reversed schouderprothese
1
Inhoudstafel Hieronder vindt u de inhoudsopgave van de brochure terug. De onderwerpen aangeduid in het vet zijn belangrijk en moet u zeker lezen. Inleiding..........................................................................................................................3 Wat.is.het.probleem.met.de.schouder?.....................................................................4 Het normale schoudergewricht ...............................................................................4 Het versleten schoudergewricht .............................................................................4 Symptomen....................................................................................................................5 De.behandeling.............................................................................................................6 De niet-chirurgische oplossing ................................................................................6 De chirurgische oplossing .......................................................................................6 Mogelijke.postoperatieve.verwikkelingen.. bij.een.reversed.schouderprothese............................................................................8 Realistische.verwachtingen.. na.plaatsing.van.een.reversed.schouderprothese...................................................8 Wat.moet.u.doen.als.voorbereiding.op.de.operatie?.............................................9 Wat.moet.u.meebrengen.naar.het.ziekenhuis.bij.opname?................................ 10 Verloop.van.de.opname............................................................................................ 11 Dag van de opname ............................................................................................... 11 Dag van de ingreep ................................................................................................ 11 Onmiddellijk postoperatief verloop ..................................................................... 11 Bij.welke.alarmtekenen.moet.u.uw.huisarts.verwittigen?................................... 12 Tips.die.wij.u.graag.willen.meegeven.................................................................... 13 Notities......................................................................................................................... 19
2
Inleiding Onlangs bent u op consultatie geweest bij een orthopedisch chirurg in az groeninge. De chirurg stelde vast dat u geopereerd moet worden aan de schouder. Tijdens deze operatie wordt het gewricht vervangen door een kunstgewricht, een prothese. Voordat u zich laat opereren, moet u goed weten waarom de operatie nodig is, hoe u zich moet voorbereiden op de operatie, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. Deze folder kan u hierbij helpen. Tijdens de raadpleging kreeg u al informatie maar de ervaring leert dat de patient veel van wat op dat moment verteld wordt, snel vergeet. Bovendien tonen studies aan dat een goed geïnformeerde patiënt actiever deelneemt aan het genezingsproces. Daardoor kan u actief meewerken aan het verkorten van uw verblijf in het ziekenhuis en bevordert u het genezingsproces in de goede zin. Indien u of uw familie/directe naasten nog vragen hebben, kan u altijd terecht bij: Nathalie De Donder protheseverpleegkundige 056 63 35 70
[email protected]
3
Wat is het probleem met de schouder? Het.normale.schoudergewricht. Het schoudergewricht wordt gevormd door de kom van het schouderblad en de kop van de bovenarm. De kom en de kop zijn bekleed met kraakbeen om het schoudergewricht soepel en zacht te laten glijden en bewegen. De gewrichtsruimte wordt afgegrensd met het gewrichtskapsel dat de ruimte scheidt met de spieren en pezen.
Het.versleten.schoudergewricht. Het kraakbeen kan op termijn gaan verslijten door ontsteking, zoals bij rheumatoide artritis of door pure slijtage. Deze slijtage treedt op na een breuk of door ouderdom. Nog een bijkomende reden voor het slijten van het kraakbeen is het abnormaal gaan bewegen van het gewricht door een veranderde mechaniek. Dit laatste is het geval bij u. Doordat de pezen, supra- en infraspinatus, die moeten instaan voor een normale beweging, bij u sinds zeer lange tijd volledig zijn afgescheurd, beweegt de kop abnormaal ten opzichte van de kom.
4
Symptomen De klachten bestaan uit pijn tijdens de nacht of tijdens de dag of beide. Meestal is er sterk krachtverlies bij bewegingen boven het niveau van het hoofd. Veel patiënten kunnen de arm onmogelijk heffen boven het niveau van de schouder (de pseudoparalyse). Vermits de pezen niet meer te hechten zijn op hun oorspronkelijke aanhechtingsplaats, leidt dit tot een onomkeerbaar proces met meer pijn en functieverlies op termijn.
5
De behandeling De.niet-chirurgische.oplossing. Deze bestaat uit ontstekingswerende medicatie en eventuele cortisone-inspuitingen. Deze verminderen de ontsteking en dus de pijn, al dan niet tijdelijk, zonder het probleem zelf aan te pakken. De.chirurgische.oplossing. Als door de voortschrijdende slijtage de pijnklachten zo ernstig zijn dat de nietchirurgische behandeling niet meer helpt, gaan we tot een operatie over waarbij we het versleten gewricht vervangen door een kunstgewricht. Het type prothese dat we bij u plaatsen, verschilt van de prothese die bij een klassieke arthrose met intacte schouderpezen gebruikt wordt. Doordat de pezen vernield zijn, moet de schouder een mechaniek krijgen die de patiënt in staat moet stellen de schouder beter te doen bewegen in de hoogte. Dit vraagt een verandering van de biomechaniek. Door een prothese te gebruiken die de normale anatomie van kom en bol omdraait, wordt het rotatiecentrum in de schouder verplaatst naar het schouderblad en wordt de deltoideus spier in staat gesteld de arm op te heffen. Dit is de reversed schouderprothese.
voorbeeld van een reversed schouderprothese
6
positionering van de reversed schouderprothese in de schouder
RX-foto na plaatsing van een reversed schouderprothese
7
Mogelijke postoperatieve verwikkelingen bij een reversed schouderprothese Zoals bij iedere chirurgische ingreep zijn er ook complicaties mogelijk bij een reversed schouderprothese. De belangrijkste complicaties zijn: Reactie op de anesthesie/verdoving Vaak voorkomende reacties zijn misselijkheid, hoofdpijn en braken. Tijdens de operatie wordt een bijkomende lokale verdoving toegediend. Het is mogelijk dat u hierdoor tijdelijk de arm niet meer kan bewegen. Dit ‘naslapen’ van de arm is normaal. Infectie Bij elke operatie is er een beperkt risico op infectie. Bij het optreden van een infectie wordt antibiotica gegeven. Verstijving van de schouder Om verstijving in de schouder te beperken, start u vrij snel met kinesitherapie. Ondanks deze vroegtijdige start van correcte kinesitherapie stellen we bij een beperkt aantal personen toch verstijving van de schouder vast. De kans op complicaties bij een reversed schouderprothese is eerder beperkt.
Realistische verwachtingen na plaatsing van een reversed schouderprothese Met deze operatie willen we vooral de pijn aanpakken, en niet zozeer de bewegingsvermindering of het krachtverlies. Het herstel van deze twee laatste is moeilijk te voorspellen of te garanderen en is veeleer afhankelijk van de toestand voor de operatie. De pijnvermindering is wel te voorspellen hoewel het resultaat het enige maanden geduld en oefening vergt.
8
Wat moet u doen als voorbereiding op de operatie? Kamer.aanvragen Tijdens de consultatie krijgt u van de arts een opnameformulier. Met dit formulier kan u een kamer aanvragen. Onmiddellijk na de consultatie moet u zich aanmelden bij de onthaalmedewerkers van het ziekenhuis. Zij geven u bijkomende informatie over de verzekering en kamerkeuze. Patiëntenboekje.invullen Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijgt u vooraf een patiëntenboekje mee naar huis. Gelieve dit zo zorgvuldig mogelijk in te vullen. Raadpleeg desnoods uw huisarts.
dit nog niet geregeld is via de chirurg. Cardio-aspirine® en Asaflow® mag u doornemen. Latexallergie.melden.aan.specialist Als u allergisch bent voor latex, moet u dit vóór de opname melden aan uw specialist. Tandhygiëne Indien u slechte tanden heeft, kan u best op bezoek gaan bij een tandarts vóór de opname. Meld dit aan uw arts. Slechte tanden kunnen namelijk aanleiding geven tot infecties.
Preoperatieve.onderzoeken Vanaf de leeftijd van 50 jaar kunnen een aantal bijkomende onderzoeken nodig zijn. Zo kan een standaardbloedafname en ECG gevraagd worden. Deze onderzoeken mag u een aantal dagen voor de operatie bij de huisarts laten afnemen.
Reserveer thuiszorg In de eerste weken na de operatie hebt u misschien hulp nodig bij het koken, wassen, onderhouden van uw huis, inkopen doen … U bekijkt best al voor de operatie welke hulp u nodig kan hebben. Bij vragen kan u steeds terecht bij uw ziekenfonds en bij de sociale dienst van het ziekenhuis.
Medicatielijst Bij opname is het belangrijk dat de verpleegkundigen en de chirurg goed op de hoogte zijn van uw medicatie. Als voorbereiding op de opname zorgt u best voor een medicatielijst en brengt u uw medicatie mee.
Indien u wenst te revalideren op de dienst revalidatie of in een hersteloord moet u dat zo snel mogelijk aan de sociale dienst doorgeven. Hoe vroeger de sociale dienst de aanvraag kan regelen, hoe groter de kans dat een plaats voor u vrij is.
De inname van Marcoumar® en Marevan® moet u één week voor de operatie stopzetten en vervangen. Raadpleeg hiervoor uw huisarts indien
Sociale.dienst. campus.vercruysselaan De Visschere Dorine t. 056 63 68 56
9
Wat moet u meebrengen naar het ziekenhuis bij opname? • Documenten - SIS-kaart, formulieren voor de verzekering, ziekenfonds en/of arbeidsongeschiktheid voor uw werkgever, bloedgroepkaart - Resultaten van de bloedafname en eventueel ECG - Patiëntenboekje - Rx-foto’s van de schouder - Medicatielijst • Medicatie Indien u medicatie inneemt, neemt u deze mee naar het ziekenhuis. Bij inname van medicatie met een attest van de adviserend geneesheer, gelieve het attest mee te brengen. In het ziekenhuis nemen we een kopie van dit attest. Neemt u daarenboven bloedverdunnende medicatie, dan moet u dit melden aan de arts en verpleegkundigen. • Kleding en hulpmiddelen - ondergoed en slaapkleding - gemakkelijk zittende kledij (bij voorkeur met knopen van onder tot boven voor de kledij van het bovenlichaam) - kamerjas en gesloten pantoffels - toiletartikelen - platte, dichte schoenen - lange schoenlepel - antiflebitis-kousen/TED-kousen: Indien u al eens geopereerd bent en u heeft witte steunkousen, mag u deze meebrengen voor de opname.
10
Verloop van de opname Dag.van.de.opname Kennismaking De dag voor de operatie komt u binnen om 16 uur. U meldt zich aan aan de balie. Vandaar wordt u afgehaald en begeleid naar uw kamer waar de opnameprocedure afgewerkt wordt. Dag.van.de.ingreep Voorbereiding Op de dag van de ingreep kan u zich ’s morgens opfrissen. Bril, tandprothese, lenzen ... bewaart u in het nachtkastje. Juwelen, geld of andere waardevolle voorwerpen geeft u best terug mee naar huis of laat u gewoon thuis. De ingreep gebeurt volgens de operatieplanning. Het exacte uur is niet gekend. Voor het vertrek naar de operatiekamer moet u een operatiehemd aantrekken. De verdoving Deze bestaat uit twee delen. Vooreerst krijgt u een algemene verdoving. Terwijl u onder narcose bent, wordt de regionale verdoving geplaatst. Deze verdooft de pijn tijdens en na de ingreep. Dit zorgt ervoor dat u ontwaakt quasi zonder pijn. De regionale verdoving is een plexusanesthesie van de arm. De arm kan namelijk verdoofd worden door de zenuwknoop (plexus) die naar de arm loopt tijdelijk uit te schakelen. De anesthesist spuit rond de zenuwen een verdovingsmiddel in, bijvoorbeeld in de oksel of in de hals.
De anesthesist kan dit op twee verschillende manieren doen. • Hij/zij zal prikken met een naald op de plaats waar de zenuwen lopen. Tijdens de prik kan u tintelingen in de arm of de hand voelen. Het is belangrijk dat u dan niet beweegt en dit meldt aan de anesthesist. Zo weet hij/zij dat de naald op de goede plaats zit. • Hij/zij kan ook gebruik maken van een zenuwprikkelaar. Uw zenuw wordt dan geprikkeld door lage elektrische stroom met behulp van een toestel. Hierdoor zal uw arm of hand onwillekeurig bewegen. Het is belangrijk dat u stil ligt. Na het inspuiten van het verdovingsmiddel zal eerst uw hand of arm tintelen en warm worden, daarna verdwijnt het gevoel en kan u uw hand niet meer bewegen. Als de verdoving is uitgewerkt, krijgt u uiteraard weer een normaal gevoel in de hand of arm. Het kan soms drie tot zes uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Op dat moment kan er pijn optreden. In dat geval contacteert u best de verpleegkundige voor een pijnstiller. Onmiddellijk.postoperatief.verloop De schouder kan in het begin gezwollen en pijnlijk zijn. U krijgt hiervoor pijnstillers en ontstekingsremmers, en ook ijs.
11
De schouder wordt in een immobilisatieverband vastgehouden dat u dag en nacht moet dragen. Overdag mag u dit af en toe voor de duur van enkele minuten uitdoen om een aantal pendelbewegingen te maken als oefening. Buig voorover en laat de geopereerde hand naar beneden hangen. Draai met uw arm rondjes. De opname duurt ongeveer een viertal dagen. Hierna revalideert u thuis verder. De pendeloefeningen blijft u verder uitvoeren, het verband draagt u dag en nacht. Na veertien dagen start de kinesitherapie. Er worden actieve en passieve oefeningen aangeleerd en geoefend, in alle richtingen en frequent. Het is de bedoeling dat u thuis op aangeven van de kinesist met een schema oefenin-
gen uitvoert. Na verloop van tijd oefent u ook de kracht. Aangezien er geen pezen worden hersteld, moeten de pezen niet beschermd worden en mag u actieve oefeningen uitvoeren om de zwelling te verminderen en de beweeglijkheid te herwinnen.
Bij welke alarmtekenen moet u uw huisarts verwittigen? •
• •
12
Bij ontstekingverschijnselen ter hoogte van het operatiegebied. Deze verschijnselen bestaan uit pijn gecombineerd met roodheid, vochtafscheiding en/of koorts. Indien de schouder bij het oefenen steeds pijnlijker wordt en moeilijker beweegt. Bij zwelling van de hand die gepaard gaat met pijn, stramheid van de vingers en klamheid.
Tips die wij u graag willen meegeven Omdat u het abductieverband dag en nacht moet aanhouden gedurende zes weken kan dit een aantal problemen opleveren. Daarom willen wij (artsen, kinesisten en ergotherapeuten) u enkele praktische tips meegeven. Tip 1: Comfortabel slapen Plaats een kussen onder uw arm tijdens het slapen. De bovenarm moet hierbij goed ondersteund worden. Dit maakt het slapen comfortabeler.
Tip 2: Persoonlijke hygiëne Voor het wassen van de oksel geven we graag als tip mee: buig voorover en laat uw geopereerde arm naar beneden hangen. Zo brengt u geen spanning op de juist ingehechte pees.
Tip 3: Opstaan uit bed Rol op uw niet-geopereerde arm en buig de knieën. Breng de knieën uit bed en duw u met uw niet-geopereerde arm recht op uw bed.
Tip 4: Aankleden Steek uw geopereerde arm eerst in de mouw. Daarna kan u de gezonde arm in de mouw steken.
13
Oefeningen voor thuis De kinesitherapeut leert u oefeningen aan die u thuis ook kan uitvoeren. In deze folder vermelden we enkele voorbeelden die u kunnen helpen. Let wel op: Doe deze oefeningen enkel op advies van chirurg of kinesitherapeut. Het is belangrijk dat u de eerste zes weken enkel passief beweegt. Na deze zes weken krijgt u van de kinesitherapeut actieve bewegingsoefeningen. Ongeveer 8 weken na de operatie begint de kinesitherapeut te werken met oefeningen tegen weerstand. Vanaf drie dagen postoperatief Zoals al vermeld, mag u enkel tijdens deze periode passieve oefeningen doen. Buig voorover en laat de geopereerde hand naar beneden hangen. Draai met uw arm rondjes.
14
Passieve mobilisatie vanuit de romp De arm moet goed ondersteund op tafel liggen. Breng de schouder loodrecht boven de elleboog. Beweeg uw romp naar achteren.
Actieve bewegingsoefeningen vanaf 6 weken na de operatie Begin deze oefening enkel onder begeleiding. Deze oefening bestaat uit twee gradaties. Bij de eerste gradatie gaat u heffen met een gebogen elleboog. Indien dit na een aantal dagen goed lukt, mag u starten met de tweede gradatie. Hierbij mag u heffen met een gestrekte arm.
Oefeningen.interne.rotatie
15
Oefeningen tegen weerstand vanaf 8 weken na de operatie
16
17
Oefeningen.exorotatie
18
Notities _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
19
Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk Orthopedie,.campus.vercruysselaan Burg. Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t..056.63.35.40. dr. Pierre Adyns: heup - knie dr. Filip Gheysen: heup - knie dr. Frederick Michels: knie - voet - enkel en sportletsels dr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - wervelkolom dr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekken dr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - knie dr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet - enkel en sportletsels dr. Luc Vercruysse: heup - knie dr. Luk Verhelst: heup - schouder dr. Emmanuel Audenaert - UZ Gent: heup dr. Pierre Moens - UZ Leuven: kinderorthopedie dr. Anja Van Campenhout - UZ Leuven: kinderorthopedie Nathalie De Donder, protheseverpleegkundige
[email protected], t. 056 63 35 70 Handgroep,.campus.loofstraat Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk t..056.63.35.80 dr. Marleen Dezillie: hand - pols en elleboog dr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols prof. dr. Filip Stockmans: hand - pols en congenitale handchirurgie
vzw az groeninge, zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69, www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4, 8500 Kortrijk doc. 49452 20