De Geest en onze Wedergeboorte Een serie preken over de Persoon en het Werk van de Heilige Geest – nr. 2 Nav. Zondag 20 HC, Romeinen 10,9-21 en Galaten 3,1-5 6HC20b Gereformeerde Kerk Vrouwenpolder – 16 maart 2008 – 14:30 uur Votum en groet Lofprijzing aan het begin: Ps 40 : 1 en 2 en Gezang 239:1 en 2 (LvdK) Gebed om de verlichting door de Geest Schriftlezing: Rom 10 : 9 – 21 en Galaten 3:1-5 Zingen: Ps 84 : 3 en 4 Tekst: Zondag 20 HC – Westminster Confessie 34/3 Thema: Heilige Geest en wedergeboorte Zingen na de preek: Gez 239 : 3 en 4 (LvdK) Dankzegging en voorbeden Zingen: Gez 239: 6 (LvdK) – Geloofsbelijdenis van Nicea - Gez 239:7 (LvdK) Collecte voor de Kerk Slotzang: Gez 106 : 3- 4 (Oud GK 28) (vanmorgen zongen we al vers 1 en 2!!) Zegen
Gemeente bemind door onze Heer Jezus Christus, brs en zrs, beminde gasten, Heeft u wel eens nagedacht over wat de motieven van u zijn om naar de kerk te komen? Waarom u in de supermarkt nooit iets stiekem in uw zak steekt? Waarom u ’s nachts nooit bij uw buurvrouw of buurman in bed gaat slapen? Waarom gewoon elke dag naar uw werk gaat en niet uw eten en uw spullen van een ander steelt? Doet u dat niet uit gewoonte, of uit bijgeloof? Doet u niet omdat u bang bent voor wat de mensen er wel van zullen zeggen? Is het altijd een heel bewuste keuze om de Heer lief te hebben en naar zijn geboden te leven? Vanmiddag gaat het over het punt hoe het komt dat u zich gedraagt als een christen die de Heer liefheeft en op Hem vertrouwt. Hoe zijn de motieven in uw hart ontstaan om te gaan bidden, Bijbellezen, naar de kerk te gaan, om een zieke br of zr op te zoeken en met hem te bidden. Hoe is de liefde voor God in uw hart ontstaan? Het komt er in het kort op neer dat ik vanuit het Woord van God u vanmiddag iets wil meegeven over het geheim van uw bekering, van wat in de Bijbel genoemd wordt: uw wedergeboorte. Het gaat dan over wat het geheim is van de totale verandering en vernieuwing die zich in uw leven heeft voltrokken en elke dag plaatsvindt. We kijken eerst naar Romeinen 10, daar zegt de apostel in het begin van dat hoofdstuk éérst waaróm zijn volksgenoten niet tot geloof in Jezus gekomen zijn: Hij zegt kortweg dat het komt omdat zij Gods gerechtigheid niet kennen, en hun eigen gerechtigheid willen laten gelden. Vervolgens maakt hij duidelijk hoe je bij God kunt komen. Dan is het antwoord even kort als duidelijk. Zó werkt het. Het Woord van God verandert mensen. We hebben dat gelezen, dat opvallend logisch getinte verhaal over het ontstaan van geloof. Want hóe kunnen mensen in God gaan geloven, als ze niet over Hem hebben gehoord?, Romeinen 10 vers 14. Hoe kunnen ze van God horen als er niemand is die over Hem vertelt? Hoe kan er over God verkondigd worden als er niemand is die uitgezonden is om over God te vertellen? De apostel zegt: het begint met roeping, dan uitgezonden zijn en vervolgens over vertellen, of verkondigen aan mensen. Dus dát is de route van het Woord van God dat door de wereld gaat. Kan God dan door zijn Geest mensen niet op een ándere manier veranderen? Maar in dit gedeelte van zijn brief vertelt de apostel óók over het grote gebeuren hoe mensen die iets van Gods goede nieuws horen tot geloof komen. Waarom de één het aanvaardt en gaat geloven en de andere het achteloos naast zich neerlegt. De apostel zegt zelf dat ze het goede nieuws goed begrepen hebben! En God laat daarin merken dat Hij zijn handen uitgestrekt houdt naar zijn volk. Hij heeft zich zelfs laten vinden door wie mij niet zochten. Dan hebben we het over het geheim van de grote verandering die in harten van
1
mensen plaatsvindt, en wat ook afgewezen kán worden. Maar hoe komt dat toch, dat de één het hoort en aanneemt, en de ander het afwijst? De apostel Paulus spreekt in zijn brieven regelmatig over de grote zegen die hij op zijn bediening als apostel gekregen heeft. Dit werk van het bekendmaken van het grote nieuws van Gods evangelie noemt hijzelf het ‘overtuigen van de waarheid van het evangelie’. Het overtuigen van de waarheid, dat is hetzelfde als waar het vorige week over ging: Jezus heeft gezegd dat de Pleitbezorger het is die mensen overtuigt van zonde, van gerechtigheid en van oordeel, Joh 16,8-11. De Pleitbezorger, de Parakleet, de Heilige Geest gebruikt echter veel middelen om deze woorden van de waarheid kracht bij te zetten. Hij liet héél vaak door de apostel wonderen en tekenen verrichten, Rom 15,18-19!!. Het resultaat van het werk van de apostelen was dat mensen veranderd zijn. In de brief aan de gemeente in Tessaloniki schrijft hij: onze verkondiging aan u overtuigde immers niet alleen door onze woorden, maar ook door de overweldigende kracht van de heilige Geest. U weet hoeveel we voor u hebben betekend toen we in uw midden waren. 6 U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest. 1 Tes 1,5-6 Dus hij heeft niemand overtuigd alleen door zijn woorden. Hij zegt dat het de overweldigende kracht van de Geest is die mensen verandert, zodat ze gaan geloven in God en zich bekeren. En de mensen die in Tessaloniki tot geloof gekomen zijn, hebben veel tegenstand ondervonden (zware beproevingen zijn geleden), maar toch hebben ze het Woord van God met plezier ontvangen, omdat de Geest zo krachtig werkte in hen. We zitten nu al middenin het onderwerp van deze 2e themadienst over de Persoon en het Werk van de Heilige Geest. Zijn het nu de mensenwoorden die iemand overtuigen, óf is het de Heilige Geest die het doet? Zo vat ik ook het onderwerp van deze tweede preek over de Heilige Geest samen: De Heilige Geest en onze wedergeboorte (vernieuwing): werk van Gods Geest of een actie van mensen? Ik neem u even mee naar een andere brief van Paulus. In de Eerste Brief aan de gemeente van Korinte verdedigt de apostel zich tegenover zijn tegenstanders, 1 Kor 2,1-5 (vgl. 1 Kor 4,1-21; 9,1-2). Zij verweten hem dat hij maar een miezerig mannetje was, die niets voorstelde en die ook niet kon (s)preken. Hij schrijft dat de inhoud en de vorm van zijn preken niet gebaseerd waren op overtuigingskracht van de klassieke retorica. Of dat het iets met menselijke wijsheid te maken zou hebben. Want, zegt hij, kwam hij in zwakheid en hij was angstig en onzeker, 1 Kor 2,3. Zijn simpele woorden, zijn hulpeloze presentatie van het Evangelie van Jezus Christus ging gepaard met kracht van de Geest en dáárom waren zijn woorden zó veel succesvoller dan je van een mensenwoord kunt verwachten. Voorbeeld: standwerkers op de markt die in staat zijn om álles te verkopen; ze kunnen zelfs mensen gebakken lucht verkopen! Want zij overtuigen mensen dat hun producten onmisbaar zijn. Het publiek laat zich overtuigen door de gladde woorden van de koopman. Nou, zegt de apostel, zó werkt het Evangelie niet. Dat wordt niemand opgedrongen en ook wordt niemand overgehaald om te gaan geloven. Hij zegt dat de Geest zó krachtig werkte, en dat dáárom veel mensen in de wereldse havenstad Korinte tot geloof kwamen, 1 Kor 2,5: de boodschap van Paulus overtuigde mensen, omdat de Kracht van de Geest werkzaam was. En zegt hij er veelzeggend bij: want hun geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God. Geloof dat steunt op de kracht van God. In het vervolg van die eerste brief aan de gemeente in Korinte legt hij dan uit wat het geheim is van de door de Geest bekrachtigde verkondiging van het evangelie in het hart van de toehoorders. De Geest voert mensen die positief luisteren naar de innerlijke overtuiging dat het waar is. Dus samenvattend kunnen we zeggen dat die grote
2
verandering in mensen dat wij bekering noemen en het komen tot geloof, een WERK van de GEEST is. In onze kerken wordt soms gesproken over preken en activiteiten die meer ‘begeesterd’ zouden moeten zijn, of soms horen we pleidooien voor meer ‘authentieke preken’. Dán zouden zelfs buitenstaanders en toetreders wel tot geloof komen. We weten nu wel beter. Het is de Geest die beloofd is. Hij is ‘begeesterend’ aanwezig in mensen die horen naar wat de ‘gezondene’ van Jezus te vertellen heeft. Ik haast mij erbij te zeggen in de brief aan de Efeziërs de apostel spreekt over het ‘zwaard van de Geest’, dat wil zegen de woorden van God, dat zij in de hand moeten nemen, Efeziërs 6,17. In een wereld die zwanger is van wereldse en duivelse machten is hét middel om bij God te komen en bij Hem te blijven, het deelhebben aan het ‘begeesterde’ Woord van God over zijn Zoon Jezus Christus. Ook in de brief aan zijn leerling Timoteüs schrijft de apostel over de verhouding van de bediening van het Woord van God en de werking daarmee door de Geest (1 Timoteüs 1,18; 4,14; 2 Tim 1,6-8.14) Hij bijvoorbeeld tegen zijn geestelijke kind: ‘Bewaar door de Heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.’ Een belangrijke vraag waar veel gelovige mensen mee zitten is de vraag of het hoog opgeven over het belang van het werk van de Geest in ons, niet leidt tot lijdzaamheid en berusting. Zo van: “Tja, de Geest moet het doen, dus ik verander niet zoveel aan mijzelf”. “Ik zal maar rustig afwachten op wat de Geest in mij doet op zijn eigen tijd en wijze.” Maar verlossing en bekering, geloof en de vernieuwing van ons leven, zijn niet gebaseerd op wat je voelt en ervaart. In de brief aan de Galaten (Galaten 3,1-5) geeft de apostel aan dat de Geest je zekerheid en vastheid geeft op grond van de waarheid die jíj gelooft. De waarheid is wat Jezus Christus voor jóuw heeft gedaan. Je zult het moeten leren, je zult er steeds weer naar terug moeten. De apostel schrijft – héél bewogen en appelerend – waarom ze zo dwaas zijn op eigen kracht, en niet langer op de Geest te vertrouwen. Daardoor zijn ze het spoor volledig bijster geraakt en zijn weer in de ban gekomen van de dwaling van het verwerven van het heil door stipte naleving van de wet. Paulus schrijft: Ik heb u toch Jezus Christus openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? En hij voegt er dan veel zeggend aan toe: Ik wil één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven? Galaten 3,1-5. We leren ervan dat bekering en tot geloof komen een ‘subjectieve’ en een ‘objectieve’ dimensie hebben. Het objectieve is dat het komen van Gods Zoon in de wereld, zijn lijden, zijn dood en opstanding hebben zondige, opstandige mensen de eeuwige verlossing gebracht en de verzoening met God. Deze feiten, deze objectieve, historische werkelijkheid wordt met een persoonlijk appèl bij de gelovige ‘neergelegd’. Steeds wordt het heil van God, wordt zijn genade en vergeving aangeboden met twee mogelijkheden: je kunt het naast je neerleggen, maar je mág het ook aanvaarden! Paulus zegt tegen de gelovige Galaten, waar hij zich zorgen over maakt, dat de gave van de Geest te danken is aan hun geloof (en niet aan het uitvoeren van de wet van God!). Dus dat is het menselijk aspect, dat mensen zich over moeten geven aan het Woord van God, anders kan de Geest niet in het wonen. In de brief aan de Korintiërs zegt hij dat het geloof beschouwd moet worden als een bewijs van de werking van de Geest (2 Kor 4,13 NGB-51: ‘de Geest des geloofs’ → de betekent volgens de NBV ‘ik bleef vertrouwen’). Geloof dan in de betekenis van het verlossende geloof dat zich uit in trouw aan God, van Hem alleen afhankelijk zijn (en niet als een werking van de Geest in wonderbaarlijke dingen, gaven en ‘genadegaven’). “Door de Geest hopen en verwachten wij dat we op grond van geloof als rechtvaardigen worden aangenomen”, Galaten 5,5. Het object van ons geloof is Christus, de Geest is het middel waardoor dit geloof wordt gesteund. Het geheim van gaan geloven en jouw bekering vinden we in Galaten 2,5:
3
Geeft God u de Geest en goddelijke krachten omdat u de wet naleeft? Of geeft Hij ze omdat u naar Hem luistert en op Hem vertrouwt? En wat is nu de rol van de Geest bij onze bekering? Laat ik eerst even duidelijk maken wat bekering is. Bekering is de grootst denkbare verandering in een mensenleven, waarbij de hele persoon van het duister naar het licht geleid wordt, van de wereld naar Christus, van de tegenstander naar God, van dood en vernietiging naar herstel en vernieuwing, van vuil naar schoon, van liefdeloosheid naar van harte liefhebben. Het is een radicale ommekeer. Een innerlijke én uiterlijke verandering in en aan een mens. Paulus noemt deze verandering soms wedergeboorte. Letterlijk opnieuw geboren worden. Want de eerste keer was niet goed. Ja, écht waar, het leven waar u best tevreden mee kunt zijn, moet radicaal veranderen. God geeft zijn goddelijke kracht door zijn Geest. De Geest werkt in ons. Die Geest krijg je niet door ‘het naleven van de wet’. In het tweede deel van zijn retorisch vraagzin volgt al dat de Geest en de goddelijke krachten van vernieuwing en bekering gegeven worden als we luisteren naar God en op Hem vertrouwen. Daar zijn andere teksten bij te noemen: Efeziërs 1,13-14 In hem hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding, in hem bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid. Titus 3,-4-7 Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden 5 en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, 6 die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. 7 Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen. Wij zijn gered – door het geloof in Jezus Christus – doordat wij ondergedompeld zijn in het bad van de wedergeboorte en door de vernieuwende kracht van de Geest kinderen van God geworden zijn. De bekering begint met Christus, 1 Kor 12,13; Ef 1.13-14; Tit 3,4-7). Dat hele complex van luisteren naar Gods woord, van besluiten om te kiezen en te gaan geloven dat het Evangelie wáár is, beschrijft Paulus in een veelheid van beelden: 1. God giet zijn liefde in ons hart uit door zijn Geest die ons gegeven is, Rom 5,5 2. God zalft met de Heilige Geest, de Geest als voorschot, 2 Kor 1,21-22 3. Hij stort zijn Geest rijkelijk over ons uit, Tit 3,6, als een ‘verfrissend bad’ 4. Hij stempelt (NGB: verzegeld) de gelovigen met de Heilige Geest, Ef 1.13; 4,30 5. Gelovigen ontvangen Gods goedheid door de Heilige Geest, 1 Kor 2,12; 2 Kor 11,4 6. Wij worden behouden door het heiligende werk van de Heilige Geest, 2 Tes 2,13 7. Gelovige kinderen van God zijn ‘gereinigd, geheiligd en rechtvaardig verklaard’ door de Geest van onze God, 1 Kor 6,11 De beelden die we in de Schrift tegenkomen over bekering, zijn vooral ‘wassen’, opnieuw geboren worden (letterlijk: ‘van boven geboren worden’), en ‘vernieuwing’. In Titus 3,5 werd gesproken over wedergeboorte en vernieuwing in één beeld: het bad van de wedergeboorte. Dat beeld is om allerlei reden zeer veelzeggend. “Bad’ herinnert natuurlijk aan het wassen met water (en zeep) om schoon te worden. Wie in bad geweest is voelt zich herboren, fris en energiek. De doop is het bad waar je in volstrekte zin vernieuwd en herboren uit komt. Vergelijk ook de doopformule uit 1 Kor 6,11: allerlei zondaren (1 Kor 6,9-10) zijn in hun leven ingrijpend veranderd: ... maar u bent gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.
4
Het bad dat wedergeboorte en vernieuwing brengt – inderdaad de dood in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – is een ervaring die bewerkstelligd wordt door de Geest. De mensen die tot geloof komen nemen zeer concreet hun toevlucht tot Christus. Bij hun doop worden ze op de Naam van Jezus geschreven en die doop betekent dat ze vernieuwd en wedergeboren zijn door de Geest. En vervolgens kan die reusachtige verandering in het leven van de gelovige plaatsvinden. De Geest wrikt mensen los uit hun bestaande leven van zonde en ik-gericht zijn. De Geest transformeert mensen tot mensen die in staat zijn God en de naaste lief te hebben, mensen die zin krijgen voor gemeenschap en naastenliefde. En zélfs in staat stelt om Christus uit te laten stralen in hun leven. De bekering is dus de totale heroriëntatie op het leven. Het wordt dan ook wel genoemd: het afsterven van de zonden en het opstaan in een nieuw leven. En als u dan bedenkt dat deze bekering nooit een eenmalige zaak is, maar een grote verandering die ooit eens ingezet is door de Geest, maar die ook door de Geest in uw leven wordt volgehouden en talloze malen wordt herhaald. Tegen de gemeenteleden in Rome gebruikt Paulus, als dienaar van het evangelie van Christus Jezus, de beeldspraak dat hun gedrag moet bestaan uit volledige toewijding aan het evangelie van Christus, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de Heilige Geest, Romeinen 15,16, vgl. 1 Kor 6,11. De bekering van mensen door het Woord van God en de Geest moet altijd geleidelijk en vloeiend – bijna vanzelf en ongemerkt – overgaan in het wandelen in en door de Geest. In Galaten 5,13-6,10 noemt de apostel veel werkwoorden (jawel, dingen die je moet doen) met de bepaling ‘in en door de Geest’. Het komt állemaal neer op het wandelen door de Geest (geleid door de Geest, Gal 5,16.18.25). De Geest is dus de sleutel tot en de bewerker van het nieuwe leven. Het is een levenslange weg die te gaan is, maar nergens wijken wij af naar een triomfalisme alsof de eindbestemming van de volmaakte heiligheid al bereikt zou zijn. We vallen ook niet aan de andere richting uit de koers, door de zweep van het perfectionisme te hanteren. We richten ons op de Heer, onze Heer Jezus Christus en we weten door de kracht van de Geest van nu reeds en ook van nog niet helemaal. Als we het over twee weken zullen hebben wat de vruchten van de Geest (Galaten 5,22) zijn, dan wordt dat wel duidelijk. Wij hebben de állerhoogste verwachtingen van het werk van de Geest in ons (Galaten 3,2.4) , én in de gemeente (Galaten 3,5) . De Geest wil in ons wonen. Daarin raakt God ons aan met de toverstaf van de genade in zijn Zoon. Om ons óver te zetten vanuit onze toestand van wanhoop in de staat van verlost zijn. Als de Geest in ons woont dan overkómt ons dat eenvoudig, en dan wílt u ook niets liever dan dat de Geest in uw woont. Het gaat zoals met een jongen, die verliefd wordt op een meisje. Daar is geen verhaal op. Het gebeurt zo maar. De Geest zet ons aan om te geloven, om, zeg maar, verliefd te worden op God, en innig met Hem verbonden te zijn. Dat is het werk van de Geest. Geheiligden, in wie de Geest woont, volharden in het geloof in Jezus Christus dankzij de Ausdauer, de lange Adem van de Geest. Laat ik het geheim nog eens op een speelse manier proberen duidelijk te maken. Deze DUPLO-blokjes zijn voor kinderen heel bekend. Sommige kinderen kunnen er héél grote en ingewikkelde bouwwerken mee maken. Voorbeeld van kind dat iets wilde maken dat té moeilijk was. Hij kón het maar niet voor elkaar krijgen. Maar ’s nachts hielp zijn grote broer en zijn vader hem om de moeilijkste problemen op te lossen. Toen die jongen ’s morgens wakker werd, riep hij zijn ouders en het hele gezin bij elkaar om zijn bouwwerk te komen bewonderen. Hij zei trots: het is míjn kasteel! Ik heb het gebouwd. Nou dat is het geheim van het Evangelie en onze bekering. Wíj geloven het, het is óns werk, en we beseffen zelfs niet hoe de Geest dat in ons tot stand brengt. God geeft het zijn geliefden in de slaap, zegt de Psalmdichter, Psalm 4,9. Amen © ds. Dirk Griffioen 5