1
Taalbeleidsplan Sisa Kinderopvang Kinderdagverblijven en Peuterspeelplaatsen
2
Voorwoord Door middel van dit taalbeleidsplan wordt zichtbaar hoe onze voorschoolse voorzieningen bijdragen aan de taalontwikkeling van jonge kinderen. Om goed te kunnen te kunnen functioneren in de samenleving en voor het leren op de basisschool is een goede taalontwikkeling van essentieel belang. De basis voor de ontwikkeling van de taal ligt in de eerste 6 jaar van een kind. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven hebben daarom een belangrijke rol in de taalontwikkeling van de kinderen die de opvang bezoeken. In dit taalbeleid staan omschreven: Doelen en uitgangspunten van het taalbeleid van Sisa Kinderopvang Visie met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie en meertalig opvoeden Hoe er in de dagelijkse praktijk gewerkt wordt aan taalontwikkeling. Een taalbeleidsplan is geen statisch geheel, maar aan veranderingen onderhevig. Als ontwikkelingen in de omgeving van ons werk (bijv. veranderende wet- en regelgeving) of ontwikkelingen in de praktijk daartoe aanleiding geven, wordt het beleidsplan aangepast.
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
3
Inhoudsopgave
1.Taalbeleid 2. Voor- en vroegschoolse educatie
3. Meertalig opvoeden
4. De taalpraktijk
Bijlage 1: informatie voor stagiaires
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
4
1.Taalbeleid
Sisa Kinderopvang wil kinderen kansen op ontwikkeling bieden. Een goede taal ontwikkeling is daar een onderdeel van. Doelen van ons taalbeleid zijn: Een brede taalstimulering; Volgen en signaleren van taalontwikkeling; Bijdragen aan een doorgaande lijn van taalontwikkeling. Brede taalstimulering Taal is meer dan alleen gesproken taal. Een jong kind drukt zich nog uit in 100 talen. In de eerste plaats door lichaamstaal. In de tweede plaats door middel van creatieve talen zoals: drama, creativiteit, muziek, fantasie en spel. In de derde plaats door middel van gesproken taal. Bij Sisa Kinderopvang vinden we het belangrijk om taal breed te stimuleren en oog te hebben voor de 100 talen van een kind. Op onze locaties is volop ruimte en gelegenheid voor kinderen om zich in al deze talen uit te drukken. Inrichting, materialen en activiteiten zijn hulpmiddelen om de kinderen uitdagingen te bieden op het gebied van taal, evenals de interactie met leeftijdsgenootjes en volwassenen. Volgen en signaleren van taalontwikkeling Ieder kind wordt bij Sisa Kinderopvang in zijn taalontwikkeling gevolgd. Als we signaleren dat de taalontwikkeling anders dan gemiddeld verloopt, wordt er actie ondernomen. Door middel van: extra begeleiding aan taalzwakke kinderen maar ook door andere organisaties in te schakelen als dat nodig is. Een kind zal zijn taal pas ontwikkelen als hij zich veilig en vertrouwd voelt. Vanuit een veilige basis zal een kind de wereld om zich heen gaan ontdekken. Uit de non-verbale communicatie van een kind kunnen we opmaken of hij zich veilig en vertrouwd voelt. We letten op deze signalen van welbevinden. Doorgaande lijn taalontwikkeling We staan niet alleen in het stimuleren van taalontwikkeling van kinderen. Ook ouders en andere organisaties zoals consultatiebureaus basisscholen en bibliotheken houden zich hier mee bezig. Een doorgaande lijn in stimulering van taalontwikkeling is in het belang van het kind. Een goede samenwerking met ouders en andere organisatie zorgen voor deze doorgaande lijn. Uitgangspunten taalbeleid Het kind ontwikkelt zich: in eigen tempo; op eigen wijze; naar eigen aard en aanleg; op grond van de eigen sociaal economische achtergrond; op grond van de eigen ervaringen.
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
5
. Aanvulling op de thuissituatie In de eerste plaats zijn ouders de taalopvoeders van hun kind. De voorzieningen bij Sisa Kinderopvang sluiten hierop aan en bieden taalmogelijkheden die thuis niet of in mindere mate aanwezig zijn, zoals:
De mogelijkheid om taal te leren door de interactie met leeftijdsgenootjes; De mogelijkheid voor allochtone of taalzwakke kinderen om gebruik te maken van een voorziening, die werkt met een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie, een taal stimulerend programma; De mogelijkheid om gebruik te maken van een meertalige voorziening (Fries/Nederlands)
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
6
2. Voor- en vroegschoolse educatie De taalontwikkeling tussen 0 en 4 jaar is belangrijk voor het latere leren op de basisschool. In deze periode wordt de basis gelegd voor de taalontwikkeling. De overheid stimuleert om die reden kinderdagverblijven en peuterspeelzalen om meer gebruik te maken van speciale programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Deze programma’s starten bij de dreumes- en peuterleeftijd en worden voortgezet in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het betreft doorlopende programma’s, waarbij wordt ingespeeld op alles wat er in de klas gebeurt.
Visie Op onze locaties wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van erkende VVE programma’s. Erkende VVE programma’s zijn o.a. : Piramide, Kaleidoscoop, KO-totaal en Speelplezier. Er worden bij Sisa Kinderopvang meerdere van deze programma’s gebruikt, dit is afhankelijk van in welke regio een locatie is gevestigd. Vaak zijn er afspraken gemaakt met basisscholen of met betreffende gemeentes. De VVE programma’s zijn gericht op meerdere ontwikkelingsgebieden: taalontwikkeling denkontwikkeling en rekenen, motorische- en creatieve ontwikkeling en persoonlijke en sociaalemotionele ontwikkeling. Bij Sisa Kinderopvang wordt op een aantal kinderdagverblijflocaties gewerkt met Uk & Puk en op peuterspeelzalen met Puk & Ko. Dit zijn programma’s voor kinderen van 0 tot 4 jaar waarbij spelen en het aanleren van nieuwe vaardigheden centraal staan.. De activiteiten van Uk & Puk en Puk en Ko stimuleren de spraak- en taalvaardigheid, de sociaal-emotionele vaardigheden en motorische en zintuiglijke vaardigheden. De activiteiten van Uk & Puk en Puk en Ko stimuleren de spraak- en taalvaardigheid, de sociaalemotionele vaardigheden en de Ook geven deze programma’s de eerste rekenprikkels
Uk en Puk werkt aan de doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Peuters groeien hiermee vanzelf naar groep 1. Zo is er onder andere het activiteitenthema: “ik ga naar de basisschool” opgenomen in het programma. Puk & Ko richt zich op de brede ontwikkeling van peuters. Spreken, luisteren en uitbreiding van de woordenschat staan hierbij voorop, maar er is ook aandacht voor sociaal communicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen. Puk & Ko is te gebruiken op alle peuterspeelzalen. Het programma houdt rekening met verschillen in de (taal) ontwikkeling binnen een groep, waardoor de uitgave niet alleen geschikt is voor peuters met een taalachterstand maar taalvaardige peuters ook voldoende uitdaging krijgen. Puk en Ko is ook prima inzetbaar in meertalige groepen. Sânglês voor meertalige peuterspeelzalen Sânglês is een totaalprogramma dat gebruikt kan worden op peuterspeelzalen en ook op kinderdagverblijven om structureel aandacht te geven aan de Friese taal. Het kan worden vergeleken met de Nederlandse totaalprogramma’s voor VVE, zoals Ko Totaal. In tien thema’s wordt de kinderen zoveel mogelijk verscheidenheid geboden zodat de brede ontwikkeling gestimuleerd wordt. Aandacht is er bij alle thema’s voor taalontwikkeling, maar ook voor spelen, motoriek en creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling. Bij alle thema’s is er verdiepingsmateriaal ontwikkeld, zoals puzzels, memorie en vertelplaten en boekjes.
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
7
Uitgangspunten voor deze VVE programma’s zijn het Pedagogisch Kader Kindercentra 0 tot 4 jaar en de taallijn in de kinderopvang. Uitgeverij Zwijsen en de CED-groep zijn verantwoordelijk voor de uitgaven.
3. Meertalig opvoeden Visie op meertalig opvoeden e Tot aan het 6 jaar leert een kind naast zijn moedertaal gemakkelijk ook andere talen. Een meertalige opvoeding heeft meerwaarde voor de taalontwikkeling van kinderen op het gebied van:
Taalgevoeligheid Een kind dat meertalig is opgevoed leert sneller een derde en een volgende taal. Het voordeel van jong beginnen met meertaligheid is, dat een kind meer tijd heeft om zich talig te ontwikkelen. Een kind leert zijn talen spelenderwijs. Sociale vaardigheden Een kind dat in meertalige situaties wordt opgevoed ziet zijn eigen cultuur minder snel als “de norm” en leert zich daardoor beter te verplaatsen in anderen. Cognitieve vaardigheden Door dat een kind in aanraking komt met meer talen leert het abstracter te denken omdat hij de inhoud kan scheiden van de vorm. B.v.: “een stikelbaarch” is hetzelfde als “een egel”
Daar waar mogelijk, worden locaties meertalig ingericht, door bijvoorbeeld teksten zowel in het Nederlands als in het Fries op te hangen. Certificering meertaligheid Voorschoolse voorzieningen in Friesland kunnen deelnemen aan een certificeringstraject voor meertaligheid. Dit traject omvat drie fasen. Tijdens dit certificeringstraject wordt de betreffende locatie ondersteund door het Sintrum Frysktalige Berne-opfang (SFBO). Zij helpen peuterleidsters en pedagogisch medewerkers bij het vormgeven van taalbeleid en bij het uitvoeren in de praktijk. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven worden door het SFBO bezocht om te helpen bij het creëren van een taalrijke omgeving en een pedagogisch taalklimaat voor kinderen. Daarbij wordt consequent met de talen omgegaan: één persoon – één taal. De voorschoolse periode kent voor de inrichting van het meertalig taalbeleid een viertal uitgangspunten:
Consequent taalgebruik; In een tweetalige omgeving is het belangrijk dat kinderen concrete handvaten krijgen om de twee talen van elkaar te scheiden. Het taalgebruik is gekoppeld aan personen. Voor de kinderen is dit duidelijk en leidsters en pedagogisch medewerkers hoeven niet steeds te schakelen tussen meerdere talen
Nadruk op het gebruik van het Fries: Het Fries is maatschappelijk gezien de minderheidstaal en komt veel minder aan bod in de media. Sociaal gezien kent het Fries een lagere status. Daarnaast hebben l ouders vaak geen onderwijs genoten in het Fries. Friestalige kinderen lopen hierdoor het risico dat hun moedertaal te weinig en te eenzijdig wordt aangeboden terwijl de kinderen ook onvoldoende stimulans ervaren om deze goed te ontwikkelen. Nederlandstalige kinderen krijgen veelal een breder en groter aanbod in de moedertaal maar daarentegen weer een zeer beperkt aanbod in de tweede taal.
Het creëren van een taalrijke omgeving met veel aandacht voor mondelinge interactie tussen en met kinderen
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
8
De ontwikkeling van communicatieve vaardigheden vormen een belangrijk onderdeel van het Pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Door het aanbieden van twee talen leren kinderen zich uit te drukken in zowel het Nederlands als het Fries waardoor communicatieve vaardigheden breder worden ontwikkeld.
Het uitdragen van de meerwaarde van meertaligheid naar de kinderen en de ouders. Door een positieve houding en deskundig advies ten aanzien van het gebruik van beide talen van de peuterleidsters en de pedagogisch medewerkers wordt het vertrouwen van ouders en kinderen in de meertalige opvoeding vergroot. Dit heeft een positief effect op de taalontwikkeling van de kinderen.
Door het meertalig opvoeden op het kinderdagverblijf willen we het volgende bereiken:
Alle kinderen hebben een goede basis in hun moedertaal en ervaren dat deze moedertaal belangrijk is; Nederlandstalige en anderstalige kinderen verstaan Fries. Friestalige kinderen verstaan Nederlands Nederlandstalige kinderen zijn gestimuleerd om het Fries te oefenen, zodat het actieve gebruik van die taal op de basisschool verder kan worden uitgebreid. Friestalige kinderen gebruiken tegen de tijd dat zij het kinderdagverblijf verlaten in bepaalde situaties het Nederlands Kinderen uit tweetalige gezinnen ontwikkelen zich gelijkwaardig tweetalig.
Bij dit traject worden de ouders ook betrokken. Het SFBO verstrekt informatie en verzorgt ouderavonden over meertaligheid en het belang van taalbeleid en taalaanbod. Er is een onafhankelijke visitatiecommissie die de locaties beoordeelt op de uitvoering van het beleid. Wanneer dit aan de orde is, komt de organisatie in aanmerking voor een certificaat voor “peuterspeelzaal of kinderdagverblijf voor meertalige ontwikkeling” en een subsidie van €2250 van de Provincie Friesland.
4.
De taalpraktijk
Door gebruik te maken van de speelomgeving, de groep, de peuterleidster en de pedagogisch medewerker, wordt er gezorgd voor een brede taalontwikkeling. Bij de aankleding van de ruimte wordt er gebruik gemaakt van mooie, kleurrijke praatplaten, bijvoorbeeld van Tomke, Uk & Puk of Puk&Ko.Platen worden per thema gewisseld en zorgen voor steeds nieuwe taaluitdagingen. Materialen in de verschillende hoeken nodigen uit tot ontdekken en communiceren, bijvoorbeeld de huishoek met poppen en servies, het keukentje, de ontdektafel of de leeshoek met mooie prentenboeken. Activiteiten, zoals liedjes zingen, versjes opzeggen, voorlezen en vertellen door middel van prentenboeken stimuleren de passieve en actieve taalontwikkeling. Vooral creatieve en expressieve activiteiten nodigen uit om gebruik te maken van de 100 talen die ieder kind tot zijn beschikking heeft. Ook taalstimulerende programma’s of methoden worden ingezet om de taal te stimuleren. Taal in de groep Kinderen leren veel van elkaar, ook talig. De inrichting van de ruimte in hoeken, zorgt voor spel in kleine groepen, waardoor er meer mogelijkheden zijn voor onderlinge communicatie. Omdat peuters materialen moeten delen, leren ze onderling te communiceren, ruzies op te lossen en te onderhandelen. De kinderen worden gestimuleerd om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Taal en de peuterleidster/pedagogisch medewerkers
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
9
De medewerkers gebruiken de hele dag door taal. Ze benoemen alles wat een kind doet, hoort, ziet en wat zij zelf doen, horen en zien. Ze ondersteunen gesproken taal met gebaren en mimiek, zodat de informatie via verschillende zintuigen binnenkomt. Ook herhalen de medewerkers begrippen, zodat kinderen zich die begrippen eigen kunnen maken. Ze voegen nieuwe begrippen toe, zodat de woordenschat van kinderen steeds uitgebreid wordt. Door open vragen te stellen, doen ze een actief beroep op de taal en het denken van de kinderen. Ze maken bewust gebruik van meertaligheid. Volgen van taalontwikkeling In het dagelijkse gebeuren letten de medewerkers op de lichaamstaal en het gedrag van de kinderen. Daaruit maken zij op, of een kind zich veilig en vertrouwd voelt op de groep en of er dus voldoende basis is voor talige ontwikkeling. Door vergelijking van de taalontwikkeling van ieder kind met die van de andere kinderen, weten de medewerkers welke kinderen het gemiddeld, onder gemiddeld en boven gemiddeld doen qua taalontwikkeling. Ouders en taalontwikkeling Afstemming met ouders over de taalontwikkeling van de kinderen vindt plaats tijdens gesprekjes bij halen en brengen, het tien minuten gesprek of een ouderavond. Om voorlezen thuis te promoten doen onze locaties mee aan de Nationale Voorleesweken (b.v. tijdens het voorleesontbijt) en de Kinderboekenweek. Informatievoorziening op het gebied van taalontwikkeling, gebeurt door folders over taalontwikkeling en over de meerwaarde van meertalige opvoeding. Samenwerking en afstemming met betrekking tot de taal Signalen van problemen of achterstanden in de spraak/taalontwikkeling worden meegenomen in de contacten met de jeugdgezondheidszorg of basisscholen. Daarnaast zorgen we voor doorverwijzing naar andere instanties, zoals logopediste, VTO-vroeghulp of het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012
10
Bijlage 1 Informatie voor stagiaires t.a.v. het taalbeleid binnen Sisa Kinderopvang Wij willen onze stagiaires graag betrekken bij ons taalbeleid. We vragen jullie bewust één taal te kiezen en die op het kinderdagverblijf zo consequent mogelijk te gebruiken. Meestal is het handig de taal te kiezen die je thuis ook spreekt. Fries of Nederlands, het is allebei prima, zolang je de talen maar niet door elkaar gebruikt. Omdat kinderen op personen gericht zijn, voelt dit voor hen heel natuurlijk aan: Een taal hoort gewoon bij een persoon. Als je op een bepaald moment het gevoel hebt dat je écht even moet overschakelen op de moedertaal van een kind kan dat natuurlijk, maar doe dit bij uitzondering. Als volwassenen denken we vaak dat een Fries kind geen Nederlands verstaat, en een Nederlands kind geen Fries. Kinderen zijn echter heel flexibel in taal en pikken spelenderwijs een "vreemde" taal heel snel op. Verder willen we je de volgende tips meegeven:
Spreek veel tegen en mét de kinderen. Gebruik taal in de dagelijkse rituelen, bij het eten, bij het spelen. Benoem de handelingen van jezelf en de kinderen. Noem dingen bij hun naam. Zeg niet "Zet dat daar maar op", maar "Zet het kopje maar op het aanrecht”; Geef geen korte opdrachten "Jas aan”, maar leid een kind door de handelingen. "Doe je jas maar aan, handje in de ene mouw, handje in de andere mouw, rits dicht, zo, lekker warm. “Kijk, ik heb ook een rits, die moet ook dicht”. Klaar, nu naar buiten"; Gebruik bij oudere peuters veel open vragen "Wat zou er nu gebeuren?" en "Wat zou poes nu doen?"; Heel effectief zijn probleempjes: “Hoe moet dat nou?” De variaties zijn eindeloos: “Het boek staat te hoog”, “het lijmpotje zit dicht”, “de tekening blijft niet hangen”. Laat de kinderen met een oplossing komen en ga hierop in; Verbeter niet nadrukkelijk. Niet als een kind een woord verkeerd uitspreekt, of een verkeerd woord gebruikt. Ook niet als een kind Fries en Nederlands door elkaar gebruikt. Deze "fouten" horen bij het taalontwikkelingsproces. Blijf gewoon zelf het goede voorbeeld geven “Mag ik op stoel?” “Ja hoor, ga maar op de stoel zitten”. Gebruik zelf je taal dus ook goed!; Een kind communiceert maar voor 20% met taal, de rest is non-verbaal. Sfeer, toon, gezichtsuitdrukking, gebaren, duidelijke regels en rituelen zijn héél belangrijk. Maak hier gebruik van (met name ook als je denkt dat een kind je niet begrijpt); Wees vindingrijk als je een kind niet verstaat (bijv. omdat het onduidelijk spreekt of omdat het een buitenlandse taal spreekt). Zeg niet: “ik versta je niet” (dit kan heel frustrerend zijn voor een kind) maar bijvoorbeeld "Laat maar even zien" of "Zal ik je helpen, wat moet ik doen?" Bevestig zoveel mogelijk (positief); Herhaal, als een kind iets benoemt, het voorwerp of de handeling in je eigen taal. Kind: "Varken". Pedagogisch medewerker/peuterleidster: "Ja, goed, dat is : “in baarch.” (of andersom).
Veel succes!
Afdeling kwaliteit/taalbeleidsplan kinderdagverblijven en peuterspeelplaatsen/september 2012