdracht dat voor deze medeburgers een goed sociaal vangnet
bestaat. Voorop moet staan dat geprobeerd wordt mensen in hun eigen levensonderhoud te laten voorzien. Bevordering van de arbeidsparticipatie is dus een belangrijk instrument om de armoede te bestrijden. Daarnaast biedt de gemeente voldoende inkomensondersteuning. • Er wordt voldoende budget vrijgemaakt voor de bijzondere bijstand aan chronische zieken en gehandicapten en er is een goede voorlichting over de mogelijkheden. • Eén loket voor de minima, waar men terecht kan voor werk, reintegratieprogramma’s, bijzondere bijstand, individuele huursubsidie, e.d. Naast de klantvriendelijkheid richting de burgers, is het doel hiervan tweeërlei. Dient een burger een aanvraag in voor een voorziening, dan wordt tevens nagegaan of hij/zij voor meerdere voorzieningen in aanmerking komt. Is dat het geval, dan krijgt de burger – na aftrek van de vereiste eigen bijdragen – één bedrag uitgekeerd, waarin alles is verdisconteerd. • Het gemeentebestuur voert een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid ten aanzien van burgers die, buiten hun toedoen, niet meer aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. • Ter voorkoming van schuldhulpverlening wordt door de gemeente budgetbegeleiding aangeboden. Dit laat onverlet dat schuldhulpverlening een gemeentelijke zorgtaak is.
Hoofddoel van beleid is dat de minima door werk weer in hun eigen levensonderhoud gaan voorzien. De gemeente voert ook regelmatig controles uit op de rechtmatigheid van de uitkeringen. Bij fraude wordt het teveel uitgekeerde bedrag teruggevorderd. Dit houdt tevens in dat de sociale dienst haar administratie op orde moet hebben. Voor werkgelegenheidsprojecten met een korte-lijn-strategie (individuele benadering van de werklozen) vraagt de SGP grote aandacht. De prikkel om betaalde arbeid te gaan verrichten, moet altijd aanwezig blijven.Wanneer onmiskenbaar sprake is van onvoldoende bereidheid tot deelname aan het arbeidsproces, mogen sancties niet uitblijven. 5.5 Agrarische sector Het aantal agrariërs dat zijn werkzaamheden (al dan niet gedwongen) beëindigt, neemt toe. Door de afname van de agrarische werkgelegenheid staat daarmee ook de economische basis van het landelijk gebied onder druk. De SGP wil het karakter van de landelijke gebieden zoveel mogelijk behouden door de agrarische sector in deze gebieden niet actief in te krimpen. Zie ook H. 9.5. 5.6 Actiepunten SGP •
•
De rol van de gemeente: voorwaarden scheppen, faciliteren, initiëren en (bij)sturen. Kansrijke initiatieven voortvarend waarderen en afwerken; het kostwinnerschap bevorderen, zodat het gezinsleven op een juiste wijze kan functioneren; 21
•
• • • •
• •
•
22
voldoende eigen bedrijfsterreinen in elke kern beschikbaar hebben voor de verwachte uitbreiding; starters vooral in het middenen kleinbedrijf voldoende mogelijkheden bieden; detailhandelsstructuurvisie d.m.v. georganiseerd overleg evalueren en vernieuwen; Een adequate dienstverlening aan bedrijven en detaillisten door bedrijfsfunctionarissen; Met behulp van de wettelijke instrumenten en die binnen de wettelijke kaders passen, probeert de gemeente de participatie: m.b.v. lokale initiatieven (reintegratieprogramma, bijscholing en leerwerktrajecten) burgers toe te leiden naar betaald werk Het gemeentebestuur voert een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid; Ter voorkoming van schuldhulpverlening wordt door de gemeente budgetbegeleiding aangeboden. controles op de rechtmatigheid van de uitkeringen en sancties worden uitgevoerd.
H 6.
EDUCATIE EN ONDERWIJS
6.1 Onderwijs en huisvesting Zowel de burgerlijke overheid als de kerken hebben ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, in onderlinge samenwerking te voorzien in onderwijs op grond van de Heilige Schrift in overeenstemming met de belijdenissen van de kerk der Hervorming. De overheid blijft hier in gebreke en de verantwoordelijkheid rust nu bij de desbetreffende ouders. De ouders moeten daarbij dan ook voldoende ruimte krijgen om deze verantwoordelijkheid te kunnen verwezenlijken. De SGP zag in dit verband volledige privatisering van het openbaar onderwijs altijd als een besliste noodzakelijkheid. Dit is ook een feit geworden binnen de gemeente. Ouders mogen verwachten van de school, dat naast goed onderwijs er ook een bijdrage in de opvoeding en ontwikkeling van het kind gegeven wordt. Dit moet een goed samenspel zijn, maar ontslaat zowel ouders als onderwijsgevenden niet van hun eigen verantwoordelijkheden. Het gemeentebestuur moet haar verantwoordelijkheid nemen door een goed functionerend gestructureerd overleg te onderhouden met het onderwijsveld en moet daarbij: • het voorzieningen niveau op een verantwoord peil houden, tenminste tot hoogte van rijksvergoeding; • onderwijsbeleid gericht laten zijn op het optimaliseren van de relatie school en gezin; • onderwijs in de beroepsvoorbereidende leerwegen
af te stemmen met het bedrijfsleven; vraag en aanbod elkaar daarbij laten beïnvloeden en te komen tot verdere optimalisering; • extra zorgmogelijkheden voor leerlingen in achterstandsituaties bevorderen; • de integratie van burgers in de maatschappelijke verbanden verbeteren; • fysieke samenwerking alleen aan de orde te laten zijn als er ook daadwerkelijk sprake is van een nieuwe accommodatie of leegstand van bestaande gebouwen. Waarbij het schoolbestuur zelf als eerste kan aangeven met wie zij dan verder willen of dat zij andere mogelijkheden voor huisvesting zien; • de rechtmatige vraag om permanente nieuwbouw honoreren, zonder afwijzing op financiële gronden; • scholen vrij laten in de keuze van hun begeleidingdiensten en inzet van andere diensten zoals logopedie, voorlichting e.a, waarvan zij gebruik wensen te maken. Alleen vanuit een goede relatie tussen school en gezin is het onderwijs in staat om kinderen in achterstand- en/ of probleemsituaties de helpende hand te bieden. 6.2 Brede School concept De ontwikkeling van de brede school in Twenterand dient deels binnen vastgestelde kaders plaats te vinden, waarbij per kern eigenlijk een uitwerking zou moeten plaatsvinden, al naar gelang de behoefte en de wenselijkheid. De volgende doelstellingen ten aanzien 23
van de brede school onderschrijven wij geheel: • verbreding van de zorg rond de kinderen; • het opleidingsniveau van de burgers in Twenterand verhogen; • de sociale cohesie te verstevigen. Andere punten zoals: stimulering van de sociale, culturele en sportieve ontwikkeling, activering en participatie zijn voor de SGP duidelijk van een andere orde en zullen door de verschillende denominaties dan ook anders ingevuld wensen te worden. Daar moet ook de nodige ruimte voor geboden worden. De schoolorganisatie moet naar de mening van de SGP niet gericht zijn op het meer zelfstandig en individueel functioneren van de kinderen, maar op het sociaal kunnen functioneren binnen lokale en maatschappelijke verbanden. De SGP-fractie signaleert, dat er binnen de brede school visie teveel verantwoordelijkheden neergelegd gaat worden bij de school en de mogelijk participerende stichtingen/ sportverenigingen. De ouders schijnen zich dan met een gerust hart aan hun taak en verantwoordelijkheid te kunnen onttrekken. Echter: • de geborgenheid van de eigen gezinsomstandigheden moet de grootste aantrekking hebben op de jeugdigen; • structurele samenwerking t.a.v. de brede school tussen de bestaande scholen, instellingen en verenigingen, wie dat dan ook mogen zijn, kan in elk geval niet dwingend worden opgelegd aan het schoolbestuur. Zij houden op grond van art 23 v/d grondwet hun identiteit, hun eigen vrijheid 24
en autonomie om invulling aan de samenwerking te geven. 6.3 Peuterspeelzalen Peuterspeelzalen bieden de mogelijkheid peuters te laten spelen met leeftijdgenootjes. Tevens kunnen de peuterspeelzalen een rol vervullen bij het vroegtijdig signaleren en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden (bijvoorbeeld door logopedie). Hoewel peuterspeelzalen een nuttige functie kunnen vervullen, vindt de SGP dat de realisatie en instandhouding van de peuterspeelzalen vooral aan het particuliere initiatief moet worden overgelaten. Uitgangspunt is dat een kostendekkend tarief wordt gehanteerd. Peuterspeelzalen mogen niet gaan fungeren als een verkapte vorm van kinderopvang. 6.4 Kinderopvang Hoewel de SGP geen voorstander is van opvang van kinderen waarvan één van de ouders zelf in staat is voor de kinderen te zorgen, is de SGP wel voor een goed toezicht op de kinderopvang waar het de kwaliteit betreft. De gemeente heeft hierin een verantwoordelijke taak. De SGP stelt zich zeer terughoudend op waar het de vooren buitenschoolse opvang betreft, omdat het gezin hierin een nadrukkelijke taak heeft welke niet door andere instellingen te vervangen is. Gemeenten ontvingen de laatste jaren meer geld voor stimulering van extra kindplaatsen voor de kinderopvang. Deze voorziening groeit op diverse plaatsen uit tot een 24uurs voorziening voor ouders, welke de kinderen kunnen brengen op elk gewenst tijdsstip.
Het normale geregelde gezinsleven, dat juist de nodige geborgenheid kan bieden, wordt daarmee naar de rand van de samenleving verbannen. De SGP betreurt dit zeer en wil hier een dam tegen opwerpen. 6.5 Leerlingen vervoer De SGP vindt dat de kosten van dit vervoer nadrukkelijk onder de loep genomen moet worden. Hierbij is het van belang hoe de aanbesteding van het vervoer vorm en inhoud wordt gegeven. Wij achten dat hierin verbeteringen nodig zijn door voorwaarden m.b.t. doeltreffendheid en effectiviteit nadrukkelijk te wegen. Dit zal een reductie van kosten opleveren. Daarbij is van belang dat het driehoeksoverleg tussen scholen, vervoerder en gemeente meer inhoud krijgt en financieel voordeel op gaat leveren.
•
•
ontwikkelingsachterstanden; terughoudendheid t.a.v. voor- en buitenschoolse opvang, omdat het gezin hierin een nadrukkelijke taak heeft welke niet door andere instellingen te vervangen is; doeltreffendheid en effectiviteit bij leerlingenvervoer verbeteren door het driehoeksoverleg tussen scholen, vervoerder en gemeente meer inhoudelijk vorm te geven;
6.6 Actiepunten SGP • • • • •
•
het voorzieningen niveau op een verantwoord peil houden; onderwijsbeleid gericht laten zijn op het optimaliseren van de relatie school en gezin; extra zorgmogelijkheden voor leerlingen in achterstandsituaties bevorderen; scholen vrij laten in de keuze van hun begeleidingdiensten en inzet van andere diensten; Schoolbesturen houden t.a.v. de brede school op grond van art 23 v/ d grondwet hun identiteit, hun eigen vrijheid en autonomie om invulling aan de samenwerking te geven. Peuterspeelzalen kunnen een rol vervullen bij het vroegtijdig signaleren en bestrijden van 25
H 7. CULTUUR, RECREATIE EN SPORT 7.1 Cultuur en monumenten Cultuur is een breed begrip, waarbij aan een scala van historisch bepaalde activiteiten of voorwerpen kan worden gedacht. De SGP staat in beginsel positief tegenover het feit dat mensen de hun gegeven gaven ontplooien in kunstzinnige uitingen. De rol van de gemeente is hierbij aanvullend. Daar waar een (meer) actieve rol van de gemeente wordt verwacht en gevraagd ter ondersteuning van de culturele ontwikkeling, wordt gekeken naar de algemene maatschappelijke en historisch bepaalde betekenis van de ondersteunde of gesubsidieerde activiteit. Bij afwezigheid daarvan verleent het gemeentebestuur geen steun. Evenmin gebeurt dat, wanneer de culturele activiteiten of de kunstuitingen een aanstootgevend, godslasterlijk of shockerend karakter hebben. Ten aanzien van de monumentenzorg moet de gemeente een actief beleid voeren. Het hanteren van een gemeentelijke monumentenlijst waarop panden worden geplaatst die niet op de lijst van rijksmonumenten voorkomen, maar waarvan bescherming wenselijk is. De SGP plaatst daarbij wel de kanttekening dat bij de vaststelling van de lijst niet alleen op de monumentale aspecten gelet wordt, maar ook op de belangen van de eigenaar. Hetzelfde geldt voor beschermde stads- en dorpsgezichten. Bescherming van het culturele erfgoed is goed, maar bij elke beslissing hierover moet een nuchtere integrale afweging van belangen plaatsvinden. Tegenover plaatsing op een monumentenlijst moet dan ook een (financiële) tegemoetkoming staan.
26
7.2 Bibliotheken Een goede bibliotheek is een verrijking van het culturele leven in de gemeente. De kern van de bibliotheektaak ligt in een vrije, laagdrempelige informatieverstrekking voor de burgers, gericht op culturele en educatieve ontwikkeling en maatschappelijke vorming. Voorwaarde is om boeken, cd’s, video’s, affiches, tentoonstellingen e.d. die in strijd met christelijke principes en zeden of gezagsondermijnend zijn, te weren uit het totale aanbod. Deze basisfunctie moet zo mogelijk in elke kern aanwezig zijn, ook als fysieke ontmoetingsruimte. 7.3 Toerisme en recreatie Voor mensen in deze tijd van ‘druk, druk, druk’ en stress zijn ontspanning en recreatie goed. Recreatie is een zeer breed terrein, waarop vele ondernemers inspelen met hun kleine of grotere campings en diverse toeristische arrangementen. Fietspaden, wandelpaden en parken/plantsoenen kunnen in een grote behoefte van de rustzoekende toeristen en de eigen burgers voorzien. Deze voorzieningen mogen dan ook goed onderhouden en verzorgd zijn als een visitekaartje voor het toerisme. Extra mogelijkheden binnen de gemeente zoals in het Veenschap, rond de zandafgravingen in Westerhaar, langs de Bevert en Het Achterbroek en het Zandstuvebos in Den Ham vragen een goed beheers- en onderhoudsplan. Het actief bevorderen van karakteristieke bebouwing bij boerderijen en van mogelijkheden tot ‘afstap-pleisterplaats’ in het buitengebied is van groot belang. Afschaffing van toeristen en forensen
belasting vinden wij wezenlijk. Er wordt naar onze mening vanaf de invoering teveel administratieve lasten gemaakt. Dit gaat ten koste van de toeristische sector zelf, terwijl deze middelen bruikbaar zouden zijn als promotiegelden. 7.4 Sport De sportaccommodaties nemen een grote plaats in binnen de gemeentelijke voorzieningen. In het kader van de ontspanning en de volksgezondheid wijst de SGP realisering van sportvoorzieningen niet bij voorbaat af. Meer bewegen is gezond! Een onopgeefbare voorwaarde voor de SGP is echter, dat het gebruik daarvan niet op zondag plaatsvindt. Bij alle sportvoorzieningen spelen bovendien naast principiële ook financiële overwegingen een rol. Zo moeten uitgaven in relatie met de grootte van de doelgroep worden gezien. Profsport wordt niet gesteund; onverantwoorde sporten evenmin. Soberheid, doelmatigheid en veiligheid zijn belangrijke uitgangspunten bij het realiseren van sportaccommodaties en wedstrijdvelden. Het noodzakelijk voldoen aan NOC*NSF normen is voor de SGP een lat te hoog. Normen ten aanzien van (brand)veiligheid worden echter wel streng gehanteerd. Ook zijn meerdere zwemaccommodaties in onze waterrijke gemeente met het oog op de veiligheid noodzakelijk. De SGP is voorstander van privatiseren van de zwemvoorzieningen, zodat zij open kunnen blijven en gedwongen sluiting misschien voorkomen kan worden. Bij het aanleggen en bouwen van (sport)accommodaties en activiteitencentra wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke
multifunctionaliteit. In het kader van het jeugdbeleid kunnen de (sport)verenigingen zeker een bepaalde rol vervullen. In Twenterand worden sporten niet gelijkwaardig behandeld bij de subsidie beschikkingen, dit achten wij daarom onrechtmatig. De SGP acht dat subsidiëring van de sport in beginsel geen taak van de overheid is. Privatisering is hier op zijn plaats, waarbij de betreffende verenging een soort van contract afsluit met de gemeente over de uitvoering van deugdelijk onderhoud van de gebouwen en velden. Leden en/of vrijwilligers kunnen daarbij onderhoud verrichten voor hun vereniging. De kapitaalslasten van (nieuw)bouw en de lasten voor het inhuren van bevoegd personeel, dat onvermijdelijk aanwezig moet zijn, komen ten laste van de gemeente tot een bepaald maximum per lid. Het beheer en de exploitatie wordt echter door de beheersstichting met eigen financiële middelen gedaan. 7.5 Actiepunten SGP • • •
•
•
Ten aanzien van de monumentenzorg voert de gemeente een actief beleid; De (basis)bibliotheek in elke kern aanwezig, ook als fysieke ontmoetingsruimte; Fietspaden, wandelpaden en parken/plantsoenen zijn voor de rustzoekende toeristen als een visitekaartje; actief bevorderen van karakteristieke bebouwing bij boerderijen en ‘afstappleisterplaatsen’ in het buitengebied; Afschaffing van toeristen en forensen belasting; 27
• •
•
•
28
Meer bewegen door middel van sporten is gezond; Bij het aanleggen en bouwen van (sport)accommodaties en activiteitencentra wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke multifunctionaliteit; Een onopgeefbare voorwaarde is, dat het gebruik van sportaccommodaties niet op zondag plaatsvindt; subsidiëring van de sport is in beginsel geen taak van de overheid. Privatisering is hier op zijn plaats, waarbij beheer en de exploitatie met eigen middelen door een beheersstichting wordt bekostigd;
H 8. LEEFOMGEVING EN MILIEU Voor de SGP zijn belangrijke aandachtspunten voor de openbare ruimte: verkeersveiligheid, bereikbaarheid en deelname voor de minder valide burgers, kwaliteit en uitstraling, milieu. 8.1 Verkeersveiligheid De verkeersveiligheid heeft voor de SGP een hoge prioriteit. In een totaal wegen en verkeersplan moet dit vastgelegd worden. maar Niet alleen op papier vastgelegd, in de praktijk moet er ook voldoende geld voor uitgetrokken worden. Hierbij vormt vooral de hoge snelheid van de diverse voertuigen een gevaar. Snelheidscontroles op betreffende wegen is een eerste vereiste. Het aanleggen van verkeersremmende maatregelen moet alleen in uiterste noodzaak geschieden, want dit levert namelijk een verhoging van de ambulanceaanrijtijd op en resulteert vaak in een ongewenste verschuiving van de verkeersstromen, met het gevolg dat er knelpunten ontstaan op andere routes. Weggebruikers moeten niet verrast worden door de mogelijke vormgegeving van de fysieke maatregelen, er moet dus een duidelijke en uniformering toegepast worden. Duurzaam veilig heeft bij de SGP voorrang, waarbij daadwerkelijk aan de veiligheid gewerkt wordt zonder de weggebruiker te frustreren. 8.2 Bereikbaarheid en infrastructuur Actoren als het detailhandelsplatform en de bedrijfsverenigingen moeten hier als belanghebbende ondernemers nadrukkelijk in
het overleg over de infrastructuur bij betrokken worden, omdat zij de economische belangen binnen onze gemeente van binnenuit kennen en deze ook willen communiceren met de gemeente. • Alle doorgaande verbindingswegen buiten de bebouwde inrichten als 80 km/h. Ontsluitingswegen binnen de bebouwde kom inrichten als 50 km wegen. • Goede bereikbaarheid en ontsluiting van bedrijfsterreinen, winkelcentra en andere openbare (zorg)instellingen; • Vrachtverkeer moet geweerd uit de kernen door goede ontsluitingen te realiseren van/naar de diverse bedrijfsterreinen. • De verkeersstructuur VriezenveenWest moet voortvarendheid gerealiseerd worden; het Westeinde dient te worden ontlast, terwijl Garvesingel en Verzetstraat ook geen extra verkeersdruk aan kunnen; • De Hoofdstraat in Westerhaar ontlasten van het doorgaande verkeer; • De Hammerkern beter bereikbaar maken • De N36 moet opgewaardeerd worden met aftakking VriezenveenNoord en veiliger op- en afritconstructies (de provincie en het college heeft hier een kans laten lopen). • Aansluiting bedrijventerrein Almeloseweg-Oost een rotonde realiseren, t.b.v.veiligheid; • Agrarische bedrijven moeten beter bereikbaar worden. Het landbouwverkeer moet beter 29
•
bediend worden met veilige routes voor medeweggebruikers. een Noordelijke ontsluitingsweg-West moet gereed zijn, voordat plan Weemelanden-Noord in ontwikkeling komt.
8.3 Fietspaden en Openbaar Vervoer Fietsroutes van en naar het centrum, de scholen en andere drukbezochte voorzieningen dienen veilig te zijn. Hierin moet vooral ook het overleg met de betrokkenen (scholen) meer vorm te krijgen, waarbij niet alleen de situatie ter plekke van de voorziening, maar ook verderop in de wijk aandacht moet krijgen. Ook in de wijken zelf moeten onveilige situaties al bij het vastleggen van de verkeersstructuur hiernaar meer aandacht uitgaan om toekomstige en daardoor hardnekkige problemen voor te zijn. Het gemeentebestuur moet openbare vervoersmaatschappijen wijzen op hiaten in aansluitingen tussen de diverse openbare vervoerslijnen of in het aanbod van het openbaar vervoer. Bij de aanleg van nieuwbouwwijken moet een goede realisatie van het openbaarvervoer in een vroegtijdig stadium op de uitvoeringsagenda worden geplaatst. Het vervoer d.m.v. Regio Taxi kan een goede aanvulling zijn op het openbaar vervoer voor die personen, welke aangewezen zijn op bijzondere vervoersvormen van deur tot deur. Voor de geïndiceerde en ouderen moeten de kosten nagenoeg hetzelfde blijven als voorheen.
30
8.4 Kwaliteit en uitstraling Op het achterstallige onderhoud van wegen is nog steeds niet voldoende ingelopen. Dit vergt een grotere inspanning, ook financieel gezien. De SGP wenst hier voldoende aandacht voor, maar ook voor het op peil houden van de gehele infrastructuur. Bij de aanleg en het beheer van wegen, voet- en fietspaden e.d. moet nadrukkelijk meer rekening gehouden worden met ouderen, gehandicapten en kleine kinderen. Overzichtelijkheid en eenduidigheid van de wegenstructuur zowel binnen als buiten de bebouwde kom komen de verkeersveiligheid ten goede. Hierbij denkt de SGP o.a. aan: • Uitstraling van de kernen bij binnenkomst moet opgewaardeerd worden; • Oosteinde herinrichten met straatbeeld met bomen, om snelheid te verminderen; Om het tekort aan parkeerplaatsen te verminderen, kunnen meer plaatsen in of buiten de wijk/buurt worden aangelegd. Omdat realisering van meer parkeerplaatsen in de wijk veelal ten koste van openbaar groen of kinderspeelplaatsen gaat, is een integrale benadering en belangenafweging noodzakelijk. In nauw overleg met de bewoners worden ook de parkeermogelijkheden op eigen grond nagegaan. Betaald parkeren is voor onze gemeente niet aan de orde, maar de invoering van gereguleerd parkeren (tot max. 2 uur) in de kernen d.m.v. een blauwe zone, behoort volgens ons tot de mogelijkheden. Deze keuze vereist wel een deugdelijke onderbouwing voor het creëren van draagvlak bij de direct aanwonende.
Vanwege het toenemende aantal winkelende personen van buiten de kernen, is het wenselijk openbare toiletten te plaatsen op centrale locaties, het constructieve overleg met de detailhandelsverenigingen kan hiervoor goede oplossingen creëren. Door de gehele gemeenten dienen er voldoende en deugdelijke trottoirs uitgevoerd te zijn langs alle wegen binnen de bebouwde kom. Wij vinden dat deze ook goed bruikbaar moeten zijn voor de minder validen (rollator-gebruikers etc.). De SGP pleit voor het aansprakelijk stellen van ‘de kabelleggers’ voor slechte herstelwerkzaamheden nadat de kabels gelegd zijn. Dat houdt voor de SGP tevens in dat er naast een coördinerende rol van de gemeente en het maken van harde afspraken ook een effectief gemeentelijk toezicht op de uitvoering van dat herstel moet worden uitgeoefend. 8.5 Verlichting openbare ruimte Ten behoeve van de veiligheid voor de weggebruikers, maar ook voor alle andere gebruikers van de openbare ruimte is een goed verlichtingsniveau noodzakelijk. Het veiligheidsgevoel van de burger in z’n algemeen moet voldoende geborgd zijn door verlichtingspunten van de juiste soort en afmeting. Aan de diverse dorpsraden en platforms moet de mogelijkheid geboden worden om aan te geven waar zich onveilige plekken voordoen. Hierop moet een adequate reactie volgen om een en ander in goed overleg op te lossen. 8.6 Reclame-uitingen De openbare ruimte (wegen, fietspaden, trottoirs, e.d.) is van ‘iedereen’. Iedere inwoner maakt daarvan gebruik.
Hij/zij moet zich dan ook plezierig en ‘veilig’ voelen. Dat betreft niet alleen de verkeersveiligheid, maar zeker ook het reclamebeleid (driehoeksborden, lichtmastreclame, gevelreclame, reclame binnen gemeentelijke gebouwen, reclamezuilen, abri- en vipreclame, uitstallingsborden). De SGP is een voorstander van een sober reclamebeleid, dat vastgelegd is in een reclamenota. De reclame-uiting moet ook een duidelijke relatie hebben met het bedrijf waarop de reclameaanduiding betrekking heeft. Omdat de reclame-uitingen op affiches, driehoek - en andere reclameborden steeds opdringeriger en meer shockerend worden, vindt de SGP dat het de taak van het gemeentebestuur is om, waar dat mogelijk is, begrenzend op te treden. Dit geldt zeker reclame die naar de inhoud en vorm binnen de eigen gemeente tegen de APV verordening ingaat. Zo moet er een plak- en reclameverbod voor koopzondagen komen. 8.7 Milieu De zorg voor een goed milieu heeft de volle aandacht van de SGP, aangezien het hier om niets minder gaat dan het leefbaar houden van Gods schepping. Lucht-, water- en bodemverontreiniging moet daarom krachtiger bestreden worden, dit kan de gemeente echter niet alleen. De gemeente, het bedrijfsleven en de particulier moeten daarbij ook hetzelfde principe nastreven. Afvalverbrander Twence mag geen beperkende eisen stellen aan onze verdergaande wijze van afvalscheiding. Bij het financiële aspect kan het kostenbaten-principe niet gehanteerd worden, maar ‘de vervuiler betaald’ is een goed uitgangspunt. 31
De scheiding van afvalstromen moet doorgetrokken worden tot en met de verwerking. • Het voorkomen van zwerfvuil vraagt meer aandacht. • Milieuparkjes bieden diverse mogelijkheden om afval gescheiden aan te leveren, en worden frequent geledigd. Er wordt constructief gezocht naar het ondergronds plaatsen van deze bakken. • Het hanteren van afvaltarief met een vaste voet (naar grootte van het huishouden) met een toeslag voor het aantal bakken. Het scheiden van afvalstromen wordt daarbij beloond. • De huidige succesvolle structuur van oud papierinzameling moet nadrukkelijk gestimuleerd worden. De gemeente stelt een milieubeheersplan op en kan diverse uit te voeren taken delegeren naar bedrijven die op een juiste wijze met hun eigen milieu omgaan. De landelijke milieuwetgeving wordt steeds meer aangescherpt voor de toestemming van nieuwbouw van bedrijven, maar ook voor de bestaande. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook luchtwassers en luchtfilters die veelvuldig hun toepassingen vinden bij nieuwbouw van agrarische bedrijven. Deze dragen bij tot een verbetering van het milieu rondom het bedrijf, zodat de verscherpte wetgeving en normen gehaald kunnen worden. Toezicht op de juiste toepassing bij vergunning verlening en controle op de werking van de installaties is noodzakelijk. Handhaving volgens vastgestelde protocollen is hierbij duidelijk een taak van de gemeente. Ideeën om schoner, milieu vriendelijker of natuurlijker te gaan werken, moeten worden •
32
gestimuleerd door de gemeente en voldoende beloond. 8.8 Duurzame energie Twenterand heeft gekozen voor 20% duurzame energie in 2020, dat onderschrijft de SGP ten volle. Een eerste aanzet zou echter moeten zijn vermindering van energie gebruik. Voorlichting daarover aan de burgers en bewoners in samenwerking met de nutsbedrijven werkt daarin preventief. Het financieel stimuleren van isolerende maatregelen in bestaande gebouwen en het verplichten stellen van dergelijke maatregelen in nieuwbouwwoningen ligt dan ook voor de hand. De gemeente kan bedrijven en andere grootverbruikers nadrukkelijk stimuleren duurzaamheid toe te passen, wanneer zij zelf de eerste stappen zet. Dat mag op vele terreinen van toepassingen zijn. Ruimtebeslag voor grootschalige vormen van duurzame energie moet zoveel mogelijk in het landschap ingepast worden. Vergistinginstallaties hebben als nadeel dat veel geurruimte en infrastructuur nodig is, de SGP sluit daarbij de toepassing van biobrandstoffen, die de voedselketen nadelig beïnvloeden uit. De SGP wil zich sterk maken om projecten op te starten voor vergisting van compost- en snoeiafval of mest. Zonne-energie kan op daken van diverse (bedrijfs)gebouwen binnen en buiten de kernen toegepast worden. De ontwikkelingen daarvan moeten gestimuleerd worden, maar zij kunnen nog geen voldoende bijdrage leveren om de doelstelling te halen. Het toepassen van windenergie met een viertal molens is van zodanige orde dat de gestelde doelstelling wel gehaald kan worden.
De SGP is voorstander van de toepassing van het project “Oostermaatweg”. Het toepassen van private en/of kleinschalige projecten moeten nadrukkelijk gestimuleerd worden om verdere ontwikkeling van mogelijke vormen van duurzame energie te versterken. 8.9 Rioleringen De rioleringen in de buitengebieden en de aanlag van Berg Bezink Basins (BBB’s) is nagenoeg voltooid. Het aanleggen van gescheiden systemen in de nieuwbouwwijken en bij herbestratingen dient nu de volle aandacht te krijgen. Het afkoppelen van regenwater van bestaande rioleringen in de diverse wijken moet met meer voortvarendheid aangepakt worden. Dat moet resulteren in minder overstorten van de riolering bij extreme regenval. Het totale systeem wordt dan nog meer ontlast en er zal minder vervanging of -vergroting van bestaande riolering nodig zijn, derhalve een kosten besparing. 8.10 Begraafplaatsen Het begraafrecht voor onbepaalde tijd is tot aan 2005 op verschillende begraafplaatsen binnen onze gemeente verworven en gekocht. De SGP vindt dat deze rechten ook in de toekomst overeind moeten blijven, zoals dit juridisch ook vaststaat. Het college had een plan opgesteld tot het ruimen van graven uit de periode 1900-1930 op de begraafplaats te Westerhaar. Deze schending van oude verworven rechten is op initiatief van de SGP door middel van druk op het college, met succes voorkomen en daarmee ook op de andere begraafplaatsen in de
gemeente. Het is de Christelijke beschaving die, in navolging van de Bijbelse en daarmee door God ingestelde normen, het begraven alle eeuwen door als een plicht en een recht gezien heeft. Dit komt voort uit de voorbeelden welke in de Bijbel genoemd worden. Elke cultuur en bevolking wordt namelijk ook gekend aan de wijze waarop zij met haar doden omgaat en hun rustplaatsen intact laat en verzorgd. Naar de visie van de SGP heeft de gemeente daarom een taak t.a.v. het algemene onderhoud en het in stand houden van de begraafplaatsen. Het kostendekkendheid principe is ten aanzien van begraven voor de SGP dan ook niet aan de orde. De SGP pleit voor betaalbare tarieven. Op andere beleidsterreinen binnen de gemeente is in het verleden nergens vertoond en zal in de toekomst ook wel nooit vertoond worden: • dat gemeenschappelijk gedragen kosten ineens geheel door betrokkenen betaald moeten worden, terwijl de rechten verminderen (van het recht voor onbepaalde tijd is slechts 30 jaar over gebleven); Op initiatief van de SGP is samen met de GBT een voorstel tot uitbreiding van de begraafplaats in Westerhaar opgesteld en overgenomen door de andere partijen. Hiermee is een rechtsgang vanwege ongeoorloofde ruiming van graven voorkomen. De uitbreiding zal in 2010 moeten plaatsvinden. Toch blijven echter de volgende bezwaren van kracht: • het begraven voor onbepaalde tijd is niet meer algemeen van 33
toepassing; het kostendekkendheids principe wordt ten onrechte op de begraafrechten toegepast; De SGP wil daarom dat de begraafrechten voor onbepaalde tijd opnieuw verkregen en eenmalig afgekocht moeten kunnen worden. •
8.11 Openbaar groen Aan het groenonderhoud mogen best hoge eisen worden gesteld. Niet regelmatig of ronduit slecht onderhoud van groen levert niet alleen een rommelig straatbeeld op, maar ook een ontevreden burger. Bovendien kan dit door verstopping van het riool leiden tot wateroverlast. Voor de aanleg en het onderhoud van openbaar groen is een groenbeheersplan vastgesteld. Hierin mag naar de mening van de SGP geen verdere minimalisering optreden. (onderhoudsintensief of -extensief; voorkoming schade aan wegen en fietspaden door wortelgroei). Buurten en wijken moeten worden aangemoedigd om deel te nemen in het onderhoud en beheersplan van de eigen omgeving. Zij moeten daarin voldoende gefaciliteerd worden om zelfstandig onderhoud uit te voeren voor een redelijke vergoeding. De eerste vijf deelnemende wijken ontvangen een extra aanmoedigingspremie. 8.12 Speelruimte voor kinderen Bij de inrichting van de openbare ruimte mag de jongste generatie niet het kind van de rekening worden: er moeten voldoende buitenspeelruimten en speelmogelijkheden zijn. De SGP bepleit dat hieraan ruime aandacht geschonken wordt bij de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de 34
bestemmingsplannen. Dit voorkomt ook dat het aantal vierkante meters buitenspeelruimte te gemakkelijk opgeofferd wordt voor de aanleg van parkeerplaatsen. Het oprichten van speeltuinverenigingen en het actief betrekken van deze verenigingen bij de realisatie, het beheer en het onderhoud van de speelplekken, wordt door het gemeentebestuur gestimuleerd. 8.13 Actiepunten SGP •
•
•
• •
• • •
Het aanleggen van verkeersremmende maatregelen moet alleen in uiterste noodzaak geschieden en mag geen verhoging van de ambulance-aanrijtijd opleveren; Duurzaam veilig heeft bij de SGP voorrang, waarbij daadwerkelijk aan de veiligheid gewerkt wordt zonder de weggebruiker te frustreren; Goede bereikbaarheid en ontsluiting van bedrijfsterreinen, winkelcentra en andere openbare (zorg)instellingen; Verbeterde ontsluiting met hogere verkeersveiligheid van industrieterrein Almeloseweg Oost; Vrachtverkeer moet geweerd uit de kernen door goede ontsluitingen te realiseren van/naar de diverse bedrijfsterreinen. De kernen meer uitstraling geven, ontlasten van het doorgaande verkeer en beter bereikbaar maken; Plak- en reclameverbod voor koopzondagen; Een Noordelijke ontsluitingsweg-West moet gereed zijn, voordat
• •
•
•
•
•
•
• •
•
plan Weemelanden-Noord in ontwikkeling komt. achterstallige onderhoud van wegen moet weggewerkt worden; gereguleerd parkeren (tot max. 2 uur) in de kernen d.m.v. een blauwe zone, behoort tot de mogelijkheden; Meer aandacht voor de veiligheid van fietsroutes richting centrum, scholen en voorzieningen dienen te zijn. Het overleg met de betrokkenen dient meer vorm te krijgen; Regio Taxi als aanvulling voor personen, die aangewezen op bijzondere vervoersvormen van deur tot deur. Het veiligheidsgevoel van de burger in z’n algemeen moet voldoende geborgd zijn door verlichtingspunten van de juiste soort en afmeting Tegen reclame-uitingen die opdringend, shockerend en/of tegen de APV verordening ingaan begrenzend op treden. Uitingen moeten een duidelijke relatie hebben met het bedrijf; De zorg voor een goed milieu verdient de volle aandacht, aangezien het gaat om het leefbaar houden van Gods schepping. Het scheiden van afvalstromen wordt beloond. Het hanteren van afvaltarief met een vaste voet (naar grootte van het huishouden) met een toeslag voor het aantal bakken. Milieuparkjes bieden goede mogelijkheden om afval gescheiden aan te leveren. Er wordt constructief
• •
•
•
•
•
•
•
gezocht naar het ondergronds plaatsen; Ideeën om schoner, milieu vriendelijker of natuurlijker te gaan werken, worden gestimuleerd; Het stimuleren van duurzaamheid door subsidiering van isolerende maatregelen in bestaande gebouwen en het verplichten stellen van dergelijke maatregelen in nieuwbouwwoningen; Bedrijven en andere grootverbruikers nadrukkelijk stimuleren duurzaamheid toe te passen, door zelf de eerste stappen te zetten. Dat op vele terreinen van toepassingen kan zijn. Het toepassen van private en/of kleinschalige projecten moeten nadrukkelijk gestimuleerd worden om verdere ontwikkeling van mogelijke vormen van duurzame energie te versterken. Ruimtebeslag voor grootschalige vormen van duurzame energie door Vergistinginstallaties, Zonne-energie, windenergie moeten zoveel mogelijk in het landschap ingepast worden. Het afkoppelen van regenwater van bestaande rioleringen in de diverse wijken moet met meer voortvarendheid aangepakt worden; de gemeente heeft een taak t.a.v. het algemene onderhoud en het in stand houden van de begraafplaatsen. Het begraafrecht voor onbepaalde tijd moet ook in de 35
•
• •
•
36
toekomst overeind blijven; Het kostendekkendheid principe is ten aanzien van begraven niet aan de orde. De SGP pleit voor betaalbare tarieven; Onderhoud van openbaar groen mag niet verdere minimalisering Buurten en wijken moeten worden aangemoedigd en gefaciliteerd om deel te nemen in het onderhoud en beheersplan van de eigen omgeving; Het actief betrokken zijn bij realisatie, beheer en onderhoud van speelplekken, wordt gestimuleerd;
H 9. RUIMTELIJKE ORDENING EN WONEN 9.1 Woon en leefomgeving Verstedelijking moet worden voorkomen en de historisch gegroeide kernen in stand gehouden. Het eigen woningbezit moet bevorderd worden, waarbij een voldoende spreiding in typen woningen voorop staat, seniorenwoningen op de uitbreidingslocaties en grotere woningen in de duurdere klasse aan de rand van de kernen. Niet minder belangrijk is de gemeentelijke volkshuisvestingstaak, namelijk om ook de minder draagkrachtige inwoner een betaalbare woning aan te bieden. In dit kader past het verkopen van huurwoningen. Verkopen moet wel gewenst en verantwoord zijn. De wijk moet er – zeker op langere termijn – niet op achteruitgaan. Er moet een evenwichtige strategie aan ten grondslag liggen. Een analyse van de lokale (en eventueel regionale) woningmarkt moet van deze strategie deel uitmaken. De SGP is tegen opname van onze gemeente in het groot-stedelijk gebied van Twente en tegen een verdere annexatie door Almelo. Er moet duidelijk een groene long in stand worden gehouden tussen het stedelijke gebied en onze gemeente. Dat betekent ook dat wij qua voorzieningen een ander niveau nastreven dan de grote steden. Dus niet alleen vanwege een andere functie van de gemeentegronden, maar ook een andere sociale en culturele invulling. De gemeente bestaat uit (kerk)dorpen met een eigen identiteit en dat willen wij behouden. De nieuwe woonvisie heeft het college veel te lang voor zich uit geschoven, waardoor de raad onvoldoende inzicht heeft gehad bij vaststelling van de richting en de
inhoud. Het college had zeker eerst met een concept naar de raad moeten komen en het traject met de raad moeten delen. De invulling van de inbreidingslocaties (“lege”/oude industrieruimte) moet krachtiger gestimuleerd worden. Hinderlijke en het straatbeeld ontsierende plekken behoren een passende invulling te krijgen, zodat het leefklimaat verbetert en tevens het landbouwareaal wordt ontzien. Om invulling van de locaties voor ontwikkelaars optioneel te laten zijn, dienen overschrijding van de bestaande bestemmingsplannen binnen redelijke marges niet per definitie door de raad afgewezen te worden. De centrumfuncties van de kernen moeten verbeterd worden door verdere ontwikkeling van een goed niveau en verscheidenheid van winkelvoorzieningen in de kernen, zodat de koopkrachtbinding bevorderd wordt. ‘Rotte plekken’ in de centra moeten met voortvarendheid aangepakt en in deze raadsperiode ingevuld worden. (plan Oordt) Met het platform van detailhandel moet de detailhandelsvisie geëvalueerd en verder vorm en inhoud gegeven worden. Constructief overleg en de nadere uitvoering moeten daarna leiden tot een verdere uitbouw/verbreding van het winkelbestand in de kernen. Vestiging van winkels en supermarkten buiten de winkelkernen, moet aan banden gelegd worden, zoals ook in de bestaande nota perifere detailhandel is opgenomen. Het bouwen op open groene plekken is een goede invulling van plekken, die nu het straatbeeld verrommelen en er is minder uitbreidingsruimte nodig. Bij de afweging welke groene plekken hiermee ingevuld kunnen worden, moet er wel een juiste en consequente afweging gemaakt worden. Bij het amendement “toevoeging mr. Kunstweg en Verzetstraat” 37
waren deze consequenties onvoldoende gewogen. Met het amendement “Dorpsstraat” is er in de rommelige inconsistente besluitvorming een verbetering bewerkt, door uniformering van huisnummering en vooraanzichten van woningen. 9.2 Bestemmingsplannen De gemeente moet hier duidelijk het eigen initiatief laten zien in het grondbedrijf. Zodat bij het realiseren van nieuwbouw locaties voorkomen wordt, dat projectontwikkelaars de dienst gaan uitmaken. Het woningaanbod van nieuwe woningen moet voldoende groot zijn, zodat in elk geval woningen voor de natuurlijke bevolkingsaanwas en de economisch gebonden personen gebouwd kunnen worden. De nieuwe wet WRO van juli 2008 geeft de gemeente ook meer vrijheid voor het invullen van de ruimte. Het gaat dan niet alleen om goede woningen, maar ook om zaken als de aanwezigheid van een goede infrastructuur, groen, voorzieningen en van voldoende openbaar vervoer. Het is van belang dat de gemeente een integrale visie op de kwaliteit van de leef- en woonomgeving opstelt. De infrastructuur moet hierbij goed aansluiten en reeds vroegtijdig in de plannen worden meegenomen. De uitvoering van infrastructuren moet vóór de eigenlijke uitbreiding gereed zijn in een deugdelijke verharding.De SGP pleit ervoor bij de beschrijving van het bestemmingsplan nadrukkelijk aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving aandacht te besteden.Een al te gedetailleerd/eenzijdig beeldkwaliteitplan komt de werkbaarheid 38
van het bestemmingsplan op den duur niet ten goede. In Wemelanden I en II is vanwege eenzijdige uitgifte van woningtype’s een jarenlange stagnatie opgetreden; In het kader van de bevordering van de kwaliteit van de leefomgeving moeten de mogelijkheden van buurt- en wijkbeheer onder de loep genomen worden. Bij het opstellen van de gemeentebegroting wordt voor buurt- en wijkbeheer dan ook een aparte post opgenomen.Overigens moeten met de woningcorporaties prestatiecontracten gemaakt worden over een gezamenlijke aanpak in het kader van het buurt- en wijkbeheer. 9.3 Woningdifferentiatie De SGP vindt het belangrijk dat voor de samenstelling van een nieuwe woonwijk of herstructureringswijk in de woningdifferentiatie (sociaal, middelduur, duur) een balans gevonden wordt. Volgens de SGP moet daarbij niet alles aan de ‘marktwerking’ worden overgelaten, Het is van belang dat de gemeente met corporaties, projectontwikkelaars en bewonersorganisaties om tafel gaat om een goede afstemming van vraag en aanbod van betaalbare huurwoningen te waarborgen. Bij de realisatie van woningbouwprojecten moet een hoog woonklimaat en woningkwaliteit voorop staan. De SGP erkent echter dat zonder extra rijksmiddelen deze (door het Rijk ook onderschreven) opgave niet altijd maximaal te verwezenlijken is. De vergrijzing van de bevolking zal steeds meer toenemen. Bij woningbouw moet deze ontwikkeling meegenomen worden, reeds in het stadium van de beleidsvorming. De behoefte aan senioren- en ouderenwoningen zal alleen maar toenemen. Bij de eisen die
aan ‘levensloopbestendige’ woningen gesteld worden, moet gedacht worden aan bereikbaarheid, zijn er voorzieningen en is openbaar vervoer in de buurt? het vermijden van trappen in de woning. Een deugdelijk alarmeringsysteem mag daarbij niet ontbreken. Bij plannen voor het bouwen van of aanpassen van bestaande woningen tot woningen waarin meerdere generaties kunnen wonen, verleent de SGP haar steun. Op deze manier is het mogelijk dat kinderen de ouders kunnen verzorgen, wanneer zij niet meer zelfstandig kunnen wonen. Voorkomen moet worden dat bepaalde doelgroepen qua leeftijd en inkomen wegtrekken uit de gemeente, want vergrijzing en afnemend economisch draagvlak kunnen van dit wegtrekken het gevolg zijn. Permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan. Dit verbod moet voldoende vorm gegeven worden door de mogelijkheden van handhaving goed in beeld te hebben. Recreatie woningen in de duurdere klasse met grote ‘ruimtevretende’ kavels worden daarom niet wenselijk geacht. 9.4 Grondbeleid en Wet Voorkeursrecht Gemeenten Het grondbeleid is een ordenend en sturend instrument voor de gemeentelijke overheid. De SGP is voorstander van een gemeentelijk actief grondbeleid, wanneer daar het algemene belang gediend wordt. Het kan daarbij gaan om het nieuwbouwplannen van woningen, het aanleggen van bedrijventerreinen, van de nodige infrastructuur of van (grote) groengebieden. Uitgangspunt is dat getracht wordt de gronden minnelijk te verwerven. Lukt dat niet,
dan kan tot onteigening worden overgegaan. Een belangrijk punt voor de SGP is dat met de belangen van de eigenaar, in voldoende mate rekening gehouden wordt. Redelijkheid en billijkheid zijn in dit kader belangrijke trefwoorden. Waar bijvoorbeeld gekozen wordt voor de realisering en ontwikkeling van een groenof recreatiegebied worden eigenaren als zij plaats moeten maken voor de nieuwe ontwikkelingen, volledig schadeloos gesteld. De SGP staat verder op het standpunt, dat bij het verwerven van agrarische gronden geen sprake mag zijn van zogenoemde ‘sterfhuisconstructies’. Waarbij stukje bij beetje grond wordt verworven van agrariërs en de toekomst van het bedrijf steeds meer onder druk komt, totdat gedwongen sanering alleen overblijft Van de mogelijkheden die de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) biedt, kan in voorkomende gevallen gebruik worden gemaakt. Ook bij deze toepassing moet wel terdege gerealiseerd worden, dat er inbreuk op het eigendomsrecht gepleegd wordt. Voor de SGP zijn terughoudendheid en zorgvuldigheid kernbegrippen bij de toepassing van de WVG, zowel voor grote uitbreidingsgebieden (zoals grote woningbouwlocaties) als voor de binnenstedelijke herstructurering. De Wet Voorkeursrecht Gemeenten ten aanzien van het Golfpark in Westerhaar en de zandwinning Vriezenveen Zuid-Oost zijn dus twee tegenvoorbeelden, zo moet het dus niet! Hoewel de SGP beseft dat economische, ruimtelijke en sociale processen zich niet aan gemeentegrenzen houden en een bovenlokaal grondbeleid van belang kan zijn, wil zij zich niet al te enthousiast storten op 39
een regionaal grondbeleid. Voor- en nadelen worden voor de raad duidelijk benoemd en uitgetekend zodat deze tegen elkaar afgewogen kunnen worden om verantwoorde besluiten te kunnen nemen. 9.5 Agrarische sector Gezien de ontwikkelingen dient er een actief beleid t.a.v. de agrarische sector gevoerd te worden. Duidelijk is dat deze benadering evenzeer om een integrale gebiedsgerichte benadering vraagt, waarbij alle ruimteclaims voor wonen, werken, vervoer, recreatie en natuur en landschap die ten koste gaan van het ruimtegebruik door de landbouw, eerst nadrukkelijk bekeken en afgewogen worden. Verplaatsing vanuit de kernen naar het buitengebied en/of nieuwe bedrijfsontwikkeling verdient waar mogelijk alle medewerking. Voor het verkrijgen van een betere economische bedrijfsvoering wordt de nodige medewerking verleend. Vrijkomende agrarische bedrijven (VAB’s) kunnen anders worden ingevuld. Met dien verstande dat er géén beperkende milieucirkels ontstaan voor de omringende agrariërs. Ook de Rood voor Rood regeling en andere vormen zoals D’ran moeten volledig benut kunnen worden. Er dient een soort structuur gevonden te worden (grondbank), waarbij gronden eenvoudiger gepacht, geruild of verworven kunnen worden voor de nodige extensivering van bestaande agrariers, welke het bedrijf willen voortzetten. Landbouw ontwikkelings gebieden (LOG) zijn door de raad van Twenterand op slot gezet. Alle bedrijven die zich daar binnen bevinden kampen met veel onzekerheden. Het college heeft de opdracht van de raad 40
in uitvoering genomen, de omzetting naar verwevingsgebied door te zetten. Dit onder het mom van dierwelzijn, geur- en ammoniak-emissie, ziekteverspreiding en de focus op gezinsbedrijven? De verspreiding van dierziektes heeft nauwelijks relatie met de grootte van de bedrijven, maar meer met het aantal aanwezige bedrijven en transport bewegingen in de omgeving. Verder moet geconstateerd worden dat in nieuwe stallen door de aangescherpte wettelijke normen, dierwelzijn sterk verbeterd en de geur en ammoniakemissie juist verminderd. De intensieve veehouderij moet een plaats behouden binnen de agrarische setor, dat vanwege landelijke regelgeving alleen kan gerealiseerd worden in LOG gebieden De SGP is dus geen voorstander van een dergelijk star en inconsequent beleid dat de agrarische sector alleen wil laten inkrimpen waarmee vernieuwing en verbetering in de kiem worden gesmoord. 9.6 Natura-2000 Natuur- en groengebieden die wij in het gemeentelijke areaal hebben moeten worden beschermd. De ontwikkeling van (nieuwe) natuurgebieden, mogelijk deel uitmakend van de ecologische hoofdstructuur, wordt niet direct afgewezen. De agrarische bedrijfsvoering mag daardoor echter niet dusdanig worden belemmerd, dat toekomst perspectief voor betrokkenen wordt uitgesloten. De ontwikkeling van Natura 2000 met de daarbij behorende regelgeving binnen de invloedssfeer voor het vergunningenbeleid ten aanzien van activiteiten van agrariërs en bedrijven vervult ons met zorg. Agrariërs worden op vrijwillige basis
betrokken bij natuur- en landschapsbeheer. Een ieder zij bewust dat de agrarische sector tot ons landschap behoort waarin de natuur te vinden is en door hun zorg gewaarborgd blijft, waarmee ook het economisch belang is gediend. 9.7 Actiepunten SGP Twenterand •
•
•
•
•
• •
•
Verstedelijking moet worden voorkomen en de historisch gegroeide kernen in stand gehouden; Een groot-stedelijk gebied van Twente en annexatie door Almelo moet voorkomen worden. Daarbij moet duidelijk een groene long in stand worden gehouden De gemeentelijke volkshuisvestingstaak, namelijk om ook de minder draagkrachtige inwoner een betaalbare woning aan te bieden; De invulling van de inbreidingslocaties (“lege”/oude industrieruimte) moet krachtiger gestimuleerd worden; De centrumfuncties van de kernen moeten verbeterd worden door een goed niveau en verscheidenheid van winkelvoorzieningen in de kernen; koopkrachtbinding is van groot belang voor de eigen bedrijven en de totale leefbaarheid; Het bouwen op open groene plekken is een goede invulling van plekken, die nu het straatbeeld verrommelen. Bij de afweging moet er consequente afwegingen gemaakt worden; Bij de beschrijving van het bestemmingsplan wordt nadrukkelijk
•
•
•
•
•
•
•
•
aandacht besteed aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving; Door overeenkomsten met corporaties, projectontwikkelaars en bewonersorganisaties wordt een goede afstemming van vraag en aanbod van betaalbare (huur)woningen gewaarborgd; Plannen voor ‘levensloopbestendige’ woningen, waarin men langer kan blijven wonen of enkele generaties tegelijk, verdienen een duidelijke steun en snelle realisering; Eigen initiatief in het gemeentelijke grondbedrijf is noodzakelijk, zodat voorkomen wordt dat projectontwikkelaars de dienst gaan uitmaken; Met belangen van de eigenaar, wordt in voldoende mate rekening gehouden, redelijkheid en billijkheid zijn in dit kader belangrijke trefwoorden; terughoudendheid en zorgvuldigheid zijn kernbegrippen bij de toepassing van de WVG, zowel voor grote uitbreidingsgebieden (zoals grote woningbouwlocaties) als voor de binnenstedelijke herstructurering; Ruimtelijke ontwikkelingen in alle sector vragen om een actief beleid met een integrale gebiedsgerichte benadering, waarbij alle ruimteclaims eerst nadrukkelijk bekeken en afgewogen worden; Ontwikkeling van de agrarische sector binnen overheidsregels,wordt positief beanderd met een gedegen overlegstructuur voor haalbaarheid en wenselijkheid; Beleid dat de agrarische sector 41
•
42
alleen wil laten inkrimpen en waarmee vernieuwing en verbetering in de kiem worden gesmoord, wordt ten stelligste afgewezen; Agrariërs worden op vrijwillige basis betrokken bij natuur- en landschapsbeheer.
H 10. FINANCIEEL BELEID De SGP vindt dat de gemeente ten aanzien van de financiën een goed rentmeester moet zijn. De partij wenst daarom een sober en deugdelijk financieel beleid te voeren in deze tijd van recessie. Kosten van onderwijs, infrastructuur, leefomgeving, gezondheidszorg, jeugd- en ouderenbeleid, werkgelegenheid, milieu en begraafplaatsen dienen (deels)collectief gedragen te worden. De SGP staat een doelmatig beheer van de overheidsgelden voor, met een beleid gericht op verbetering van de financiële structuur. Waarbij de reservepositie beperkt mag worden aangesproken, terwijl de weerstandscapaciteit en de risico’s duidelijk in beeld gehouden moeten worden. 10.1 Subsidiebeleid Instellingen welke activiteiten ontwikkelen tot nut van de burger verdienen gesubsidieerd te worden, mits niet in strijd met de christelijke uitgangspunten die wij al gedefinieerd hebben. Hiervoor achten wij een budgetsubsidie op basis van beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) over afname van producten het meest voor de hand liggend. Bij activiteiten ten behoeve van een specifieke bevolkingsgroep is de toepassing van het profijtbeginsel noodzakelijk. 10.2 Recessie en stimuleringsmaatregelen In de komende periode zullen we op steeds duidelijker omlijnde bezuinigingen stuiten, waarbij de rijksoverheid de broekriem zeer fors aanhaalt. De SGP is tegen het doorschuiven van deze lasten naar de burger. Maar door iedere burger en ingezetene moet
terdege beseft worden dat er flink het mes in zal gaan. Om de recessie het hoofd te bieden benoemen wij een aantal speerpunten, waarvan de SGP vindt dat deze juist nu voorrang moeten krijgen. Het tij moet gekeerd en de mensen moeten aan het werk, waarbij de verrichte arbeid juist ten goede moet komen aan de meest noodzakelijke behoeften binnen de samenleving. Zaken die op achterstand staan, moeten nu ingehaald worden. De lokale overheid zal dus de (lokale) economie moeten stimuleren, zie voor actuele punten H 10.3. Een samenleving waarbij ingezet moet worden op meedoen: werk. Daarbij dient de overheid oog te hebben voor de zwakkeren in de samenleving, zie H 5.3 en 5.4. 10.3 Actiepunten SGP •
• • •
•
•
Meer geld beschikbaar te hebben voor de daadwerkelijke basisvoorzieningen voor de bevolking; Een transparant aanbestedingenbeleid te voeren; Het inkoopbeleid van gemeenten onderling te harmoniseren; Belastingen onder de loep! Zodat alleen de werkelijke collectieve lasten betaald worden; Een sluitende gemeentebegroting is daarbij het uitgangspunt waarbij primair bezuinigd wordt op de sport- en welzijnssector door privatisering; Achterstallig onderhoud van overheidsgebouwen, wegen inclusief bermen en viaducten, maar ook groenvoorzieningen en pleinen en waterwegen aanpakken; 43
• • • •
• • •
Reserves daarvoor inzetten; Grondprijzen van bouwlocaties omlaag; Vergunning(en) woningbouw versnellen ten behoeve van snelle realisering; Revitalisering van bedrijventerreinen snel ter hand nemen; Arbeidsparticipatie bij (herstel)werkzaamheden door werklozen, (tijdelijke) projectcontracten; Verkeersstructuren van de kernen versneld uitvoeren; Uitbreiding van Garstelanden direct ten uitvoer laten komen; Maximum aantal van 8 woningen bij openplekken beleid tijdelijk laten vallen;
10.4 Principieel ombuigingsbeleid •
• •
•
44
Een financieel ombuigingsbeleid staat niet op de eerste plaats. Integendeel, veel meer gaat de SGP er vóór alles van uit, dat een principieel ombuigingsbeleid noodzakelijk is om tot een verantwoord bestuur van onze samenleving te komen. De SGP doet geen beloftes om daarmee de gunst van actievoerende kiezers te winnen. De persoonlijke verantwoordelijkheid van de burger moet het uitgangspunt zijn, de gemeente is daarvoor voorwaarden scheppend. Verder treft zij voorzieningen voor hen die, door overmacht onder het bestaansminimum dreigen te geraken. De SGP wil steeds een vaste koers varen in de politiek, dat betekent niet afwachten en/of reguleren, maar problemen aanpakken waar ze ontstaan zijn.
•
•
Nieuwe lijnen moeten uitgezet, nadat er getoetst is aan Gods Woord en Zijn geboden in het besef dat alleen Gods Woord een lamp kan zijn voor onze voet en een licht op ons pad. Al wat niet naar Gods Woord is, zal geen dageraad hebben. Betrouwbaar en betrokken dus met als oogmerk: het welzijn in de rechte zin van het woord voor iedere burger van Twenterand!
KANDIDATENLIJST 3 maart 2010
Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Naam B. Engberts M. Bossers L.G. Bolier R.J. Schippers D.H. Holland W. Verboom G. Engberts J.G. Bolier B. van de Belt L. Koppelman H.D. Holland D.J. Jansen B. Jonker J.J. Schipper H.A. Wessels J. Folbert A. van de Poel J.B. Zomer D.A. Jager B.T. Abbink
Straat Westeinde 476 Boshoek 18 De Roodstaart 2 Akelei 20 Oosteinde 209 De Nachtegaal 6 Dalweg 33 Akker 39 Wethouder Potstraat 6 Westerweilandweg 10 Oosteinde 326 Hammerweg 79 Stroomdal 6 Westeinde 386a De Leeuwerik 5 Almeloseweg 33 Westeinde 387 Mauritshof 43 Bouwmeesterstraat 19 De Zwaan 75a
7671 CS 7681 GS 7671 VN 7676 DC 7671 AX 7671 WB 7676 SB 7671 NK 7671 HL 7671 GG 7671 AG 7671 JG 7672 BC 7671 CN 7671 ZX 7671 RB 7671 EW 7672 GB 7671 CA 7671 WR
Plaats Vriezenveen Vroomshoop Vriezenveen Westerhaar-Vriezenveensewijk Vriezenveen Vriezenveen Westerhaar-Vriezenveensewijk Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen
45