TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE Voor de periode van 2011 tot 2014
1. Voorstelling van de opleiding begeleider in de kinderopvang en polyvalent verzorgende Het CVO biedt volwassenen met een onvoltooide schoolloopbaan in het secundair onderwijs de mogelijkheid hun middelbare school verder te zetten (Tweedekansonderwijs). Het leerprogramma is modulair opgebouwd. Het TKO stelt een taalbeleidsplan op voor de opleiding Polyvalent Verzorgende: De opleiding polyvalent verzorgende Deze opleiding is gradueel opgebouwd: Certificaat logistiek assistent Na 1.5 semester met 1 dag les per week en ongeveer 8 uur stage per week Certificaat polyvalent verzorgende (BSO3) Na 4 semesters met 1 dag les en ongeveer 8 uur stage per week Attest zorgkundige Dit attest kan de cursist behalen na de opleiding polyvalent verzorgende. 80 uur les en 40 uur stage. Hiermee kan de cursist de registratie als "zorgkundige" aanvragen. Diploma secundair onderwijs na algemene vorming BSO3 en certificaat BSO3 polyvalent verzorgende
2. Contactpersonen i.v.m. het taalbeleid van de opleidingen Coördinator TKO: NODO-docent: Adviseur taalbeleid:
3. Missie/ambitie van TKO opleiding begeleider in de kinderopvang en polyvalent verzorgende m.b.t. Nederlands 1. 2.
Het TKO kinderzorg en polyvalent verzorgende streeft ernaar om de opleiding voor anderstaligen met instap RG 2.3 toegankelijk te maken. De cursisten krijgen tijdens de opleiding de kans om het Nederlands te leren dat ze nodig hebben voor hun job.
1
4. Taaltraject en doelstellingen 4.1 In- en uitstroomniveau van de opleiding a. Schematische weergave van het traject Nederlands met het minimum in- en uitstroomniveau VOORTRAJECT VOSPA ZORGkabiNED
OPLEIDING opleiding logistiek assistent opleiding polyvalent verzorgende opleiding begeleider in de kinderopvang neventraject NT 2 voor anderstaligen
Instroomniveau voortraject
Instroomniveau van de opleiding
Uitstroomniveau van de opleiding
Instap RG 2.1 (= NT 2 RG 1.2 behaald)
Instap RG 2.3 (= NT 2 RG 2.2 behaald)
Instap RG 2.4 voor logistiek assistent (= NT 2 RG 2.3 behaald) Instap RG 3.1 voor begeleider in de Kinderopvang en polyvalent verz. (= NT 2 RG. 2.4 behaald)
VDAB
CVO
+ neveninstroom algemene lessen NT 2
b. Het instroomniveau Nederlands Het instroomniveau Nederlands wordt tijdens twee momenten getest. Een eerste inschatting van het taalniveau Nederlands gebeurt tijdens de intake. Het taalniveau van kandidaat-cursisten wordt getest tijdens de intake met de vakleerkrachten en de NODO-docent. De intake bestaat uit een mondeling en een schriftelijk gedeelte. De schriftelijke intaketest is talig toegankelijk voor cursisten met instapniveau RG 2.3. De NODO-docent is tijdens de intake van anderstalige kandidaat-cursisten steeds aanwezig en maakt een inschatting van hun taalniveau. Het instapniveau RG 2.3 is richtinggevend. Daarnaast neemt hij ook een taaltest af op instapniveau 2.3. Het totaal aantal anderstalige cursisten met instapniveau RG 2.3 of RG 2.4 wordt per klas beperkt tot 6 cursisten (= 1/3 van de groep). Deze cursisten worden toegelaten op voorwaarde dat ze het neventraject NT 2 volgen bij de NODO-docent. Daarnaast kunnen er anderstalige cursisten met een hoger taalniveau worden geselecteerd die de taalondersteuning op vrijwillige basis volgen. Een algemene taaltest Nederlands vindt plaats bij de aanvang van de opleiding. Een medewerker van het Huis van het Nederlands zal bij de start van de opleiding het taalniveau van de anderstalige cursisten testen. Dit gebeurt enkel voor de cursisten die de taalondersteuning bij de NODO-docent volgen. Zowel de mondelinge vaardigheden (spreken en luisteren) als de schriftelijke vaardigheden (schrijven en lezen) worden getest.
c. Het uitstroomniveau Nederlands Elke cursist die afstudeert dient een beroepsgerichte taalvaardigheid ontwikkeld te hebben vergelijkbaar met instap RG 3.1. Voor de opleidingen kinderzorg en polyvalent verzorgende wordt eenzelfde kwaliteit van taalbeheersing nagestreefd. Een volledige beschrijving van de einddoelen Nederlands is voorzien tijdens schooljaar 2011 – 2012. Voor elk van de opleiding wordt een einddoelenlijst ontwikkeld.
2
4.2 Doelstellingen en acties m.b.t. NL (aan)leren a. Doelstellingen Algemene doelstelling van de opleidingen m.b.t. Nederlands leren: ‘De cursist verwerft de nodige talige competenties om te functioneren in zijn beroepscontext.’ Welke taalleerkansen biedt de opleiding aan de cursisten/deelnemers? Nederlands op de opleidingsvloer Nederlands op de stagevloer Beroepsgerichte lessen Nederlands Spreekuur Nederlands
Nederlands op de opleidingsvloer Doelstelling 1: Het Nederlands is de voertaal op de opleidingsvloer. De opleidingen zijn uitsluitend in het Nederlands: de lessen, het cursusmateriaal, de evaluaties, enz. Door voortdurend de taal te horen, krijgen de cursisten heel wat leerkansen Nederlands. Doelstelling 2: De opleidingen bepalen de einddoelen Nederlands en integreren deze in de opleidingsprogramma’s. De opleidingen creëren voldoende taaloefenkansen tijdens de vaklessen zodat de cursisten het Nederlands kunnen leren dat ze nodig hebben voor hun toekomstige job als begeleider in de (buitenschoolse) kinderopvang, logistiek assistent of polyvalent verzorgende. De cursisten leren er bijvoorbeeld de vaktaal, de rapportage over de klanten, de communicatie met de klanten, enz. De vakdocenten krijgen hierbij advies van de NODO-docent. Doelstelling 3: De opleidingen maken de instructietaal, het cursusmateriaal, de evaluaties (?) voldoende talig toegankelijk voor cursisten met taalniveau instap RG 2.3. We merken dat de opleidingen naast de einddoelen Nederlands nog een aantal bijkomende talige eisen stellen aan de cursisten. De cursisten moeten b.v. stageverslagen maken, het cursusmateriaal verwerken, bordschema’s begrijpen, de schooltaal onder de knie krijgen, enz. De opleidingen engageren zich om zo veel mogelijk talige eisen die geen relevantie hebben op de werkvloer weg te werken. Het taalniveau van de opleidingen overschrijdt het instroomniveau van de meest taalzwakke cursisten (instap RG 2.3) niet. Er kan een uitzondering worden gemaakt voor de meer gevorderde modules kinderzorg en polyvalent verzorgende waar het taalniveau zich maximum situeert op instap RG 2.4. Richtgraad 5 Richtgraad 4 Richtgraad 3 Richtgraad 2
Richtgraad 1
module module module module module module module module module
5 4.2 3.2 2.4 2.3 2.2 2.1 1.2 1.1
Instap RG 2.4 Instap RG 2.3
Instap RG 2.3
Startmodules
Instroom niveau
Instap RG 3.1
Gevorderde modules
Talige eisen van de opleiding
Uitstroom niveau
De vakdocenten maken hun vakken talig toegankelijker en laten zich hierbij adviseren door de NODO-docent. De inschatting is dat de mondelinge instructies tijdens de lessen toegankelijker zijn dan het cursusmateriaal. Dit betekent dat de talige eisen van de opleidingen vooral op het gebied van lezen en schrijven (de schriftelijk vaardigheden) hoog liggen. Deze eisen benaderen voor de schriftelijke vaardigheden nu soms het niveau van moedertaalsprekers.
3
Nederlands op de stagevloer Doelstelling: Het Nederlands is de voertaal op de stagevloer. Aan de medewerkers van de stageplaats wordt gevraagd om met de cursisten uitsluitend Nederlands te spreken. Niet alle stageplaatsen zijn echter even veeleisend m.b.t. Nederlands. Soms wordt er overgeschakeld naar een andere taal.
Beroepsgericht neventraject NT 2 Doelstelling 1: De cursisten krijgen extra leer- en oefenkansen om hun taalvaardigheid binnen de context van het beroep te verhogen. Tijdens de cursus krijgen de cursisten de kans om het beroepsgericht Nederlands dat tijdens de vaklessen wordt aangeleerd (einddoelen Nederlands), verder in te oefenen en uit te diepen. De NT2-lessen zijn zoveel mogelijk gecontextualiseerd. Doelstelling 2: Het beroepsgericht neventraject wordt erkend als een NT2-opleiding op niveau RG 2.3. De cursus NT 2 past binnen het officiële NT2-kader en de normen van de inspectie.
Spreekuur Nederlands Doelstelling: cursisten met specifieke leervragen Nederlands die niet aan bod komen tijdens het beroepsgericht neventraject NT2 krijgen een individueel aanbod op vraag van de cursist.
b. Acties De coördinator 1. De coördinator informeert alle (beginnende) vakdocenten over het Nederlands als voertaal op de opleidingsvloer. 2. De coördinator beslist samen met de vakdocenten en de Nodo-docent welke einddoelen Nederlands worden weerhouden. 3. De coördinator volgt op dat de vakdocenten en de Nodo-docent de einddoelen Nederlands integreren in het opleidingsprogramma. 4. De coördinator sensibiliseert de vakdocenten voor het taalbeleid van de opleiding. 5. De coördinator informeert de vakdocenten over het na te streven taalniveau Nederlands van de opleidingsmodules die ze geven. (= instap RG 2.3) 6. De coördinator spreekt met de vakdocenten af, hoe ze de opleiding toegankelijk kunnen maken voor cursisten met een taalniveau instap RG 2.3 en welke concrete resultaten ze op het einde van het schooljaar willen bereiken. 7. De coördinator informeert samen met de Nodo-docent de vakdocenten over de taalondersteuning die de Nodo-docent hen biedt. 8. De coördinator volgt de samenwerking tussen de vakdocenten en Nodo-docent op. 9. De coördinator concretiseert de implementatie van het taalbeleid (b.v. tijdspad, afspraken, enz.)
De vakdocenten 1. De vakdocenten gebruiken uitsluitend het Nederlands op de opleidingsvloer. Zijn er situaties waarin het gebruik van het Nederlands toch niet evident is, dan vragen ze advies aan de Nodo-docent. 2. De vakdocenten beslissen samen met de coördinator en de Nodo-docent welke einddoelen Nederlands worden weerhouden. 3. De vakdocenten, de coördinator en de Nodo-docent integreren de einddoelen Nederlands in het opleidingsprogramma. 4. De vakdocenten houden bij de selectie van kandidaat-cursisten rekening met het vooropgestelde taalniveau. Zij laten zich adviseren door de Nodo-docent. 5. De vakdocenten verminderen de talige eisen van de opleiding. Ze passen het taalniveau van hun opleidingsmodules aan, aan het vooropgestelde taalniveau. 6. De vakdocenten bieden de cursisten tijdens de lessen en de stages voldoende leerkansen om te werken aan hun schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid. 7. De vakdocenten laten zich coachen door de Nodo-docent m.b.t. toegankelijke taal, volgen de vormingen die hij geeft en informeren zich over hoe zij de cursisten leerkansen Nederlands kunnen bieden. 8. De vakdocenten informeren de Nodo-docent over de inhoud en de timing van de vakoverschrijdende opdrachten van de
4
9. 10. 11.
opleiding. De vakdocenten signaleren specifieke taalproblemen van hun cursisten aan de Nodo-docent. De vakdocenten en de Nodo-docent bespreken samen de evaluatie van de taalzwakke cursisten. De stageverantwoordelijke van de opleiding informeert de stageplaatsen over de verwachtingen m.b.t. Nederlands.
De NODO-docent 1. De Nodo-docent concretiseert voor de vakdocenten het vooropgestelde instroomniveau van de opleiding met voorbeelden, filmpjes, NT 2 – materiaal, voorbeeld cursusmateriaal, enz. 2. De Nodo-docent inventariseert samen met de vakdocenten de einddoelen Nederlands. 3. De Nodo-docent, de coördinator en de vakdocenten integreren de einddoelen in het opleidingsprogramma. 4. De Nodo-docent woont de selectie van kandidaat-cursisten bij en geeft op basis van de intake een inschatting van hun taalniveau. 5. De Nodo-docent ondersteunt de vakdocenten bij het toegankelijk maken van hun opleidingsmodules (vorming/ schrijfworkshop, videocoaching, advies bij het herschrijven van cursusmateriaal, enz.). 6. De Nodo-docent illustreert de discrepantie tussen de einddoelen Nederlands en de talige eisen van de opleiding. 7. De Nodo-docent brengt de achtergrond en taalvaardigheid van de cursisten in kaart om hen op een passende manier te begeleiden. 8. De Nodo-docent biedt aan de taalzwakke cursisten met instapniveau RG 2.3 of RG 2.4 een beroepsgericht neventraject NT 2. 9. De Nodo-docent stelt een cursus op voor het neventraject NT2 volgens de DVO-richtlijnen, RG 2.3. 10. De Nodo-docent is beschikbaar voor individuele taalvragen van de cursisten tijdens het spreekuur Nederlands. 11. De Nodo-docent volgt de taalvorderingen van de cursisten op en geeft hierover feedback aan de vakdocenten. 12. De Nodo-docent is de taalspecialist van het TKO. Bij intern en extern overleg m.b.t. taal geeft hij meer duiding bij het taalbeleid van de opleiding. Verantwoordelijke werving van cursisten en intake 1. De kandidaat-cursisten worden geïnformeerd over de inschrijvingsvoorwaarden Nederlands (folders, website, enz.) 2. Kandidaat-cursisten die niet het gewenste instroomniveau hebben worden georiënteerd naar een talig voortraject. 3. … Het Huis van het Nederlands Zie ook de samenwerkingsovereenkomst tussen het TKO en het Huis van het Nederlands.
c. Instrumenten 1. 2. 3. 4. 5.
De intake op instapniveau RG 2.3 Einddoelenlijst Nederlands voor de opleiding De schrijfwijzer voor de vakdocenten (tips toegankelijke taal – schriftelijk) De observatielijst bij videocoaching De cursus voor de gecontextualiseerde NT2 lessen.
4.3 Wijze van evalueren van het traject a. De uitval bij de anderstalige cursisten Is de uitval bij anderstalige cursisten groter dan de gemiddelde uitval? Wat is het profiel van de anderstalige cursisten die uitvallen? Wat is hun taalniveau? b. De taalvorderingen van de anderstalige cursisten Welke taalvorderingen maken de anderstalige cursisten? Behalen ze tijdens de opleiding het gewenste uitstroomniveau van instap RG 3.1? Bereiken de cursisten de einddoelen Nederlands van de opleiding? c. Een inschatting van het taalniveau van de opleiding
5. Afspraken met externen Er is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het Huis van het Nederlands over de verdere ondersteuning bij de uitvoering van het taalbeleidsplan.
5