DIENST ORTHOPEDIE-TRAUMATOLOGIE Dr. Dauwe D. - Dr. De Gendt F.- Dr. Schoellner C. DIENST FYSISCHE GENEESKUNDE EN REVALIDATIE ST. REMBERTZIEKENHUIS TORHOUT
OEFENBOEKJE TOTALE KNIEPROTHESE
Tel. secretariaat orthopedie-traumatologie: Tel. secretariaat fysische geneeskunde en revalidatie:
050/232476 050/232541 Pag.1
INLEIDING In dit oefenboekje vindt u tips en oefeningen nadat bij u een totale knieprothese werd geplaatst. Het spreekt voor zich dat dit een algemeen oefenschema is én dat er voor elk individuele aanpassingen zullen gebeuren. Het is de bedoeling dat we samen werken aan een vlotte revalidatie. De orthopedisch chirurg, de kinesitherapeut, de ergotherapeut, de verpleegkundigen, de sociale dienst, enz., blijven ter beschikking voor al uw vragen en opmerkingen. Enkel met uw hulp kunnen we onze opvang en begeleiding nog aanpassen en verfijnen. Veel succes! Het medisch en paramedisch team.
Pag.2
NA DE OPERATIE U zal zien dat er verschillende leidingen en slangetjes zijn aangesloten: het infuus, een wonddrain (om overtollig bloed en vocht af te voeren), een pijnpompje (via een slangetje in de rug wordt de pijn geblokkeerd) en een urinesonde. Het been is gespalkt met een gipsgoot om de zwelling te beperken. Vanaf nu is het heel belangrijk om het been omhoog te leggen en regelmatig koude toe te passen op de knie. Dit gebeurt door middel van ijspakkingen. De verpleging zal deze meerdere malen per dag aanbrengen. Dit heeft als doel de zwelling én de pijn te verminderen. Aarzel niet om tussendoor, indien nodig, extra ijspakkingen te vragen. Pijn wordt ook verholpen via de pijnpomp of door middel van bijkomende pijnstillers.
Pag.3
VERLOOP VAN UW HOSPITALISATIE DAG 1 U verblijft op de afdeling intensieve zorgen of op de verpleegafdeling. De verzorging gebeurt in bed. De wonde wordt verzorgd. Op regelmatige tijdstippen worden ijspakkingen aangebracht. Vandaag komen voor de eerste maal de kinesist(e) en ergotherapeut(e) langs. De behandeling door de kinesitherapeut is gericht op het vergroten van de beweeglijkheid van uw knie en het versterken van de spieren rond het kniegewricht. Hij(zij) zal de eerste voorzichtige oefeningen op bed uitvoeren. Tevens zal hij(zij) een aantal doe-het-zelf tips en oefeningen aanleren. - voorste dijspier opspannen (zie ook pag. 14 oef. 3) - voetoefeningen (zie ook pag. 14 oef. 1) - hiel in bed drukken De ergotherapeut komt langs met het oefenboekje en met de nodige uitleg om u zo snel mogelijk weer zelfstandig te laten functioneren (dat wil zeggen lopen, wassen, aankleden en dergelijke). Hiervoor is een goede revalidatie noodzakelijk en is het belangrijk steeds de instructies van de kinesitherapeut en ergotherapeut op te volgen! Tevens wordt voor de eerste maal het CPM (continue passieve mobilisatie)-toestel geplaatst. Daarop wordt uw been geplaatst. Progressief wordt er een strek-buigbeweging van de knie uitgevoerd. De grootte van de bewegingshoek wordt aangepast volgens uw mogelijkheden en progressief opgedreven. De afstandsbediening laat u toe om zelf het oefenritme mee te bepalen.
CPM -toestel
Pag.4
DAG 2 Samen met de verpleegkundige mag u voor de eerste maal uit bed en een tijdje opzitten. Tijdens het opzitten mag u gerust proberen de voet op de grond te plaatsen en een voor-achterwaartse glijbeweging uit te voeren met de voet over de grond.(zie pag. 16 oefening nr. 8b). Samen met de ergotherapeuten wordt voor de eerste maal stand naast het bed aangeleerd. Op dat ogenblik wordt de hoogte van uw krukken (of loopkader) aangepast. Tenzij anders meegedeeld mag u volledig steunen op het been. Indien dit voor u nog te moeilijk is, geen nood, ‘s anderendaags proberen we opnieuw. Ook vandaag komt de kinesitherapeut langs voor de oefentherapie op kamer. Tevens proberen we op het CPM-toestel verder de knie te buigen. DAG 3 De oefeningen met de kinesist(e) worden verder uitgebreid. Samen met de ergotherapeut worden de eerste stappen gezet met de krukken of loopkader.
Pag.5
DAG 4 tot 8 Als alles meezit, mag u in de oefenzaal komen oefenen. U wordt er heen begeleid, bij voorkeur te voet met krukken of met de rolwagen. Met de kinesitherapeut worden tevens spierversterkende en versoepelende oefeningen uitgevoerd. Door de ergotherapeut(e) wordt vooral de nadruk gelegd op het zo zelfstandig mogelijk functioneren: de verplaatsingen in en uit bed, van zit naar stand en terug, vlot stappen met krukken enz. In de namiddag kan er gebruik gemaakt worden van de kinezaal op de afdeling. Daar kan u de aangeleerde oefeningen nog eens extra inoefenen. Vraag een familielid of kennis om u te begeleiden tijdens het stappen. Het verder oefenen met het CPM-toestel blijft belangrijk om de knie zo goed mogelijk te plooien. DAG 9 tot 12 De dag van uw ontslag uit het ziekenhuis komt in zicht. Het is belangrijk dat er een aantal praktische zaken worden aangeleerd. De ergotherapeut(e) leert u op een veilige manier traplopen.(pag. 20, oef. 18) De oefeningen worden verder onder begeleiding van uw kinesist(e) uitgevoerd, doch uw eigen inzet zal het resultaat nog verbeteren. ONTSLAG Eenmaal thuis wordt de anti-flebitismedicatie verder toegediend onder toezicht van de huisarts. De revalidatie kan verder in het ziekenhuis (spreek hierover met uw ziekenhuiskinesitherapeut) of thuis worden gegeven. Na een 2-tal weken mogen de hechtingen worden verwijderd door de huisarts. Tevens wordt een volgende afspraak gemaakt bij de orthopedisch chirurg.
Pag.6
AANDACHTSPUNTEN NA ONTSLAG
- leg op geregelde tijdstippen ijspakkingen op de wonde - oefen regelmatig thuis het stappen door meerdere malen kortere afstanden te doen - eenmaal de knie voldoende kan plooien, mag u op de hometrainer fietsen JUISTE HOUDINGEN EN BEWEGINGEN Deze instructies worden door de ergotherapeut(e) en kinesitherapeut(e) herhaald, zodat u ze niet vergeet! •
Zitten ü De ideale stoel of zetel is een model met harde zitting, hoge rugsteun en eventueel armsteunen. Zorg dat u met beide voeten op de grond kunt steunen. ü Neem een correcte zithouding aan! Steun met uw rug tegen de rugleuning en verdeel goed de druk over het zitvlak.
•
Staan ü Verdeel het gewicht gelijkmatig over beide benen en spreid de voeten. Vermijd lang rechtstaan, ga af en toe zitten! Gebruik ook steeds krukken als u rechtstaat. ü FOUT : steunen op 1 been. Hierdoor wordt het kniegewricht van het gestrekte been overbelast.
•
•
Liggen ü U mag in rug-, zij– of buiklig slapen, zoek voor uzelf de meest comfortabele houding. ü FOUT : in ruglig een kussen onder de knie plaatsen Stappen ü Als u zich wilt omdraaien, draai dan benen en bekken samen en verplaats uw voeten. ü FOUT : u plots omdraaien door enkel het hoofd en de romp te draaien. Pag.7
•
Voorwerpen oprapen ü Steun met de hand op een tafel, stoel,… en steun volledig op het niet-geopereerde been. Buig naar voor en breng tegelijkertijd het geopereerde been naar achter. STEUN ALTIJD OP EEN TAFEL, AANRECHT, STOEL,…!
Pag.8
ACTIVITEITEN VAN HET DAGELIJKSE LEVEN •
In en uit bed o Uit bed komen: schuif op naar de rand van het bed. o Ga rechtop zitten in bed door op beide handen te steunen. o Breng beide benen uit bed door het geopereerde been te onderteunen met de voet van het andere been OPMERKING : - een stoel naast het bed is een handige tussenstop - zorg dat er vaste schoenen klaar staan naast het bed - vermijd dat het vloermatje naast het bed kan wegglijden bij het rechtkomen; haal het weg of zorg ervoor dat dit voorzien is van een anti-slip o In bed gaan: in omgekeerde volgorde.
•
Neerzitten en rechtstaan o stoel met armleuningen ? Stap bij het neerzitten achteruit tot u met de knieholte de stoel voelt. ? Plaats het geopereerde been naar voor en neem ondertussen steun op de armleuningen van de stoel. ? Bij het rechtstaan duwt u zich met beide handen op aan de armleuningen terwijl u het geopereerde been naar voor plaatst. o
•
stoel zonder armleuningen ? Ga schuin voor de stoel gaan staan zodat de voorpoot zich tussen de benen bevindt. ? Neem steun aan de rugleuning van de stoel. ? Plaats het geopereerde been naar voor.
Naar toilet gaan Een hoog toilet maakt het gaan zitten op het toilet gemakkelijker. Men kan gebruik maken van een toiletverhoger. Ook kan men gebruik maken van steunbaren om het rechtstaan te vergemakkelijken.
Pag.9
•
Kleden / wassen o algemeen • Ga zitten tijdens het kleden en wassen. • Steek eerst het geopereerde been in het kledingsstuk. • Indien nodig gebruik de hulpmiddelen (zoals een lange schoenlepel, een verlengde-arm klem, instapschoenen,…) die worden aangeboden o Douchen / baden • In de beginfase is het aan te raden een douche te nemen in plaats van een bad. • Zorg voor een anti-slipmat in en buiten de douche. • Eventueel kan er gebruik gemaakt worden van een douchestoel om lang rechtstaan te vermijden.
•
•
Huishouden o Na de operatie is het beter dat u zoveel mogelijk zittend doet. Voor karweitjes in de keuken is het handig om een krukje bij de hand te hebben zodat u zittend uw groenten kunt schoonmaken en dergelijke. In- en uit de auto stappen o Ga met de rug naar de auto toe staan. o Hou de autodeur of de rugleuning en het dashboard vast. o Ga neerzitten en til één voor één de benen in de auto o Als men een plastic zak op de zitting legt, kan men gemakkelijker draaien o Zet de stoel in goede stand, een stevig kussen op de autostoel kan het in– en uitstappen vergemakkelijken.
Sporten o Fietsen ? Volg de raad van uw kinesitherapeut(e): Buiten fietsen mag als u voldoende kunt stappen en als u zich voldoende zeker voelt in het verkeer. ? Mannen kunnen best een damesfiets met lage instap gebruiken. Pag.10
o Zwemmen mag als de wonde geheeld is. o Wandelen is een goede oefening. Trek wel goede schoenen aan en zorg dat u niet valt (pas op voor oneffenheden).
Pag.11
HULPMIDDELEN Een douchestoeltje is handig en er is minder gevaar voor uitglijden tijdens het douchen. Handvatten t.h.v. het toilet of bad zijn handig om zich op te kunnen trekken of te laten zakken. Een hoog bed zorgt er voor dat u niet te diep gaat. Drempels en losse vloerkleedjes in huis zijn vaak hindernissen waar u gemakkelijk over kan struikelen. Haal ze dus weg!
Pag.12
COMPLICATIES Infectie Ontsteking van de operatiewonde kan het gevolg zijn van irritatie door de bloeduitstorting die altijd optreedt. Men spreekt van infectie als de ontsteking veroorzaakt wordt door bacteriën. Als er een infectie van de prothese optreedt, kan dit leiden tot loslating van de prothese. Men onderscheidt vroege en late infecties. Vroege infectie ontstaat kort na de operatie. Kenmerken hiervan zijn: plaatselijke roodheid, zwelling en pijn. Uit de operatiewonde kan (opnieuw) wondvocht of etter lekken. Meestal lukt het in dit stadium de infectie te genezen met antibiotica per infuus. Late infectie komt soms pas na maanden of jaren voor het eerst aan het licht. Kenmerk hiervan is voornamelijk pijn in het kniegebied bij het in beweging komen en bij het lopen. Vroeg of laat: een infectie is een zeer ernstige complicatie. Het kan zelfs aanleiding zijn om de prothese te verwijderen zonder dat een nieuwe kan worden geplaatst. De infectie dient eerst volledig te zijn genezen. Hiervoor zijn vaak diverse operaties nodig. Trombose Bij trombose ontstaat er een ongewenst stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is hierbij pijnlijk, zwelt op en wordt licht rood en glanzend. Het is mogelijk dat trombose ontstaat ondanks antistollings-medicatie! Bij verdenking op trombose neemt u best contact op met uw huisarts.
Pag.13
REVALIDATIE
De onderstaande oefeningen kunt u zelf uitvoeren na instructie van de kinesitherapeut. Hoe vaak en hoe lang u oefent, spreekt u af met de kinesitherapeut. In het algemeen is meerdere keren kort oefenen beter dan enkele malen lang. Oefeningen in bed 1. Beweeg uw tenen en voeten op en neer (ter voorkoming van bloedklontervorming).
2. Beweeg het been met gestrekte knie zijwaarts. Laat het been niet naar links of rechts draaien.
3. Halfzit op stevige onderlaag, kussen onder knie. Til de voet op van de onderlaag én duw tegelijk de knie in het kussen. Probeer de knie maximaal te strekken én de voet tegelijk op te trekken.
4. Strek in een eerste tijd maximaal de knie door de knieschijf op te trekken én de voet op te trekken. Hef het been gestrekt een beetje van de onderlaag. (moeilijke oefening).
Pag.14
5. Indien u moeilijkheden hebt om de knie volledig te strekken, is deze oefening heel belangrijk. Plaats een rolletje (handdoek) onder de hiel. Strek de knie maximaal en probeer deze houding aan te houden. Laat uw been niet links of rechts draaien. Eventueel kan een gewichtje op of net boven de knie worden gelegd om de strekking van de knie te vergroten.
6. Beweeg uw knie naar uw schouder toe. De hiel blijft contact houden met de matras. Let op dat enkel, knie en heup in een rechte lijn blijven. U begint met de knie van het niet geopereerde been; daarna voert u de oefening een aantal keren uit met het geopereerde been.
Het is belangrijk dat ‘s nachts de geopereerde knie zo gestrekt mogelijk ligt. Hierdoor blijven de spieren aan de achterzijde van het kniegewricht op lengte. Als het mogelijk is, herhaalt u dit tijdens de middagrust.
Pag.15
Oefeningen in zit 7. Til de knie van uw geopereerde been richting neus. Probeer dit op eigen kracht te doen. Lukt het niet, dan mag u met uw handen enigszins helpen.
8a. Strek uw knie van het geopereerde been helemaal, maar laat uw bovenbeen op de zitting van de stoel rusten. Trek de tenen hierbij naar u toe. Blijf deze positie 3 tellen houden. Laat dan langzaam de voet opnieuw zakken op de grond.
8b. Buig de knie zo ver u kunt. Eventueel kan u wat meeduwen met de voet van het nietgeopereerde been. (tip: plaats een handdoek of stuk plastiek onder de voet)
Pag.16
Oefeningen in stand Bij deze oefeningen staat u en gebruikt u een bed, tafel of stoel als steun. 9. Sta voor het sportraam en plaats de voet op de onderste sport. Neem steun met de handen. Beweeg het bekken naar voor, zodat de knie en heup verder buigt. Later kan u uw voet op een hogere sport plaatsen. 10. Sta voor het sportraam, sta op niet-geopereerde been, beweeg het geopereerde been zijwaarts, met de knie volledig gestrekt.
11. Sta voor het sportraam en neem steun met de handen. Buig de knie van het geopereerde been door de hiel naar het zitvlak te tillen. Blijf goed rechtop staan.
12. Sta voor een trap of een trede. Neem steun met de handen (vb. de leuning). Plaats de voet van de geopereerde zijde op de trede en terug. Doe dit, indien mogelijk, op een hogere trede. Pag.17
13 a. Til de knie van het geopereerde been omhoog. Buig de knie zoveel mogelijk. Let op uw houding: blijf met uw rug zo recht mogelijk en buig niet achterover.
13 b. Sta voor het sportraam en plaats de voet op de onderste sport. Neem steun met de hand (en). Strek de knie maximaal. Later kan u uw voet op een hogere sport plaatsen.
14. Beweeg het geopereerde been met een gestrekte knie naar achter. Let op dat u goed rechtop staat (buig niet voorover).
Pag.18
Opbouw van het looppatroon 15. Stappen met een looprek. - Zet eerst uw loopkader naar voren; - plaats vervolgens het geopereerde been naar voren; - zet daarna uw niet geopereerde been ernaast. 16. Stappen met krukken Als u goed stapt met het loopkader, gaat u stappen met behulp van twee elleboogkrukken. - Zet de elleboogkrukken gelijktijdig naar voren; - plaats vervolgens het geopereerde been precies tussen de twee krukken; - zet als laatste uw niet geopereerde been voorbij het andere. 17. Stappen met één kruk of met een wandelstok Als u goed stapt met met twee elleboogkrukken, gaat u één kruk of een wandelstok gebruiken. - Neem de kruk of wandelstok in de hand aan de niet geopereerde kant van uw lichaam. Dus houd de kruk of de stok vast met uw linker hand als u aan de rechter knie geopereerd bent en andersom. Steun op de kruk of de stok op het moment dat u op het geopereerde been gaat staan.
Pag.19
Trap lopen 18. Met welke hand u de leuning of de stok vast houdt, maakt niet uit.
Trap op Plaats eerst het niet-geopereerde been omhoog, de kruk of stok en het andere been volgen.
Trap af Plaats eerst de kruk of stok, dan het geopereerde been, het andere been volgt.
Pag.20
LEVEN MET EEN KNIEPROTHESE Wat u van de nieuwe knie kunt verwachten is van veel persoonlijke factoren afhankelijk. Een normaal kniegewricht kan niemand u meer teruggeven. Het is een kniegewricht met mechanische beperkingen; als bepaalde bewegingen niet verder kunnen, dan is dit ook zo! Forceer niets en overleg eventueel met uw orthopedisch chirurg! Ook zullen de beperkingen van een kunstknie u door de kinesitherapeut in het ziekenhuis worden uitgelegd. In verband met beschadigingen wordt het afgeraden de knieprothese in het werk en sport zwaar te belasten. Uw orthopedisch chirurg kan u hier weliswaar over adviseren, maar voorzichtigheid blijft echter altijd geboden!
© 2006 AZ Sint-Rembert Auteur : P. Vermandere
Pag.21
NOTEER HIER UW VRAGEN
Pag.22
Pag.23