Voedingsbeleid Sisa Kinderopvang
Inleiding Voeding is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. Ieder mens, ieder gezin gaat hier weer anders mee om. De een vindt het belangrijk gezond te leven, voor de ander is het heel gewoon 3x in de week iets bij de snackbar te halen. Zoveel mensen, zoveel verschillende wensen. Op de dagopvang komen kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. De kinderen en hun ouders hebben ook wensen wat betreft voeding op de groep. Het is de taak van de pedagogisch medewerkers om iedereen tevreden te stellen en de maaltijden op een gezellige manier te laten verlopen. Natuurlijk is er ook ruimte voor eens wat anders: knakworstjes bij de boterham, koekjes bakken, zakje chips, enz. Dit wordt gezien als iets bijzonders, iets extra’s. In het eerste gedeelte van dit beleid staat een uitleg over de visie op voeding en een uitleg over de dagindeling op het KDV en de BSO. In het tweede deel van het beleid staan een aantal belangrijke punten voor het bewaren en bereiden van voeding. Omdat er op het KDV met hele kleine kinderen gewerkt wordt, is het belangrijk de hygiëne rondom de voedselbereiding goed in de gaten te houden. In dit beleid willen we graag handvatten geven aan de medewerkers op de groep. Duidelijke afspraken, die op alle locaties hetzelfde zijn en aan ouders en kinderen een houvast geven. Met dit beleid in het achterhoofd kunnen medewerkers eventuele vragen van ouders beantwoorden. Met de invoer van een standaard boodschappenlijst hebben we ook op alle locaties dezelfde producten. De keuze is ruim genoeg en is aangepast op de eetmomenten die zowel KDV als BSO op een dag aanbieden. De boodschappenlijst is als bijlage toegevoegd aan dit beleid.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Visie op voeding Kinderen die opgevangen worden op een locatie van Sisa Kinderopvang hebben gedurende de dag een aantal eet- en drink momenten. Zij zijn afhankelijk van wat de volwassene hen aanbiedt. Daarom zijn alle pedagogisch medewerkers binnen Sisa Kinderopvang zich bewust van wat zij de kinderen aanbieden. Medewerkers hebben daarin, naast de ouders/verzorgers, een grote verantwoordelijkheid. Kinderen ontwikkelen in de eerste levensjaren een voedingspatroon. Het voorbeeld van de volwassene speelt hierin een belangrijke rol. De maaltijden zijn een rust moment van de dag. Met een prettige sfeer aan tafel en onder het motto ‘zien eten, doet eten’, proberen pedagogisch medewerkers ieder kind voldoende te laten eten. Het opdringen van eten wordt niet gedaan. Het eten moet geen strijd gaan worden. Het is zeker niet iets dat beloond of bestraft moet worden. Het gedrag aan tafel kan beter op subtiele wijze beïnvloed worden, dan er een drama van te maken. Bij het aanleren van manieren geldt: goed voorbeeld doet goed volgen. Pedagogisch medewerkers letten op hun eigen gedrag als zij aan tafel zitten met de kinderen. Algemene manieren zijn: rechtop zitten aan tafel, kauwen met de mond dicht, eten met mes en vork, niet boeren, niet proppen en niet spelen met je eten. Als pedagogisch medewerkers de kinderen keuzemogelijkheden voor broodbeleg geven, moet er hierbij op gelet worden dat er niet teveel te kiezen valt. Een kind kan daardoor overvoerd worden. Het beste is de keuze uit bijvoorbeeld twee soorten beleg/koekjes/drinken e.d. op een KDV groep. Voor een BSO groep kan dit uitgebreid worden tot drie of vier soorten beleg. Dat daarbij steeds andere producten wordt gebruikt is natuurlijk geen probleem. Bijvoorbeeld de ene keer hagelslag en jam en de andere keer pasta en vruchtenhagel voor op het brood. Deze manier van werken wordt toegepast op alle locaties binnen Sisa Kinderopvang. De medewerkers eten “pedagogisch” mee met de kinderen. Dit houdt in dat de inkoop en het voedingsbeleid gericht is op de kinderen en dat er geen speciale producten, zoals ander broodsoorten, koekjes, cup-a-soup, ect, voor de medewerkers worden ingekocht. Pedagogisch mee eten houdt ook in dat de medewerker samen met de kinderen eet en niet tussendoor zelf nog wat te eten pakt. Dat betekent dat medewerkers thuis hun ontbijt hebben gehad en wanneer de pedagogisch medewerker ’s middags werkt, er ook al thuis is gegeten. Bij de inkoop van de producten voor het KDV en BSO wordt in de keuze voor projecten altijd gekozen voor de meest gezonde variant.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Voedingsmomenten KDV Gezonde eetgewoonten aanleren wil zeggen dat de kinderen leren op vaste tijden - en gevarieerd te eten. In de onderstaande dagindeling van het KDV geven we een indicatie voor vaste eet- en drink momenten. 7:00 – 9:00 uur 7:00 – 9:30 uur 9:30 – 10:00 uur 10:00 uur 10:00 – 11:30 uur 11:30 – 12:00 uur 12:00 – 12:30 uur 12:30 – 13:00 uur 12:30 – 14:30 uur 15:00 – 15:30 uur 15:30 – 16:15 uur 16:15 – 16:30 uur 16:30 uur 16:00 – 18:30 uur
: kinderen worden gebracht : vrij spelen : fruit eten, drinken e.d. : verschonen : slapen (kleintjes) : vrij spelen, bij voorkeur buiten, activiteit aanbieden : broodmaaltijd : verschonen, naar de wc en eventueel naar bed : kinderen kunnen worden gehaald of gebracht : slapen, vrij spelen, activiteit : drinken en cracker eten : slapen (kleintjes) : vrij spelen, bij voorkeur buiten, activiteit aanbieden : drinken en een koekje : verschonen, naar de wc : kinderen worden opgehaald, opruimen van locatie
Eetmoment ’s ochtends: Om ongeveer half 10 krijgen de kinderen een beker drinken en vers fruit. Er worden verschillende soorten fruit aangeboden. Medewerkers stimuleren kinderen om ook het fruit te proeven wat ze nog niet kennen of waarvan gezegd word dat ze het niet lekker vinden. Het fruit eten wordt altijd aangekondigd en iedereen komt aan tafel zitten. Indien mogelijk schillen de medewerkers het fruit ter plekke, zodat de kinderen kunnen zien wat er gebeurt. In samenspraak met de kinderen kan overlegd worden voor welk fruit er die dag gekozen gaat worden. In de bestelling van het fruit zorgt de pedagogisch medewerker ervoor dat er voldoende verschillende soorten fruit aanwezig zijn, zodat er gekozen kan worden. Ook de baby’s krijgen hun fruithapje. Indien mogelijk gebeurt dat op hetzelfde moment dat de peuters aan de tafel zitten. Indien de baby een voedingsschema heeft waardoor het fruithapje op een ander tijdstip gegeven moet worden, is dit geen probleem. Uitgangspunt is ongeveer een half tot een heel stuk fruit per kind. Er worden verse fruithapjes gemaakt voor de kinderen die nog geen stukjes fruit kunnen eten. Er is keuze uit: appels, bananen, kiwi, mandarijnen, sinaasappels en peren. Voor het drinken is er keuze uit roosvice of diksap. Broodmaaltijd tussen de middag Omstreeks half 12 is er een broodmaaltijd. Voor het eten wassen de pedagogisch medewerkers en de kinderen hun handen. De eerste boterham is altijd met hartig beleg. Er is keuze uit: vleeswaren, leverpastei, smeerkaas gewone kaas en pindakaas. Bij de tweede boterham mogen de kinderen ook kiezen uit zoet beleg. Per keer worden er niet meer dan twee soorten zoet beleg op tafel gezet, zodat de kinderen kunnen kiezen en het aanbod niet te groot voor ze is. Pedagogisch medewerkers kunnen op de bestellijst kiezen uit 8 soorten zoet beleg. Er mag op eigen inzicht gewisseld worden in het aanbod van de producten die op de bestellijst staan. Bij het brood eten wordt er bruin brood gegeten.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Bij voorkeur drinken de kinderen bij het brood melk of karnemelk. Indien kinderen iets anders drinken dat niet op het KDV aanwezig is, dan geven ouders dit zelf mee. De kinderen krijgen tijdens het eten de kans om dingen zelf te proberen, zoals hun eigen brood smeren of met een vork eten. Er is geen maximum aan het aantal boterhammen dat gegeten mag worden. Dit wordt aan ouders overgelaten. Wanneer kinderen wat te zwaar zijn en ouders willen dat hun kind bijvoorbeeld niet meer dan drie boterhammen eet, kan dit vastgelegd worden op het afspraken formulier. Pedagogisch medewerkers bepalen zelf niet het maximum. Als het grootste gedeelte van de groep klaar is met eten, worden de kinderen om de beurt verschoond en/of op bed gebracht. De kinderen die nog niet klaar zijn met eten, krijgen de gelegenheid om hun eten op te eten. De groepen mogen hier wel een maximum tijd aan verbinden, omdat de kans anders bestaat dat de broodmaaltijd veel te lang duurt. e
e
1 en 2 eetmoment ’s middags Na het middagslapen van de jongste peuters, om ongeveer drie uur, is er drinken (thee, karnemelk, melk, roosvicee of limonade) met een crackertje of een rijstwafel met hartig beleg. Om ongeveer half 5 is er een kort moment aan tafel voor een beker drinken en een koekje. Locaties mogen dit omdraaien als dat gewenst is. Wat betreft de koekjes, ook hier worden per keer niet meer dan twee soorten aangeboden. Op de bestellijst staan diverse soorten koekjes, medewerkers mogen zelf kiezen welke soorten zij bestellen. Na half 5 wordt er niet meer uitgebreid gegeten en gedronken, omdat er anders de kans bestaat dat de kinderen thuis niet meer willen eten. Voor de kinderen waarvan bekend is dat zij tot half 7 aanwezig zijn op de groep, kan er nog een soepstengel of iets dergelijks gegeven worden. Bij erg warm weer wordt er vaker een drinkmoment ingelast.
Traktaties Verjaardagen van kinderen en pedagogisch medewerkers worden natuurlijk gevierd. Ieder verjaardagsfeestje wordt gevierd met een cadeautje, liedjes, iets lekkers, enz. We hechten eraan verjaardagen bescheiden te vieren; sfeervol, maar niet overdadig. We vragen ouders hier ook rekening mee te houden in de traktatie. In de intake wordt besproken dat traktaties gezond moeten zijn. Als ouders toch snoep meegeven, dan wordt het na het uitdelen in de bakjes van de kinderen gestopt. Ouders kunnen dan zelf besluiten of ze het wel of niet willen geven. De pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf kunnen ouders tips en suggesties geven voor gezonde traktaties. Voeding voor kinderen onder de 1 jaar In principe zijn op alle kinderdagverblijven standaard twee soorten voeding van het Kruidvat aanwezig. Zuigelingenvoeding voor kinderen van 0 tot 6 maanden en opvolgmelk voor kinderen van 6 tot 12 maanden. Aan ouders wordt in de intake aangegeven dat wij het Kruidvat merk voeding geven. Mochten ouders liever een ander merk voeding hebben, dan moeten ze dat zelf meegeven. Dit mag alleen in poedervorm, in een afgepaste hoeveelheid verdeeld. Het moet vervoerd worden in een goed afsluitbare verpakking en voorzien zijn van naam. Als het kind één jaar is geworden, gaan de medewerkers er vanuit dat het kind gewone halfvolle melk mag drinken. Mochten ouders hier niet achter staan, dan moeten zij zelf andere melk meegeven. Sisa kinderopvang geeft de kinderen geen opvolgmelk 3. Onderzoek heeft uitgewezen dat vanaf een jaar gewone halfvolle melk voldoende is voor een kind. In samenhang met de andere voedingsproducten krijgt een kind voldoende vitaminen binnen en hoeft dat niet aangevuld te worden met bijvoorbeeld peutermelk (waar ook vitaminen in verwerkt zijn) Baby’s tot een jaar hebben hun eigen voedingsschema. Zij krijgen hun fles/fruit/warme eten op hun eigen tijdstip, mits deze niet thuis gegeven is.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Baby’s kunnen, op verzoek van ouders, ook een verse fruithapje krijgen op het KDV. In overleg met ouders wordt, naar mate het kind ouder wordt, overgegaan op stukjes fruit. Het fruithapje wordt, indien het past in het voedingsschema van het kind, bij voorkeur gegeven op het moment dat de peuters aan tafel zitten. De baby komt er gezellig bij zitten en ervaart zo de sfeer aan de tafel. Op verzoek van ouders geven pedagogisch medewerkers warm eten aan kinderen onder de 1 jaar. Dit gebeurt aan het einde van de dag, meestal voor 17:00 uur. Op dat moment zijn er nog twee pedagogisch medewerkers aanwezig op de groep. Voorwaarde is dat het warme eten in een potje zit wat gemakkelijk in de magnetron op te warmen is. Het moet dus kant-en-klaar meegegeven worden. Bereiden van voeding voor kinderen onder de 1 jaar Het bereiden van flesvoeding, het gebruik van moedermelk en het geven van maaltijden uit de magnetron gaan gepaard met risico’s die bijzondere aandacht vereisen. Hiervoor is een werkinstructie gemaakt, die ook in dit beleid is opgenomen. Poedervormige babyvoeding is niet steriel, de instructies van bereiding ervan en voor de behandeling van de flessen moet daarom goed nageleefd worden. Als moedermelk te lang bewaard wordt of niet voldoende wordt gekoeld bestaat er grote kans op de vermeerdering van micro-organismen. Als ouders bij het brengen van hun kind moedermelk meenemen is het belangrijk om bij de intake een goede instructie te geven over juiste behandeling. Na ontvangst is de organisatie verantwoordelijk voor de behandeling van de moedermelk tot de consumptie ervan door de baby. Een duidelijke uitleg staat verderop in dit beleidsstuk.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Voedingsmomenten BSO Gezonde eetgewoonten aanleren wil zeggen dat de kinderen leren op vaste tijden - en gevarieerd te eten. In onderstaande dagindeling worden de eet en drink momenten op de BSO locaties duidelijk: Lange middag 12:00 uur 12:30 uur 13:00 uur
: kinderen worden opgehaald uit school of komen zelfstandig naar de BSO : broodmaaltijd : vrij spelen of activiteit
15:30 uur 15:45 uur 16:30 uur 16:00 – 18:30 uur
: Thee of limonade met een koekje; gezamenlijk aan tafel : vrij spelen of activiteit : cracker/rijstwafel, eten voor wie dat wil, hoeft niet per se aan tafel : kinderen worden opgehaald, opruimen van locatie
Korte middag 15:30 uur 15:45 uur 16:30 uur 16:00 – 18:30 uur
: Thee of limonade met een cracker/rijstwafel; gezamenlijk aan tafel : vrij spelen of activiteit : cracker/rijstwafel eten voor wie dat wil, hoeft niet per se aan tafel : kinderen worden opgehaald, opruimen van locatie
Vakanties 7:00 – 9:00 uur 7:00 – 9:30 uur 9:30 – 10:00 uur 10:00 uur 12:30 uur 13:00 uur
: kinderen worden gebracht : vrij spelen : fruit eten, drinken ed. : vrij spelen af activiteit : broodmaaltijd : vrij spelen of activiteit
15:30 uur 15:45 uur 16:30 uur 16:00 – 18:30 uur
: Thee of limonade met een koekje; gezamenlijk aan tafel : vrij spelen of activiteit : cracker/rijstwafel, eten voor wie dat wil, hoeft niet per se aan tafel : kinderen worden opgehaald, opruimen van locatie
Broodmaaltijd Omstreeks half 1 is er een broodmaaltijd. Voor het eten wassen de pedagogisch medewerkers en de kinderen hun handen. De eerste boterham is altijd met hartig beleg. Er is keuze uit: vleeswaren, leverpastei, smeerkaas gewone kaas en pindakaas. Bij de tweede boterham mogen de kinderen ook kiezen uit zoet beleg. Per keer worden er niet meer dan vier soorten zoet beleg op tafel gezet, zodat de kinderen kunnen kiezen, maar het aanbod niet te groot voor ze is. Er mag op eigen inzicht gewisseld worden in het aanbod van de producten die op de bestellijst staan. Bij het brood eten wordt er bruin brood gegeten. Bij voorkeur drinken de kinderen bij het brood melk of karnemelk. Indien kinderen iets anders drinken dat niet op de BSO aanwezig is, dan geven ouders dit zelf mee. De kinderen smeren hun eigen brood. De jongere kinderen krijgen hierbij ondersteuning van de medewerkers. Er is geen maximum aan het aantal boterhammen dat gegeten mag worden. Dit wordt aan ouders overgelaten. Wanneer kinderen wat te dik zijn en ouders willen dat hun kind bijvoorbeeld niet meer dan drie boterhammen eet, kan dit vastgelegd worden op het afspraken formulier. Pedagogisch medewerkers bepalen zelf niet het maximum. De broodmaaltijd wordt gezamenlijk afgesloten. Iedereen ruimt zijn of haar eigen bord en beker op. e
e
1 en 2 eetmoment ‘s middags
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Vooral op korte middagen is de tijd dat kinderen kunnen spelen op de BSO niet lang. Voordat iedereen goed en wel aan tafel zit, is het vaak al half 4 of kwart voor 4. De groepen beginnen gezamenlijk aan de tafel, met wat te drinken en een koekje. Op het moment dat de meeste kinderen het op hebben, wordt er overlegd wie wat gaat doen. De kinderen die wat langzamer eten of drinken of het gewoon nog heel gezellig vinden aan tafel, mogen nog even blijven zitten. Het tweede eetmoment ’s middags is rond half 5. Medewerkers zetten wat te drinken en crackers op de tafel en kinderen kunnen, als zij dat willen, wat eten en drinken. Het is geen verplichting; kinderen die niets hoeven te eten of drinken mogen verder spelen. Vakanties In de vakanties en op schoolvrije dagen is de BSO de gehele dag geopend. In de ochtend gaan de kinderen dan rond half 10 met elkaar aan tafel. Zij krijgen wat fruit en drinken. Er is keuze uit diverse soorten fruit. Pedagogisch medewerkers kunnen zelf uit de bestellijst kiezen wat ze bestellen. Wat het drinken betreft kan er gekozen worden uit vruchtenmix, siroop en/of thee. De kinderen gaan gezamenlijk met elkaar aan tafel en eindigen ook gezamenlijk. Omstreeks half 1 is er een broodmaaltijd. Voor het eten wassen de pedagogisch medewerkers en de kinderen hun handen. De eerste boterham is altijd met hartig beleg. Er is keuze uit: vleeswaren, leverpastei, smeerkaas, gewone kaas en pindakaas. Bij de tweede boterham mogen de kinderen ook kiezen uit zoet beleg. Per keer worden er niet meer dan vier soorten zoet beleg op tafel gezet, zodat de kinderen kunnen kiezen, maar het aanbod niet te groot voor ze is. Er mag op eigen inzicht gewisseld worden in het aanbod van de producten die op de bestellijst staan. Bij het brood eten wordt er bruin brood gegeten. Bij voorkeur drinken de kinderen bij het brood melk of karnemelk. Indien kinderen iets anders drinken dat niet op de BSO aanwezig is, dan geven ouders dit zelf mee. De kinderen smeren hun eigen brood. De jongere kinderen krijgen hierbij ondersteuning van de medewerkers of de oudere kinderen. De broodmaaltijd wordt gezamenlijk afgesloten. Iedereen ruimt zijn of haar eigen bord en beker op. In vakanties en op schoolvrije dagen wordt er tijdens de broodmaaltijd wel eens wat extra’s geserveerd, zoals knakworstjes of tosti’s. In de middag wordt er net als op schooldagen om half 4 wat met elkaar gegeten en gedronken. En krijgen de kinderen een koekje. Het tweede eetmoment ’s middags is rond half 5. Medewerkers zetten wat te drinken en crackers op de tafel en kinderen kunnen, als zij dat willen, wat eten en drinken. Het is geen verplichting; kinderen die geen behoefte hebben aan iets te eten of drinken mogen verder spelen. Traktaties Op de BSO wordt er door kinderen en medewerkers niet getrakteerd als zij jarig zijn. In de praktijk is gebleken dat kinderen op meerdere plaatsen trakteren en dat wordt vaak als te veel ervaren. Er wordt wel aandacht besteed aan de verjaardag, bijvoorbeeld tijdens het eet- en drinkmoment op de middag. Dit kan b.v. door het zingen van een verjaardagslied en het kind de koekjes uit te laten delen.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Richtlijnen voedselverstrekking Op de groepen worden dagelijks diverse maaltijden klaargemaakt en smakelijk opgegeten. In de meeste gevallen gaat het om flesvoedingen, broodmaaltijden en tussendoortjes zoals crackers, fruit of een koekje. Omdat er tijdens de opvang voedsel aan “derden” (de kinderen) wordt verstrekt, moet de organisatie zich houden aan de Warenwetregeling. In de werkinstructies staat in duidelijke stappen wat de belangrijkste punten zijn. Over het algemeen kan gezegd worden dat een goede voedselbereiding valt of staat met een goede persoonlijke hygiëne. Persoonlijke hygiëne □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Zorg voor schone en goed wasbare kleding Draag bij vuile werkzaamheden een wegwerpschort Zorg voor schone en verzorgde haren’ Houd lange haren samengebonden in een staart Kam of borstel haren niet in dezelfde ruimte waar voeding wordt bereid Houd nagels kort en schoon Gebruik geen sterk ruikende parfum Gebruik geen kauwgom tijdens het werk Eet en rook niet tijdens voedselbereiding Hoest of nies niet boven voedingsproducten Draag geen sieraden tijdens het bereiden van voedsel Dek wondjes aan de handen goed af
Instructie handen wassen □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Was de handen in ieder geval bij: Aanvang van de werkzaamheden Na het verschonen van luiers Na niezen, neus snuiten en hoesten Na het wisselen van werkzaamheden Na contact met de afvalbak Na aanraking van rauw voedsel Na contact met huisdieren Na oor- of neuspeuteren Na het buiten spelen Na het roken in de pauze
Instructie handen wassen □ □ □ □
Was de handen met (vloeibare) zeep gedurende tenminste 20 seconden Gebruik stromend water Spoel de handen al wrijvend af onder stromend water Droog de handen af met een droge, schone handdoek, gebruik het liefst papieren handdoeken
Bedrijfshygiëne □ □ □ □
Zorg voor goed gereinigde apparaten, werkoppervlakken en ruimte Reinig aanrechtbladen en tafels na gebruik met sop en droog het na met een droge, schone doek Verricht tijdens het schoonmaken geen andere werkzaamheden Zet geen materialen en producten op de vloer
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Boodschappen kopen en bewaren De boodschappen komen op een vast moment in de week op de locatie binnen. De producten die in de koeling moeten worden zo snel mogelijk opgeborgen. Let bij de boodschappen op de volgende punten:
Inkopen en bestellen □ □ □ □ □ □ □ □
Controleer bij ontvangst van de goederen of de verpakking schoon en niet beschadigd is Let bij vacuümverpakkingen of dit daadwerkelijk nog vacuüm zijn. Controleer bij blikken of ze niet gedeukt zijn of juist bol staan. Controleer of de houdbaarheidsdatum nog lang genoeg is. Koop of accepteer het product niet als de houdbaarheidsdatum is verstreken. De temperatuur van de producten is belangrijk, let erop dat het niet te warm is. Bestel niet te veel, de kans is groot dat producten dan over de houdbaarheidsdatum gaan en niet meer gebruikt kunnen worden Gebruik bij de bestelling de boodschappenlijst die standaard op alle locaties gebruikt wordt.
Bewaren en opslaan □ □ □ □ □ □ □ □
Houd ontvangen producten niet langer dan nodig en in ieder geval niet langer dan een half uur buiten de koeling Producten die langer dan een half uur buiten de koeling hebben gestaan moeten binnen twee uren opgegeten worden of weggegooid. Controleer bij het aanvullen van de voorraden in de koeling of vriezer meteen even de temperatuur van de apparaten. Wees ervan verzekerd dat het apparaat goed werkt. Pas bij het opslaan van producten het systeem first in-first out toe. Dat wil zeggen, de producten die er al staan komen vooraan te staan en de nieuwe producten komen erachter. Controleer of de houdbaarheidsdatum van de producten die vooraan staan nog goed is. Sla geen gevaarlijke stoffen op bij levensmiddelen. Plaats geen levensmiddelen op de vloer Bewaar eieren gekoeld in de originele verpakking die voorzien is van de THT datum.
Producten die van huis worden meegenomen □ □ □
Traktaties die van huis worden meegenomen en die niet verpakt zijn moeten binnen twee uur worden opgegeten. Als de traktatie in de koelkast staat en het vervoer van huis naar opvanglocatie niet meer dan een half uur is geweest, is het langer dan twee uren houdbaar. Onderneem actie als je twijfelt over de kwaliteit van de meegenomen traktaties. Moedermelk moet gekoeld vervoerd worden en direct in de koeling worden geplaatst als ouders op de locatie komen. Wijs ouders hierop en wees er zelf goed alert op. (zie verder de werkinstructie flesvoeding en babymelk)
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
De eetmomenten Bij de eetmomenten is de hygiëne erg belangrijk. Ook de houdbaarheid van producten die uit de koelkast komen is een aandachtspunt. Hieronder staan de punten die van belang zijn rondom het eetmoment: Bereiden □ □ □ □ □ □
Was de handen voordat je begint aan de bereiding van voedsel. Zorg voor schoon materiaal en laat messen niet onbeheerd achter op het aanrecht/tafel. Was het fruit voor het schillen en snijden, ook al wordt het fruit geschild gegeten. Behandel vers bereide fruithapjes als een gekoeld product. Ontdooi diepvriesproducten altijd in de koelkast. Haal eieren pas vlak voor de bereiding ervan uit de koeling. Bewaar beslag voor bijvoorbeeld pannenkoeken dat gemaakt is met verse eieren niet langer dan een half uur buiten de koeling.
Uitgeven en serveren □ □ □ □ □ □ □ □
Laat alle kinderen voor het eten de handen wassen, dus niet alleen als je buiten bent geweest, maar standaard voor het eten handen wassen. Gebruik een washandje voor het wassen van de handen van de kinderen die dat zelf niet kunnen. Let op: voor ieder kind een apart washandje! Haal de producten uit de koeling zo kort mogelijk van te voren uit de koeling Producten die langer dan een half uur uit de koeling zijn geweest moeten binnen twee uren worden opgegeten of weggegooid. De pakken melk niet langer dan een half uur op tafel laten staan. In plaats daarvan kan je ook de bekers inschenken en de pakken daarna weer in de koeling plaatsen. Bewaar open potten met broodbeleg (zoals bijvoorbeeld jam) in de koelkast als dit op de verpakking staat. Stop brood dat onverpakt op tafel heeft gelegen niet terug in de verpakking, maar gooi dit weg. Gooi overgebleven restjes bereide voeding en voedingsresten direct na het eten weg.
Reinigen □ □ □ □ □ □
Maak direct na het eten de tafel en de stoelen nat schoon en droog na met een droge doek. Veeg de vloer onder de tafel aan en gooi het afval direct weg. Maak het aanrecht schoon en droog. Let bij gebruik van een afwasmachine erop dat het programma goed heeft gewerkt. Is alles schoon en voelt het warm aan als het apparaat net klaar is. Bij afwassen met de hand moet de afwasborstel schoon zijn en regelmatig vervangen worden, bijvoorbeeld 1x per twee maanden. De theedoek moet schoon zijn en droog. Vervang de theedoeken, vaatdoekjes en handdoeken na ieder dagdeel of eerder bij zichtbare vervuiling.
Afvoeren van afval □ □ □ □ □ □
Zorg ervoor dat de afvalbakken waar de kinderen bij zouden kunnen afgesloten zijn. Maak de afvalbakken minstens 1x per week goed schoon en direct bij zichtbare vervuiling. Leeg de afvalbak direct als deze vol is. Zorg ervoor dat de directe omgeving van de afvalbak schoon gehouden wordt. Het afval wordt zo klein mogelijk weggegooid. Kartonnen pakken bijvoorbeeld eerst plat vouwen. Gebruik buiten het gebouw zoveel mogelijk goed af te sluiten afvalcontainers
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Bereiden van flesvoeding Op het KDV worden heel veel flessen klaargemaakt en opgedronken. Ook hier is de hygiëne een belangrijk gegeven en het klaarmaken van de flesvoeding moet op de juiste manier gebeuren. Algemeen □ □ □ □
□ □
Flesvoeding is standaard aanwezig op de groepen. Let goed op welke flesvoeding het kind drinkt, er zijn twee soorten aanwezig Bij het opmaken van de pakken, direct de datum van openmaken erop zetten Iedere keer als er voeding uit het pak gehaald wordt, checken of de houdbaarheidsdatum niet verstreken is. Flessenvoeding die door ouders wordt meegenomen, moet in poedervorm, in afgepaste hoeveelheden per voeding worden aangeleverd. De bakjes moeten voorzien zijn van de naam van het kind. De flessen en spenen moeten schoon worden aangeleverd. Lege flessen moeten voorzien zijn van naam en bewaard worden in de koelkast.
Bereiden van flesvoeding □ □ □ □ □
□ □ □
Het werkblad schoonmaken voordat je begint met het bereiden van de voeding Handen wassen Zorg ervoor dat ieder kind een eigen fles en speen heeft Maak per voeding de fles klaar met gewoon leidingwater. Spoel van te voren de kraan enkele seconden door. Warm het water op in de flessen-verwarmer. Op iedere groep is een flessenwarmer aanwezig. Zorg ervoor dat de flessenwarmer leeggegooid wordt na gebruik. Schud het flesje na opwarming goed om voor een gelijke verdeling van de warmte. De poeder kan het beste in het water worden gedaan als het water al warm is. Dan vermengt de poeder zich gemakkelijker met het water. Goed schudden om klontvorming te voorkomen. Check de temperatuur altijd op de binnenkant van je pols, voordat je de voeding aan het kind geeft! Restanten flesvoeding niet bewaren, maar weggooien. De bereide flesvoeding nooit langer dan 1 uur bij kamertemperatuur bewaren.
Schoonmaken flessen □ □
Direct na het voeden de fles en speen goed omspoelen met water. Goed laten drogen en de fles met speen daarna in de koelkast bewaren tot de volgende voeding. Ouders zijn verantwoordelijk voor het uitkoken van de flessen en spenen. Maak ouders erop attent dat dat de regel is en wijs de ouders op zichtbare verontreiniging.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Moedermelk Afgekolfde moedermelk is een kwetsbaar product. Op het moment dat de moedermelk op het KDV in de koelkast staat, zijn wij er verantwoordelijk voor dat het op de juiste manier behandeld wordt. Afkolven en vervoer □ □ □
Indien thuis de moedermelk wordt afgekolfd door de moeder, dient zij tijdens het afkolven, vervoeren en opslaan van de melk hygiënische maatregelingen te nemen. Moedermelk mag alleen aan het eigen kind gegeven worden. De flesjes met de melk moeten voorzien zijn van naam en datum van afkolven. De moedermelk moet gekoeld worden getransporteerd, bijvoorbeeld in een koeltas.
Bewaren □ □
Na ontvangst wordt de moedermelk bewaard in de koelkast, op minimaal 4 graden. Als de voeding lang bewaard moet worden, langer dan 72 uur, dan moet het ingevroren worden. Dit zal op het kinderdagverblijf niet aan de orde zijn.
Ontdooien □
□
Bevroren moedermelk langzaam ontdooien, in de koelkast. Als na plaatsing in de koelkast blijkt dat de moedermelk nog niet geheel ontdooid is als de baby de melk wil drinken, dan kan de melk verder ontdooid worden onder stromend kraanwater van ca. 20 graden. Let daarbij wel op dat er geen water via de speen in de melk komt. Eenmaal ontdooide moedermelk dient binnen 24 uur gebruikt te worden.
Verwarmen □ □ □
Verwarm de moedermelk niet in de magnetron, maar in een flessenwarmer. Op iedere groep is er een flessenwarmer aanwezig. De flessenwarmer dient na ieder gebruik te worden geleegd en gedroogd. Restanten moedermelk niet nogmaals opwarmen, maar weggooien
Controleer voordat de je voeding aan de baby geeft de temperatuur door enkele druppels aan de binnenkant van je pols te laten vallen. Als de moedermelk te warm is, kan je het af laten koelen door de fles onder koud stromend water te houden. Let hierbij wel op dat het niet te koud wordt, je kunt het niet vervolgens weer opwarmen. Schoonmaken flessen □ □
Direct na het voeden de fles en speen goed omspoelen met water. Goed laten drogen en de fles met speen daarna in de koelkast bewaren tot de volgende voeding. Ouders zijn verantwoordelijk voor het uitkoken van de flessen en spenen. Maak ouders erop attent dat dat de regel is en wijs de ouders op zichtbare verontreiniging.
Samenwerking met ouders
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
In de intake worden enkele zaken gesproken die betrekking hebben op het voedingsbeleid. De samenwerking met ouders is belangrijk voor een goede uitvoering van het voedingsbeleid. Als ouders vanaf de start van de opvang gewezen worden op het verzoek gezonde traktaties mee te geven, kunnen ouders die zich daar niet aan houden er ook op aangesproken worden. Advies oudercommissies In de wet kinderopvang is vastgelegd dat de oudercommissie advies mag uitbrengen op het voedingsbeleid van de organisatie. Ook ongevraagd mag de oudercommissie advies geven over de voedingsaangelegenheden binnen de organisatie. Van een advies van de oudercommissie kan het management alleen afwijken onder bijzondere omstandigheden. In de overleggen die de OC heeft met de leidinggevende kan het voedingsbeleid ook op de agenda gezet worden. Dit overleg vindt standaard twee maal per jaar plaats.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Boodschappen beleid Voor de groepen KDV en BSO is een standaard boodschappenlijst opgesteld. Locaties kunnen hun bestelling aan de hand van deze lijst doorgeven. Er zijn afspraken gemaakt over merk, aantallen en welke producten er besteld mogen worden. De coördinator van de boodschappen houdt steekproefsgewijs bij of locaties niet teveel bestellen. Seizoensproducten, zoals bijvoorbeeld pepernoten, worden centraal ingekocht. Locaties hebben een klein budget voor boodschappen die ze incidenteel willen kopen, bijvoorbeeld ingrediënten voor het bakken van koekjes. Ook het inkopen van de zuigelingenvoeding gebeurt op alle locaties bij dezelfde leverancier. Alle locaties binnen de organisatie maken gebruik van dezelfde standaard voeding. In de bijlage staat de gehele boodschappenlijst beschreven.
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Bijlage Standaard boodschappenlijst voor KDV en BSO groepen Fruit
Handsinaasappels Mandarijnen Bananen Kiwi Appels Handperen Rozijnen Komkommer
Broodbeleg Salami Boterhamworst Gebraden gehakt Schouderham Gekookte worst Leverworst Leverpastei Brood Tafelmargarine Jong belegen kaas Smeerkaas Komijnen kaas Duopasta Pindakaas Appelstroop Chocolade pasta Sandwich spread Hagelslag melk Hagelslag mix Hagelslap puur Vruchtenhagel Jam Vruchtenmix Drinken Houdbare melk halfvol Houdbare karnemelk Diksap peer Diksap appel Koffie Koffiepads Thee, diverse smaken Koffiemelkcups Aardbeiensiroop Cassissiroop Grenadinesiroop Sinaasappelsiroop
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012
Crackers/koek e.d. Beschuit Rijstwafels Crackers Cream crackers Ontbijtkoek Kruidkoek Soepstengels Boerencake Lange vingers Volkoren biscuit Fouree vanilla Fouree chocolade Marie biscuits Liga tweede stap Diversen keuken Vloeibare zeep Keukenrol Tissues Boterhamzakjes Aluminiumfolie Vershoudfolie Huishouddoekjes Pedaal emmerzakken Huisvuilzakken Afwasmiddel Vaatwastabletten Allesreiniger Multireiniger Koffiefilterzakjes Suiker Diversen sanitair/wasruimte e.d. Pleisters Toiletpapier Babydoekjes Haargel extra strong Wasmiddel color Wasmiddel wit Toiletreiniger Luchtverfrisser
Afdeling kwaliteit/voedingsbeleid kdv en bso/september 2012