TOTALE KNIEPROTHESE Raadpleging Orthopedie
www.europaziekenhuizen.be
Site St-Elisabeth
Site St-Michel
2
3
TOTALE KNIEPROTHESE
WAT IS ARTROSE EN HOE VERLOOPT DE INGREEP VOOR EEN TOTALE KNIEPROTHESE? Artrose is de slijtage van het gewrichtskraakbeen dat het botoppervlak bedekt. Deze slijtage treedt op als er een onevenwicht bestaat tussen de mechanische belasting en de tolerantie van het kraakbeen. De initiële beschadigingen van het gewricht verlopen meestal pijnloos. Bij het verergeren van de aantasting worden dagelijkse activiteiten zoals stappen, rechtstaan en autorijden steeds moeilijker en pijnlijker. Artrose kan alle gewrichten aantasten, maar wordt het minst goed verdragen ter hoogte van de heupen en knieën omdat deze gewrichten het meest belast worden in het dagelijkse leven. Deze brochure zal u helpen om een beter inzicht te krijgen in de anatomie van de knie maar vooral om artrose en prothesechirurgie beter te begrijpen. Deze brochure dient enkel als eerste informatie, maar kan nooit de persoonlijke raadgevingen van uw orthopedisch chirurg vervangen. Prothesechirurgie van de knie geeft over het algemeen zeer goede resultaten. De eerste knieprothese werd ongeveer 30 jaar geleden geplaatst. Sindsdien werden miljoenen patiënten geholpen met een totale knieprothese. Deze operatie is een routine-ingreep geworden.
DE KNIE De knie is een scharniergewricht. Dit wil zeggen dat het gewricht rond één as beweegt, waardoor alleen strekken en plooien mogelijk is ter hoogte van de knie met een klein beetje rotatie. Het normale gewricht is bedekt met kraakbeen, dit is een perfect glad weefsel met een groot glijvermogen. Dit kraakbeen beschermt het gewricht bij beweging en belasting. De twee meniscussen verbeteren in belangrijke mate het contact tussen de kraakbeenoppervlakken en daardoor de stabiliteit en de functie van de knie. Er bestaan verschillende soorten artrose en jaarlijks ondervinden miljoenen personen er hinder van. Artrose is een ziekte die ontstaat ten gevolge van slijtage van het gewrichtskraakbeen. Hierdoor ontstaat er op termijn contact tussen de botuiteinden die de oorsprong is van de pijn. Artrose veroorzaakt pijn, zwelling en stijfheid, waardoor het gewricht niet goed meer functioneert. Verschillende behandelingen, zoals pijnstillers, kinesitherapie, oefeningen, het gebruik van een wandelstok en vermagering, kunnen helpen om de symptomen van artrose in het beginstadium te controleren. Wanneer deze behandelingen niet langer volstaan om de pijn voldoende te verbeteren, kan het plaatsen een knieprothese aangewezen zijn. Uw chirurg zal uw specifiek geval beoordelen en een gepaste behandeling voorstellen.
TOTALE KNIEPROTHESE
DE TOTALE KNIEPROTHESE Bij het plaatsen van een totale knieprothese wordt niet het volledige gewricht vervangen. Enkel het versleten kraakbeen wordt verwijderd en de beschadigde botuiteinden worden vervangen door een orthopedisch implantaat. Door dit kunstgewricht wordt het gladde oppervlak hersteld en herwint het gewricht zijn glijvermogen, dat verloren was gegaan door artrose. Deze knieoperatie wordt uitgevoerd onder verdoving. De anesthesist zal u voor de ingreep de verschillende mogelijkheden uit leggen. Om toegang te hebben tot het gewricht wordt er bij de operatie een insnede gemaakt op de voorzijde van de knie. Het beschadigde gedeelte van het gewrichtsoppervlak wordt vervangen door de verschillende componenten die de natuurlijke vormen van een gezonde knie herstellen. Deze componenten worden gemaakt uit zeer hoogwaardige en biocompatibele materialen, zoals roestvrij staal, titanium en polyethyleen (plastiek), waardoor het oppervlak van het kraakbeen hersteld wordt. Uw orthopedisch chirurg zal voor de ingreep de verschillende mogelijkheden met u bespreken. Voor gelokaliseerde, mediale femorotibiale artrose wordt een unicompartimentele knieprothese geplaatst. Dankzij een minimaal invasive techniek wordt de originele kniekinematica volledig hersteld met behoud van de normale ligamentaire stabiliteit. De gemiddelde duur van de ingreep bedraagt anderhalf uur. Met de preoperatieve voorbereiding en de tijd doorgebracht in de ontwaakruimte, verblijft de patiënt ongeveer 3 uur in het operatiekwartier.
4
5
TOTALE KNIEPROTHESE
TOTALE KNIEPROTHESE
COMPLICATIES
ACTIVITEITEN NA DE OPERATIE
Complicaties zijn uiterst zeldzaam, maar kunnen zich tijdens of na de ingreep voordoen. De mogelijke complicaties zijn een infectie, een bloedklonter, een peesletsel, een zenuwletsel, een slechte positionering en een vroegtijdig loskomen. De totale knieprothese is één van de meest succesvolle orthopedische ingrepen, maar desondanks blijven sommige patiënten klagen van wat stijfheid of pijn na de operatie. Geen enkele prothese zal eeuwig meegaan, maar sommige factoren, zoals de postoperatieve activiteiten en het gewicht van de patiënt, kunnen de overleving beïnvloeden. Deze punten en andere risicofactoren moeten met uw chirurg besproken worden. Uw orthopedisch chirurg zal er alles aan doen om mogelijke complicaties te vermijden. Hij kan u eventueel vragen om voor de operatie een kinesist te raadplegen of uw tanden te laten nakijken op cariës bij uw tandarts.
Een goede revalidatie, een gezonde en evenwichtige voeding en vooral uw motivatie om de aanbevelingen van uw chirurg op te volgen, zullen bijdragen tot een vlot herstel. De meeste patiënten stappen zonder krukken na 2 à 4 weken en rijden auto 2 maanden na de ingreep. Sportactiviteiten mogen voorzichtig hervat worden na advies van uw chirurg. Het opvolgen van de aanbevelingen van uw chirurg is belangrijk, omdat de herstelperiode verschilt van patiënt tot patiënt. Het deelnemen aan gewelddadige sporten of contactsporten wordt afgeraden. Dit soort activiteiten veroorzaakt een belangrijke belasting van de prothese, wat complicaties zou kunnen veroorzaken. Vraag aan uw chirurg welke activiteiten toegelaten zijn na de operatie.
NA DE OPERATIE Na de ingreep ontvangt u voldoende pijnstilling, om onmiddellijk te kunnen starten met de revalidatie. Het is belangrijk uw geopereerde knie zo snel mogelijk te bewegen om de bloedsdoorstroming te bevorderen en de beweeglijkheid te herwinnen. Gewoonlijk mag u uit bed met de hulp van de verpleging en zet u uw eerste stappen met een looprekje of krukken 24 uur na de operatie. De kinesitherapie en ergotherapie spelen een zeer belangrijke rol in de postoperatieve revalidatie. De kinesitherapie richt zich op het zo snel mogelijk herwinnen van de beweeglijkheid, een goede spierkracht en uiteindelijk een normaal gangpatroon. De ergotherapie beoogt het zo snel mogelijk herwinnen van de autonomie in de dagelijkse activiteiten, zodat de terugkeer naar huis vlot verloopt. Men zal u leren hoe u het best uw krukken kunt gebruiken om te stappen en trappen op en af te gaan en hoe u het best kunt zitten en rechtstaan. Het is altijd nuttig dat u een familielid of kennis kan contacteren voor het geval er zich problemen zouden voordoen. De meeste personen keren terug naar huis een week na de ingreep. Sommige patiënten verlengen hun verblijf in een revalidatiecentrum. Deze mogelijkheid kan het best reeds voor de operatie met uw chirurg of met de sociaal assistente besproken worden. Het is zeer belangrijk de oefeningen, aangeraden door uw dokter en kinesist, thuis meermaals per dag te herhalen.
MEDISCHE FOLLOW-UP w chirurg zal u vragen het eerste jaar regelmatig op controle te komen om de genezing U te kunnen volgen. Nadien is de follow-up veel minder frequent. Complicaties met prothesen kunnen zich voordoen op ieder ogenblik. Het is daarom noodzakelijk uw chirurg te raadplegen zodra u een verandering opmerkt aan uw kunstgewricht.
BESLUIT Wij beseffen zeer goed dat de beslissing voor een operatie soms moeilijk is. Toch hopen wij dat deze brochure u een beter inzicht gegeven heeft in de knieprothesechirurgie en dat dit u zal helpen bij het nemen van de juiste beslissing. Deze brochure heeft niet de intentie de ervaring en de raadgevingen van uw orthopedisch chirurg te vervangen. Indien u verdere vragen zou hebben, moet u niet aarzelen deze aan uw chirurg te stellen.
6
VRAGEN-ANTWOORDEN
VRAGEN-ANTWOORDEN
TOTALE KNIEPROTHESE
1. Wanneer moet ik mij laten operen? De orthopedist zal u eerst ondervragen en onderzoeken en de radiografie van uw knie of heup analyseren. Als de arts u een operatie voorstelt, betekent het dat de ingreep de beste oplossing is voor uw probleem. Alle patiënten krijgen de raad te starten met oefeningen voor de operatie. Als de niet-operatieve behandeling volstaat om de klachten voldoende te onderdrukken kan de operatie uitgesteld worden, u neemt zelf de uiteindelijke beslissing als u teveel pijn of hinder ondervindt van de artrose. Het is echter belangrijk het gewricht soepel te houden en de spierkracht te bewaren bijvoorbeeld door het fietsen op een hometrainer.
2. Ben ik niet te oud voor een operatie? Als u een redelijk goede gezondheid hebt en als u een zelfstandig en actief leven wilt voortzetten bent u niet te oud. Zwakke spieren, verlies van beweeglijkheid en uithouding door ver gevorderde artrose bemoeilijken de revalidatie. Vaak wachten patiënten te lang alvorens een beslissing te nemen, zodat oudere patiënten na de operatie meestal het gevoel hebben dat ze zich sneller hadden moeten laten opereren als ze de snelle pijnverlichting maar ook het verlies aan spierkracht voelen. De revalidatie verloopt dan trager maar het verwacht resultaat kan zeker bereikt worden door regelmatig de voorgeschreven oefeningen te doen.
3. Ben ik niet te jong voor een operatie? Bij jongere patiënten tracht men de operatie zo lang mogelijk uit te stellen. De niet-operatieve behandeling is hier nog belangrijker om de gewrichtspijn te verlichten. Maar door de vooruitgang van operatieve technieken en gebruikte materialen is het mogelijk ook relatief jonge patiënten met blijvend succes te opereren wanneer de conservatieve behandeling onvoldoende resultaat bereikt. Voor jongere en actieve patiënten met pijnlijke en invaliderende artrose van de knie of de heup bestaan er speciale prothesen waarbij zo weinig mogelijk bot verwijderd wordt en waar er gestreefd wordt naar maximaal behoud van gewrichtsfunctie en stabiliteit. Daardoor blijft de prognose ook op langere termijn bij deze patiënten meer dan behoorlijk.
4. Hoelang zal mijn knie of heup pijn doen na de operatie ? De eigenlijke postoperatieve pijn vermindert sterk na enkele dagen, maar de meeste patiënten ervaren onmiddellijk het verdwijnen van de pijn die te wijten was aan de artrose. De intensieve revalidatie kan dus twee tot drie dagen na de operatie beginnen. Gedurende de volgende vier tot zes weken zal de pijn geleidelijk verder verminderen, in die periode moet u pijnstillers nemen, naargelang uw individuele pijndrempel. Zeker de eerste weken geven we de raad om 30 minuten voor de kinesitherapiebehandeling pijnmedicatie in te nemen om een vlotte revalidatie toe te laten. Zo herwint u na twee tot drie maanden het vertrouwen in de geopereerde knie of heup en zal de pijn verdwijnen.Toch is een knagende last bij de eerste stappen of na een lange wandeling normaal, tot zes maanden na de operatie.
5. Hoelang moet ik ijs op de wonde leggen? IJs is een goede pijnstiller en vermindert de ontstekingsreactie. U legt dus best 4 maal per dag gedurende 15 à 20 min een “coldpack” op het geopereerde gewricht. Gedurende een aantal maanden is dit aangewezen vooral voor en na de oefeningen tot de zwelling en het warmtegevoel verdwenen is. De coldpack, te koop in de apotheek, moet 2 uur voor gebruik
7
TOTALE KNIEPROTHESE
in de diepvriezer afkoelen en mag nooit rechtstreeks op de huid gelegd worden, wel gewikkeld in een dunne handdoek.
6. Wanneer moet ik mijn oefeningen doen en hoe kan ik weten dat ik niet te veel doe? Oefen regelmatig en wissel af met rustperioden. Ieder uur een beetje oefenen is beter dan éénmaal per dag lang oefenen. Niet forceren maar trachten iedere dag iets meer te doen dan de vorige. Stilaan kan u dan dagelijks langer oefenen tot maximum een paar uur per dag na twee tot drie maanden. Toenemende zwelling en pijn kunnen een teken zijn dat u het geopereerde gewricht teveel belast bij de oefeningen. Rust ook iedere dag gedurende één of twee uur in ruglig met de geopereerde knie of heup volledig gestrekt om het gewrichtskapsel maximaal uit te rekken.
7. Hoeveel kinesitherapiebehandelingen zijn er nodig na de operatie? Vijf sessies per week gedurende de eerste drie, vier weken. Daarna 3 sessies en nog later 2 sessies per week. Het totaal aantal behandelingen varieert sterk van patiënt tot patiënt. Als u thuis de oefeningen zelfstandig herhaalt zal u vlotter herstellen. Fietsen op een hometrainer is een goede oefening, zowel bij knie- als heupprothese, om het geopereerd gewricht soepel en krachtig te maken zonder het teveel te belasten. Dit mag twee weken na de operatie, om buiten te fietsen wacht men best een zestal weken, een damesfiets is trouwens gemakkelijker om op te stappen.
8. Wanneer mag ik terug met de auto rijden? Na ongeveer zes weken moet u vlot kunnen stappen zonder krukken, op dat ogenblik hebt u normaal gezien voldoende spiercontrole herwonnen om in alle situaties snel en gepast te kunnen reageren, dan mag u ook terug de wagen besturen. Indien u geopereerd bent aan linkerknie of heup en indien u beschikt over een wagen met automatische versnellingsbak mag u eventueel iets sneller uw wagen besturen.
9. Welk type schoenen moet ik dragen? Het is aangeraden om comfortabele schoenen te dragen die voldoende steun geven vooral ter hoogte van de hiel. Vermijd pantoffels met een gladde zool en pantoffels die open zijn aan de hiel. De eerste 3 maanden zijn hoge hakken niet aangewezen.
10. Hoelang moet ik mijn krukken gebruiken? Na de operatie raden we u aan te stappen met volledige steun op de twee voeten en twee krukken totdat u een goede spiercontrole herwonnen hebt. Als u een goed gangpatroon hebt, mag u binnenshuis snel de krukken weglaten. Buitenshuis stappen de meeste patiënten met een heupprothese reeds na 4 tot 6 weken zonder krukken, bij een totale knieprothese kan dit reeds na 2 tot 4 weken. We raden het stappen met één kruk af omdat de meeste patiënten de neiging hebben om teveel op de kruk te leunen waardoor ze een slecht gangpatroon aanleren. Indien u toch met één kruk stapt, gebruikt u die langs de niet geopereerde kant.
VRAGEN-ANTWOORDEN
8
VRAGEN-ANTWOORDEN
TOTALE KNIEPROTHESE
11. Wanneer mag ik de trappen op en af gaan? Voor en onmiddellijk na de operatie lijkt traplopen moeilijk. De ervaring leert ons echter dat dit best meevalt. Tijdens de hospitalisatieperiode krijgt u oefeningen die speciaal daarop gericht zijn. Deze beginnen reeds 3 tot 4 dagen na de operatie, daardoor bent u bij ontslag in staat om zelfstandig met behulp van uw krukken de trappen op en af te gaan.
12. Hoe moet ik de operatiewonde verzorgen? Gedurende de eerste 2 tot 3 weken wordt de wonde bedekt met eenverband om ze droog en proper te houden. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis wordt het verband dagelijks uitwendig gecontroleerd. Als het verband proper is en niet loskomt blijft het zo lang mogelijk gesloten. De operatiewonde wordt meestal onderhuids gehecht met resorbeerbare draad, daarop worden dwarse steristrips aangebracht zodat er geen hechtingen of haakjes moeten verwijderd worden. Bij uw ontslag wordt het verband vervangen en mag het 14 dagen gesloten blijven. Na het verwijderen van de pleisters en de steristrips mag u weer douchen. Het is normaal dat de huid rond het litteken wat rood en gezwollen is. We raden u aan om gedurende de eerste maanden het litteken met de hand of zeer voorzichtig met een washandje te wassen. Het gebruik van crème en zalf rond het litteken moet vermeden worden.
13. Wanneer mag ik een douche of bad nemen?
mag de eerste weken douchen indien u een speciaal geplastificeerd verband aanbrengt U waardoor de wonde perfect droog blijft. Dit hermetisch verband is belangrijk voor een goede wondheling. Na drie weken mag u het verband verwijderen en mag u douchen zonder bescherming. Voor een ligbad moet u echter nog wachten tot twee à drie maanden postoperatief.
14. Hoelang zal mij been gezwollen blijven? De zwelling zal geleidelijk aan verminderen tijdens de eerste weken na de operatie. De regelmatige mobilisatieoefeningen en hoogstand van het geopereerde been zijn belangrijk om het been te helpen ontzwellen. Vaak is de zwelling meer uitgesproken s’nachts en verbetert ze overdag dankzij de oefeningen.
15. Is het noodzakelijk om antitrombose kousen te dragen? De kousen zijn een noodzakelijk hulpmiddel om flebitis (ontsteking van de vaatwand) en trombose (vorming van een bloedklonter in een ader) te voorkomen. Daardoor vermindert ook het risico op een longembool (bloedklonter die vanuit de ader naar de longen gaat). De antitrombose kousen voorkomen ook de zwelling van de benen, het is dus absoluut aangewezen deze speciale kousen te dragen gedurende 4 tot 6 weken.
16. Hoelang moet ik de injecties met bloedverdunners gebruiken? Deze injecties worden toegediend om flebitis, trombose en longembolie te voorkomen. Na de operatie is een dagelijkse injectie aangewezen gedurende 4 weken. Afhankelijk van eventuele risicofactoren moet de duur van die behandeling eventueel verlengd worden. Tijdens de hospitalisatie zal de verpleging u de injectietechniek aanleren. Indien u bloedverdunnende medicatie gebruikte voor de operatie moet deze na het stopzetten van de injecties opnieuw gestart worden. Vraag hieroveradvies aan uw arts.
9
TOTALE KNIEPROTHESE
17. Hoelang moet ik wachten voor ik weer op mijn geopereerde zijde mag slapen? De eerste drie weken na een heupprothese slaapt u best op de rug. U mag eventueel op de niet geopereerde zijde slapen, maar alleen met twee kussens tussen de knieën om het kruisen van de benen tijdens de slaap te verhinderen. Pas na zes weken mag u op de geopereerde kant slapen. We raden u aan reeds voor de operatie de gewoonte te nemen om op uw rug te slapen.
18. Hoe kan ik een ontwrichting na een heupoperatie voorkomen? Gedurende de eerste drie maanden na de operatie is het belangrijk dat u de volgende punten in acht neemt om een ontwrichting of een luxatie te voorkomen. • Ga recht zitten in een niet te lage zetel. • Denk er steeds aan de benen niet te kruisen in zithouding. • Plooi uw heup niet meer dan 90°, ga niet gehurkt zitten. • Steek het geopereerd been uit naar achter terwijl u vooroverbuigt wanneer u een voorwerp van de grond wil rapen. • U staat best op uit bed langs de geopereerde kant terwijl u het bekken en de benen “samen” draait.
19. Hoe kan ik een infectie herkennen? • Toenemende zwelling en roodheid ter hoogte van het litteken. • Toenemende wonddrainage met eventuele evacuatie van etter. • Toenemende pijn en afnemende beweeglijkheid. • Persisterende temperatuur boven de 38° Celsius. Indien deze symptomen zich voordoen moet u zosnel mogelijk uw huisarts raadplegen. Indien er zich inderdaad een probleem voordoet, zal hij u onmiddellijk doorverwijzen naar uw orthopedisch chirurg.
20. Zal ik een bloedtransfusie nodig hebben na de operatie? Tijdens de operatie besteedt de chirurg de grootste zorg aan het stoppen van iedere bloeding. Tijdens en na de operatie wordt er bovendien via het infuus een medicament toegediend dat de bloedstolling helpt. Het totale bloedverlies is meestal beperkt en een transfusie is zelden aangewezen. Vaak wordt er echter wel een ijzersupplement gegeven om het lichaam te helpen sneller het verloren bloed terug aan te maken. Het voor de operatie laten afnemen van het eigen bloed wordt in België niet meer toegepast gezien de zeer grote veiligheid van de beschikbare bloedproducten en de alleszins zeer geringe kans op een transfusie.
21. Hoe zal mijn knie of heup aanvoelen na de operatie? Vooral na een knieprothese is het normaal dat de huid aan de zijkant van de knie wat verdoofd aanvoelt. Dit zal progressief verbeteren over verloop van enige maanden en zal in de meeste gevallen volledig verdwijnen na ongeveer een jaar. Na een knieprothese is knielen meestal moeilijk gedurende een jaar. We raden aan in het begin een kussen te gebruiken tot het litteken minder gevoelig wordt. Zowel na een knie- als een heupprothese kunt u een klikkend gevoel hebben ten gevolge van het contact tussen de kunstmatige gewrichtsoppervlakken. Dit is volledig normaal in het begin en verbetert meestal na een paar maanden.
10 VRAGEN-ANTWOORDEN
11
TOTALE KNIEPROTHESE
TOTALE KNIEPROTHESE
22. Hoe vaak moet ik op controle komen na de operatie? De eerste raadpleging wordt gepland ongeveer zes weken na de operatie. De afspraken en de aanvraagbon voor een radiografie worden meegegeven bij ontslag. U hebt een afspraak op de dienst radiologie 30 min. voor de afspraak bij de chirurg. Daar maakt men een radiografie van het geopereerd gewricht. Daarna wordt u gezien door de orthopedisch chirurg. Ongeveer drie maanden na de operatie wordt een tweede raadpleging voorzien, de orthopedisch chirurg beslist bij de eerste controle of een nieuwe radiografie aangewezen is. De derde raadpleging gebeurt meestal één jaar na de operatie. Hier wordt steeds een controle radiografie voorzien. U moet al uw radiografische opnamen bijhouden en meebrengen op de raadpleging zodat de chirurg de opnamen kan vergelijken. Nadien is een jaarlijkse of tweejaarlijkse radiografische controle aangewezen. Verwikkelingen met prothesen kunnen zich op ieder ogenblik voordoen. Het is daarom noodzakelijk uw chirurg te raadplegen zodra u een verandering opmerkt aan uw kunstgewricht.
Raadpleging Orthopedie 02-614 37 20
23. Hoelang gaat een normale knie- of heupprothese mee?
De overleving van de implantaten hangt af van verschillende factoren: • De leeftijd • Het gewicht • De sport- of beroepsactiviteit • De gezondheid • Kwaliteit van de omgevende spieren en de kwaliteit van het bot. Bij 90 tot 95 % van de patiënten, de duurzaamheid van de prothese is ongeveer.
24. Waarom falen knie- en heupprothesen? De belangrijkste reden waarom knie- en heupprothesen falen is het loskomen van de implantaten ten opzichte van het bot. Het is belangrijk te weten dat orthopedische implantaten ook onderhevig zijn aan slijtage wat aanleiding kan geven tot een lokale ontstekingsreactie en tot mechanisch falen en loslating. Het is uiteraard belangrijk de aanwijzingen van uw orthopedisch chirurg op te volgen, maar er is geen garantie dat uw specifiek implantaat een bepaalde periode zal meegaan. Losgekomen componenten kunnen meestal vervangen worden door nieuwe. Voor andere mogelijke verwikkelingen verwijzen we naar de andere brochures.
25. Veroorzaakt een prothese problemen in de luchthaven met de metaal detector? Wanneer u bij de veiligheidscontrole op een luchthaven door een detectiepoort moet lopen zal de detector wellicht reageren op het metaal in uw prothese. Het vervelende van een metaaldetector, is dat hij onmogelijk het onderscheid kan maken tussen een wapen en een heupof knieprothese. Iedere prothese, die het alarm kan doen afgaan, wordt best op voorhand gemeld zodat de veiligheidsbeambte een manuele fouillering kan uitvoeren. Draag kleren die gemakkelijk toelaten het litteken te laten zien. Een medisch verslag die uw prothese vermeldt, is niet nodig gezien dit gemakkelijk kan vervalst worden.
COMPETENTIE DOELTREFFENDHEID gepersonaliseerde BEGELEIDING COMFORT DAT IS ons doel
Site St-Elisabeth
Site St-Michel
De Frélaan, 206 - 1180 Brussel Tel.: 02-614 20 00
Linthoutstraat, 150 - 1040 Brussel Tel.: 02-614 30 00
Spoedgevallen 24u/24 Tel.: 02-614 29 00
Spoedgevallen 24u/24 Tel.: 02-614 39 00
tst
rB ra ff
or nnie Bâto
Er is een betaalparking onder de kliniek, in de Charles Degrouxstraat Lijnen 23, 24, 25, 81 en 83 Lijnen 1 of 5 Lijnen 20, 22, 27, 28, 61 en 80 NMBS-station Merode
www.europaziekenhuizen.be
Site St-Elisabeth
Site St-Michel
De Frélaan 206 - 1180 Brussel Tel.: 02-614 20 00
Linthoutstraat 150 - 1040 Brussel Tel.: 02-614 30 00
Spoedgevallen 24 u/24 Tel.: 02-614 29 00
Spoedgevallen 24 u/24 Tel.: 02-614 39 00
Verantwoordelijke uitgever: vzw Europa Ziekenhuizen, De Frélaan 206 – 1180 Brussel © 2012: Alle rechten van vertaling overname en reproductie, zelf gedeeltelijk, zijn voorbehouden. Is ook verkrijgbaar in het Frans.
at ra rd
ra
Gé
Betaalparking onder het ziekenhuis, in de De Frélaan Lijnen 38, 41, 136, 137, 365 en W
t
n
sveld ejager Groen
raa rst
st
at
an
rla
Ijse
ë Gali
STATION MERODE
SITE ST-mIcHEL Auto: Tram: metro: Bus: Trein:
Ter v uere nlaa eren n laan
at
Ter v u
B
tra
Me lke rij la
laan
e lk
e rij
Go be rt la né Re
M
t
tra ts on
rew ach tlaa n
aa tr
MERODE an
rla
Ijse
SITE ST-ELISABETH Auto: Bus:
t
e
em ltr
Ste r
s es gr
rd
a
Ingang spoed
Ou
laa delle Dies
Hamoirlaan
traa
Ju b e l ga
Square Burlet
nss
n To
Gé ra rd s
bl ijfl aa
n
t on
rem ult
les
ar
Ch
at
ra
st
ux
ro
g De
la a n at
les ar Ch
at tra xs ou gr De
apie
Lin
d'O Panor
pleinlaan os tra
aat esstr
laan ette J u li
at
am a
ACCES
om A stron
es er he
eg aelw oond
n
s nt
B
elaa Ptolémé
g enwe oseste Waterlo
Ingang spoed
n rélaa De F
Hoofdingang Nr206
LA CAMBREBOS
Bospleinlaan
n rélaa De F
an ala rid Flo
at
ra
tst
ou
th
Lin
Men
tra thouts
rue
Di an ala an
Hoofdingang Nr150
La
at ra st eld ev ng La
Langeveldstraat
an
n aa al an Di
eg
an g nwe tee ses loo ter Wa
el dw
laan
sv
a Florid
Moscickilaan
Bo
r Ve
n tlaa nar Jon er t Alb
oo n Sch