Gemeente van Christus,
1 Johannes 5:1-9, Doop
Een collega uit Den Haag vertelde me eens over een migrantenkerk bij hem in de buurt. De Victory-Church. Een kerk van kleurlingen. De meeste leden komen uit Ghana. De dominee uit Nigeria. Maatschappelijk gezien is het leven van de meeste van deze mensen niet heel geweldig. Weinig perspectief, ronduit armoede soms, een omgeving met veel criminaliteit. Maar hun kerk noemden ze dus Victory-Church. Overwinningskerk, betekent dat letterlijk Kennelijk is dat waar zij aan denken bij geloven: Victory, overwinning. Ondanks alle moeilijkheden en beperkingen waar ze in hun dagelijks bestaan tegen aanlopen, noemen ze zich zò. Het deed me denken aan wat een andere collega me eens zei over christenen die hij in Kenia had ontmoet, in de tijd dat hij daar als zendeling werkte. Mensen in een leven van miserabele omstandigheden vaak, nauwelijks mogelijkheden om je te ontplooien. Maar als die christenen in Kenia het over hun leven met God hadden, spraken ze over een ‘victorious life’: overwinnend leven. Geloven: overwinnend leven. De gemeente: kerk van de overwinning… Het is ons misschien wat te triomfantelijk. Zo’n halleluja-christendom, handjes in de lucht en altijd maar blij zijn? Ja, maar zo is het leven toch niet? Zo voelt het ook niet, ook niet als je christen bent? Ook de Doop vanmorgen is toch niet een soort verzekering voor succes of zo, of dat leed en verdriet jou blijft bespaard. Velen van ons weten wel beter, verdrietig genoeg. En toch…, de apostel Johannes, uit wiens eerste brief we vanmorgen weer eens lazen…, hij zou wel blij mee zijn geweest, denk ik. Victory Church, overwinningskerk. Geloven, christen-zijn als ‘victorious life’: overwinnend leven. Als ik afga op de verzen die we lazen uit zijn brief, is het zelfs de spijker op de kop: Drie keer maar liefst kom ik dat woord ‘overwinnen’ daar tegen. Geloven is overwinnen. Geloven dat Jezus de christus is, de Zoon van God is, dat is de kern van dat leven. Daar begon ons Bijbelgedeelte ook mee: ‘Ieder die gelooft dat Jezus de christus is…’. Ja, dan ben je uit God geboren, staat daar dan meteen bij. Dat is een mooie zin, zeker in een doopdienst als vandaag… Het gaat over geboren worden. Een geboorte, nou wat het wonder het is, dat hebben jullie, Matthijs en Joanne opnieuw mogen ervaren met de geboorte van Noor. Met deze dienst brengen we God ook de dank voor het nieuwe leven dat Hij jullie toevertrouwde. Een doopdienst is ook een dankdienst. En tegelijk gaat het in een doopdienst over wat de apostel Johannes in dat eerste vers met datzelfde beeld van een geboorte aan de orde stelt – en wat we elkaar en ook de kleine Noor als het allermooiste mogen toewensen, namelijk dat we ook ‘uit God geboren zullen zijn’.
Dat blijft een spannend zinnetje, want ja, dat is nog al wat. Uit God geboren, ben ik dat wel? Soms denken mensen aan heel bijzondere ervaringen die je moet hebben, voordat je dat mag zeggen. De apostel Johannes, bij wie we dat beeld van ‘opnieuw geboren worden’ vooral tegenkomen– in zijn evangelie en in zijn brieven -, hij heeft dat nooit zo bedoeld. O ja, God werkt op allerlei manieren in levens en harten van mensen in, ook in innerlijke ervaringen, maar dat is nooit een voorwaarde vooraf. ‘Iedereen die gelooft dat Jezus de christus, is uit God geboren’. Zo heel gewoon en nuchter eigenlijk staat het er in vers 1. En dan denk ik: dan moet ik ook niet wijzer dan de Bijbel willen zijn. Als ik mijn hand leg op de belofte van God in de Bijbel, het evangelie van de Here Jezus aanneem…, ja dan mag ik weten dat ik daarmee in een heel nieuw bestaan mag delen. Leven met God, leven als zijn kind. Leven van zijn genade, vergeving, liefde. Leven naar zijn geboden, richtlijnen, beloften. Ja, zo groot, zo nieuw is dat leven met God, zo radicaal vernieuwend is het, dat je het met de Bijbel een tweede geboorte mag noemen. Zo nieuw is dit spoor van Jezus dat je in je leven mag volgen. God zelf heeft het als iets heel nieuws in jouw leven gelegd, het is niet maar van jezelf of uit jezelf, God is daarin aan het werk. En tegelijk, heel ‘basic’ staat het er: Ieder die gelooft dat Jezus de christus is…. Dat is toevertrouwen, overgave, gebed, afhankelijk willen zijn…, dan mag je het weten: ik ben ‘uit God geboren’. En ja, daarop volgen dan in ons gedeelte die hoge woorden van overwinning en overwinnend leven. Victory church en victorious life… Nee, niet als een makkelijke verzekering tegen nood en ongeval, geen garantie tegen strijd en moeilijkheden; misschien is het juist wel andersom als je gelooft in Jezus. Die christenen in de gemeente van Johannes zaten midden in de vervolging. Geloven is niet de makkelijkste weg, ook in onze tijd niet. Als jij jouw leven wilt voegen in het geloof dat er een God is die een plan heeft met deze wereld en een bedoeling met jouw leven…, wat haal je je misschien wel op de hals? Het zou misschien wel veel makkelijker zijn om je leven te beperken tot wat voor ogen is en zich als materiaal zichtbaar en tastbaar in je leven aandient, en je peurt er uit wat er in zit in de 80 jaar dat je hier op aarde rondloopt, en dan heb je hopelijk een mooi leven gehad, en dat is het dan. Dat is ergens toch veel makkelijker dan dat vreemde geloof dat die rabbi Jezus van Nazareth, die 2000 jaar geleden in Israël rondliep, de messias is: Gods Zoon die Gods Koninkrijk op aarde deed doorbreken, en dat je er goed aan doet je leven te bouwen op wat Hij zei en deed. Maar Johannes zegt in onze tekst mee met die enthousiaste Ghanezen in Den Haag en die uitbundige armoedzaaiers in Kenya: dat is victorious life, overwinnend leven. Want je mag leren leven met het oog op waar je als mens voor bedoeld bent. Meer dan het gewone, meer dan het materiële; ja die dingen doen ook mee, die mogen er zijn, je mag je dankbaar ontvangen en genieten. Maar je mag ze elke dag weer plaatsen in dat grote perspectief van wat God jou in de Bijbel voorhoudt, het perspectief van Jezus, het uitzicht van een Rijk waarin mensen en dingen tot hun bestemming komen. En nu al mag je daar in gaan staan, nu al mag je daar stukjes van ervaren ook. En zo weet je onderweg, opgenomen in die geweldige beweging van Gods Koninkrijk.
‘Victorious life’, overwinnend leven. Ik mag op een fundament staan dat nooit zal bezwijken. Ik mag een houvast kennen dat het niet begeeft. Ik mag een richtpunt in m’n leven hebben dat het in het goede perspectief zet: Gods perspectief. En het teken van zo’n overwinnend leven? Dat is dus de Doop. Want als we dan verder lezen, ja dan gaat het al heel snel over water: doopwater. ‘Jezus is gekomen door water’, schrijft Johannes. Water, het blijft een bijzonder symbool in de kerk. Water, het komt gewoon uit de kraan, meer moet je er niet van maken, het is niet magisch of zo. Maar wat een kracht, omdat God er zijn belofte aan verbindt. Water dat schoonwast, reinigt, al het vuil eraf. Zo nu wil God dat doen bij ons, in ons; al dat kwaad dat dreigt, het verkeerde, zonde; dat wat je bij God en je naaste weghoudt en waar je als mens hoe dan ook in deelt, weg ermee. Dat is de belofte, verbonden met die paar handjes water, ook vanmorgen. En dat begon bij onze Heer Jezus. Jezus is gekomen door water… Je kunt dan denken aan de doop van Jezus zelf. U en jij kent het verhaal misschien wel, bij de Jordaan met Johannes de Doper Toen bleek dat deze Jezus bij uitstek rechtvaardig was, als enige eigenlijk die doop niet nodig had. Maar toch ging Hij in dat water staan, werd Hij één met ons, één van ons. Jezus is gekomen door water… Dat is ook een beeld van de weg die Hij moest gaan. Zijn lijdensweg, die Hem aan een kruis bracht. Zelf noemde Hij dat ‘de Doop waarmee Ik gedoopt moet worden’. Kopje onder ging Hij, verzonden in het water van lijden en dood. Voor ons deed Hij dat. Ja, dan snap je ook de verbinding met dat andere woord in datzelfde vers: het bloed. Jezus is gekomen door water en bloed. Niet door water alleen… zegt Johannes erbij en daarmee zet hij een streep onder wat Jezus ervoor heeft moeten doen. Hoe Hij zijn leven gaf, zijn liefde gaf, het zit allemaal in dat woordje ‘bloed’. En zo mag het vanuit zijn Doop - zijn doop in de Jordaan en de doop van zijn lijden – zo mag het komen tot onze doop. De Doop van de kleine Noor vanmorgen. Het water waarmee de Here Jezus ook naar haar toekomt. Waarmee Hij haar wast, rein maakt, rein verklaart. Een nieuw begin in Gods naam, “je bent uit God geboren”. Zo mag je daar als ouders met je kleine kind vandaag in geloof in gaan staan. De doop als teken van overwinnend leven, je geschonken door de Here Jezus. En daar mag je kind dan ook van gaan vertellen als ze groter wordt, je mag haar er in voorgaan. En daarbij mag je de leiding zoeken van de heilige Geest. De apostel Johannes heeft namelijk ook nog heel nadrukkelijk over de heilige Geest, in dat stuk dat we lazen. Eerst ging het over Jezus, gekomen door water en bloed.
Maar dan meteen daarna ook de Geest: “En de Geest getuigt ervan, omdat de Geest de waarheid is.” De Geest getuigt. Dat roept het beeld op van een rechtszaak, een rechtsgeding. Nou, daar gaat het hier ook over. Een rechtszaak die al 20 eeuwen in onze wereld aan de gang is. Inzet is, wat ik dan maar noem met woorden uit onze tekst: het water en het bloed waardoor Jezus kwam. De inzet van het geding dat al 2000 jaar wereldwijd gaande is: wat je daar nou toch van denken moet. Onzin, zeggen velen, en zo is het vanaf het begin geweest. Een mooi verhaal, maar wel van vroeger; ik kan er niks meer mee, zeggen anderen. Ik zou het misschien wel willen, maar het kost me te veel, zegt iemand die de boodschap van Jezus best goed heeft begrepen, maar niet de vreugde ervan heeft opgepikt. De rechtszaak rond Jezus: water en bloed. Het geding dat je– ach, zullen we maar eerlijk zijn – ook als gedegen kerkganger en toegewijd christen van tijd tot tijd kunt ervaren, in je eigen bange, weifelende hart. Dat je ook als doopouders kunt ervaren bij de opvoeding van je kinderen. En je loopt tegen barrières aan als dingen zo anders gaan dan je dacht, bij je kind of ook bij jezelf? Ja, hoe moet dat nou? De apostel Johannes zegt jou dan: joh, weet nou maar: de Geest getuigt. Hij staat als het ware naast jou voor de rechtbank van deze wereld met al die verschillende meningen en gevoelens, en Hij getuigt. In harten van mensen doet Hij dat. Ook in jouw hart wil Hij dat. Kracht, vrucht, gaven van God schenkt deze Geest. Troost en bemoediging geeft Hij. De Geest getuigt. Ook de Doop is een getuigenis van de Heilige Geest. Het zichtbare teken van Gods trouw, zo zeker als dat water op Noor’s hoofdje wordt gesprenkeld, zo zeker mag je zijn van Gods liefde voor haar. Me dunkt, dat is een getuigenis: getuigenis van de Geest. En ook de Geest verbindt zijn naam aan de Doop, en Hij belooft dat Hij ook in Noor’s hart wil wonen en haar leven nieuw wil maken. En zo zijn er drie getuigen, schrijft Johannes nog: Geest, water en bloed. Drie getuigen zijn het. Het valt ons misschien niet meteen op, maar elke lezer in die tijd dacht meteen aan het oude bijbelse gebod dat je twee of drie getuigen nodig had, en dan stond een zaak vast. Het staat in het boek Deuteronomium, daar ga ik u en jou nu niet verder mee lastig vallen. Maar Johannes zegt: Als dat bij mensen al zo is, zul je het dan ook niet van God aannemen? Dit drievoudige getuigenis…: leef er maar uit, durf het maar aan. Zeg er ‘amen’ op. En bij al die tegenstemmen die klinken in deze wereld en ook in je eigen hart: durf Jezus het laatste woord te geven. Bij alle twijfels en alle zorg die je kan benauwen: steun maar op het getuigenis van de Geest in woord en sacrament. Ik eindig met het verhaal van een derde collega. Ik had er al twee gehad aan het begin van de preek, dus er kan er nog wel eentje bij.
Deze collega was op vakantie in Duitsland, waar hij op een kerktoren een groot tekstbord zag: Ons geloof is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft!, stond erop. Ons geloof is de overwinning? Mijn collega keek er vreemd van op. Dat kan toch niet in de Bijbel staan, dacht hij. Maar staat er wel. In 1 Johannes 5:4, in de Duitse Luther-bijbel: Unser Glaube ist der Sieg... Nee niet door wapens en geweld, niet door een jihad, niet door dwang of tirannie. Maar door water en bloed. Niet ons bloed, maar het bloed van de Here Jezus, dat Hij gaf ook voor jou. Unser Glaube ist der Sieg... Zo zeggen mij het die paar handjes water uit de kraan vanmorgen. Wat een teken! Zo getuigt het ons de Geest! We wensen Noor, haar ouders, zusjes, en elkaar een 'victorious' life toe: een overwinnend leven, met Hem. Amen