praktijk
• tekst : NICOLE RIETMAN–REIJN • foto’s : KARIN VAN DER MEUL
Veulen op komst
Nu het geboorteseizoen nadert breken er voor veel fokkers weer spannende tijden aan. Vermoeiende tijden ook want aan de geboorte van een veulen gaan vaak slapeloze nachten van de wakende eigenaar vooraf. In dit artikel informatie over hoe je je merrie optimaal voorbereidt, je de slapeloze nachten tot een minimum kunt beperken en wat te doen bij de geboorte.
Een gezond pasgeboren veulen, de wens van iedere fokker.
20
IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P020 20
19-02-2010 14:02:04
Bij dekstation en dierenkliniek Enterbrook in Enter van worden jaarlijks zo’n dertig veulentjes geboren. Eigenaar Gerrit ter Harmsel zwaait er de scepter over de stoeterij en hengstenhouderij. Echtgenote Leontine ter Harmsel – Zanderink, erkend paarden- en keuringsdierenarts, heeft de leiding over de kliniek. Eén van haar specialismen is gynaecologie. Hoe bereid je een merrie optimaal voor op de bevalling volgens haar? “Dat is een beetje afhankelijk van of je een vroeg of een laat veulen krijgt. Bij de vroege veulens die
geboren worden in maart of begin april staat de merrie meestal dag en nacht op stal. Wij beginnen ongeveer twee maanden van tevoren met het voeren van merriebrok. Natuurlijk probeer je de merrie zoveel mogelijk goed in conditie te houden, maar in de laatste twee maanden van de dracht heeft een merrie net iets meer nodig. Merriebrok bevat iets meer vitaminen en mineralen waar het veulen ook het één en ander van meekrijgt. Het bevat ook koper waarvan het sterke vermoeden bestaat dat het een gunstige invloed heeft op het voorkomen van OCD.” Veel merries worden nog een tijdje doorgereden voordat het veulen komt. Is er een algemene richtlijn te geven van hoe lang je daarmee door kunt gaan? “Nee, je merkt tijdens het rijden wel of de merrie het nog prettig vindt of niet. Als ze het niet prettig vindt moet je er gewoon mee stoppen. Natuurlijk hangt het ook af van wat je ermee doet. Met springen moet je uiteraard eerder stoppen dan met het maken van recreatieve buitenritjes. En het verschilt ook weer per paard. Als een merrie normaal in conditie is en zich er happy bij voelt is het altijd beter om haar zo lang mogelijk aan de gang te houden. Maar als een merrie nooit wat gedaan heeft moet je niet in de tweede helft van de dracht beginnen met haar zadelmak te maken. Of een merrie die nog maar weinig gewerkt heeft ineens in de winter een IBOP-proef laten lopen. Dat is niet verstandig. Je moet stress toch wel zoveel mogelijk zien te voorkomen.”
De eerste tekenen Hoewel ze per merrie heel verschillend kunnen zijn, zijn er verschillende voortekenen die de geboorte aankondigen. Een algemene richtlijn is dat het uier begint vol te lopen en meer op spanning komt te staan en dat de banden aan de bovenkant van het bekken beginnen in te vallen. Als je achter de merrie staat zie je dat ze een wat puntig kruis krijgt, dat de ruggengraat er als het ware bovenop ligt en dat ze aan de zijkant van de staartwortel wat indeukt. Maar dit is per paard heel verschillend. Gerrit: “Nog een teken is de harspuntjes die veel merries laten zien doordat er iets van de biest uit het uier loopt en stolt zodra het naar buiten komt. Normaal gesproken is het veulen er dan met twee of drie dagen. Maar je hebt ook merries die de melk echt lang van tevoren laten lopen, en je hebt ook
merries die dat helemaal niet doen. Als wij hier zien dat een merrie een heel groot uier heeft en de spenen goed vol zijn maar nog niet harst dan doen wij toch alvast het geboortealarm op. Liever één of twee weken te vroeg dan dat je te laat bent. In 99% van de gevallen gaat een geboorte goed maar je zult maar net een geboorte missen die zonder hulp niet goed afloopt.” Ondanks het geboortealarm mist Gerrit ook wel eens een bevalling. “We hebben hier een merrie, die bevalt alleen maar staand. Dus dat alarm gaat nooit af. De eerste keer dat ik bij die merrie de bevalling had gemist begreep ik er helemaal niks van. De merrie was niet vies, had niks van stro of krullen op haar rug of iets dergelijks. Zo’n bevalling is niet zo heel fijn voor het veulen want de merrie is 1.75m groot. Een dergelijke merrie moet je dus dubbel goed in de gaten houden.”
Waken Gemiddeld duurt de dracht van een merrie elf maanden. Maar dat is maar een gemiddelde. Het werkelijke moment van de geboorte kan variëren van twee weken voor de uitgerekende datum tot wel een maand daarna. Merries die een vroeg veulen krijgen, in februari of maart, dragen vaak wat langer dan elf maanden. Late veulens komen vaak iets eerder. Het weer lijkt hierop zijn invloed te hebben. Als de voortekenen van een bevalling per merrie zo sterk verschillen en de duur van de dracht ook, wat is dan een goed moment om te beginnen met waken? Leontine: “Dat is heel moeilijk te bepalen. Als je een merrie goed kent zie je wel veranderingen in haar gedrag. Dan zie je bijvoorbeeld haar eetpatroon veranderen of je ziet dat ze zich afzondert. Dan is het zaak om heel goed het uier in de gaten te houden en de banden.” Gerrit: “En als een merrie plotseling heel veel in de stal begint te krabben en de boel op de kop begint te zetten dan weet je eigenlijk wel zeker dat het veulen er heel snel aan komt.” Leontine: “Veel mensen, zeker mensen die maar één paard hebben, doen al heel vroeg een geboortebewakingssysteem op en dat kan natuurlijk helemaal geen kwaad.”
Rust op stal Leontine: “Wat je vaak ziet bij mensen die maar één merrie hebben is dat er heel veel mensen bij de geboorte willen zijn. Zodra IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P021 21
21
19-02-2010 14:02:11
heden waarbij er veel ongewone onrust op stal is en waar de hele familie naar het veulen komt kijken. Als je de merrie rustig alleen laat met het veulen komt het in negen van de tien gevallen met dat drinken wel goed.”
De geboorte
Foto: Nicole Rietman-Reijn
Het zogenaamde ‘kegelen’ is een teken dat de geboorte eraan komt, maar geeft geen zekerheid over de tijd dat het nog gaat duren.
Bij dekstation en dierenkliniek Enterbrook in Enter van worden jaarlijks zo’n dertig veulentjes geboren. Eigenaar Gerrit ter Harmsel zwaait er samen met zijn vrouw Leontine de scepter.
zo’n merrie dan een beetje harst komt er heel veel onrust in de stal. Er komen veel mensen kijken, het licht wordt ineens aangelaten terwijl het normaal gesproken uit is, allemaal voor de merrie ongewone dingen die toch wat stress veroorzaken, en dan houden ze gewoon het veulen op.
22
Soms blijven mensen in de stal slapen maar op een onbewaakt moment, als ze toch moe worden en bijvoorbeeld even in huis gaan slapen, wordt het veulen ineens geboren. Dat gebeurt echt heel vaak. En het zijn ook vaak de veulens die niet willen drinken die geboren worden in omstandig-
Veel oudere merries zijn na het dekken dichtgezet. Die zullen dus voordat het veulen geboren wordt weer open gemaakt moeten worden. Leontine: “Dat kan de eigenaar tijdens de geboorte zelf doen maar veel eigenaren vinden dat niet prettig. En bovendien komt een bevalling soms zo onverwacht dat de eigenaar te laat is. Het is dan ook aan te raden om zo’n twee weken voor de geboorte de merrie door de dierenarts open te laten maken.” Leontine: “Ga er maar vanuit dat als je de dierenarts belt als de bevalling is begonnen, het veulen er al is voordat de dierenarts gearriveerd is. En zo niet, dan is er echt iets aan de hand. Het is goed om een buurman of een sterk iemand te kunnen vragen om even te helpen met trekken als dat nodig mocht zijn. Een emmer water, betadine en een handdoek zodat je even je handen kunt wassen voordat je bij een merrie naar binnen gaat is een goed idee. En wij doen altijd een beetje ontsmettende spray op het naveltje. Daarbij moet je wel heel goed uitkijken dat je daar geen stinkende spray voor gebruikt zoals acederm om te voorkomen dat de moeder een afkeer van het veulen krijgt en het veulen niet wil likken. Door het zogen van het veulen en het likken van het veulen door de moeder komt bij de merrie het hormoon oxytocine vrij wat er ondermeer voor zorgt dat de nageboorte eraf komt. Merries die hun veulen niet willen likken blijven dan ook heel vaak aan de nageboorte staan. Je komt dan in een vicieuze cirkel waar je zonder hulp moeilijk uit komt. Wij gebruiken meestal jodium of de blauwe violet spray. Gerrit: “Die handdoek is niet alleen handig om je handen af te kunnen drogen na het handen wassen, je kunt hem ook goed gebruiken als je moet trekken. Met een handdoek om de beentjes heb je iets meer houvast.”
Niet te snel trekken Gerrit: “Als je ziet dat er een blaas komt met een voetje en een snuitje moet je even goed voelen of er twee voetjes naast elkaar
IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P022 22
19-02-2010 14:02:20
liggen met het snuitje erop. Soms moet je het tweede beentje iets naar beneden halen als het niet helemaal in de goede positie ligt. Als dat in orde is kun je de merrie rustig even haar gang laten gaan. Mensen willen vaak zo snel mogelijk het veulen eraf hebben en beginnen vaak veel te vroeg te trekken. Áls je helpt, help dan op het moment dat je merkt dat de merrie perst. Anders niet. Dat heeft geen zin.” Leontine: “Mensen beginnen inderdaad vaak veel te vroeg te trekken. Het geboortekanaal is dan nog niet genoeg verweekt en dan kun je trekken wat je wilt maar dat heeft geen zin. Soms zakt het veulen ook weer een stukje terug als de merrie even gaat staan. Maar als de merrie ligt en het hele hoofdje is eruit met oren en al dan kun je helpen. Dat doe je door de beentjes boven de kogeltjes te pakken, bij de pijpjes en met het hoofdje op de voorbeentjes en je trekt in de richting van de hakken van de merrie. Het is ook zinvol om dan te helpen want als het hoofdje er eenmaal is, is het zaak dat het deel tot achter de ribbenkast ook snel geboren wordt. Dat de achterbeentjes dan nog even in de merrie blijven liggen is helemaal geen probleem. Je ziet wel eens dat de merrie dan heel moe is en even niet meer werkt. Dat geeft niet. Het hoofdje is vrij, het veulen kan zelf ademhalen. De navelstreng kan dan wel wat klem zitten op de bekkenbodem maar dat is dan niet erg.” Gerrit: “Als het hoofdje helemaal geboren is maken wij de vruchtblaas kapot zodat het veulen kan ademen, mocht de navelstreng geknapt zijn of bekneld zitten.” Leontine: “Dat vlies dat direct om het veulen heen zit kan heel taai zijn. Normaal gesproken moet
een veulen dat zelf kapot kunnen maken, maar een veulen dat verminderd levensvatbaar is en de kracht niet heeft komt daar niet doorheen.”
Nageboorte Als het veulen is geboren zal de merrie vrij snel weer opstaan. Op dat moment knapt de navelstreng vanzelf. Daar hoef je niets aan te doen. Leontine: “Op zo’n twee centimeter van de buik van het veulen vandaan zit op de navelstreng een soort van inkeping. Dat is de plek waar de navelstreng knapt. Je kunt daar met je duim en wijsvinger heel hard in knijpen zodat je dat plekje als het ware een beetje prepareert, maar je moet daar niet teveel aan doen.” Na het veulen moet de nageboorte nog van de merrie afkomen. Leontine: “In de vliezen die achter de merrie hangen kun je allemaal knopen maken. Dat moet je redelijk hoog proberen te doen, boven het spronggewricht, want het zakt telkens verder naar beneden. Je moet voorkomen dat de merrie erop trapt en dat het afknapt. Dan heb je er geen gewicht meer aan en vaak blijft zo’n merrie dan aan de nageboorte staan.” De nageboorte moet binnen zes uur van de merrie af zijn. Leontine: “Maar als je na twee uur ziet dat de nageboorte niet zakt moet je eigenlijk wel de dierenarts bellen. En ook niet denken als je veulen om twaalf uur ’s nachts geboren is dat je om acht uur de volgende morgen nog wel kunt bellen. Dat is echt veel te laat. Je krijgt veel teveel bacteriën in de baarmoeder en dat is niet bevorderlijk voor een volgende dracht. Merries die aan de nageboorte zijn blijven
Als je ziet dat er een blaas komt met een voetje en een snuitje moet je even goed voelen of er twee voetjes naast elkaar liggen met het snuitje erop.
Geboortemelders Er zijn verschillende geboortemelders op de markt die waarschuwen op het moment dat een veulen geboren gaat worden. Het birth alarm bestaat uit een zender en een ontvanger. De zender wordt in een rolsingel geplaatst of aan een halster en op het moment dat een merrie helemaal op haar zij gaat liggen om te persen wordt er een signaal naar de ontvanger gestuurd waardoor er een alarm afgaat. Dat alarm kan ook via een mobiele telefoon doorgegeven worden. Het birth alarm is vrij kostbaar maar kan bij verschillende ruitersportzaken gehuurd worden. De zweetband is een geboortemelder die in het verleden vaak werd gebruikt maar die niet heel betrouwbaar is en vaak een vals alarm geeft. Bovendien zijn er veel merries, vooral oudere, die helemaal niet zweten en dan werkt de melder niet. Het Jan Wolters systeem: Bij dit systeem wordt er door een dierenarts een chip op de schaamlippen gezet dat een alarm laat afgaan op het moment dat de vruchtblaas naar buiten komt. Het is een systeem dat niet zozeer door particulieren, maar voornamelijk op grote stallen wordt gebruikt. Nieuw op de markt is een geboortemelder die ploselinge wijzigingen van de lichaamstemperatuur registreert. De computer neemt deze veranderingen waar en belt de eigenaar om aan te geven dat de geboorte eraan zit te komen.
Als het veulen tot de oren eruit is kan het vlies worden gebroken. Het is ook zinvol om dan te helpen want het is zaak dat het deel tot achter de ribbenkast ook snel geboren wordt. Dat de achterbeentjes daarna nog even in de merrie blijven liggen is helemaal geen probleem. IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P023 23
23
19-02-2010 14:02:29
Het veulen is bijna geheel geboren, maar de navelstreng nog intact. Normaal zal deze knappen als de merrie gaat staan of het veulen flink beweegt.
staan dekken wij sowieso niet in de veulenhengstigheid. Ze worden minder makkelijk drachtig en als ze wel drachtig worden heb je veel vaker een vroege embryonale sterfte.”
Drinken Een vlot veulen staat doorgaans binnen een half uur. Gerrit: “Als een veulentje nog ligt, de navelstreng is geknapt en de merrie ook ligt leggen wij het veulen vaak voor de merrie neer zodat ze contact kan maken met het veulen. Soms strijken wij de neus van een hele onervaren merrie wel eens in met de nageboorte, zodat het veulen voor haar niet vreemd ruikt.” Als de merrie en het veulen eenmaal staan zal het veulen vrij snel op zoek gaan naar de uier. Meestal weet het veulen zonder hulp de weg te vinden en zal de merrie het drinken accepteren. Maar soms ook niet. Leontine: “Je kunt het de merrie wat makkelijker maken door even wat spanning van het uier te halen door de merrie een heel klein beetje te melken, hoewel je natuurlijk niet teveel van de biest verloren wilt laten gaan.” Als het veulen binnen twee uur niet gedronken heeft zul je moeten proberen om het veulen te helpen. Gerrit: “Als het veulen niet drinkt omdat de merrie geïrriteerd is en slaat kun je de merrie even een praam opzetten zodat ze accepteert dat het veulen drinkt. Meestal lukt het daarna wel vanzelf.” Leontine: “Als je veulen niet drinkt omdat het daarvoor te slap is kun je de merrie melken en de melk opvangen in een flesje. Met behulp van een lammerenspeen kun je het veulen de melk uit het flesje geven zodat hij sterker wordt en de kracht krijgt om bij de
24
Een goede voorbereiding is essentieel. Zaken als een emmer met water en zeep, schone handdoeken, een staartbandage, jodium, trektouwtjes, schone scharen en een navelklemmetje kunnen gemakkelijk worden klaargelegd zodat ze voor het grijpen liggen als het zover is.
merrie te gaan drinken. Dat doen wij niet te snel want je wilt natuurlijk dat het veulen het zelf doet, maar als het echt te slap is doen we dat. Zo’n flesje en een lammerenspeen zou je eigenlijk ook in je stal moeten hebben liggen als je een veulen verwacht.” Ook in de eerste uren na de geboorte is het heel belangrijk dat er rust in de stal is. Gerrit: “Als het veulen is geboren en de nageboorte eraf is laten wij de merrie en het veulen rustig een uurtje alleen. Als je dan even later terugkomt zie je wel of het allemaal in orde is en of het veulen gedronken heeft. Alleen hele jonge onervaren merries moet je wel even in de gaten houden. Je hebt nu eenmaal merries die slaan op alles wat beweegt. Daar moet je natuurlijk wel mee uitkijken.”
Lastige merrie Als je dan zo’n merrie hebt die niet accepteert dat het veulen bij haar drinkt, wat doe je dan? Gerrit: “Wat wij doen is om het uur of om de twee uur zo’n merrie pakken, praam opzetten, en het veulen eronder duwen.” Leontine: “En dan niet met vijf man zo’n veulentje onder de merrie drukken maar gewoon één iemand die overwicht heeft op de merrie de merrie vast laten houden en één iemand het veulen in de goede richting zetten. En niet duwen. Want hoe harder je duwt hoe harder zo’n veulen terugduwt. Als het veulen dan in de goede richting staat kun je zelf aan de andere kant van de merrie gaan zitten en met een beetje melk aan je vinger het veulen in de richting van de speen zien te krijgen. Dat gaat eigenlijk bijna altijd goed. Maar je moet daar wel echt rust voor
hebben en de tijd voor nemen. Als mensen ons bellen omdat ze een veulen hebben dat niet wil drinken komt dat in negen van de tien gevallen omdat ze niet genoeg de rust bewaren als ze proberen om het veulen te laten drinken. En als de merrie echt erg lastig is kun je haar wel een keer door de dierenarts laten sederen maar dat doe je echt alleen bij merries die heel erg lastig zijn. En door het moederinstinct dat alle merries hebben komt het uiteindelijk altijd goed.” Echt altijd? “Nou, een heel enkele keer niet en dan kun je contact opnemen met een veulencentrale, maar dat is maar een heel zeldzaam verschijnsel.”
Biest De meeste mensen weten wel dat de eerste biest heel belangrijk is voor een veulen. Maar wat is daar dan zo belangrijk aan? Leontine: “Kort na de geboorte bevat de melk een grote hoeveelheid antistoffen van de moeder en die gaan de eerste vier dagen door de darmbarrière van het veulen. Die antistoffen worden daardoor opgenomen in de bloedbaan van het veulen die daardoor een stukje weerstand opbouwt. Zeker in het begin is dat heel belangrijk. Een merrie die al meer veulens gehad heeft is al wat ouder, heeft al wat meer infecties het hoofd moeten bieden waar ze antistoffen voor opgebouwd heeft. Zo’n merrie heeft biest waar heel veel antistoffen in zitten en die van een betere kwaliteit is dan die van een merrie die haar eerste veulen heeft.”
Veulenspuit en klysma Sommige fokkers geven de pasgeboren
IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P024 24
19-02-2010 14:02:36
veulens een veulenspuit, anderen niet. Gerrit en Leontine zijn er wel voorstanders van. Leontine: “Met een veulenspuit geef je een veulen wel wat extra weerstand, maar een risicoveulen kun je er niet mee redden. In de veulenspuit worden verschillende medicijnen gestopt, de ene veulenspuit is de andere niet, maar in ieder geval zit er een tetanusserum in en wat stimulerends zoals extra vitaminen. Veel veulenspuiten bevatten ook antibiotica maar ik vind dat niet nodig als een veulen gewoon gezond is. Wij doen het wel als het gaat om een zwak veulen of een veulen met hele kromme gewrichtjes, als de navel er niet zo mooi uitziet of als de merrie vlak voor de geboorte ziek is geweest. Maar dan geven we vaak ook in de dagen daarna nog wat antibiotica.” Hengstveulentjes krijgen van Leontine en Gerrit vaak een Microlax klysma om de stoelgang op gang te helpen. Leontine: “Hengstveulens hebben vaak een smal bekken en moeten vaak heel erg persen om de eerste taaie mest, de meconium, eraf te krijgen. Als ze zo hard staan te persen kunnen ze een blaasruptuur krijgen, koliekachtig worden of een navelbreukje oplopen.” Gerrit: “Ik zou dat de fokkers ook wel aanraden om te doen. In ieder geval moeten ze de dierenarts bellen als een veulentje te lang perst. Ik heb het zelf een tijdje geleden gehad met een hengstje dat moeilijk van de mest af kon komen. Zijn buikje werd steeds dikker. Toen we een scan maakten bleek dat die buik vol urine zat. Hij is geopereerd en het is allemaal goed gekomen maar zoiets kan heel verkeerd aflopen.”
De merrie en het veulen maken voor de eerste keer contact.
Naar buiten
Al snel zal het veulen pogingen doen om te gaan staan.
Bij Gerrit en Leontine blijven de veulens na de geboorte normaal gesproken een dag op stal. Zeker de jonge merries krijgen dan iets makkelijker binding met het veulen. Gerrit: “En daarna wel de eerste paar dagen alleen naar buiten, dus niet meteen in een groep andere merries, ook al kennen ze elkaar nog zo goed.” Hoe lang je de merrie en het veulen de eerste dagen naar buiten doet is uiteraard heel afhankelijk van het weer. Leontine: “In het vroege voorjaar niet te lang. Ze gaan liggen en dat is nu gewoon nog te koud. En een nadeel in het voorjaar is dat ze uit een warme stal naar buiten gaan, springen en rennen, bezweet raken en stil gaan staan of gaan liggen. Ze
koelen dan heel hard af. Dat moet je voorkomen.” Gerrit: “Als je dan de merrie en het veulen naar buiten doet zorg dan dat de afzetting heel goed zichtbaar is. Stap desnoods even met de merrie aan het touw helemaal langs de afrastering en laat het veulen dan maar rustig eens een keer het stroomlint voelen. En als je een merrie hebt die echt heel fris is als ze naar buiten gaat kun je het beste de eerste keer even het veulen op stal laten, de merrie kort longeren zodat de eerste frisheid eraf is, en ze daarna samen mee naar buiten nemen. Zorg dan wel dat er iemand bij het veulen in de stal blijft. Maar zo voorkom je dat een
merrie in haar frisheid zo bokt dat het veulen een ongelukkige trap krijgt.” Leontine: “Wij doen het veulen de eerste dagen geen halstertje op. Als je bij zo’n jong veulen aan het halster gaat trekken om hem mee te nemen kun je best wat schade aanrichten. Dat kan zo’n nekje nog niet hebben. Als je je veulen voor het eerst mee naar buiten neemt blijf je achter het veulen en duw je hem als dat nodig is.”
Moederloze veulencentrale 070 3110367
IDS04 • 25 februari 2010
IDS04_P025 25
25
19-02-2010 14:02:46