Toelichting voorbeeldcurriculum Juridisch-administratieve beroepen Profielen Juridisch-administratief dienstverlener (JAD) (niveau 4) Medewerker Human Resource Management (HRM) (niveau 4) Onderdeel
Toelichting
Algemeen Aandachtspunten bij dit curriculum
Gekozen opleidingsmodel:
Dossierbrede start (basiskerntaken)
Juridisch-administratieve beroepen is een kennisintensieve kwalificatie: Er zijn veel tentamens (waarin kennis wordt geëxamineerd die niet in praktijkexaminering getoetst kan worden). Het is een overweging tentamens te bundelen om toetsdruk te verminderen. Dient alle kennis summatief geëxamineerd te worden, of kunnen kenniselementen deels formatief (voortgangstoetsing) getoetst worden? Er is gekozen om zoveel als mogelijk de kerntaken en werkprocessen te examineren in de bpv (beroepspraktijk) d.m.v. proeven van bekwaamheid. Deze vorm van examineren vergt veel van de leerbedrijven en de school. Er is gekozen voor lintstages van 4 dagen bpv en 1 dag naar school. Genoemd nadeel is dat leerlingen vaak vermoeid zijn, absentie op school is hoog. Advies: plan activiteiten op school die als belangrijk/interessant worden ervaren door de leerlingen (toetsing/examinering/aantrekkelijk onderwijsaanbod). De optie bpv gedurende het gehele derde leerjaar: Deze optie is niet gekozen, maar is in de verschillende sessies 2 keer voorgekomen. Nadeel van deze optie is dat er 1. een laat beeld van de praktijk is bij de leerling. Dat gaat ten koste van de motivatie van leerlingen. 2. Ruimte voor aanbod theorie is er vooral in de eerste twee leerjaren. Dat geeft druk op de ontwikkeltijd van leerlingen. Voordeel van deze optie is dat de kans op een baan (direct van bpv naar baan) groter is en dat nagenoeg alle kennis aanwezig is voor de bpv en het geleerde een jaar lang in de praktijk kan worden gebracht door de stagiair. In het voorbeeldcurriculum is geen directe relatie gelegd tussen “werkprocesleren” (vormen van integratief praktijkleren op school en in de bpv) en aanbod van theorie. Van afstemming (inhoudelijk en in de tijd) lijkt geen sprake te zijn. Het voorbeeldcurriculum kent geen bpv in het eerste leerjaar. Bedrijven in het juridische werkveld zijn hier geen voorstander van. Men heeft graag leerlingen die al enige kennis en vaardigheden hebben en wat meer blijk geven van “vak volwassenheid”. Dat kan ten koste gaan van een goed beroepsbeeld van leerlingen in een vroeg stadium van de opleiding. (Zie verderop: Voorbereiding op de bpv/beroepsoriëntatie). In het voorbeeldcurriculum wordt de basis van het kwalificatiedossier aangeboden in een gemeenschappelijk onderwijsprogramma voor beide profielen. Opgemerkt wordt dat het kwalificatiedossier géén onderwijsmodel is en dat kerntaken en werkprocessen uit de basis en profielen inhoudelijk (naar arbeidslogica) kunnen samenhangen. Bij het voorbeeldcurriculum wordt een concentrisch opleidingsmodel gehanteerd: Aanbod van onderwijs gerelateerd aan kerntaken en werkprocessen (projecten/simulaties etc.) en aanbod van theorie (kennisonderdelen) gebeurt vanaf de start van de opleiding. Dit betekent dat veel onderdelen van de opleiding in het begin op een eenvoudig niveau worden aangeboden en vervolgens gedurende de opleiding steeds complexer worden tot aan het moment van examinering. Er wordt daarbij veel gewerkt met projecten. Er is een gezamenlijk onderwijsaanbod voor de twee profielen Juridischadministratief dienstverlener en Medewerker human resource management
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
1
Onderdeel
Verschil tussen programma voor profiel Juridisch-administratief dienstverlener en voor profiel Medewerker human resource management (HRM)
Beslismoment(en)
Indicatoren voor profielkeuze
Laatste blok van de opleiding
Toelichting (HRM) gedurende 1,5 jaar (het keuzemoment ligt dan met ingang van periode 3 van het tweede leerjaar). Daarna wordt in de context van de profielen opgeleid. Beide profielen lopen gedurende 1,5 jaar vrijwel gelijk en er wordt onderwijs aangeboden gebaseerd op de kerntaken en werkprocessen van de basis van het kwalificatiedossier. In periode 4 van het eerste leerjaar begint voor het profiel Juridisch-administratief dienstverlener de theorie (kennis) voor Burgerlijk procesrecht. Dit krijgt Medewerker human resources (HRM) niet. Alleen voor het profiel Juridisch administratief dienstverlener start vanaf het begin van de opleiding het werkproces “Stelt juridische, financiële en/of fiscale documenten op”. Dat gebeurt dus niet bij de start van de profielkeuze (na 1,5 jaar). Het opstellen van documenten (overeenkomsten) voor het profiel Medewerker human resource management (HRM) maakt onderdeel uit van het profielwerkproces “Verricht juridisch-administratieve ondersteuning bij HRM processen”. Met ingang van periode 3 van het tweede leerjaar ontstaan verschillen tussen de profielen: Dan worden de profiel specifieke kerntaken en bijbehorende werkprocessen aangeboden. Het is de bedoeling dat bij de eerste bpv-periode, die e in het voorbeeldcurriculum start in de 1 periode van leerjaar 2, al voorgesorteerd wordt op de uiteindelijke profielkeuze. Een informeel beslismoment ligt er dus al aan het einde van leerjaar 1. Uit de curriculumsessies op locatie kwam naar voren: Op basis van theorievakken (in het eerste deel van de opleiding). Interesse voor opdrachten in projecten en simulaties in leerjaar 1 en (deels) 2. Persoonlijkheid (o.a. op basis van L & B). Type leerling, voorkeuren, aanleg. De laatste periode van 20 weken van de opleiding bestaat uit de tweede bpv gedurende 20 weken, 4 dagen per week. In deze periode worden tevens enkele tentamens afgenomen (summatieve toetsing van theorie) en examinering in de praktijk (bpv) van basis- en profielkerntaken. Ook de centrale examinering van Nederlands, rekenen en Engels vindt in deze periode plaats. Tenslotte worden de keuzedelen in de periode geëxamineerd.
Bpv Voorbereiding bpv / beroepsoriëntatie
Zoals vermeld bij “aandachtspunten bij dit curriculum” is er geen bpv in het eerste leerjaar. De voorbereiding van de eerste bpv periode (in periode 1 en 2 van het tweede leerjaar) start februari van het eerste leerjaar. De algemene voorbereiding op de eerste bpv periode bestaat uit onder meer: Oriëntatie op de beroepen: Oriëntatie op de stageplaats; Bedrijfsbezoeken, gastlessen; Betrekken tweede en derde jaars bij de voorbereiding; Leerdoelen helder formuleren; Aandacht voor organisatiesensitiviteit. Opdrachten. (Leren) solliciteren: Sollicitatiebrief schrijven Sollicitatiebrief en -gesprek: voorbereiding, vragen opstellen, oprechte interesse tonen. Houdingsaspecten: Assertiviteitstraining Op tijd komen/afspraken nakomen
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
2
Onderdeel
BPV 1, 2, 3
Afstemming bpvperioden over drie leerjaren Urenverdeling i.r.t. Focus op Vakmanschap
Toelichting Reflecteren op gedane werkzaamheden Beroepshouding Taalgebruik. Vakspecifieke voorbereiding: Kennisvakken, zowel algemeen als profiel-specifiek Basiswerkprocessen worden al vanaf periode 1 leerjaar 1 aangeboden in project Wetten-werk en bij Sociale kaart. Dit gaat de gehele schoolperiode door. Informatie-/dossierbeheer in leerjaar 2 in periode 1 (tot november) en daarna verdieping per profiel. Werkprocessen en kerntaken worden ook hierin geoefend Telefoontraining ICT training Cliëntgesprekken Dossier beheer/agendabeheer/outlook Sociale kaart Juridische kennis/juridische nieuwsgierigheid Telefoonbehandeling. De opleiding kent twee bpv-perioden. De situering van de bpv-perioden is voor beide profielen hetzelfde. Periode 1: Deze vindt plaats in periode 1 en 2 van het tweede leerjaar gedurende 20 weken, 4 dagen per week. De voorbereiding voor de eerste bpv-periode start in periode 3 van het eerste leerjaar. In de werkgroep is een variant besproken, nl. start BPV 1 in de vierde periode van leerjaar 1 en eerste periode van leerjaar 2. Voordeel hiervan is een snellere kennismaking met de praktijk. Uit de curriculumsessies bleek echter de voorkeur voor de eerstgenoemde situering. Tijdens de dagen op school wordt o.a. aandacht besteed aan: Theorie Organisatiekunde (voor beide profielen) Examinering van tentamens (Brede) kennis strafrecht en strafprocesrecht en Brede kennis Belastingrecht. Onderwijs in relatie tot werkprocessen en theorieonderdelen lopen ook door. Periode 2: BPV 2 vindt plaats in periode 3 en 4 van het derde leerjaar gedurende 20 weken, 4 dagen per week. De voorbereiding voor deze tweede bpv-periode start in de periode daarvoor. In deze periode worden tevens enkele tentamens afgenomen (summatieve toetsing van theorie) en examinering in de praktijk (bpv) van basis- en profielkerntaken. Ook de centrale examinering van Nederlands, rekenen en Engels vindt in deze periode plaats. Tenslotte worden de keuzedelen in de periode geëxamineerd. De twee bpv-perioden zijn zo gesitueerd dat de bedrijven continu over stagiaires kunnen beschikken, een duidelijke wens vanuit de bedrijven. Bovendien wordt zo optimaal gebruik gemaakt van het aantal beschikbare leerbedrijven, er is geen overlap in bpv-periodes tussen de verschillende leerjaren. Focus op Vakmanschap geeft het volgende aan: Totaal 3000 klokuren in 3 jaar. Gemiddeld 1.000 klokuren per jaar In leerjaar 1 minimaal 700 schoolgebonden klokuren (meer mag, minder niet) Leerjaren 2 en 3 samen: 1100 klokuren op school, 900 klokuren in de bpv 300 klokuren over: in leerjaar 1 in te zetten als schooluren of bpv, of beide.
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
3
Onderdeel
Toelichting In het voorbeeldcurriculum wordt uitgegaan van: Leerjaar 1: Geen bpv. Het voorbeeldcurriculum gaat uit van 900 tot 1000 klokuren onderwijs op school (40 weken van 22 tot 25 klokuren i.i.v.o. per week). Leerjaar 2: BPV 1 vindt plaats in periode 1 en 2. Het betreft een lintstage van 4 dagen per week = 4 x 8 x 20 = 640 klokuren bpv. Aantal uren op school bij 20 weken van 22 tot 25 klokuren i.i.v.o. les per week zijn er 440 tot 500 contacturen. Daarnaast is er een dag per week “terugkomdag”, uitgaande van 6 klokuren per terugkomdag is dat nog eens 120 uren i.i.v.o. Totaal 560 tot 620 uren i.i.v.o. in leerjaar 2. Leerjaar 3: Periode 1 en 2 leerjaar 3: Aantal uren op school bij 20 weken van 22 tot 25 klokuren i.i.v.o. les per week zijn er 440 tot 500 contacturen Periode 3 en 4: een dag per week “terugkomdag”, uitgaande van 6 klokuren per terugkomdag is dat nog eens 120 uren i.i.v.o. Totaal 560 tot 620 uren i.i.v.o. in leerjaar 2. BPV 2 vindt plaats in periode 3 en 4. Het betreft een lintstage van 4 dagen per week = 4 x 8 x 20 = 640 klokuren bpv. In leerjaar 2 en 3 samen moet minimaal 1100 uur op school onderwijs worden aangeboden en 900 uur bpv. Het aantal klokuren school in dit curriculummodel is minimaal 560 + 560 = 1120. Bij een lesweek van 22 uur per week. Het aantal klokuren bpv in dit curriculummodel is 640 + 640 = 1280.
Blokstage en/of lintstages: verbinden van leren op school en in het bedrijf
Conclusie: met deze bpv-programmering kan met 22 lesuren per week (ook in leerjaar 1) worden voldaan aan de minimale urennorm van Focus op vakmanschap. Over de drie leerjaren wordt in dit model de 3000 uur ruim gehaald. (leerjaar 1 900, leerjaar 2 en 3 1280 uur BPV en minimaal 1120 contacturen = 3300 uur). Bij de meeste voorbeeldsessies werden meer uren per week aangeboden. Beide bpv-perioden duren 20 weken van 4 dagen per week (lintstage). De dagen op school worden besteed aan les (zowel praktijk als theorie), en examinering op school. N.B. Het voorbeeldcurriculum maakt niet duidelijk of er ook aandacht is voor terugkoppeling van bpv-ervaringen gedurende de dag op school.
Werkprocessen/praktijk Volgorde werkprocessen en profielkerntaken
Bij de planning van de werkprocessen gaat men bijna volledig uit van de structuur van het kwalificatiedossier. Dat betekent starten met de kerntaken en werkprocessen van de basis en daarna komen de kerntaken en werkprocessen van de profielen aan de orde. Bij “Aandachtspunten bij dit curriculummodel” is al aangeven dat het aan te bevelen is om (ook) uit te gaan van arbeidslogica bij het aanbieden van onderwijs en het examineren daarvan. Voorbeeld: Het werkproces “Typeert en interpreteert (juridische/financiële/fiscale) gegevens t.b.v. verdere procedures” van de Basis is inhoudelijk verbonden met de werkprocessen “Verzamelt en registreert gegevens t.b.v. vervolgprocedures” en “Stelt juridisch, financiële en/of fiscale documenten op” van het profiel JAD. Bij de examinering in de praktijk, die over het algemeen op kerntaakniveau wordt uitgevoerd, kan dat wel weer praktische problemen opleveren.
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
4
Onderdeel Keuzedelen (en examinering van keuzedelen)
Toelichting Algemeen: Alle keuzedelen moeten worden geexamineerd. Ten tijde van de curriculumsessies en de bijeenkomst van de werkgroep Juridisch was de laatste stand van zaken m.b.t. de te ontwikkelen keuzedelen nog niet definitief. Dat is het inmiddels wel. Het voorbeeldcurriculum geeft dus niet een volledig beeld van de keuzedelen. De keuzedelen die worden ontwikkeld en die zijn gekoppeld aan Juridischadministratieve beroepen zijn: Landelijk ontwikkelde keuzedelen die zijn gekoppeld: Digitale vaardigheden (niveau 4) Duits niveau A2 Duits niveau B1 Nederlands (hoger niveau, dus 4F voor Juridisch) Duurzaamheid in het beroep CE ondernemerschap; Ondernemend gedrag: Oriëntatie op ondernemerschap Doorstroom HBO Specifieke juridische keuzedelen die zijn gekoppeld: Algemene economie (240 SBU) Verdieping sociale zekerheid (240 SBU) Verdieping Publiekrecht (240 SBU) Verdieping privaatrecht (240 SBU) Onderzoek en beleid (240 SBU) Internationaal recht en Internationalisering (240 SBU) Onveranderd is dat de keuzedelen allemaal gelden voor beide profielen van het kwalificatiedossier Juridisch-administratieve beroepem. De keuzedelen “Internationaal recht en Internationalisering” en “Verdieping recht en rechtstoepassing” starten in mei van leerjaar 2. N.B.: Het keuzedeel “Verdieping recht en rechtstoepassing (480 SBU)”, waarvan nog sprake was bij de curriculumsessies is in vieren geknipt: Verdieping sociale zekerheid/ Verdieping Publiekrecht /Verdieping privaatrecht/Onderzoek en beleid. In totaal dus is er sprake van meer keuzemogelijkheden. Het keuzedeel “Algemene economie” start in februari van het derde leerjaar.
Examinering Examinering algemeen
Formatieve toetsing/diagnostische toetsen
Examinering in de bpv
Juridisch-administratieve beroepen en in het bijzonder het profiel Juridischadministratief dienstverlener is een kennisintensieve kwalificatie (opleiding). Het kent veel tentamens voor het examineren van theorie (kennis). Dit naast examinering van kerntaken en keuzedelen. De tentamens examineren kennis die niet in praktijkexaminering (op school en/of in de bpv) kan worden geëxamineerd. Gezien de grote diversiteit aan kennisgebieden en leerbedrijven, gaat dit op voor veel van de kennisvakken. De werkgroep adviseert om tentamens in de basis van de opleiding die niet op eindniveau van de opleiding zijn formatief te toetsen. Tentamens die wel op eindniveau zijn (in de basis en in de profielen) dienen summatief geëxamineerd te worden. Dit voorstel zal besproken worden in de Kenniskring Juridisch en met Stichting Praktijkleren. De werkgroep spreekt zich uit voor het zoveel als mogelijk examineren van (combinaties van) kerntaken (of onderdelen daarvan) in de beroepspraktijk, dus in de leerbedrijven d.m.v. Proeven van bekwaamheid. Indien dit niet mogelijk is wordt de praktijk binnenschools geëxamineerd (indien gewenst door Examenprojecten van Stichting Praktijkleren). Vanzelfsprekend worden de summatieve tentamens op school afgenomen.
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
5
Onderdeel Examinering van kerntaken van basis en profiel (praktijk)
Examinering theorieexamens (ondersteunende kennis en vaardigheden voor het beroep)
Verplichte centrale examinering Nederlands en rekenen en Engels Verplichte instellingsexamens Nederlands en Engels
Toelichting Beide profielen examineren basiskerntaak 2 “Verricht (juridische) dossierwerkzaamheden” in het derde kwartaal van het derde leerjaar (febr/mrt/april). Bij voorkeur in de bpv. Examinering van basiskerntaak 1 “Verzorgt klantcontact bij juridischadministratieve dienstverlening” bij het profiel Medewerker human resource management vindt plaats in april/mei van het derde leerjaar. Ook bij voorkeur in de bpv. Examinering van basiskerntaak 1 “Verzorgt klantcontact bij juridischadministratieve dienstverlening” bij het profiel Juridisch administratief dienstverlener vindt plaats in het vierde kwartaal van het derde leerjaar. Profielkerntaak 1 (profiel JAD) “Behandelt (financieel) juridische aanvragen en opdrachten” wordt in het vierde kwartaal van het derde leerjaar geëxamineerd, bij voorkeur in de bpv. Profielkerntaak 1 (profiel HRM) “Verricht de personeelsadministratie en ondersteunt bij diverse HRM processen” wordt in het vierde kwartaal van het derde leerjaar geëxamineerd, bij voorkeur in de bpv. Tijdens de sessies in een deel van alle tentamens geselecteerd, dit ten behoeve van het “spel”verloop (overzichtelijkheid). Het is eerder aangegeven dat de juridische opleidingen een groot aantal tentamens kennen (in de huidige situatie). Als een deel daarvan, zoals is aanbevolen door de werkgroep Juridisch, formatief gaat worden getoetst, zal het aantal navenant verminderen. Het kan dan wel voorkomen dat voor het ene profiel het tentamen formatief is, terwijl hetzelfde tentamen voor de deelnemers aan het andere profiel een summatief karakter heeft (afhankelijk van de vraag of het een tussen- of eindniveau betreft). Hiermee dient rekening te worden gehouden in de wijze waarop met de tentamens wordt omgegaan (geheimhouding, etc. De tentamens worden verspreid afgenomen gedurende de opleiding. Dit geldt voor beide profielen. Veel tentamens van de basis van de kwalificaties worden ook in het eerste 1,5 jaar van de opleidingen afgenomen. “Basiskennis recht” wordt al in het eerste kwartaal van het eerste leerjaar geëxamineerd. De profiel specifieke theorie (kennis) wordt geëxamineerd in de “profielperiode” van de opleidingen. Alleen het tentamen Schuldhulpverlening en inkomensbeheer wordt in het derde kwartaal van het derde leerjaar afgenomen. De rest van de tentamens is vóór de tweede bpv-periode geëxamineerd. De verplichte centrale examinering voor Nederlands, rekenen en Engels vindt plaats voor beide profielen in de periode nov/dec/jan (tweede kwartaal) van het derde leerjaar. Het verplichte instellingsexamen Nederlands wordt in het eerste kwartaal van het derde schooljaar afgenomen. Het verplichte instellingsexamen Engels vindt plaats in het derde kwartaal van het tweede schooljaar (feb/mrt/april).
Ondersteunende kennis en vaardigheden Ondersteunende kennis en vaardigheden: - beroeps specifieke kennis en vaardigheden - Nederlands, Engels, rekenen generiek en voor beroep - Loopbaan en burgerschap
N.B. Niet alle kennis is in de sessies gelegd i.v.m. de grote hoeveelheid kennisonderdelen: Arbeidsrecht, Inleiding recht, Sociale zekerheid en sociale kaart starten vanaf het begin van de opleidingen in periode 1 van het eerste leerjaar. Dit geldt voor beide profielen. Privaatrecht, Bestuursrecht, Personen- en familierecht start in periode 2 van het eerste leerjaar. Dit geldt voor beide profielen. Burgerlijk procesrecht (profiel JAD) start in het vierde kwartaal van het eerste leerjaar. Organisatiekunde (voor beide profielen) wordt m.i.v. het eerste kwartaal van
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
6
Onderdeel
Toelichting het tweede leerjaar aangeboden. Belastingrecht (basis) mist bij de foto’s, maar zal vroeg starten, omdat dit onderdeel als moeilijk wordt ervaren. Bij het profiel HRM start Salarisadministratie en Personeelswerk/HRM in het derde kwartaal van het tweede leerjaar, dus direct nadat de keuze is gemaakt voor het profiel HRM. Beroepsgericht Nederlands en rekenen start direct vanaf de start van de opleiding. De inhoud hiervan wordt door de onderwijsinstellingen bepaald. Het beroepsgerichte niveau van Nederlands en Rekenen is even hoog (nl. 3F) als de generieke eisen. Beroepsgericht Engels is niet opgenomen in het nieuwe kwalificatiedossier (het kaartje is wel gelegd, maar dat kan verwijderd worden). Het aanbod van kennis en vaardigheden loopt door tot het moment van examinering van het betreffende onderdeel. LLB start ook vanaf de start van de opleiding en loop gedurende de hele opleiding door.
Dekking materialen Stichting Praktijkleren Dekking leermaterialen en exameninstrumenten Stichting Praktijkleren
Stichting Praktijkleren denkt na over het ontwikkelen van “Leerarrangementen”. Hierbij kunnen aan projecten verschillende kennisaspecten worden opgehangen. Ook is er een project dat ondersteunt bij de beroepskeuze. De werkgroep spreekt de wens uit om inzichtelijk te maken hoe deze Leerarrangementen zijn gekoppeld aan de juridische kwalificaties. Bij Stichting Praktijkleren wordt momenteel (eind 2014) samen met de scholen hard gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe examenmatrijzen. Daarnaast worden scholen in de eerste kenniskringen van 2015 geraadpleegd over het te plannen leermiddelenaanbod voor de nieuwe kwalificatiedossiers.
Werkgroepbijeenkomst 11 december 2013
7