De Geest en de tegenkrachten Inleiding bij de lezingen Heilige liefdeskracht, bezoek mijn ziel die smacht Kom Trooster, hartsvriendin, liefde die wondt en wint in U verlies ik mij…. zongen we daarstraks aan het begin. Het lijkt wel een liefdesliedje: zoals een jongen smacht naar z’n meisje (of andersom) zo smacht de mens naar God. ‘Mijn ziel is onrustig tot hij rust vindt in God’, zegt Augustinus. Dat is mooi gezegd, en ook vast wel waar, maar de praktijk van het leven is een stuk weerbarstiger: wij zijn doorgaans niet zo blij met de Geest, want Hij brengt ook een boel onrust mee. Dat is wat Ad den Besten verwoordt in gezang 484: Waarom moest ik uw stem verstaan? Waarom, Heer, tot U gaan zo ongewende paden? Waarom bracht Gij die onrust mij … – is dat genade? Vanmiddag vieren we het Pinksterfeest op de Markt, en dan gaat het vooral over de feestelijkheid. Daarom heb ik besloten om vanmorgen stil te staan bij de moeite die het kost om in het spoor van de Geest te gaan. We lezen uit Paulus brief aan Galaten, waar het gaat over de strijd tussen wat-de-Geest-vanons-wil en onze zelfzuchtige verlangens. In het evangelie lezen we dat Jezus direct na zijn doop, waarbij Hij de Geest ontvangt, door diezelfde Geest in de woestijn wordt geleid. Als je Gods Geest ontvangt, ben je nog niet jarig. Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd dat is de Geest aanvaarden, die naar het leven leidt… Dat dat geen pretje is – zal duidelijk worden, als u het lied aandachtig zingt…
De Geest en de tegenkrachten Preek over Galaten 5: 13 – 26 en Mattheüs 4: 1 - 11 (Voorganger: ds. Henk Kroese)
Broeders en zusters, gemeente van onze Heer Jezus Christus, ieder hier aanwezig of elders meeluisterend, Wie met God te maken krijgt, is nog niet jarig. En toch vieren wij het Pinksterfeest. De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt: in Jezus. En Jezus heeft aan den lijve ervaren wat dat betekent. Als ík Hem geweest was, zou ik verschillende malen hebben gedacht: ‘God, mag die Geest nou eens even op een ander rusten…?’ In één adem door wordt Hij van het doopwater naar de woestijn gestuurd, omdat God Hem roept. Geloven leer je als je met de rug tegen de muur komt te staan. Daar gaat het om in het Pinksterfeest: dat God ons roept, ons opneemt in zijn verbond met mensen, en ons aanspreekt op wie we zijn voor Hem. Wie in zijn leven de roepstem van God heeft verstaan, heeft hier weet van: van de worsteling die dan volgt, met God, met jezelf, en je omgeving. Wie ben ik? Wat wil God van mij, en kan ik dat? Wil ik dat? De doop is van dat gevecht het symbool: we gaan kopje onder en komen weer boven: ‘Door het water, vroeg af later, kom je dichtbij het geheim: in de hoge hemel staat er dat je kind van het licht zult zijn…’ Veertig dagen en veertig nachten lang is Jezus bezig met de vraag wat God van Hem verwacht. Vasten heeft met vasthouden te maken: je bijt je ergens in vast. Tenslotte krijgt Hij honger, staat er. Wie met God op weg gaat, krijgt het moeilijk. En het begint dichtbij, bij het concrete lichamelijke bestaan, bij het eigen lijf. Als je wilt doen wat God van je vraagt, dan vraagt dat offers. Je kunt je comfort-zone niet in stand houden. Eten is belangrijk, dat zal niemand ontkennen, maar er zijn belangrijker dingen. En soms moeten die voorgaan. ‘Mijn voedsel is, zegt Jezus ergens, ‘ de wil te doen van mijn Vader in de hemelen’. En ja, dan kan het zijn dat je honger krijgt.
‘’Beveel die stenen dat ze broden worden!’ zegt een stem. Zo iemand als jij behoort toch geen honger te hebben? LIJDEN HOORT TOCH NIET BIJ GODS KINDEREN? LAAT WAT GOD VAN JE WIL NOU MAAR EVEN ZITTEN, EN DENK AAN JEZELF… Denk aan dat gesprek tussen Jezus en Petrus, waarbij Petrus Jezus terecht wijst omdat Hij over zijn lijden begint: Mensen als u, die God dienen, die horen geen honger te hebben. Dat zal God nooit toelaten!
Jezus dient de tegenstem van repliek: Als God wil dat ik eet, zal Hij zorgen voor brood. Maar een mens leeft niet van brood alleen… Jezus houdt z’n concentratie op God vast, en accepteert dat honger en lijden daar bij kunnen horen… “Oh”, denkt de tegenstem… - je zou denken: stemmen, ook tegenstemmen, kunnen niet denken. Die tegenstem ben je zelf. of is dat niet zo, maar is het een tegenkracht in ons, die om zo te zeggen wordt ‘gewekt’ door onze keuze voor God en zijn keuze voor ons? Het lijkt of er achter die tegenstem – wie kent hem niet? - iets of iemand zit die er belang bij heeft om onze concentratie op God te breken. De bijbel heeft die stem Satan genoemd, diabolo’s, duivel – letterlijk betekent het ‘degene die de dingen door de war gooit: je raakt je concentratie op God kwijt, je gedachten raken in de war, je weet niet meer wat je moet denken. Hij vernielt het ene geheel dat je bent als je met God in gesprek bent. Hij wil je verdelen; je je gebed afnemen, een twijfelaar van je maken. Liefst nog ziet hij je God de rug toekeren. Het geloof in de duivel is uit de tijd. Het doet ons denken aan de schilderijen van Jeroen Bosch – u weet wel met die gekke figuren met bokkenpoten en hoorntjes, die lachen om ons ongeluk…. Maar hoe je ook over de duivel denkt – die stem, die tegenkracht weet tweedracht in ons te zaaien. Het leidt ons af van de weg waarop Gods Geest ons roept. “Oh, dus jij vertrouwt op God? Nou, dat zullen we dan nog eens zien…” De tegenkracht neemt Jezus mee naar de heiligste plek die er is: de tempel in Jeruzalem; zet Hem in gedachten op het hoogste punt van het dak, en zegt: ‘Als jij dan een kind van God bent, spring dan naar beneden! Engelen zullen je dragen!’
Daarstraks raadde Hij Jezus aan om toch vooral aan zichzelf te denken: VERGEET GOD. Nu probeert hij het andersom: VERGEET JEZELF, SPRING NAAR BENEDEN. REKEN OP GOD! Dat is die andere bekende valkuil voor mensen die met God op weg zijn: dat je bewijzen wilt van Gods bestaan en van zijn macht en trouw. En als je die niet krijgt, komt dat stemmetje je vertellen dat je misschien niet goed genoeg gelooft. KINDEREN VAN GOD HOEVEN IMMERS NIET TE LIJDEN - DAT WAS HET EERSTE MISVERSTAND. KINDEREN VAN GOD WORDEN IMMERS ALTIJD DOOR GOD GERED - DAT IS HET TWEEDE MISVERSTAND. ‘Stel de Heer, uw God niet op de proef’, zegt Jezus. Dat verdient wel even aandacht: dat Jezus zich bij al deze beproevingen vasthoudt aan wat Hij uit de bijbel heeft geleerd. Over de mens: dat hij niet van brood alleen leeft, maar ook van wat hem wordt gezegd. Over God: dat je met God niet de proef op de som moet nemen. God is in de hemel en jij bent op aarde. Zijn gedachten zijn niet jouw gedachten. Daar moet je mee leren omgaan. En tenslotte: Je zult de Heer, je God alleen dienen. Je kunt niet twee heren dienen. je moet kiezen. Jezus is misschien een autodidact – van een priesteropleiding of iets dergelijks lezen we niets in de evangeliën – maar hij moet het net als u en ik hebben van wat geschreven staat, van wat
het voorgeslacht ons aanbiedt op dit gebied. Wij willen in onze tijd graag alles zelf doen: zelf uitzoeken hoe dat zit met God, maar daar leef je als mens te kort voor. Het Pinksterfeest bedient zich uitgebreid van de bijbel. Lees maar de eerste preek van Petrus op het Pinksterfeest. Een lied of een bijbeltekst kan je redden als je in opperste verwarring bent. dat je het oude vertrouwen ineens terug vindt… ‘Stel de Heer, uw God niet op de proef…!’ Zo, denkt de tegenstem, dus hij wil werkelijk dat God het in deze wereld voor het zeggen krijgt. Als ik Hem nou eens de hele wereld aanbiedt, misschien kan ik hem dan voor mijn karretje spannen. Wat heb je aan je dromen van gerechtigheid en vrede als je niet beschikt over de macht om ze waar te maken? Zonder macht ben je nergens…
Hij toont Jezus alle koninkrijken van de wereld en hun pracht, en zegt: ‘Dit alles zal ik U geven, als U voor mij neervalt en mij aanbidt.’ Een laatste poging om God en Jezus uit elkaar te spelen. Misschien wil Jezus zijn ziel verkopen. Het gaat uiteindelijk immers om macht! HET DERDE MISVERSTAND: DAT HET UITEINDELIJK OM MACHT GAAT… Dit is misschien wel het grootste misverstand. De duivel kán niet anders denken: natuurlijk gaat het in de wereld om macht. Waar gaat het in de politiek anders om? Moet je al die dictators zien, of die generaalsregime’s, en al die niet gekroonde machthebbers, magnaten en heersers. Maar Jezus weet beter. God p de God die Jezus kent - is van een totaal ander kaliber. Hij heeft de mensen lief. Daarom stuurt Hij geen leger, maar zijn Geest. Daarom is Hij niet uit op de macht over alle koninkrijken, maar geeft Hij het liefste dat Hij heeft. We vierden deze week het jubileum van D-day. In de bijbel is D-day de dag waarop Jezus sterft, vrijwillig, om ons met God te verzoenen. Opdat wij eindelijk begrijpen dat het God níet om de macht gaat. Dat Hij, als het er op aan komt, zichzelf niet zal redden ten koste van ons. Dat Hij maar één ding wil: dat wij zijn liefde leren kennen, en leren in die liefde te leven als vrije mensen. Vrij van schuld en angst, vrij van schuldenaren en geweld. Daarom zet Hij geen troepen aan land om met wapens de wereld te veroveren, maar stort Hij van zijn Geest uit op mensen. Door die manoeuvre komt Hij in de woestijn van deze wereld terecht, waar zelfzucht als een ziekte om zich heen heeft gegrepen, van generatie op generatie. Daarover gaat het in de brief aan de Galaten. Wij mensen zijn zo bang het leven er bij in te schieten, dat we ons in allerlei bochten wringen om toch iets van geluk te beleven. Paulus somt ze op: ontucht, zedeloosheid, losbandigheid, omdat we het lichamelijke verafgoden; woede, haat, ruzie, afgunst, omdat we begeren wat onze naaste heeft; eigenbelang, geschillen, partijzucht, omdat we strijden om de macht; zwelgpartijen en drinkgelagen om dat we vol zijn van begeerte en lijden aan de leegte.
Kom toch tot Mij, zegt Jezus, en ik zal jullie rust geven. Volg Mij, en doe als Ik: Ik ben geheel op God gericht. Ik heb jullie toch Gods liefde laten zien?!
Als je Mij volgt, zal ik je leren wat vreugde is, vertrouwen en geluk. Je zult groeien en rijpen in de liefde, in vriendelijkheid, geduld en zelfbeheersing. Nee, ik beloof je niet dat je niet in nood komt, als je met Mij meegaat. En als je in nood komt, zal God je er misschien ook niet uit halen. … Ik ga met jou de lange weg van het dienen, niet die van machtsvorming. Al die misverstanden over God moet je achter laten, om een vrij mens te worden… Jouw leven is het slagveld, waarop God zijn strijd strijdt. Hij heeft een nieuw begin gemaakt, en het is godzijdank aan jou niet voorbij gegaan! Verheug je in zijn overwinning! Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest,