Sociale veiligheid. Korte toelichting op dit kwaliteitsaspect Dit onderdeel is specifiek voor de leerkrachten. Het betreft hier de regelingen met betrekking tot seksuele intimidatie, discriminatie etc. Als indicatoren worden gebruikt: 1.
Er zijn omgangsregels vastgesteld.
2.
Er is een klachtenregeling voor personeelsleden opgesteld inzake seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld.
3.
Er is een vertrouwenspersoon aangesteld.
4.
Er is beleid om pestgedrag en discriminatie tegen te gaan.
5.
Er worden omgangsregels gehanteerd om pestgedrag en discriminatie tegen te gaan.
6.
In een pestprotocol is vastgelegd wat wel en niet acceptabel is als het gaat om pesten, discriminatie, etc.
7.
Er is beleid om sociale veiligheid op school te bevorderen.
8.
Er is actuele informatie beschikbaar over de mate waarin sociale incidenten voorkomen.
9.
Er is actuele informatie beschikbaar over het veiligheidsgevoel van personeel en de mate waarin ongewenst gedrag richting personeel voorkomt.
10. De school doet jaarlijks verslag van de sociale veiligheid op school, van wat er gebeurd is op dit gebied en wat het komend jaar op de agenda staat. 11. Er is actuele informatie beschikbaar over het veiligheidsgevoel van leerlingen en ouders en de mate waarin pesten/agressie/discriminatie binnen de school voorkomt. 12. Er is tijdens de begeleiding van nieuwe (jonge) personeelsleden aandacht voor seksuele intimidatie van het nieuwe personeelslid door leerlingen of collega’s. 13. Personeel en schoolbestuur zijn op de hoogte van de wettelijke meld- respectievelijk aangifteplicht in geval van mogelijk seksueel misbruik/intimidatie van een leerling door een medewerker van de onderwijsinstelling. Antwoorden op de indicatoren (mei. 2013): 1.
Omgangsprotocol zoals te vinden is in bijlage 9.1
2.
Protocol seksuele intimidatie van Leertij is te vinden digitaal in het vademecuum; dit geldt ook voor de klachtenregeling van Leertij.
3.
Ja, dat is dhr. Van Schaik (wethouder gemeente Terneuzen)
4.
Methode: klassenbouwers, Win-Win; pestprotocol (9.2) en actieve poster actie van stichting tegen zinloos geweld en Weerbaar Info.
5.
Omgangsregels binnen school zijn vastgelegd en overblijfregels (bijlage 9.3 ); Daarnaast zijn er pleinwachtafspraken (9.4)
6.
Pestprotocol aanwezig (zie 9.2)
7.
Ja, de antwoorden vanuit de jaarlijkse risico-inventarisatie van de Arbo kunnen aanleiding geven om actie te ondernemen
8.
Ja, incidenten worden geregistreerd d.m.v. ogevallen- en incidenten formulier, wat bij iedere leerkracht voorin de klassenmap zit.
9.
Ja, deze vragen worden meegenomen in de vragenlijsten voor leerkrachten binnen de kwaliteitsanalyse
10.
Ja, dit wordt meegenomen in het ARBO-jaarverslag
11.
Dit wordt meegenomen in de vragenlijsten binnen de kwaliteitsanalyse; bron ouders en bron leerlingen. Daarnaast is gestart met Zien ( een sociaal-emotioneel leerlingenvolgsysteem) en wordt jaarlijks de “pest-test” afgenomen voor groep 5 tot en met 8 en de Leonardo BovenBouw groep.
12.
Ja, tijdens startgesprekken tussen directeur en nieuw personeel + door het toewijzen van een “maatje”; d.w.z. een collega, die speciaal wordt aangesteld voor de duur van het eerste jaar om de nieuwe collega te begeleiden.
13.
Is gemeld tijdens teamvergadering; zal jaarlijks opnieuw worden behandeld wanneer Arbo op de agenda staat.
9.1 Omgangsprotocol OBS Meerpaal Dit zijn de afspraken, die we op dit gebied gemaakt hebben OBS De Meerpaal is een school waar de leerkrachten, de leerlingen en de ouders van de leerlingen zich geborgen en veilig willen voelen. Gepast wederzijds respect draagt bij aan een onderlinge communicatie, waarbij sprake is van de grootst mogelijke openheid. Een omgangsprotocol zorgt voor het inkaderen van de heersende normen en waarden en zorgt voor een duidelijke regelgeving, waaraan alle drie de genoemde geledingen zich dienen te houden. Dit omgangsprotocol draagt ertoe bij, dat we op OBS De Meerpaal de opvang en de begeleiding van de leerlingen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ouders en de leerkrachten zien. Het is daarom noodzakelijk om op de juiste tijden zorg te dragen voor de onderlinge communicatie. Van beide geledingen verwachten we een pro-actieve opstelling. Buiten de reguliere vorderingsgesprekken kunnen gesprekken over de leerlingen aangevraagd worden, zowel door de ouders als door de leerkracht. Het aanvragen van dit gesprek gebeurt door telefonisch overleg of door het direct aanspreken van elkaar. Deze gesprekken worden in principe – buiten de vergaderingen om – meteen na schooltijd gepland. Als dit niet mogelijk is, dan wordt in overleg naar een alternatief gezocht. Gesprekken vóór schooltijd, tijdens schooltijd (als men voor de klas staat) en in de middagpauze zijn niet gewenst. In principe vinden alle gesprekken op school plaats. Leerkrachten worden slechts in uiterste noodzaak thuis gebeld. Volgorde Een eerste gesprek over een leerling wordt gevoerd door de ouder(s) en de betreffende leerkracht(en). Eventueel wordt een vervolgafspraak gemaakt. In onderling overleg kan afgesproken worden dat de directie of bijvoorbeeld de IB-er ingeschakeld wordt. Als een ouder rechtstreeks naar de directie of de IB-er stapt, dan neemt deze slechts een luisterende houding aan. De directie neemt daarna zo spoedig mogelijk contact op met de leerkracht om zo te komen tot een verantwoorde volgende stap. In principe worden er geen besluiten buiten de leerkracht om genomen. De leerkracht blijft de eerste “in lijn” als het gesprekken over leerlingen betreft. Van de leerkracht wordt verwacht dat zij…
kritisch staan tegenover hun eigen functioneren en dat zij bereid zijn, indien nodig, hun vaardigheden bij te scholen; ouders in een vroeg stadium op de hoogte stellen van mogelijke problemen; volgens afspraak een gesprek over een kind aanvragen; voldoende gesprekstechnieken kunnen hanteren om een gesprek goed te laten verlopen; ouders positief benaderen en open staan voor kritiek; bij geuite kritiek door de ouders die kritiek niet van een waardeoordeel voorzien; vanuit hun professionaliteit zoeken naar de beste argumenten om hun handelen ten opzichte van een leerling aan de ouders duidelijk te maken, dit zonder daarbij in de verdediging te gaan; na het aanhoren van goede argumenten van de ouders voldoende flexibel zijn om zonodig het eigen handelen aan te passen; tijdens een gesprek bij een dreigende impasse een time-out inbouwen (bijv. door een vervolggesprek te plannen) en zo een moment voor reflectie creëren; weten waar de grenzen van goed fatsoen en van redelijkheid liggen. In geval van dreigende escalatie is het beter om een nieuwe afspraak te maken of om de directeur/directie erbij te betrekken (zie volgorde); op geen enkele wijze discriminatie toepassen of dat tolereren van anderen; zorgvuldig omgaan met achtergrondgegevens van iedere leerling en deze informatie niet zonder toestemming van ouders doorgeven aan derden.
Van ouders wordt verwacht dat zij…
zich op de hoogte stellen van de schoolregels en zich aan deze regels houden; leerkrachten in een vroeg stadium op de hoogte stellen van mogelijke problemen; volgens afspraak een gesprek over hun kind aanvragen; respect tonen naar/voor leerkrachten, leerlingen en andere ouders; weten waar de grenzen van goed fatsoen en van redelijkheid liggen; leerkrachten positief benaderen en zelf ook open staan voor kritiek; zich niet op discriminerende wijze uitlaten over leraren, leerlingen en ouders; na het aanhoren van goede argumenten van de leerkracht / leerkrachten voldoende flexibel zijn om zo nodig het eigen handelen aan te passen; pesterijen of andere vormen van ongewenst gedrag direct melden bij de groepsleraar (zie het pestprotocol).
Van leerlingen wordt verwacht dat zij…
de schoolregels kennen en deze naleven; het pestprotocol van de school kennen en dit naleven; respect tonen naar/voor volwassenen en hun medeleerlingen; geen discriminerende opmerkingen plaatsen en/of ruw taalgebruik naar medeleerlingen en volwassenen bezigen; meningsverschillen met leerkrachten, ouders en medeleerlingen op een correcte manier oplossen, zonder uitingen van agressie, zoals schoppen, schelden, slaan enzovoort.
9.2 Pestprotocol OBS Meerpaal
Pesten bestaat helaas op iedere school, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en wat onze school serieus aan wil pakken.
Pesten op school lijkt een ingewikkeld probleem, maar het is eenvoudiger aan te pakken dan vaak wordt gedacht. Daaraan zijn echter wel enkele voorwaarden verbonden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerkrachten, ouders en leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende middengroep). De school moet het pestprobleem voorkomen. Een preventieve aanpak bestaat ondermeer uit de behandeling van het onderwerp met de leerlingen, waarna met hen regels worden besproken. De school hanteert als preventieve aanpak de methode Klassenbouwers en Win-Win. Tevens wordt de aanpak versterkt met de posters van de stichting tegen zinloos geweld en Weerbaar Info. Als pesten desondanks optreedt, moeten leerkrachten dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. De school beschikt over een pestprotocol. De school zal de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen volgen door middel van een meetinstrument: KIJK van het RPCZ en Zien van Parnassys. De school gebruikt een jaarlijkse Pest-test, die afgenomen wordt in de groepen 5 tot en met 8 en de Leonardo Boven Bouw. De uitkomsten van deze test en het pest beleid worden jaarlijks besproken in de werkgroep SEO ( die vier maal per jaar bijeenkomt en daarbij altijd het sociale klimaat binnen de school bespreekt ).
Uitgangspunten: Iedereen heeft recht op een respectvolle behandeling. De hele groep is medeverantwoordelijk voor het welzijn van een ander groepslid. Plagen of pesten? Bij plagen heb je niet de intentie om de geplaagde te beschadigen. Bij plagen gaat het om humor. Kinderen met een laag zelfbeeld, kinderen die veel geplaagd zijn, weinig zelfvertrouwen hebben, kunnen niet tegen plagen. Pesten. Bij pesten is er een duidelijke slachtoffer-rol en dader-rol. Pesten is zeer slecht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het slachtoffer. Het slachtoffer kan volledig getraumatiseerd worden. Trouwens pesten is ook slecht voor de pester, want hij ontwikkelt een manier om met mensen om te gaan, die ervoor zorgt dat hij meer kans heeft om in de criminaliteit terecht te komen. Pesten is kindermishandeling tussen kinderen onderling. Pesten ontstaat vaak als er een nieuwe groep is. Eerst proberen kinderen elkaar uit. Wie wordt de leider. Pesten kan zich helaas goed ontwikkelen als in de beginfase de strijd om de hiërarchie te lang duurt. De groep betrokkenen zijn: de gepeste, de pester, de meelopers, de zwijgers, de (aspirant) helpers, de groepsleerkracht, de andere volwassenen in de school, de ouders van de pester, de ouders van de gepeste, de andere ouders, de directie, de vertrouwenspersoon. De gepeste Soms hoor je : “Hij vraagt erom!” Toch kom je nooit iemand tegen, die het lekker vindt om gepest te worden. Bij pesten zit de pester fout en niet de gepeste.
Pest gevallen kunnen gemeld worden door ouders en/of kinderen of gesignaleerd worden door de leerkracht. Speciale aandacht daarbij verdienen de “vrije” momenten, zoals pauzes en gymlessen of tijdens de overblijf. Tevens kan pest gedrag op school ontstaan door gebeurtenissen van buitenaf buiten schooltijd. Na signalering van pestgedrag wordt door de school tot actie overgegaan. Dit gebeurt in eerste instantie door gesprekken met de pester, gepeste en de ouders van beide partijen. Een dergelijk gesprek wordt niet door de leerkracht alleen aangegaan. Waar mogelijk sluit de IB-er of directeur aan en altijd wordt er verslag van gemaakt en dit wordt toegevoegd aan het dossier van beide leerlingen. Indien het een klacht van seksuele intimidatie betreft kan overgegaan worden door het inschakelen van externe instanties zoals bijvoorbeeld een GGD of vertrouwenspersoon. Bij een gesprek worden de volgende tips in aanmerking genomen :
De gepeste:
Tips voor leerkracht 1. Bouw een goed contact op met de gepeste. 2. Bevestig de gepeste in wat hij wel goed doet. 3. Ga na of een ander kind in de klas, met een hoge sociale rangorde (populair), en communicatief begaafd, de gepeste tijdelijk wil ondersteunen (helper). 4. Neem de sociale interacties met het kind door, bijvoorbeeld: " je reageerde zo op….Wat gebeurde er daarna en was je daar tevreden mee?" Als een kind niet tevreden was met de reactie van een ander, dan kun je vragen: "Hoe had je het anders kunnen doen?" Laat de gepeste dit verhaal vertellen alsof het een film is waarnaar je samen kijkt. 5. Help de gepeste. Tips voor het kind 1. Besef, dat ieder mens belangrijk is, jij dus ook. 2. Vertel aan je ouders dat je gepest wordt, of aan een oom, tante, enz, maar praat erover. 3. Je kunt ook de kindertelefoon bellen: 0800 – 0432 (mobiel: 0900-0132) 4. Als je op school gepest wordt, ga dan praten met een leerkracht, die jij vertrouwt en waarvan jij denkt, dat die jou kan helpen. Op sommige scholen voor voortgezet onderwijs zijn kinderen / studenten opgeleid om je verhaal aan te horen en daar wat mee te doen. 5. Als je gepest blijft worden, ga dat dan aankaarten (of je ouders) bij de groepsleerkracht en als dat niet helpt bij de directeur. 6. Leg een dagboek aan. Hierdoor schrijf je de ellende een beetje van je af, en je kunt bij andere mensen aantonen wanneer wat waar gebeurde. 7. Ga na wat je leuk vindt op deze school en schrijf dat ook op. 8. Als je ook buiten de school gepest wordt, door leerlingen van je eigen school, meld je dat ook op school.
De pester.
Tips voor ouders en leerkracht 1. Bouw een goed contact op met de pester. 2. Bevestig de pester in wat hij wel goed doet. 3. Laat de pester ervaren dat je hem als mens mag, en dat je de gepeste ook mag. 4. Maak de pester duidelijk, dat het gedrag pesten leidt tot ernstige problemen en dat je dat op zich jammer vindt, omdat je hem als mens aardig vindt. 5. Ga samen met de pester na, waarom hij pest. Verderop wordt beschreven hoe u een gesprek kunt voeren met een pester. 6. Maak de ouders van de pester duidelijk dat pesten niet wordt geaccepteerd, ondanks het feit dat hun kind best aardig is. 7. Maak duidelijke afspraken met de pester, inzake pestgedrag. Beloon goed sociaal gedrag, en bestraf pestgedrag en bespreek dit gedrag; vraag hoe het anders kan; 8. Accepteer nooit lichamelijk geweld! Geef daarvoor straf en leer het kind nieuw gedrag aan, bijvoorbeeld problemen oplossen .Tevens is het zinvol de ouders van een pester zeer duidelijk te maken, dat geen enkele vorm van geweld door de beugel kan. De leerkracht mag eisen van de ouders, dat zij hun kind dat goed duidelijk maken; 9. Help de pester via een groepsaanpak
Tips voor het kind Wat je kunt doen om met pesten te stoppen en om populair te blijven of zelfs te worden. 1. Beslis gewoon voor jezelf: ik stop vandaag met pesten. 2. Loop naar diegene(n) die je vaak gepest hebt en zeg gewoon: "Vanaf vandaag pest ik je niet meer!" En loop dan gerust stoer weg, want dan ben je ook echt stoer en geniet er maar van! 3. Als iemand nog wat wantrouwig kijkt is dat niet gek natuurlijk. Men vertrouwt je nog niet helemaal, want ze verwachten niet van jou, dat je stopt met pesten. 4. Maar ga gerust nog een stapje verder. Als iemand je aankijkt zeg je "hoi" of iets dergelijks, of je geeft een knikje, of je grijnst even vrolijk naar diegene. 5. Je moet dit wel even volhouden hoor, maar na een maand zullen de anderen begrijpen, dat je een leuk en aardig figuur bent geworden. Je zult er vrienden bij krijgen en je oude vrienden moeten misschien nog even aan je wennen. Het kan best zijn, dat je oude vrienden nog willen, dat je gaat pesten, maar maak hen maar met de nodige humor duidelijk dat je daarmee bent gestopt. 6. Je hoeft natuurlijk niet direct vrienden te worden met diegene die je vroeger pestte, maar als je niet pest ben je al hartstikke goed bezig. Pesten aanpakken op school. 1. We blijven samen over pestbeleid praten en gebruiken dit pest protocol. 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen volgen en noteren in een leerlingvolgsysteem. De signalering wordt gebruikt bij verdere acties.
Actuele bron rondom pesten: Als actuele bron maken we gebruik van: www.pestweb.nl Deze website heeft volop actuele bronnen. Als stappenplan: 1) pesten” onderkennen 2) gesprekken kinderen; eventueel gebruik maken van de “omgekeerde” methode; “Het pesten” benoemen en alle kinderen een week de tijd geven om hier aan te werken….wat gaan we met z’n allen doen aan het pestprobleem? 3) Eventueel stap 2 een aantal weken herhalen tot er resultaten zijn. 4) Ouder(s)/verzorger(s) erbij betrekken indien pestgedrag niet verminderd ( we spreken dan immers over een rode kaart!) 5) Rode kaart traject(!) ; Indien bij herhaaldelijk pest gedrag en na een aantal interventies door de school het pestgedrag niet verbeterd kan worden overgegaan tot schorsing en of verwijdering. Hierbij verwijzen we naar het Protocol Schorsing en Verwijdering zoals beschreven en opgelagen in het vademecuum van Leertij. Extra bron: posicom protocol (wordt bewaard in dossierkast in mapje pesten) Extra hulpmiddel om de “groep in beeld te krijgen” is een sociogram maken; dit kan erg gemakkelijk via www.sociogram.nl. M.b.v. dit instrument kun je de groep in kaart brengen en kijken waar er risico’s zitten.
9.3 Omgangsregels OBS De Meerpaal
Voor onze school zijn een aantal buitengrenzen en regels opgesteld die we proberen met z’n allen na te leven. We hebben onderscheid gemaakt tussen de zgn. buitengrenzen en regels. “Een buitengrens” is een handeling of uiting die we als school TOTAAL onaanvaardbaar vinden. - iemand fysiek geweld aandoen (pijn!) zoals schoppen, slaan, bijten etc. - geen respect voor een ander of andermans spullen - pesten!! - niet luisteren naar pleinwacht/overblijfouders - grof (ongewenst) taalgebruik - spugen Deze buitengrenzen worden regelmatig met de kinderen besproken en deze worden visueel ondersteund d.m.v. posters. Indien iemand deze grens overschrijdt zal er altijd een sanctie volgen. Schoolregels/afspraken zijn "spelregels" die belangrijk zijn om veilig en respectvol met elkaar om te gaan.
Daarnaast gelden de volgende regels voor leerlingen en leerkrachten:
Regel 1: Wij zijn aardig voor elkaar
We hebben respect voor iedereen en spelen alleen leuk en op een veilige manier met elkaar. We spelen met alle kinderen en laten iedereen meedoen. We blijven van elkaar af We laten kinderen met rust als ze dat willen en gebruiken het woord STOP om aan te geven dat we iets niet willen of niet leuk vinden. Bij het woord STOP houdt de ander op. We noemen de andere kinderen gewoon bij de eigen voornaam. Nieuwe kinderen worden door ons geholpen om zich welkom te voelen. Tegen de eigen juf of meester kan in de klas gewoon “je “ worden gezegd of meester/juf en de voornaam . Buiten de klas tegen andere meesters en juffen zeggen we “U” en/of meester/juf en de voornaam. We pesten geen andere kinderen. Als we pesten zien gebeuren, helpen we door dit tegen de meester of juf te zeggen.
Regel 2: Wij zijn zuinig op onze spullen
We zitten alleen aan onze eigen spullen. Jassen en tassen hangen we aan de kapstok ( ook die van een ander ) ( Na de overblijf op het tassen - rek bij de buitendeur ) Onze laatjes en spullen zijn netjes opgeruimd. We schrijven met vulpen, stabilo pen of potlood. Elk kind krijgt 1 keer van school een vulpen. Huiswerk gaat in een tas mee naar huis en komt netjes terug. De fietsen staan netjes in de fietsenberging Afval doen we in de prullenbakken
Als we de grote zaal hebben gebruikt, zetten we alles netjes terug.
We leveren gsm’s en mp3 spelers in voor aanvang van de les.
Regel 3: Wij zijn rustig in school
We lopen over het speel plein ( met de fiets aan de hand ) ( sanctie “: 2e waarschuwing: 1 week binnen ) Voor schooltijd blijven we buiten tot de zoemer gaat; uitzondering alleen voor een verjaardag of spreekbeurt mogen we spullen voor de zoemer naar binnen brengen. Bij de regenbel ( 3X ) mogen we direct rustig naar binnen zonder in de rij te staan. Bij de regenbel ( 3X ) vlak voor het naar buiten gaan, blijven we binnen onder toezicht van de eigen meester of juf. We blijven op het plein en mogen alleen met toestemming van de pleinwacht van het plein af. We blijven niet bij de toegangshekken van school staan. We zijn rustig in de gang, toiletten en andere ruimtes binnen de school. Er gaat maar 1 kind per groep per keer naar het toilet. We wachten tot de ander terug is.
We staan netjes 2 aan 2 in de rij en gaan pas naar binnen als we rustig zijn.
Regels voor de leerkracht
Kinderen niet alleen in een lokaal achter laten ( ook niet als het kind niet mee kan naar de gym ) – altijd onder toezicht. Kinderen niet alleen in de magazijnen. Kinderen zo min mogelijk zonder toezicht laten. Lichten niet onnodig laten branden. Geen aangebroken pakken schriften laten liggen in het magazijn. Alleen de methodeboeken van rekenen en taal liggen in de laatjes van de kinderen. Ook een vrijleesboek ligt in het laatje. Verder geen boeken in het laatje. Wekelijks controleren we de laatjes van de kinderen. Geen kauwgom op school. De kinderen gebruiken alleen 23 rings-mappen. Na gebruik van het documentatiecentrum controleren of alle boeken op zijn plaats staan en de deuren van dekasten sluiten. Gebruik van de eigen GSM tot een minimum beperken en niet buiten op het plein. Niet bij de hekken laten spelen. Kinderen mogen niet van het plein aflopen. Bij slecht weer mogen de kinderen naar binnen. Regenbel laten klinken ( 3X kort ) en kinderen naar de eigen klas. De eigen leerkracht houdt supervisie in de klas. Bij slecht weer vooraf aan de pauze wordt de regenbel gebruikt door de pleinwacht van dat moment ( 3X kort bellen ) en blijven de kinderen binnen onder supervisie van de eigen leerkracht. Bij de zoemer gaat iedere leerkracht zo snel mogelijk naar zijn/haar klas. Kinderen mogen pas naar binnen, als ze netjes in de rij staan ( 2 aan 2 ). Taalgebruik - Voorbeeldgedrag: spreek kinderen aan, zoals je zelf zou willen aangesproken worden. - Leerkrachten houden t.o.v. kinderen ( elkaar ) hun handen thuis. - Leerkrachten zonder zich niet met één kind af. - Spullen, die afgepakt zijn, worden normaal gesproken aan het eind van de dag mee terug gegeven ( uitzondering: spullen, die een kind echt niet bij zich hoort te hebben ). - Sancties worden overgenomen door andere leerkrachten. - Het “op de gang” zetten is een uiterste noodmaatregel en mag alleen voor korte tijd ( alleen om af te koelen ) - De kinderen gaan op tijd naar huis ( nablijven moet gemeld aan de ouders ). Aanwezigheid : 20 minuten voor schooltijd; zeker 1 uur en 15 minuten na schooltijd. Uiterlijk. We zien er representatief uit ( zie gedragsprotocol Open Basis ). Eten, drinken en roken. - Roken buiten het schoolterrein ( wel tijdens gelegenheden ) - Geen alcohol ( wel tijdens gelegenheden )
Regels voor overblijf Hier willen we verwijzen naar het TSO Regelement Tussen Schoolse Opvang – TSO. Dit wordt jaarlijks herzien en bekrachtigd in de eerste vergadering van het nieuwe schooljaar. Het document als zodanig is opgeslagen op de Leertij server. Binnen school is de afspraak, dat alle aanwezige leerkrachten kunnen worden ingeroepen om eventuele escalaties te helpen voorkomen, dan wel uitzoeken en afhandelen.
9.4 Pleinwacht Inleiding: Toezicht op het plein wordt op school verzorgd bij toerbeurt door leerkrachten van onze school. Tijden zijn 08.20 - 08.30, 10.15 - 10.30, 10.30 - 10.15 en (indien van toepassing) 13.05 - 13.15 uur. Dit is vastgelegd in een zogenaamd pleinwachtrooster. Indien iemand ondersteuning wenst wordt deze bijgestaan door een extra collega. Bij geplande afwezigheid dient de afwezige collega zelf pleinwacht te regelen/ruilen. Bij ziekte is het de taak van de directeur om het pleinwachtgebeuren in goede banen te leiden. Voorbeeld huidige rooster:
Pleinwachtrooster 2012/2013 Pauzes:
De groepen 3 , 4 en LMB (kleine plein,)groep 5 en 6(grote plein) van 10.15 tot 10.30 uur. De groepen 7, 8 en LBB van 10.30 tot 10.45 uur op het grote plein.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
Vrijdag
8.20 – 8.30
Eliane
Jacqueline
Irene
Resi
Simone
10.15 –10.30
Kees
Jacqueline
Kees
Resi
Huub
10.30 –10.45
Eliane
Annemiek
Irene
Annemiek
Simone
13.05 – 13.15
Eliane
Annemiek
_
Kees
Ruby
8.20 – 8.30
Dominique
Ineke
Ineke
Nienke
Nienke
10.15 –10.30
Dominique
Nienke
Ineke
Anita
Nienke
13.05 – 13.15
Irene
Huub
_
Anita
Huub
Grote plein
Kleine plein
N.B. -
Eventuele wijzigingen doorgeven aan Huub of Irene Vergeet niet bij vervanging en ADV door te geven, dat je pleinwacht hebt.
Afspraken plein : Het is de taak als pleinwacht om de kinderen die naar binnen zijn gestuurd ook even zelf af te handelen. Ook wordt er afgesproken dat we actiever betrokken zijn bij het naar buiten gaan van de kinderen tussen de middag en na school. Dat betekent, dat de leerkacht de groep begeleidt tot aan de buitendeur en ervoor zorg draagt, dat de groep in alle rust het schoolgebouw en terrein verlaat. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.