de brahma’S van martIn lInSkenS Tekst en foto’s: Geri Glastra
Brahma’s nemen in ons hoenderwereldje een geheel eigen plaats in. De grootte en de strenge, haast vechtlustige blik, maar ook de rust en de adellijkheid die ze uitstralen, zijn typische eigenschappen van dit ras. De Brahmaclub is zeer actief in het in stand houden van dit ras en telt vele fokkers en liefhebbers. Martin Linskens, zelf gepassioneerd fokker, geeft met zijn bestuur prima leiding aan deze vereniging. In 2011 bestaat de vereniging 2 jaar en dit feit willen ze vieren met een rasgebonden Europashow, uiteraard voor Brahma’s. Martin Linskens selecteert zijn kuikens regelmatig. Dat gaat uitstekend door ze te vergelijken in tentoonstellingskooien.
Martin Linskens woont al 53 jaar in Liessel bij Deurne in het oosten van Noord-Brabant. Dat is al bijna Limburg, maar hij voelt zich toch zonder enige twijfel op en top Brabander. Hij heeft nogal
wat ruimte om zijn huis met grote opfokstallen en dito groene uitloop, waardoor het een genot is om naar de dieren te kijken. Brahma’s zijn zeer rustige hoenders, maar als ze ruim gehouden worden,
De kop en de wenkbrauwen zijn belangrijk selectiecriteria. Het rechterdier toont ze allebei duidelijk beter.
komen ze veel beter tot hun recht en lijken ze ook veel actiever te worden. Hij kan tussen zijn kippen heerlijk tot rust komen na een drukke dag. “Ik ga dan lekker een tijdje tussen mijn kippen zitten en kom dan weer helemaal bij”. Een uitspraak die ik niet van hem verwachtte, want hij lijkt nou typisch zo iemand, die zich nooit druk voelt en alles vanuit de losse pols doet. Hij fokt de Brahma’s in de kleurslagen wit zwartcolumbia en de verwante kleurslag berken. Geschiedenis van de Brahma’s De geschiedenis van de Brahma is, zoals bij zoveel rassen, niet echt duidelijk en tevens doorspekt met veronderstellingen. Er doen vele mooie verhalen de ronde, maar die berusten meer op vermoedens dan dat ze echt gedocumenteerd zijn. Zo zouden ze aan de oevers van de Brahmaputra rivier zijn ontstaan bij Luckipoor (Guwahiti, Assam, Noord-Oost India) en vanaf de monding van de Brahmaputra rivier (Chittagong) als gigantische hoenders, van wel meer dan zes kilo, naar Amerika verscheept zijn. Een andere lezing is dat ze gewoon in de Verenigde Staten zijn gefokt uit Cochins en Maleiers. Weer een andere zienswijze is dat de Brahma’s, Cochins en Langshans allemaal de zelfde voorouders ge-
BW-nr-01-2011-CS2.indd 9
23-12-2010 19:40:24
Een goede fok- en showhen heeft een brede kop en duidelijke wenkbrauwen, de halsbevedering is bij wit zwartcolumbia intens groenglanzend zwart met een helder witte omzoming. De grote slagpennen hebben een goede veerconditie en zijn zwart met een smalle witte rand. Het dons is egaal licht grijs tot op de ‘op de huid’. Dit is hier ideaal weergegeven. Voor een showhen is het dons bij voorkeur wit.
had moeten hebben. Hoe dan ook, toen ze tussen 1840 en 1850 vanuit Amerika in Engeland werden ingevoerd zouden ze, zoals dat meer gebeurde met echte bijzonderheden, gepresenteerd zijn aan koningin Victoria. Via Engeland werden de Brahma’s vanaf 1852 in een snel tempo over Europa verspreid, mede vanwege de gunstige kruisingseigenschappen. Tal van latere Europese rassen zijn ontstaan of verbeterd, door kruising met Brahma’s. Deze eerste Brahma’s leken totaal niet op de Brahma’s die we nu kennen. Ze waren toen ook enkelkammig, de bevedering was niet zo donsrijk als nu verlangd wordt en de voetbevedering was matig. In Nederland was het ras eerst ondergebracht bij de Brahma en Cochinclub die in 1946 werd opgericht en in 1964 werd uitgebreid met de Langshans. Deze
Eén van de fokhanen van Martin. Let ook op de bescheiden laag geplaatste kam.
combinatieclub is in 1986 weer opgesplitst in drie afzonderlijke speciaalclubs. Het ras is ook erkend in de in Engeland gecreëerde krielvorm. Daarvoor geldt, behoudens de typische krieleigenschappen, hetzelfde als voor de grote Brahma’s. Raskenmerken De Brahma is een volumineus hoen, dat zich kenmerkt door een zelfbewuste statig opgerichte houding, een zeer diepe en brede bouw en een goed geronde borst. De bevedering is vrij los door de flinke donsontwikkeling (maar niet zo los als bij de Cochin), waardoor die eigenschappen nog eens geaccentueerd worden. Daardoor is het gewicht niet zo hoog als het volume doet vermoeden. De haan weegt 4 tot 5 kg. en de hen 3 tot 4 kg. De krielen moeten respectievelijk 1,6 - 1,7kg. en 1,2 - 1,3 kg. wegen, maar zijn niet zelden te zwaar. Het model wordt verder sterk bepaald door een zware voetbevedering die het dier als het ware een voetstuk geeft. De kop is in verhouding klein, maar wel breed, met eveneens een kleine drierijige erwtenkam. Bij de ideale drierijige erwtenkam heeft de middelste rij zeven puntjes en is niet veel hoger dan de buitenste twee rijen, waarop vijf puntjes geplaatst zijn. De drie rijen lopen in een strakke lijn naar de beide uiteinden, waar ze samenkomen. Zo’n ideale kam zie je hoogst zelden, daarom is de totaalvorm van de kam belangrijker dan de detailonderdelen. Die totaalvorm is bij de hen weer moeilijk te beoordelen omdat die kam erg klein is. Het dilemma is dan weer het logische gevolg van grotere kammen bij de hennen en die leveren weer te grote en te hoge kammen bij de hanen op. Ook een brede kop met duidelijke wenkbrauwen zijn belangrijke beoordelingscriteria voor de Brahma, evenals een brede korte snavel. De totale kop is naar verhouding klein en daardoor lijkt het dier nog gigantischer. De hals is middellang, goed gebogen, zeer vol bevederd tot in de nek, waardoor duidelijk verschil tussen kop en halsveren ontstaat, het zogenoemde knikje in de nek. De rug is vrij kort en breed en door het vol bevederd
zadel loopt die schuin op naar de iets hoger in lijn gedragen vrij bescheiden staart. Een goede rug - staartlijn zonder kussenvorming is belangrijk voor het juiste type van de Brahma. De staartdracht is zeer breed, meer een omgekeerde U dan een V en de sikkels willen daardoor ook nog wel eens zijwaarts spreiden, wat niet als een fout gezien mag worden. De vleugels zijn klein en moeten goed aangetrokken gedragen worden, zodat de onderlijn horizontaal loopt. De ogen moeten diep onder de wenkbrauwen liggen en de oogkleur is afhankelijk van de kleurslag oranjerood tot roodbruin. De oorlellen zijn rood en reiken tot ongeveer de onderkant van de vrij kleine kinlellen, die weer de duidelijke keelwam niet mogen overschaduwen. De beenkleur is geel, maar typisch voor de Brahma’s is, dat je zelden een intensieve gele beenkleur aantreft. Iets wat overigens helemaal niet opvalt, want naar een stukje kaal been moet je echt zoeken. Als haast onvermijdelijke eigenschap bij de voetbevedering zie je praktisch altijd de ongewenste gierhakken. Als de gierhakbevedering zacht is en grotendeels schuil gaat in de donsbevedering van de broek dan is dat geen probleem, maar een harde en duidelijke zichtbare gierhakbevedering ontsiert het beeld van een Brahma. Het Nederlandse type van de Brahma verschilt nogal van het Duitse type, dat veel hoger gesteld is en de Duitsers malen niet om de gierhakken, ook al is de Duitse standaard in deze gelijk aan de Nederlandse. Het Engelse type wordt bepaald door nog veel meer donsontwikkeling en voetbevedering terwijl het Amerikaanse type ook wat hoger gesteld is, maar praktisch geheel zonder gierhakken is. Brahma’s zijn in Nederland erkend in negen kleurslagen: wit zwartcolumbia, wit blauwcolumbia, buff zwartcolumbia, buff blauwcolumbia, meerzomig patrijs, meerzomig zilverpatrijs, meerzomig blauwpatrijs, berken en zwart. Voor de krielen gelden dezelfde kleurslagen, behalve zwart. Daarvoor is bij de krielen meerzomig isabelpatrijs erkend. In België, waar ook een bloeiende Brahmaspeciaalclub is, zijn bij de grote Brahma’s tevens blauw (ongezoomd), goudberken, meerzomig blauwzilverpatrijs, meer-
10
BW-nr-01-2011-CS2.indd 10
23-12-2010 19:40:34
zomig roodgeschouderd blauwzilverpatrijs en wit erkend. Bij de krielen is in plaats van isabelpatrijs ook wit en zwart erkend. In het kader van dit artikel is een beschrijving van al die kleurslagen helaas niet mogelijk. Eigenschappen Het is typisch een ras dat ook de gewone liefhebbers, die zo maar wat gezellige kippen om huis willen hebben, aanspreekt. Ze zijn zeer vertrouwelijk, vliegen niet, zodat een hekje van een halve meter al voldoende is en de hanen kunnen goed samen gehouden worden. Ook een positieve eigenschap van de hanen is, dat ze over het algemeen niet zoveel kraaien. Brahma’s leggen gedurende zeven maanden een bescheiden aantal eieren en van een opvallend klein formaat. Ze zijn ongeveer zo groot als grote krieleieren en zijn crèmekleurig. Het is dus bepaald geen productieras maar een echte sierkip. Met Brahma’s heb je iets bijzonders in je tuin.
Het ideaalbeeld anno 1919, zoals we dat nu willen zien, was er al in 1913, getuige deze afbeelding van de wit zwartcolumbia Brahma’s van Van Gink. Deze kleurslag werd toen nog met ‘licht’ aangeduid. Let op de uitstekend weergegeven intens zwarte veren met scherpe witte omzoming in de overgang van zadel naar sikkels en de staartdekveren van hen. Hier nog geen zware voetbevedering, waardoor de loopbenen aan de binnenzijde kaal weergegeven zijn (afbeelding archief Wim Voskamp).
Fokken en opfokken Bij het fokken van Brahma’s kan er veel fout gaan, zodat de nodige fokkunst nodig is om ze tot in de perfectie te brengen. Gelukkig zijn er in Nederland en België nogal wat fokkers die deze kunst verstaan. Om te beginnen, Brahma’s groeien traag op. Een haan is pas na anderhalf jaar echt volwassen. Jonge dieren missen nog de majestueuze houding, die bij dit ras verlangd wordt. Zeker op vroege shows zal hier soepel mee omgaan moeten worden. Brahma’s volgens het Engelse type. Zeer vol bevederd en met dito zware voetbevedering. Let op het ontbreken van de juiste tekening in de staartdekbevedering van de hen en de niet gewenste zoming in de staartstuurveren (afbeelding archief Wim Voskamp).
Een korte beschrijving van hoe de Brahma’s naar Amerika gekomen zouden kunnen zijn. Dit krantenknipsel is via internet opgediept uit de nationale bibliotheek van Nieuw-Zeeland. Uit welk blad en uit welk land het komt, werd helaas niet vermeld.
De Brahma’s naar een oude Duitse afbeelding, die het huidige in Nederland gewenste type heel goed weergeeft. Jammer dat de Duitsers tegenwoordig ook bij dit ras zo erg overdrijven in een zeer hoge stelling (afbeelding archief Wim Voskamp).
11
BW-nr-01-2011-CS2.indd 11
23-12-2010 19:40:46
De Nandoe’s volgen onze handelingen nauwkeurig van achter een heg.
Kloek met kuikens in de uitloop, ook natuurbroed vindt Martin Linskens prachtig.
Kuikens in diverse leeftijden in een ruime uitloop, overdekt met gaas tegen roofvogels.
De grootte wordt voor het merendeel doorgegeven door de hen, daarom dient men zoveel mogelijk de grote hennen op te nemen in de foktoom. Bij de meerzomig patrijsvarianten zijn de kop en wenkbrauwen over het algemeen minder breed dan bij de columbiavarianten en toont die ook vaak spitser. Dat geldt zeker ook bij de krielen. Tevens is de borstlijn bij de meerzomig patrijsvarianten meestal minder gerond en minder diep, waardoor ze vaak wat minder het goede Brahmatype tonen en ook hoger gesteld lijken. De staart maakt bij veel hanen een rommelige indruk en dat doet dan veel afbreuk aan het type. Daarom verdienen hanen met een fraaie staart een extra stimulans. Omdat Brahma’s bepaald geen vliegers zijn, zie je bij
de vleugels regelmatig een zeker degeneratieproces in de vorm van de bekende vleugelfouten zoals te smalle slagpennen, kruisvleugels, spleetvleugels en nog erger, ook steekvleugels. Een goed geplaatste voetbevedering staat haaks op de tenen en buigt wat naar achteren. Min of meer naar voren geplaatste veren stoten bijna altijd kapot. Typische afwijkingen die je bij rassen met zware voetbevedering regelmatig tegenkomt, zijn degeneratie van tenen en nagels en aan elkaar gegroeide tenen door een vlies. Mist een dier één nagel dan is het maximale predicaat een ZG en mist het dier meer nagels, dan is dat een uitsluitingsfout. Dat laatste geldt uiteraard ook voor een teen waar een kootje aan mist en ook bij aan elkaar gegroeide tenen.
(Boven) Wit zwartcolumbia Brahma hen van Martin Linskens, 1e F op de Intershow in 2000. (foto Willem Hoekstra) (rechts) Wit zwartcolumbia Brahma haan van Martin Linskens, 1e F op Oneto in 2003. (foto Willem Hoekstra)
12
BW-nr-01-2011-CS2.indd 12
23-12-2010 19:41:02
Terug naar Martin Martin is getrouwd, heeft vier kinderen, één van achttien en drie van zeventien.... en werkt bij het UWV. Zijn ouders hadden een boerderij en op de basisschool ging hij al met vriendjes naar de kleindierententoonstelling. Zelf had hij toen nog rasloze krieltjes. Vanaf 1974 fokt hij Brahma’s, maar zijn eerste dieren waren niet toonbaar, zoals hij dat zelf noemt. Hij heeft toen goede fokdieren bij Beukers in Zegveld gehaald en een paar jaar later een haan bij mevrouw Mees te Hilversum. Zij had dieren, die oorspronkelijk uit Engeland kwamen. Het contact werd indertijd geregeld door keurmeester J. van Dam. De haan was door inteelt veel te klein, maar gaf in de nafok, door het heterosiseffect direct mooie grote dieren, die nog steeds de basis vormen voor zijn stam. In 1978 werd hij secretaris/penningmeester van de Brahma, Cochin en Langshanclub. Hij fokt (grote) Brahma’s in de kleurslagen wit zwartcolumbia en berken, twee kleurslagen die genetisch dicht bij elkaar liggen. De berken zijn door Martin in Nederland erkend. Berken is ontstaan uit wit zwartcolumbia x zwart. Momenteel vererft berken x berken zowel berkenkleurige als wit zwartcolumbia, maar bedoeling is dat er over enkele jaren alleen nog berkenkleurige uitvallen. Rondom zijn huis heeft hij ongeveer een hectare grond, waar hij genoeg ruimte heeft voor zijn Brahma’s, maar regelmatig laat ook een witte pauw zich van zijn beste kant zien en wordt je over de heg nauwlettend gadegeslagen door een groepje Nandoe’s. Buiten is zoveel te doen dat hij weinig in huis is. Zijn primaire fokdoelen zijn een kleine en lage, op een brede kop, geplaatste kam, een goed geronde en diepe borstlijn en een brede beenstand. Verder mag volgens Martin een goede haan niet gaan liggen. We moeten ook oppassen dat ze niet te laag gesteld worden is zijn mening, maar ze tonen ook wel eens te laag, doordat ze in een te lage kooi wat gedrukt staan. Het herkennen van de jonge hanen en hennen is bij wit zwartcolumbia niet eenvoudig. Dat doet Martin meer op gevoel dan op basis van echte aanwijsbare kenmerken. Als je een ras of kleurslag langer fokt, dan komt dat gevoel meestal vanzelf. Martin vindt kwaliteit belangrijker dan kwantiteit en fokt maar bescheiden aantallen. Ook hecht hij veel waarde aan een zilverwitte kleur bij de wit zwartcolumbia’s, dus het frisse heldere wit en een grijs dons tot op de huid, om de kleur vast te houden. In dat kader zijn ook diep zwarte staartdekveren met een zo smal mogelijke scherpe witte rand belangrijk. Verder is hij er nog niet zo zeker van of de columbiatekening bij Brahma’s nu met of zonder tekening in het zadel moet zijn. De KLN standaard is daar duidelijk over: geen tekening in het zadel, behalve bij de echte Amerikaanse rassen, de Wyandotte en Plymouth Rock, maar de Brahma’s komen per slot van rekening ook via of uit de VS.... Bij berken is een heldere zilverwitte kop niet eenvoudig. Daarom moet je daar wat op toegeven
die in principe altijd bij een van de leden gehouden wordt. Uiteraard wordt dat gecombineerd met een hokbezoek bij de gastheer thuis en eventueel bij wat fokkers in de buurt en de afsluiting is dan meestal een barbecue of gezamenlijke maaltijd bij een chinees. De meest inventieve ideeën zijn al gebezigd om iedereen te kunnen ontvangen, ook bij de wat kleiner behuisde leden. Bekijk de fotosessie op www. brahmaclub.nl maar eens. Is dat overigens ook een idee voor andere speciaalclubs? Voor het jubileumjaar in 2011 is de organisatie van de rasgebonden Europashow voor Brahma’s al opgestart. Het raamwerk ligt al klaar en de show wordt gehouden op 30 oktober in het zalencentrum d’n Bingel te Meijel. Als alles verder uitgewerkt is, hoort u daar uiteraard meer van. Zij verwachten dan zo’n vijfhonderd Brahma’s en Brahmakrielen, dus dat belooft wat te worden in 2011.
Berken Brahma haan van Martin Linskens, 1e U op de Ornithophilia in 1998. Toch mooi als je deze kleurslag ter erkenning brengt en er dan zo’n succes mee behaalt. (foto Willem Hoekstra)
Bent u als Brahmaliefhebber nog geen lid van de Brahmaclub of u bent geïnteresseerd geraakt in Brahma’s, neem dan contact op met de secretaris van de Brahmaclub. Voor de Nederlandse Brahmaclub is dat Peter v.d. Top, tel. 0341-354014, e-mail:
[email protected] en voor de Belgische Brahmaclub Ludwig Van Roy, tel 02-3060773, e-mail
[email protected]
en de goede dieren extra belonen. Verder is een scherpe, smalle en heldere zoming in de borst van belang die niet te diep naar onderen doorloopt, bij de haan maximaal tot aan de dijen en bij de hennen maximaal tot de bovenkant van het borstbeen. Hij moet altijd moeite doen om zijn dieren naar buiten te krijgen en later weer naar binnen. Kleine obstakels nemen Brahma’s dus ook niet graag en daarom gaan ze ook niet gemakkelijk op stok. Om de voetbevedering gaaf en schoon te houden moeten ze op een schone droge ondergrond lopen en moeten ze genoeg ruimte op de stok hebben, zodat ze niet op elkaars voetbevedering gaan zitten. Ook moeten ze om die reden niet langs gaas kunnen lopen als de ruimte niet behoorlijk groot is. Brahma’s worden regelmatig broeds en zijn uitstekende ouderdieren, ook nu had hij weer meerdere kloeken met kuikens. Flair Het weekblad Flair had voor een modefoto een zwart-witte kip nodig en kwam zo bij Martin terecht. Martin gaf een wit zwartcolumbia hen de behandeling, alsof ze naar een show ging en gaf haar ook ’s morgens voor de fotosessie geen eten. De verbazing was groot bij het fototeam dat een kip zo’n mooi schoon dier is en dat die helemaal geen rommel maakte. Hun vorige ervaring met honden was anders. De speciaalclub De Brahmaclub is een club met een hoog gezelligheidsgehalte. Het bestuur en niet in het minst Martin, vervullen daarin duidelijk een gangmakers rol. Ze houden eind april een fokkersdag met jaarvergadering en begin september een jongdierenkeuring. Het bijzondere van de fokkersdag is, dat
De modefoto uit het maandblad Flair. Martin is er trots op! (Foto Cyriel Cremers voor Flair)
1
BW-nr-01-2011-CS2.indd 13
23-12-2010 19:41:13