Tussenstand 2004
Rabobank Breda
In opdracht van: Avans hogeschool Gemeente Breda, Afdeling economische Zaken Rabobank Breda Uitgave: Gemeente Breda, Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie, Avans Hogeschool
Breda, 1 juli 2004 Telefoon 076-5293513 Internet: http://www.economischebarometer.nl
Bronvermelding verplicht
Voorzichtige tekenen van herstel Bredase Economie: ondernemers nog behoedzaam, toename werkloosheid vlakt af, kantorenmarkt blijft relatief goed presteren De negatieve lijn die de Bredase economie na 2000 heeft ingezet, lijkt zich te gaan stabiliseren. De meeste economische sectoren laten daarentegen nog niet een echt herstel zien. Het niveau van de werkloosheid geeft nog steeds een stijgende lijn. Ten opzichte van een jaar geleden is het aantal werklozen met 2.100 afgenomen. De werkloosheidsgroei lag in Breda flink boven het landelijk gemiddelde. Wel treedt in het eerste kwartaal van 2004 een duidelijke afvlakking van de werkloosheidsgroei op. Op basis van het kompas concludeert DTZ Zadelhoff dat de kantorenmarkt in de regio Breda het nog steeds relatief goed doet. De markt is weliswaar te typeren als een vragersmarkt, maar deze is duidelijk minder ruim dan die van Nederland als geheel.
Productenvertrouwen voorjaar 2004: Bredase bedrijfsleven zeer voorzichtig over toekomst Voor de zesde keer heeft Avans Hogeschool AAFM in het voorjaar van 2004 het onderzoek naar het producentenvertrouwen uitgevoerd. In totaal hebben 120 bedrijven uit de Industrie, Groothandel en Vervoer en Dienstverlening de inmiddels bekende vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. De resultaten (per onderdeel, per sector) zijn in onderstaande grafieken weergegeven:
Ontwikkeling Bezettingsgraad 7,5
waardering
7 6,5 positi 6 5,5 5
Industrie Groothandel en vervoer
4,5
Dienstverlening 4 1
2
3
meting
4
5
6
In alle drie de sectoren houden het aantal bedrijven dat zegt tevreden dan wel ontevreden te zijn over de huidige omvang van de productiecapaciteit en personeelsomvang elkaar redelijk in evenwicht. De sector Industrie is met het cijfer 5,5 het minst tevreden. Met deze uitkomst is de bezettingsgraad weer terug op het niveau van de eerste meting (oktober 2001). Even leek het erop dat de sector industrie zich zou herstellen, maar de laatste meting geeft een (minimale) verslechtering ten opzichte van de meting in oktober 2004 (van 5,8 naar 5,5). Vooral de hoogte van de voorraden wordt als negatief ervaren. Logistieke sector scoort positief Als gekeken wordt naar de beoordeling van de huidige bedrijfssituatie (niveau van de productie ten opzichte van vorig kwartaal, de beoordeling van de orderportefeuille en orderontvangst), dan valt vooral de toename van de waardering voor dit onderdeel door de sector groothandel en vervoer op.
Men is tevreden over de omvang van de orderontvangsten (het cijfer 7). De dienstensector en de industrie waarderen deze onderdelen minder dan de vorige meting.
Beoordeling huidige bedrijfssituatie 7
6,5
Waardering
6
5,5 Industrie Groothandel en vervoer Dienstverlening
5
4,5
4 1
2
3
meting 4
5
6
De resultaten laten zien dat het verwachte herstel in de sector industrie, die de vorige meting voorzichtig liet zien in de herfst, niet doorzet in de lente. De waardering door de dienstverlening neemt steeds af, zei het dat er in totaal nog steeds meer bedrijven aangeven tevreden te zijn over de ontwikkeling dan ontevreden. De verwachtingen voor de toekomst zijn in onderstaande grafiek weergegeven:
Toekomstverwachting 7,5
Waardering
7 6,5 6 5,5
Industrie Groothandel en vervoer Dienstverlening
5 4,5 4 1
2
3
meting
4
5
6
Alleen in de sector zakelijke dienstverlening zijn er nog meer bedrijven te vinden die per saldo positiever over de toekomst zijn dan negatiever. Men schat de afzet voor de komende periode en het aantal uit te brengen offertes per saldo positief in. Met betrekking tot de ontwikkeling van de totale markt en de prijzen is men neutraal (dat wil zeggen het aantal optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden). Alhoewel bedrijven in de groothandel en vervoer aangaven de huidige orderportefeuille als positief te ervaren is men pessimistisch over de ontwikkeling van de markt. Slechts 5% van de ondervraagde bedrijven is optimistisch, terwijl 25% van de bedrijven aangeeft een dalende markt te verwachten. De industrie geeft een verdeeld beeld over de toekomst. Zo zegt 42% een stijging van de productie in de komende drie maanden te verwachten, terwijl men meer somber is over de ontwikkeling van de prijzen, de totale markt en de beoordeling van de voorraden. De vorige meting liet een optimistische dienstensector zien. De realisatie in de winter en het voorjaar is
achtergebleven bij de verwachtingen. Wellicht is men daardoor nu minder optimistisch dan in de vorige periode. Na 6 metingen is het mogelijk om, in deze onzekere economische tijden, een uitspraak te doen in hoeverre de verwachtingen over de komende periode ook worden waargemaakt. Een eenvoudige analyse laat zien dat men in alle drie de sectoren even vaak de werkelijke situatie in de toekomst onderschat als overschat. Als het cijfer voor de ”toekomstverwachting” hoger is dan 6 dan zou het cijfer voor het onderdeel ”beoordeling huidige situatie” een stijging moeten laten zien. Een cijfer lager dan 6 zou een daling van de beoordeling in de volgende periode moeten inhouden.
Arbeidsmarkt Breda blijft door haperende economie in mineur Voor de tussenstand van de Economische Barometer Breda is door Onderzoek en Informatie aan de hand van de jongste gegevens van CBS, CPB, CWI de arbeidsmarktanalyse geactualiseerd. Uit deze arbeidsmarktanalyse komen de volgende conclusies: •
Werkloosheidstijging Breda met 31% hoger dan de landelijke ontwikkeling (18%). Het aantal werklozen (9.107 personen) is in mei 2004 gestegen met ruim 2.100 personen ten opzichte van 2003. Wel treedt in het eerste kwartaal van 2004 een duidelijke afvlakking van de werkloosheidsgroei op. Groeide in de eerste vier maanden van 2003 de werkloosheid nog met gemiddeld 3,1% per maand; In dezelfde periode 2004 bedraagt de gemiddelde groei nog “slechts” 1,3% (gemiddeld +60 personen). De werkloosheidgroei neemt in deze periode maandelijks met een half procent af. Deze afvlakking is vooral het gevolg van seizoensinvloeden. Het CWI constateert in de maanden maart en april een grotere uitstroom van horeca-, landbouw- en bouwvakpersoneel. In mei wordt de stijgende trend weer opgepakt met een toename van ruim honderd werklozen.
Ontwikkeling werkloosheid 1998-mei 2004 gemeente Breda (niet-werkende werkzoekenden) aantal personen 10000
8500
7000
5500
4000
2500 jun 98
• •
dec 98
jun 99
dec 99
jun 00
dec 00
jun 01
dec 01
jun 02
dec 02
jun 03
dec 03 B
mei 04
r o Bron: CWI
Werkloosheidspercentage Breda stijgt van 4% in 2001 naar ruim 6% in april 2004. De Bredase werkloosheidsontwikkeling loopt hiermee vrijwel in de pas met het landelijke niveau. Aantal vacatures ook in 2003 verder gedaald: In de regio Breda zijn in 2003 naar schatting 6150 vacatures ontstaan. Dit is 18,5% minder dan in 2002. Als gevolg van de werkgelegenheidsdaling is het aantal uitbreidingsvacatures sterk verminderd. Door een lagere arbeidsmobilteit van werknemers (zij kiezen in een periode van laagconjunctuur voor meer baanzekerheid) is de vervangingsvraag eveneens gedaald. Door een licht aantrekkende economische groei zal het
•
vacaturevolume komend jaar niet verder afnemen en stabiliseren op vrijwel hetzelfde niveau van 2003. Aandeel moeilijk vervulbare vacatures wederom sterk afgenomen. Naast de fors lagere omvang van het aantal langdurig openstaande vacatures is ook het aandeel in de regio Breda sterk gedaald. Nam tot en met 1999 het aandeel moeilijk vervulbare vacatures toe tot 41%. Vanaf 2002 is dit aandeel fors dalende en per april 2004 gehalveerd tot 20%.
Studentenonderzoek Avans Hogeschool: In Bourgondisch Breda hoort een Michelinster In april 2004 hebben 200 studenten van de Avans Hogeschool onderzoek gedaan naar de kwantiteit en kwaliteit van het restaurantaanbod in Breda. Breda staat bekend als een Bourgondische stad. Het top-restaurant lijkt in Breda te ontbreken1. De vraag is in hoeverre dit Breda als vestigingsplaats voor Euregionale hoofdkantoren negatief beïnvloed. Voor een hoofdvestiging met zakelijke relaties kan een top-restaurant in de directe omgeving een belangrijke vestigingsvoorwaarde zijn. Daarnaast maakt de mogelijkheid om privé op top-niveau te kunnen eten een stad een meer aantrekkelijke woonplaats. Om de gevolgen van de afwezigheid van een top-restaurant te toetsen is studenten gevraagd middels desk-research, een passantenonderzoek (1.759 enquêtes) en diepte-interviews (30 personen) hun mening te geven over de stelling: In Bourgondisch Breda hoort een ster!! Restaurantbezoek afgelopen jaar afgenomen; consumenten kritisch over prijs/kwaliteitverhouding restaurants • Restaurantbezoek is een normaal verschijnsel. Ongeveer 90% van de passanten heeft de afgelopen 3 maanden een restaurant bezocht; ongeveer 45% gaat meer dan 1 keer per maand uit eten. • In 6 van de 10 keer dat men uit eten gaat bezoekt men een restaurants met een Frans/Hollandse menukaart. Het Chinees/Indonesisch restaurant is met 40% een goede tweede. Van alle restaurants in Breda heeft 40% een Frans/Hollandse keuken, 23% van het totale restaurants is Chinees/Indonesisch. • 50% zou vaker uit eten gaan als de prijs/kwaliteitverhouding in de restaurants verbetert. Wat zou er moeten gebeuren om de consument vaker in een restaurant te krijgen? Vaker in combinatie met cultuur
29%
Vaker als beter te bereiken
21%
Vaker als meer soorten restaurants
23%
Vaker als meer toprestaurants
29%
Vaker als prijs/kwaliteit verbetert
53%
Vaker als restaurants sfeervoller
31% 0%
20%
40%
60%
Bron: Studentenonderzoek Avans Hogeschool
•
1
Ongeveer 80% van de passanten geeft, als men privé een restaurant bezoekt, minder dan € 50 uit voor eten en drinken; zakelijk uit eten gaan mag meer kosten; 50% geeft aan meer dan € 50 per persoon zakelijk te besteden; 22% is bereid meer dan € 75 per persoon uit te geven2.
In de top 100 van het blad Lekker staat het eerste Bredase restaurant op plaats 95; Bredase restaurants ontbreken in nieuwste Gault Milau en de Michelingids. 2 Kijkt men naar inkomenscategorieën dan is 65% van een netto-besteedbaarinkomen vanaf eur 2050 per maand bereid meer dan € 30 per persoon uit te geven.
•
•
Het restaurantbezoek is in het laatste jaar minder populair geworden. Er gaan meer consumenten “minder vaak” dan “vaker” naar een restaurant. Van de zelfstandige ondernemers zegt 20% “vaker” en 17% “minder vaak” naar een restaurant te gaan. Het meer of minder bezoeken van een restaurant in het laatste jaar lijkt meer leeftijdsgebonden dan inkomensgebonden te zijn. Als voornaamste reden om minder naar een restaurant te gaan noemt men de hoge prijs. Uit eten gaan doe je vooral vanwege de “gezelligheid”. • Meer dan 75% van de ondervraagden vindt het aantal restaurants in Breda voldoende, 47% vindt dat er in Breda voldoende restaurants met topkwaliteit zijn (passanten uit de hoogste inkomenscategorie (netto- inkomen > € 3.750 per maand) zijn het minst tevreden (36% is het oneens met de stelling dat er voldoende restaurants met topkwaliteit zijn) en ongeveer de helft van de ondervraagde passanten vindt dat er in Breda een restaurant met een Michelinster hoort Driekwart van de consumenten is het eens met de stelling dat de komst van de euro de prijzen in de horeca heeft opgeschroefd. De helft van de ondervraagden zou vaker uit eten gaan als de prijs/kwaliteitverhouding verbetert.
Michelinster positief voor vestigingsklimaat Breda In totaal hebben studenten 8 restauranthouders en 22 personen uit het bedrijfsleven geïnterviewd. De belangrijkste constateringen zijn: • Een Michelinster moet je verdienen; in Breda zijn het restaurant Wolfslaar en de Stadstuin goede kandidaten. Breda heeft daarmee toprestaurants. • Het hebben van een Michelinster is voor een restauranthouder niet altijd een zegen; alles moet altijd goed zijn en de komst van “dagjesmensen” kan ertoe leiden dat de vaste klantenkring minder aandacht krijgt dan ze verdient. Daarnaast zijn er weinig sterrenrestaurants die winst maken. • Vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven die vaak zakelijk dineren/lunchen zouden de komst van een restaurant met een Michelinster op prijs stellen. Het bezoek van zo´n restaurant met een klant geeft status en de zekerheid dat je je klant het beste van het beste voorschotelt. • Restauranthouders en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zijn beide van mening dat een Michelinster in Breda hoort; daarnaast mist men in Breda een goed congrescentrum. Volgens de restauranthouders is het in Breda eerder een kwestie van “wanneer” komt de Michelinster naar Breda, dan of er een ster in Breda komt. Wolfslaar en de Stadstuin zijn potentiële sterdragers. Het onderzoek heeft geen eenduidig antwoord gegeven op de vraag in hoeverre er in een Bourgondisch Breda een Michelinster nodig is. Natuurlijk is het voortbestaan van een stad als Breda niet afhankelijk van één bedrijf (dus ook niet van een restaurant). Een woonomgeving bestaat uit een combinatie van huizen, bedrijven, detailhandel en ontspanning. Een door derden geaccrediteerd toprestaurant in Breda draagt wel degelijk bij aan de kwaliteit van die woonomgeving.
Economische kracht West-Brabant boven landelijk gemiddelde; economische groei blijft achter Regionaal economische rapportcijfers 2003 Noord-Brabant Om antwoord te krijgen op hoe de regionale economie het doet, heeft Rabobank Nederland een rapportcijfer ontwikkeld voor de economische groei, de economische kracht en het economisch presteren van de Nederlandse regio’s. De kracht van de economie wordt beoordeeld aan de hand van de bedrijfsdynamiek, de productiestructuur, de exportgerichtheid en de investeringsbereidheid van bedrijven. Het rapportcijfer voor de kracht van de West-Brabantse economie is 6,3. Dit betekent dat West-Brabant het
gemiddeld beter doet dan landelijk. Met name de exportgerichtheid van het West-Brabantse bedrijfsleven scoort positief. Met een 5,7 op economische groei doet West-brabant het echter minder dan landelijk.
Kantorenmarkt regio Breda blijft het relatief goed doen In april 2004 is de eerste Bredase Vastgoedmarktmonitor verschenen. Een belangrijke conclusie van deze rapportage was dat de Bredase markt van commercieel vastgoed duidelijk de negatieve gevolgen ondervindt van economische teruggang, maar dat de uitgangspositie van Breda nog steeds als solide getypeerd kan worden. De medio 2004 verschenen vastgoedrapportage van DTZ Zadelhoff bevestigt dit beeld. Het DTZ KantoorKompas presenteert aan de hand van een zestal indicatoren de situatie op de regionale kantorenmarkt. Op basis van het kompas concludeert DTZ Zadelhoff dat de kantorenmarkt in de regio Breda doet het nog steeds relatief goed doet. De markt is weliswaar te typeren als een vragersmarkt, maar deze is duidelijk minder ruim dan die van Nederland als geheel. Op de variabelen aanbod- en opnameniveau scoort de Bredase regio relatief goed. Het opnameniveau ligt in 2004 net onder het gemiddelde van de afgelopen jaren en de aanbodtoename is, volgens DTZ Zadelhoff, medio 2004 historisch gezien niet hoog te noemen. Alleen wat betreft het aanbodniveau scoort Breda slechter dan het landelijk niveau. Daar staat tegenover dat bij het weer aantrekken van de economie Breda beschikt over een ruim aanbod van kwalitatief hoogwaardige kantoorruimte.
Bron: DTZ Zadelhoff