Totale schouderprothese
U ondergaat binnenkort een operatie, waarbij een zogenaamde totale schouderprothese wordt geplaatst. De opname geschiedt volgens het zorg op maat project. Dit betekent dat de zorg rondom uw opname vanaf polikliniekbezoek tot en met het ontslag geregeld is. U weet dan precies waar u aan toe bent. De dag van opname en de dag van ontslag liggen vast, tenzij er complicaties optreden. De familie kan eventueel hun werk erop aanpassen. Algemeen Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Bij het bewegen draait de kop van de bovenarm soepel rond in de kom van het schouderblad. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad verend weefsel. Bij het ouder worden, vermindert de kwaliteit van het kraakbeen en kan slijtage optreden, de zogenaamde artrose. Ook kan artrose ontstaan door een slijtage van de schouderkapspier (rotatorcuff). Tenslotte kan het kraakbeen van de schouder aangetast zijn door reuma of een schouderbreuk. Als de slijtage zich voortzet nemen de klachten toe en medicijnen en fysiotherapie helpen vaak niet meer voldoende. Een nieuwe schouder is dan meestal de enige oplossing. Pijn is vaak de voornaamste reden om operatief in te grijpen. In deze brochure geven wij u informatie over de operatie en wat u zelf kunt doen ter voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en adviezen voor herstelperiode thuis. Opnameplanning De orthopeed bespreekt poliklinisch met u in het kort uw thuissituatie. In principe wordt elke patiënt via het zorg op maat project gepland. Het planbureau regelt wanneer u opgenomen wordt. Zorgdag Voor de opname wordt u uitgenodigd voor de zorgdag. Op deze dag vinden een tweetal activiteiten plaats: 1. Oefenprogramma: onder leiding van de fysiotherapeut worden oefeningen doorgenomen. Deze oefeningen kunt u dan voor de operatie thuis doen. 2. Met de zorgcoördinator heeft u een gesprek over het verloop rondom de opname. Samen inventariseert u welke hulp nodig is na de operatie. De zorgcoördinator regelt dan de hulp voorzover nodig. Daar zijn landelijke richtlijnen voor.
De opname Het planbureau geeft u de opnamedag door. Voor de opnamedatum, neemt de zorgcoördinator contact met u op om een intake te plannen. In het algemeen wordt u de dag voor de operatie of de ochtend van de operatie opgenomen op afdeling 4B in Tilburg of afdeling 3 in Waalwijk. Een verpleegkundige voert een kort opnamegesprek met u waarin kort uw verblijf in het ziekenhuis wordt besproken. Als u nog vragen heeft, kan zij ervoor zorgen dat de orthopeed nog bij u langs komt. Voor de operatie begint u met dagelijkse injecties ter voorkoming van een trombosebeen. Deze gaan door tot de dag van ontslag en afhankelijk van de duur van de operatie nog 4 weken. Er zijn zes orthopeden werkzaam, te weten: dr. van den Boom, dr. van den Broek, dr. Burgers, dr. Druyts, dr. van Laarhoven en dr. Langius. Elke ochtend rond 8.00 uur loopt één van de zes orthopeden samen met een verpleegkundige visite. De orthopeden werken allemaal volgens hetzelfde behandelingsprotocol. Er worden afspraken gemaakt over het verloop van uw behandelingen vragen van uw kant worden beantwoord. De dag van de operatie Voordat u naar de operatiekamers gaat, wordt meestal op de afdeling een blaaskatheter ingebracht. In het algemeen wordt deze de dag na de operatie weer verwijderd. Als u aan de beurt bent voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige speciale kleding en brengt zij of hij u naar de operatie kamers. Op de voorbereidingskamer krijgt u een infuus ter voorbereiding op de verdoving. De anesthesist zal,als dit te voren is afgesproken, een zogenaamde plexus anesthesie geven. Dit prikje in de nek dient om de pijn na de operatie te bestrijden.
De operatie Er zijn twee verschillende typen schouderprothesen die geplaatst kunnen worden. De keuze is voornamelijk afhankelijk van de kwaliteit van de schouderkapspier (rotatorcuff). Uw behandelend orthopeed bespreekt dit, voorafgaande aan de operatie, met u. Anatomische prothese Bij een versleten schouder met intacte schouderkapspier is de vervanging anatomisch. In de kom wordt een kom van kunststof geplaatst. Deze wordt met cement vastgezet. Hierna wordt in de kop van de bovenarm een metalen pen geplaatst waarop de kop is gefixeerd. Deze kop past precies in de kom. Het gehele schoudergewricht wordt dus vervangen door een kop en een kom die precies in elkaar passen. Deze prothese is het meest natuurlijk. Omgekeerde schouderprothese Indien de schouderkapspier (rotatorcuff ruptuur) versleten is werkt een anatomische schouderprothese niet meer en moet een omgekeerde schouderprothese worden geplaatst. Bij deze ingreep komt een bol op de kom van het schouderblad en een kom op de plaats van de bol van de bovenarm. Nadeel van deze omgekeerde prothese is dat deze niet zo lang mee gaat en de schouder minder krachtig is. De operatie zelf duurt 1,5 à 2,5 uur en gebeurt in rugligging. Ook heeft u een drain die uit het operatiegebied naar buiten loopt in een flesje. Op deze manier wordt overtollig vocht en bloed, dat na de operatie nog kan ontstaan, afgezogen.
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer, waar een verpleegkundige uw bloeddruk en polsslag controleert. Ook wordt voor aangepaste pijnstilling gezorgd. Zodra het verantwoord is, wordt u door de verpleging van de afdeling opgehaald en teruggebracht naar de verpleegafdeling. Op de afdeling ligt uw arm op een kussen. Zodra de plexus anesthesie is uitgewerkt mag u de arm gebruiken. U mag echter niet de arm heffen. De elleboog moet dicht tegen het lichaam blijven. Een mitella of sling is er om de arm rust te geven maar het is niet noodzakelijk die constant om te houden. Oefenen De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u die u instructies geeft en oefeningen met u doet. Het is de bedoeling dat u deze oefeningen zelf thuis voortzet gedurende de eerste twee weken tot de eerste controle bij de dokter. De belangrijkste oefening is het zgn. pendelen: hierbij buigt u (vrij ver) naar voren waarbij u uw arm losjes laat hangen. Met een inzet van uw lichaam brengt u uw arm aan het slingeren en draait u rustig rondjes met de zwaartekracht mee zowel naar binnen als naar buiten. Deze oefening herhaalt u zo’n 4 à 5 keer per dag. Zo blijft uw schouder soepel en hoeft u uw spieren niet te belasten. Bij deze oefening kunt u ook uw elleboog strekken zodat ook deze niet stijf wordt.Verder is het van belang dat u regelmatig met uw hand buigt en strekt. Na de operatie mag u 6 weken lang uw arm niet actief heffen tegen de zwaartekracht omdat uw spieren moeten herstellen. Gewone dagelijkse werkzaamheden zoals bijv. aan en uitkleden, typen aan een computer, eten met bestek mag u gewoon uitvoeren. Een sling is goed om de arm rust te geven maar mag af bijvoorbeeld als u moet lopen met een rollator. Als u zit en uw arm ligt gesteund op een tafel of armleuning kunt u de sling uitdoen omdat uw arm dan al gesteund is. Bij het slapen als u op uw rug ligt kunt u het beste een kussentje onder uw elleboog leggen zodat uw schouder niet naar achter valt. Als u op uw zij gaat liggen zou u een kussen voor u kunnen leggen en daar uw arm op laten liggen.
Polikliniek controle Twee weken na de operatie komt u terug bij de specialist. Naast wondinspectie wordt een controlefoto gemaakt en u gaat beginnen met fysiotherapie. De hechtingen zijn meestal oplosbaar en hoeven dus niet worden verwijderd. U kunt zelf een fysiotherapeut kiezen met wie u wilt gaan oefenen. U kunt, indien de afstand te ver is, ook afspreken dat deze bij u thuis komt om te oefenen. In Noord-Brabant is er bovendien een schoudernetwerk van fysiotherapeuten die gespecialiseerd zijn in schouderbehandelingen. U kunt dit schoudernetwerk en de leden daarvan vinden op de site: www.schouderfysiotherapie.nl. U bent uiteraard vrij om te beslissen of u hiervan gebruik wilt maken of niet. Meestal is het mogelijk na ongeveer 8 weken weer auto te rijden en te fietsen. Dit moet echter wel veilig zijn. De specialist en uw fysiotherapeut kunnen u daarin adviseren. Complicaties De eerste 6 weken kan de schouder uit de kom schieten. Daarom mag u de eerste 6 weken de arm niet naar buiten draaien. De fysiotherapeut zal u dat uitleggen. Ontstekingen kunnen ontstaan ondanks de antibiotica die u krijgt. Deze complicatie is uiterst vervelend. De schouderprothese moet dan soms verwijderd worden. Uiterst zeldzaam is tenslotte een zenuwuitval waardoor u een verlamde hand kunt krijgen. Dit herstelt gelukkig meestal spontaan. Toekomst Volgens de huidige inzichten gaat bij meer dan 90% van de patiënten een totale schouderprothese meer dan 10 jaar mee. Door slijtage van het plastic kan een prothese los gaan zitten. Een omgekeerde prothese gaat echter minder lang mee door de grotere krachten die op de prothese komen. Dit houdt in dat u niet te grote krachten op de schouder moet uitoefenen. U mag in ieder geval met de nieuwe schouder geen zware lichamelijke arbeid verrichten. Gewone huishoudelijke werkzaamheden en licht kluswerk is echter geen probleem. Ook mag u licht sporten zoals fietsen. Gaat de schouderprothese toch loszitten, dan is in de meeste gevallen een nieuwe operatie nodig. Deze operatie is echter veel moeilijker dan de eerste operatie.
Als u, nadat u een totale schouderprothese heeft gekregen, elders in het lichaam infecties krijgt, bijvoorbeeld een tandontsteking, een steenpuist, een blaasontsteking of een voetinfectie, dan moet u contact opnemen met uw huisarts. Ook jaren na de operatie is het mogelijk, dat er bacteriën bij de nieuwe schouder komen, waardoor de schouder alsnog kan gaan ontsteken. Vertel uw huisarts, tandarts of specialist altijd dat u een schouderprothese heeft. Dit kan invloed hebben op de behandeling die zij u geven. Tot slot Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben over opname of de nazorg dan kunt u contact opnemen met de zorgcoördinator. Belangrijke telefoonnummers Zorgcoördinator 0416-682407 Polikliniek orthopedie: 013-4655297 Vestiging Tilburg Receptie: 013-4655655 SEH: 013-4655216 Afdeling Fysio/ergotherapie: 013-4655233 Vestiging Waalwijk Receptie: 0416-682222 Afdeling Fysio/ergotherapie: 0416-682682