december 2010 | NUMMER 6
Het wonder van de wedergeboorte Wilkin van de Kamp
De gelijkenis van de rivier Max Lucado
Het geschenk van aanwezig te zijn Kay Warren
Wereldkampioen voor Jezus! Geke Emadi
Vanaf 6 januari 2011 gaat Come Together TV verder als Ons bijbelstudieprogramma bij Family7 is in een geheel nieuw jasje gestoken! Kijk elke donderdagavond om 20:00 uur naar
met Wilkin van de Kamp, Willem J. Ouweneel, Martin
Koornstra en Jan Pool. Een programma dat je hart raakt en je leven verandert! Mocht u Family7 nog niet kunnen ontvangen,
Elke donderdagavond
20:30 uur
en elke zaterdagavond bij
23:00 uur
dan kunt u het programma ook terugzien op onze (vernieuwde!) website: www.bevrijdingspastoraat.nl (Vrij Zijn TV online).
UITZENDING GEMIST: WWW.BEVRIJDINGSPASTORAAT.NL
INHOUD 4 Het wonder van de wedergeboorte 8 De gelijkenis van de rivier 12 Het geschenk van aanwezig te zijn
VERDER IN DEZE VRIJ ZIJN
18 Wereldkampioen voor Jezus!
16 Machtig mooi! 21 Zegeningen uit de Psalmen 22 Verlangen naar een spannende kerk 24 Vrij Zijn Weekend 26 Levenslessen van een moeder
Vanaf januari gaat het programma Come Together TV verder als Vrij Zijn TV. Achter de schermen is hard gewerkt om het programma een nieuw jasje te geven. De inhoud blijft zoals u dit van ons gewend bent: een boodschap die je hart raakt en je leven verandert! Ook zal onze website www.bevrijdingspastoraat.nl vanaf januari een nieuwe indeling en vormgeving krijgen. Om u nog beter van dienst te zijn! Door de jaren heen is er veel veranderd. We leven in een steeds meer digitale samenleving die zich meer en meer globaliseert. Natuurlijk moeten we ‘mee’ in de digitalisering en biedt de globalisering ons nieuwe kansen om de bevrijdende boodschap van Gods liefde te verkondigen. Daarbij zullen we heel duidelijk voor ogen moeten houden dat de beste manier om het Evangelie te verkondigen, nog altijd een heel persoonlijke is: van man tot man – van vrouw tot vrouw – van hart tot hart. Misschien helpt het om iedere dag te vragen: ‘Vader in de hemel, wie is die ene man of vrouw voor wie ik vandaag tot zegen mag zijn?’ Zelfs Jezus, die soms zo druk was dat Hij geen tijd had om te eten of te slapen, had te midden van al die duizenden mensen die naar Hem toekwamen, tijd en aandacht voor die ene. Misschien is dit een goed voorbeeld om te volgen in het jaar dat voor ons ligt?
Wilkin van de Kamp
28 Vrijheid van meningsuiting (column) 29 Agenda 29 Roodborstje (column) 30 Onderwijs naar Gods hart 32 Daarom stuurde God een Verlosser
3 | december 2010
HET
WONDER I
k herinner me dat ik als kind een eenvoudig maar sterk Godsbesef had. Geloof in God was vanzelfsprekend. Als ik in mijn bed lag, sprak ik met Hem als mijn hemelse Vader. Soms denk ik hieraan terug en dan is het net alsof ik weer op dat zolderkamertje ben. Ik zie het retrobehang weer voor me en voel opnieuw een sterk gevoel van veiligheid en geborgenheid. Wetenschappelijk onderzoek van de laatste tien jaar toont aan dat jonge kinderen ‘een ingebouwde neiging’ hebben om in God te geloven. Dat beweert Dr. Justin Barrett, een leidinggevende onderzoeker aan de Engelse Universiteit van Oxford. Het geloof in God zou voor kinderen vanzelfsprekend zijn omdat kinderen automatisch aannemen dat alles in de wereld met een bepaald doel geschapen is. Volgens Barrett hebben kinderen ook een Godsbesef als ze hier thuis en op school niet in onderwezen worden. Zelfs kinderen die op een onbewoond eiland worden grootgebracht, zouden in God gaan geloven. Zo hebben antropologen ontdekt dat in sommige culturen kinderen automatisch in God geloven, zelfs als hen iedere religieuze opvoeding is onthouden. Koning Salomo zegt dat God ‘de eeuwigheid gelegd heeft in het hart van de mens’ (Prediker 3:11, PC). Ik geloof met heel mijn hart dat God in ieder mens een bovennatuurlijk verlangen geschapen heeft om contact met
december 2010 | 4
Hem te zoeken, een ingeschapen Godsbesef. Hoewel ik opgegroeid ben met een sterk Godsbesef, ontdekte ik pas jaren later dat ik geen echt zondebesef had. Ik groeide min of meer op met een humanistisch evangelie, in het geloof dat de mens van nature goed is. Nooit had ik een preek gehoord waarin we werden opgeroepen om ons te verootmoedigen vanwege onze zonden of onze zondige natuur. Omdat ik niet wist dat ik als een zondaar geboren was, had ik ook geen enkel idee waarom ik opnieuw geboren moest worden. Totdat de Heilige Geest mij onverbiddelijk confronteerde met de woorden van Jezus: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein’
wed
(Marcus 7:20-23). Het was alsof Jezus voor me stond en deze woorden persoonlijk tot mij sprak: de bedreiging komt niet van buitenaf, maar van binnenuit! Op dat moment overtuigde de Heilige Geest mij dat ook ik een zondaar was en dat ik daarom een redder nodig had en opnieuw geboren moest worden. Deze ‘openbaring’ veranderde niet alleen mijn theologie, maar mijn hele leven. Net zoals wij ‘van nature’ op zoek gaan naar God omdat wij een ingeschapen Godsbesef hebben, zo zijn wij ‘van nature’ gebonden aan de zonde en hebben wij een aangeboren zondebesef waardoor wij op zoek gaan naar Iemand die ons kan verlossen.
Slaven van de zonde Jezus kwalificeerde alle mensen, zonder enige uitzondering, als slaaf van de zonde. Confronterend klonken zijn woorden: ‘Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf van de zonde’ (Johannes 8:34). Een slaaf is niet vrij, maar gebonden aan de wil van zijn meester.
| door wilkin van de kamp |
van de
dergeboorte adam en eva konden na de zondeval wel natuurlijk leven doorgeven, maar geen geestelijk leven. al hun nakomelingen werden lichamelijk levend, maar geestelijk dood geboren. Dit is een vorm van gebondenheid waar we allemaal mee te maken hebben. De Bijbel leert ons dat na de zondeval de zonde en de dood de mens meester werden. Zijn van oorsprong goddelijke natuur ontaardde in onze huidige zondige natuur (Psalm 53:4). De zonde drong ons leven binnen en is onze gedachten, onze gevoelens en onze wil gaan beheersen. Of we willen of niet, we zijn verslaafd en gebonden aan de zonde. We kunnen niet anders dan zondigen. De mens is geen zondaar omdat hij heeft gezondigd, maar zondigt omdat hij als een zondaar is geboren.
Gevolg van de zondeval Dit alles is het gevolg van de zondeval. De dag dat Adam en Eva zondigden, stierven zij niet lichamelijk maar geestelijk. Hun keuze om God niet te vertrouwen - te zondigen scheidde hen van God (Jesaja 59:1-2). De Bijbel leert dat door de zondeval de zonde het leven van alle mensen is binnengedrongen: ‘Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd’ (Romeinen 5:12, NBV). Adam en Eva konden na de zondeval wel natuurlijk leven doorgeven, maar geen geestelijk leven. Al hun nakomelingen wer-
den lichamelijk levend, maar geestelijk dood geboren. Dit betekent niet dat hun geest niet langer functioneerde. Het betekent dat God niet langer een persoonlijke relatie met hen kon onderhouden. Door de macht van de zonde waren zij immers niet langer in staat zijn stem te verstaan. Zij waren geestelijk doof en blind geworden, gebonden door de macht van de zonde (Jesaja 43:8).
De zonde heerst als een koning Deze eerste vorm van gebondenheid wordt door Paulus als volgt beschreven: ‘U was dood door uw ongehoorzaamheid aan God en de macht van de zonde leefde nog in u’ (Kolossenzen 2:13a, HB). Paulus benadrukt in zijn onderwijs hoe alle mensen gebukt gaan onder de macht van de zonde. De zonde voert heerschappij over hen (Romeinen 6:14), de zonde heerst als een koning in hun sterfelijk lichaam (Romeinen 6:12), zij dienen de zonde (Romeinen 6:6), zij hebben zondige hartstochten (Romeinen 7:5) en zondige,
5 | december 2010
misleidende en schadelijke begeerten (Romeinen 6:12). Van nature zondigen wij omdat de macht van de zonde in ons leeft.
Geestelijk dood geboren Ook Jezus benadrukte in zijn onderwijs dat wij vanaf onze geboorte overgeleverd waren aan de macht van de zonde en de dood en dat wij in de ogen van God geestelijk dood waren en niet in staat om een persoonlijke relatie met Hem aan te gaan. Jezus sprak tot één van zijn discipelen: ‘Volg Mij en laat de doden hun doden begraven’ (Matteüs 8:22). In de gelijkenis van de verloren zoon liet Hij de vader zeggen: ‘Laten wij een feestmaal hebben, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden’ (Lucas 15:24). In deze context begrijpen we de woorden van Jezus: ‘Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed’ (Johannes 10:10). Jezus is gekomen om ons een heel nieuw leven te geven. Dat was Jezus’ boodschap voor Nicodemus en voor ons allemaal: ‘Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien’ (Johannes 3:3). Het is een geestelijke wet dat ieder mens - geestelijk gezien - als een doodgeboren kindje ter wereld komt. We worden wel als een schepsel van God geboren, maar niet als een kind van God. Hiervoor is een wedergeboorte nodig! Het ‘zondevirus’ teniet gedaan Voordat God ons het leven terug kon geven, moest Hij eerst het ‘zondevirus’ dat de mens fataal werd, helemaal uitroeien. Het kruis was Gods methode om dit virus aan te pakken. Het is van levensbelang te weten dat God aan het kruis volledig heeft afgerekend met de (macht van de) zonde. Jezus heeft zijn bloed niet alleen gegeven om ons te redden van de hel, maar ook van de macht van
de zonde in ons leven. Het offer dat Jezus bracht, heeft de macht van de zonde in ons leven volledig teniet gedaan zodat wij niet langer slaven van de zonde hoeven te zijn. Laat de volgende Bijbelwoorden krachtig op u in werken: ‘Eerst was de zonde oppermachtig en had de dood het laatste woord. Nu is de genade aan de macht en worden mensen vrijgesproken. Nu geeft onze Here Jezus Christus ons eeuwig leven’ (Romeinen 5:21, HB). ‘Door zijn sterven heeft Hij de macht van de zonde eens en voor altijd gebroken’ (Romeinen 6:10, HB). ‘Jezus is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu Hij leeft, leeft Hij voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God’ (Romeinen 6:10, NBV). ‘Het is uit met de macht van de zonde over uw leven. U valt niet meer onder de wet die gehoorzaamheid eist, maar onder de genade van God’ (Romeinen 6:14, HB). ‘De enige manier om aan de macht van de zonde te ontkomen is: op Jezus Christus te vertrouwen’ (Galaten 3:22, HB). ‘Hij heeft u door zijn Geest bevrijd van de macht van de zonde, die in uw lichaam heerst’ (Kolossenzen 2:11). ‘Nee, Hij heeft zich bij de voltooiing van de tijden eenmaal geopenbaard, om met zijn offer de zonde teniet te doen’ (Hebreeën 9:26, NBV).
Zonde is een geestelijk probleem Zonde is een geestelijk probleem, daarom moest het op een geestelijke manier opgelost worden. Jezus’ sterven voor onze zonden was geen natuurlijke maar een geestelijke oplossing voor het zondeprobleem. Jezus heeft het ‘zondevirus’, waardoor de duivel macht over ons had, in zijn geheel vernietigd door onze zonden op zich te nemen en door in onze plaats te sterven. Zonde wordt in de Bijbel ‘de angel van de dood’ genoemd (1 Korintiërs 15:56, WV). Deze angel drong diep door in Jezus’ geest, ziel en lichaam. Zo werd Jezus in alle delen van zijn leven tot zonde gemaakt: ‘Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem’ (2 Korintiërs 5:21). De Man zonder zonde had onze zonden ‘nodig’ om te kunnen sterven, zodat Hij in het dodenrijk in onze plaats de confrontatie met de engel van de dood aan kon gaan. Deze glorierijke overwinning over de dood heb ik beschreven in het boek ‘Het wonder van het kruis’ (hoofdstuk 13: ‘Tussen kruis en opstanding’). Hier maakte Jezus zijn belofte waar dat een ieder die in Hem gelooft de (engel van de) dood nooit zou hoeven zien: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen’ (Johannes 8:51). De dood was niet bij machte Jezus gevangen te houden (Handelingen 2:24). Na drie dagen keerde Jezus terug in zijn lichaam. Door de kracht van de Heilige Geest herstelde en veranderde zijn zo gehavende lichaam in een nieuw verheerlijkt lichaam. Jezus stond op uit het graf waarin Hij onze zonden achterliet. Zo heeft Hij de dood van zijn kracht, dat is de zonde, beroofd (2 Timoteüs 1:10)!
ZONDE IS EEN GEESTELIJK PROBLEEM, DAAROM MOEST HET OP EEN GEESTELIJKE MANIER OPGELOST WORDEN. december 2010 | 6
HET VERSCHIL TUSSEN EEN ZONDAAR EN EEN RECHTVAARDIGE IS DAT DE ZONDAAR ZIJN ZONDE ZAL VERBERGEN EN DAT DE RECHTVAARDIGE ZIJN ZONDE ZAL BELIJDEN. Opnieuw geboren worden Ieder mens die dit gelooft kan opnieuw geboren worden. Hij mag het zevenvoudige wonder van het kruis ontvangen, door te geloven dat hij met Christus is gekruisigd, met Christus is begraven en met Christus is opgestaan in een heel nieuw leven! Ja, de zonde had macht over onze oude mens, maar nu is de oude mens met Christus gestorven en is de band met de zonde afgesneden! Prijst God, wij zijn niet langer slaven van de zonde: ‘Dit weten wij immers, dat onze oude mens meegekruisigd is, opdat aan het lichaam van de zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven van de zonde zouden zijn’ (Romeinen 6:6).
tus volkomen goedgekeurd en aanvaard (Hebreeën 4:16). We zijn ten volle geliefd. Niet omdat wij altijd zo voorbeeldig leven, maar om wat Christus voor ons heeft gedaan. God ziet ons niet langer als zondaars, maar als heiligen. Ons gedrag bepaalt niet langer onze identiteit, maar wat Jezus voor ons heeft gedaan aan het kruis! We zijn gereinigd, geheiligd en gerechtvaardigd door het bloed van de Here Jezus (1 Korintiërs 6:11)! Dit betekent niet dat wij nooit meer zondigen (1 Johannes 1:8). Het betekent wel dat wij niet meer hoeven te zondigen. En dat is een wezenlijk verschil! Vroeger waren we slaven van de zonde (zondaars) en konden we niet anders. Nu is de macht van de zonde in ons leven verbroken en zijn we vrij om goede keuzes te maken. Het verschil tussen een zondaar en een rechtvaardige is dat de zondaar zijn zonde zal verbergen en dat de rechtvaardige zijn zonde zal belijden. Dit is het verschil tussen zondigen en in zonde leven. Daarom zegt Johannes: ‘Wie nieuw leven van God ontvangen heeft, kan niet lan-
De macht van de zonde verbroken God heeft ons samen met Jezus levend gemaakt en al onze overtredingen vergeven (Kolossenzen 2:13b). Door het wonder van het kruis is de macht van de zonde in ons leven verbroken, is onze geest tot leven gewekt (we zijn opnieuw geboren) doordat Gods Geest zich met onze geest heeft verbonden. Onze geestelijke oren en ogen zijn De Heilige Geest zal ons denken nu geopend! Wij zijn een nieuwe schepping vernieuwen, onze gevoelens geworden ‘temidden van een (nog steeds) veranderen en onze wil afontaard en verkeerd geslacht’ (Filippenzen 2:15). ‘Daarom ook is iemand die één met stemmen op de wil van God. Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen’ (2 Korin- ger zondigen omdat het leven van God in hem tiërs 5:17). is. Hij kan niet doorgaan met zondigen, omdat God zijn Vader is’ (1 Johannes 3:9, HB). Juist Wij zijn rechtvaardig geworden omdat we weten dat God ons zo graag verDoor het wonder van het kruis zijn wij recht- geeft, zullen we – als we struikelen – naar vaardig geworden (Romeinen 5:18-19). Let- Hem toegaan om onze zonden te belijden terlijk betekent dit dat wij vaardig zijn om en om vergeving te ontvangen (Psalm 86:5)! voor God, de Rechter, te verschijnen omdat De Heilige Geest die in ons woont, wil ons God ons in Jezus Christus aanvaard en goed- daarbij helpen. Hij staat ons elk moment gekeurd heeft. Zijn rechterstoel is nu voor van de dag bij om ons de juiste keuzes te ons de troon van genade geworden. Elke dag laten maken. Als wij naar Hem luisteren en mogen wij vrijmoedig tot deze genadetroon Hem gehoorzamen, sterven onze oude vernaderen, want God heeft ons in Jezus Chris- langens. Christenen mogen leren Galaten
5:16 elke dag toe te passen: ‘Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten.’ Als wij ervoor kiezen om toch onafhankelijk van God te handelen, zullen we zondermeer terugvallen in de zonde.
Geen gedragsverandering Onze wedergeboorte is geen gedragsverandering maar het ontvangen van een nieuw leven, een nieuwe identiteit. Gered zijn betekent niet dat wij nu de kracht krijgen om ons leven te veranderen, maar dat God van ons een nieuwe schepping maakt. We zijn vergeven, gereinigd, geheiligd en gerechtvaardigd. Zijn Geest woont nu in ons en zal ons van binnenuit veranderen. Gedragsverandering wordt ons niet langer opgelegd (zoals de wet deed), maar komt van binnenuit (het werk van de Geest). Als wij opnieuw geboren worden, betekent dit dat onze geest tot leven komt doordat de Heilige Geest zich weer met onze geest verbonden heeft (1 Korintiërs 6:17). Deel aan de goddelijke natuur van Jezus De Heilige Geest zal ons denken vernieuwen, onze gevoelens veranderen en onze wil afstemmen op de wil van God. De Geest (het Leven) van Jezus verandert ons van binnenuit. We hebben immers deel gekregen aan de goddelijke natuur van Christus (2 Petrus 1:3-4)! Dit betekent niet dat wijzelf goddelijk zijn, maar dat we voor eeuwig met Christus zijn verbonden door de Geest van Jezus. Het leven van Jezus is in ons. Hierdoor is het onmogelijk dat wij in zonde blijven leven (lees: doorgaan met zondigen). Want het leven van Jezus verandert ons van binnenuit. En als wij zondigen, overtuigt zijn Geest ons om God en elkaar om vergeving te vragen. Zodat er niets tussen Hem en ons in zal staan, waardoor onze relatie met Hem zal worden beschadigd.
7 | december 2010
| door max lucado |
De gelijkenis E
r waren eens vijf zonen die met hun vader in een bergkasteel woonden. De oudste was een gehoorzame zoon, maar zijn vier jongere broers waren opstandig. Hun vader had hen gewaarschuwd voor de rivier, maar ze luisterden niet. Hij had hen gesmeekt bij de oever weg te blijven omdat ze anders meegesleurd zouden worden, maar de aantrekkingskracht van de rivier was te groot.
E
lke dag kwamen de vier opstandige broers iets dichter bij de rivier, totdat één van de jongens de moed had naar beneden te reiken om het water te voelen. ‘Hou mijn hand vast, zodat ik er niet in val,’ zei hij, en zijn broers hielden hem vast. Maar toen hij het water aanraakte, sleurde het water hem en de andere drie mee in een stroomversnelling en de vier jongens rolden de rivier in. Ze stuiterden op de stenen, werden door vernauwingen gestuwd en dreven mee op de golven. Hun geschreeuw ging verloren in het geraas van de rivier. Ze vochten om aan de kant te komen, maar waren machteloos tegen de kracht van de stroming. Na uren
december 2010 | 8
van strijd gaven ze zich over aan de kracht van de rivier. Uiteindelijk spoelden zij aan op de oever in een onbekend land, ver weg, een verlaten oord. Het land werd bewoond door wilden. Het was er niet veilig, zoals bij de jongens thuis. Woeste bergen markeerden het land. Het zag er niet uitnodigend uit, zoals bij de jongens thuis. Hoewel ze niet wisten waar ze waren, wisten ze één ding zeker: hier moesten ze niet zijn. De vier jongens bleven lange tijd op de oever liggen, verdwaasd door hun val en niet wetend waarheen ze moesten gaan. Na een tijdje raapten zij hun moed bijeen en gingen het water weer in, in de hoop dat ze
RIVIER tegen de stroom op konden lopen. Maar de stroming was te sterk. Ze probeerden de rivier langs de oever te volgen, maar de oevers waren te steil. Ze overwogen de bergen te beklimmen, maar de toppen waren te hoog. En ze wisten de weg niet. Uiteindelijk stookten zij een vuur en gingen zitten. ‘We hadden niet ongehoorzaam moeten zijn aan onze vader,’ zagen ze in. ‘We zijn erg ver van huis.’ Met het verstrijken van de tijd leerden de jongens te overleven in het onbekende land. Ze vonden noten die als voedsel konden dienen en doodden dieren voor de huiden. Ze waren vastbesloten hun vaderland niet te vergeten en de hoop op terugkeer niet op te geven. Hun dagen waren gevuld met het zoeken naar eten en het bouwen van een schuilplaats. ’s Avonds stookten ze een vuur en vertelden ze elkaar verhalen over hun vader en oudere broer. Alle vier de zoons
van de
RIVIER
onze fouten vergeven en hem straffen.’ ‘Kom,’ drongen de twee broers aan, ‘kom weer bij ons bij het vuur.’ ‘Nee, ik denk dat ik onze broer in de gaten hou. Iemand moet toch bijhouden wat hij allemaal fout doet om het aan vader te kunnen vertellen?’ En dus keerden de twee terug, terwijl de ene broer doorging met bouwen en de andere met veroordelen.
verlangden ernaar hen terug te zien. Toen, op een avond, verscheen één van de jongens niet bij het vuur. De anderen vonden hem de volgende ochtend in het dal bij de wilden. Hij was bezig van gras en modder een hut te bouwen. ‘Ik heb genoeg van onze gesprekken,’ zei hij. ‘Wat voor nut heeft het herinneringen op te halen? Trouwens, zo slecht is het hier niet. Ik ga een groot huis bouwen en wil hier blijven.’ ‘Maar het is thuis niet,’ wierpen de andere drie tegen. ‘Nee, maar wel als je niet aan het echte thuis denkt.’ ‘En vader dan?’ ‘Hoezo? Hij is hier niet. Hij is niet eens in de buurt. Moet ik dan de rest van mijn leven op zijn komst wachten? Ik ga nieuwe vrienden zoeken, nieuwe wegen verkennen. Als hij komt, komt hij, maar ik wil gewoon verder leven.’ En dus lieten de andere drie hun broer alleen
met zijn hut en liepen weg. Ze bleven rond het vuur samenkomen, terwijl ze over thuis spraken en van hun terugkeer droomden. Een paar dagen later ontbrak een tweede broer bij het kampvuur. De volgende morgen vonden zijn broers hem terwijl hij op de flank van een heuvel naar de hut van zijn broer zat te staren. ‘Wat vreselijk,’ zei hij toen zijn broers hem naderden. ‘Onze broer is een vreselijke mislukkeling. Een smet op de naam van onze familie. Wat een verachtelijke daad! Een hut bouwen en onze vader vergeten!’ ‘Wat hij doet, is fout,’ antwoordde de jongste, ‘maar wat wij deden, is ook fout. Wij waren ongehoorzaam. We kwamen bij de rivier. We negeerden de waarschuwingen van onze vader.’ ‘Ja, misschien hebben we wel een paar fouten gemaakt, maar vergeleken met die vent daar in die hut zijn wij heiligen. Vader zal ons
De overgebleven twee zonen bleven bij het vuur, ze bemoedigden elkaar en spraken over thuis. Toen ontdekte de jongste zoon op een morgen dat hij alleen was. Hij zocht zijn broer en vond hem bij de rivier, waar hij stenen stapelde. ‘Het heeft geen zin,’ zei de stenen stapelende broer terwijl hij doorwerkte. ‘Vader komt toch niet. Ik moet naar hem toegaan. Ik heb hem geërgerd. Ik heb hem beledigd. Ik heb hem in de steek gelaten. Er is maar één mogelijkheid. Ik maak een pad naar boven en loop naar vader toe. Steen op steen zal ik stapelen, totdat ik genoeg stenen heb om stroomopwaarts naar het kasteel te reizen. Als hij ziet hoe hard ik gewerkt heb en hoe ijverig ik geweest ben, zal hij de deur wel open moeten doen om mij in zijn huis te laten.’ De laatste broer wist niet wat hij hierop moest zeggen. Hij ging weer bij het vuur zitten, alleen. Op een ochtend hoorde hij een bekende stem achter zich. ‘Vader heeft me gestuurd om jullie naar huis te brengen.’ De jongste sloeg zijn ogen op en zag het gezicht van zijn oudste broer. ‘Je bent voor ons gekomen!’ riep hij. De twee omhelsden elkaar langdurig. ‘En je broers?’ vroeg de oudste uiteindelijk. ‘De ene heeft zichzelf hier een huis ge-
9 | december 2010
RIVIER bouwd. De andere houdt hem in de gaten. En de derde is een pad in de rivier aan het maken.’ En dus ging de Eerstgeborene op weg om zijn broers te zoeken. Hij ging het eerst naar de hut in het dal. ‘Ga weg, vreemdeling!’ schreeuwde de broer door het raam. ‘Je bent hier niet welkom!’ ‘Ik ben gekomen om je thuis te brengen.’ ‘Dat ben je niet. Je bent gekomen om mij mijn huis af te nemen.’ ‘Dit is geen huis,’ zei Eerstgeborene. ‘Dit is een hut.’ ‘Het is een huis! Het mooiste in het dal. Ik heb het met mijn eigen handen gebouwd. Ga nu weg. Je mag mijn huis niet hebben.’ ‘Herinner je het huis van je vader niet meer?’ ‘Ik heb geen vader.’ ‘Je bent geboren in een kasteel in een land ver weg, waar de lucht warm is en het fruit overvloedig. Je bent ongehoorzaam geweest aan je vader en bent in dit onbekende land terecht gekomen. Ik ben gekomen om je naar huis te brengen.’ De jongen keek door het raam naar Eerstgeborene alsof hij een gezicht zag dat hij zich nog uit zijn dromen herinnerde. Maar dat duurde maar even, want plotseling verschenen ook de wilden die in het huis verbleven voor het raam. ‘Ga weg, indringer!’ eisten zij. ‘Dit is uw huis niet.’ ‘Jullie hebben gelijk,’ zei de eerstgeboren zoon, ‘maar het is ook het zijne niet.’ De ogen van de twee broers ontmoetten elkaar opnieuw. De huttenbouwer voelde weer dat trekken aan zijn hart, maar de wilden hadden zijn vertrouwen gewonnen. ‘Het gaat hem alleen om je huis,’ schreeuwden ze. ‘Stuur hem weg!’ En dat deed hij. Eerstgeborene ging op zoek naar de volgende broer. Hij hoefde niet ver te gaan. Op een heuvel in de buurt van de hut, binnen gezichtsafstand van de wilden, zat de fouten zoekende zoon. Toen hij Eerstgeborene zag naderen, riep hij: ‘Goed dat je hier bent om de zonde van onze broer in ogenschouw
december 2010 | 10
te nemen! Weet je dat hij het kasteel de rug heeft toegekeerd? Weet je dat hij nooit meer over thuis praat? Ik wist dat je zou komen. Ik heb precies bijgehouden wat hij gedaan heeft. Straf hem! Ik juich je verbolgenheid alleen maar toe. Hij verdient het! Reken af met de zonden van onze broer.’ ‘We moeten eerst met jouw zonden afrekenen,’ zei Eerstgeborene zacht. ‘Mijn zonden?’ ‘Ja, je bent vader ongehoorzaam geweest.’ De zoon grijnsde en wierp zijn handen in de lucht. ‘Mijn zonden zijn niets. Daar is de zondaar,’ zei hij, terwijl hij naar de hut wees. ‘Wat ik je allemaal over die wilden die daar zijn, kan vertellen ...’ ‘Ik heb liever dat je me over jezelf vertelt.’ ‘Maak je maar geen zorgen om mij. Laat me je tonen wie hulp nodig heeft,’ zei hij terwijl hij naar de hut liep. ‘Kom, dan kijken we door de ramen. Hij ziet me nooit. Laten we samen gaan.’ De zoon was bij de hut voordat hij merkte dat Eerstgeborene hem niet gevolgd was. Toen liep de oudste zoon naar de rivier. Daar vond hij de laatste broer, tot zijn knieën in het water, stenen stapelend. ‘Vader heeft me gestuurd om je naar huis te brengen.’ De broer keek niet op. ‘Ik kan nu niet praten. Ik moet werken.’ ‘Vader weet dat je gevallen bent. Maar hij zal
je vergeven ...’ ‘Dat kan best,’ viel de broer hem in de rede, terwijl hij vocht tegen de stroming om overeind te blijven, ‘maar ik moet eerst naar het kasteel komen. Ik moet een pad bouwen tegen de rivier op. Ik moet hem eerst tonen wat ik waard ben. Dan zal ik om zijn vergeving vragen.’ ‘Hij heeft je al vergeven. Ik zal je de rivier opdragen. Je zult er nooit in slagen een pad te bouwen. De rivier is te lang. De taak is te groot voor jouw handen. Vader heeft me gestuurd om je naar huis te dragen. Ik ben sterker.’ Toen keek de stenen stapelende broer voor de eerste keer op. ‘Hoe durf je zo oneerbiedig te spreken! Mijn vader zal me niet zomaar vergeven. Ik heb gezondigd. Ik heb zwaar gezondigd! Hij heeft ons gezegd niet bij de rivier te komen, en wij waren ongehoorzaam. Ik ben een groot zondaar. Ik moet hard werken.’ ‘Nee, mijn broer, je hoeft niet hard te werken. Je hebt genade nodig. De afstand tussen jou en het huis van onze vader is te groot. Je hebt niet genoeg kracht of stenen om de weg te bouwen. Daarom heeft vader mij gestuurd. Hij wil dat ik je naar huis draag.’ ‘Wil je hiermee zeggen dat ik het niet kan? Wil je zeggen dat ik niet sterk genoeg ben? Kijk dan naar mijn werk. Kijk naar mijn stenen. Ik kan al vijf passen gaan!’ ‘Maar je hebt vijf miljoen passen te gaan!’ De jongere broer keer woedend naar Eerstgeborene. ‘Ik weet wie jij bent. Jij bent de stem van het kwaad. Je probeert me van mijn heilige werk af te houden. Verdwijn uit mijn ogen, jij slang!’ Hij slingerde de steen die hij juist in de rivier wou plaatsen, naar Eerstgeborene. ‘Ketter!’ schreeuwde de stenenlegger. ‘Verlaat dit land. Je kunt me niet tegenhouden! Ik zal dit pad bouwen en tegenover mijn vader staan en hij zal me wel moeten vergeven. Ik zal zijn gunst winnen. Ik zal zijn vergeving verdienen.’ Eerstgeborene schudde zijn hoofd. ‘Gewonnen gunst is geen gunst. Verdiende vergeving is geen vergeving. Kom, laat mij je de rivier opdragen.’
De hutten bouwende hedonist De enige reactie was opnieuw een steen. Dus draaide Eerstgeborene zich om en vertrok. De jongste broer wachtte bij het vuur op de terugkomst van Eerstgeborene. ‘Zijn de anderen niet meegekomen?’ ‘Nee, de ene koos ervoor zich te bezondigen, de tweede te veroordelen en de derde te werken. Geen van hen heeft voor onze vader gekozen.’ ‘Dus zij blijven hier?’ De oudste broer knikte langzaam. ‘Voorlopig.’ ‘En wij gaan terug naar vader?’ vroeg de broer. ‘Ja.’ ‘Zal hij me vergeven?’ ‘Zou hij mij gestuurd hebben als hij dat niet deed?’ Dus klom de jongste broer op de rug van Eerstgeborene en samen begonnen zij de reis naar huis. Alle vier broers hoorden dezelfde uitnodiging. Elk van hen werd in de gelegenheid gesteld zich door de oudste broer naar huis te laten dragen. De eerste zei nee, hij verkoos een hut boven het huis van zijn vader. De tweede zei nee, hij verkoos de fouten van zijn broer te analyseren boven het toegeven van zijn eigen fouten. De derde zei nee, hij dacht dat het beter was een goede indruk te maken dan oprecht te bekennen. En de vierde zei ja, hij koos voor dank boven schuld. ‘Ik wil mij uitleven,’ zegt de ene zoon. ‘Ik wil mij vergelijken,’ zegt de andere. ‘Ik wil mijzelf redden,’ zegt de derde. ‘Ik vertrouw mijzelf aan jou toe,’ besluit de vierde. Mag ik een belangrijke vraag stellen? Als jij over deze vier broers leest, welke beschrijft dan jouw relatie tot God? Heb jij, net als de vierde zoon, je hulpeloosheid om de reis naar huis alleen te maken ingezien? Grijp jij de uitgestrekte hand van je Vader? Ben jij gegrepen in de greep van zijn genade? Of ben jij als één van de andere zonen?
De tekst is met toestemming overgenomen uit het boek In de greep van genade, door Max Lucado. Uitgave: Novapress.
Herken je jezelf in de huttenbouwer? In plaats van naar huis te verlangen, stelde hij zich tevreden met een hut. Het doel van zijn leven is vermaak. Het is de definitie van hedonisme. Hedonisten kunnen slecht ruilen. Ze ruilen kastelen in voor hutten en hun broer voor een vreemdeling. Ze ruilen het huis van hun vader in voor een getto op een heuvel en sturen zijn zoon weg (lees Romeinen 1:23en 25).
De fouten zoekende veroordelaar Herken je jezelf in de zoekende veroordelaar? Hij staat altijd met zijn oordeel klaar. Misschien ben ik wel slecht, maar zo lang ik iemand kan vinden die nog slechter is, kan mij niets gebeuren. Hij voedt zijn eigen goedheid met de fouten van anderen. ‘Kom God, laat me U de slechte daden van mijn buurman tonen,’ nodigt de moralist uit. Maar God gaat niet met hem mee het dal in (lees Romeinen 2:1).
De stenen stapelende wetticist Herken je jezelf in de stenen stapelende wetticist? Hier is een man die zijn fouten inziet en ze door hard werken probeert zelf op te lossen. Hij is onze navolging zeker waard. En, nog zekerder, hij is de vergeving van de vader waard. Zonder hulp van de vader, neemt hij zijn leven in eigen handen en doorwaadt hij de rivier van mislukking. Hij denkt: Als ik dit doe, dan zal God me aannemen. Als ik naar de gemeente ga ... en hij pakt een steen. Als ik dit geld geef ... en hij legt de steen in de stroom. Als ik een boek van Max Lucado lees ... tien grote stenen. Als ik mijn Bijbel lees, en de enige juiste mening heb over de juiste leerstelling, als ik lid word van deze beweging ... steen op steen (lees Romeinen 3:10).
Wat een stel vind je ook niet? De eerste op een barkruk. De tweede in de stoel van de rechter. De derde op het pad naar de gemeente. Ze lijken misschien verschillend, maar eigenlijk zijn ze alle drie gelijk. Ze zijn alle drie gescheiden van de Vader. En geen van de drie vraagt om hulp. De eerste stort zich in zijn hartstochten (zelfbevrediging), de tweede houdt zijn buurman in de gaten (zelfrechtvaardiging) en de derde houdt zijn verdiensten bij (zelfredzaamheid). Het belangrijkste woord hierin is zelf. Zelfvoldaanheid. De brief aan de Romeinen daagt zelfvoldane mensen uit om te erkennen dat zij zwak zijn en om op Iemand die sterker is dan zijzelf te vertrouwen. Wat doe jij? Je kunt jezelf niet redden. De rivier is te sterk; de afstand is te groot. God heeft zijn eerstgeboren Zoon gestuurd om jou naar huis te dragen. Lig jij stevig in de greep van zijn genade? Ik bid vurig dat dit zo is.
11 | december 2010
het gesch
VAN ALLE GESCHENKEN DIE GOD ONS KAN GEVEN, GAF HIJ HET GROOTSTE: HIJ GAF ZICHZELF. NU VERWACHT HIJ VAN ONS DAT WIJ HETZELFDE VOOR ANDEREN DOEN. december 2010 | 12
henk
| door Kay Warren |
De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, wat in onze taal betekent ‘God met ons’. (Matteüs 1:23)
van aanwezig te zijn A
ls ik denk aan helden – mensen die riskante overgave belichamen – denk ik aan Moeder Teresa. Voor mij vertegenwoordigt zij, waarschijnlijk meer dan wie dan ook in de twintigste eeuw, een leven dat onderworpen is aan God. Ze besloot al op jonge leeftijd dat haar gaven, haar talenten en haar enthousiasme voor zijn Koninkrijk door God gebruikt mochten worden, en wat Hij door dit kleine vrouwtje gedaan heeft is verbazingwekkend. Vanwege mijn bewondering voor haar onbaatzuchtige werk onder de ‘onaanzienlijksten van dezen’ besloot ik in oktober 2004 haar Huis voor de Stervenden (Kalighat) in Calcutta, India met een aantal vrienden te bezoeken. Er zijn niet veel mensen die de huizen van de Zusters van Moeder Teresa hebben bezocht, en vooral geen niet-katholieken, dus ik vond dat ik iets geweldigs deed. Ik voelde mij er nobel door, rechtschapen zelfs. Er zijn twee vrijwilligersploegen per dag in Kalighat, en mijn vrienden en ik kozen de ochtendploeg. De zusters hebben het heel erg druk met het verzorgen van de mannen en de vrouwen – vijftig aan de mannenkant en vijftig aan de vrouwenkant – en hebben geen tijd voor een gezellig praatje. Toen ik een zuster in het voorbijgaan vroeg wat ik moest doen, keek ze mij nauwelijks aan en zei: ‘Doe wat je anderen ziet doen.’ Ik weet niet of ik verwacht had dat ze zou stoppen, mij in de ogen zou kijken en mij zou overladen met lovende woorden omdat ik was gekomen die morgen, maar het was in ieder geval niet de ontvangst die ik mij had voorgesteld. Ik zag andere vrijwilligers handschoenen en operatiemaskers uit een emmer graaien, maar tegen de tijd dat ik de emmer bereikt had
waren de enige maskers die nog over waren veel te groot voor mij. Handschoenen? Ik kon er geen vinden. We keken elkaar eens aan en met een gelaten schouderophalen wierpen wij ons op het bijstaan van de stervende mannen en vrouwen van Kalighat. Binnen een halfuur na aankomst was mijn geromantiseerde beeld van ‘de armen helpen’ verdwenen in de stank van diarree, desinfecteermiddelen en de pijnkreten van een man bij wie maden uit zijn wonden werden geplukt. Het zien van de wonden maakte mij misselijk. Wat een dwaas ben ik! dacht ik bij mijzelf. Waarom wilde ik naar deze vreselijke plek? Wanneer zit mijn dienst erop? Ik kon niet wachten om hier vandaan te gaan.
Liefde die taal te boven gaat De ochtend was eindelijk voorbij. De vrouwen hadden gegeten, waren gewassen en gekleed in schone katoenen jurken. Hun bedden waren verschoond. En nu zaten we te wachten – wachten tot ze zouden sterven. Dat is wat je doet in een huis voor stervenden. Ik trok mij terug in een rustig hoekje om mijn emoties, die in shock verkeerden, tot bedaren te brengen en mijn maag te kalmeren na alle beelden, geluiden en geuren. Een alerte non zag dat ik mij terugtrok en riep mij om een begin te maken met het vouwen van kranten tot kant-en-klare zakken om vuile verbanden in te doen. Ik ben een kluns als het om handenarbeid gaat, en het vouwen van een krant op de nauwkeurige manier die de zuster gehaast voordeed, was moeilijker dan het eruitzag. Ik was opgelucht dat ik toch iets nuttigs kon doen, zonder dat ik mij verder nog met de vrouwen bezig hoefde te houden. Maar toen zag ik haar. Terwijl mijn ogen zomaar wat rondkeken,
13 | december 2010
ontmoetten ze die van een vrouw die in haar eentje op een bed zat, aan de andere kant van de zaal. In stilte ging ik tegen mijzelf tekeer omdat ik oogcontact had gemaakt; had ik die morgen al niet genoeg strepen verdiend met ‘aardige-vrouw-zijn’? Ik had het gevoel alsof al mijn zintuigen overbelast waren, en nog zo’n schokkende ontmoeting kon ik niet aan. Maar ze wenkte mij dringend om bij haar te komen. Met tegenzin stond ik op en liep langzaam naar haar toe, waarna ze mij gebaarde naast haar te komen zitten. Meteen stroomden de tranen over haar wangen en er kwam een stortvloed van woorden in het Bengali. Mijn eerste gedachte was: ik heb absoluut geen idee waar ze het over heeft. Maar daarna, in een moment van helderheid, wist ik precies wat ze mij aan het vertellen was! Deze vrouw stortte haar levensverhaal over mij uit. Ze vertelde mij in de meest levendige woorden die ze kon vinden hoe ze hier in Kalighat terechtgekomen was, ziek, helemaal alleen en stervende. Ze klaagde dat haar familie ofwel te arm was om voor haar te zorgen, ofwel niet om haar gaf, of misschien had ze haar familie al lang geleden verloren. Ik weet zeker dat ze mij vertelde over de hoop en de dromen die ze in haar leven had gehad en die vervlogen waren door de omstandigheden en de teleurstellingen. Haar verdriet werd steeds groter en haar lichaam begon te trillen van emotie. We zaten naast elkaar op dat kleine bed – een Indiase vrouw die de dood in de ogen keek en een Amerikaanse vrouw die niet wist hoe ze haar moest helpen. Ineens was ik vol van medeleven voor haar, mijn zuster. Ik sloeg mijn armen om haar heen en trok haar dicht naar mij toe zodat onze gezichten maar een paar centimeter van elkaar verwijderd waren. Terwijl zij in het Bengali sprak, sprak ik in het Engels, in het vertrouwen dat de God die haar had gemaakt haar zou helpen het te begrijpen, zo niet de woorden, dan toch wel de liefde waarmee ik ze sprak. ‘Ik vind het zo erg dat je pijn lijdt! Ik vind het zo erg dat je hier bent, op deze plek, alleen en stervende. Ik vind het zo erg dat je familie niet bij je is hier, dat ze je aan je lot overgelaten hebben en dat je deze laatste dagen van je leven alleen moet doorbrengen. Maar je bent niet alleen! God is bij je! Voor Hem ben je belangrijk, en voor mij ook. Mijn armen om je heen zijn zijn armen; de vingers waarmee ik je tranen wegveeg zijn zijn vingers; als ik je gezicht aanraak, weet dan dat
december 2010 | 14
Ik kon haar niet beloven dat ze de juiste medicatie zou krijgen om haar lijden te verzachten en haar dood makkelijker te maken. Ik gaf haar het enige dat ik haar kon geven: mijn aanwezigheid, mijzelf. Ik gaf haar het geschenk dat iedereen kan geven; het geschenk dat meer kost dan ons geld of zelfs onze energie en onze tijd: onze aanwezigheid. het zijn handen zijn die je er liefdevol aan herinneren hoe kostbaar je voor Hem bent. Hij houdt zo veel van je dat Hij zijn Zoon, Jezus, heeft gezonden, zodat jij voor altijd bij Hem kunt zijn! En Hij heeft mij vandaag gestuurd om je te omarmen en je nog een keer te vertellen hoe bijzonder je voor Hem bent.’ Ik kon haar niet verzekeren dat ze Moeder Teresa’s Huis voor de Stervenden zou verlaten en weer helemaal gezond zou worden. Ik kon haar niet garanderen dat haar familie buiten vol blijdschap stond te wachten tot ze weer naar huis kwam. Ik kon haar niet beloven dat ze de juiste medicatie zou krijgen om haar lijden te verzachten en haar dood makkelijker te maken. Ik gaf haar het enige dat ik haar kon geven: mijn aanwezigheid, mijzelf. Ik gaf haar het geschenk dat iedereen kan geven; het geschenk dat meer kost dan ons geld of zelfs onze energie en onze tijd: onze aanwezigheid.
Dragers van God De meesten van ons zijn ‘oplossers’; we zien een probleem en onze eerste reactie is: los het op! Ik moet iets doen. Geef mij een hek te repareren, een huis te schilderen, een put te graven, een les te onderwijzen, een medicijn om uit te delen. Geef me gewoon iets actiefs te doen! De westerlingen onder ons hebben deze neiging waarschijnlijk meer dan anderen. Onze beruchte onafhankelijkheid steekt de kop op en we haasten ons om iets op te lossen, iets te verbeteren of iets te helen. Op zich is er niets verkeerd aan dingen oplossen, maar het zou niet onze eerste reactie moeten zijn. We zouden het voorbeeld moeten volgen dat ons gegeven is toen God onze diepe geestelijke behoefte aan redding zag. God wist dat wij een Redder nodig hadden om de verstoorde relatie tussen de mensheid en Hem weer te herstellen. Hij zette de geschiedenis in beweging, zodat Hij op de juiste tijd Jezus naar ons toe zond. Hij bood ons niet gewoon een plan of een strategie, maar een Persoon. Hij stuurde geen engel; Hij kwam zelf:
Daarom wilde Hij hun redder zijn. In al hun nood was ook Hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft Hij hen zelf verlost. (Jesaja 63:8b-9a) Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond. (Johannes 1:14) Door het hele Oude Testament heen heeft God zijn kinderen er herhaaldelijk aan herinnerd dat Hij bij hen was. Ze hoefden nergens bang voor te zijn, omdat Hij er was. Maar ze begrepen het niet echt. Hoe krijg je een relatie met een God die je niet kunt zien of horen? God stuurde Jezus, zodat wij zouden weten wat voor Iemand Hij is: Beeld van God, de onzichtbare, is Hij. (Kolossenzen 1:15) In Hem schittert Gods luister, Hij is zijn evenbeeld. (Hebreeën 1:3) Van alle geschenken die God ons kan geven, gaf Hij het grootste: Hij gaf zichzelf. Nu verwacht Hij van ons dat wij hetzelfde voor anderen doen. Als volgelingen van Jezus zijn u en ik dragers van God. Wij dragen Hem mee in de breekbare pot van ons lichaam. De apostel Paulus beschrijft het licht van God in ons als volgt: De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus. Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. (2 Korintiërs 4:6-7) Het aanvaarden van Jezus Christus als Redder en Heer betekent dat Hij binnen in mij komt wonen. Dus ik bied geen nieuwe, verbeterde versie van mijzelf aan; ik bied Hem aan. Als ik
een kamer binnenloop of welke andere plek dan ook, breng ik Hem met mij mee omdat Hij binnen in mij woont. Ik breng niet alleen mijzelf mee; ik breng de God van het heelal mee! Uit mijzelf heb ik niet zo veel te bieden aan wie dan ook, maar als ik God meebreng, heb ik Degene meegebracht die ze het meest nodig hebben. De Bengaalse vrouw in Kalighat had het nodig dat de onzichtbare God zichtbaar werd gemaakt voor haar. Hoe werd Hij zichtbaar voor haar? Er stroomde geen verblindend licht de kamer binnen, er klonk geen trompetgeschal en er was geen donderende stem die alle andere geluiden overstemde. Maar door haar in mijn armen te houden en haar tranen af te vegen, door haar in de ogen te kijken en met haar mee te huilen, en door haar te vertellen over de onuitblusbare liefde van Jezus voor haar, maakte ik Jezus reëel en zichtbaar. Ik heb Hem zichtbaar gemaakt voor haar door zijn handen en voeten te zijn, door te handelen zoals Hij handelt, door van haar te houden zoals Hij liefheeft, door barmhartigheid en mededogen te tonen, door haar het beste te geven dat ik had: Jezus Christus in mij. In de uittocht uit Egypte was God met de Israëlieten; de aanwezigheid van God werd zichtbaar door de vuurkolom en de wolk die
Door haar in mijn armen te houden en haar tranen af te vegen, door haar in de ogen te kijken en met haar mee te huilen, en door haar te vertellen over de onuitblusbare liefde van Jezus voor haar, maakte ik Jezus reëel en zichtbaar. hen door de Sinaïwoestijn leidden. Maar toen de tijd gekomen was, kwam God in mensengedaante naar de aarde om bij ons aanwezig te zijn. Hij zond Jezus om bij ons te zijn op een geheel nieuwe manier. Jezus lachte om de capriolen van de kinderen, huilde bij het graf van een dierbare vriend, boog zich over een melaatse man, wees een verstoten vrouw vriendelijk terecht en gaf zijn leven voor onze zonden. God met een ‘huid’ om zich heen maakt de waarheid persoonlijk en intiem. Nu geloven we het als Jezus zegt dat God van ons houdt. Jezus’ leven was een uitleg van God. Voor ons, als volgelingen van
Christus, is dit ook onze belangrijkste taak: de onzichtbare God zichtbaar maken voor een wereld die Hem nog niet herkent. We hebben de gelegenheid met anderen te zijn in hun nood, en daarmee God ‘uit te leggen’. We moeten leven als de belichaming van God: God met ons, God in ons. Dit is de kern van het uitdragen van ons geloof. Toen ik dit eenvoudige, maar diepzinnige concept van ‘aanwezigheid’ eenmaal begrepen had, begon ik te beseffen dat elke interactie met een andere persoon een kans is om met mensen om te gaan op de manier zoals Jezus dat deed. Het is een gelegenheid om de onzichtbare God zichtbaar te maken. Wij allen beschikken over het vermogen om zowel goed als kwaad te doen. Als we ons laten leiden door het kwaad, doen we monsterachtige, beschamende dingen. Als we ons laten leiden door de Heilige Geest, kunnen we heilig liefhebben op een manier die buiten ons vermogen lijkt te liggen. Henri Nouwen maakte de volgende wijze opmerking: ‘Ieder mens heeft een grote, maar vaak ongekende gave om voor een ander te zorgen, om een ander liefdevol nabij te zijn, om te luisteren, te begrijpen en te ontvangen. Als we die gave vrij zouden maken en ermee aan het werk zouden gaan, zouden er wonderen kunnen gebeuren. Zij die zonder een woord te zeggen bij hun naaste kunnen zitten, niet wetend wat ze moeten zeggen maar wel dat ze daar moeten zijn, kunnen een stervend hart tot leven wekken.’ Als mensen uit mijn kerk zich voorbereiden op een korte internationale zendingsreis, vragen ze mij regelmatig: ‘Wat kunnen we doen als we daar zijn?’ Dan zeg ik tegen hen: ‘Misschien is het belangrijkste wat je doet wel er gewoon te zijn.’ Dit is niet het antwoord dat mensen verwachten en het is niet altijd een bevredigend antwoord. Sommigen willen een lijst met activiteiten en plannen. Ze willen iets concreets uitvoeren om achter te kunnen laten, een ‘bewijs’ dat ze iets belangrijks hebben gedaan tijdens hun verblijf in een ander land. Ik begrijp die manier van denken wel; we willen allemaal weten dat onze investering van tijd, energie en geld de moeite waard is en dat we onze kostbare bronnen niet verspild hebben. Maar wat ik bedoel is dat in onze haast om iets te doen, wij makkelijk langs de mensen die wij bezoeken heen lopen. Er zal altijd behoefte aan actie zijn, aan tastbare oplossingen voor
ingewikkelde problemen. Maar laten we ons als volgelingen van Christus ervan verzekeren dat we bij de mensen zijn; dat we ze in de ogen kijken en luisteren naar hun verhaal, even de tijd nemen om deelgenoot te worden van hun ervaringen, of die nu vreugdevol of pijnlijk zijn. Hierdoor wordt de onzichtbare God zichtbaar.
GEBED O God van alle troost, dank U dat U uw Zoon gezonden hebt om mij duidelijk te maken dat het leven geen soloreis is. Het verwondert mij dat U naast mij loopt en dat het uw bedoeling is om mij weer naast anderen te laten lopen. Dank U, Jezus, dat U alles waar U recht op had, hebt achtergelaten om mij het grootste geschenk te geven dat ik ooit kon ontvangen: uw aanwezigheid bij mij. Vandaag geef ik mijn onwil over om met mensen in nood – vooral mensen die lichamelijk of geestelijk gebroken zijn – in aanraking te komen en wil ik mijn aanwezigheid geven. Ik ben beschikbaar om in stilte naast iemand te zitten, te luisteren, bij mijn vriendin te zijn zonder haar te willen oppeppen, niet met mijn oplossingen te komen maar met mijzelf. Leeft U alstublieft door mij.
Tekst met toestemming overgenomen uit het boek Ik geef me over, God! Door Kay Warren. Uitgave: Medema. Te bestellen in de evangelische boekwinkel of te bestellen via onze website: www.bevrijdingspastoraat.nl
15 | december 2010
december 2010 | 16
17 | december 2010
| door geke emadi |
D
avid pakte vijf gladde kiezelstenen uit een beekje en deed die in zijn herderstas. Zo ging hij op Goliath af, slechts gewapend met zijn herderstas en zijn slinger. Eigenlijk verging het Bernardo net zo. Slechts gewapend met een kleine vlieger lukte het hem om, tegen alle verwachtingen in, het wereldkampioenschap kitefighting (vechten met vliegers) te winnen. Kitefighting is vooral populair in landen als Afghanistan, Pakistan, India, Nepal en Korea. Met je eigen vlieger in de lucht probeer je de vliegerlijn van je tegenstander te snijden. Wie als laatste overblijft heeft gewonnen.
Wer
leven. Daarop besloot Bernardo om afstand te nemen. Hij raakte zijn vliegers niet meer aan.
Vliegeren om de pret
Vliegeren
Afgod
Op zestienjarige leeftijd deed Bernardo Siahaya voor het eerst mee aan een vliegertoernooi georganiseerd door de Molukse gemeenschap. Als kleine jongen zag hij al hoe zijn vader vliegers maakte en op een dag besloot hij, samen met andere jongens uit de wijk, om ook zelf te gaan vliegeren. Hij was er goed in en werd steeds fanatieker want hij wilde absoluut de beste zijn. Zo nam zijn nieuwe hobby veel van zijn tijd in beslag en de geboekte successen gaven hem het gevoel mee te tellen. Bernardo verbond zijn identiteit aan het vliegeren.
Op een dag, hij was tweede geworden bij een toernooi, verklapte zijn oma dat opa aan zijn ‘voorouders’ had gevraagd zijn kleinzoon te helpen. Bernardo was onder de indruk en zijn grootvader vertelde hem dat hij voor iedere wedstrijd bepaalde spreuken moest opzeggen. Zo zou hij zeker winnen. Bernardo gaf hier gehoor aan en ontdekte dat het hielp. Maar later maakte zijn voorganger hem duidelijk, dat dit niet goed was en Bernardo vroeg God in gebed om vergeving. Hij besefte ook dat het vliegeren een afgod was geworden in zijn
september2010 december 2009 | |18 18
Er verstreken vele jaren maar in 2008 dook de vlieger toch weer op. Bernardo’s vader ging verhuizen en samen met zijn kinderen was Bernardo op zolder bezig met het uitzoeken van spullen. Zijn middelste zoon vond wat vliegermateriaal, nam het mee naar beneden en ging er samen met zijn broers mee aan de slag. Toen het niet helemaal lukte, vroegen ze hun vader om hulp en na een paar dagen besloten ze om een wedstrijd te houden. Bernardo deed mee en zo kreeg de vlieger toch weer een (bescheiden) plek in zijn leven. Samen met zijn jongens bezocht hij verschillende wedstrijden maar winnen was nu niet langer de belangrijkste factor. Het plezier dat ze er samen aan beleefden, stond voorop. Bernardo had duidelijke keuzes gemaakt en wilde God nu de hoogste plaats geven in zijn leven. Hij wilde het vliegeren nooit meer zo belangrijk laten worden als vroeger. Regelmatig kwam hij in de finale terecht maar hij hoefde van zichzelf niet langer de beste te zijn. Daarom ging hij er niet voor de volle honderd procent tegenaan. Het vond het wel prima zo.
reldkampioen
VOOR JEZUS!
Een belangrijk toernooi
Een sterk wapen in de strijd
In september 2010 werd in Frankrijk een toernooi gehouden. Het ging om het wereldkampioenschap kitefighting maar dat besefte Bernardo in eerste instantie niet eens. Eerlijk gezegd twijfelde hij of hij wel moest gaan. Het was een eind rijden en hij had nog van alles te doen. Maar een gezellig weekend met twee van zijn jongens trok hem ook en hij besloot om het toch te doen. Met ruim tweehonderd vliegers aan boord gingen de mannen op pad. Bernardo dacht: ‘We zien wel hoe het loopt, dit weekend pakt niemand ons meer af.’ Eenmaal in Frankrijk (Dieppe) aangekomen, bleek het om een belangrijk toernooi te gaan met tachtig deelnemers uit vijftien verschillende landen. Het was een enorm festijn met wel 500.000 bezoekers. Bernardo schreef zich in en ging vervolgens wat om zich heen kijken. Hij zag hoe een Chinees de vliegers van al zijn tegenstanders neerhaalde. In een overmoedige bui besloot Bernardo het tegen hem op te nemen maar binnen vijftien seconden werd zijn vlieger gesneden. Dit was nu niet bepaald een bemoedigend begin. Bernardo observeerde de man zorgvuldig en na een minuut of tien dacht hij zijn zwakke plek te hebben gevonden. Opnieuw ging hij de strijd met hem aan en … won.
De wedstrijdleiding vroeg Bernardo om een demonstratie te geven samen met een aantal andere deelnemers. Dat leek hem een goed idee. Zo kon hij alvast kennismaken met zijn tegenstanders. Maar wat hij zag, maakte hem niet blij. Wat waren hun vliegers groot en wat hadden ze veel hulpmiddelen bij zich. Hij had dat allemaal niet. Toen realiseerde hij zich dat dit wel eens heel lastig kon worden. Maar ja, hij had zich inmiddels opgegeven dus er was geen weg terug. De volgende dag was het zover. Er deden ook veel Nederlanders mee aan het toernooi maar Bernardo kreeg vooral te maken met tegenstanders uit Brazilië, Pakistan, Duitsland en Frankrijk. Het ging boven verwachting goed al waren zijn vliegers klein en kon hij geen gebruik maken van indrukwekkend materiaal. Wel had Bernardo al zijn vliegers voorzien van een kruis en misschien was dat wel zijn sterkste wapen in de strijd. Zijn tegenstanders waren uitgerust met mooie en dure spullen maar Bernardo versloeg hen allemaal en hij bleef winnen. Natuurlijk viel dat op en verschillende mensen wilden weten of hij misschien christen was. Ze hadden het kruis op zijn vliegers opgemerkt. Zo ontstonden er bijzondere gesprekken.
PLOTSELING HOORDE HIJ EEN STEM DIE ZEI: ‘DAT IS NOU HOOGMOED.’ In de kwart finale De volgende dag schopte Bernardo het tot de kwartfinale. Het werd nu toch wel spannend. Maar hij verloor van zijn Duitse tegenstander. Bernardo baalde want hij wist dat hij de man had kunnen verslaan. Plotseling hoorde hij een stem die zei: ‘Dat is nou hoogmoed.’ Onmiddellijk besefte Bernardo wat er was gebeurd. Hij had zijn tegenstander onderschat, al zijn eerdere successen hadden hem overmoedig gemaakt. Nederig vroeg hij God om vergeving voor zijn trotse houding. Toen hij niet veel later opnieuw de confrontatie moest aangaan met de Duitser, won hij.
19 | december 2010
VOOR JEZUS! HET ENE MOMENT ZAT JOZEF NOG IN DE GEVANGENIS, EEN PAAR UUR LATER WAS HIJ ONDERKONING VAN EGYPTE.
Bernardo Siahaya en Wilkin van de Kamp
In de halve finale In de halve finale moest Bernardo het vervolgens opnemen tegen een Braziliaan en een Fransman. De Braziliaan had een grote molen en het leek Bernardo een bijna onmogelijke klus om zijn vlieger te snijden maar … ook dat lukte. Toen hij daarna ook nog van de Fransman won, ging hij bijna uit zijn dak van vreugde. Wat hij en zijn jongens van tevoren niet hadden kunnen bedenken, was gebeurd. Hij had het gehaald. Hij zat in de finale!
Vertrouwen De vier finalisten belandden uiteindelijk op het middenveld waar ze werden voorgesteld aan het publiek dat uit duizenden toeschouwers bestond. Bernardo bad: Heer, is er nog iets wat U mij wilt leren? Als je op Mij vertrouwt en naar Mij luistert dan is niets onmogelijk, was het antwoord. Ondanks deze bemoedi-
december 2010 | 20
ging van zijn hemelse Vader, had Bernardo zijn bedenkingen. Er spookte van alles door zijn hoofd. In het verleden waren er profetieën uitgesproken over zijn leven die (nog) niet in vervulling waren gegaan. Wie kon hem garanderen dat deze belofte van God wel zou uitkomen? Dat hij de wedstrijd zou winnen?
Wereldkampioen! Na een enorm spannende strijd, was het Bernardo met zijn kleine vlieger die zegevierde en werd gehuldigd. Hij won verschillende prijzen waaronder drie bekers. Bovendien worden al zijn verblijfskosten vergoed als hij besluit om in 2012 opnieuw mee te doen aan de World Cup. Zo werd een gezellig weekendje uit met zijn zoons, bezegeld met het winnen van een belangrijk kitefighters-toernooi. Bernardo was wereldkampioen! Natuurlijk vond hij dat prachtig maar er was iets wezenlijks veran-
derd. Waar hij vroeger zijn identiteit verbond aan zijn successen, gaf hij nu God alle eer. Hij besefte dat het niet in de eerste plaats gaat om wat je doet, maar om wie je bent en mag zijn in Christus. Bernardo: ‘Niets is toeval. Als we Gods Geest de ruimte geven in ons leven, dan bepaalt Hij hoe de dingen lopen. Laten we niet te klein denken over God en onszelf. Het ene moment zat Jozef nog in de gevangenis, een paar uur later was hij onderkoning van Egypte. Ik heb geleerd te vertrouwen op God, ook als de omstandigheden moeilijk zijn en de problemen groot. Want niets is onmogelijk voor Hem!’ Op de vraag of hij van plan is om in 2012 weer mee te doen antwoordt Bernardo: ‘Alleen als God het wil. Ik hoef niet meer te schitteren of mezelf te bewijzen. Ik weet wie ik ben in Hem en dat is waardevoller dan welke beker ook!’
| door derek prince |
HIJ TELT HET AANTAL STERREN, HIJ NOEMT ZE ALLE BIJ HUN NAAM. ONZE HEER IS GROOT EN GEWELDIG IN KRACHT, ZIJN VERSTAND IS ONMETELIJK. PSALM 147: 4 - 5
ZEGENINGEN UIT DE PSALMEN Hij noemt de sterren bij naam
D
e psalmist geeft ons een objectieve, wetenschappelijke maatstaf waaraan wij de kennis en macht van de Heer kunnen meten. Menselijke sterrenkundigen wagen zich niet aan een berekening van het aantal sterren in het heelal, maar vertellen ons wel dat het er biljoenen zijn. Toch kent God het exacte aantal sterren. Hij onderhoudt direct contact met elk van hen en Hij beheerst hun bewegingen. De bewegingen van de sterren zijn zo volledig accuraat en betrouwbaar dat sterrenkundigen wiskundig kunnen berekenen waar iedere ster zich duizenden jaren geleden bevond of waar zij zich over duizenden jaren zal bevinden. Laten wij echter nooit deze precisie toeschrijven aan de een of andere geestloze, onpersoonlijke kracht of ‘wet’. Achter dit alles staat de oneindige wijsheid van een Schepper wiens zorg zich uitstrekt tot de verste uithoek van zijn heelal. De psalmist
zegt ons bovendien hoe God de sterren beheerst: Hij noemt ze alle bij naam. Een naam drukt in de bijbel het essentiële, individuele karakter van de betreffende persoon of het genoemde object uit. Voor God zijn zelfs de sterren geen geestloze vormingen van materie, die slechts aan de hand van locatie of grootte kunnen worden geïdentificeerd. Iedere ster heeft zijn eigen naam. Iedere ster reageert op die naam wanneer God hem aanspreekt. Als God zó omgaat met de sterren, hoe zal Hij dan met zijn eigen zonen en dochters omgaan! Voel jij je ooit ‘verloren’ in het zo enorm grote heelal? Vraag je je wel eens af of je werkelijk enige betekenis hebt? Luister dan naar je Schepper die tevens je Verlosser is: Vrees niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent Mijn (Jesaja 43:11).
Mijn antwoord in geloof: Heer, open mijn oren zodat ik uw stem kan horen wanneer U mij bij mijn naam roept.
De tekst is met toestemming overgenomen uit ‘Zegeningen uit de Psalmen’ door Derek Prince. Uitgave: DPM-Nederland ISBN 978-90-75185-38-6 • Prijs: € 15,00
21 | december 2010
| door wilkin van de kamp |
Verlangen naar een
SPANNENDE kerk
A
renda Haasnoot (1973) is geboren en getogen in Katwijk aan Zee. Tijdens haar tienerjaren zwierf ze rond in evangelische gemeenten op zoek naar een meer tastbaar geloof. In de traditionele kerk waar zij opgroeide miste zij de levendigheid en passie. Toen ze ontdekte dat de evangelische gemeenten ook niet zo volmaakt waren, keerde ze terug naar de Gereformeerde Kerk en besloot ze theologie te gaan studeren, eerst in Leiden en daarna aan de VU in Amsterdam. Sinds 5 september 2004 is ds. Haasnoot predikant van de Gereformeerde Kerk in Geldermalsen (PKN). In 2007 werd zij gekozen tot vicevoorzitter van de synode van de PKN. Arenda is lid van de stuurgroep ‘Wij kiezen voor eenheid’.
U bent PKN-predikant met een evangelische achtergrond? ‘Ik ben in traditionele kerken opgegroeid maar in mijn tienerjaren ben ik de evangelische kant opgegaan. Ik was heel erg op zoek. Over mijn kerk werd gezegd dat daar mensen zaten die Christus niet als hun persoonlijke Verlosser hadden aangenomen. Toen ik later terugging dacht ik: “Als dat waar is, dan wil ik dat niet veroordelen maar er iets aan doen.” Ik heb dat toen als een heel sterke roeping ervaren. Nadat ik mijn pad net had gekozen, heb ik mijn man ontmoet. Hij is ook predikant en staat inmiddels in Leerdam.’ Hoe kijkt u naar het geestelijke klimaat in Nederland? ‘Nederland heeft zich grotendeels losgemaakt van God. Veel mensen lijken geen behoefte te hebben aan een relatie met Hem. Geestelijk gezien is het donker in ons land en dat heeft verschillende oorzaken. Er zijn gelukkig wel een paar lichtpuntjes zoals gemeenteplanting:
december 2010 | 22
er komen van verschillende denominaties ieder jaar enkele nieuwe gemeentes bij die het goed doen. De PKN heeft als doelstelling twee nieuwe kerkplantingen per jaar te realiseren.’
Wat merkt u daarvan in uw werk als lokaal predikant? ‘We zien bij veel mensen een toenemende onderlinge verharding en individualisering. Het lijkt of de behoefte van de naaste, van de mensen in hun eigen omgeving, totaal aan hen voorbijgaat. Er is veel egocentrisme. Ieder bouwt als het ware zijn eigen koninkrijkje en leeft daarin. Als mensen de kerk verlaten dan lopen ze niet alleen bij God weg maar ze trekken ook weg vanonder de bescherming die de Heer hen biedt. Ze vullen hun gedachten en leven niet langer met Gods Woord waardoor de geestelijke wereld meer invloed krijgt. Men zoekt het bovennatuurlijke maar neigt naar voorchristelijke religies zoals bijvoorbeeld het vieren van Midwinterfeesten. Op televisie komen allerlei vormen van spiritisme voorbij
waar mensen maar wat graag naar kijken. Spiritisten brengen je in conctact met dierbaren die zijn overleden, althans dat denkt men. De onderlinge boodschap die wordt uitgezonden is dat je niet bang hoeft te zijn voor de dood. Het gaat immers goed met opa.’
Is de kerk niet spannend genoeg? ‘Veel mensen vinden de kerk een oubollig instituut. In mijn jonge jaren bezocht ik een evangelische gemeente omdat ik mij in mijn eigen kerk verveelde. Ik ontdekte toen dat er veel variatie in vorm mogelijk is. Jongeren denken en handelen heel anders dan de oudere generatie. Zij verlangen naar iets wat hen uitdaagt en raakt. De oudere generatie denkt vaak dat als je aan de vorm zit je ook aan de inhoud komt hoewel dat niet aan de orde is. Ik geloof dat we af moeten stappen van een standaardvorm, er mag meer variatie zijn met daarbij het besef dat we één zijn in Christus. We willen de generatiekloof tussen jong en oud proberen te overbruggen.’
IN NEDERLAND KOMT VEEL VERSPLINTERING VOOR OP KERKELIJK GEBIED. DEZE ONDERLINGE VERDEELDHEID TUSSEN CHRISTENEN HEEFT HET CHRISTELIJKE GETUIGENIS ERNSTIG VERZWAKT. Denkt u dat de verdeeldheid van de kerken heeft bijgedragen aan het negatieve beeld dat veel mensen van de kerk hebben? ‘Wereldwijd gezien is ons land erg geseculariseerd, maar ik wil voorzichtig zijn met het leggen van een link tussen de verdeeldheid en kerkverlating. In Nederland komt veel versplintering voor op kerkelijk gebied. Deze onderlinge verdeeldheid tussen christenen heeft het christelijke getuigenis ernstig verzwakt. Als je je in het publiek domein niet als één kunt presenteren, heb je veel uit te leggen. Mensen haken af.’ Hoe kijkt u naar de toespraak van Bas Plaisier (tot 6 juni 2008 scriba van de PKN)? ‘Het was fantastisch en gewaagd van Bas Plaisier om de pijn in de Pinksterkerken te benoemen en hier vergeving voor te vragen. Ook in onze eigen achterban zit veel pijn. Veel leden van de Pinksterkerken zijn immers uit de zogenaamde traditionele kerken gestapt omdat ze het daar niet konden vinden. Mensen hadden een verlangen naar een persoonlijke relatie met Christus en dat wilden ze vooral in vormen tot uiting laten komen. In veel kerken was daar geen ruimte voor. De overheersende houding was: zo gaat het bij ons en niet anders, punt uit, met als gevolg dat veel kerkleden buiten de traditionele kerken op zoek gingen. In de evangelische gemeente waar ik destijds deel van uitmaakte, zagen wij onszelf als ‘betere gelovigen’. Wij vonden dat er in de traditionele kerk minder voeding was, wij wisten precies hoe het zat en hadden een houding van: bij ons is het beter. Dat doet pijn bij mensen die hun kerk trouw zijn gebleven. In de jaren zeventig is het dus aan beide kanten misgegaan: er was sprake van exclusief denken bij zowel de traditionele kerken als de evangelische gemeenten. De reactie van Peter Sleebos van de VPE (Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten) op de synode vond ik indrukwekkend. Hij vroeg vergeving voor de exclusieve en triomfantelijke houding van de Pinksterbeweging naar de
andere kerken toe. Dat werd goed ontvangen en er is sprake van een duidelijke toenadering van beide kanten die gepaard gaat met een verlangen naar eenheid.’
Zijn er ook struikelblokken om tot elkaar te naderen? ‘Het is belangrijk dat we elkaar als broeders en zusters zien. We moeten positief over elkaar spreken en onszelf niet als heilig zien. Ook moeten we bereid zijn andere vormen te accepteren. Dat kan concreet gaan over gewoonten in een dienst of over kleding. Tolerantie is belangrijk. Paulus gebruikt het beeld dat wij samen het Lichaam van Christus zijn, waarvan de één de pink is en de ander een voet (1 Korintiers 12). De evangelische gemeenten of Pinksterkerken weten andere bevolkingsgroepen in Nederland te bereiken en te benaderen dan de traditionele kerken. Die hebben weer hun eigen kring. Dat moeten we als kracht zien, niet als zwakheid. Laten we ons niet langer richten op de vraag wat er allemaal fout is gegaan, maar waar het beter kan en hoe we met elkaar moeten omgaan. Christus is ons fundament en de opstanding van Jezus is onze gezamenlijke basis van waaruit we met elkaar in gesprek kunnen komen.’ Ziet u het werk van de Geest in de bewegingen in ons land? ‘In de kerken van de Reformatie werd hoog ingezet op het Woord. Op een gegeven moment zag je dat de beweging van de Heilige Geest kwam als een tegenreactie. Beide bewegingen kunnen extreem worden: te strak op het Woord of te veel van alleen maar de Geest. Als je deze twee echter bij elkaar brengt, kan het niet meer stuk. We hebben hierin balans nodig, Woord en Geest moeten samengaan.’
verlangen naar meer samenwerking niet alleen onder de leiders maar ook onder de gewone gelovigen leeft, ontstaat er een versterkte beweging. In Geldermalsen heeft de toenadering een hoge vlucht genomen. We merken weer iets van het missionaire elan, als kerk gaan we samen openlijk de markt op. Dat missionaire verlangen overstijgt alle denominaties want de nood van onze medemens die Christus niet kent, bindt ons samen.’
Is er hoop voor de kerk? ‘Jazeker! Ik weet niet of de beweging die we nu zien een tegenbeweging op de kerkverlating is, maar het is in ieder geval spannend. We moeten veel tijd nemen voor gebed. Laten we voorbede doen voor ons land, voor onze maatschappij en samenleving. En laten we onszelf verootmoedigen voor de fouten die in het verleden zijn gemaakt. We moeten ervoor waken niet opnieuw dezelfde fouten te maken. Natuurlijk zijn we ook dankbaar voor alles wat er nu gaande is. We danken God voor de toenadering in leiderschap en de openheid die is ontstaan.’
Ga naar www.wijkiezenvooreenheid.nl voor meer informatie en onderschrijf ook het ‘Manifest van eenheid’!
Hoe ziet u de kerk van de toekomst? ‘Hier gaat het erom of we bepaalde stappen in geloof durven zetten. Welke keuzes maak je als kerkelijke leiders en als gelovigen? Als het
Het bijhorende boek is verkrijgbaar in de evangelische boekwinkel of te bestellen via de website: www.bevrijdingspastoraat.nl
23 | december 2010
KOM OOK NAAR HET
Vrij Zijn
18 en 19 februari 2011 op ‘De Betteld’
THEMA: ‘GODS PLAN, ROEP, STEM EN KRACHT VERSTAAN!’ God heeft een bijzonder plan voor deze wereld! Ofschoon Hij de zonde nooit heeft gewild, komt Hij toch dóór de zondeval én de verlossing tot een volmaakte wereld. Een uiteindelijke wereld die zelfs zonder de zondeval en de verlossing nooit mogelijk zou zijn geweest. Ontdek het meesterlijke plan en besef dat God u roept om Jezus te volgen en de boodschap van zijn Koninkrijk te verkondigen. Kom ook naar het Vrij Zijn Weekend op 18 en 19 februari en leer Gods plan, roep, stem en kracht verstaan!
december 2010 | 24
NIEUWE ‘VERSLAVING’ ‘Ik ben verlost van al mijn verslavingen maar nu heb ik een nieuwe verslaving en dat zijn de Vrij Zijn Weekenden op de Betteld te Zelhem. Wat heb ik genoten van een alles overheersende liefde van onze lieve Heer. Iedereen die hieraan heeft meegewerkt: bedankt! Gods zegen van een super gelukkig mens!’ (HH).
De vierde musketier
NATTE OOGJES
Op het laatste Vrij Zijn Weekend hebben we het al bekendgemaakt: er wordt een ‘vierde musketier’ aan het aantal sprekers toegevoegd. We zijn blij en dankbaar dat Jan Pool uit Haarlem ons wil komen versterken. Jan is voorganger van de Shelter in Haarlem en een transparante, aanstekelijke en humorvolle spreker! U zult bijzonder van zijn bijdragen gaan genieten!
‘Het Vrij Zijn Weekend was zo bijzonder! De hele vrijdag zat ik met natte oogjes en soms met een brok in mijn keel te luisteren. Achter elkaar was God mij antwoorden aan het geven. Het mooiste vond ik nog dat niet alleen ik door bepaalde dingen heen ga en met bepaalde vragen zat, maar zag dat er zo veel meer waren. Ik weet dat Jezus mij heeft aangeraakt!’ (ME)
Weekend! VRIJDAG 18 FEBRUARI 2011
9.00 10.00 - 12.00 12.30 - 13.30 13.30 - 15.00 15.00 - 15.30 15.30 - 17.00 17:00 - 19.00 19.30 - 22.00
Opening zaal Samenkomst 1 Spreker: Willem J. Ouweneel Onderwerp: ‘Gods plan verstaan!’ Lunchpauze Samenkomst 2 Spreker: Wilkin van de Kamp Onderwerp: ‘Gods roep verstaan!’ Koffie/theepauze Samenkomst 3 Spreker: Martin Koornstra Onderwerp: ‘Gods stem verstaan!’ Dinergelegenheid (eetgelegenheden in de omgeving of op De Betteld) Samenkomst 4 Spreker: Willem J. Ouweneel Onderwerp: ‘Gods kracht verstaan!’
ZATERDAG 19 FEBRUARI 2011
PROGRAMMA
INTIMITEIT MET JEZUS! IDENTITEIT IN JEZUS! AUTORITEIT VAN JEZUS!
9.00 10.00 - 12.00 12.30 - 13.30 13.30 - 15.00 15.00 - 15.30 15.30 - 17.00 17.00 - 19.00
Opening zaal Samenkomst 5 Spreker: Jan Pool Onderwerp: ‘Intimiteit met Jezus!’ Lunchpauze Samenkomst 6 Spreker: Jan Pool Onderwerp: ‘Identiteit in Jezus!’ Koffie/theepauze Samenkomst 7 Spreker: Wilkin van de Kamp Onderwerp: ‘Autoriteit van Jezus!’ Dinergelegenheid (eetgelegenheden in de omgeving of op De Betteld)
19.30 - 22.00 Genezingsdienst met Martin Koornstra
25 | december 2010
LEVENSLESS Met Kerst wordt op heel veel plaatsen het verhaal van Jezus’ geboorte voorgelezen. Als u de Bijbel opent bij het Nieuwe Testament, begint Mat teüs met het geboorteregister van Jezus Christus. Dit stuk slaan de meeste mensen meestal over. Toch, als we de moeite even nemen, valt het op dat in de rij van voorvaders van Jezus, vijf maal een vrouw wordt genoemd. Dat is op zich al bijzonder. Nog opmerkelijker is misschien wel het feit dat deze vrouwen nou niet bepaald sociaal geaccepteerd waren.
december 2010 | 26
mo
SEN
| door aukje van de kamp |
VAN EEN
oeder Tamar - die als prostitué verkleed haar eigen schoonvader misleidde en daarmee opkwam voor haar recht op nageslacht.
Rachab - ook een prostitué die woonde boven op de muur van Jericho en twee Joodse verspieders had verborgen. Op grond van haar geloof ontving zij de belofte dat haar leven en dat van haar aanwezige familieleden, gespaard zou worden. Ruth - de Moabitische die haar verbitterde schoonmoeder Naömi naar een vreemd land volgde en koos voor haar volk en haar God, de God van Israël. Bathseba - haar naam wordt niet expliciet genoemd, maar het is overduidelijk dat zij het is. Het gaat om de vrouw van koning David die eerst Uria’s vrouw was. Een overspelige relatie leidde zelfs tot de dood van haar toenmalige man. Over wat er allemaal in haar omging weten we niet veel, maar duidelijk is dat David veel berouw had over zijn overspel met haar. Hij heeft zijn zonde openlijk beleden (lees Psalm 51). Samen verloren ze vervolgens hun eerste kindje, wat veel verdriet gaf. Maria - een jong meisje met een onberispelijke reputatie dat zwanger werd zonder dat er een man aan te pas kwam. Dat gelooft toch niemand? Ze was een dappere jonge vrouw die tegen de engel zei: ‘De Heer mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.’ Zij is een voorbeeld voor ons.
Vrijwel iedereen die een beetje bekend is met de verhalen uit het Oude Testament, weet dat Naömi de schoonmoeder van Ruth was. Wat ik bijzonder vind is dat Ruth - door haar (tweede) huwelijk met Boaz – opnieuw een schoonmoeder krijgt. Maar wat misschien maar weinig mensen weten is, dat haar tweede schoonmoeder Rachab was. Dit raakte me. Boaz, de rechtschapen man die zich liefdevol bekommerde om de vreemdelinge uit Moab (een vijandig volk), blijkt de zoon van Rachab te zijn. Rachab, die bekend stond als de hoer die op de muur woonde, werd gered en opgenomen door het volk van Israël. Ongetwijfeld heeft zij haar zoon verteld wat het betekent om een vreemdeling te zijn te midden van een vreemd volk en wat het inhoudt om daarnaast besmeurd en veracht te zijn; een vrouw met een slechte reputatie.
Glenda vorige zomer
WIE VEEL VERGEVEN IS, KAN VEEL LIEFDE BEWIJZEN
Bovenal zal ze Boaz verteld hebben over de liefde en genade van God waardoor zij deel van Zijn volk mocht gaan uitmaken. Zegt Jezus niet dat wie veel vergeven is, veel liefde kan bewijzen? Heeft zij deze liefde misschien doorgegeven aan haar zoon? En heeft hij op zijn beurt die liefde doorgegeven aan Ruth? Boaz liet bewust iets achter van de overvloed aan aren op het veld. Hij gaf zijn werknemers speciale instructies zodat er voldoende zou zijn voor Ruth en Naömi en Ruth niet van veld naar veld hoefde te trekken. Tijdens het aren rapen mocht ze door niemand lastig gevallen worden. Bovendien mocht ze deelnemen aan de maaltijden, er was meer dan genoeg te eten.
27 | december 2010
WORD OOK SPONSOR VAN PAN DE VIDA
O
nze projecten in Peru hebben een preventief karakter. Ze zijn erop gericht om te voorkomen dat de kinderen op straat moeten leven. Voor slechts tien euro per maand maakt u het mogelijk dat een kind te eten krijgt, naar school kan gaan en niet (langer) op straat hoeft te leven! Uw sponsorbijdrage komt volledig ten goede aan de kinderen van Peru. Help ons mee om aan deze kinderen, door woord en daad, de liefde van God bekend te maken en wordt sponsor van Pan de Vida. Uw hulp is onmisbaar!
PAN DE VIDA: BROOD DAT LEVEN GEEFT!
Had hij deze levensles, het delen van zijn rijkdom met de behoeftige, misschien van zijn moeder geleerd? Was zijn vader Salmon - die zich om zijn moeder bekommerd had - hierin misschien zijn grote voorbeeld? We weten het niet want de Bijbel zegt daar niets over. Maar het zou heel goed kunnen. In Spreuken 22:6 staat: ‘Leer een kind al vroeg wat hij moet weten; dan zal hij later daarnaar leven.’ En in Spreuken 22:9 staat: ‘Wie vriendelijk is, zal worden gezegend; hij deelde immers zijn brood met de hongerige.’ De jonge Ruth bezocht Boaz op de dorsvloer en ging daar aan zijn voeten liggen. De dorsvloer is de plek waar kaf en koren gescheiden worden. Aan iemands voeten komen is een beeld van nederigheid. Willen wij ook zo op zoek gaan naar de Man van ons leven? Hem de kans geven ons leven te zuiveren? Hem de hoogste plaats geven? Erkennen dat we hem nodig hebben? Net als Boaz, de zoon van Salmon en Rachab, hebben wij de opdracht om te zorgen voor de wees, de weduwe en de vreemdeling. Wij hebben in Jezus ons grootste voorbeeld! Zijn liefde, genade en barmhartigheid zijn onze drijfveren. Ook in het nieuwe jaar dat weer bijna voor ons ligt, hebben we het verlangen om uit te delen van zijn liefde. Om anderen een kans te geven deze liefde te leren kennen. Ook in het brood dat we mogen uitdelen in Peru; Pan de Vida! Brood dat leven geeft! Helpt u mee?
Gratis DVD:
He knows my name
D
e documentaire He knows my name vertelt het indringende verhaal van Carlos, die als driejarig jongetje te vondeling wordt gelegd in Peru. Niemand weet hoe hij heet of waar hij vandaan komt. Het politierapport vermeldt slechts twee letters: NN (‘no nombre’). Ernstig ondervoed wordt hij in het ziekenhuis opgenomen en daar geven de zusters hem een naam. Een jaar later vliegt Carlos met zijn adoptieouders naar het verre Nederland. Na een onbezorgde kindertijd volgen moeizame tienerjaren, waarin het moeilijk is zijn hart te bereiken. Als hij zeventien is gaat Carlos op zoek naar zijn wortels. Terug in Nederland krijgt zijn leven opnieuw een dramatische wending, waarna hij op twintigjarige leeftijd alles achterlaat om Gods liefde uit te delen aan de armste kinderen in de sloppenwijken van Peru. U kunt deze gratis DVD bestellen door deze aan te vragen via
[email protected].
december 2010 | 28
COLUMN
Vrijheid van meningsuiting
I
n oktober werd de langverwachte rechtszaak tegen PVV-leider Geert Wilders gehouden. Onderwerp: de vrijheid van meningsuiting. Sommigen in Nederland vinden namelijk dat Wilders met zijn uitspraken de grenzen van deze vrijheid (ruimschoots) heeft overschreden. Maar Wilders vindt dat hij slechts van het recht gebruik maakt om zijn mening te verkondigen. En, voert hij aan, hij heeft toch niets anders dan de waarheid gesproken? De vrijheid om onze mening te uiten is verankerd in de Grondwet en in de Universele Verklaring van de Rechten van de mens. Toch zou je, met een variant op Pilatus, kunnen vragen: Wat is een mening? Bij een mening zou het feitelijk om je diepste, beredeneerde overtuiging moeten gaan. In de praktijk werkt dat echter niet zo: de vrijheid van meningsuiting wordt misbruikt om van alles en nog wat uit te braken. Als christenen hebben we de vrijheid én de opdracht om onze diepste overtuiging te verkondigen, maar dan wel één die zich gebonden weet aan de Schrift. Daarbij gaat het om de inhoud én om de vorm. Ons spreken, schrijft Paulus (Kolossenzen 4:6), behoort aangenaam en niet zouteloos te zijn. We moeten weten hoe we aan een ieder het juiste antwoord geven. • Frans Koopmans Stafmedewerker De Hoop ggz, Dordrecht, www.dehoop.org
PANDEVIDA Email:
[email protected] Website: www.pandevida.nl Rabobank: 1034.24.008
WIE, WAT, WAAR ? JANUARI
14-15 januari:
Bevrijdingsconferentie met Wilkin van de Kamp en Erica Duenk in Assen > Dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur > Party Town, De Haar 1-1a, Assen
16 januari:
Huis van genezing met Erica Duenk in Aalten > Aanvang: 19.00 uur > Westerkerk, Hogestraat 52, Aalten
27-28 januari:
Bevrijdingsconferentie met Wilkin van de Kamp en Erica Duenk in Rotterdam > Dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur > EC Europoort, Nieuwe Binnenweg 310, Rotterdam
29 januari:
Seminar met Gerard de Groot, Wilkin van de Kamp en Jan Sjoerd Pasterkamp in Rotterdam > Van 10.00 tot 17.00 uur > EC Europoort, Nieuwe Binnenweg 310, Rotterdam
FEBRUARI 18-19 februari:
Vrij Zijn Weekend
COLUMN
20 februari:
Huis van genezing met Erica Duenk in Aalten > Aanvang: 19.00 uur > Westerkerk, Hogestraat 52, Aalten
24 februari t/m 6 maart:
Zendingsreis
(conferenties en trainingen) in Paramaribo (Suriname)
12 maart:
MAART
Opwekkingssamenkomst met Wilkin van de Kamp in Bad Gandersheim (D) > Van 18:30 tot 22:00 uur > Dr. Heinrich Jasper Strasse 20, Bad Gandersheim (D)
18-19 maart:
Bevrijdingsconferentie met Wilkin van de Kamp en Erica Duenk in Nijverdal > Dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur > Beth Shalom, Maasstraat 2, Nijverdal
20 maart:
Huis van genezing met Martin Koornstra in Aalten > Aanvang: 19.00 uur > Westerkerk, Hogestraat 52, Aalten
met Wilkin van de Kamp, Martin Koornstra, Willem J. Ouweneel en Jan Pool op ‘De Betteld’ (Zelhem) > Zie pagina 24-25
Roodborstje I
k was in de tuin aan het werk. Bezig onze hof van Eden klaar te maken voor de winter. Na een tijdje viel het me op dat ik werd gevolgd. Op zo’n twee meter afstand, door een klein vogeltje. Nu heb ik niet veel verstand van vogels, maar aan zijn rode borstje kon ik zien wat voor beestje het was. Een heel nieuwsgierig roodborstje dus. Een eigenwijs ding, niet bang voor mensen. Ook de dagen erna hoefde ik slechts mijn neus buiten de deur te steken, of daar was hij weer. Hij volgde mij op de voet. Gefascineerd hierdoor vroeg ik me af waarom dit vogeltje mij zo nodig moest volgen. Wat was zijn motief? Door het diertje te observeren begreep ik het opeens. Daar waar ik net nog in de aarde gewoeld had, was ‘mijn’ roodborstje bezig een vette worm uit de grond te trekken. Aha, meneer (of was het een mevrouw?) wist dat waar ik aan het werk was, er lekkere regenwormen te krijgen waren. Slim hè, zo’n beestje. Zoals dit vogeltje handelt, zo zouden wij mensen ook moeten handelen. Het is eigenlijk zo eenvoudig: blijf dicht bij je hemelse Vader dan zal Hij in alles voorzien!
Cheroet is het Hebreeuwse woord voor vrijheid.
Alle conferenties zijn gratis te bezoeken (inclusief lunch, koffie en thee). Voor online aanmelding en meer info: www.bevrijdingspastoraat.nl
29 | december 2010
Onderwijs naar Gods hart! BOEKEN
- Een goed boek, raakt niet alleen je hart, maar heeft het vermogen in zich je leven te veranderen. Wie leest blijft groeien in inzicht, kennis, wijsheid, geloof en passie voor Jezus!
AUDIO CD’S
- Sommige mensen leren makkelijker door te luisteren dan te lezen. Een audio CD is zo eenvoudig te beluisteren in de trein of in de auto. Een goed verstaander begrijpt waar het in het Leven werkelijk om draait!
DVD’S - Een DVD geeft je het gevoel van het kaartje op de eerste rang. Je kunt genieten van een conferentie, zonder je huis en haard te verlaten.
N ie u w
N ie u w
Elke dag in Christus AUTEUR: NEIL T. ANDERSON • HERSTEL AANTAL PAGINA’S: 372 • PRIJS: J 22,50
E
lke dag in Christus is een diepgaand maar makkelijk leesbaar dagboek voor elke dag van het jaar, waarin Neil Anderson en zijn vrouw Joanne u meenemen in de principes die zo kenmerkend zijn voor hun bediening: o.m. identiteit in Christus, vergeving, geestelijke vrijheid, vertrouwen en Gods principes voor gezin en opvoeding. Een heerlijk boek dat bovendien mooi is uitgevoerd met een hardcover.
Lees onze nieuwe catalogus eens rustig door en bestel direct online de nieuwste audio CD’s van het afgelopen Vrij Zijn Weekend via onze webshop www.bevrijdingspastoraat.nl.
december 2010 | 30
Kan een christen gebonden zijn?
AUTEUR: WILKIN VAN DE KAMP • CROSSLIGHT MEDIA AANTAL PAGINA’S: 106 • PRIJS: J 9,95
E
en christen kan niet gebonden zijn, wordt soms gezegd. In dit boek laat Wilkin van de Kamp zien dat we nergens in de Bijbel lezen dat Jezus de discipelen leert dat alle aanwezige demonen automatisch hun biezen pakken en vertrekken als mensen tot geloof komen. Integendeel. Hij leert hen het Evangelie te prediken en de demonen waarmee ze geconfronteerd worden uit te drijven! Zoals onze zonden niet automatisch vergeven worden als wij tot geloof komen, zo worden we ook niet automatisch bevrijd van de boze als wij een kind van God worden. Op heldere wijze legt Wilkin uit dat een christen vervuld kan zijn met de Heilige Geest en toch nog gebieden in zijn leven kan hebben waar hij niet totaal vrij is. De inhoud van dit boek heeft duizenden mensen geholpen om hun vrijheid in Christus te ontvangen. De Bijbel leert ons dat ieder mens is geboren om vrij te zijn. Vrijheid is het geboorterecht van elk kind van God! God heeft hemel en aarde bewogen om ons deze vrijheid te schenken. De vraag is niet of een christen gebonden kan zijn, maar of hij gebonden hoeft te zijn. Dit boek laat ons zien dat we op vier manieren gebonden kunnen zijn, maar bovenal hoe wij het kostbare geschenk van vrijheid in Christus kunnen ontvangen!
Uitgaven van Crosslight Media • CD / DVD
Gekruisigd door christenen 1 Spreker: Wilkin van de Kamp Aantal DVD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Het kruis was en is een idee van God de Vader. Waarom zoiets extreems als een kruisiging? Wat voor goeds kan daaruit voortkomen? Waarom moest ik gekruisigd worden? Vraag het de Gekruisigde. Hij weet het. Stem erin toe gekruisigd te worden, want je kruisiging is Gods uitnodiging tot opstanding! Gods doel is nieuw opstandingsleven in jou!
God komt nooit te laat! 2 Spreker: Wilkin van de Kamp Aantal DVD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Aan de hand van de opwekking van Lazarus uit de dood geeft Wilkin van de Kamp antwoord op de twee meest gestelde vragen die ook in dit verhaal naar voren komen: ‘Waar was Jezus toen we Hem nodig hadden?’ en ‘Heeft God dit niet kunnen voorkomen?’ Wilkin: ‘De belangrijkste vraag die we in moeilijke situaties kunnen stellen is: Hoe gaat God hierin verheerlijkt worden? Want God komt nooit te laat, omdat Hij er altijd is!’
Hij koos voor de pijn! 3 Spreker: Wilkin van de Kamp Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Toen Romeinse soldaten Jezus - vóór zijn kruisiging - een verdovend drankje aanboden, weigerde Hij dit te drinken. Op deze indrukwekkende audio CD laat Wilkin van de Kamp zien waarom Jezus koos voor de pijn en waarom God ons oproept om niet langer te vluchten voor onze pijn, maar met Hem door de pijn heen te gaan. Een aangrijpende boodschap die uw leven kan veranderen!
Een Koninkrijk vol geloof 4 Spreker: Willem J. Ouweneel Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 9,00 Geloof is een kernbegrip in het Koninkrijk Gods. Zolang dat Koninkrijk nog niet gevestigd is in macht en majesteit, moeten de discipelen van de Koning het van hun geloof hebben. Dat is niet alleen het ‘zaligmakend’ geloof, maar het praktisch geloofsvertrouwen dat zij elke dag nodig hebben in hun strijd tegen de machten van de duisternis, om mensen te bekeren, te genezen en te bevrijden.
Een Koninkrijk vol hoop 5 Spreker: Willem J. Ouweneel Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Hoop is een kernbegrip in het Koninkrijk Gods. Vandaag bestaat dat Koninkrijk nog slechts in het verborgene en is het nog omringd door de machten van de duis-
ternis. Maar de discipelen van de Koning weten dat het niet altijd zo zal blijven. Zij leven vanuit de hoop op het Koninkrijk Gods zoals het eenmaal gevestigd zal worden in macht en majesteit. Die hoop houdt hen op de been.
1
6
Een Koninkrijk vol liefde 6 Spreker: Willem J. Ouweneel Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Liefde is een kernbegrip in het koninkrijk Gods: de liefde van de Koning voor ons, onze liefde voor de Koning en de liefde van Jezus’ discipelen onder elkaar. Liefde is de ware motivatie voor de discipelen van de Koning; je zou de liefde de grondwet van het Koninkrijk kunnen noemen. God is liefde, en het Koninkrijk Gods is de grote ‘etalage’ van wie God is, en dus van zijn liefde.
2 7
Het Koninkrijk van vrijheid! 7 Spreker: Martin Koornstra Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 In deze toespraak neemt Martin je mee op een wandeling door de natuur naar het Paradijs. Daar is het Koninkrijk van vrijheid. Dat betekent dat je mag leven vanuit een intense verbondenheid met God zelf, zonder schaamte, schuld of veroordeling. Je bent immers bekleed met een koninklijk gewaad.
3 8
Er is kracht tot genezing! 8 Spreker: Martin Koornstra Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Jezus is gekomen voor gewone mensen. Zwakke en kwetsbare mensen zoals de weduwe die haar enige zoon verloor. Maar de Heer bracht hem terug in het leven. Laat je door deze boodschap inspireren, ook voor jou is er hoop!
Leven en overvloed 9
in Gods Koninkrijk
4 9
Spreker: Martin Koornstra Aantal CD’s: 1 • Prijs: € 6,00 Zoek eerst zijn Koninkrijk en zijn gerechtigheid en alles wat je nodig hebt, zal je gegeven worden. Dit zijn de woorden van Jezus die jou leven en overvloed wil geven. Het is zijn verlangen dat jij gaat uitdelen van die overvloed opdat je tot zegen zult zijn voor de ander.
Glaasje draaien 0 Spreker: Wilkin van de Kamp Aantal DVD’s: 1 • Prijs: € 6,00 In deze studie gaat Wilkin van de Kamp in op de vraag waarom God glaasje draaien en andere vormen van raadplegen van doden verbiedt. Slechts weinigen beseffen hoe gevaarlijk dit ‘spelletje’ kan zijn. Je weet niet echt wie je aan ‘de lijn’ hebt.
5
0
31 | december 2010
Als we het meest behoefte hadden aan informatie, had God ons wel een voorlichter gestuurd. Als we het meest behoefte hadden aan technologie, had God ons wel een wetenschapper gestuurd. Als we het meest behoefte hadden aan geld, had God ons wel een econoom gestuurd. Als we het meest behoefte hadden aan plezier, had God ons wel een komiek gestuurd. Maar wat we het meeste nodig hadden, was vergeving, dus zond God ons een Verlosser! www.bevrijdingspastoraat.nl
Colofon
magazine • wil de bevrijdende boodschap van Gods liefde onder de mensen brengen • Tweede jaargang • Nummer 6 |december 2010 • Verschijnt vier keer per jaar Uitgever: Stichting ‘Geboren om vrij te zijn’ • Postbus 161 • 7120 AD Aalten • Tel. (0543) 473696 •
[email protected] • www.bevrijdingspastoraat.nl • Hoofdredactie: Wilkin van de Kamp Eindredactie: Geke Emadi • Vormgeving: www.douglasdesign.nl • Drukwerk: Grafisch Centrum De Hoop • Fotografie: Sjoerd Hobelman (2, 3, 24), Thijs van de Kamp (24, 25), Markus van den Berg (20, 24, 25) Pan de Vida (26, 27) • Abonnementen: Een abonnement op is gratis (stuur een email naar:
[email protected]). • Giften: Vrij zijn is geheel afhankelijk van giften. • Uw gift voor de bediening van ‘Geboren om vrij te zijn’ is belasting aftrekbaar. • Bank: 3002.00.307 © Geboren om vrij te zijn • Wilt u artikelen uit overnemen, neem dan even contact met ons op via:
[email protected]