De stoel in de bus | Een handleiding voor goed zitten
Adviezen voor buschauffeurs van Arriva
in opdracht van
1
Wat leest u in deze handleiding? Deze handleiding is bestemd voor buschauffeurs van Arriva. U vindt hier uitleg over de instelmogelijkheden van uw stoel in de bus; de plek waar u veel van uw werktijd doorbrengt. Als de stoel goed is ingesteld maakt dit dat u comfortabel zit en uw werk nu en in de toekomst goed kunt verrichten. Het voorkomt ook fysieke klachten. Daarom is het belangrijk dat u even aandacht besteedt aan de instelling van uw stoel. Een goede werkhouding houdt u fit en verhoogt ook uw werkplezier! Vragen die in deze handleiding beantwoord worden zijn: Welke instelmogelijkheden heeft de stoel? Hoe stelt u de stoel voor u persoonlijk in? Op welke manier kan de zithouding aangepast worden aan de bediening? Waarom is het belangrijk regelmatig van zithouding te wisselen? De volgende hoofdstukken komen langs: 1. De instelmogelijkheden van de stoel in de 8000-serie (merk: SAVAS) 2. De instelmogelijkheden van de stoel in de 8400-serie/Optare (merk: Isringhausen) 3. Het instellen van uw stoel: uw persoonlijke basisinstelling 4. Variaties in zithouding
2
1. De instelmogelijkheden van de stoel in de 8000-serie (SAVAS) De SAVAS-stoel in de bus uit de 8000-serie heeft een aantal instelmogelijkheden. Deze mogelijkheden worden in dit eerste hoofdstuk op een rij gezet. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe u deze stoel op de juiste maat kunt instellen voor uw eigen situatie en lichaam, zodat u goed achter het stuur zit. De instelmogelijkheden: 1. Zithoogte Draaien 2. Draaien van de hele stoel 3. Afstand tot de pedalen 4. Kanteling van de hele stoel 5. Zitdiepte 6. Hoekverstelling rugleuning 7. Hoofdsteun hoger of lager 8. Lordosesteun dikker of dunner 1. Zithoogte Onder de stoel aan de rechterkant vindt u gele grepen. Door de onderste greep naar boven te trekken, zoals de groene pijl aangeeft in afbeelding 1, kunt u de stoel hoger of lager zetten. Dit is hetzelfde als bij een bureaustoel (zie de gele pijlen in afb. 1).
Afb. 1: Zithoogte
2. Draaien van de hele stoel De stoel kan draaien op de kolom waarmee de stoel bevestigd is op de vloer. Als u op de stoel zit kunt u het pedaal intrappen wat zich onder aan de stoelkolom bevindt, zoals te zien bij de groene pijl in afbeelding 2. Zolang als u het pedaal ingedrukt houdt kunt u de stoel draaien door u af te zetten met uw benen en uw handen. Afb. 2: Draaien van de stoel 3
3. Afstand tot de pedalen Aan de voorzijde, direct onder de zitting van de stoel, zit een beugel. Door deze omhoog te trekken, zoals in afbeelding 3, kan de hele stoel naar achteren of naar voren geschoven worden. 4. Kanteling van de hele stoel Aan de rechterzijde van de stoel vindt u vooraan een oranje greep zoals te zien is bij de groene pijl in Afb. 3: Afstand tot de stuurtafel afbeelding 4. Wanneer u deze greep naar boven trekt kan de hele stoel iets naar voren of naar achteren gekanteld worden. Zo kan gevarieerd worden tussen een actieve zithouding (stoel naar voren gekanteld), een neutrale en een ontspannen zithouding (stoel naar achteren gekanteld). 5. Zitdiepte Achteraan, net onder de zitting, zit zowel links als rechts een kleine gele hendel. De zitting wordt ontgrendeld door de hendel omhoog te trekken. Dan kan de zitting naar voren of naar Afb. 4: Kanteling van de stoel achteren geschoven worden. Dit wordt getoond in afbeelding 5. De rugleuning beweegt hierbij niet mee.
Afb. 5: Zitdiepte instellen
4
6. Hoekverstelling rugleuning Aan de rechterzijde zit (onder de hendel van de zitdiepte, punt 5) een hendel om de rugleuning mee te ontgrendelen. Zie de groene pijl in afbeelding 6. Door deze hendel omhoog te trekken kan de hoek van de rugleuning ingesteld worden. De zitting beweegt hierbij niet mee. 7. Hoofdsteun hoger of lager De hoofdsteun is niet vergrendeld en kan met de hand in hoogte versteld worden, zoals in afbeelding 7 met de gele pijlen aangegeven wordt.
Afb. 6: Hoekverstelling rugleuning
8. Lordosesteun dikker of dunner Onder in de rugleuning zit een instelbaar kussen. Dit is de zgn. lordosesteun (de “lordose” is de kromming van de onderrug en is te zien in afbeelding 8a). Door aan de knop te draaien die zich rechts op de zijkant van de rugleuning bevindt (zie groene pijlen op afbeelding 8b) kan de dikte van dit kussen ingesteld worden. Afb. 7: Hoofdsteun verstelling
Afb. 8a: Gebied van de lordose
Afb. 8b: Lordosesteun dikker of dunner maken 5
2. De instelmogelijkheden van de stoel in de 8400-serie/Optare De stoel in de bus met de 8400-serie/Optare (merk: Isringhausen) heeft een aantal instelmogelijkheden. Deze mogelijkheden worden in dit hoofdstuk op een rij gezet. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 uitgelegd hoe u de stoel op de juiste maat kunt instellen voor uw eigen situatie en lichaam, zodat u goed achter het stuur zit. De instelmogelijkheden zijn: 1. Zithoogte 2. Mate van vering 3. Stoel in de laagste stand (lucht uit de vering) 4. Afstand tot de pedalen 5. Kanteling van de hele stoel 6. Zitdiepte 7. Hoekverstelling rugleuning 8. Hoofdsteun 9. Lendensteun smaller of breder 10. Lordosesteun dikker of dunner 11. Hoek instellen armleggers 1. Zithoogte Aan de rechterzijde van de stoelzitting vindt u een grijze greep. Door de greep naar boven te trekken, zoals de groene pijl aangeeft in het linkerplaatje van afbeelding 9, kunt u de stoel omhoog bewegen. Door op dezelfde greep te drúkken beweegt u de stoel naar beneden, zoals in het rechtse plaatje van afbeelding 9.
Afb. 9: Zithoogte instellen
6
2. Mate van vering De stoel heeft luchtvering. De mate van vering kunt u verkleinen door de knop in te drukken die aangewezen wordt in afbeelding 10. Door deze langer ingedrukt te houden verdwijnt de vering helemaal. Door dezelfde knop omhoog te trekken krijgt de stoel steeds meer vering. 3. Stoel in de laagste stand (lucht uit de Afb. 10: Vering verminderen vering) Op afbeelding 11 wordt de knop bediend die de lucht uit de luchtvering laat lopen. Hierdoor kan de stoel nog lager gezet worden als in de laagste stand bij het instellen van de zithoogte (zie punt 1). U heeft dan echter geen vering meer. Afb. 11: Ontluchten vering
4. Afstand tot de pedalen Aan de voorzijde van de stoel, direct onder de zitting, vindt u een beugel. Door deze naar boven te trekken, zoals de groene pijl in afbeelding 12 aangeeft, kan de hele stoel naar achteren of naar voren Afb. 12: Afstand tot de pedalen geschoven worden.
5. Kanteling van de hele stoel Aan de voorzijde van de stoelzitting vindt u twee grijze grepen. Voor kanteling van de stoel is de rechter greep bedoeld (zie afbeelding 13). Als u deze greep naar boven trekt zoals bij de groene pijl getoond wordt, kan de hele stoel naar voren of naar achteren gekanteld worden. Zo kunt u variëren tussen een actieve zithouding (stoel naar voren gekanteld), een neutrale en een ontspannen zithouding (stoel naar achteren gekanteld). Afb. 13: Kanteling stoel 7
6. Zitdiepte Aan de voorzijde van de stoelzitting is de linker grijze greep, zoals getoond wordt in afbeelding 14, bedoeld voor het instellen van de zitdiepte. Wanneer deze greep naar boven getrokken wordt kan de zitting naar voren of naar achteren geschoven worden (zie gele pijlen). 7. Hoekverstelling rugleuning Aan de zijkant van de zitting zitten Afb. 14: Zitdiepte instellen rechts achteraan twee grijze grepen. De achterste greep is bedoeld om de rugleuning te kunnen ontgrendelen. Door deze greep omhoog te trekken, zoals in afbeelding 15, kan de rugleuning naar achteren of naar voren gekanteld worden. De zitting beweegt hierbij niet. 8. Hoofdsteun Met de voorste van de twee grijze grepen (zie ook punt 7) kan de afstand van de hoofdsteun tot het Afb. 15: Hoekverstelling rugleuning hoofd ingesteld worden. Dit doet u door de greep omhoog te trekken. Daarmee wordt de hoofdsteun ontgrendeld en door een veerspanning beweegt hij vanzelf richting uw hoofd. Door met uw hoofd tegen de steun te drukken als u de greep omhoog trekt kunt u de steun naar achteren zetten. Op afbeelding 16 ziet u de mogelijke beweging van de Afb. 16: Hoofdsteun instelling hoofdsteun.
8
9. Lendensteun smaller of breder Aan de rechterzijde van de zitting zitten drie kleine drukknoppen. Vanaf de zijkant gezien maakt de linkerknop de lendensteunen smaller of breder. De lendensteunen zijn de twee “wangen” links en rechts op de rugleuning. De instelling hiervan is te zien op afbeelding 17. 10. Lordosesteun dikker of dunner Afb. 17: Lendensteun De “lordose” is de holling in onze onderrug. breder of smaller In afbeelding 18a wordt deze aangewezen. Een lordosesteun in een stoel vult die holling in de onderrug op. Het is heel persoonlijk of u dat prettig vindt en of dit nodig is. De dikte van de lordosesteun kan worden ingesteld met de twee rechter Afb. 18b: Lordosesteun dikker of dunner maken knoppen die zich naast die van de lendensteun bevinden. Deze twee knoppen zijn te zien op afbeelding 18b. Met de aangewezen knop kan het hoge deel van de lordosesteun ingesteld worden. Met de Afb. 18a: Gebied van knop rechts daarvan stelt u het lage deel van de lordosesteun in. de lordose 11. Hoek instellen armleggers De hoek die de armleggers met de rugleuning maken stelt u in door te draaien aan de knop die zich vooraan onder de armlegger bevindt, zie de groene pijl in afbeelding 19 (in een helemaal weggeklapte armlegger). Met het instellen van de hoek kan een comfortabele positie gevonden Afb. 19: Armsteun worden om de armen in te laten rusten tijdens het rijden van lange rechte stukken. De armleggers kunnen ook weggeklapt worden langs de rugleuning. 9
3. Het instellen van uw stoel: uw persoonlijke basisinstelling In dit hoofdstuk wordt in twee stappen uitgelegd hoe u de stoel kunt instellen in een basisinstelling waarin u prettig kunt werken. Deze twee stappen doet u de eerste (paar) keer dat u uw stoel instelt ná elkaar. Dit is nodig om een gevoel te krijgen bij de juiste basisinstelling. Zodra u dit gevoel heeft kunt u Stap 1 en 2 voortaan combineren op het moment dat u een nieuwe rit begint. Stap 1. Stel de stoel zó in dat u prettig zit. Om te beginnen: Hele stoel naar achteren: neem plaats op de stoel en schuif de hele stoel maximaal naar achteren. Armleuningen weg: klap de armleuningen helemaal weg (indien aanwezig). Zitting horizontaal: kantel de stoel in de stand waarbij de zitting horizontaal (vlak) is. Lordose- en lendensteun weg: stel de lordosesteun, en eventueel de lendensteun, zo in dat u ze niet meer voelt. Vervolgens: 1. Stoelhoogte: stel de hoogte van de stoel zó in dat uw voeten op de vloer rusten waarbij uw bovenbenen een hoek maken van ongeveer 100 graden met uw onderbenen; uw voeten staan dus niet recht onder de knie (zie ook figuur 1). Zijn uw bovenbenen prettig ondersteund door de zitting? De voorrand van de stoelzitting mag de benen niet afknellen (dan staat de zitting te hoog). 2. Zitdiepte: stel nu de juiste zitdiepte in waarbij u 5 cm ruimte houdt tussen de voorzijde van het zitkussen en de knieholte. 3. Hoek rugleuning: draai de rugleuning in een voor u comfortabele hoek. De geadviseerde hoek tussen zitting en rugleuning is ongeveer 100 graden. 4. Lordosesteun: door de lordosesteun dikker of dunner te maken kunt u de rugleuning (beter) laten aansluiten aan uw rug als u dat prettig vindt. Probeert u uit hoe dit voelt. 10
5. Lendensteun (alleen 8400-serie/Optare): stel de lendensteun zo in dat uw onderrug zijdelings prettig gesteund wordt. 6. Hoofdsteun (alleen 8000-serie): stel de hoofdsteun zo in dat de de bolling van de hoofdsteun op ooghoogte zit. 7. Hoofdsteun (alle bussen): zet de hoofdsteun zo dicht mogelijk bij uw hoofd (door deze naar voren of achteren te bewegen).
±100°
5 cm
Figuur 1: Schematische weergave van de bestuurders-plaats.
Hiermee is Stap 1 afgerond. Als het goed is, heeft u nu een aangename basis-zithouding. U kunt dan verder met Stap 2.
11
Stap 2. Stel de stoel in t.o.v. de pedalen en stel het stuur goed in. •
•
Gehele stoel: zet de stoel in zijn geheel naar voren zodat u de pedalen goed kunt bedienen en uw bovenbenen dezelfde ondersteuning van de zitting houden als in Stap 1. In deze nieuwe houding wordt uw kniehoek iets groter. Het stuur: tot slot stelt u het stuur goed in. Een richtlijn voor het afstellen van de stuurafstand is dat u met gestrekte arm de bovenkant van het stuur ontspannen vast kunt pakken. Dit ziet u in figuur 2. Het stuur is in hoek en in afstand te verstellen door de stuurvergrendeling los te maken.
±110°
5 cm
Figuur 2: Schematische weergave van de bestuurdersplaats.
Uitstappen Heeft u weinig ruimte om uit de stoel te stappen? Dit kan met name het geval zijn bij de Isringhausen-stoelen in de 8400-serie en Optare bussen. Dan kunt u één of meer van de volgende dingen doen voordat u uitstapt: - Schuif de stoel naar achteren. - Haal de vering uit de stoel door de lucht er uit te laten lopen (dan komt de stoel niet mee omhoog). - Stel de stoelhoogte lager in.
12
4. Variaties in zithouding Als u Stap 1 en 2 uit het voorgaande hoofdstuk doorlopen heeft is uw stoel goed ingesteld. Dit is de basisinstelling van uw stoel waarin u goed zit en ontspannen kunt werken. En nu gaan wij u adviseren om de stoel niet altijd in deze instelling te laten staan! Kantel de stoel eens achterover of ga even op het puntje van uw stoel zitten. Als u namelijk regelmatig verandert van houding (ongeveer iedere 10 minuten) komt dit uw fitheid aan het einde van de dag ten goede. Dit lijkt tegenstrijdig met de eerdere adviezen voor een goede instelling van de stoel, maar afwisseling in houding, als u zittend werk verricht, is heel belangrijk. Dit is eenvoudig te bereiken door regelmatig zelf een andere houding aan te nemen in de stoel en gebruik te maken van de verschillende instelmogelijkheden van de stoel, zoals de stoelhoogte, zittingdiepte en de stand van de rugleuning. Soms zit u wat lager, soms wat onderuit, soms meer naar voren en soms gebruikt u de rugleuning even niet. U kunt voor een ontspannen zit ook afwisselend de armsteunen gebruiken, maar die zitten alleen aan de stoelen van de 8400serie/Optare. Bewegen tussen het zitten door is ook belangrijk. U voelt zich fitter aan het einde van de dag wanneer u uw zittende werk als chauffeur regelmatig afwisselt met bijvoorbeeld een (korte) wandeling. Wanneer u bijvoorbeeld wacht op de volgende dienst, of wanneer u even stilstaat op de eindhalte, is het raadzaam de benen te strekken en wat te wandelen. Als u er de tijd voor heeft natuurlijk. Mocht u uw stoel niet goed ingesteld krijgen of fysieke klachten hebben op uw werkplek, dan kunt u altijd een spreekuur aanvragen voor ergonomisch advies.
13
14
Dit is een uitgave van Raadgevendbureau Speelman, in opdracht van Arriva Nederland. September 2013 | Oplage 350 Bestemd voor de buschauffeurs van Arriva.
15