Totale heupvervanging
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een operatie op de afdeling Orthopedie van het Radboudumc. Bij deze operatie wordt uw heupgewricht vervangen door een kunstgewricht. In deze folder vindt u informatie over het heupgewricht, de reden voor de ingreep en de revalidatie. Hebt u naar aanleiding van folder nog vragen, stel deze dan gerust aan de behandelend arts, verpleegkundige of fysiotherapeut.
Gewrichten
Gewrichten zijn beweeglijke verbindingen tussen twee beenstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van de botdelen (de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen, zodat ze gemakkelijk over elkaar heen kunnen glijden. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. In dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de beweeglijkheid, de pezen zorgen voor de stevigheid.
Heupgewricht
kop
kom
Er bestaan verschillende soorten gewrichten. Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij een kogelgewricht heeft het ene gewrichtsvlak de vorm van een kom, het andere gewrichtsvlak dat van een kop. Kop en kom passen precies in elkaar en kunnen naar alle kanten scharnieren. Het heupgewricht verbindt het bekken met het dijbeen. De gewrichtskom bevindt zich in het bekken de kop zit aan het uiteinde van het dijbeen.
1
Gewrichtsslijtage
Een aandoening van de gewrichten die bij veel mensen voorkomt, is gewrichtsslijtage, ook wel arthrosis deformans of kortweg artrose genoemd. Artrose kan voorkomen in alle gewrichten. Door slijtage wordt de kraakbeenlaag van het gewricht aangetast. Soms verdwijnt deze laag uiteindelijk helemaal. De gewrichtsvlakken kunnen niet meer zo soepel langs elkaar glijden. Hierdoor wordt bewegen steeds moeilijker en pijnlijker. Om de pijn te verlichten, kan de arts pijnstillers voorschrijven of u doorverwijzen naar een fysiotherapeut. Het is mogelijk dat deze behandelingen onvoldoende helpen. Een operatie is dan vaak de enige oplossing. De diagnose wordt gesteld naar aanleiding van uw klachten, het lichamelijk onderzoek en er wordt een röntgenfoto gemaakt. Bij het maken van de foto wordt een metalen knikker op een statief tussen uw benen geplaatst. Dit instrument is de orthopeed behulpzaam bij het bepalen van de juiste prothesemaat.
Voorbereiding Voorbereidingen thuis voor de operatie
• •
• •
Als u normaal op uw zij of uw buik slaapt, probeer dan vast te wennen aan op uw rug liggen. De eerste zes weken na de operatie moet u namelijk in deze houding slapen. De eerste weken na de operatie mag u niet voorover leunen. Het zitvlak van uw toilet/stoel/bed mag daarom niet lager zijn dan uw knieholte. Zorg daarom al voor de opname voor eventueel een verhoging op het toilet, een stevige rechte stoel met leuningen en een verhoogd bed. Een toiletverhoger en blokken voor onder het bed zijn te verkrijgen bij de thuiszorgorganisatie. Zorg, zo nodig, voor handgrepen in douche en toilet. Neem voor opname stevige pantoffels, makkelijke kleding en stevige schoenen mee. Het is niet verstandig vlak voor de opname nieuwe schoenen aan te schaffen. Door de operatie worden uw voeten wat dik, waardoor deze gaan knellen. Bij veterschoenen kunt u eventueel gewone veters door elastieken veters vervangen. Voor alle schoenen geldt dat u een lange schoenlepel bijna niet kunt missen.
2
• • •
Haal enige tijd voor de opname vast de elleboogkrukken bij de thuiszorgorganisatie. Verwijder losse matten en kleden (tijdelijk) uit uw woning. Wanneer u met krukken moet lopen, kunnen deze voor gevaarlijke situaties zorgen. Het is verstandig om al vóór de operatie (huishoudelijke) hulp te regelen vanuit uw omgeving voor de eerste weken na de ingreep. U moet met twee krukken lopen en zult een aantal huishoudelijke taken niet zelf kunnen uitvoeren.
Medicijnen
Wanneer u vóór de operatie medicijnen gebruikt die de stolling van het bloed kunnen beïnvloeden, zoals Sintromitis, Acenocoumarol of Marcoumar, dan is het van belang dat deze enkele dagen voor de ingreep niet meer ingenomen worden. U krijgt van de orthopeed of de secretaresse te horen wanneer u hiermee moet stoppen. Tijdens de opname krijgt u Nadroparine, een middel om trombose te voorkomen, eenmaal daags in uw buik geïnjecteerd. Dit moet u tot zes weken na de ingreep blijven gebruiken. De verpleegkundige leert u aan hoe u het middel zelf kan toedienen. Verder krijgt u gedurende zeven dagen het middel Indometacine, drie maal per dag. Dit medicijn voorkomt overmatige botaanmaak in het nieuwe gewricht. Dit middel kan soms maagklachten veroorzaken, vandaar dat er ook een maagbeschermer Pantoprazol bij gegeven wordt. Om een infectie van de heupprothese te voorkomen krijgt u op de operatiekamer eenmalig een dosis antibioticum (Cefazoline) toegediend.
Anesthesie
De ingreep vindt plaats onder anesthesie (verdoving/narcose). Daarom brengt u, voor de opname, een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek wordt uw algehele gezondheidstoestand beoordeeld. Indien nodig worden aanvullende onderzoeken afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie, het nuchter zijn en informatie over de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie en pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’.
3
Verdere voorbereiding voor de operatie Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette crème Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden. Sieraden, piercings etcetera Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van de wijsvinger te laten verwijderen. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt door het gehele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum, het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd.
Operatie
Bij de operatie wordt het aangetaste gewricht vervangen door een prothese, een kunstgewricht. Er wordt een nieuwe kom in het bekken aangebracht en in het dijbeen wordt een steel met daarop een nieuwe kop geplaatst. Kop en kom passen precies in elkaar. De prothese wordt net als het oude gewricht op de plaats gehouden door het gewrichtskapsel. Om het heupgewricht te kunnen bereiken, maakt de orthopeed een snee aan de zijkant van het bovenbeen. Vervolgens opent hij het gewrichtskapsel en neemt de kop uit de kom. Hierna wordt de kop afgezaagd en de kom schoongemaakt.
4
In het bekken plaatst de chirurg een nieuwe kunststof kom. In het dijbeen wordt een metalen pin ingebracht met daarop een kop. Als de gewrichtskop in de kom is gezet en het gewrichtskapsel is gehecht, kunnen de spieren en de operatiewond worden gesloten. De wond wordt met draadhechtingen dichtgemaakt. Om het bloed en wondvocht in het operatiegebied op te vangen worden soms wonddrains in de wond achtergelaten. De wond wordt met een pleister (Aquacell) afgedekt. Direct na de operatie wordt op de operatiekamer een röntgenfoto gemaakt om de stand van de nieuwe heup vast te leggen.
Na de operatie
Drains worden meestal de dag na de operatie verwijderd. De Aquacell pleister kan indien deze niet verzadigd is tot een week na de operatie blijven zitten. U kunt deze thuis verwijderen, u krijgt hierover uitleg bij ontslag. Het gewrichtskapsel heeft minstens enkele maanden nodig om te genezen. Direct na de operatie is het nog niet stevig genoeg, waardoor er een kans bestaat dat door bepaalde bewegingen de gewrichtskop uit de kom schiet (luxatie). Om dit te
5
voorkomen mag u bepaalde bewegingen niet maken. Deze worden beschreven in de anti-luxatie instructie.
Antiluxatie-instructie
• • •
U mag uw heup niet meer dan 90° buigen. U mag de benen niet kruisen (dat wil zeggen u mag uw knieën niet over elkaar slaan). U mag het been/knie niet naar binnen draaien.
Deze antiluxatie-instructie brengt een aantal leefregels met zich mee waar u zich vooral de eerste drie maanden aan moet houden. Dit neemt niet weg dat u al direct na de operatie kunt starten met het revalidatieprogramma, onder begeleiding van de fysiotherapeut. De fysiotherapeut zal u ook begeleiden bij het opvolgen van de leefregels, zoals verder in dit hoofdstuk beschreven onder het kopje ‘Leefregels voor ziekenhuis en thuis’.
Revalidatie tijdens opname
De dag van de operatie kunt u in bed starten met het bewegen van uw tenen/ enkel, knie strekken (in het bed duwen) en uw bilspieren aanspannen. Ook is het goed om het been naar buiten te draaien. De verpleegkundige helpt u aan het einde van de middag, indien u zich goed voelt, op de stoel. Door op de operatiedag al naar de stoel te mobiliseren, zal het mobiliseren op de dag na de operatie soepeler gaan. De eerste dag na de operatie start u onder leiding van uw fysiotherapeut met het lopen met een looprekje. De dagen daarna zal het lopen uitgebreid worden met krukken en zonodig zal het traplopen geoefend worden. Naast de fysiotherapie zijn er enkele momenten per dag waarop u zelfstandig of onder begeleiding vaardigheden kunt oefenen/trainen. Het trainen is erg belangrijk om de revalidatie soepel te laten verlopen. Bij ontslag zal de fysiotherapeut zorg dragen voor de overdracht naar de fysiotherapeut van uw keuze om de verdere revalidatie te begeleiden.
6
De wond
Soms heeft u na de operatie een drukverband om uw onderbuik en geopereerde been. Als dit het geval is, zal deze ongeveer twee dagen blijven zitten om een nabloeding te voorkomen. Eventueel aangelegde drains en wondverband worden meestal de volgende dag na de operatie verwijderd. De hechtingen lossen in principe vanzelf op. Wanneer de hechtingen verwijderd moeten worden, gebeurt dit na veertien dagen bij de huisarts. Tijdens de opname hoort u wat bij u het geval is.
Medicijnen
Omdat u na de operatie niet zo mobiel bent als normaal, krijgt u gedurende uw opname Nadroparine voorgeschreven. Dit zijn kleine injecties, die u een keer per dag toegediend krijgt. Nadroparine is een licht bloedverdunnend middel dat trombose helpt voorkomen. Tijdens de opname leert u of iemand in uw directe omgeving het toedienen van deze spuitjes, omdat u dit gedurende zes weken na de operatie moet gebruiken. Om te voorkomen dat rond uw nieuwe heupgewricht verkalkingen ontstaan, krijgt u de eerste week na de operatie driemaal per dag een tablet Indometacine. Aangezien dit middel maagirritatie kan veroorzaken, krijgt u hierbij tevens een maagbeschermend medicijn; ‘pantoprazol’. Wanneer u al bekend bent met maag- en/of darm-problemen, is het erg belangrijk om dit te bespreken met de verpleegkundige of uw behandelend arts. In dat geval kan het nodig zijn om deze verkalkingen op een andere manier tegen te gaan. De arts zal u daar meer informatie over geven als dit van toepassing is.
Leefregels voor ziekenhuis en thuis
Omdat u de eerste drie maanden na de operatie enkele bewegingen niet mag maken in uw heupgewricht (zie het kopje ‘anti-luxatie instructies’) zult u bepaalde activiteiten anders moeten uitvoeren dan u gewend bent. Ook na drie maanden moet u blijven opletten met de bewegingen genoemd onder het kopje ‘anti-luxatie’ instructies, een combinatie van deze bewegingen geeft een vergroot risico op luxatie.
7
Hieronder staan enkele voorbeelden van de leefregels genoemd. Zijligging wordt de eerste zes weken na de operatie afgeraden vanwege druk/ rek op het gewrichtskapsel. U kunt, indien nodig, alleen op uw geopereerde zij liggen met een kussen tussen de benen. Als u echter een zogenaamde plastiek (botplaatsing) heeft gehad, mag u alleen op de niet-geopereerde zijde liggen. Na zes weken mag u op de zij liggen, echter alleen met een stevig en dik kussen tussen de benen. Na drie maanden hoeft u het kussen niet meer te gebruiken. U mag het geopereerde been niet gestrekt heffen, omdat er dan een te grote kracht op het heupgewricht komt. Gebogen optillen mag wel, gebruik hierbij uw handen. U mag het been wel gestrekt optillen door te ondersteunen met het andere been. Als u gaat staan of zitten, moet u het geopereerde been naar voren zetten en de knie naar buiten draaien. Als u zich in bed verplaatst met de bedpapegaai, mag u zich alleen met nietgeopereerde been af zetten. De eerste zes weken mag u niet zelf autorijden. Indien u daarna nog krukken gebruikt, overleg dan met uw behandelend arts of zorgverzekeraar in verband met aansprakelijkheid tegenover anderen.
•
• • • •
De eerste drie maanden mag u niet fietsen in het verkeer. Fietsen op een hometrainer is meestal wel toegestaan. Zet het zadel iets hoger dan normaal zodat u tijdens het fietsen niet meer dan 90º buigt in het heupgewricht. Verdere informatie vindt u in de folder ‘Adviezen na een totale heupvervanging’, die u op de verpleegafdeling zal ontvangen
Complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden zoals: Infectie: Een zeldzame maar ernstige complicatie (kans van ±1%). Signalen van een infectie kunnen zijn: koorts, koude rillingen, wondlekkage, toenemende roodheid en/of pijn.
•
8
• • • • •
Luxatie: Dit houdt in dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie(kans van 3%). Wanneer u zich houdt aan de beweginginstructies is dit risico beperkt. Trombose: Er bestaat een risico op een afsluiting van een bloedvat met een bloedprop. U krijgt in het ziekenhuis medicijnen om trombose te voorkomen. (kans van <5%) Zenuwschade: Doofheid aan de zijkant van het boven- en/of onderbeen of uitval van de voetheffers Beenlengteverschil Nabloeding
Omgaan met de gevolgen Weer thuis
Door het volgen van het revalidatieprogramma wordt u zo goed mogelijk voorbereid op de situatie thuis. Een situatie die in het begin niet altijd even gemakkelijk is, omdat u nog zo weinig zelf kunt doen. Voor eenvoudige klusjes die u normaal doet zonder er bij stil te staan, moet u nu iemand vragen u te helpen. De eerste drie maanden na de operatie heeft u waarschijnlijk hulp nodig bij het wassen, het aantrekken van de kousen en schoenen en bij huishoudelijke klusjes, zoals stofzuigen of ramen wassen. In de folder ‘Adviezen na een totale heupvervanging’ vindt u richtlijnen ten aanzien van het bewegen tijdens de periode na opname. Indien u hier nog vragen over hebt, kunt u terecht bij uw behandelend fysiotherapeut op de verpleegafdeling. Vraag naar deze brochure bij de behandelend fysiotherapeut op de verpleegafdeling.
Belangrijk om te weten
De vervanging van een heupgewricht is een veel uitgevoerde operatie. Veel mensen met een ‘versleten’ heup hebben veel baat bij de ingreep. Toch zijn er een aantal zaken waarmee u rekening moet houden. Na de operatie kan het geopereerde been wat langer aanvoelen dan het andere. Bij uw controle op de poli zes weken na de operatie kan men pas de-
•
9
•
•
•
finitief vaststellen of er inderdaad een beenlengte verschil is. Eventueel wordt dan verder beleid vastgesteld. Als na plaatsing van een kunstgewricht een infectie ontstaat, kan dat een risico voor de nieuwe heup inhouden. Het is daarom verstandig in geval van infectieverschijnselen, zoals koorts en roodheid van het wondgebied, contact op te nemen met afdeling orthopedie. De secretaresse of verpleegkundige maakt dan een afspraak op korte termijn of verbindt u door met de dienstdoende orthopeed. Bij tandheelkundige ingrepen, waarbij het tandvlees of kaak geopereerd worden of wanneer een tand getrokken wordt, moeten er maatregelen genomen worden. Dit kan tevens gelden bij huidinfecties zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel. Vóór en soms na een dergelijke ingreep moet u antibiotica slikken. Laat uw behandelend (tand) arts hiervoor contact opnemen met de afdeling orthopedie. Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht. Het gewricht is kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanningen en sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht verkorten. Bespreek daarom met uw specialist welke sporten u kunt beoefenen en welke bewegingen u zeker moet vermijden. Vooral de eerste drie maanden moet u voorzichtig zijn met bepaalde bewegingen, zie hiervoor de informatie onder het kopje ‘anti-luxatie instructies’.
Sexualiteit na een totale heupprothese
De meeste heupaandoeningen geven een pijnlijke beperking van de functie van het heupgewricht. Het uitstrekken, draaien en spreiden van de heup gaat moeilijker en is soms pijnlijk geworden. Deze bewegingsbeperkingen van de heup zijn ook van invloed bij het vrijen. In de weken daarna na de operatie neemt beweeglijkheid langzaam toe. In het begin moet u nog voorzichtig zijn met draaien en spreiden van de benen, bewegingen die de meeste mensen tijdens het vrijen maken. Denk goed na bij het draaien en spreiden van de heup. Wanneer u dat met zorg en overleg doet, kan er niets gebeuren. U kunt dan rustig in rugligging vrijen of een andere positie kiezen, bijvoorbeeld zittend. Zijligging raden we af, omdat dan de benen te gemakkelijk over elkaar slaan of wegglijden.
10
Na verloop van tijd wordt de beweging in uw heup steeds soepeler, het gewrichtskapsel steviger en u voelt uw heup bijna niet meer. U moet er rekening mee houden dat het spreiden van de heup nooit meer zal zijn als vroeger, dus licht beperkt. Spreiden tot 60º is geen probleem. Het naar binnendraaien van de heup mag nooit gebeuren. Als u aan deze zaken denkt, kunt u zonder problemen vrijen. Bij enige twijfel kunt u altijd uw arts raadplegen.
Ten slotte
Een heupoperatie is geen kleine ingreep. Het weer leren bewegen na de operatie vraagt veel tijd en energie. De meeste mensen voelen zich met een nieuwe heup echter als herboren, omdat ze geen pijn meer hebben en zich soepeler kunnen bewegen.
Website
Meer informatie vindt u op onze website: https://www.radboudumc.nl/zorg/ afdelingen/expertcentrumheupprothesiologie/Pages/default.aspx
Verantwoording tekst Het onderwerp ‘Totale heupvervanging’ bestaat uit algemene teksten, bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. De algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan zal de orthopedisch chirurg ze tijdens het spreekuur graag met u doornemen. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten. Bij het schrijven van deze tekst is gebruik
11
Noteer hier uw vragen
08-2016-1550
Adres Verpleegafdeling Orthopedie C2 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 737, zone C2 Contact 024 - 361 44 90 Adres Polikliniek Orthopedie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 725, Poliplein C0 Contact 024 - 361 44 71 www.radboudumc.nl/orthopedie
Radboud universitair medisch centrum