HE
T
S
Hoe verhoog je zelfstandige en milieuvriendelijke verplaatsingen van en naar school?
LV RV P A H R O C OE O E� � L N
Inhoud
Colofon
WAT IS EEN SCHOOLVERVOERPLAN? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . -2
Redactie Gert Zuallaert, Veerle De Bent Mobiel 21 vzw
WAAROM EEN SCHOOLVERVOERPLAN? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . -3 HOE WERK JE EEN SCHOOLVERVOERPLAN UIT? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . -5
Lay-out en vormgeving Heidi Lammens, KBC Wil je meer informatie of wens je begeleiding? Neem contact op met Mobiel 21 vzw, Vital Decosterstraat 67 A 3000 Leuven Tel. 016 31 77 00 Fax 016 29 02 10 e-mail:
[email protected] www.mobiel21.be, www.milieuvriendelijknaarschool.be Verantwoordelijke uitgever: Elke Bossaert, Mobiel 21 vzw Deze brochure kadert in de campagne ‘Veilig en Milieuvriendelijk naar school’. Andere beschikbare brochures voor scholen zijn Fietspoolen, Voetpoolen, Autovrije schooldagen, School in beweging, Scholenovereenkomst en de folder carpoolen. Kostprijs 3 €
(incl.BTW, excl. verzendingskosten)
Leuven 2005 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs en van de uitgever.
CHECKLISTEN . . . . . . .
9
VERPLAATSINGSWIJZEFORMULIEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Wat is een schoolvervoerplan? Een schoolvervoerplan is een geheel van maatregelen die de school neemt, in partnerschap met anderen, om het aantal zelfstandige en milieubewuste verplaatsingen van leerlingen te doen toenemen. Alle scholen die dat willen, kunnen een schoolvervoerplan uitwerken. Scholen gelegen aan een gewestweg of tot op 200 meter daarvandaan kunnen binnen de module 10 van het gemeentelijk mobiliteitsconvenant een schoolvervoerplan uitwerken. De gemeente moet het initiatief nemen en ontvangt dan een subsidie van het Vlaams Gewest voor de herinrichting van de schoolomgeving. Schoolvervoerplannen staan dankzij het Vlaams mobiliteitsconvenantsbeleid hoog op de agenda in Vlaanderen. Scholen werken in het geval van de module 10 samen met de gemeente, het gewest, De Lijn en nog mogelijk andere betrokken partners.
PARTNERS
HET PLAN
Met ‘school’ bedoelen we: • de directie, • de leerkrachten, • de ouders van de leerlingen, • de leerlingen.
Een schoolvervoerplan bestaat uit drie delen:
Andere mogelijke partners: • de gemeente, • het Vlaams Gewest, de Administratie Wegen en Verkeer, • de provincie, • De Lijn, • de NMBS, • andere vervoersaanbieders zoals het georganiseerd leerlingenvervoer. In deze handleiding richten we ons tot de school.
• Een onderzoek met knelpuntennota die zicht geeft op: - de huidige verplaatsingen, - de verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving, - de verkeersknelpunten op de schoolroutes, - de knelpunten in de vervoersorganisatie. Een heldere probleemstelling met de prioriteiten vat alles samen. • Een actieplan met maatregelen om: - adequater te informeren over veilige en milieuvriendelijke verplaatsingen naar school, - te sensibiliseren voor meer veilige en milieuvriendelijke verplaatsingen, - door verkeers- en mobiliteitseducatie leerlingen bewuster en vaardiger te maken in het verkeer, - de vervoersorganisatie te verbeteren en het parkeren te reorganiseren, - de infrastructuur te verbeteren en de verkeersveiligheid te verhogen in de schoolomgeving en op schoolroutes. Het actieplan geeft ook aan welke initiatieven men op korte en middellange termijn moet nemen. • Een evaluatie Je brengt de impact van de getroffen maatregelen in kaart zodat je tijdig kan bijsturen. De acties in een schoolvervoerplan zijn geen eenmalige initiatieven. Ze worden verankerd in de werking van de betrokken partners.
2
Waarom een schoolvervoerplan? Met een schoolvervoerplan kan de school verplaatsingen te voet, met de fiets, met openbaar vervoer of schoolbus en carpoolingstimuleren. Alsmaar meer kinderen worden met de auto naar school gebracht: de zogenaamde achterbankgeneratie. Wat is het effect op het verkeer, de verkeersveiligheid, het milieu enz.? Chaos aan de schoolpoort, drukte op de straat ... Bovendien kunnen kinderen vanop de achterbank van een auto niet leren hoe ze zich veilig moeten gedragen in het verkeer.
Woon-schoolverplaatsingen kan je in principe beheersen. Je weet over welke verplaatsingen het gaat. Uit het rapport van Kind en Gezin blijkt dat 49,3 % van de kinderen in het lager onderwijs binnen een straal van 1 km van de school woont en 38,5 % tussen 1 en 5 km. Dat zijn fietsbare afstanden. Toch toont het Federale Onderzoek Verplaatsingsgedrag aan dat 48 % van de lagereschoolkinderen met de auto gebracht wordt. Daaraan kunnen we duidelijk iets doen. Het fietsgebruik ligt het hoogst bij de 13- tot 15-jarigen, al gaat het hier maar om goed 32 % van de jongeren. Vanaf 16 jaar neemt het gebruik van openbaar vervoer toe.
Hoe maak je scholen minder magnetisch voor al die autoverplaatsingen? Vooral door de schoolomgeving en de routes naar school veiliger te maken voor voetgangers en fietsers. Maar om slimmere en gezondere verplaatsingswijzen te promoten, zijn er naast infrastructurele aanpassingen ook informerende, sensibiliserende, educatieve en vervoersorganisatorische initiatieven nodig. Scholen, oudercomités, gemeenten en provincies ijveren hier al jaren voor én behalen ook resultaat!
Woon-schoolvervoer (heen) - vervoermiddel per leeftijdscategorie schoolgaande jongeren - regio Vlaanderen (in procenten) [Uit: Nationale Enquête naar de Mobiliteit van de Huishoudens. Studie in opdracht van de Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenheden (1999).] 6-9 j.
10-12 j.
13-15 j.
16-18 j.
19-25 j.
Te voet
18,7
8,8
2,7
9,4
10,3
Fiets
22
29
53,6
37
18,1
Trein
0
0,3
1,9
18,1
13,3
OV (bus-tram-metro)
6,1
12,7
18,1
24,1
17,3
Auto (passagier)
52
43,5
22,6
8,4
12,6
Overige
1,3
5,7
1,1
3,1
2,8
Nog niet overtuigd? We zetten enkele voordelen van een schoolvervoerplan op een rijtje: • De genomen maatregelen zijn duurzaam. • Je ontwikkelt het plan op basis van gebruikersinformatie. • Verschillende partners werken samen aan maatregelen op korte en middellange termijn. • Een school kan zelf specifieke problemen aandragen en voorstellen doen voor oplossingen. • Het zet autoritten om in verplaatsingen te voet, met de fiets en met het openbaar vervoer. • De aanpak is totaal. Je brengt de hele vervoerproblematiek in kaart en zoekt met diverse partners naar alternatieven. Een geïntegreerd actieplan stemt alle maatregelen en initiatieven op elkaar af: • Informatie: bv. een bereikbaarheidsplan met veilige stap- en fietsroutes naar school. • Sensibilisatie: bv. autovrije schooldagen of de campagne ‘Veilig en milieuvriendelijk naar school’kunnen bijdragen tot bewuste verplaatsingen. • Educatie: bv. een verkeerseducatieve route uitwerken of fietsvaardigheidstraining maken leerlingen vaardiger in het verkeer. • Een duurzame vervoersorganisatie naar school en huiswaarts: naast De Lijn en het georganiseerd leerlingenvervoer bieden fietspool, begeleide rijen en carpool interessante alternatieven voor de autoverplaatsingen. • Infrastructuur: duurzaam veilige schoolroutes en een schoolomgeving op maat van de meest kwetsbare weggebruikers, namelijk voetgangers en fietsers.
Hoe werk je een schoolvervoerplan uit? OPSTARTFASE: STEL EEN WERKGROEP SAMEN EN VERDEEL TAKEN
Extra info voor scholen die gelegen zijn langs of op 200 m van een gewestweg.
Werkgroep
De gemeente neemt het initiatief voor het afsluiten van een Module 10. Als dit gebeurt, dan verwacht men dat de school een schoolvervoerplan opmaakt. De gemeente dient de verkeersknelpunten op te lossen en is dus verantwoordelijk voor de herinrichting van de schoolomgeving. De gemeente neemt ook initiatief voor overleg tussen de betrokken partners. Daarnaast zorgt ze voor het volledige ontwerp: de aanbesteding en opvolging van de werkzaamheden, eventueel in samenwerking met een studiebureau. De school bepaalt hoe zij concreet kan bijdragen door initiatieven op vlak van informatie, sensibilisatie, educatie en vervoersorganisatie te plannen. Ouders en scholieren werken mee aan de opmaak van het schoolvervoerplan en adviseren de lokale overheid samen met de school bij de opmaak van het ontwerp.
Het Vlaams gewest subsidieert de herinrichting: 100% van de reële kostrpijs van de werken op het domein van het gewest en 50% van de reële kostprijs van de werken op het domein van de lokale overheid. De module biedt dus vele kansen voor scholen, want men vraagt expliciet de actieve inbreng van de school, de ouders en de scholieren.
Om een schoolvervoerplan uit te werken, stel je eerst een werkgroep samen. Deze werkgroep kan bestaan uit de directie, leerkrachten, ouders, scholieren en de betrokken ambtenaar van de gemeente. Om vlot te draaien heeft de werkgroep vooral behoefte aan geïnteresseerde werkkrachten, die de visie van de werkgroep onderschrijven en het eigenbelang overstijgen. In samenspraak stellen ze het schoolvervoerplan op. De gemeente kan de werkgroep het best logistiek en inhoudelijk ondersteunen. Het takenpakket van de werkgroep De beschikbare tijd en energie van alle mensen die aan een schoolvervoerplan meewerken, is beperkt. Een afgebakend takenpakket is dan ook essentieel om het project zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Als men een schoolvervoerplan uitwerkt binnen Module 10 dan moet de school deze checklists gebruiken, met uitzondering van checklist 6.
STAP 1: ONDERZOEK DE VERPLAATSINGSWIJZE EN DE KNELPUNTEN De eerste stap in een schoolvervoerplan is zicht krijgen op de verplaatsingswijze en de knelpunten. Deze gegevens kan je bundelen in een knelpuntennota. Het gaat hier om een inventarisatie van: • de huidige verplaatsingswijze van de scholieren en eventueel de routes die de scholieren afleggen, • de verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving, • de verkeersknelpunten op de schoolroutes, • de knelpunten in de vervoersorganisatie. Om problemen degelijk te kunnen aanpakken, is zowel kennis van knelpunten in de vervoersorganisatie, in de directe schoolomgeving als op weg van en naar school nodig. Als werkgroep spoor je vooral
Knelpunten in de directe schoolomgeving
Slechte zichtbaarheid bij het verlaten van de dwarsparkeerplaatsen.
Bij het uitgaan van de school komen en vertrekken er veel bussen op hetzelfde moment. Hierdoor ontstaan er chaotische situaties en lange wachttijden.
Te brede rijbaan, te hoge snelheid en drukte en chaos.
4
Als het project kadert binnen de module 10 dan worden er specifieke engagementen van de school verwacht. Directie, leerkrachten, ouders en leerlingen dienen enerzijds knelpunten en anderzijds concrete initiatieven te formuleren op het vlak van informatie, sensibilisatie, educatie en vervoersorganisatie. Ze moeten er zich ook toe verbinden om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp. Voor de effectieve uitwerking van het schoolvervoerplan kunnen scholen de checklisten 1,2,3,4, 5 en 6 en de verplaatsingwijzeformulieren gebruiken.
BUS
Het Vlaams Gewest koppelt de herinrichting van een schoolomgeving aan de opmaak van een schoolvervoerplan. Met de module 10 krijgen steden en gemeenten subsidie van het Vlaams Gewest om schoolomgevingen langs gewestwegen of tot op 200 m van een gewestweg opnieuw in te richten. Zo kunnen ze de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd verhogen en de verplaatsingen te voet, met de fiets, met openbaar vervoer of carpoolen bevorderen.
Suggesties en richtvragen: • Wat zijn de belangrijkste problemen? Waaraan geven we prioriteit? • Welke initiatieven werken we later verder uit en waarom? • Hoe bereiken we het resultaat dat we willen bekomen op de meest efficiënte manier? • Projectverloop uitzetten. • Wie betrekken we bij het project en wanneer? • Zicht op het globale projectverloop houden. • Zicht op het beschikbaar materiaal hebben.
BUS
MODULE 10
BUS
Slechte zichtbaarheid voor overstekende voetgangers, fietsers en automobilisten. Te hoge snelheid ter hoogte van het kruispunt. Onduidelijk kruispunt.
Het schoolgebouw valt te weinig op in het straatbeeld.
de knelpunten op die alle betrokkenen ervaren. De objectieve verkeersonveiligheidsgegevens waarin zachte weggebruikers betrokken waren, kan je opvragen bij de politie. Bij het bepalen van de prioritaire verkeersknelpunten worden wel beide in rekening gebracht. Een heldere probleemstelling met de prioriteiten vat alles samen.
Verplaatsingswijze� Gemeentelijke Lagere School Zutendaal begeleide rij� 2,5 %
Op basis van inzicht in de verplaat-
auto� 49 %
fiets� 34,5 %
fietspoolen� 4,6 %
Hoe komen de leerlingen naar school? (zie Verplaatsingwijzeformulieren) Met een eenvoudige handopsteking krijg je zicht op de verplaatsingswijze van de scholieren. De leerkracht vult op een klasformulier in hoeveel leerlingen met welk hoofdvervoermiddel (grootste afstand) meestal naar school komen. Als dat in alle klassen gebeurt, heb je na wat telwerk een volledig overzicht van alle verplaatsingswijzen van de leerlingen. Die gegevens breng je samen op het schoolformulier.
carpoolen� 2%
te voet� 7%
singswijze en afhankelijk van de tijd en de werkkracht die je aan dit project wenst te besteden, kan je bepalen welke verplaatsingswijze je het best verder bestudeert. Welke zijn de prioritaire routes te voet en met de fiets? Het werkterrein bakenen we af aan de hand van de vervoercirkels. Nemen we de tijd als norm dan kunnen we binnen een kwartier gemid-
deld 750 m tot 1 km stappen en 3 à 4 km fietsen (afstanden hangen af van oa. leeftijd). De voetgangerszone heeft dan bijvoorbeeld een straal van 750 m met de school als middelpunt. De fietszone heeft een straal van 3 km met de school als middelpunt. Ga dan na vanwaar de meeste leerlingen komen binnen deze zones. De trajecten die de meeste leerlingen volgen, zijn de prioritaire schoolroutes. Die geven we aan op het plan. Deze routes krijgen de prioritaire aandacht. Welke zijn de verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving? • Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 1. • Brainstorm met enkele klassen en gebruik hiervoor checklist 1. • Breng de resultaten aan op een plan van de directe schoolomgeving. Dit kan je opvragen bij de gemeente. Welke zijn de verkeersknelpunten op de schoolroutes?
de school
te v oet 750 m à 1 km
• Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 2. • Brainstorm met enkele klassen en gebruik hiervoor checklist 2. • Breng de resultaten aan op een plan van de ruime schoolomgeving. Dit kan je opvragen bij de gemeente. met de fiets 3 à 4 km
met de bus of de auto
Welke zijn de knelpunten in de vervoersorganisatie? • Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 3. • Vul de resultaten op checklist 3 in.
6
STAP 2: ONTWIKKEL EEN ACTIEPLAN MET CONCRETE INITIATIEVEN In een actieplan gaat de werkgroep concrete initiatieven nemen en stimuleren op het vlak van: • Informatie: bv. een infopakket mobiliteit samenstellen en uitdelen; • Sensibilisatie: bv. autovrije schooldagen organiseren; • Educatie: bv. een fietsvaardigheidstraining uitwerken; • Vervoersorganisatie: bv. fietspooling starten of het parkeren reorganiseren; • Infrastructuur en verkeersveiligheid: bv. de schooltoegang beveiligen of gemachtigde opzichters inschakelen. Het actieplan geeft ook aan welke initiatieven men op korte en middellange termijn gaat nemen. Elke partner kan een belangrijke bijdrage leveren in het realiseren van de deelaspecten van het schoolvervoerplan. Responsabilisering van alle partners is dus essentieel. Sommige initiatieven kan je als school autonoom beslissen en realiseren, onder andere educatie, een begeleide rij, een fietsenstalling, verplaatsing van de schoolingang enz. Voor de meeste initiatieven is echter medewerking van andere partners noodzakelijk. Bijvoorbeeld het beveiligen van een kruispunt, bushaltes verplaatsen, dienstregelingen van openbaar vervoer aanpassen. Het is ook belangrijk dat de werkgroep een evenwicht vindt tussen werken op korte en op middellange termijn. Op korte termijn kan men kleine maatregelen voorstellen, bv. doorsteekjes begaanbaar en befietsbaar maken, politietoezicht houden op zeer gevaarlijke kruispunten, een fietspoolproject opstarten, een schuil-
Fietspoolen
Gemachtigd opzichter
Openbaar vervoer
Autoluwe schooldagen
Verkeerslessen
'Veilig en milieuvriendelijk naar school'
Comfortabel te voet naar school
Degelijke fietsenstalling 7
huisje plaatsen enz. Deze korte termijnmaatregelen moeten wel kaderen binnen een visie op lange(re) termijn. Op langere termijn kunnen bv. veilige en comfortabele fietsvoorzieningen op de belangrijkste schoolroutes of veilige en bereikbare halteplaatsen voor openbaar vervoer. Welke concrete initiatieven gaat jouw school nemen en stimuleren op het vlak van informatie, sensibilisatie en educatie? • Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 4. • Vul de resultaten in op checklist 4. Welke concrete initiatieven gaat jouw school nemen en stimuleren op het vlak van vervoersorganisatie? • Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 5. • Vul de resultaten in op checklist 5. Welke concrete initiatieven gaat jouw school nemen en stimuleren op het vlak van infrastructuur en andere verkeersveiligheidsmaatregelen?
STAP 3: EVALUEER Als je maatregelen toepast, is het belangrijk dat je ze achteraf ook evalueert. Het kan immers zijn dat een maatregel geen of weinig effect heeft of dat er zich een evolutie in de situatie heeft voorgedaan waardoor een bijsturing aangewezen is. Bij de evaluatie zijn twee vragen cruciaal: • Hebben we de verkeersveiligheid verhoogd? • Komen er nu meer leerlingen milieuvriendelijk naar school? Hebben we de verkeersveiligheid verhoogd? Hebben we de verkeersveiligheid met de genomen maatregelen verhoogd? Je kan een onderscheid maken tussen verkeersveiligheid in de directe schoolomgeving en op de schoolroutes. • In de directe schoolomgeving: - Wat hebben we gerealiseerd? - Is het subjectieve veiligheidsgevoel verhoogd?
• Blijkt uit objectieve gegevens dat de verkeersveiligheid is verhoogd? • Op de schoolroutes: - Wat hebben we gerealiseerd? - Is het subjectieve veiligheidsgevoel verhoogd? - Blijkt uit objectieve gegevens dat de verkeersveiligheid is verhoogd? Die gegevens kan je opvragen bij de politie. Komen er nu meer leerlingen milieuvriendelijk naar school? • Wat is er gerealiseerd op vlak van vervoersaanbod, vervoersorganisatie en parkeerorganisatie? • Wat is er gerealiseerd op vlak van informatie, sensibilisatie en educatie? • Wat zijn de effecten op de verplaatsingswijze van de leerlingen? Ga opnieuw de verplaatsingswijze van de scholieren na aan de hand van de fiche ‘verplaatsingswijze’.
CHECKLISTEN Inventarisatie knelpunten Checklist 1 Verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving Checklist 2 Verkeersknelpunten op de schoolroutes Checklist 3 Knelpunten in de vervoersorganisatie
Actieplan Checklist 4 Concrete initiatieven op het vlak van informatie, sensibilisatie en educatie Checklist 5 Concrete initiatieven op het vlak van vervoersorganisatie Checklist 6 Concrete voorstellen om de infrastructuur te verbeteren en de verkeersveiligheid te verhogen Verplaatsingswijzeformulieren Klasformulier Schoolformulier
• Brainstorm met de werkgroep en gebruik hiervoor checklist 6. • Vul de resultaten op checklist 6 in. Als je de knelpunten uit de vorige fase positief (her)formuleert, dan ben je al een stap dichter bij mogelijke voorstellen.
8
9
Inventarisatie knelpunten Checklist 1: ‘VERKEERSKNELPUNTEN IN DE DIRECTE SCHOOLOMGEVING’
Checklist 2: ‘VERKEERSKNELPUNTEN OP DE SCHOOLROUTES’
■ WAT VERWACHTEN WE? Geef de verkeersknelpunten aan op een plan van de schoolomgeving en becommentarieer ze kort.
■ WAT VERWACHTEN WE? Geef de verkeersknelpunten aan op de schoolroutes en becommentarieer ze kort. Bekijk het vanuit het standpunt van de voetganger en de fietser.
■ WERKTERREIN? De zone voor de schoolpoort. ■ WIE INVENTARISEERT? Zowel de werkgroep (geïnteresseerde ouders, leerkrachten en directie) als de leerlingen in klasverband. ■ AANPAK: Breng knelpunten en commentaar rechtstreeks aan op een plan van de directe schoolomgeving. • Tijdens een werkvergadering met geïnteresseerde ouders, leerkrachten en directie inventariseert de werkgroep knelpunten aan de hand van de volgende vragen. • Onder begeleiding van een leerkracht inventariseren de leerlingen in enkele representatieve klassen knelpunten aan de hand van de volgende vragen. ■ VRAGEN: Te voet • Voel je je als voetganger veilig in de directe schoolomgeving? • Waar en waarom is het onveilig voor voetgangers? • Wat is je looproute? • Is oversteken er gevaarlijk? Zo ja, waar en waarom? • Zijn de trottoirs voldoende comfortabel en obstakelvrij? Zoniet, waar? • Zijn de snelheden van autoverkeer aanvaardbaar in de directe schoolomgeving? Met de fiets • Voel je je als fietser veilig in de directe schoolomgeving? • Waar en waarom is het onveilig voor fietsers? • Wat is je fietsroute? • Is oversteken er gevaarlijk? Zo ja, waar en waarom? • Zijn de fietsvoorzieningen voldoende comfortabel en obstakelvrij? Zoniet, waar en waarom? • Zijn de snelheden van auto’s in de directe schoolomgeving aanvaardbaar? Met de auto • Zijn de snelheden van het autoverkeer aanvaardbaar? Zoniet, waarom? • Zijn er knelpunten in het parkeer- en stationeergedrag met het oog op de onveiligheid? • Waar en waarom is het onveilig? Vragen over de schoolbus enkel behandelen als een schoolbus de school bedient. Met de schoolbus • Neem de opstapplaats van de schoolbus onder de loep. - Situeer de halteplaats op het plan. - Is de opstapplaats van de schoolbus optimaal gelegen ten opzichte van de schooltoegang? Zoniet, formuleer dan het probleem. • Is de opstapplaats veilig bereikbaar? Zoniet, waar zit dan het probleem? �Vragen over bus of tram enkel behandelen als er een bus- of tramhalte in de nabijheid van de school is (d.w.z. binnen een straal van ongeveer 750 m van de schoolpoort). Met de bus (of tram) • Neem de haltes van De Lijn onder de loep - Is de halteplaats van De Lijn optimaal gelegen ten opzichte van de schooltoegang? Zoniet, formuleer dan het probleem. - Is de halteplaats veilig bereikbaar? Zoniet, formuleer dan het probleem. - Waar en waarom is het onveilig voor bus- of tramgebruikers? ■ RESULTAAT: • Een plan waarop de verkeerswerkgroep verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving aangeeft. • Een tweede plan waarop de leerlingen verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving aangeven. 10
■ WERKTERREIN? Vervoercirkels: Nemen we tijd als norm dan kunnen we binnen een kwartier gemiddeld ongeveer 750 m tot 1 km stappen en 3 à 4 km fietsen. De voetgangerszone heeft een straal van 750 m met de school als middelpunt. De fietszone heeft een straal van 3 km met de school als middelpunt. Duid deze zondes aan op het plan. ■ WIE INVENTARISEERT? Zowel de werkgroep (geïnteresseerde ouders, leerkrachten en directie) als de leerlingen in klasverband. ■ AANPAK: Breng knelpunten en commentaar rechtstreeks aan op een plan van de ruimere schoolomgeving. • Tijdens een werkvergadering met geïnteresseerde ouders, leerkrachten en directie inventariseert de werkgroep knelpunten op de schoolroutes aan de hand van de volgende vragen. • Onder begeleiding van een leerkracht inventariseren de leerlingen in enkele representatieve klassen knelpunten op de schoolroutes aan de hand van de volgende vragen. ■ VRAGEN: Te voet • Is de school veilig en comfortabel te voet bereikbaar? • Zijn er gevaarlijke oversteekplaatsen op de route naar school? • Zijn de trottoirs ruim genoeg en comfortabel op weg naar school? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn kortere routes wenselijk? Met de fiets • Is de school veilig en comfortabel bereikbaar met de fiets? • Zijn er gevaarlijke oversteekpunten op de belangrijkste schoolroutes? • Zijn de fietspaden voldoende breed en comfortabel op weg naar school? • Zijn de trajecten voldoende verlicht? • Zijn kortere routes wenselijk? Met de bus van De Lijn • Is de halteplaats veilig bereikbaar vanuit de school? Zoniet, formuleer dan het probleem. • Waar en waarom is het onveilig voor Lijnbusgebruikers? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn kortere routes wenselijk? Met de trein • Is het station veilig bereikbaar vanuit de school? Zoniet, formuleer dan het probleem. • Waar en waarom is het onveilig voor treingebruikers? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn kortere routes wenselijk? ■ RESULTAAT: • Een plan waarop de werkgroep knelpunten op de schoolroutes aangeeft. • Een tweede plan waarop de leerlingen knelpunten op de schoolroutes aangeven
Inventarisatie knelpunten CHECKLIST 3: ‘KNELPUNTEN IN DE VERVOERSORGANISATIE’
■ WAT VERWACHTEN WE? Inventariseer de knelpunten in de vervoersorganisatie.
CHECKLIST 4:
‘CONCRETE INITIATIEVEN OP HET VLAK VAN INFORMATIE, SENSIBILISATIE EN EDUCATIE’
■ TER INFORMATIE • Vul per rij 1 kolom in en vink enkel aan wat voor jouw school van toepassing is. Is er niets van toepassing laat de lijn dan open. • Als je het initiatief wil ontwikkelen, vul dan in of je het gaat realiseren op korte of middellange termijn. • Korte termijn (KT) is ten laatste binnen een jaar. Middellange termijn (MT) is binnen twee à drie jaar.
■ WIE INVENTARISEERT? De werkgroep nl. directie, geïnteresseerde ouders en leerkrachten. ■ AANPAK: - De werkgroep inventariseert knelpunten in de vervoersorganisatie aan de hand van de volgende vragen. - Noteer alle knelpunten en vul in of ze prioritair zijn of niet. ■
Actieplan
VRAGEN ja
nee
Prioritaire knelpunten ja nee
■ WELKE CONCRETE INITIATIEVEN GAAT JOUW SCHOOL ONTWIKKELEN? - De werkgroep inventariseert knelpunten in de vervoersorganisatie aan de hand van de volgende vragen. - Noteer alle knelpunten en vul in of ze prioritair zijn of niet. gerealiseerd
OP HET VLAK VAN INFORMATIE
Te voet
- Ouders en leerlingen bij hun inschrijving een infopakket ‘Mobiliteit’ geven.
- Zijn er gemachtigde opzichters?*
- De dienstregeling van bus of trein ter beschikking leggen in de school.
- Zijn er begeleide rijen?
- In samenwerking met de gemeente een schoolbereikbaarheidsplan uitgeven.
Met de fiets
- Een infoavond over mobiliteit opzetten.
- Fietspoolt men?
Andere initiatieven:
- Zijn er fietsenstallingen? - Voldoende - Overdekt
OP HET VLAK VAN SENSIBILISATIE
- Op een logische inplantingsplaats
- Autovrije schooldagen organiseren.
De Lijnbus (tram)
- De campagne ‘Veilig en milieuvriendelijk naar school’ opzetten.
- Sluiten vertrek en aankomst van bus of tram aan op de schooluren?
- Een promotiecampagne voeren i.s.m. De Lijn.
- Is er voldoende wachtcomfort? (schuilhuisje, ruimte enz.)
- Gratis proefritten met de schoolbus aanbieden.
- Is er mogelijkheid tot het stallen van een fiets nabij de halte?
- Een promotiecampagne voeren i.s.m. de NMBS.
De schoolbus
- Uitstappen met De Lijnbus, trein, te voet of met de fiets plannen.
- Is er een schoolbusservice?
Andere initiatieven:
Zo ja: - Is de route efficiënt uitgestippeld? - Is er voldoende promotie gevoerd voor het gebruik van de schoolbus? - Is een schoolbusabonnement goedkoop genoeg?
OP HET VLAK VAN EDUCATIE
Zo neen: Is er dan nood aan het inleggen van een schoolbus?
- Verkeers- en mobiliteitslessen
Carpooling
- Fietsvaardigheidstraining:
Stimuleert men carpoolen op school?
o in de school
Zo neen: Is er nood aan het praktisch organiseren van een carpoolsysteem door de school? Stationeer- en parkeermogelijkheden in de schoolomgeving
o in een verkeerspark
- Verloopt het stationeren/parkeren ordelijk? - Zijn er voldoende parkeerplaatsen? - Bevinden de parkeerplaatsen zich op een logische plaats? Andere knelpunten:
*Een gemachtigde opzichter helpt kinderen in de schoolomgeving bij het oversteken. Het is een volwassene, ouder of leerkracht die tenminste 18 jaar oud is. Een gemachtigde opzichter heeft een theoretische en praktische opleiding gevolgd bij de gemeentepolitie en werd daarna gemachtigd door de burgemeester.
12
o op straat. - Verkeerseducatieve route in de schoolomgeving uitwerken. Andere initiatieven:
niet gewenst
gewenst op K/T
gewenst op M/T
CHECKLIST 5: ‘CONCRETE INITIATIEVEN OP HET VLAK VAN VERVOERSORGANISATIE’ ■ TER INFORMATIE • Vul per rij 1 kolom in en vink enkel aan wat voor jouw school van toepassing is. Is er niets van toepassing laat de lijn dan open. • Als je het initiatief wil ontwikkelen, vul dan in of je het gaat realiseren op korte of middellange termijn. • Korte termijn (KT) is ten laatste binnen een jaar. Middellange termijn (MT) is binnen twee à drie jaar. ■ WELKE CONCRETE INITIATIEVEN GAAT JOUW SCHOOL ONTWIKKELEN? gerealiseerd
niet gewenst
gewenst op K/T
gewenst M/T
CHECKLIST 6: ‘CONCRETE VOORSTELLEN OM DE INFRASTRUCTUUR TE VERBETEREN EN DE VERKEERSVEILIGHEID TE VERHOGEN’ ■ TER INFORMATIE • Vul per rij 1 kolom in en vink enkel aan wat voor jouw school van toepassing is. Is er niets van toepassing laat de lijn dan open. • Als je het initiatief wil ontwikkelen, vul dan in of je het gaat realiseren op korte of middellange termijn. • Korte termijn (KT) is ten laatste binnen een jaar. Middellange termijn (MT) is binnen twee à drie jaar. ■ WELKE CONCRETE INITIATIEVEN GAAT JOUW SCHOOL ONTWIKKELEN? gerealiseerd
INITIATIEVEN VAN DE SCHOOL Te voet - Voetpool organiseren
LANGS EEN DRUKKE WEG BUITEN BEBOUWDE KOM
- Begeleide rij opzetten.
- Afbakening 50 km/uur zone in de schoolomgeving.
Met de fiets
- Afbakening 30 km/uur zone in de schoolomgeving.
- Fietspool organiseren.
- Ruime voetgangerszone voor de schoolpoort.
- Voldoende kwaliteitsvolle fietsenstallingen installeren.
- Oversteekplaats met verkeerslichten.
De Lijnbusservice
- Beveiligde oversteek met toezicht.
- Scholieren naar de dichtst bijgelegen halte begeleiden.
- Beveiligde oversteek met ruime middenberm.
De schoolbusservice
- Comfortabel, ruim en afgescheiden fietspad.
- Het bestaande bustraject verbeteren.
- Kruising van het fietspad als attentiepunt uitbouwen.
- Nagaan of het inleggen van een schoolbus haalbaar is.
- Fietsopstelstroken op kruispunten die met verkeerslichten geregeld zijn.
Carpoolservice
Andere initiatieven:
Carpool organiseren. Met de trein - De schooluren beter laten aansluiten op de dienstregeling van de trein. - Scholieren naar het station begeleiden Organisatie toegang van de school De schooltoegangen reorganiseren.
IN EEN 50 KM/UUR-GEBIED MET DRUK VERKEER - Afbakening 30 km/uur-zone in de schoolomgeving. - Ruime voetgangerszone voor de schoolpoort. - Oversteeklengte beperken door plaatselijke rijbaanversmalling.
INITIATIEVEN VAN ANDERE PARTNERS STIMULEREN
- Verhoogd aanliggend fietspad.
De Lijnbusservice
- Kruising van het fietspad als attentiepunt uitbouwen.
- De dienstregeling beter laten aansluiten op de schooluren.
Andere initiatieven:
De schoolbusservice - Het parkeren van de schoolbus reorganiseren. Parkeer- en stationeerorganisatie - Stationeren onmogelijk maken in de zone voor de schoolpoort. - De parkeermogelijkheid aan de schoolpoort reduceren. - Het langparkeren van de leerkrachten reorganiseren. - Veilige afzetzones voor de scholieren realiseren. - De zone voor de schoolpoort autovrij maken. Andere initiatieven:
14
IN CENTRUMGEBIEDEN EN WOONSTRATEN - 30 km/uur-zone. - Ruime voetgangerszone voor de schoolpoort. Andere initiatieven:
niet gewenst
gegewenst wenst op K/T op M/T
Verplaatsingswijzeformulieren KLASFORMULIER
SCHOOLFORMULIER
Overloop de verschillende verplaatsingswijzen. De leerlingen kunnen hun hand opsteken bij het vervoermiddel waarvoor zij kozen. Vul op een klasformulier per klas in hoeveel leerlingen met welk hoofdvervoermiddel (grootste afstand) meestal naar school komen. Als dat in alle klassen is gebeurd, dan breng je alle gegevens samen op het schoolformulier. Na wat telwerk heb je dan een volledig overzicht van de verplaatsingswijze van alle leerlingen.
Op dit formulier breng je alle gegevens van de klasformulieren samen zodat je een volledig overzicht krijgt van de verplaatsingswijze van alle leerlingen. Op basis van deze gegevens kan je gericht initiatieven gaan uitwerken.
Naam school:
.......................ˈ
Klas en leerjaar:
.......................ˈ
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ˈ
Adres school:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ˈ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ˈ
Contactpersoon: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ˈ
AANTAL Hoofdvervoermiddel
Naam school:
zomer
winter
% zomer
Hoofdvervoermiddel winter
• begeleide rij1
• begeleide rij1
• voetpoolen2
• voetpoolen2
• te voet
• te voet
• fietspoolen3
• fietspoolen3
• met de fiets
• met de fiets
• andere (step, skeelers ...)
• andere (step, skeelers ...)
• met de lijnbus
• met de lijnbus
• met de schoolbus
• met de schoolbus
• met de trein
• met de trein
• carpoolen4
• carpoolen4
Totaal aantal milieuvriendelijke verplaatsingen
Totaal aantal milieuvriendelijke verplaatsingen
• met de bromfiets • met de auto als passagier • met de auto als bestuurder Totaal aantal verplaatsingen
1 Begeleide rij: De leerkracht begeleidt een groep leerlingen een paar 100 m te voet op weg naar huis. Deze begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigde opzichter. 2 Voetpoolen is met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene naar school fietsen. 3 Fietspoolen is fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. 4 Carpoolen is samenrijden met externen in de auto, kinderen meenemen die niet tot de familie behoren.
16
kleuters
basis
secundair
totaal aantal
totaal %
zomer/winter
zomer/winter
zomer/winter
zomer/winter
zomer/winter
• met de bromfiets • met de auto als passagier • met de auto als bestuurder Totaal aantal verplaatsingen
1 Begeleide rij: De leerkracht begeleidt een groep leerlingen een paar 100 m te voet op weg naar huis. Deze begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigde opzichter. 2 Voetpoolen is met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene naar school fietsen. 3 Fietspoolen is fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. 4 Carpoolen is samenrijden met externen in de auto, kinderen meenemen die niet tot de familie behoren.