Toelichting voorbeeldcurriculum Publieke veiligheid Profiel Keuzedeel
Handhaver toezicht en veiligheid (niveau 3) Vesporo
Onderdeel
Toelichting
Algemeen Let op: de werkgroep heeft een voorbeeldcurriculum gemaakt voor de combinatie Handhaver toezicht en veiligheid met keuzedeel VESPORO. Onderstaand voorbeeld is beperkt representatief door ontwikkelingen sinds 2013. Onderwijs en branche zijn gezamenlijk een nieuw curriculum aan het ontwerpen voor deze combinatie. Inleiding
Aandachtspunten
Gekozen opleidingsmodel: concentrisch
Urenverdeling per jaar
In dit voorbeeldcurriculum is het profiel Handhaver toezicht en veiligheid (niv3) gecombineerd met onderdelen van het doorstroomtraject politie, genoemd Vesporo. Deze onderdelen vormen in de herziene kwalificatiestructuur een keuzedeel bij dit profiel. In dit geval is dus een globaal curriculum opgesteld inclusief een (globaal) uitgewerkte keuzedeel Vesporo. Overigens zijn bij dit profiel ook andere keuzedelen mogelijk. Die zijn ook benoemd in zowel het voorbeeldplaatje als in deze toelichting. In hoeverre zijn de huidige Vesporo schoolopdrachten geschikt om straks te gebruiken voor examinering van het keuzedeel Vesporo? Zijn aanpassingen nodig om de kwaliteit van de examinering te borgen? Zo ja, welke? Let op BOA: dit betreft een tijdelijke bevoegdheid. Screening duurt gemiddeld 3 maanden. Let op: de beroepseisen voor Nederlands liggen voor 3 voor bepaalde onderdelen hoger dan de generieke eisen, namelijk indicatief op 3F. Dit betekent dat aangetoond moet worden dat de leerling dit niveau heeft behaald. Op welke manier zou dit aangetoond kunnen worden? Wat heeft de voorkeur en waarom? (Via een aparte toets? Geïntegreerd met kerntaken, maar wel specifieke beoordelingscriteria? Geïntegreerd met kerntaken, maar zonder specifieke beoordelingscriteria?) Kerntaken worden aan het einde van de opleiding geëxamineerd. Dit betekent dat gedurende de opleiding onderdelen herhaald en uitgebreid worden (afhankelijk van de beroepscontext) om de student van beginner, naar gevorderde naar gekwalificeerd beroepsbeoefenaar op te leiden. Ook de inhoud van de verschillende bpv-momenten door de jaren heen, kent deze concentrische opbouw. De exacte urenverdeling per jaar is afhankelijk van het gekozen bpv-alternatief. Zie ook BPV 1, 2 en 3. Er moet nog uitgerekend worden hoe men uitkomt met Focus op vakmanschap.
Bpv Voorbereiding bpv
Over voorbereiding op de bpv is in de werkgroep niet verder gesproken. Uit de schoolsessies kwamen de volgende zaken waaraan aandacht besteed moet worden: Voor BPV 1: communicatief genoeg voor sollicitatie + zichzelf kunnen voorstellen; EHBO-diploma; VOG; verkeersregelaar en agressietraining; basis wetskennis; basis bevoegdheden; handvatten voor surveilleren; begin gemaakt met reflecteren op het eigen handelen Voor BPV 2: zie voor BPV 1 en organisatiekennis; oriëntatie op de werkomgeving; wettelijke kaders; omgaan met agressie; discretionaire bevoegdheid Voor BPV 3: zie 1 en 2 en bijzondere wetgeving; onderscheid verschillende wetgevingen.
Werkgroepbijeenkomst 15 mei 2013
1
Onderdeel
Bpv algemeen
BPV 1
BPV 2
BPV 3
Toelichting In het traject HTV-Vesporo vormen de schoolopdrachten de voorbereiding op dezelfde opdrachten in het leerbedrijf. Beide maken deel uit van het op te bouwen portfolio en moeten met een voldoende worden afgesloten. Voor de bpv-programmering heeft de werkgroep telkens twee alternatieven gegeven en in het geval van BPV 3 zelfs 3 alternatieven. Grootste verschil tussen de alternatieven is dat het een blokstage dan wel een lintstage betreft. Het aantal dagen stage per week verschilt en daardoor verschilt ook de didactische aanpak: bij lintstages benut men de mogelijkheid om het leren in de praktijk en het leren op school gedurende dezelfde week te verbinden. BPV 1 wordt in het algemeen beschouwd als een snuffelstage/meeloopstage. In BPV 2 en 3 passen studenten bevoegdheden toe en ontwikkelen zij zich van beginnend, naar gevorderd naar kwalificerend niveau. De werkgroep draagt verschillende alternatieven aan voor de stage: alternatief 1 = lintstage alternatief 2 = blokstage In de schoolsessies werd alleen voor blokstages gekozen van 10 weken lang. Alternatief 1 BPV 1 betreft een lintstage van 2 dagen per week, gedurende 20 weken. Start is per november (kwartaal 2) en de stage eindigt omstreeks eind april (einde kwartaal 3) Er is voor deze periode gekozen omdat er bij de bedrijven rond kerst en carnaval extra werkzaamheden zijn waarbij de studenten ingezet kunnen worden die bijdragen aan hun ontwikkeling. Alternatief 2 BPV 1 betreft een blokstage van 5 dagen per week, gedurende minimaal 8 weken. e Start is per april (kwartaal 3) en eindigt aan het einde van het 1 schooljaar. Er is voor deze constructie gekozen vanwege de huidige afspraken met de branche. Alternatief 1 = lintstage Alternatief 2 = blokstage In de schoolsessies werd grotendeels voor blokstage gekozen van 10 weken lang (al dan niet aansluitend op de stage in jaar 1), soms in een latere fase van het jaar gevolgd door een lintstage bij verschillende BOA-werkgevers (feeling praktijk behouden en kennismaken met verschillende werkvelddomeinen). Alternatief 1 BPV 2 betreft ook een lintstage van 2 dagen per week in kwartaal 6 en 7 en van 3 dagen in de week in kwartaal 8. Deze stage loopt wederom van november tot en met april (kwartaal 7). Er is voor deze periode gekozen om dezelfde redenen als bij BPV 1 en daarnaast omdat e hierdoor een leerzame combinatie met 1 jaars leerlingen ontstaat. Alternatief 2 BPV 2 als blokstage van 5 dagen per week, gedurende 15 weken in de periode e november, december, januari, februari van het 2 leerjaar. Alternatief 1 = lintstage Alternatief 2 = blokstage Alternatief 3 a+b = variant op lintstage, langere duur In de schoolsessies werd grotendeels gekozen voor blokstages van een langere periode aaneengesloten, met uitzondering van enkele teams die bij de start van het jaar voor een lint van 1 dag per week kozen met pas later in het jaar een blokstage. Een alternatief i.v.m. Vesporo klassen en reguliere klassen dat ingebracht is door teams is: 1 x 10 weken blok vanaf november (voor Vesporo groep, die doen dan Politie bpv met bijbehorende taken) en de andere groep 2 x 10 weken (zowel in
Werkgroepbijeenkomst 15 mei 2013
2
Onderdeel
Lintstages: verbinden van leren op school en in het bedrijf Spiegelen bpv en inwerken door studenten
Toelichting november als in mei). Alternatief 1 BPV 3 betreft een lintstage van 3 dagen per week, gedurende 20 weken in de e periode van november tot en februari/maart van het 3 leerjaar. Deze stage eindigt wat eerder dan BPV 1 en 2, zodat studenten zich zoveel mogelijk kunnen voorbereiden op het examen. Alternatief 2 BPV 3 is een blokstage van 5 dagen per week, gedurende 10 weken in de periode e november tot en met januari van het 3 leerjaar. Alternatief 3 a+b e In deze opzet wordt gekozen voor een langere lintstage die start in het 2 leerjaar e en doorloopt in het 3 leerjaar. Van die langere stage worden bovendien twee varianten aangegeven: a) Lintstage van 20 weken, 3 dagen per week, van mei tot en met oktober, waarbij de totale opleiding maximaal 2,5 jaar duurt b) Lintstage van 30 weken, 3 dagen per week, van mei tot en met januari. De totale opleidingsduur is de nominale opleidingsduur van 3 jaar. Er is gekozen voor lintstages omdat daardoor de werkdruk bij studenten en docenten beter verdeeld kan worden en om het leren in de praktijk en het leren van theorie zo optimaal mogelijk te kunnen verbinden gedurende een week. e
e
e
Er is voor het tegenovergestelde van spiegelen gekozen: de 1 , 2 en 3 jaars stages vinden in alternatief 1 alle in dezelfde periode plaats zodat ze op de werkplek kunnen samenwerken/jongerejaars kunnen begeleiden/van elkaar kunnen leren.
Werkprocessen/praktijk Volgorde werkprocessen en profieltaken
Keuzedelen (en examinering van keuzedelen)
De planning van werkprocessen volgt grotendeels de opbouw van het kwalificatiedossier (eerst basiswerkprocessen, dan profiel, start keuzetaak is afhankelijk van aard keuzetaak). Dat betekent dat de opbouw van het kwalificatiedossier voor de werkgroep qua volgorde logisch in elkaar zit. Algemeen: de aard van het keuzedeel bepaalt het startmoment. Alle keuzedelen moeten worden geëxamineerd. In dit voorbeeld is het keuzedeel Vesporo geprogrammeerd. Het aanbieden van e onderdelen van het keuzedeel start met ingang van het 2 leerjaar. Voorafgaand e daaraan is aan het einde van het 1 leerjaar het BOA-basisexamen afgenomen. Enkele Vesporo onderdelen worden gedurende de rest van de opleiding herhaald tot aan moment van examinering, zoals de vakkennis/vaardigheden RTGB en de Fysieke eisen van werving en selectie. Andere onderdelen (praktijk) worden aangeboden en in hetzelfde kwartaal of iets later beoordeeld en daarmee afgerond voor de rest van de opleiding (hier vindt dus geen herhaling/concentrisch opleiden plaats). e De vakkennis/vaardigheid Rijbewijs B start in februari van het 3 leerjaar. Wordt dit ook geëxamineerd? De studenten worden momenteel (naast examinering van het reguliere HTV programma) via portfolio-opdrachten op school én in de stage beoordeeld op de Vesporo-onderdelen. Deze onderdelen moeten zowel op school als in de stage bij het politiekorps met een voldoende worden afgerond. Omdat keuzedelen moeten worden geëxamineerd en behaald voor het diploma moet in de toekomst de examinering van deze schoolopdrachten geborgd worden conform de dan geldende eisen voor examinering (zie ook Aandachtspunten). Beoordeling vindt plaats op: e Behandelen van klantverzoeken aan de balie (1 examen) e Opnemen aangiften (2 examen)
Werkgroepbijeenkomst 15 mei 2013
3
Onderdeel
Toelichting e Organiseren en uitvoeren verkeerscontrole (3 examen) Er zijn in plaats van Vesporo ook andere keuzedelen mogelijk. Uit de schoolsessies kwamen naast Vesporo de volgende suggesties: VCA/EHBO/BHV/BMC ESO/steward Lichamelijk fit Brandwacht Engels
Examinering Als je praktijkexamen voor het profiel HTV doet, dan hoef je het examen BOA basisbekwaamheid G&BT niet te doen. Beide staan nu in dit schema: maar dit is niet correct, er mag een keuze gemaakt worden. Ook in deze toelichting, gebaseerd op het door de werkgroep neergelegde voorbeeld, lijken de twee keuzes (examinering door roc of ExTH) door elkaar te lopen. We adviseren u hier kritisch naar te kijken. Examinering in de bpv
Examinering basis- en profielkerntaken Examinering keuzedelen Examinering theorieexamens (ondersteunende kennis en vaardigheden voor het beroep)
Verplichte centrale examinering Nederlands en rekenen
Zie ook Examinering algemeen. Er wordt niet in de bpv geëxamineerd vanwege centrale examinering van BOA en examinering bij ExTH. Examinering van alle kerntaken uit het KD vindt plaats aan het einde van de opleiding. Zie ook Laatste blok van de opleiding. Zie Keuzedelen bij het onderdeel Werkprocessen. Het examen BOA basisbekwaamheid bestaat uit een theoriedeel (Cito) en een praktijkdeel (Exth). Het theoriedeel (BOA basisbekwaamheid theorie) wordt e geëxamineerd aan het einde van het 1 leerjaar, zodat studenten hierover e beschikken bij het ingaan van de 2 bpv in jaar 2. Het praktijkdeel BOA G&BT (ExTH) wordt aan het einde van leerjaar 3 geëxamineerd. Voordeel van examineren bij ExTH is dat daarmee de permanente her- en bijscholing wordt behaald (voor 5 jaar). Voor het praktijkexamen doet de student eerst ervaring op gedurende de opleidingsjaren. De voorbereiding op het BOA examen bestaat uit lessen op school (naast lintstage in dezelfde periode). Het verschilt per stagebedrijf of de student de BOA basisbekwaamheid al behaald moet hebben of niet. De examinering van de overige kennis en vaardigheden is verspreid over de jaren: Het examen levensreddend handelen wordt relatief vroeg gepland, namelijk in kwartaal 2 van leerjaar 1. De student beheerst deze vaardigheid als hij start met BPV 1 De examens wettelijk kaders vinden na het BOA theorie-examen plaats en voor het praktijkexamen BOA: - Het examen wettelijke kaders strafrecht (ExTH) vindt aan het einde van e het 2 leerjaar plaats - Het examen wettelijke kaders APV (ExTH) is gepland in februari van het 3e leerjaar. Let op: als gekozen wordt voor het keuzedeel Vesporo (HTV-politie) dan kan er ook voor gekozen worden om het theorie-examen Wettelijke kaders 1+P (strafrecht) aan het einde van de opleiding af te nemen en dan eerst Wettelijke kaders 2 (APV) te doen. De verplichte centrale examinering Nederlands en rekenen is gepland in november/december van leerjaar 3 zodat herkansen in april mogelijk is. Zie ook de opmerking bij Aandachtspunten over hoger niveau beroepseisen (op onderdelen) dan generieke eisen.
Werkgroepbijeenkomst 15 mei 2013
4
Onderdeel Verplichte instellingsexamens Nederlands en Engels
Laatste blok van de opleiding
Toelichting Tot het verplichte (generieke) instellingsexamen Nederlands behoren de onderdelen Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven. De generieke onderdelen Luisteren en Lezen maken deel uit van het CE. De instellingsexamens Nederlands en Engels zijn zo ver mogelijk naar het einde van de opleiding gepland om deelnemers te blijven motiveren en hun aanwezigheid op school te borgen. Het laatste deel van de opleiding (april, mei, juni, juli) bestaat voor een groot deel uit examinering van zowel theorie-examens als praktijkexamens: theorie-examens: Wettelijke kaders APV, Schoolexamens Engels en Nederlands praktijkexamens: keuzedeel (tenzij voor Vesporo is gekozen), kerntaken uit de basis en uit het profiel, examen BOA basisbekwaamheid G&BT (ExTH). Als is gekozen voor het keuzedeel Vesporo dan werkt de student in deze periode ook nog aan zijn Rijbewijs B.
Ondersteunende kennis en vaardigheden Ondersteunende kennis en vaardigheden beroep (w.o. Loopbaan en burgerschap)
Opleiden voor Nederlands, rekenen en Engels (generiek en voor beroep)
De generieke kennis en vaardigheden (Nederlands, Engels, rekenen en Loopbaan en burgerschap) starten alle aan het begin van de opleiding en worden herhaald en uitgebreid tot aan het moment van examinering (concentrische opbouw). De meer beroepsspecifieke kennis en vaardigheden starten iets later en worden gekoppeld aan werkprocessen uit het dossier, bijvoorbeeld Wettelijke kaders strafrecht wordt gecombineerd met B1 K1 W4 (een burgeraanhouding uitvoeren), B1 K1 W3 (corrigerend optreden) en B1 K2 W1 (informeren en verwijzen van personen). Zie Ondersteunende kennis en vaardigheden beroep
Werkgroepbijeenkomst 15 mei 2013
5