Tweede bezoek Drie weken daarna ging Titia direct in de stoel zitten en zei meteen: - Laten we nu maar gewoon doorpakken, niet zemelen! Daarop nam Herman voorzichtig de onderprothese uit de mond om die schoon te maken. Er zat een kolossale laag tandsteen op. Dikke brokken brak hij eraf, met een groffe frais en een mesje verwijderde hij de rest en hij maakte de ondergrond glad met polijstrubbers. Tijdens deze schoonmaakactie maakte hij een ‘praatje’ waarin hij waaksuggesties verwerkte: - Een kind kijkt de wereld in en is altijd nieuwsgierig of het ook anders kan ... waarschijnlijk heb jij toen je klein was dat ook gedaan ... het bekijken vanuit een ander standpunt, bijvoorbeeld voorovergebogen met je hoofd tussen de knieën. Herinner je je nog dat alles kleiner werd, de werkelijkheid werd kleiner ... maar het was natuurlijk toch precies dezelfde werkelijkheid ... en ik zou me kunnen voorstellen dat je nu heel anders aankijkt tegen dat wat een halfuur geleden in je omging ... bekijkt het als een kind ... dat je de wereld op zijn kop ziet staan ... Intussen pakte Herman tubes en spatels om kunstrubber klaar te maken, dat tijdelijk de ruimte onder de prothese zou opvullen. Na het mengen had de rubberachtige pasta tien minuten nodig om voldoende stevig te worden. Titia zette haar kiezen op elkaar en leunde achterover. Herman besloot een informele inductie te doen voor egoversterking en ontspanning. Hij zette een muziekje op en zei: - Nu kun je ongeveer tien minuten niets zeggen en wellicht is het een idee de ogen dicht te doen en te luisteren naar de muziek. Herman schoof met zijn krukje iets naar achteren en observeerde Titia. Hij sloeg haar ademhaling gade, lette er op dat hij ritmisch sprak en laste pauzes in bij haar inademing. - En terwijl je met je bewuste aandacht naar de benen gaat ... Kun je voelen dat het rechterbeen over het linkerbeen ligt ... en het is mogelijk om het temperatuursverschil tussen de onderkant en de bovenkant van het rechterbeen te voelen. De warmte van het linkerbeen dat door straalt in het contact met het rechterbeen, en je kunt je bewust worden ... van de contacten ... die de schoen heeft met de voet ... en sommige mensen kunnen zelfs hun tenen apart voelen... voelen hoe de nagels tegen de kous gaan ... hoe de ene teen tegen de andere ligt... en je zou in gedachten een potlood kunnen pakken en een lijn kunnen trekken op de stoel ... daar waar het lichaam de stoel raakt, ... Herman voelde voorzichtig met de rug van zijn hand de temperatuur van Titia’s handen. - Of je kunt je concentreren op de handen en voelen dat die lekker warm zijn ... en zo is het heerlijk rustig ... en alle spieren raken ontspannen en zo kom je vanzelf terecht bij je eigen ... diepe ... rustpunt ... en dat is prettig, je hoeft daar niets te weten en niets te doen ...
en dat gevoel van rust ... dat gevoel van gemak ... van niets te hoeven weten .. niets te hoeven kunnen ... niets te hoeven doen ... kun je vasthouden en terugroepen als het nodig is ... Herman zag Titia ontspannen liggen, de rimpeltjes in haar gezicht waren glad geworden, ze ademde rustig in de buik en de spanning in de schouders leek verdwenen. Ze was in trance. - En je kunt zóveel meer ... je kunt denken dat je een spons in handen hebt ... een grote nieuwe mooie spons ... en die spons kun je laten werken ... en weet dat er veel te vinden is in oude laatjes, in oude kastjes ... en op de zolder ... en dat alles overhoop is gehaald het wordt tijd om opruiming te houden om de boel af te sponzen ... en laat de spons opzuigen alle onaangename gevoelens ... alle vuiligheid ... alle verdriet dat je al kwijt bent maar nog iets van hebt bewaard ... In haar fantasie kon ze met de spons alles opruimen, die leeg knijpen en een ballon er mee vullen. - En knijp het uit in de ballon, die onverwoestbare sterke stevige ballon, hoe meer er in de ballon komt, hoe lichter die wordt ... laat de ballon zich vullen en de spons zijn werk doen ... Herman leunde iets achterover op zijn kruk en liet de woorden komen zoals ze in hem opkwamen, op de uitademing van Titia. Hij ging verder met een geleide fantasie en suggereerde dat ze in haar droom op de hei lag met haar voeten aan een stroom van energie, die optrok en tenslotte werd rond gepompt door haar hart. Deze energie vulde alle laatjes die waren schoongemaakt door de spons. - En de spons doet zijn werk ... de ballon raakt gevuld ... en terwijl je op de hei ligt en droomt en dromen kun je onthouden totdat ze verdwenen zijn, en het gevoel blijft over ... en de spons doet zijn werk ... en de ballon raakt gevuld ... en je vult hem verder ... en hij wordt lichter en lichter om dan te verdwijnen in de lucht ... en je wuift hem na als een goede vriend ... de inhoud van de ballon heeft veel goeds gedaan ... maar oud goeds moet wijken voor nieuw goeds ... iedere keer kun je opnieuw de spons pakken ... en zal je helpen ... en de ballon zal opgaan ... en doen wat die altijd doet ... wegdrijven op de wind ... weg ... Herman pauzeerde nu wat langer om Titia in haar eigen wereld te laten. Daarna werd het tijd om de geleide fantasie te beëindigen. - Langzamerhand ... heel langzamerhand ... in je eigen tempo ... kun je weer terug komen van waar je vandaan komt ...
en alles zal weer normaal zijn en alles weer prettig ... alles wat beter bewaard kan blijven in het achterhoofd ... blijft daar ... totdat je het een keer gebruiken kan ... je zult het gevoel hebben uren lang geslapen te hebben, ... heerlijk rustig, ontspannen ... en bewaar dat gevoel, je kunt er anderen mee helpen ... en jezelf ... wees goed voor jezelf ... heb plezier in jezelf... Titia knipperde met haar ogen; ze kon ze moeilijk open houden. Op het moment dat Titia weer even de ogen sloot, zei Herman: - Blijf rustig waar je bent .. weet dat het goed voor je is .. en dat het doorwerkt, straks en morgen en overmorgen, het hele jaar door .. en het oude jaar verdwijnt en het nieuwe komt terug, zo is de natuur ... je bent voor het geluk geboren en voor het geluk van anderen ... Herman rolde zijn stoeltje iets naar voren. - En de geluiden van de omgeving worden weer duidelijker ... Hij pauzeerde en merkte dat Titia oppervlakkiger ging ademen. Zijn stem, die nu iets anders klonk, liet hij alleen horen op haar inademing, zodat ze gemakkelijker uit trance kon komen. - Haal maar drie keer diep adem en word heerlijk fris en wakker ... Herman gaf haar alle tijd om weer volledig aanwezig te zijn. - Laat maar komen wat komt ... Hij rolde zijn zitkruk nog iets naar voren, zodat hij meer voor, dan opzij van Titia zat. - Titia, hoe gaat het met je ... ben je er weer? - Ik durf haast niet te praten. - Dat komt door wat je in de mond hebt, dat zit nog een beetje aan elkaar geplakt. Herman nam de prothese uit haar mond en sneed het overtollige materiaal tussen de beide prothesehelften tot aan de onderrand weg. - Zo, met deze zachte voering zit dit een stuk prettiger en het zal zorgen dat het tandvlees tot rust komt. Herman maakte ook nog voorlopige afdrukken van boven- en onderkaak. Die had hij nodig om maatlepels voor de definitieve afdrukken te laten maken. Titia stapte uit de stoel en was verbaasd dat haar prothese zo comfortabel zat. Derde bezoek Bij haar volgende bezoek kwam Titia op een gewone werkdag, aan het eind van de ochtend. Herman had nu assistentie en kon zo nodig iets uitlopen en tijd van de middagpauze gebruiken. Er zouden definitieve afdrukken worden gemaakt voor haar nieuwe prothese en de afstand en relatie van de kaken zouden worden bepaald.
Titia kwam binnen en maakte op Herman een bedremmelde indruk. - Dag Titia, hoe gaat het met je? - Wel goed ... - Hoe voel je je? - Ja...Ik voel een leegte ... - Leegte? - Hierheen gaan en weer weggaan, is altijd moeilijk ... iets wat heel erg is, dat wat je gebeurd is ... - Dat je dat nog steeds regeert ... - Ja... Er volgde een lange gedachtepauze. Herman wist zo gauw niet hoe te reageren. Hij vertrouwde zijn intuïtie en hield zich stil. Uit ervaring had hij geleerd dat teveel weten over de sores van zijn patiënt hem niet vrolijker maakte. Om te zorgen dat hij zelf niet teveel betrokken raakte, zette hij in zijn verbeelding een thermopane raam tussen de patiënt en zichzelf. Zo voelde hij de kou minder, terwijl het licht wel tot hem kwam. Hij moest wel met haar in contact blijven. - Hoe was de reactie op vorige keer? - Beroerd ... de hele week, vier tot vijf dagen is dat zo geweest ... - Zijn dat nachtmerries en voel je je daardoor overdag rot? - Ja, het rakelt een heleboel op natuurlijk ... - Is dat de hoofdreden waarvoor je naar je psychiater, mevrouw B gaat?... - Ja ... maar ik wil daar weg. Ik moet nog jaren doorgaan, maar ik wil niet steeds in die afhankelijkheidsrol zitten ... ik heb er nu een jaar gepraat en dit gebit komt er nu, ik zet er maar een punt achter ... Herman vond dat niet zo’n goed idee van haar, maar hield wijselijk zijn mond. Haar ervan overtuigen dat voortzetten van de therapie belangrijk was, viel buiten zijn tandheelkunde competentie en was de zorg van de psychiater. Hij vond dat er nu wel voldoende gepraat was - praatjes vullen geen gaatjes - en hij vertelde wat hij deze keer van plan was. Met maatlepels zou hij nieuwe afdrukken maken en daarna de ruimte tussen de kaakwallen bepalen. Dat hij zich ook zorgen maakte over de emotionele kant, verzweeg hij voor haar. De oude prothese was een belangrijke schakel in de herinneringen aan een traumatisch huwelijk. Afscheid daarvan nemen kon wel eens problematischer zijn dan ze zich realiseerde. Hij zou daarom niet verbaasd zijn wanneer ze straks gevoelsmatig moeilijk aan haar nieuwe prothese zou kunnen wennen.
Om dit gemakkelijker voor haar te maken, wilde hij in een lichte trance de twee conflicterende delen in haar laten onderhandelen. Eén deel dat weerstand bood aan het maken van een nieuwe prothese en het andere deel dat haar ertoe had gebracht toch naar de tandarts te gaan. Eerst wilde hij haar nieuwsgierigheid opwekken. Nieuwsgierigheid zou ze goed kunnen gebruiken om onverwachte dingen te accepteren. Nieuwsgierigheid vormde een goede bondgenoot tegen een mogelijke weerstand. Hij ging dit opwekken door in heel vage taal te vertellen wat hij zo ongeveer van plan was. Terwijl hij zich nadrukkelijk bezighield met het corrigeren en aanpassen van afdruklepels, zei hij: - Je praat waarschijnlijk weleens tegen jezelf, nietwaar? - Soms ... - Dat verschijnsel kennen de meeste mensen wel ... Herman merkte een zekere terughoudendheid en reageerde daar op. - Wat gebeurt er nu? ... - Ik ben bang ... goed, ga verder ... ... - Dat wat je hindert noemen we voor het gemak even ‘rood’ ... alles wat dat omvat noemen we ‘rood’... en dat wat je graag wilt veranderen, waarvan je graag wilt dat het gebeurt, dat wordt uiteindelijk ‘groen’ ... daarmee hebben we dan alles benoemd ... Titia mompelde iets onverstaanbaars met ‘rood’ erin ... Wat ze precies zei, vond Herman niet zo belangrijk, hij wilde haar nu vooral uit haar ‘denkhoofd’ houden. Omdat hij niet zo gauw iets wist te zeggen, gebruikte hij een van zijn ‘voorraadzinnen.’i - Goed, laat maar gebeuren wat gebeurt, alles is goed, Titia ... - Voel je dat het deel van jou dat ‘rood’ veroorzaakt, er de beste bedoelingen mee heeft? Er viel een pauze, ze keken elkaar aan en dat voelde goed. - Natuurlijk ... ja ... Herman praatte verder zonder Titia expliciet in een verdiepte ontspanning te brengen. Hij sprak wel synchroon met haar uitademing en dat vormde een anker voor de trance die ze vorige keer had bereikt. - Is het nu mogelijk om in jezelf te keren en dat deel dat ‘rood’ veroorzaakt te bedanken voor alles waar het je voor heeft behoed... voor alles waar het je voor heeft beschermd en dat nog steeds doet tot op dit moment ... alleen de manier waarop en de manier waarop het uitwerkt, daar zouden we graag verandering in brengen ... Herman sprak over dat deel alsof het een persoon was en toonde het zijn respect. Hij wilde dat deel uitnodigen te onderhandelen met een ander deel binnen Titia. - Zo heb je ook een creatief deel in jezelf ... dat is heel goed ontwikkeld, dat weet je best ... ... en je zou het creatieve deel in jezelf kunnen zeggen ...“stuk in mij dat creatief is, help het deel dat ‘rood’ veroorzaakt en daar verantwoordelijk is ... aan nieuwe ideeën, zonder dat dat deel daar verantwoordelijkheid voor draagt, een soort brainstormen dus, zodat dat gedeelte dat je ‘rood’ bezorgt uit al die mogelijke oplossingen
er minimaal drie kiest die op zijn minst een even goed resultaat geven in overeenstemming met de bedoelingen, maar liever nog een beter resultaat ... dat kun je die delen in jezelf vragen ... en als je je nu gevoelig maakt voor de signalen die in je lichaam kunnen ontstaan ... dan kun je me waarschijnlijk vertellen waar je nu iets voelt veranderen in je lichaam ... gewoon een signaal ... of een beeld dat in je opkomt ... of dat je iets hoort ... of iets voelt ... maak je daar nu maar gevoelig voor ... als teken dat die twee delen met elkaar willen communiceren ... Er viel een pauze. Titia staarde voor zich uit en Herman lette op de kleinste bewegingen van haar lichaam die als een onwillekeurig signaal zouden kunnen worden opgevat. Intussen suggereerde hij mogelijke signalen die alleen zij zou kunnen waarnemen. - En dat kunnen heel vreemde dingen zijn ... spanning in de maag... spanning in de schouders ... een extra warmtegevoel ... in de handen of een roodwordend oor ... Herman nam een iets langere pauze en bleef opletten. - je vraagt dus of die beide delen via gewaarwordingen tot je bewustzijn willen komen... Herman zag Titia roerloos zitten en vertrouwde erop dat haar onderbewuste flink aan het werk was. - En je kunt het allemaal voor je houden ... niemand heeft er iets mee te maken ... het is helemaal van jou ... en laat je rustig gaan ... je wordt uitstekend beschermd door jezelf ... en het kost tijd om je te laten gaan ... en er is een drempel, maar achter die drempel is een nieuwe wereld ... een wereld van oplossingen die jijzelf aandraagt ... misschien hoor je in de muziek een zekere weemoed, een zeker afscheid ... Herman verrolde zijn stoeltje weer iets, zijn stem kwam uit een andere richting, als teken dat de situatie nu veranderde. - Sluit je gedachten en gevoelens maar wat af ... rond ze af ... Herman raakte haar vingerknokkel aan waar hij de vorige keer goede gevoelens aan had gekoppeld. - En dit gevoel, laat dat in je opkomen ... dat sterke gevoel ... Met een andere stem vroeg Herman: - Ben je klaar Titia? - Ja hoor, natuurlijk ... Herman vroeg niet meer na wat er bij Titia was gebeurd, hij vertrouwde erop dat zijn suggesties waren aangekomen. Hij zette de behandelstoel weer rechtop en keek in haar mond.
Het slijmvlies onder de prothese was bleekroze, de flaby ridge voelde stevig aan, de zwelling was verdwenen. Precies wat Herman had gehoopt. Titia had geen last meer gehad van ‘zweertjes’, haar prothese had nog nooit zo lekker gezeten. Herman maakte zonder problemen nieuwe afdrukken. De relatie van de kaken ten opzicht van elkaar werd bepaald en de kleur van de tanden uitgezocht. De behandeling voor die keer was klaar, Titia kreeg een nieuwe afspraak mee. Toen zij weg was, bleef Herman enigszins verward achter; hij had geen idee wat de behandeling Titia op psychisch niveau had opgeleverd. Er naar vragen wilde hij niet, omdat het naar zijn mening te gevoelig lag. Hij vertrouwde er maar op dat hij een werktuig was geweest van de energie uit het Universele Veld van Liefde. Vierde bezoek Die keer was een kort bezoek waarin de prothese “in was” gepast werd. Vijfde bezoek Twee weken later was de prothese definitief klaar en werd na kleine correcties afgeleverd Dat zou het einde van hun contact betekenen, maar ze vonden het beiden leuk elkaar af en toe nog eens te ontmoeten. Ze maakten echter geen afspraak. Het leven ging verder en Herman en Titia zagen elkaar twee jaar lang niet. Beider leven veranderde drastisch in korte tijd .... Titia ging regelmatig naar een literair café, gaf een gedichtenbundel uit en had inmiddels een vriendin ontmoet met wie ze ging samenwonen. Herman en zijn vrouw verbraken hun onbevredigende relatie en vroegen echtscheiding aan. Herman verhuisde naar de stad Groningen. Toevallig kwam hij in de buurt van het literaire café te wonen. Zo kwamen ze twee jaar na het eerste patiëntencontact elkaar op straat tegen en raakten aan de praat. Ze spraken af de volgende avond te gaan eten in een restaurant. Die avond kreeg Herman haar gedichtenbundeltje ‘WAAR DE EERSTE SNEEUW’ cadeau. Titia had er kort ervoor een prijs mee gewonnen. Toen ze afscheid namen, spraken ze af nog eens vaker samen te gaan eten. Thuisgekomen las Herman in de bundel een paar compacte gedichten over haar strijd in een gewelddadig huwelijk, het verlies van een jong kind en de warmte van een nieuwe liefde. Herman keek in een binnenwereld die hem onbekend was. Niet lang daarna las hij tot zijn schrik in de krant haar overlijdensadvertentie. Enkel een kleine aankondiging van een hulpverlenende instantie. Hij ging naar de crematie. In een lege zaal zat één vrouw. Hij herkende haar als de buurvrouw aan de overzijde van de straat. Twee mensen op het afscheid van je leven, kon het triester?
Een crematie in eenzaamheid, geen vriendin, geen van haar kinderen. Zouden die het wel geweten hebben? Geen bekenden van het literaire café, niemand. Een beroepsmatig woordje van de uitvaartleider als afscheid. Dat een moeizaam leven zo weinig indruk had gemaakt, vond Herman nog het meest droevige.