Topklas voor topleerlingen! Opzet en voorwaarden voor de Zwijndrechtse kopklas
Auteurs: Ejanne Lijftogt (CED-Groep) Mike Mastwijk (obs De Dolfijn) Met medewerking van: Paul Schijff (Walburg College) Els van der Veer (CED-Groep)
Inhoudsopgave Inleiding
3
1. Achtergrond Topklas Zwijndrecht
5
2. Wettelijke kaders schakelklassen
6
3. Doelstellingen Topklas
6
3.1 Doel
6
3.2 Doelgroep
6
4. Kritische succesfactoren
7
5. Instroomprocedure
8
6. Topklasprogramma
9
6.1 Taal
9
6.2 Op maat
10
6.3 Uitstroomperspectieven
10
7. Randvoorwaarden
10
8. Planning en fasering
11
9. Evaluatie
12
10. Tot slot
13
pagina 2 - versie november 2006
Inleiding Anderhalf miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen en schrijven1. Deze laaggeletterdheid kan zorgen voor maatschappelijke uitsluiting, op meerdere gebieden. Uitsluiting op economisch vlak: laaggeletterde volwassenen hebben minder kans op werk dan anderen. Uitsluiting op sociaal vlak: laaggeletterden nemen veel minder deel aan activiteiten in buurten, op scholen of andere groepen. Daarnaast ook op politiek en cultureel vlak. Laaggeletterdheid begint al op jonge leeftijd. Kinderen uit taalarme gezinnen beginnen op school vaak al met een taalachterstand, die ze gedurende het vervolg van hun schoolloopbaan niet meer inlopen. Het Aanvalsplan Laaggeletterdheid geeft aan dat ongeveer een vijfde van de brugklasleerlingen onvoldoende in staat blijkt om schoolteksten met begrip te lezen. Bovendien beschikt veertien procent van de brugklasleerlingen over onvoldoende woordkennis. Dit is veel. De hoogste tijd dus voor effectieve maatregelen. Scholen hebben hierin een belangrijke taak te vervullen. Zij kunnen en moeten een actieve bijdrage leveren aan het terugdringen van laaggeletterdheid. Door actief in te zetten op voor- en vroegschoolse educatie, het opzetten van taalbeleid en deskundigheidsbevordering van leraren. Voor de groep leerlingen met een flinke taalachterstand én een hoge intelligentie kunnen schakelklassen opgezet worden. Het lukt namelijk niet altijd om de taalachterstand die sommige leerlingen al op jonge leeftijd oplopen in acht jaar basisonderwijs weg te werken. Het gevolg van de taalachterstand is dat deze leerlingen in het voortgezet onderwijs op een lager niveau uitkomen dan op basis van hun intelligentie verwacht zou mogen worden. Soms verlaten leerlingen hierdoor zelfs de school zonder diploma. Dit terwijl ze wel de capaciteiten hebben, maar louter de Nederlandse taal een struikelblok vormt. In schakelklassen wordt het gewone curriculum aangeboden met zeer veel extra aandacht voor taal. Voor elke groep binnen het basisonderwijs kan een schakelklas gevormd worden. Meestal betekent dit dat leerlingen een extra jaar onderwijs op de basisschool krijgen. Een bijzondere vorm van schakelklassen zijn de zogenaamde kop- of voetklassen. Deze klassen vormen een schakel tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. In één jaar worden kinderen met een taalachterstand zodanig bijgespijkerd dat ze een betere start hebben in een hogere vorm van voortgezet onderwijs. Daarnaast biedt dit hen meer kans op het succesvol afronden van hun opleiding. Ook in de gemeente Zwijndrecht zijn er basisschoolleerlingen die door een achterstand in het Nederlands niet doorstromen naar het schoolniveau dat ze op grond van hun capaciteiten zouden kunnen halen. Voor deze leerlingen is de Topklas opgezet, een schakelklas tussen de basisschool en de school voor voortgezet onderwijs. Deze Topklas gaat met ingang van schooljaar 2007-2008 van start. Schooljaar 2006-2007 wordt gebruikt om de Topklas vorm te geven. Openbare 1
Van A tot Z betrokken: aanvalsplan laaggeletterdheid 2006-2010. 3
basisschool De Dolfijn, het Walburg College en de CED-Groep werken gezamenlijk aan de opzet en uitvoering van de Topklas. De gemeente Zwijndrecht voorziet in de benodigde financiën voor het project. In dit beleidsplan worden de opzet en voorwaarden voor de Topklas in Zwijndrecht op een rij gezet. In hoofdstuk een eerst een schets van de achtergrond van de Topklas. Hoofdstuk twee gaat in op de wettelijke kaders van schakelklassen. In het derde hoofdstuk meer informatie over het doel en de doelgroep van de Topklas. In hoofdstuk vier worden de kritische succesfactoren uiteengezet. De instroomprocedure en het programma van de Topklas zijn beschreven in respectievelijk de hoofdstukken vijf en zes. In hoofdstuk zeven staan belangrijke randvoorwaarden genoemd. In de hoofdstukken acht en negen volgen tot slot de planning en fasering en de evaluatie van het Topklasproject in Zwijndrecht.
pagina 4 - versie november 2006
1. Achtergrond Topklas Zwijndrecht Ook op basisscholen in Zwijndrecht loopt men aan tegen het feit dat er een aantal leerlingen is, met een hoge intelligentie, die op basis van behaalde resultaten worden verwezen naar een te lage vorm van voortgezet onderwijs. De oorzaak van deze te lage verwijzing voor deze leerlingen komt voort uit een aanzienlijke taalachterstand die tijdens de reguliere basisschooltijd niet voldoende kan worden weggewerkt. Hierdoor kunnen deze leerlingen niet die prestaties behalen die bij hun intelligentie past, met vaak als gevolg een verwijzing naar vmbo-bk. In 2004 is daarom, geïnspireerd door de startende landelijke pilots voor schakelklassen, in Zwijndrecht het plan ontstaan om voor deze leerlingen een schakelklas op te zetten. Openbare basisschool De Dolfijn was initiatiefnemer van dit plan daar er op die school in de loop der jaren, als gevolg van de leerlingpopulatie, veel expertise is opgebouwd op het gebied van leerlingen met een taalachterstand. De school heeft tevens de mogelijkheid om de schakelklas te huisvesten binnen het gebouw aan de Laurensvliet. Het plan voor een schakelklas is binnen de regiegroep2 in Zwijndrecht uitvoerig besproken. Er is gekeken naar verschillende mogelijkheden voor schakelklassen: tussen groep 2 en 3 , tussen 5 en 6, of na groep 8. Uiteindelijk is besloten om een zogenaamde kopklas op te zetten, dus een schakelklas na groep 8, en deze Topklas te noemen. De gemeente Zwijndrecht heeft daarna binnen het totale basisonderwijs in Zwijndrecht geïnventariseerd of er wel behoefte is aan de Topklas. Het bleek dat er bij de verschillende denominaties leerlingen zaten die volgens de groepsleerkrachten in aanmerking zouden komen voor een dergelijke klas. Vervolgens zijn de criteria bepaald waaraan de Topklas moet voldoen. Deze criteria zijn als volgt: − 1 jaar lang ongeveer 300 uur extra taalonderwijs middels een speciaal taalcurriculum3. − Goede aansluiting bij de belevingswereld van de leeftijdsgroep. − Naast het extra taalprogramma ook een, weliswaar aangepast, lesprogramma volgen van het eerste jaar op het voortgezet onderwijs (op mavo-niveau). − Goede doorstroming naar een hogere vorm van voortgezet onderwijs realiseren (mavo, havo en vwo). Het streven is zelfs doorstroming naar het tweede leerjaar. − De Topklas moet voor leerlingen van alle denominaties binnen Zwijndrecht toegankelijk zijn (wellicht zelfs regionaal). − De groep mag niet groter zijn dan 12 leerlingen. − De lessen worden door een speciaal voor dit project geworven leerkracht gegeven. − Leerlingen worden regelmatig getoetst op taalontwikkeling en dit wordt in een leerlingvolgsysteem bijgehouden. 2
Overlegorgaan met vertegenwoordigers van openbaar onderwijs po, bijzonder onderwijs po,
openbaar onderwijs vo, bijzonder onderwijs vo, speciaal onderwijs, welzijnsorganisatie SALZA en gemeente Zwijndrecht. Opgeheven met ingang van schooljaar 2006-2007. 3
De omvang van 300 uur is gebaseerd op eerdere wetsvoorstellen. De voorwaarden die
uiteindelijk van toepassing zijn op het wettelijk kader voor schakelklassen staan vermeld in hoofdstuk twee. 5
− Veel overleg tussen betrokkenen Topklas, voortgezet onderwijs en ouders over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de leerlingen, motivatie en lesprogramma. Obs De Dolfijn heeft na goedkeuring van het plan door het besturenoverleg en de gemeenteraad gezocht naar een partner in het voortgezet onderwijs. Deze partner werd gevonden in het Walburg College Zwijndrecht (onderdeel van Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden, OZHW).
2. Wettelijke kaders schakelklassen Schakelklassen worden bekostigd uit een specifieke uitkering die aan gemeentes wordt toegekend voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. De hoogte van de uitkering wordt vastgesteld op basis van de (school)gewichtenregeling. Hierop zijn de volgende voorwaarden van toepassing4: a. indien het onderwijs in de schakelklas plaatsvindt in combinatie met onderwijs in de reguliere groep, als bedoeld in artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs, bedraagt het aantal uren onderwijs dat in de schakelklas wordt gegeven minimaal 8 uren per week. b. indien het onderwijs in de schakelklas plaatsvindt na de reguliere schooltijd, bedoeld in artikel 166a van de Wet op het primair onderwijs, bedraagt het aantal uren onderwijs dat in de schakelklas wordt gegeven minimaal 100 uren per schooljaar. De Topklas in Zwijndrecht voldoet aan voorwaarde (a).
3. Doelstellingen Topklas 3.1 Doel Het doel van de Topklas in Zwijndrecht is de kansen voor geselecteerde leerlingen te vergroten, zodat ze kunnen instromen in bij voorkeur het tweede leerjaar van een type voortgezet onderwijs dat in overeenstemming is met hun capaciteiten. De doelstelling van de Topklas in Zwijndrecht wijkt in die zin af van de doelstelling van de meeste andere kopklassen doordat het nadrukkelijk de bedoeling is dat leerlingen na de Topklas in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs instromen en zo geen extra jaar toevoegen aan hun schoolloopbaan.
3.2 Doelgroep De Topklas wordt ingericht om leerlingen toe te leiden naar mavo (vmbo theoretische leerweg), havo of vwo. Daarbij gelden de volgende selectiecriteria: a. De leerling heeft aantoonbare capaciteiten voor minimaal mavo. b. Toetsscores van de leerling zijn onvoldoende om tot dit schooltype toegelaten te worden. c. De tegenvallende toetsscores worden veroorzaakt door een te laag niveau van beheersing van het Nederlands. d. De leerling heeft geen achterstand op het gebied van rekenen. 4
uit Staatsblad 2006, 451. Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006–2010. pagina 6 - versie november 2006
e.
Op het moment van starten in de Topklas mag de leerling niet ouder zijn dan 13 jaar. f. De leerling vertoont geen gedragsproblemen. g. De leerkracht van groep 8 geeft een positief advies. h. De leerling is gemotiveerd. i. De ouders van de leerling zijn gemotiveerd en tonen ondersteunend gedrag richting leerling en school. Voor de volledigheid: leerlingen die worden geselecteerd voor de Topklas kunnen van allochtone en autochtone herkomst zijn en kunnen tevens van andere basisscholen komen. Deze punten zijn dus geen selectiecriteria voor de Topklas.
4. Kritische succesfactoren Voor het behalen van het hoofddoel gelden de volgende kritische succesfactoren: i). Goede intakeprocedure: door middel van toetsing (Citotoets of Drempelonderzoek) en gesprekken met leerlingen en hun ouders (zie verder hoofdstuk 5). ii). Competente Topklasleerkracht: een zorgvuldige selectie van deze leerkracht is noodzakelijk, en tevens scholing voordat de Topklas start en begeleiding als de Topklas eenmaal is gestart. iii). Ontwikkeling taalcurriculum: de taaldoelen (ook omschreven voor zaakvakken die Topklasleerlingen niet op het Walburg College volgen) die van te voren bepaald zijn, worden onderwezen en er wordt gecontroleerd of ze behaald zijn. iv). Meer tijd voor en meer afwisseling in taalactiviteiten: het curriculum van de brugklas wordt gedeeltelijk aangeboden op de basisschool met nadruk op taalactiviteiten. v). Leerling volgsysteem: de vorderingen op Nederlandse taalvaardigheid van de leerlingen in de Topklas worden door middel van een LVS in kaart gebracht. vi). Goede en blijvende afstemming PO-VO: bijvoorbeeld over roosters, vakinhoud, buitenschoolse activiteiten en gezamenlijke mentorgesprekken (met Topklasleerkracht en mentor Walburg College). vii). Ouderbetrokkenheid: de school zorgt er actief voor dat ouders van Topklasleerlingen betrokken blijven, bijvoorbeeld door ze uit te nodigen voor presentaties van leerlingen en door op regelmatige momenten in het schooljaar de motivatie en voortgang van de leerling te bespreken. viii). Voldoende financiële ondersteuning (ook na het eerste projectjaar). ix). Toename professionaliteit docenten brugklas: versterken van de interactiemogelijkheden in de lessen op het Walburg College. x). Resultaatmeting: van te voren bepalen naar welk niveau de leerlingen (minimaal) wenselijk uitstromen en bijhouden of dit behaald is. Daarnaast leerlingen ook volgen na de Topklas om vast te stellen of ze het voortgezet onderwijs doorlopen volgens het advies na de Topklas. xi). Blijvende aandacht voor PR: het voortbestaan van een schakelklas staat of valt met goede PR en communicatie.
7
5. Instroomprocedure Potentiële Topklasleerlingen worden aangemeld door de groepsleerkracht van groep 8 (in goed overleg met de ouders). Deze groepsleerkracht heeft immers een goed beeld van zijn of haar leerlingen. Dit leerkrachtoordeel over houding, gedrag en motivatie van leerlingen wordt ondersteund door het laten invullen van de SCHOBL-R voor alle potentiële Topklasleerlingen. Dit instrument kan dan gedurende het Topklasjaar indien gewenst gebruikt worden bij voortgangsevaluaties van de leerlingen. Na de aanmelding wordt eerst gekeken of de leerling voldoet aan de punten (a) tot en met (f) van de selectiecriteria uit paragraaf 3.2. Uitgangspunt is dat rekenscores goede voorspellers zijn van de potentie van leerlingen en dat potentiële Topklasleerlingen op woordenschat en begrijpend lezen (en soms ook spelling) lager scoren dan het niveau dat de rekenscore aangeeft. Voor de punten (a) tot en met (d) uit 3.2 worden de volgende scores als leidraad aangehouden: Drempelonderzoek5
Cito-eindtoets5
Het didactisch profiel van een leerling laat een sterke piek zien voor de rekenscore. Deze score moet minimaal wijzen op theoretische leerweg (boven gt). Scores voor woordenschat, begrijpend lezen en eventueel spelling geven lagere niveaus aan. Begrijpend lezen minimaal niveau bl (basis met leerwegondersteuning).
Standaardscore: minimaal 520. Deze lage score wordt enkel en alleen veroorzaakt door achterblijvende resultaten voor taal6. Onderdeel Rekenen: wijst minimaal op niveau vmbo-tl en minimaal 1 niveau hoger dan de standaardscore van de citoeindtoets aangeeft (score onderdeel Rekenen minimaal 20 percentiel hoger dan score voor onderdeel Taal).
Overigens geldt voor alle bovengenoemde scores dat aan het eind van het eerste uitvoeringsjaar van de Topklas (rond maart/april 2008) bekeken moet worden of deze gehanteerd kunnen blijven als leidraad. Indien de leerling voldoet aan de punten (a) tot en met (f) uit de selectiecriteria dan volgt een intakegesprek tussen de Topklasleerkracht, de leerling en de ouder(s) van de leerling. Tijdens dit intakegesprek wordt met name aandacht besteed aan de punten (h) en (i) van de selectiecriteria uit paragraaf 3.2. Daarnaast ook aan de verwachtingen van zowel leerling als ouders, de opvoedingssituatie en regels thuis,
5
Zowel de Cito-eindtoets als het Drempelonderzoek worden in Zwijndrecht ingezet bij
niveaubepaling voor het voortgezet onderwijs. 6
Het Walburg College hanteert normaal gesproken standaardscore 531 voor directe plaatsing in
mavobrugklas (vmbo-t). pagina 8 - versie november 2006
en contact van ouders met school tot dan toe. Als de leerling potentieel in aanmerking komt voor de Topklas, dan worden de volgende aanvullende gegevens verzameld: - onderwijskundig rapport; - uitslagen CITO-eindtoets of Drempelonderzoek; - uitslag SCHOBL-R. Op basis van bovenstaande informatie neemt de Topklascoördinator in samenspraak met de teamleider van het Walburg College uiteindelijk het besluit om een leerling al dan niet toe te laten tot de Topklas.
6. Topklasprogramma In het voorbereidingsjaar (schooljaar 2006-2007) wordt gewerkt aan de opzet van het curriculum voor de Topklas. Tijdens het eerste uitvoeringsjaar van de Topklas moet dit programma geëvalueerd worden. Ook na dat jaar zal regelmatig bekeken moeten worden of het materiaal en het curriculum nog voldoende bijdragen aan het behalen van de doelen. De leerlingen van de Topklas zijn qua ontwikkeling (meestal) geen basisschoolleerlingen meer. Ze zijn er aan toe om naar het voortgezet onderwijs door te stromen. Deze leerlingen hebben weliswaar een taalachterstand, maar geen ontwikkelingsachterstand. Nog meer dan voor andere lessen geldt dus dat de lessen die de leerlingen in de Topklas volgen uitdagend en motiverend moeten zijn. In de volgende paragrafen enkele belangrijke aandachtspunten bij het opzetten van het programma.
6.1 Taal In het curriculum staat taal centraal. De leerlingen van de Topklas volgen acht tot negen lesuren op obs De Dolfijn. Deze lesuren vinden bij voorkeur geconcentreerd op twee ochtenden plaats. De overige uren draaien ze volledig mee met een mavobrugklas op het Walburg College. De mentor van deze brugklas is ook de mentor van de Topklasleerlingen. De lessen die niet gevolgd worden in de brugklas (vooralsnog: biologie, verzorging, geschiedenis, aardrijkskunde en twee uur Nederlands) komen zoveel als mogelijk inhoudelijk aan bod tijdens de lessen op de basisschool. Voor de uren in de Topklas wordt een apart programma opgesteld. Dit programma is erop gericht de taalachterstand die leerlingen hebben zo snel mogelijk in te lopen. Dit betekent dat taalondersteuning de rode draad in de Topklaslessen vormt. Uiteraard moet er in deze lessen ook gewerkt worden aan de vakinhoud (kerndoelen) van vakken die niet op het Walburg College gevolgd worden. Door middel van interviews met vakdocenten zal bepaald worden welke kennis en vaardigheden leerlingen voor deze vakken aan het eind van het Topklasjaar moeten beheersen ten einde soepel door te kunnen stromen naar het tweede leerjaar. De taalondersteuning in de Topklas zal zich in elk geval moeten richten op de verbetering van begrijpend lezen en het vergroten van de (schooltaal)woordenschat. 9
Daarnaast moet het programma ook mogelijkheden bieden om de mondelinge en schriftelijk vaardigheden te verbeteren. Ook het leren toepassen van lees-, leerwoordenschatstrategieën, verbetering van spelling, gebruik van ict-toepassingen en verschillende activerende werkvormen moeten aan bod komen.
6.2 Op maat Bij het vaststellen van het Topklasprogramma wordt bekeken of en hoe projectonderwijs een plaats kan krijgen. Een belangrijk voordeel van de Topklas is dat de leerkracht, mede door de grootte van de groep, op maat kan werken. Elke leerling moet antwoord kunnen krijgen op taalvragen die het verwerven van de inhoud van welk vak dan ook in de weg staan. Ook moet een leerling in de Topklas kunnen oefenen met specifieke knelpunten waar hij of zij tegenaan loopt. Ook als het een ander vak betreft dan wordt gegeven in de Topklas, bijvoorbeeld wiskunde, moet de Topklasleerkracht hulp kunnen bieden waar het gaat om stagnatie door taalachterstand.
6.3 Uitstroomperspectieven Het doel van de Topklas is om de leerlingen voor te bereiden op doorstroom naar het tweede leerjaar van een niveau dat wordt aangeboden op het Walburg College (mavo, havo of vwo). Mocht een leerling om wat voor reden dan ook niet (kunnen) voldoen aan de eisen die aan hem of haar worden gesteld, dan zal de Topklascoördinator in overleg met de teamleider van het Walburg College zoeken naar een oplossing op maat voor de betreffende leerling. Dit zal vanzelfsprekend in overleg gebeuren met de Topklasleerkracht, Topklasmentor, de leerling en de ouders of verzorgers van de leerling.
7. Randvoorwaarden Naast kritische succesfactoren (hoofdstuk 4) zijn er ook randvoorwaarden te noemen die belangrijk zijn voor de Topklas. Bij de uitvoer van de Topklas moet rekening worden gehouden met het volgende: - Lokaal: de Topklasleerlingen moeten in de basisschool een eigen ruimte hebben die ze als veilige thuisbasis kunnen beschouwen. - Ict: computers met internetverbinding zijn toegankelijk voor leerlingen. Bij voorkeur in de vorm van laptops het Topklaslokaal zelf. Met computers kunnen de leerlingen namelijk ook individueel aan de slag met het inlopen van achterstanden. Met behulp van een smartboard kan de Topklasleerkracht klassikaal (ict)uitleg geven. - Materiaal: al het lesmateriaal dat in de brugklas wordt gebruikt moet aanwezig zijn in het lokaal op de basisschool. Zo kan ook de Topklasleerkracht gebruik maken van dit materiaal. - Evaluatie: de voortgang en effectiviteit van de Topklas moet ook tijdens het schooljaar regelmatig besproken worden. - Ziekte leerkracht: als de Topklasleerkracht ziek wordt, moet deze zo snel mogelijk vervangen worden. Het streven is om binnen De Dolfijn een vervanger te hebben die direct ingezet kan worden. Door goed bij te houden wat al in de lessen aan bod
pagina 10 - versie november 2006
-
is gekomen en wat nog aan bod moet komen, zorgt de Topklasleerkracht ervoor dat zijn of haar afwezigheid een zo gering mogelijke belemmering vormt voor de voortgang van de leerlingen. Deelname activiteiten: de Topklasleerlingen doen zoveel als mogelijk mee met activiteiten die op Walburg College worden georganiseerd voor brugklasleerlingen.
8. Planning en fasering Het Topklasproject heeft in elk geval een looptijd van twee jaar. Vervolgens wordt aan het eind van elk schooljaar bekeken of de Topklas in het daaropvolgende schooljaar voortgang zal vinden. Subsidie voor de uitvoer van de Topklas is in elk geval voor 4 jaar gegarandeerd, dus tot 2010. In het eerste jaar van het project, schooljaar 2006-2007, vinden de volgende activiteiten plaats: Activiteiten
Opbrengst/ gewenst
Wie
Wanneer klaar 1 december 2006
resultaat Opstellen Beleidsplan
Vaststellen wijze van
CED-Groep en
Topklas Zwijndrecht
doelen en werkwijze voor
Topklascoördinator, in
(opzet) Topklas
overleg met teamleider Walburg College
PR Topklas uitwerken
Meerdere
Topklascoördinator en
uitwerken: voor
en verspreiden
informatiebronnen voor
teamleider Walburg
kerstvakantie 2006
groepsleerkrachten groep
College
verspreiden: vanaf 1-1-
8, ouders, leerlingen en
2007
docenten Walburg College Selectie
Competente
Topklascoördinator in
Topklasleerkracht
Topklasleerkracht
overleg met teamleider
uiterlijk februari 2007
Walburg College
Samenstellen
Taalcurriculum met zowel
CED-Groep, op basis
concept: begin april 2007
curriculum voor uren
vak- als taaldoelen
van interviews en
definitief: begin juni
in Topklas (8 à 9
andere gegevens
2007
lesuren per week)
Dolfijn en Walburg College
Vaststellen in- en
Lijst met voorwaarden
CED-Groep, in overleg
Instroomprofiel: 1
uitstroomprofielen
voor instroom en lijst met
met
december 2006
Topklasleerlingen
eisen voor uitstroom.
Topklascoördinator en
Uitstroomprofiel: eind
teamleider Walburg
januari 2007
College
11
Toetsen bepalen om
toetskalender
CED-Groep, in overleg
voortgang
met
Topklasleerlingen bij
Topklascoördinator en
te houden
teamleider Walburg
begin mei 2007
College Voorlichting
Docenten weten meer over CED-Groep
1 bijeenkomst in april of
docententeam
achtergrond en behoeftes
mei 2007
Walburg College
van Topklasleerlingen
Voorbereiden
Topklasleerkracht kent het CED-Groep
Topklasleerkracht
curriculum en acht zich in
mei 2007
staat om hier mee aan de slag te gaan. Leerkracht is op de hoogte van principes Taalgericht vakonderwijs. Selectie
Tenminste 3 leerlingen die Topklascoördinator in
Topklasleerlingen
zich inschrijven voor de
overleg met teamleider
Topklas. Deze leerlingen
Walburg College
mei 2007
voldoen aan de instroomcriteria.
In het tweede schooljaar staat de implementatie van het ontwikkelde curriculum en opgestelde toetskalender centraal. Desgewenst kan de Topklasleerkracht ondersteund worden door een begeleider van de CED-Groep. Daarnaast zal in dat schooljaar ook de PR van de topklas en de selectie van de leerlingen weer een plaats moeten krijgen.
9. Evaluatie Om ervoor te zorgen dat de Topklas aansluit en blijft aansluiten bij de onderwijsbehoefte in Zwijndrecht moet het project op verschillende punten en verschillende momenten geëvalueerd worden. Elke evaluatie kan wijzigingen in de opzet, doelen of activiteiten van het project tot gevolg hebben. De Topklascoördinator neemt het initiatief voor de evaluaties en zorgt ervoor dat gewenste wijzigingen in gang worden gezet. Ieder schooljaar moet expliciet bekeken worden of de Topklas nog voldoet in een behoefte in Zwijndrecht. Vervolgens wordt aan de hand van de kritische succesfactoren zoals geformuleerd in hoofdstuk 4 bekeken welke punten verbetering behoeven. Bij PR betekent dit bijvoorbeeld dat bekeken wordt of de ondernomen activiteiten voldoende resultaat (= voldoende leerlingen) hebben gehad. Voor de intakeprocedure houdt dit in dat onderzocht moet worden of de Topklasleerlingen van dat jaar op hun plaats waren in de brugklas en of ze daadwerkelijk zijn doorgestroomd naar een hoger niveau dan het schooladvies dat ze aanvankelijk hadden gekregen.
pagina 12 - versie november 2006
10. Tot slot De uitvoerders van dit project werken met veel enthousiasme aan de opzet van een daadwerkelijke TOP-klas in Zwijndrecht. Dit is geen garantie voor succes, maar wel een goede start van een ambitieus en belangrijk project. Belangrijk voor Zwijndrecht, omdat het een verbreding vormt van de onderwijsmogelijkheden in deze plaats. Belangrijk voor de scholen, omdat het een bijdrage kan leveren aan de verbetering van hun onderwijs. En niet in de laatste plaats: belangrijk voor leerlingen met een taalachterstand, die zo de kans krijgen om een diploma op een hoger niveau, dat past bij hun capaciteiten, te behalen. Het succes van het project hangt af van de voorbereidingen, de uitvoer en vooral van de motivatie en inzet van de leerlingen zelf. Want: nieuwsgierigheid is de basis van alle leren7. Een Topklas voor topleerlingen, dat wordt het!
7
Vrij naar: ‘Nieuwsgierigheid is de basis van elk onderwijs’, gebruikt in presentaties van het
Walburg College. 13