SCHOUDERPROTHESE 1052
Inhoud ALGEMEEN ..................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................... 3 De schouder .............................................................................. 3 Protheses ................................................................................. 3 Doel van de operatie .................................................................. 3 VOORBEREIDING ........................................................................... 4 Opnameplein ............................................................................. 4 De operatie ............................................................................... 5 Mogelijke complicaties ................................................................ 6 Na de operatie........................................................................... 6 Weer thuis ................................................................................ 6 Nacontrole ................................................................................ 6 Leefregels en adviezen ............................................................... 7 Infectie .................................................................................... 7 DE OPNAME.................................................................................... 7 Inleiding ................................................................................... 7 Dag van opname ....................................................................... 8 Dag van de operatie ................................................................... 8 Na de operatie........................................................................... 9 Dag 1 na de operatie ................................................................ 10 Dag 2 na de operatie ................................................................ 10 Dag 3 na de operatie ................................................................ 10 Dag 4 na de operatie ................................................................ 11 OVERIGE INFORMATIE ................................................................. 12 Vervoer .................................................................................. 12 Bezoektijden ........................................................................... 12 Vragen ................................................................................... 12
2
ALGEMEEN Inleiding
Binnenkort wordt u opgenomen in het Sint Franciscus Gasthuis in verband met een schouderoperatie. Tijdens de ingreep vervangt de orthopedisch chirurg het beschadigde gewricht door een kunstgewricht. In deze folder krijgt u informatie over de voorbereiding op de opname, de opname en over de fysiotherapie.
De schouder
Uw schouder doet pijn en u kunt de schouder moeilijk bewegen. Dit kan komen door een botbreuk, bijvoorbeeld na een ongeluk. De klachten kunnen ook komen door reumatoïde artritis of slijtage. De meeste mensen hebben dan last van: Pijn bij bewegen, soms ook in rust U kunt uw arm minder of helemaal niet meer bewegen
Protheses
Een prothese kan zorgen dat u geen klachten van uw schouder meer heeft. Uw arts heeft dit met u besproken. Er zijn drie verschillende soorten protheses: Neerprothese, prothese die wordt gebruikt bij artrose van de schouder; Habemeyer-prothese, deze prothese wordt gebruikt bij een botbreuk; Deltaprothese, een omgekeerde prothese. Waar de kom zit, komt de kop en waar de kop zit, komt de kom. Deze prothese wordt gebruikt bij reumapatiënten, waarbij niet alleen het bot, maar ook de weke delen (spieren/pezen) zijn aangetast.
Doel van de operatie
Als met fysiotherapie en medicatie de schouderklachten niet verbeteren, kan voor het plaatsen van een prothese worden gekozen. Door de schouderprothese heeft u minder pijn. U kunt uw schouder niet beter bewegen door de operatie. De operatie is geen kleinigheid: het vraagt veel wilskracht en inspanning van u en de mensen in uw omgeving om goed te 3
herstellen. Het besluit om te opereren wordt altijd in overleg met u gedaan. Laat u goed informeren wat er precies gebeurt en waar u rekening mee moet houden na de operatie. Zo heeft u in de eerste weken na de operatie pijn aan de wond en moet u veel oefeningen doen.
VOORBEREIDING Opnameplein
In de dagen of weken voor uw opname meldt u zich bij het Opnameplein. Hier wordt u gezien door de intakeverpleegkundige, de apothekersassistent en de anesthesioloog. Intakeverpleegkundige De intakeverpleegkundige neemt een vragenlijst met u door. Dit heet een ‘verpleegkundige anamnese’. U wordt onder andere gevraagd naar uw gezondheid en thuissituatie. Bent u zeventig jaar of ouder? Dan worden uw voedingstoestand, risico op een delier (tijdelijke verwardheid met een lichamelijke oorzaak), lichamelijke beperkingen en valrisico in kaart gebracht. Medicijnen De apothekersassistent neemt uw medicijnen met u door. Belangrijk is dat u een actuele medicijnlijst of uw medicijnen in de originele verpakking bij u heeft. U haalt de medicijnlijst op bij de apotheek waar u bent aangesloten. Na het bezoek aan de anesthesioloog krijgt u een brief mee. In deze brief leest u met welke medicijnen u rond de operatie moet stoppen en met welke medicijnen u mag doorgaan. Preoperatieve Screening Op de polikliniek Preoperatieve Screening (POS) krijgt u alle informatie die van belang is voor uw operatie. Er is aandacht voor de voorbereiding, het soort narcose of verdoving en de pijnbestrijding. Daarnaast bekijkt de anesthesioloog of u gezond genoeg bent om een operatie te ondergaan. U wordt lichamelijk onderzocht, soms is urine- of bloedonderzoek nodig en wordt een ECG (hartfilmpje) gemaakt. 4
De anesthesioloog bepaalt samen met u welke medicatie u voor de operatie inneemt en waarmee u moet stoppen. Wat neemt u mee naar het Opnameplein? Uw afsprakenkaart; Een actuele medicijnlijst van uw eigen apotheek; De ingevulde vragenlijst. Het Opnameplein is van maandag tot en met vrijdag telefonisch bereikbaar tussen 8.30 uur en 16.30 uur, via telefoonnummer 010 - 461 6410 of via e-mailadres
[email protected].
De operatie
Bij de operatie aan het schoudergewricht wordt het aangetaste gewricht vervangen door een prothese. Er wordt een nieuwe kop en soms een nieuwe kom geplaatst. Dit is afhankelijk van de conditie van het kraakbeen van de kom. Ook is het belangrijk of er defecten zijn aan het kapsel en de spieren rond de schouder. Om het schoudergewricht te bereiken maakt de orthopedisch chirurg een snee in uw huid. Deze snee loopt vanaf uw sleutelbeen tot net iets voorbij de okselplooi over de arm. De schouderspieren en het gewrichtskapsel worden deels gespleten en deels doorgesneden om de kop uit de kom te kunnen halen. In uw bovenarm wordt een nieuwe schouderkop bevestigd met een steel. Als het nodig is, gebruikt uw arts zogenaamd botcement om de prothese vast te zetten. Als de gewrichtskop in de kom is gezet, worden kapsel en spieren weer vastgehecht. De huid wordt met hechtdraad of agraven (soort nietjes) gesloten. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier blijft u een paar uur. In die tijd wordt u regelmatig gecontroleerd. Gaat alles goed met u? Dan mag u terug naar de afdeling. Daarnaast wordt met u pijnstilling afgesproken. Ook heeft u een infuus en in de wond een drain. De drain voert overtollig wondvocht af.
5
Mogelijke complicaties
Een infectievan de schouderprothese of het gebied er omheen; Luxatie. De schouderkop kan uit de kom schieten; Nabloeding; Trombose of longembolie. U krijgt na de operatie, gedurende de opname, fragmin-injecties om dit te voorkomen.
Na de operatie
Na de operatie zit uw arm in een sling (draagband) om de arm rust te geven. Soms krijgt u eerst nog een speciaal verband, afhankelijk van het beleid van de arts. Een dag na de operatie wordt een controlefoto gemaakt. Daarna gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut oefeningen doen. De fysiotherapeut leert u hoe u uw schouder steeds iets meer moet bewegen. U krijgt hiervoor oefeningen mee. U moet, ook na uw opname in het ziekenhuis, doorgaan met fysiotherapie. De voorkeur gaat uit naar fysiotherapie in het Sint Franciscus Gasthuis. Het moment dat u weer naar huis mag, wordt overlegd met de fysiotherapeut en met uw arts. Zij kijken hoe snel uw wond geneest en hoe uw oefeningen gaan. Na ongeveer veertien dagen komt u terug naar het ziekenhuis. Dan worden de hechtingen eruit gehaald.
Weer thuis
Na uw operatie bent u thuis lange tijd beperkt, doordat u uw schouder niet goed kunt bewegen. Het is belangrijk om voor uw operatie na te denken over uw situatie thuis. Bijvoorbeeld door af te spreken dat iemand u helpt.
Nacontrole
De hechtingen worden na ongeveer veertien dagen verwijderd op de polikliniek Orthopedie. De verpleegkundige of, indien nodig, de arts controleert uw wond. U heeft diezelfde dag ook een afspraak bij de fysiotherapeut. 6
Ongeveer zes weken na de operatie komt u terug bij uw arts op de polikliniek Orthopedie. Het is noodzakelijk om direct te bellen met de polikliniek Orthopedie als: De wond gaat lekken; Er viezigheid (pus) uit de wond komt; De wond dik, rood en warm is en meer pijn doet; Uw temperatuur boven de 38,5 graden stijgt. U vindt het telefoonnummer van de polikliniek op de laatste pagina’s van deze folder.
Leefregels en adviezen
Oefen goed en doe de oefeningen die u van uw fysiotherapeut heeft geleerd. Na de operatie mag u nooit meer zware dingen tillen met de schouder die geopereerd is. Heeft u bijvoorbeeld een zware boodschappentas? Til deze dan met de arm die niet geopereerd is.
Infectie
Bij een schouderprothese blijft de kans op infectie altijd bestaan. Als u in de toekomst een ingreep ondergaat, moet u altijd worden beschermd met antibiotica om infecties te voorkomen. U moet uw huisarts, tandarts en arts van tevoren inlichten als: Tanden en/of kiezen moeten worden getrokken; U een wortelkanaalbehandeling krijgt; U behandeld moet worden door de mondhygiëniste; een operatie of een andere ingreep moet ondergaan.
DE OPNAME Inleiding
U wordt opgenomen op de afdeling Orthopedie, omdat u een schouderprothese krijgt. In dit deel van de folder leest u wat u kunt verwachten tijdens de opname. Dit is een algemene richtlijn. In overleg met uw arts is het mogelijk dat er van deze richtlijn wordt afgeweken.
7
Dag van opname
Als u de dag vóór de operatie wordt opgenomen U wordt verzocht zich om 19.00 uur te melden op de afdeling Orthopedie, waarna het opnamegesprek plaatsvindt. Na het opnamegesprek volgt bloedafname en het operatiegebied wordt gecontroleerd op eventuele wondjes en oneffenheden. Als u de dag van de operatie opgenomen wordt U wordt verzocht een dag vóór de operatie tussen 8.00 en 15.00 uur contact op te nemen met de afdeling Orthopedie om te vragen hoe laat u zich op de afdeling moet melden; Er vindt een opnamegesprek plaats. Hierna volgt bloedafname en het operatiegebied wordt gecontroleerd op eventuele wondjes en oneffenheden; U wordt verzocht de afdeling niet te verlaten. Wat neemt u mee als u opgenomen wordt? Deze folder; Uw eigen medicatie in de originele verpakking; Ruimzittende nachtkleding; Ochtendjas; Goedzittende pantoffels, geen slippers; Toiletspullen, inclusief shampoo; Lege tas voor het vuile wasgoed; Makkelijke, rekbare kleding voor na de operatie als u weer uit bed komt;
Dag van de operatie
Nuchterbeleid: eten, drinken en roken Op de dag van uw operatie gelden de volgende regels: Operatie voor 12.00 uur ’s morgens? Dan mag u niet meer eten na 24.00 uur ’s nachts; Operatie na 12.00 uur ’s morgens? Dan mag u om 06.00 uur ’s ochtends twee beschuitjes met jam, zonder boter, en een kopje thee. Geen melkproducten; Tot twee uur voor de operatie mag u water of thee drinken. U mag niet roken in de zes uur voor de operatie.
8
Het niet opvolgen van bovenstaande voorschriften kan betekenen dat uw operatie niet doorgaat! Voorbereidingen vóór de operatie Een eventueel kunstgebit of plaatje, bril, contactlenzen, piercings, oorbellen en sieraden moet u voor de operatie verwijderen. We raden u aan kostbare spullen thuis te laten; Kunst- of gelnagels en nagellak (ook blanke nagellak) haalt u van uw vinger- en teennagels; U zorgt dat u gedoucht bent en geen lotions, parfums, makeup en dergelijke gebruikt; Ruim voor u opgeroepen wordt voor de operatie moet u zich uitkleden en krijgt u een operatiejasje aan, zodat u op tijd klaar bent. U mag een onderbroek aanhouden; U wordt naar de voorbereidingskamer gebracht, waar een infuus ingebracht wordt en de narcose start.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Daar worden uw bloeddruk en andere functies regelmatig gecontroleerd; U heeft een infuus en soms zit in de wond een drain (buisje) die het bloed en het wondvocht afvoert; Als u terug bent op de afdeling, dan wordt u meerdere keren gecontroleerd. Zo wordt uw lichamelijke toestand in de gaten gehouden; De verpleegkundige belt de eerste contactpersoon die door u is opgegeven om door te geven dat u op de afdeling terug bent. De verpleegkundige geeft geen medische gegevens door. Bezoek mag tijdens de bezoekuren langskomen; Het is belangrijk dat u tijdig en regelmatig aangeeft hoe u zich voelt en of u pijn heeft. Standaard krijgt u vier keer per dag medicatie tegen de pijn. Als u ondanks deze pijnmedicatie nog veel pijn heeft, krijgt u een extra zetpil of injectie. Geef pijnklachten op tijd aan, omdat deze dan sneller te bestrijden zijn. Het doel is u zo pijnvrij mogelijk te houden. Als u te lang wacht met vragen, duurt het langer voordat de medicijnen werken. Eten en drinken na de operatie gaat in overleg met de verpleegkundige; 9
U krijgt om 17.00 uur een injectie toegediend die trombose voorkomt (Fragmin).
Dag 1 na de operatie
U verzorgt zich op bed met behulp van de verpleging; De wonddrain wordt verwijderd; Het verband op de schouder wordt gecontroleerd en zo nodig wordt de wond opnieuw verbonden; Er wordt bloed afgenomen; U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicatie; Uw infuus wordt verwijderd als u voldoende eet en drinkt en als uw bloeduitslagen goed zijn; De fysiotherapeut komt u behandelen. U begint met oefeningen op bed; Er wordt een röntgenfoto van uw schouder gemaakt; U gaat voor de eerste keer uit bed, mits uw toestand dit toelaat; Drie keer per dag wordt uw pijnscore bijgehouden, maar ook nu geldt: geef pijnklachten op tijd aan; U krijgt om 17.00 uur een injectie toegediend die trombose voorkomt (Fragmin).
Dag 2 na de operatie
U verzorgt zichzelf op bed met hulp van de verpleging; Het verband op uw schouder wordt gecontroleerd en zo nodig wordt de wond opnieuw verbonden; U wordt verzocht vanaf nu geen nachtkleding meer te dragen overdag, u draagt gemakkelijk zittende kleding; U krijgt om 17.00 uur de Fragmin-injectie van de verpleegkundige; U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicijnen.
Dag 3 na de operatie
U verzorgt zichzelf in de wasruimte, daarbij krijgt u hulp van de verpleging; Als de wond niet lekt, dan mag u vanaf nu douchen; Er wordt bloed afgenomen; Het verband op de schouder wordt gecontroleerd en zo nodig wordt de wond opnieuw verbonden; De fysiotherapeut komt met u oefenen; 10
U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicijnen; U krijgt om 17.00 uur de Fragmin-injectie van de verpleegkundige; Als uw herstel het toelaat, bereiden wij uw ontslag voor de volgende dag voor. Als u heel voorspoedig herstelt, mag u soms al deze avond naar huis. Ontslagcriteria zijn: o uw wond lekt niet of bijna niet; o u heeft geen bijzondere klachten. De verpleegkundige overhandigt u de ontslagpapieren, neemt ze met u door en geeft indien mogelijk antwoord op uw vragen.
Dag 4 na de operatie
U verzorgt zichzelf in de wasruimte, daarbij krijgt u hulp van de verpleging; U komt het grootste deel van de dag uit bed, wel gaat u regelmatig even rusten, ook als u al thuis bent; Vóór ontslag controleren wij uw wond en verbinden deze opnieuw als dat nodig is; De fysiotherapeut komt voor de laatste keer met u oefenen; U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicijnen; Als u deze nog niet in huis heeft, kunt u pleisters kopen bij de Poli-Apotheek van het Sint Franciscus Gasthuis of bij uw eigen apotheek. Deze pleisters worden niet vergoed door de verzekering; Medicatie krijgt u via de Poli-Apotheek van het Sint Franciscus Gasthuis mee naar huis of u krijgt een recept mee. Als uw familie u ophaalt, dan kunnen zij vanuit de Centrale Hal op de begane grond een rolstoel meenemen om u hiermee naar beneden te vervoeren. Het is niet toegestaan om hiervoor een rolstoel van de afdeling te gebruiken; Als vervoer voor u is besteld, dan brengt de verpleegkundige u naar de Centrale Hal van het ziekenhuis. Hier wordt u opgehaald door een rolstoelbus, die u naar huis brengt. De orthopeed schrijft een overdracht aan uw huisarts. Deze sturen we direct naar de huisarts.
11
OVERIGE INFORMATIE Vervoer
U mag niet met het openbaar vervoer reizen en niet autorijden, tenzij uw arts hiervoor toestemming geeft.
Bezoektijden
Uw bezoek is iedere dag welkom van 15.30 tot 16.30 uur en van 18.30 tot 20.00 uur. In het weekend is er een extra bezoekuur van 11.00 tot 12.00 uur. Wel moeten werkzaamheden, zoals fysiotherapie, ongehinderd kunnen doorgaan.
Vragen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur telefonisch contact opnemen met de polikliniek Orthopedie, via telefoonnummer 010 - 461 6270. Voor dringende zaken buiten kantooruren kunt u telefonisch contact opnemen met de verpleegafdeling Orthopedie, via telefoonnummer 010 - 461 6317. De volgende telefoonnummers zijn voor u van belang: Afdeling Fysiotherapie, telefoonnummer 010 – 461 6027; Opnameplein, telefoonnummer 010 - 461 6410 of e-mail
[email protected].
September 2015
12