BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn.
De Heilige Geest - werk, vrucht en gaven van de Geest Door: D.T. Brinkman, naar: zie bronnen 1 DE HEILIGE GEEST In deze Bijbelstudie wil ik ingaan op het werk van de Heilige Geest en -in het tweede deel- op de gaven van de Heilige Geest. Er is op dit tweede punt met name de laatste jaren veel verwarring ontstaan, niet in de laatste plaats doordat onder andere bekende Bijbelleraren hun mening radikaal hebben herzien met betrekking tot de gaven of chrismata. Maar om hierover een goede studie te kunnen doen, moeten we eerst wel enige basiskennis verzamelen of opdoen over dit thema. De Bijbel leert over de "geest" of geesten die in mensen werken het volgende: 1 Johannes 4:1-2 (SV) Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God; De enige toets die wij hebben voor de werkingen van de of een geest is dus of die geest (en niet de mens die een bediening heeft of claimt te hebben) Jezus Christus belijdt. Dit onderzoeken is geen eenvoudige zaak. We komen hier later op terug. Eérst gaan we kijken naar wie of wat de Heilige Geest is, hoe een mens die kan ontvangen en wat die uitwerkt in een mensenleven. 1.1 Wat is de Heilige Geest? Een mens bestaat uit een lichaam, een ziel en een geest. •
Het lichaam is het eenvoudigst te begrijpen: dat zijn de botten, het vlees, de organen, enz. Iedereen kan zien en begrijpen wat hiermee bedoeld wordt;
•
Bij het woord ziel wordt het al lastiger. De ziel staat, Bijbels, voor het bewustzijn, gevoelsleven. Denk bijvoorbeeld aan de uitdrukking "gekrenkt tot in het diepst van zijn ziel". Dat betekent dat iemand tot het diepste van zijn gevoelsleven geraakt (in dit geval in negatieve zin) is door bijvoorbeeld een uitspraak. De ziel staat (ook) voor leven; wanneer iemand sterft zeggen we wel eens dat hij of zij "ontzield" is;
•
Dan is er nog de geest. De geest kan het best aangeduid worden met het (vermogen om te) denken, te redeneren, en hierin huist ook het vermogen tot God-bewustzijn. In de geest van de mens is ook het geweten te plaatsen. We zien het woord "geest" terugkomen in bijvoorbeeld het begrip "geestelijk gehandicapt", we zien dat bij mensen die hierdoor getroffen zijn bepaalde vermogens om te denken en hiernaar te handelen ontbreken of op een ander nivo zijn dan bij mensen die volledig functioneren.
Zo zien we dus dat in de hedendaagse maatschappij de begrippen lichaam, ziel en geest bekend zijn. En de Bijbel kent deze begrippen ook. Wanneer we dus, op grond van de Bijbel, leren dat de mens bestaat uit Lichaam, Ziel en Geest, leren we niets "wereldvreemds" of "zweverigs". De Heilige Geest wordt in de Bijbel aangeduid met hetzelfde woord als "adem" of "wind", in het hebreeuws "Ruach". Het is de levens-adem die God inblaast in de mens. Het is dus de "geest van God". In de Bijbel lezen we: "Indien Hij zijn aandacht op hem richtte, zijn Geest en zijn adem tot Zicht terugnam, dan zou al wat leeft tegelijk de geest geven, en de mens zou wederkeren tot stof" [Job 34:14, 15]
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 1/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. We zien dit ook in Genesis 2:7 waar God Zijn levensadem in de mens inblaast. Hoewel dit de levensgeest is, is het naar mijn mening niet de Heilige Geest. Want, als dat zo zou zijn dan zou ieder mens vervuld zijn met Gods' Heilige Geest. Daarom staat in Job ook "zijn Geest en zijn adem". Het ene (adem) is het leven, het ander (Geest) is het "geestelijk leven". En wanneer God dat zou wegnemen van deze wereld, zou er niets of niemand meer zijn die nog kan leven. Het is dus God's adem welke leven (= de ziel) geeft. Die geeft Hij aan elk levend wezen, mens en dier. Zijn Geest is hetgeen ons "geestelijk leven" geeft, wat ons mens verbinden kan met God; door ons denken, onze geest. Het is wat de mens onderscheid van de dieren. Geloven is daarom ook géén zaak van het gevoel (de ziel) maar van de ratio, het denken (de geest). Het is een rationele beslissing, gebaseerd op rationele feiten. Een weloverwogen, welbewuste, keuze die een mens maakt. 1.2 Hoe ontvangt je de Heilige Geest? Jezus aanvaarden als de Schepper en Redder heeft niets met een gevoel of emotie te maken; een gevoel komt en gaat... God's aanwezigheid "voelen" is dus ook, naar mijn mening, een onmogelijkheid. Kenmerkend aan dit soort uitspraken is dat bij mensen dit gevoel komt en gaat. Dat terwijl Christenen toch belijden dat God alomtegenwoordig is (dus: altijd aanwezig!) en als het mogelijk zou zijn God's aanwezigheid te voelen zouden we dit dan ook altijd moeten voelen. Een weloverwogen beslissing, op basis van feiten, is een beslissing die standhoudt - ook in moeilijker tijden! God's Geest kan ons hierbij behulpzaam zijn! Wanneer een mens besluit (nogmaals: een zaak van het denken!) te kiezen voor een leven met God en Hem aanvaard, dan, zo leert de Bijbel, ontvangt de mens op dat moment de Heilige Geest. Persoonlijk geloof ik dat dit betekent dat er een verbinding tot stand komt tussen het denken van God en de gelovige mens in die zin dat de mens die gaat geloven anders gaat denken en handelen, vanuit de vraag: "Wat wil God dat ik doe?". Daar is verder niets mystieks aan en het gaat, over het algemeen, ook niet gepaard met tekenen en wonderen... De Bijbel noemt dit de "doop met de Heilige Geest". Dit is een éénmalige gebeurtenis in een mensenleven, net als de waterdoop. Galaten 3:14 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. Efeze 1:13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte. Efeze 3:17 Opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in liefde. Handelingen 5:32 .. en ook de Heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn Handelingen 2:38 En Petrus antwoordde hun: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen" Jezus komt, zo zegt de Bijbel het, "in ons hart wonen" - uiteraard doordat Gods Geest in ons gaat werken. Deze Heilige Geest ontvangt men op het moment dat men zich bekeert.
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 2/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. De Bijbel is hier glashelder in. Het is een zult ontvangen wat Petrus hier zegt. Het zál dus gebeuren, het is een zekerheid. Eveneens dus een gebeuren dat je niet voelt, ervaart enz. maar een weten, in het denken aanvaarden van dit feit. Romeinen 8:16 Die Geest getuigd met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. 1.3 De uitwerking van de Heilige Geest Wanneer een mens met God's Geest wordt gedoopt zal dat zijn uitwerking niet missen. De doop met de Geest staat aan het begin van het Christenleven. Vaak denken we als gelovige dat de uitwerking bestaat uit het "ontvangen van de gaven van de Geest". Dit is een vergissing. De Heilige Geest doet namelijk veel meer. De gaven van de Geest zijn een belangrijk maar ook vaak zwaar overbelicht onderwerp. In de Bijbelse volgorde hebben we in de eerste plaats het werk van de Heilige Geest. Vervolgens de vruchten van de Heilige Geest en tot slot, en dit behandelen we in deel 2, de gaven van de Heilige Geest. 1.3.1 Het werk van de Heilige Geest Het werk van de Heilige Geest is veelomvattend. We volstaan hier met een opsomming. Uiteraard is het een goede zaak dit (zelf) verder te bestuderen! •
De Heilige Geest geeft de zekerheid dat iemand een kind van God is. Hij is het zegel en onderpand van God's beloften en maakt woning bij de mens. Zoals eerder opgemerkt is dit dus een rationeel gebeuren. Dit kun je niet op een "gevoelsmatige" manier beleven of ervaren. Romeinen 8:14-16, Efeze 1:13-14, Johannes 14:16-17
•
De Heilige Geest woont in alle gelovigen (zie ook hoofdstuk 1.2). Dit is het voorrecht van iedere gelovige, en niet slechts van een bepaalde groep of elite. Vaak wordt geleerd dat de doop met de Heilige Geest gevolgd wordt door uiterlijke kentekenen ("gaven"). Dit is niet juist. Nergens wordt deze uitwerking in de Bijbel- zo geleerd. Het is een mogelijkheid, maar niet een "must". Romeinen 8:9, 1 Korinthe 6:19
•
De Heilige Geest is de "parakleet" wat betekent de "Trooster". Het betekent ook dat hij "de ernaast geroepene" is. Hij troost, steunt en sterkt ons. Johannes 14:16
•
De Heilige Geest is Degene die de gelovige leidt. Wat voor Israël een belofte was (en is), is nu al werkelijkheid voor de Christen. Hij wil iedereen leiden die zijn zonden belijdt en zich ter beschikking stelt aan Hem. Rom 8:14, Jesaja 30:20-21, Psalm 32:1, 1 Johannes 1:5-7.
•
De Heilige Geest deelt zijn gaven uit (zie deel 2) en bewerkt de vruchten van de Geest (zie hoofdstuk 1.3.2)
•
De Heilige Geest woont in de Gemeente, die door Hemzelf tot stand is gebracht op de eerste pinksterdag. Wanneer de Gemeente van de aarde verdwenen is, is de Heilige Geest hier daarom ook niet meer aanwezig. Hoogstens in de vorm zoals deze bekend was in het Oude Testament. Handelingen 2:41-47, Handelingen 4:32-37, Efeze 3:20-21.
•
De Heilige Geest helpt bij het bidden, leert ons te strijden in gebed, en herinnert ons eraan wanneer en voor wie wij moeten bidden. Romeinen 8:26-27, Romeinen 15:30.
1.3.2 De vruchten van de Heilige Geest Het is niet voor niets dat wij in deze studie éérst ingaan op de vruchten van de Geest en
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 3/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. pas daarna op de gaven. In het begin van deze studie immers noemden we het toetsen van de geest(en). Eén manier om te toetsen of het daadwerkelijk de Heilige Geest is die werkt in- of door een mens is namelijk te letten op de vruchten die deze mens voortbrengt. Het toetsen of beproeven is niet een zaak die u populair maakt. Immers; u zult soms moeten concluderen, na zorgvuldig onderzoek, dat iemand zaken presenteert als 'werk van de Geest' of 'gaven van de Geest' maar dat de vruchten daar niet mee in overeenstemming zijn. Wanneer u dat uitspreekt richting andere gelovigen kunt u er op rekenen dat men u dat vaak niet in dank afneemt. Een eenvoudig voorbeeld. Ik ken en heb gehoord van diverse voorgangers die in tongen spraken, profeteerden, zelfs wonderbaarlijke genezingen leken te verrichten. Maar hun levenswijze? Gemeenten die scheurden, echtscheidingen (veroorzaken), overspel... Is dit in overeenstemming met de 'gaven' welke zij claimden of leken te demonstreren? Laten we daarom kijken wat de Bijbel zegt over de vruchten van de Geest. Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. De vrucht(en) van de Geest zijn dus "gewone" dingen! Het zijn karakter- of gedragsveranderingen die voortkomen uit het geloof in Christus en de daardoor aanwezige doop met de Geest. Het is een negenvoudige vrucht. De vrucht van de Geest groeit in de mens die zijn leven onder leiding van de Heilige Geest heeft geplaatst. Lees het gehele gedeelte in Galaten 5:13-26 maar eens aandachtig door! Ds. Wim Malgo zegt in dit verband: "Maar er zijn ook dezulken die wel naar de gaven van de Geest kunnen verwijzen, maar niet naar de vrucht van de Geest. De eerste categorie kan bestaan voor de Here, de laatste niet. [..] Houd gaven van de Geest en vrucht van de Geest uit elkaar. Dan snijdt u het Woord der Waarheid recht (2 Timotheus 2:15)" Met andere woorden: als er geen sprake is van "vrucht dragen", dan kun je niet bestaan voor de Here. Hij kent u niet, want de Heilige Geest is, aantoonbaar, niet in u werkzaam, oftewel aanwezig. U kunt dus claimen "gaven" te hebben of uit te oefenen, de conclusie moet zijn dat dit gaven "uit een andere bron" zijn... Dan kan er maar één dringende oproep aan u worden gedaan: bekeer u! Ook R.H. Matzken bevestigd deze visie en de woorden van Ds. Malgo: "Anderzijds blijkt het feit of iemand een christen is uit de vrucht van de Geest. Dit is meer dan de goede werken die de natuurlijke mens voortbrengt, en het is ook anders dan de zg. gaven van de Geest, die Hij toedeelt gelijk hij wil" In Mattheus 7 ten slotte waarschuwt de Here Jezus: Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen. Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 4/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! [Mattheus 7:15-23, Staten Vertaling] Het is dus zeer goed mogelijk dat broeders en zusters waarvan u dénkt dat zij zeer geestelijk zijn doordat zij, bijvoorbeeld, profeteren in feite valse profeten zijn. Een gruwelijke gedachte! De Here Jezus laat hier geen onduidelijkheid; het is belangrijker de wil van God te doen dan "geestelijk gedrag" ten toon te spreiden. Het is de Heilige Geest die ons laat zien wat die wil van de Vader is. Naar mijn bescheiden mening is het daarom belangrijker ernst te maken met onze bekering, levensheiliging en het dragen van vrucht dan het streven naar "gaven" . 2 DE GAVEN VAN DE GEEST De gaven van de Geest, en dit heb ik eerder gesteld, zijn belangrijk maar worden vaak overbelicht. Eérst komt het werk, dan de vruchten en vervolgens de gaven. Vanwaar die aandacht voor de "gaven"? Lees: 1 Korinthe 12:1-11 Een predikant uit de pinksterbeweging schrijft: "De gaven van de Geest, zoals door de apostel Paulus in 1 Corinthiërs 12:4-11 genoemd, hebben sinds het begin van de Pinksteropwekking aan het begin van de vorige eeuw hernieuwde aandacht gekregen. Niet slechts Pinkster en Charismatische Christenen bestuderen en beoefenen thans deze gaven, maar ook veel Reformatorische en Rooms Katholieke gelovigen hebben de waarde en de geestelijke krachten van deze gaven ontdekt." [T. J. de Ruiter, predikant/bijbelleraar] De "gaven" zijn dus min-of-meer "herontdekt", althans dat claimt men, binnen de pinkster- of charismatische beweging en gelovigen uit andere kringen en kerken zijn gevolgd. Het is opvallend dat over de gaven ook veel verschil van mening is. Eén van de oorzaken hiervan is waarschijnlijk het feit dat er in de afgelopen decennia veel uitwassen zijn geweest. Over het werk en de vrucht van de geest is veel minder discussie omdat deze niet zo zichtbaar of hoorbaar zijn. We gaan hier éérst de meest voorkomende visies bespreken hierover, waarna we vervolgens de gaven zelf bespreken. 2.1 Charismatische opvattingen Binnen met name de charismatische groeperingen is de meeste aandacht voor de gaven en zijn (helaas) ook de meeste uitwassen op dit gebied. Er worden veelal 9 gaven onderscheiden volgens onderstaande schema (regelmatig gevonden op diverse websites en in publicaties) en dit is ook het schema wat door anderen -binnen onder andere de "gevestigde kerken"- vervolgens vaak wordt overgenomen: Inspiratie gaven
Openbaringsgaven
Krachtgaven
Tongentaal Vertolking van tongen Profetie
Woord van kennis Woord van wijsheid Onderscheiden van geesten
Gave van geloof Gave van genezing Gave van wonderwerken
Dit schema is gebaseerd op 1 Korinthe 12. Vaak lezen we, bijvoorbeeld over de tongentaal, dan vervolgens beweringen als deze: "De eerste gave die na de doop in de Heilige Geest vrijkomt is het spreken in tongen. Dit is ook niet verwonderlijk, want door de wedergeboorte ben je een nieuwe schepping geworden, een inwoner van Gods Koninkrijk, een Hemelburger. Alles is nieuw geworden, dus ontvang je ook een nieuwe taal om God groot te maken." [René Nijhuis, Christengemeente Nieuw Leven, Almere]
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 5/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. Het lijkt heel Bijbels dit te stellen en te geloven en er kunnen ook wel, eventueel knap geconstrueerde, argumenten voor worden gegeven. Toch ben ik van mening dat hier een onwaarheid in staat die ernstig is; wanneer de juiste (hermeneutische) principes worden toegepast ontdekken we dit ook snel. De bewering dat de éérste gave die je na de doop in de Heilige Geest ontvangt het spreken in tongen is kan namelijk géén stand houden. In 1 Korinthe 12 lezen we: "Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde geest; er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Heere" [1 Korinthe 12:4-5] De conclusie "dus ontvang je ook een nieuwe taal" -en dat zal u niet verbazen na het lezen van de tekst- is dan ook niet gerechtvaardigd. Bij aandachtige lezing van hoofdstuk 12:1-11 zal u waarschijnlijk ook het volgende opgevallen zijn: "er is verscheidenheid" [..] "aan de een .. wordt gegeven" [..] "aan de ander" [..] "aan de één" [..] "aan de ander" [..] "aan weer een ander".... Paulus sluit dit gedeelte af met: "dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil" (vers 11). Vergelijk/lees ook hoofdstuk 12:28-30! Met andere woorden: er is géén sprake van een volgorde in de gaven, en er is ook geen sprake van dat een christen alle gaven ontvangt of kan "beoefenen" (de Geest deelt immers toe gelijk Hij wil). Waarom besteden we hier aandacht aan? Het belang zit hierin: ik wil graag dat we de Bijbel laten spreken over dit onderwerp en niet mensen! Gelovigen kunnen namelijk ernstig beschadigd raken door deze leer - immers; als zij niet in tongen spreken als "teken" van het feit dat zij vervuld zouden zijn met de Heilige Geest worden zij niet als volwaardig christen gezien. Met dit voorbeeld heb ik naar ik meen het belang hiervan voldoende aangetoond. Voor we het weten zijn we namelijk op een ernstig dwaalspoor gebracht waarbij menselijke gedachten en belangen bóven de Bijbel worden gesteld! En dan gaat het snel richting uitwassen. 2.2 Orthodoxie en Charismata Binnen de kring van aanhangers van de bedelingenleer wordt aan de gaven veel minder aandacht besteed. Men erkent dat er gaven waren, ten tijde van het ontstaan van het Nieuwe Testament, maar verder wordt er vaak maar weinig mee gedaan. Dit geldt ook voor de Reformatorische of orthodoxe kringen. "De Reformatie richtte zich op Jezus alleen, Diens genade alleen en het Woord alleen. Dan gaat het niet over verstandskennis alleen, ook het hart is erbij betrokken. We moeten steeds terug naar de Schrift, maar je moet niet doen alsof evangelischen iets bieden wat in de gereformeerde traditie niet te vinden zou zijn." [H. Selderhuis, Koers, juli 2004] Dat de gelovigen in de kerken hier anders over denken c.q. vragen over hebben blijkt uit bijvoorbeeld onderstaande citaat op het GKV-forum 3: "De opdracht te streven naar de gaven van de Geest en in het bijzonder het profeteren is versmald tot een preek als het belangrijkste onderdeel van de eredienst. Wat komt er terecht van: telkens als gij samenkomt, heeft een ieder iets. Welke mogelijkheden heeft God om zijn aanwezigheid duidelijk kenbaar te maken? Ik bedoel dan de gaven van de Geest die dan tot uiting zouden kunnen komen. Hoe functioneert een tekst als 1 Cor. 12:28?" De stelling binnen orthodoxe en fundamentalistische kring komt vaak overeen met het volgende citaat dat ik vond:
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 6/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. "Paulus spreekt in de eerste brief aan de Korinthiërs over diverse gaven die de Heer aan de Gemeente geeft. In het twaalfde hoofdstuk somt hij daarvan een verzameling op. In het dertiende hoofdstuk wijst hij vervolgens op het tijdelijke karakter van diverse gaven, zoals die van profeteren en van tongen Profetieën, zij zullen afgedaan hebben, tongen, zij zullen verstommen". Terwijl geloof, hoop en liefde zouden blijven (13:13), zouden deze gaven ophouden, zodra namelijk de Gemeente "volwassen" ("het volmaakte" in 13:10) zou zijn geworden. Deze fase is aangebroken sinds de volledige openbaring van de Verborgenheid en het voltooien van het Woord van God". [dispensationalistische schrijver op zijn weblog] Deze bewering heb ik vaak in soortgelijke bewoordingen gehoord. Laten we kijken naar de mening die wordt verkondigd "op basis van de Schrift" dat de tongen zullen verstommen en profetieën afgedaan hebben. We dienen echter ook hier, net als bij de Charismatische visies, de Bijbel te laten spreken. We kijken naar de tekst zelf en constateren dat deze slechts gedeeltelijk (!) geciteerd wordt. Er staat namelijk: "De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben" [1 Korinthe 13:8] Mij is altijd bijgebracht dat een halve waarheid erger is dan een hele leugen. Waarom wordt hier niet vermeld dat ook de kennis zal hebben afgedaan? Dat maakt achterdochtig. En als we dan de context bekijken, zien we nog iets vreemds. De auteur beweert dat deze gaven (tongen en profetie) zouden stoppen als de Gemeente volwassen zou zijn geworden, wanneer het volmaakte zou zijn gekomen. Deze bewering is een afgeleide van de navolgende verzen, maar een volstrekt onjuiste interpretatie naar mijn oordeel. In hoofdstuk 12 gaat Paulus in op de Charismata welke toen voorkwamen in de gemeente. In het einde van hoofdstuk 12 (vers 31) legt hij de Gemeente te Korinthe uit, dat er een weg is die ze nog veel vérder omhoog voert. Met andere woorden of populair gezegd: "beste broeders en zusters, jullie denken dat je er nu bent, maar.. er is nog méér"! En Paulus legt vervolgens uit, in hoofdstuk 13, dat al die gaven, ook de kennis (vers 2), helemaal niets waard zijn, als je de liefde niet hebt. Waarom doet hij dat? Er was verdeeldheid in de gemeente! Er was onmin en ruzie! En Paulus maakt ze duidelijk: "beste mensen, jullie vinden jezelf zo geestelijk, en je hebt al die gaven.. maar géén liefde!". Dat is de context van de brief en hierin moeten we hoofdstuk 12 en 13 plaatsen. Als Paulus dan spreekt in vers 8 over het feit dat de liefde nimmermeer vergaat -oftewel voor eeuwig blijft- en dit tegenover de charismata als tongen, profetie en kennis zet, dan kunnen we al concluderen dat het hier niet over de liefde tussen mensen onderling gaat (= Eros) maar over de liefde van God (=Agape) die door de Heilige Geest in ons woont; vergelijk hoofdstuk 1: het is de éérste vrucht van de Geest welke Galaten 5:22 noemt! De gaven hebben, zo is mijn conclusie althans, inderdaad een tijdelijk karakter. Maar dat tijdelijke karakter wordt niet bepaald door het volwassen worden van de Gemeente of het feit dat God's openbaring in Zijn Woord volledig is, nee, de conclusie moet vooralsnog zijn dat deze gaven stoppen op het moment dat de Gemeente tot de Heer zal worden opgenomen. "Doch als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. [..] Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben." [1 Korinthe 13:9, 12]
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 7/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. Zien wij nu al "van aangezicht tot aangezicht"? Oftewel: zijn wij nu in de Hemelse Gewesten? Dat we de Heere Jezus zouden zien? Is nú het volmaakte gekomen? Welnee! Wij erkennen toch dat we nog steeds in een onvolkomen, gebroken wereld leven? Die tijd komt nog! De stelling dat de charismata als tongen en profetie zouden hebben afgedaan is (daarom) dus onhoudbaar. Ook hier geldt dus hetzelfde als bij de Charismatische visie: voor we het weten zijn we op een dwaalspoor gebracht waarbij menselijke gedachten en belangen bóven de Bijbel worden gesteld! 2.3 De Gaven van de Geest 2.3.1 Doel van de gaven Het doel van de gaven is eenvoudig. Paulus stelt in Efeze 4:11-12, waar hij een aantal gaven opsomt, het volgende: En Hij heeft zowel apostelen als als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het Lichaam van Christus" De "gave" is een bekwaamheid (kunde) door God aan een mens gegeven om er ten opzichte van andere mensen, binnen de Gemeente, mee te handelen tot opbouw van die mensen. Wanneer een gelovige een "gave" heeft of claimt te hebben welke de gemeente niet opbouwt, is dit logischerwijs géén gave van de Heilige Geest. "Christus laat het er de gemeente niet aan ontbreken. Hij heeft gegeven, Hij geeft en zal in dit opzicht door de Heilige Geest nog alles geven wat nodig en voldoende is, om de Gemeente te voeden, haar te besturen en op te bouwen, zolang zij op aarde is" [ir. D.J. Christiaanse] 2.3.2 Welke gaven zijn er? Het schema welke de Charismaten over het algemeen hanteren doet de Bijbel naar mijn mening tekort. Er zijn in het NT namelijk maar liefst 18 verschillende gaven benoemd. Zie hiervoor onder meer: Romeinen 12:6-8, 1 Korinthe 12, Efeze 4:11. Paulus maakt hierbij onderscheid in genadegaven (vers 4), bedieningen en (vers 5) en werkingen (vers 6). Dit onderscheid wordt amper onderkend, laat staan onderwezen. Helaas gaat dit te ver voor deze studie en kunnen we niet verder op dit onderscheid ingaan. Onderstaand een opsomming van alle genoemde gaven, bedieningen en werkingen: * * * * * * * * * * * * * * * *
Apostolaat (of: éérste verkondiging); Profetie Onderwijzen, leraar; Krachten en/of wonderen; Gave van Genezing; Diaconaat; Leiderschap; Tongen (of: talen); Vertalen van tongen; Terechtwijzen, vermanen; Vrijgevigheid; Welwillend- en blijmoedigheid; Woorden van wijsheid, raadgever; Woorden van kennis (inzicht in geestelijke zaken); Gave van Geloof; Onderscheiden van geesten;
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 8/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. * Evangelisatie; * Pastoraat (voorbehouden aan oudsten, opzieners) Over de meeste gaven zal weinig discussie nodig zijn; het is denk ik wel duidelijk voor een ieder wat de gave van diaconie, evangelisatie, leraar, pastoraat, leiderschap, geloof, e.d. is. De "discussie" in gemeenten en kerken gaat meestal dan ook over de zogenaamde "tekengaven" of "inspiratiegaven" omdat dat "gaven" zijn welke in deze rationalistische maatschappij zo opvallen. Daarom gaan wij deze verder bestuderen. Dit zijn: * * * * * *
Tongentaal (en vertalen van tongen); Profetie; Krachten en wonderen; Genezing Kennis Wijsheid
2.3.3 De volgorde van de gaven Er zijn veel verschillende gaven. Vaak denken wij als mensen dat de meest zichtbare of hoorbare gaven, de meest opvallende dus, de meest belangrijke zijn. Dit blijkt ook uit hoofdstuk 2.1. Het spreken in tongen wordt door sommige kringen wel als zéér belangrijk gezien. We waarderen als mensen de gaven naar hoe ze "schitteren" in de Gemeente of op een boeiende of opvallende manier uitgeoefend worden. Dit was ook al zo in Korinthe. Daarom legt Paulus uit in de verzen 12:23-24 metaforisch uit dat dit een misvatting is. In 1 Korinthe 12:28 komen we vervolgens een lijst tegen met de volgorde van gaven, welke feitelijk "het belangrijkste" zijn voor de Gemeente van Christus: "ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten (wonderen) daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen en verscheidenheid van tongen". 2.3.4 Kennis en Wijsheid We beginnen met de laatste twee gaven uit de opsomming van 2.3.2, ze worden vaak verkeerd uitgelegd en daarom hier ook genoemd. Men suggereert soms dat het iets "mystieks" zou zijn (openbaringen of dingen "zien"). Dat is onjuist, "openbaringen" vallen eventueel onder de noemer "profetie" maar worden niet genoemd als gave! Openbaringen vallen niet onder de gaven van de Geest. Zij zijn daarmee ook niet gegeven aande (heiden) gemeente. Dat is ook logisch, want de Openbaring van God is volledig - in Zijn Woord, de Bijbel! Daar kunnen en mogen we als mensen niets meer aan toevoegen. Soms wordt geclaimd door mensen dat ze ''woorden van kennis'' óver een andere gelovige "krijgen". Nergens in de Bijbel zie ik dit verschijnsel op die manier en persoonlijk ben ik dan ook van mening dat daar sprake is van (mogelijk occult) helderziend zijn. Dit hoort niet binnen de Christelijke gemeente. Naar mijn oordeel is er niets mystieks aan deze gaven; kennis en wijsheid zijn "normale" zaken, welke bij sommige gelovigen echter dusdanig aanwezig zijn dat er gesproken dient te worden van een gave. Het gaat hier dan uiteraard om kennis en wijsheid op het gebied van God's Woord of Gemeente-zaken. Denk hierbij ook eens aan Salomo, die zijn veelgeroemde wijsheid van de Here ontvangen had. Dit was wijsheid tot opbouw van het volk Israël en zelfs tot opbouw van ons als heiden gemeente aangezien veel van zijn wijsheden (Spreuken!) in de Bijbel zijn opgenomen.
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 9/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. We kunnen ook denken aan de vele grote, wijze, mannen Gods die in de geschiedenis bekend zijn. Bijvoorbeeld Spurgeon, Darby, Moody, Johannes de Heer e.v.a. Hun uitzonderlijke wijsheid en kennis (inzicht) is of was een gave van de Heilige Geest. Zij hebben hiermee de Gemeente gesticht en gebouwd -de belangrijkste voorwaarden voor een gave- en achteraf kunnen we dus vaststellen dat dit mannen waren die een bijzondere gave van de Geest hadden ontvangen op dit gebied. Dit is ook overeenkomstig de gedachte van de meeste, gerenommeerde, Bijbelcommentatoren (zie onder andere "THE CONCISE BIBLE COMMENTARY", Dr. James M. Gray, Moody Bible Institute). 2.3.5 Tongen In 1 Korinthe 14 gaat Paulus uitgebreid in op de Tongen en Profetie. Hij gaat met name in op het fenomeen van het spreken in tongen omdat dit tot grote problemen leidde in de gemeente, vooral op het punt van de orde in de dienst. De Bijbel leert, in 1 Korinte 12 maar ook op andere plaatsen, dat er in talen (Staten Vertaling) of, volgens de NBG-vertaling, in "tongen" gesproken werd. Door de ongebruikelijke, van het engels afgeleide, vertaling (vergelijk ook andere vertalingen als Het Boek) "tongen" te gebruiken is er door de NBG-vertalers naar mijn oordeel extra onduidelijkheid geschapen over dit thema. Sommigen zijn mede hierdoor (zelfs) van mening dat het hier (onverstaanbare) "engelentaal" betreft en verwijzen hierbij naar 1 Korinthe 13:1 - een verwijzing die zeer discutabel is. Ik kan hier (dus) geen Bijbelse grond voor vinden. In Handelingen zien we dat het verstaanbare, bestaande, talen zijn (Handelingen 2:4 en Handelingen 2:7-11). Uit 1 Korinthe 12:1-11 is eveneens niet te concluderen dat het om onverstaanbare klanken (Glossolalie) zou gaan welke vaak wordt aangeduid als 'tongentaal' (een woord dat taalkundig gezien niet eens kan, "talen-taal" zou dit betekenen..). Integendeel, zie vers 10: vertolking (=vertaling) van tongen! Ook 1 Korinthe 12:28 duidt hier op, er wordt gesproken over verscheidenheid van tongen. Of, in hedendaags Nederlands: "verschillende talen". Dat er in een "engelentaal" (= één taal) zou worden gesproken is hiermee n.m.m. ontkracht. In 1 Korinthe 14:9 zegt Paulus -wanneer hij terugkomt op tongen en profetie- dan ook "indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreek, hoe zal men het gesprokene begrijpen?". Met andere woorden: er is eveneens géén sprake van het uitstoten van onverstaanbare klanken (glossolalie). Hij vergelijkt dit (14:7-8) met het spelen op muziekinstrumenten. U kunt zich voorstellen dat als ik voor de vuist weg maar wat aanrammel op een piano die ik niet kan bespelen- dit nooit "muziek" kan worden. Er zijn voor het bespelen van een instrument regels; notenschrift, harmonie-leer, e.d. Als men maar wat doet op een dergelijk instrument, dan klinkt het nergens naar. Ik heb het wel eens geprobeerd, en mijn (musicerende) dochter lacht mij uit als ik dit doe.. Zo is het ook met de "tongentaal". Het betreft hier het spreken van talen, die ook onderworpen zijn aan spellings-, grammatica- en stijl-regels. Stoten we maar wat ongecontroleerde onverstaanbare klanken uit dan, zo zegt Paulus, komen we niet te weten wat er bedoeld wordt en hebben we er niets aan. Dit soort gedrag sticht de gemeente niet (is niet tot opbouw, een voorwaarde voor een gave), zie 14:12, 17. In de Gemeente spreekt Paulus dan ook liever vijf woorden met het verstand dan duizenden (!) in een tong (vers 19). Anders lacht men ons uit.... Het spreken in tongen is daarom tot weinig nut in de gemeente, zo moet de conclusie zijn. Wat is dan wel het nut er van? In hoofdstuk 14:22 legt Paulus het kernachtig uit: "Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen". Deze ongelovigen zijn de Joden, zo leert het voorgaande vers (21): "Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 10/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here". We moeten daarom, op basis van hoofdstuk 12 tot en met 14 concluderen dat het spreken in tongen of talen: a. niet is bedoeld voor de (huidige) heiden-gemeente, maar tot teken voor de Joodse ongelovigen (zoals bijvoorbeeld op de eerste pinksterdag gebeurde). In de gemeente van Korinthe past tongentaal daarom wel, omdat hier veel Joden woonden en hierdoor net als op de eerste pinksterdag- mogelijkerwijs tot geloof zouden kunnen komen. Dat is n.m.m. ook een van de redenen dat het in de andere brieven -aan andere gemeentenbij de gaven niet wordt genoemd; b. dat het spreken in tongen (meestal) niet tot stichting van de gemeente is tenzij er iemand is die het kan vertalen. Het mogen er slechts 2 a 3 zijn en zij mogen alléén spreken als er een uitlegger in de gemeente aanwezig is. Zie ook hoofdstuk 14:27-28!; c. dat het beter is vijf woorden met het verstand te spreken en daardoor de gemeente opbouwen dan duizenden in een tong (taal). Laat ik duidelijk zijn: ik zeg hiermee niet dat tongen of talen niet meer zouden voorkomen, maar dat het een gave is welke in de heidengemeente naar mijn oordeel niet tot veel nut is en daarom niet zal voorkomen tenzij de Heilige Geest dit -bij hoge uitzondering- zo geeft omdat het op dat moment noodzakelijk is. Paulus maakt duidelijk dat, zo vat ik dit op, het spreken in talen niet zoveel toegevoegde waarde in de Gemeente heeft dat wij, als heidengemeente, ons hier op zouden moeten richten of naar zouden moeten uitstrekken. Daarnaast zien we in hoofdstuk 2.3.3 dat het een van de "lagere" gaven is. Gebeurt het, dan mogen we het niet verhinderen (14:39). Maar de Bijbelse voorwaarden zijn duidelijk en strikt. 2.3.6 Profetie "De profetie echter is niet voor de ongeloven, maar voor hen, die geloven" [1 Korinthe 14:22b] Uit een eerdere studie (Inleiding OT), de taak van een profeet was: 1. het volk wijzen op hun zonde, dat ze afvallig waren (geworden) van God; 2. onderwijzen en corrigeren van het volk en de leiders (Koning, oudsten), oproepen tot bekering; 3. het zien van de toekomst - zoals God die hen toonde. In het NT zien we nergens dat de taak van een profeet of de definitie van profetie veranderd is, integendeel. Profetie is niet anders dan het schouwen van verleden, heden en toekomst. In het OT zien we dat de Heilige Geest anders werkte, in die zin dat deze vaak tijdelijk "op" de profeet kwam. In het NT is de Heilige Geest altijd in de gelovige. De uitwerking, voor wat betreft de profetie, is niet anders. Wat gebeurt er wanneer er sprake is van door de Heilige Geest ingegeven profetie? Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken, en enige ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart? Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. En alzo worden de verborgene dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende op zijn aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk onder u is. [1 Korinthe 14:23-25 (SV)] Bewust kies ik hier voor de Staten Vertaling omdat deze overeenkomt met diverse andere vertalingen. Wat leert Paulus hier? Als er geprofeteerd wordt heeft dit gevolgen, namelijk dat een ongelovige "van allen overtuigd wordt". De engelse vertaling zegt dat hij door allen veroordeeld wordt. In de vertaling van Het Boek lezen we het iets anders en mooi verwoord, overigens in overeenstemming met de Staten Vertaling: "wordt zo
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 11/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. iemand overtuigd en zal hij tot inzicht komen". Waar wordt deze ongelovige van overtuigd? Van zijn of haar zonde! Immers; dat is wat de profeet -door de Heilige Geest gedreven- doet: het volk (de mens) wijzen op zijn of haar zonde! De profetie is helder en duidelijk, en toont de verborgen dingen in zijn hart. Zoals de vertaling van Het Boek het zegt: "Wat er in hem omgaat, komt aan het licht. Dan zal hij op zijn knieën vallen, God aanbidden en openlijk erkennen dat God bij u is". God spreekt rechtstreeks door een mens en er is voor de ongelovige die dit hoort geen ontkomen meer aan; de kracht van Gods Woord doet hem of haar op zijn knieën vallen en erkennen: "God is bij u"! Een dergelijke confrontatie met God kan geen mens onberoerd laten! Het gaat hier -zie ook eerder over de "woorden van kennis"- dus niet om een soort van helderziend gedrag als zou een profeet kunnen zien wat iemand denkt; het gaat er hier om dat door de profetie de mens ziet en gelooft dat hij in zonde leeft en zich daarvan bekeert. Het eerste wat de Heilige Geest doet bij een ongelovige: overtuigen van zonde! In de ruime twintig jaren dat ik mijzelf "evangelisch Christen" noem en in veel diensten en bijeenkomsten ben geweest heb ik déze vorm van profetie nooit gezien. Wat tegenwoordig als "profetie" in de gemeenten wordt gebracht, en dit constateer ik niet met vreugde, lijkt er helaas in de verste verte niet op en heeft zeker niet de gevolgen zoals die hier genoemd worden. Het tweede waaraan wij een profeet herkennen is het onderwijzen en corrigeren. Dit zien wij vaak terug in de prediking. Prediking is echter geen profetie. Het wordt wel vaak zo uitgelegd maar naar mijn mening hoort prediking bij het onderwijs of bij evangelisatie, afhankelijk van het type (en effect van) prediking. Dit valt daarom onder de gaven van leraar en evangelist. Het "zien van de toekomst" wordt binnen de Evangelische beweging vaak als "profetie" geduid. Dit is, zo zal uit voorgaande blijken, slechts een gedeelte er van. Wanneer een profeet niet voldoet aan de eerste twee criteria, heb ik ernstige moeite met zijn (of haar) "schouwen van de toekomst". Daarbij moet ik helaas constateren dat ik heel vaak "profetie" heb gehoord die niet is uitgekomen. De Bijbel leert dat we dan van doen hebben met valse profeten. Dit is zeer ernstig. Paulus schrijft: "Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen" [1 Korinthe 14:29] Dit principe wordt, voorzover ik dit kan overzien, niet of nauwelijks toegepast. Daarmee, en ook gezien wat hiervoor is geschreven, wijken we zo sterk van de Bijbel af dat ik persoonlijk van mening ben dat de huidige vormen van "gemeentelijke profetie" niet voldoet aan de Bijbelse norm. Ook hier geldt, net als bij de tongen, dat ik van mening ben dat het -in uitzonderlijke gevallen- wel kan voorkomen dat er profetie in de (heiden)gemeente is. Maar ook hier geldt dat de voorwaarden voor (a) de erkenning van een profeet en (b) zijn profetie en (c) de voorwaarden voor beoordeling zeer strikt zijn. Laten we wel zijn: als we pretenderen namens God te spreken in de Gemeente, met mogelijk verstrekkende consequenties, mag en moet daar niet zeer kritisch naar gekeken worden? De Bijbel schrijft dit toch voor? 2.3.7 Krachten, wonderen Krachten en/of wonderen (eigenlijk word één en hetzelfde bedoeld), worden vaak verward met de gave van genezing. Natuurlijk is het een wonder als iemand geneest, maar het is naar mijn oordeel niet wat hier bedoeld wordt.
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 12/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. Er is verder in de hoofdstukken 12-14 weinig over beschreven. De gave worden genoemd maar verder niet uitgelegd. Dit maakt het lastig te bepalen waar het hier eigenlijk om gaat. Vaak wordt teruggegrepen op de evangelieën om het te verklaren. Persoonlijk ben ik van mening dat dat niet kan, omdat dat de tijd van het Koninkrijksevangelie was (de tijd dat Israël als volk het aanbod kreeg terug te keren tot God, die eindigde bij de kruisiging en opstanding). Ook veel Bijbelcommentatoren laten ons hier min-of-meer in de steek en slaan de wonderen of krachten over bij hun verklaringen. W. B. Godbey schrijft echter in zijn commentaar op het NT: This gift, in E.V. translated "the working of miracles," is energeemata, which means "inward workings," i. e., the mighty works of God in the human spirit, hidden from mortal vision by the fleshy veil. Hence it means the inward workings, operations, manipulations, wrought by the Holy Ghost in the invisible human spirit. The word translated "miracles" in E.V. is dunameoon, the genitive plural of dunamis, "dynamite," so frequently used by the Holy Ghost in the New Testament. It is the definition of "gospel" (Romans 1:16). Hence instead of meaning the working of physical miracles, as one might think, it means the inward operations of the real gospel work wrought by the Holy Ghost alone. [W. B. Godbey - New Testament Commentary] Godbey stelt -op basis van de grondtekst- dat er hier sprake is van wonderen die inwerken op de gelovige zelf, een wonder in zijn geest in tegenstelling tot de krachten (zoals het in de NBG vertaald is!) waarvoor het grondwoord dunamis is. "In tegenstelling tot het verrichten van fysieke wonderen, zoals men zou kunnen denken, betekent het hier het inwerken van het Evangelie door de Heilige Geest". In principe is deze gedachte goed aanvaardbaar, omdat Paulus de gemeente juist in deze hoofdstukken wijst op de valse geesten, tovenaars (!) uit de jodenen en heidenen, die wonderen en tekenen verrichtten voor de ogen van de mensen en claimden deze te doen doordat geesten of Gods geest in hen werkte. Tevens kunnen we ook denken in dit verband aan de gave van geloof, welke aan gelovigen persoonlijk gegeven werd en niet uitwendig zichtbaar is.We zien hier ook dat wat dat betreft het kennen van de achtergrond en omstandigheden van de gemeente van Korinthe -die moest bestaan in een zeer occulte omgeving vol afgoderij- zeer belangrijk is.. 2.3.8 Gave van Genezing Over de gave van genezing is veel discussie de laatste jaren, vooral binnen de (neo) evangelicale gemeenten en zelfs in de Reformatorische kerken. Daarom ga ik hier wat dieper op in. Deze discussie wordt met name veroorzaakt door de opkomst van gebedsgenezers die met veel uiterlijk vertoon te werk gaan. Daardoor wordt de kern van de zaak, zowel bij vóór- als tegenstanders van deze vaak veelbesproken mensen, vaak uit het oog verloren. We willen ons, evenals hier voorgaand, beperken tot wat de Bijbel leert hierover en ons niet in de discussie over mensen mengen. In Charismatische kringen heb ik vaak het volgende citaat gehoord om de 'genezingsbediening' van een voorganger, evangelist of 'gebedsgenezer' te ondersteunen, en dan met name het onderstreepte gedeelte: Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. [Jesaja 53:5 (SV)] Verder wordt vaak verwezen naar de bediening van de Here Jezus zelf en zijn discipelen (Apostelen). De Here Jezus genas veel zieken. De Apostelen genazen eveneens zieken (niet zelf natuurlijk, maar God werkte door hen heen). Het gaat te ver om in dit korte bestek hier diep op in te gaan, wel wijs ik op het onderscheid dat er is in de bediening van de Here Jezus en zijn discipelen (Koninkrijks-evangelie) en de tijd waarin wij nu
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 13/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. leven (Bedeling van de Genade). Het zijn dus geen vergelijkbare zaken. Daarmee wil ik dit echter niet afdoen! De tekst uit Jesaja is absoluut niet toepasbaar op de huidige 'genezingsbedieningen'. Het gaat hier om het herstel van Israël en wij dienen wat voor Israël is bij Israël te laten. In Romeinen 4:25 legt Paulus het accent dan ook geheel anders; de straf die ons de vrede aanbrengt (= het sterven en opstaan van de Here Jezus zodat onze zonde is vergeven) was op Jezus en Hij heeft die gedragen. Ook Petrus legt het accent van deze tekst geheel anders, niet richting een letterlijke genezing van ziekte maar hij schrijft: "en door zijn striemen zijt gij genezen. Want (= redegevend!) gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen" [1 Petrus 2:24b, 25] Als we nu ook nog de context (Jesaja 53:1-12) lezen waaruit deze tekst gerukt is zien wij dat de Here Jezus geleden heeft, ziek geworden is, geslagen en vernederd is voor onze eigenlijk in deze context: Israël's- zonde. Omdat Petrus de tekst aanhaalt is het gerechtvaardigd dit ook op onszelf toe te passen. Maar wel op de juiste manier! We houden ons hier ook dus gezien vorenstaande voornamelijk aan de tekst uit 1 Korinthe 12-14. Hier lezen we dat er in de gemeente waren aan wie "gaven van genezing" waren gegeven. In de vertaling van Het Boek staat het als volgt: "De een krijgt ergens geloof voor en de ander de gave om zieken te genezen, beiden door dezelfde Geest" [1 Korinthe 12:9] "Dan zijn er die wonderen doen (zie eerder, dit is een onjuiste vertaling, RB) en anderen die de gave hebben zieken te genezen" [1 Korinthe 12:28b] De moderne mens wil niet (kunnen) omgaan met ziekte. Ziekte is weggedrongen uit onze maatschappij; we zien in films, de reclames, tijdschriften etc. bij voorkeur alleen maar mooie, gezonde, blije, gelukkige mensen... Toch zijn onze lichamen onderhavig aan verval en moeten wij als mens een keer sterven. Door de 'gebedsgenezers' wordt ons vaak voorgehouden (zie ook eerder) onder verwijzing naar diverse teksten uit de Bijbel dat wij niet ziek hoeven te zijn. Paulus schrijft hier dat er in de gemeente zijn die de gave hebben om ziekte te genezen. We kunnen dit op twee manieren uitleggen: •
Er waren mensen die de geneeskunst beoefenden, denk aan Lukas, en deze gave ten dienste van de gemeente stelden;
•
Er waren mensen die door bepaalde wonderwerking van God's Geest, anderen konden genezen.
De meeste uitleggers gaan uit van het laatste. We komen in de brieven van Paulus deze gave verder niet tegen. Wel in Jakobus 5:14-15, maar daar wordt een andere "praktijk" genoemd! Daar wordt namelijk gesteld dat de zieke zich moet wenden tot de oudsten in de Gemeente en dat zij een gebed over hem zullen uitspreken waarbij -door het gelovige gebed van de oudsten- de zieke weer opgericht zal worden. Deze praktijk zien we tegenwoordig weer opkomen in gemeenten en kerken, waarbij er overigens niet of nauwelijks sprake is van genezingen. Dit kan alleen verklaard worden uit ofwel het ontbreken van geloof bij de oudsten ofwel (en dat geloof ik eerder) dat de gave van genezing niet bij deze oudsten aanwezig is. Zij trachten dus een gave uit te oefenen welke zij niet hebben ontvangen. Zij zouden dit dan maar liever niet moeten doen, omdat ze de zieke valse hoop geven en daarmee zelfs grond tot afval of afkeer van het geloof bij de zieke of diens familie (kinderen, echtgenoten e.d).
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 14/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. Paulus maakt duidelijk dat er in de vroege Christelijke gemeente (Korinthe) broeders en zusters waren die -hoewel ze verder klaarblijkelijk geen officiële bediening in de Gemeente hadden in die zin dat het geen oudsten of opzieners waren- de gave hadden anderen te genezen. Er zijn er die beweren (onder andere in de International Standard Bible Encyclopedia) dat het hier om psycho-somatische klachten zou gaan en niet om fysieke aandoeningen. Ik zie hier geen grond voor. Daarmee doen we het werk en de kracht van de Heilige Geest, Gods Geest, te kort. We zien dat deze gave aanwezig was in de gemeente, in eerste instantie een gave welke gegeven was aan de discipelen, vervolgens aan de 70 die uitgezonden waren, vervolgens aan diverse gelovigen en uiteindelijk aan of via de oudsten. Dit zien we in de vroege kerkgeschiedenis bevestigd. Wel moet opgemerkt worden dat de beschreven gevallen vaak "bezetenheid" of andere geestelijke aandoeningen waren. Wat moet onze conclusie zijn? Mijn oordeel is dat in de vroege Christelijke gemeenten deze gave werkzaam was. Dat deze later via de oudsten (die deze gave hadden ontvangen, waarschijnlijk middels handoplegging - bij hun inzegening als oudste?) werkzaam was. Dat deze nog steeds werkzaam kán zijn. Maar, dan wel op de manier zoals deze in de Bijbel is omschreven en alléén "uitgeoefend" door (plaatselijke) oudsten die deze gave hebben ontvangen. Rondtrekkende "gebedsgenezers" (met grote collectezakken of schalen schaamteloos bedelend om uw geld waarvoor zij dure auto's, villa's, kantoorpanden en privé-vliegtuigen aanschaffen??) of "profeten" in verre landen waar mensen van heinde en ver naar toetrekken om genezing te vinden? Ik meen gezien vorenstaande dat deze ‘verschijnselen’ geen Bijbelse grond hebben –integendeel- en wijs dit dan ook af als on-Bijbels. Tot slot: ziekte is een natuurlijk verschijnsel. Paulus zelf was ziek en werd niet genezen. Timotheus was "voortdurend" ziek (!) en kreeg als advies af en toe een glas wijn te drinken... Hij werd dus niet naar de oudsten gezonden voor voorbede! De Here zei tot Paulus "mijn genade is u genoeg". Sommige ziekten en gebreken moeten we dragen, het is een kruis dat de Here ons eventueel te dragen kan geven of een aanval van satan. Niet omdat de Here dat graag zou willen of ons daar mee wil "pesten", maar het is soms iets dat ons (geestelijk) zeer dicht bij Hem kan brengen - in afhankelijkheid van zijn genade. Net als andere gaven is ook deze gave grotendeels verdwenen, zie ook de slotopmerkingen. Opvallend hier is ook dat Paulus constateert dat er dan mensen zijn de deze gave hebben, maar... dat desondanks in de gemeente in Korinthe veel mensen ziek waren en reeds gestorven! 1 Korinthe 11:30. Paulus legt hier de relatie met het avondmaal (onwaardig gebruiken). Hier zien we dat in de vroege Christelijke gemeente zaken dus anders werkten dan tegenwoordig (zie 2.3.9). Het avondmaal had een andere plaats en werking dan tegenwoordig. Veel gebedsgenezers claimen of beweren dat ziekte niet thuis hoort in het leven van de Christen. Het bovenstaande maakt naar mijn mening voldoende duidelijk dat het onBijbels, en ook zeer oneerlijk ten opzichte van de zieken in onze geloofsgemeenschap, is om dit te beweren. Immers, Paulus zelf, Timotheus en vele anderen leden aan ziekten, stierven vroegtijdig etc.! Daarnaast, en ik noemde het al eerder, kan ik hun 'gaven' of 'bediening' niet rijmen met de levensstijl welke ze ten toon spreiden. Soms horen we van een wonderlijke genezing. Maar,.. die genezingen hebben vaak ook wonderlijke gevolgen zoals (bijvoorbeeld) wedergeboorte van een ongelovige of zelfs een echte opwekking! Net als met tongen geldt naar mijn mening ook hier: tekenen en wonderen zijn voor de ongelovigen. Niet voor de gelovigen... Daarom ook deed de Here Jezus vele tekenen en wonderen in het ongelovige Israël. De genezingen gingen dan ook altijd gepaard met prediking en bekering en stonden nooit op zichzelf. 2.3.9 Slotopmerkingen Wanneer 1 Korinthe hoofdstuk 12 tot en met 14 aandachtig gelezen wordt zal opgevallen
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 15/16
BijbelCollege.nl – BASIS CURSUS Yarah Bijbel College, Zuidhorn. zijn dat de Gemeente in die tijd een compleet andere en anders functionerende gemeente was. Onder andere in de manier van samenkomen en de werking van de gaven. Het is tevens opvallend dat we nu, na al die eeuwen, nog steeds aandacht moeten besteden aan met name de "lagere" gaven. Blijkbaar hebben we nog steeds niet begrepen welke gave(n) de belangrijkste zijn binnen de gemeente... Wij proberen als mensen in deze tijd de 'gaven van de geest' terug te brengen in de gemeenten. Met nadruk op de gaven welke niet eens de belangrijkste zijn. Op zich is er niets op tegen als wij als Christenen streven naar de werking, vrucht en/of gaven van de Geest. Maar, willen wij dat de Heilige Geest werkt als in de dagen van de eerste gemeenten, dan moet het volgens mij ook zo zijn dat de 'randvoorwaarden' aanwezig zijn die toen functioneerden. Wij zijn ver afgedwaald van hoe de NT-gemeente functioneerde als Lichaam van Christus, als organisme. Het is niet meer zo dat wij als we samenkomen "ieder iets hebben". Het samenkomen is, ook in Evangelische kringen, totaal anders geworden en beperkt zich veelal tot samenzang, eventueel gezamenlijk gebed, een prediking. Liturgische opleuking door een combo of praise-formatie is voor ons als mensen misschien belangrijk, maar heeft geen geestelijke (opbouwende) effecten. Dit zijn zaken die te maken hebben met ons ziels-leven of het ziels-geloof. Zie hoofdstuk 1.1. Mensenwerk Wanneer we in onze totaal veranderde en van de oorsprong vervreemde (moderne) gemeenten gaan streven naar de 'gaven' is dit een menselijk streven. De uitwerking is dan eveneens menselijk. En mist daarom de geestelijke grond en de effecten die ze zouden moeten hebben (bijvoorbeeld ingeval van de 'genezingsgave'). Met alle uitwassen van dien. Ik wijs bijvoorbeeld op verschijnselen als "vallen in de geest", "vlaggen in de geest" en zelfs toestanden als gemeenten waar ment "kraait", "blaft" of "baart" in de geest enz, enz. en dergelijke die elke Bijbelse grond missen. De gemeenten waar dit soort zaken voorkomen beseffen niet wat voor schade ze aanrichten aan het Evangelie. Komt er ooit iemand binnen in een dergelijke gemeente die op zijn knieën neervalt en erkent: "God is hier!"? Nee, op die manier omgaan met de gaven van de Heilige Geest, de Geest van onze Heilige God en Vader, is ongepast – om het zacht uit te drukken – en niet meer dan regelrecht mensenwerk. Ik ontken niet dat God's Geest vele gaven geeft. Er zijn er nog steeds in werking. Maar willen we dat álle gaven weer werken als in de tijd van het NT dan moeten we als gemeente óók ons volledig geven aan Hem en dus ook volledig functioneren als NTgemeente. Ik vrees dat dat te veel gevraagd is voor de (meeste) "moderne" gelovigen. Het vraagt namelijk volledige overgave en werkelijke bekering. En het vraagt ook dat we ons eerst gaan richten op het werk van de Geest en de Vrucht van de Geest. Pas daarná zijn wij toe aan de "gaven"! Willen we daarmee "aan de slag" laten we ons dan vooral richten op dié gaven waardoor de Gemeente wordt opgebouwd, die tot nut zijn van iedereen en niet alleen voor ons persoonlijk. "Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen" [ 1 Korinthe 12:7] ____________________ Wat gelooft de Christen, RH Matzken (Internationale Bijbelbond) Gaven en Dienst: Opbouwing van het Lichaam, D.J Christiaanse (Bijbelcursus Oudewater) Ziekte en Genezing, J. Fijnvandraat (artikel op www.jaapfijnvandraat.nl) Bijbelse Antwoorden op 350 Levensvragen, W. Malgo (Middernachstroep) Diverse (electronische) naslagwerken, vermeld in de tekst.
Alle rechten 2010 © www.bijbelcollege.nl - Pagina 16/16