HOGESCHOOL WEST–NEDERLAND VOOR VERTALER EN TOLK Studiegids
Collegejaar 2014-2015
INLEIDING Deze studiegids geeft uitgebreide informatie over de Hogeschool West-Nederland voor Vertaler en Tolk. HWN verzorgt een vierjarige deeltijdse bacheloropleiding voor vertaler met als studierichtingen Duits, Engels, Frans en Spaans. Hoewel het uiteraard gaat om een beroepsopleiding met een duidelijke beroepsvoorbereidende component, richt HWN zich via de inhoudelijke component ook op studenten die het leuk vinden om intensief en op hoog niveau met een taal bezig te zijn en niet per se de ambitie hebben het vak van vertaler te gaan uitoefenen. Studenten die kiezen voor een opleiding bij de Hogeschool West-Nederland, moeten veel affiniteit met talen hebben en bereid zijn om veel tijd te steken in de opleiding. HWN wil door middel van deze studiegids een zo compleet mogelijk beeld geven van haar opleidingsaanbod en het beroepsprofiel van vertalers en de diverse regelingen. Het gaat om algemene informatie over de Hogeschool en de vier studierichtingen. Voor meer specifieke informatie per studierichting kunnen belangstellenden zich telefonisch, per post of per e-mail (voorkeur) richten tot de diverse afdelingscoördinatoren. Informatie over de Hogeschool West-Nederland voor Vertaler en Tolk is te vinden op de website: www.west-nederland.nl A. Minkman Voorzitter College van Bestuur
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
2
HOOFDSTUK 1
1.1
Positionering HWN
Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) in Nederland wordt verzorgd door hogescholen. De meeste hogescholen zijn door het rijk bekostigde hogescholen, die bekostigde opleidingen verzorgen. Er zijn echter ook hogescholen die geen bekostigde opleidingen verzorgen, maar zogenaamde aangewezen opleidingen. Die aanwijzing houdt in dat de instelling door het Rijk erkende opleidingen verzorgt, die opleiden voor erkende getuigschriften. De Hogeschool West-Nederland is een aangewezen hogeschool. Het belangrijkste verschil tussen HWN en bekostigde hogescholen is natuurlijk dat de instelling geen subsidie van het Rijk ontvangt. De enige bron van inkomsten vormen de collegegelden. Bovendien kunnen de studenten geen aanspraak maken op studiefinanciering. Sinds september 2002 worden in het Nederlandse hoger onderwijs bachelor- en masteropleidingen aangeboden. De BaMastructuur houdt in dat in het Europese hoger onderwijs is overgeschakeld op de structuur die men gewend is in de Angelsaksische wereld. De reguliere studieduur bij universitaire opleidingen is drie jaar, bij hogeschoolopleidingen vier jaar. Na een bacheloropleiding kunnen studenten in principe doorstromen naar een masteropleiding. Die duurt een of twee jaar. Het Europees systeem van studiepunten betekent dat een jaar studie in het hoger onderwijs een omvang heeft van in totaal 60 studiepunten. De bacheloropleiding van de Hogeschool West-Nederland staat onder nummer 34004 vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO), waarin alle door het Rijk erkende hogeronderwijsopleidingen in Nederland zijn opgenomen. HWN bestaat sinds 1994 en is een voorzetting van de Haagse Opleidingscursussen, die in 1983 van start gingen, en die studenten opleidden voor het toenmalige Staatsexamen Tolk-Vertaler. HWN is een kleine hogeschool. Er studeren thans nog ongeveer 100 studenten bij HWN. Door de al jaren dalende studentenaantallen heeft HWN eind augustus 2013 het besluit genomen de opleidingen te gaan afbouwen. De geringe omvang verklaart ook dat HWN geen eigen gebouw of kantoor heeft. De colleges worden gegeven in lokalen die HWN bij derden huurt.
1.2
Positionering tolk- en vertaalopleidingen
Nederlanders hebben lang bekend gestaan om hun kennis van vreemde talen. Gezien het feit dat de leerlingen van het Nederlandse middelbaar onderwijs in aanraking komen met soms twee of drie moderne vreemde talen, is die reputatie ook wel terecht. In de grotere landen om ons heen wordt minder aandacht besteed aan het onderwijs in vreemde talen. Wie goed is in talen, is echter nog geen vertaler of tolk. Daarvoor is een aanzienlijk grotere beheersing van een taal nodig dan wat op de middelbare school aan talenkennis kan worden opgedaan. En bovendien gaat het om een specialisme, waarvoor een degelijke opleiding zeer gewenst is. Aan vertalers en tolken worden namelijk terecht hoge eisen gesteld.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
3
Door de toenemende mondialisering is de behoefte aan vertalers en tolken de laatste jaren almaar gegroeid. Naar verwachting zal die behoefte alleen nog maar verder toenemen. Daarbij geldt in de wereld van het vertalen wel het moedertaalprincipe (vertalers en tolken vertalen en tolken van de vreemde taal naar hun moedertaal), maar in de praktijk zijn vertalers en tolken werkzaam in beide richtingen. Aan de vertaling in de moedertaal worden echter hogere eisen gesteld dan aan de vertaling in de vreemde taal. Ter vergelijking kan worden opgemerkt dat in de landen om ons heen vertaalopleidingen vaak voortbouwen op algemene opleidingen in de sector taalkunde. In feite betreft het dan masteropleidingen of daarmee vergelijkbare opleidingen. In België zijn aan twee hogescholen (Antwerpen en Brussel) dergelijke vertaalopleidingen verbonden. In Nederland bieden sinds kort sommige universiteiten nu ook een masteropleiding voor vertaler aan studenten die reeds een relevante opleiding achter de rug hebben. De opleidingswereld voor vertalers en tolken in Nederland is klein. Hoewel het aantal vertalers en tolken in Nederland op dit moment ongeveer 3000 bedraagt, worden en zijn er namelijk niet veel vertalers en tolken specifiek opgeleid. De reden is dat het beroep tot nog toe niet beschermd is en men zich dus zonder juridische problemen als vertaler en/of tolk op de markt kan begeven. Er is in Nederland slechts één voltijdse opleiding voor vertalers en tolken, bij de Hogeschool Zuyd in Maastricht. Verder zijn er enkele erkende deeltijdse opleidingen zoals HWN.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
4
HOOFDSTUK 2 Hogeschool West-Nederland voor Vertaler en Tolk 2.1
Organisatiestructuur
De structuur van de Hogeschool West-Nederland voor Vertaler en Tolk (HWN) ziet er momenteel als volgt uit: 1) Raad van Toezicht Binnen de Raad van Toezicht is kennis aanwezig van zowel het onderwijs als de wereld van de beroepsvertalers en - tolken. Een van de leden is tevens bestuurslid van het NGTV, de landelijke branchevereniging van tolken en vertalers. De Raad van Toezicht komt enkele malen per jaar bijeen om alle relevante zaken te bespreken met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht benoemt het College van Bestuur. De Raad van Toezicht is als volgt samengesteld: De heer dr. L. Doorn (voorzitter), oud-europarlementariër en jurist. Mevrouw J.A. van Zijl (penningmeester), oud-bestuurslid van het NGTV. De heer dr. A. Hoeflaak, lid, oud-docent Universiteit van Leiden. 2) College van Bestuur Het College van Bestuur bestaat uit twee personen. Het College van Bestuur vergadert zo vaak als nodig is met de coördinatoren van de studierichtingen. Onder normale omstandigheden is dat tweemaandelijks. De voorzitter van het College van Bestuur draagt de eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken. Hij wordt gesteund door de studierichtingscoördinatoren, die namens hun afdelingen gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over alle relevante zaken. De samenstelling van het College van Bestuur is als volgt: Voorzitter (onderwijs, personeel) Secretaris (alle studentzaken)
A. Minkman, e-mail:
[email protected] J.W.Nelisse, e-mail:
[email protected]
De secretaris kan worden benaderd voor algemene inlichtingen over de inschrijvingen en de financiën. Verder wordt verwezen naar de website en de studierichtingscoördinatoren.
3) Studierichtingen (deelopleidingen) De studierichtingen worden aangestuurd door een coördinator. Verder zijn bij een studierichting doorgaans drie of meer docenten werkzaam. De coördinator fungeert als aanspreekpunt voor de betrokken docenten en studenten. Deze is belast met het regelen van alle organisatorische kwesties. De studierichtingen brengen ten aanzien van de inhoud van het programma en de onderwijskundige aspecten daarvan advies uit aan het College van Bestuur. Normaal gesproken zijn alle docenten van een studierichting aanwezig op de lesavond, waardoor het heel gemakkelijk is om indien nodig overleg met elkaar te hebben en de lijnen dus heel kort zijn.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
5
2.2
Een opleiding met vier talen
Formeel biedt HWN één opleiding voor vertaler aan met een aantal varianten. Dit collegejaar worden bij voldoende belangstelling de volgende varianten aangeboden: Contactopleidingen: Engels vertaler Frans vertaler Spaans vertaler Afstandsopleidingen: Duits vertaler Engels vertaler Frans vertaler Spaans vertaler In de eerste drie jaar ligt de nadruk op de taalinhoudelijke component van het programma, in het vierde op de beroepsvoorbereidende component. Waar mogelijk krijgen de studenten van de vier talen in het vierde jaar een gelijk programma aangeboden.
2.3
Kwaliteitszorg
Alle hogeronderwijsopleidingen in Nederland moeten voldoen aan kwaliteitseisen, zowel bekostigde als aangewezen opleidingen. HWN is in het jaar 2011 door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) beoordeeld op de geboden kwaliteit. Het oordeel was positief en de accreditatie van HWN is met zes jaar verlengd tot 1 januari 2018.
2.4
Afstemming op het werkveld
Studenten hebben recht op een goede opleiding. De beste manieren om dit te waarborgen is toetsing door een externe instantie, samenwerking met het werkveld en het gebruikmaken van docenten die directe kennis van het werkveld hebben.
1) Externe examinering door de SNEVT Tot halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw werden studenten bij tolk-vertaleropleidingen voorbereid op het staatsexamen Tolk-Vertaler. Na het afschaffen van het staatsexamen werd de rol van de staatsexamencommissie overgenomen door de SNEVT (Stichting Nationale Examens Vertaler en Tolk), een organisatie waaraan de erkende opleidingen voor vertaler en tolk in Nederland een deel van het examen uitbesteden. Alle aangewezen hogescholen voor vertaler en tolk in Nederland laten hun studenten aan dit landelijk examen deelnemen. Dat geldt dus ook voor de studenten van HWN. Pas als dit examen volledig is afgelegd en met voldoendes voor alle onderdelen is afgesloten, kan het getuigschrift van HWN worden behaald. De reden om een externe organisatie in te schakelen bij het afronden van de inhoudelijke component van de opleiding is de maatschappelijke erkenning van het getuigschrift en het handhaven van de kwaliteit van de deeltijdopleidingen voor vertaler en tolk. De SNEVT staakt haar activiteiten per 1-9-2014.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
6
2) Samenwerking met werkveld De samenwerking met het werkveld wordt gewaarborgd doordat de beroepsvoorbereidende activiteiten deels door ervaringsdeskundigen uit het werkveld worden verzorgd. Op deze wijze ontvangt de opleiding waardevolle adviezen over de programmering van het curriculum.
3) Docenten Ongeveer 75% van de docenten is werkzaam als vertaler.
2.5
Medezeggenschap
Door de aard van de contactopleiding is een formeel systeem van medezeggenschap in feite overbodig. De docenten (met inbegrip van de coördinator) zijn doorgaans iedere collegeavond aanwezig evenals de meeste studenten. Dat betekent dat de lijnen zeer kort zijn en dat er volop gelegenheid is eventuele vragen of problemen voor te leggen aan de coördinator. Als de studenten van een bepaald leerjaar met een redelijk verzoek komen, wordt daar indien mogelijk gehoor aan gegeven.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
7
HOOFDSTUK 3 ONDERWIJSAANBOD 3.1 Aard opleiding De deeltijdopleidingen voor vertaler zijn moeilijk en het niveau dat aan het eind van het derde jaar van de opleiding door de landelijke examencommissies van de SNEVT wordt geëist, is hoog. Om een kans te hebben voor het SNEVT-examen te slagen moeten studenten niet alleen aanleg hebben, maar ook zeer gemotiveerd zijn en een grote mate van zelfwerkzaamheid aan de dag leggen. Dit laatste is inherent aan het deeltijdkarakter van de opleiding. Voor de reguliere contactopleidingen geldt dat men nu eenmaal niet leert in en uit een vreemde taal te vertalen op basis van 17 à 24 collegeavonden per jaar. Tijdens de wekelijkse colleges worden thuis gemaakte vertalingen, brieven of andersoortige schriftelijke werkstukken besproken, vragen over de bestudeerde leerstof beantwoord en er wordt geoefend in grammatica en spreekvaardigheid, maar het echte studeren zal thuis moeten geschieden en studenten doen er goed aan zich te realiseren dat hiervoor veel tijd moet worden uitgetrokken. Bij het studeren hoort ook het regelmatig en actief lezen van boeken, kranten en tijdschriften in de vreemde taal; hierdoor kunnen studenten hun woordenschat vergroten en groeiend inzicht verwerven in taalstructuren. Het luisteren naar radioprogramma’s in de vreemde taal en indien mogelijk het kijken naar de televisie dragen eveneens bij tot het verkrijgen van een grotere woordenschat, maar kunnen daarnaast leiden tot een grotere luistervaardigheid en een beter inzicht in de samenleving van het land waarvan de taal wordt bestudeerd. Niet zelden blijkt dat Nederlandstalige studenten het gevoel hebben dat de kennis van hun moedertaal op een voldoende hoog peil staat; in de praktijk is echter gebleken dat dit, binnen het kader van de opleiding, zeker niet altijd het geval is. Het is noodzakelijk dat studenten niet verzuimen ook dit aspect van de studie ruime aandacht te geven. Het lezen van goede Nederlandse dagbladen en tijdschriften is dan ook een essentieel onderdeel van de studie. Ook het lezen van romans is uiteraard aan te bevelen. Een van de onderdelen van de opleiding is maatschappijkennis. Dit betekent dat van de kandidaten een grote belezenheid op het gebied van maatschappelijke ontwikkelingen in de ruimste zin verlangd zal worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ontwikkeling en werking van de Europese Unie vanaf haar ontstaan tot nu toe en de problemen waarmee de Unie geconfronteerd wordt. Ook enige kennis over internationale organisaties als de Verenigde Naties, de Europese Unie en de NAVO wordt verondersteld. Verder moet ook de nodige aandacht besteed worden aan kennis van land en volk van de Engelstalige, Franstalige, Duitstalige, respectievelijk de Spaanstalige wereld alsmede van het Nederlandse taalgebied; denk hierbij aan aspecten zoals: economie, politiek, wetgeving, onderwijs, geografie en demografie in de ruimste zin. Kort gezegd: er wordt van examenkandidaten verwacht dat zij beschikken over een grote dosis ‘algemene ontwikkeling’. Hoewel verreweg de meeste studenten van HWN het Nederlands als moedertaal hebben en deze gids vooral gericht is op die studenten, zijn de opleidingen van HWN in principe ook toegankelijk voor studenten voor wie dat niet geldt.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
8
De studenten worden regelmatig in de gelegenheid gesteld huiswerk in te leveren. Ze kunnen ervan uitgaan dat, behoudens bijzondere omstandigheden, dit werk op de volgende reguliere lesavond wordt teruggegeven. Indien ze niet aanwezig kunnen zijn op de lesavond, maar toch hun huiswerk willen inleveren, dienen ze ervoor te zorgen dat dit werk z.s.m. na de lesavond (per e-mail) in het bezit is van de docent. Alleen dan kunnen ze ervan uitgaan dat het werk nog tijdig kan worden gecorrigeerd.
3.2
Studierichtingen
1) Bacheloropleiding voor vertaler (contactonderwijs) HWN biedt een deeltijdse vierjarige bacheloropleiding (contactonderwijs) aan voor Vertaler met als studierichtingen Engels, Frans en Spaans. Het contactonderwijs vindt plaats op donderdagavond van 18.00 - 22.00 uur. In het vierde jaar is er doorgaans les tussen 18.00 en 20.00 uur. 2) Bacheloropleiding voor vertaler (afstandsonderwijs) Alle studierichtingen bieden de opleiding voor vertaler ook via afstandsonderwijs aan. 3) Bacheloropleiding voor tolk Door de zeer geringe belangstelling voor de opleiding tot tolk wordt deze niet meer aangeboden.
3.3
Structuur opleiding
De structuur van de 4-jarige bacheloropleiding (contactonderwijs) voor vertaler is als volgt: Jaar 1 januari mei/juni september
propedeutische fase met propedeutisch examen (60 studiepunten) tentamens propedeutisch examen tentamens propedeutisch examen herkansingen propedeutisch examen
Jaar 2 januari mei/juni september
begin hoofdfase (60 studiepunten) tentamens hoofdfase tentamens hoofdfase herkansingen tentamens hoofdfase
Jaar 3 januari
voortzetting hoofdfase (60 studiepunten) tentamens hoofdfase
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
9
mei
laatste inhoudelijke tentamens hoofdfase
Jaar 4
afronding hoofdfase: beroepsvoorbereidende component (60 studiepunten) eventuele herkansingen hoofdfase jaar 3 eventuele herkansingen hoofdfase jaar 3 afronding bacheloropleiding + uitreiking bachelors degree
november mei juni of september
3.4
Aard afstandsopleiding
Er wordt in het algemeen natuurlijk gebruik gemaakt van dezelfde opbouw en indeling als bij de contactopleiding en van grotendeels dezelfde boeken. In de eerste drie jaar wordt de vakinhoudelijke component aangeboden, in het vierde jaar de beroepsvoorbereidende component. De inhoudelijke component wordt aangeboden in de vorm van modules. Twee of meer van die modules vormen samen de stof van één jaar van de contactopleiding. Voor het afstandsonderwijs geldt in nog sterkere mate dan voor de contactopleiding dat van studenten een grote dosis zelfdiscipline en inzet wordt gevraagd, omdat zij het regelmatige persoonlijke contact met docenten en medestudenten missen. De afstandsstudenten dienen er rekening mee te houden dat de afsluitende tentamens van de hoofdfase (jaar 3) niet op afstand kunnen worden afgelegd. Het examen moet op een zaterdag in mei / juni of november / december in Den Haag worden afgelegd. Een afstandsstudent is niet per se gebonden aan de jaarindeling van de contactopleidingen, maar hij dient wel rekening te houden met de onderwijsvakanties. In die perioden zijn de docenten niet altijd aanwezig. Verder dient hij bij zijn studie ook rekening te houden met de data van de afsluitende tentamens (jaar 3) in Den Haag. Alle contacten verlopen digitaal, via e-mail. Alle contacten over de inhoud van het onderwijs verlopen via de begeleidende docent. Aan hem dienen ook de inhoudelijke vragen te worden gericht. Er kan 1 x per week werk / vragen worden ingestuurd. Buiten de vakantieperioden is de reactietijd op ingezonden werk of vragen over de studie één week. Alle vragen over andere zaken (organisatie, administratie) dienen te worden gericht aan de studierichtingscoördinator.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
10
HOOFDSTUK 4 Deelopleidingen 4.1
VERTALER DUITS (Afstandsonderwijs)
Programma: Eerste jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Duits-Nederlands Propedeuse De student is in staat eenvoudige Duitse teksten over niet-specialistische onderwerpen te vertalen in grammaticaal correct Nederlands, dat lexicaal en stilistisch geen grote fouten bevat, zodanig dat de brontekst integraal en adequaat wordt weergegeven. Er is een beginnend begrip dat een vertaling een zelfstandige tekst is die moet functioneren in het kader van het doel waarvoor hij is geschreven. Vertalen Nederlands-Duits Propedeuse De student is in staat eenvoudige Nederlandse teksten over niet-specialistische onderwerpen in grammaticaal correct Duits te schrijven, zonder grote lexicale fouten en zodanig dat de brontekst integraal en redelijk adequaat wordt weergegeven. De vertaling moet na enige bewerkingen of verbeteringen kunnen functioneren in de communicatie of als werkdocument.
Tweede jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Duits-Nederlands Hoofdfase 1 De student is in staat niet al te moeilijke, licht gespecialiseerde Duitse teksten te vertalen in grammaticaal correct Nederlands, dat ook lexicaal en stilistisch van ontwikkeld niveau is, zodanig dat de brontekst integraal en adequaat wordt weergegeven. De vertaling moet zonder belangrijke bewerkingen of verbeteringen kunnen functioneren in de communicatie of als werkdocument en moet zich laten lezen als een zelfstandige tekst, waarin uit weinig blijkt dat de brontekst in het Duits was gesteld. Vertalen Nederlands-Duits Hoofdfase 1 De student is in staat niet al te moeilijke, licht gespecialiseerde Nederlandse teksten in grammaticaal correct Duits te vertalen, met niet meer dan incidentele lexicale en/of stilistische fouten, zodanig dat de brontekst integraal en adequaat wordt weergegeven. De vertaling moet na enige bewerkingen of verbeteringen kunnen functioneren in de communicatie of als werkdocument.
Derde jaar Vertalen Duits-Nederlands Hoofdfase 2 en vertalen Nederlands-Duits Hoofdfase 2 De nadruk ligt uiteraard op de voorbereiding op het afsluitende examen. De eisen vermeld in hoofdstuk 8 van deze studiegids zijn richtinggevend voor deze modules.
Vierde jaar De gemeenschappelijke beroepsvoorbereidende component (zie verder onder 4.5).
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
11
4.2
ENGELS
Door het vervallen van de SNEVT-examinering per 1-9-2014 zullen er mogelijk in het onderstaande programma nog wijzigingen optreden.
4.2.1 VERTALER ENGELS (Contactonderwijs) Eerste jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden)
Vertalen Engels-Nederlands 1 en 2 Doelstelling De student kan aan het eind van het 1e cursusjaar Vertalen Engels-Nederlands de betekenis van een relatief eenvoudige, algemene tekst met een omvang van ongeveer 200 woorden, juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling die zonder verdere correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is op de hoogte van het gebruik van naslagwerken en andere informatiebronnen. Bovendien kan de student eenvoudige vertaaltechnieken correct toepassen. Omschrijving Er wordt gewerkt met eenvoudige teksten van uiteenlopende aard, waarbij de cursist leert letten op o.a. verschillen in stijl en functie van de tekst. De vertaalopdrachten uit de reader worden thuis uitgevoerd met gebruik van woordenboeken, internet, etc. en in de les besproken. Ongeveer vijftien thuis gemaakte vertalingen worden ingeleverd en door de docent gecorrigeerd, waarna eveneens klassikale bespreking volgt.
Vertalen Nederlands – Engels 1 en 2 Doelstelling Vertalen van relatief eenvoudige, algemene, Nederlandse teksten in correct Engels. Behandeling van relevante punten op het gebied van vorm, structuur en betekenis. De student is op de hoogte van het gebruik van naslagwerken en andere informatiebronnen. Bovendien kan de student eenvoudige vertaaltechnieken toepassen. Omschrijving Uitbreiding van actieve kennis van de Engelse grammatica en woordenschat. Beginselen van algemene vertaaltechnieken. Gebruik van een- en tweetalige woordenboeken. De studenten leveren geregeld vertalingen in, die door de docent gecorrigeerd en vervolgens klassikaal besproken worden.
Maatschappijkennis 1 en 2 Doelstelling De cursist beschikt over een gedegen kennis van de Britse cultuur. De cursist kan een effectieve en aantrekkelijke presentatie houden in het Engels over een onderwerp uit de Britse cultuur. De cursist ontwikkelt zijn spreekvaardigheid in het Engels. Omschrijving
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
12
Aan bod komen verschillende thema’s met betrekking tot de Britse cultuur, zoals geografie, geschiedenis, identiteit, politiek, recht, internationale betrekkingen, godsdienst, onderwijs, media, sport, economie, etc. Per les wordt één apart onderwerp behandeld. Studenten bereiden per week dit onderwerp voor met behulp van het leerboek en een aantal controlevragen in een reader. Bovendien houdt één cursist een presentatie van ongeveer 10 minuten over een aspect van het onderwerp van die week.
Grammatica / Schriftelijke Vaardigheden 1 en 2 Doelstelling De cursist beheerst de morfologie, grammatica en syntaxis van het Engels. Omschrijving Behandeling van de belangrijkste aspecten van de Engelse grammatica: de tijden, de lijdende vorm, de hulpwerkwoorden, het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord, het bijwoord, het gebruik van voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden, etc.
Tweede jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Engels-Nederlands 3 en 4 Doelstelling De student kan aan het eind van het 2e cursusjaar Vertalen Engels-Nederlands de betekenis van een algemene of licht specialistische brontekst met een omvang van ongeveer 250 woorden, juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling die zonder verdere correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst is grammaticaal en lexicaal foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is in staat de bruikbaarheid van informatie uit naslagwerken en andere informatiebronnen in te schatten. Bovendien kan de cursist een aantal vertaalstrategieën en vertaaltechnieken effectief toepassen. Omschrijving Vertaling van algemene Engelstalige gebruiksteksten in correct Nederlands. Behandeling van relevante punten op het gebied van vorm, structuur en betekenis. De studenten leveren geregeld vertalingen in, die door de docent gecorrigeerd en vervolgens klassikaal besproken worden.
Vertalen Nederlands-Engels 3 en 4 Doelstelling De student kan aan het eind van het 2e cursusjaar Vertalen Nederlands-Engels de betekenis van een brontekst met een omvang van ongeveer 250 woorden en van uiteenlopende aard, juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling die na enige correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst is grammaticaal en lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is in staat de bruikbaarheid van informatie uit naslagwerken en andere informatiebronnen in te schatten. Omschrijving
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
13
Vertaalopdrachten met een toenemende moeilijkheidsgraad uit de reader worden thuis gemaakt en in de les besproken. Verschillende en veel voorkomende vertaalstrategieën en vertaaltechnieken worden in de les behandeld en direct in de praktijk toegepast. Ongeveer vijftien thuis gemaakte vertalingen worden ingeleverd en door de docent gecorrigeerd, waarna eveneens klassikale bespreking volgt.
Redactie / Schriftelijke Vaardigheden 3 en 4 Redigeren kan niet los worden gezien van andere taalvaardigheden, zoals grammaticale vaardigheid en tekstvaardigheid. Daarom besteedt deze cursus ook aandacht aan Nederlandse grammatica, het schrijven van brieven en rapporten/essays, tekstcohesie, stijl en register, Brits- en AmerikaansEngels, vertaalstrategieën, vertaling van realia, ‘valse vrienden’, interpunctie, etc. Het oefenen van belangrijke aspecten van de Nederlandse grammatica geschiedt, na een inleidende toets, met een aantal uitgebreide zoekopdrachten, die uitgevoerd moeten worden met behulp van het naslagwerk Vraagbaak Nederlands (Sdu) van Eric Tiggeler. Ook dient u voor deze cursus zelf het boek Handboek zakelijk Engels (Sdu) van Andrew en Astrid Baxter of Taalhandboek Engels (Van Dale) van Mariska Albers door te nemen of in ieder geval geregeld te gebruiken als naslagwerk bij de opgaven.
Maatschappijkennis 3 en 4 Doelstelling De student heeft een gedegen kennis van de Nederlandse cultuur, internationale organisaties en internationale verhoudingen. De student kan een effectieve en aantrekkelijke presentatie in het Engels houden over een onderwerp uit de Nederlandse cultuur. De student ontwikkelt zijn spreekvaardigheid in het Engels verder onder meer door het bespreken van een Engelstalige roman. Omschrijving Aan bod komen verschillende thema’s met betrekking tot de Nederlandse cultuur, zoals geografie, geschiedenis, politiek, recht, internationale betrekkingen, godsdienst, onderwijs, media, economie, etc. Bovendien worden de belangrijkste internationale organisaties behandeld. Per les wordt één apart onderwerp behandeld. Studenten bereiden per week dit onderwerp voor met behulp van het leerboek. Bovendien houdt één student een presentatie van ongeveer 10 minuten over een aspect van het onderwerp van die week.
Derde jaar Vertalen Engels-Nederlands 5 en 6 Doelstelling Vertaling van algemene en licht specialistische Engelstalige gebruiksteksten in correct Nederlands Omschrijving De student vergroot de vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën en vertaaltechnieken, gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen. De student is in staat stijl- en registerniveaus van de brontaal adequaat in de doeltaal weer te geven. Behandeling van relevante punten op het gebied van vorm, structuur en betekenis.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
14
De studenten leveren geregeld vertalingen in, die door de docent gecorrigeerd en vervolgens klassikaal besproken worden. Ook wordt gebruikgemaakt van groepsopdrachten.
Vertalen Nederlands-Engels 5 en 6 Doelstelling Vertaling van algemene en licht specialistische Nederlandstalige teksten in correct Engels. Aan het einde van deze fase moet de student beschikken over een basaal professioneel niveau. Omschrijving In de wekelijkse colleges worden de door de studenten gemaakte vertalingen besproken. Er wordt aandacht besteed aan verbetering en verdieping van de vertaalvaardigheden in verschillende registers door het vertalen van teksten met een hoge moeilijkheidsgraad zowel op inhoudelijk als op taalkundig gebied. Naar aanleiding van deze vertalingen komen verschillende aspecten op het gebied van syntaxis, morfologie, semantiek en stijl aan bod. De teksten hebben een lengte van 250 tot 300 woorden. Voor de vertaling van deze teksten moeten de studenten zelfstandig gebruik kunnen maken van verschillende bronnen en naslagwerken. Ongeveer vijftien thuis gemaakte vertalingen worden ingeleverd en door de docent gecorrigeerd, waarna eveneens klassikale bespreking volgt.
Redactie 5 en 6 Doelstelling De student kan aan het einde van het 3e cursusjaar Redactie Engels-Nederlands en Nederlands-Engels een gebruikstekst van ongeveer 1500 woorden (brontekst) samenvatten tot een tekst van ongeveer 500 woorden (doeltekst). De samenvatting dient juist en volledig te zijn, en de cursist dient duidelijke keuzes te hebben gemaakt tussen de essentie van de brontekst en de bijkomende en/of aanvullende informatie. De samenvatting is zonder verdere correctie publicabel en voldoet aan een aantal punten, te weten, de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. Omschrijving Samenvatten van algemene bronteksten in correct Nederlands of Engels. Behandeling van relevante punten op het gebied van vorm, structuur en betekenis.
Maatschappijkennis 5 en 6 Doelstelling De student heeft een breed inzicht in de geschiedenis, cultuur en actualiteit van de Verenigde Staten van Amerika. De student kan een effectieve en aantrekkelijke presentatie houden in het Engels over een onderwerp uit de Amerikaanse cultuur. De student ontwikkelt zijn spreekvaardigheid in het Engels. Omschrijving Aan bod komen verschillende thema’s met betrekking tot de Verenigde Staten van Amerika, zoals geografie, geschiedenis, politiek, recht, internationale betrekkingen, godsdienst, onderwijs, media, economie, etc. Per les wordt één apart onderwerp behandeld. Studenten bereiden per week dit onderwerp voor met behulp van het leerboek. Bovendien houdt één student een presentatie van ongeveer 10 minuten over een aspect van het onderwerp van die week. Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
15
Werkvormen Zelfstudie; hoor- en werkcolleges
Vierde jaar In dit jaar ligt het accent op de beroepsvoorbereiding. Voor de onderdelen zie verder onder 4.5.
4.2.2 VERTALER ENGELS (Afstandsonderwijs) Inleiding De afstandsopleiding vertaler Engels heeft nagenoeg hetzelfde programma als de contactopleiding. Het grootste verschil is uiteraard dat geen aandacht kan worden besteed aan de mondelinge taalvaardigheid. De verdeling van de studiepunten over de diverse onderdelen is anders dan bij de contactopleiding. Zie hoofdstuk 7.
Propedeuse Engels-Nederlands A1 Deze module is qua keuze van teksten en moeilijkheidsgraad vergelijkbaar met de modulen E-N 1 en 2 van de contactopleiding. De student bestudeert 21 teksten zelfstandig op basis van een modelvertaling en stuurt van 7 teksten een vertaling op naar de begeleidende docent. De vertaling wordt gecorrigeerd en beoordeeld. Het cijfer voor de module wordt bepaald door het afgeronde gemiddelde cijfer voor de 7 vertalingen en het cijfer voor het afsluitende tentamen te middelen. De student kan over alle teksten + modellen vragen stellen aan de begeleidende docent. Grammatica A1 Er is een aparte module grammatica. De student bestudeert zelfstandig het grammaticaboek en maakt de daarin opgenomen oefeningen. Een correctiemodel wordt ter beschikking gesteld. De student kan uiteraard vragen stellen aan de begeleidende docent. Nederlands-Engels A1 Deze module is qua keuze van teksten en moeilijkheidsgraad vergelijkbaar met de modulen N-E 1 en 2 van de contactopleiding. De student bestudeert 21 teksten zelfstandig op basis van een modelvertaling en stuurt van 7 teksten een vertaling op naar de begeleidende docent. De vertaling wordt gecorrigeerd en beoordeeld. Het cijfer voor de module wordt bepaald door het afgeronde gemiddelde cijfer voor de 7 vertalingen en het cijfer voor het afsluitende tentamen te middelen. De student kan over alle teksten + modellen vragen stellen aan de begeleidende docent. Maatschappijkennis A1 De maatschappijkennis In het eerste jaar van de opleiding heeft betrekking op het Verenigd Koninkrijk. De student bestudeert zelfstandig het boek Britain en krijgt bij ieder hoofdstuk een twintigtal vragen waardoor hij in staat is zijn vorderingen te toetsen.
Tweede jaar EngelsNederlands A2 De opzet is gelijk aan die van de cursus E-N A1.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
16
Nederlands-Engels A2 De opzet is gelijk aan die van de cursus N-E A1.
Redactie A2 De cursus is dezelfde als bij de contactopleiding redactie 3 en 4. De student stuurt zeven opgaven ter correctie in. Voor de bepaling van het cijfer zie hierboven bij Nederlands-Engels A1. Maatschappijkennis A2 De student bestudeert zelfstandig het boek over de Nederlandse maatschappijkennis en krijgt bij ieder hoofdstuk een twintigtal vragen, waardoor hij in staat is zijn vorderingen te toetsen. Verder bestudeert hij een reader over internationale organisaties.
Derde jaar Engels-Nederlands A3 De opzet is gelijk aan die van de cursus E-N A1. Maatschappijkennis A3 De student bestudeert zelfstandig het boek over de Amerikaanse maatschappijkennis en krijgt bij ieder hoofdstuk een twintigtal vragen waardoor hij in staat is zijn vorderingen te toetsen. Nederlands-Engels A3 De opzet is gelijk aan die van de cursus N-E A1. Redactie A3 De cursus is dezelfde als bij de contactopleiding redactie 3 en 4. De student stuurt zeven opgaven ter correctie in.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
17
4.3
VERTALER FRANS
Door het vervallen van de SNEVT-examinering per 1-9-2014 zullen er mogelijk in het onderstaande programma nog wijzigingen optreden.
Propedeuse (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Grammatica 1 en 2 Doelstelling Uitbreiding van kennis en beheersing van de morfologie en de syntaxis van het Frans, als deel van een gevorderde algemene cursus Frans, en als voorbereiding voor de opleiding vertaler Nederlands – Frans / Frans – Nederlands. Omschrijving Behandeling van de belangrijkste aspecten van de Franse grammatica: de tijden, wijzen en vormen van het werkwoord, zowel regelmatig als onregelmatig; de vormen van het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord; het gebruik van voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden. Behandeling van aspecten die door de studenten expliciet als problematisch ervaren worden, of door de docent als zodanig gesignaleerd worden. Deze komen ook in het tweede jaar aan de orde tijdens het uur capita selecta van de grammatica. Werkvormen Zelfstudie, hoor- en werkcolleges Toetsing Grammaticaoefeningen, die deels door de docent gecorrigeerd en deels tijdens de colleges behandeld worden. Toetsen in januari en in mei.
Vertalen Frans - Nederlands 1 en 2 Doelstelling De student kan aan het eind van het 1e cursusjaar de betekenis van een eenvoudige tekst met een omvang van ongeveer 150 woorden, van uiteenlopende aard (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verdere correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is op de hoogte van het gebruik van naslagwerken en andere informatiebronnen, zoals Internet. Omschrijving Er wordt gewerkt met authentieke, eenvoudige teksten van uiteenlopende aard met een hoog maatschappijkennisgehalte: kranten- en tijdschriftenartikelen, waarin onderwerpen uit de Franse en Europese actualiteit aan de orde komen, (toeristische) folders, wijnetiketten, gebruiksaanwijzingen, etc. Hierbij leert de student letten op o.a. verschillen in stijl en functie van de tekst.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
18
De vertaalopdrachten worden zelfstandig uitgevoerd met gebruik van woordenboeken, internet etc. Tijdens de colleges worden de vertalingen gecorrigeerd en wordt er – na bespreking - een modelvertaling op de interne site geplaatst, of naar de studenten gemaild. Werkvormen Zelfstudie en werkcolleges. Toetsing Toetsen in januari en mei Schriftelijk vertalen van één of meerdere teksten van bij elkaar ongeveer 200 woorden.
(voorbereiding) Vertalen Nederlands – Frans 1 en 2 Doelstelling De student is in staat aan het einde van de propedeuse een aantal zinnen waarin grammaticale en idiomatische moeilijkheden zijn verwerkt zonder al te veel storende fouten in het Frans te vertalen. Het gaat hierbij om zinnen die niet letterlijk gereproduceerd worden, maar die een hergebruik van behandelde elementen in een nieuwe context beogen. Omschrijving Uit een veel gebruikt taalverwervingsboek (Nieuwe Praktische Wenken) wordt via een frequentielijst een hoeveelheid studie- en oefenmateriaal geselecteerd dat door de student wordt bestudeerd. Deze (basale) stof wordt in naar het Frans te vertalen zinnen om de twee weken als huiswerk opgegeven en in het college besproken en gecorrigeerd. Hierbij wordt veel verwezen naar de collegestof van de cursus Grammaire Plus. Werkvormen Zelfstudie en klassikale bespreking en correctie van de moeilijkheden. Toetsing De stof is in twee gelijke porties opgedeeld, die in januari en in mei worden getoetst. De toets bestaat uit twee delen: Deel 1 is het reproduceren van parate kennis naar aanleiding van de geleerde stof (zonder naslagwerken) en Deel 2 het vertalen naar het Frans van een aantal zinnetjes, waarin de geleerde stof is verwerkt. Bij het 2e deel mag er wel een woordenboek worden gebruikt.
Redactie 1 en 2 (Nederlands – Frans) Doelstelling De student is in staat een eenvoudig, goed gestructureerd opstel in het Frans te schrijven van drie honderd woorden aan de hand van een minimum scenario dat in het Nederlands wordt aangereikt. Omschrijving De student wordt om de veertien dagen getraind in het redigeren in het Frans van betoogjes die minimaal bestaan uit een introductie, een corps van enkele paragrafen en een conclusie. Onderwerpen uit de maatschappelijke of politieke actualiteit komen daarbij aan de orde. De docent corrigeert en beoordeelt elk tijdig ingeleverd opstel. Werkvorm
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
19
Aan de hand van de actualiteit of het onderwerp dat de sectie Frans voor iedere collegeavond heeft vastgesteld, krijgt de student de opdracht een opstel in het Frans te schrijven van ongeveer 300 woorden, waarin een aantal aspecten aan de orde moeten komen. Het opstel moet gestructureerd zijn opgebouwd (introductie, enkele paragrafen, conclusie) Dit leidt ertoe dat de individuele uitwerkingen qua inhoud niet al te veel uiteen zullen lopen, zodat de bespreking in het college algemeen kan blijven. De docent licht bij deze bespreking een aantal veel gemaakte fouten toe, de student van zijn kant brengt vragen in over fouten, die zoveel mogelijk een algemeen karakter hebben. Studenten corrigeren ook elkaars werk. Toetsvorm In januari maakt de student, met behulp van naslagwerken, één opstel van 300 woorden of twee van 150 uit een aanbod van drie, licht voorgestructureerde onderwerpen. Doelstelling De student is in staat de strekking van een in het Nederlands gesteld betoog in correct Frans weer te geven en dat van een persoonlijk commentaar te voorzien. Omschrijving Vanaf januari wordt de student om de twee weken een artikel uit krant of tijdschrift aangereikt, handelend over een algemeen actueel onderwerp, ter lengte van ongeveer 800 woorden, dat hij in het Frans samenvat. Ook wordt hij uitgenodigd zijn eigen mening of commentaar te formuleren. De docent beoordeelt hierbij slechts de kwaliteit van het gehanteerde Frans. Toetsing In mei wordt een artikel voorgelegd dat volkomen nieuw is. De student mag bij het maken van zijn resumé naslagwerken gebruiken. De toets wordt als voldoende beschouwd als de student in staat is op de honderd woorden niet meer dan drie à vier storende taalfouten te maken.
Maatschappijkennis 1 en 2 Doelstelling Kennis vergaren van en inzicht verkrijgen in een aantal aspecten van Frankrijk en de Franssprekende wereld, in het bijzonder op het gebied van de geografie, zowel natuurkundig als sociaal (1e semester) en de geschiedenis (van het Frans en van de politieke ontwikkeling) in hoofdlijnen en de actuele cultuur van Frankrijk (2e semester). Omschrijving In een aantal colleges wordt gepoogd aan te tonen dat, gegeven een zeker taalvaardigheidsniveau, het onderdeel maatschappijkennis deels het fundament vormt van het vertalen. Er wordt getracht de student een zodanig inzicht bij te brengen dat hij als het ware zijn eigen algemene ontwikkeling ter hand neemt en een antenne richt op allerlei aspecten uit de samenleving(en) die niet op voorhand zijn belangstelling hebben. Steeds worden zaken uit beide samenlevingen comparatief en contrastief bezien. Het is de bedoeling dat de student de in de propedeuse verworven studiehouding, te weten belangstelling voor talrijke maatschappelijke onderwerpen, ook in de volgende studiejaren voortzet. Werkvormen Afwisselend hoorcollege en werkcollege, alsmede presentatie van onderwerpen in de loop van het jaar door de student. Dit onderdeel leent zich, door de variëteit van de onderwerpen, bij uitstek voor
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
20
groepsdiscussies, waarbij de docent zich tevens een beeld vormt van de uitdrukkingsvaardigheid van de student in het Frans. Toetsing Schriftelijk: open vragen in januari en mei over de behandelde onderwerpen, altijd aangevuld met vragen over de actualiteit van de verstreken periode, voor zover relevant voor het begrijpen van structuren en meer blijvende, de waan van de dag overstijgende aangelegenheden.
Hoofdfase 2e jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Frans - Nederlands 3 en 4 Doelstelling De student kan aan het eind van het 2e cursusjaar de betekenis van een tekst van gemiddelde moeilijkheid van uiteenlopende aard (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verdere correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst is grammaticaal en lexicaal foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is in staat de bruikbaarheid van informatie uit naslagwerken en andere informatiebronnen in te schatten. Omschrijving Deze cursus is een voortzetting van Vertalen Frans - Nederlands I, waarbij vergelijkbare teksten als in het eerste jaar worden aangeboden, maar van een hoger moeilijkheidsniveau. De student vergroot zijn vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën, vertaaltechnieken en het gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen. Werkvormen Zelfstudie, en werkcolleges. Toetsing Toetsen in januari en mei. Schriftelijk vertalen van één of meerdere teksten van ongeveer 200 woorden.
Vertalen Nederlands – Frans 3 en 4 Doelstelling De student is in staat een algemene tekst of een gebruikstekst uit de praktijk, grammaticaal, lexicaal en “cultureel” correct in het Frans te vertalen. Hij geeft er blijk van de hem ten dienste staande hulpmiddelen (technische en informatiedragende) met vaardigheid en met een kritische geest te kunnen hanteren. Omschrijving De cursus brengt de student in aanraking met teksten, die een lengte hebben van ongeveer 500 woorden, die in een voor een Franstalige begrijpelijke context en in het juiste register dienen te
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
21
worden vertaald. De student wordt geleerd de brontekst kritisch te bevragen op elementen die vertrouwd zijn aan de Nederlandstalige lezer, maar die een transpositie of een adaptatie behoeven om door de Franstalige lezer te kunnen worden begrepen. Grondige kennis van de respectievelijke samenlevingen is hierbij dan ook een belangrijke voorwaarde. Werkvormen Om de twee weken bereidt de student een vertaling voor die in het college wordt besproken en gecorrigeerd. Varianten worden klassikaal gewikt en gewogen, aanvaard of beredeneerd verworpen. Benadrukt wordt dat het er in deze fase van de opleiding tot vertaler niet (meer) om gaat zinnen van woord tot woord en van moeilijkheid tot moeilijkheid om te zetten in het Frans, maar om het toepassen van een adequate analyse van de Nederlandse tekst, de eventuele correctie of verduidelijking daarvan, zodanig dat de niet in de Nederlandse cultuur ingewijde Franstalige lezer de bedoeling goed kan begrijpen Toetsing In januari en in mei wordt een tekst ter vertaling in het Frans voorgelegd van ongeveer 200 woorden, van vergelijkbare aard als de in het college gebruikte teksten. Naslagwerken mogen hierbij worden gebruikt.
Redactie 3 en 4 Doelstelling De student kan aan het einde van het 2e cursusjaar een brontekst van 700 à 800 woorden samenvatten tot een tekst van ongeveer 250 woorden (doeltekst). Deze samenvatting is zonder verdere correctie publicabel en voldoet aan een aantal punten, te weten de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. Omschrijving In de cursus redactie Frans - Nederlands II wordt gewerkt aan het samenvatten van teksten van uiteenlopende aard, in aansluiting op hetgeen in het 1e jaar (redactie Nederlands - Frans) is behandeld. Er wordt geoefend met teksten van uiteenlopende aard. Werkvormen Hoor- en werkcolleges. Toetsing Toetsen in januari en mei. Schrijven van een samenvatting van ongeveer 1/3e van de brontekst.
Maatschappijkennis 3 en 4 Doelstelling De student heeft kennis van en inzicht in een breed scala van maatschappelijke sectoren uit de Franstalige en Nederlandstalige wereld. De student verwerft kennis van en inzicht in de onderwerpen op maatschappelijk gebied, die door de sectie Frans zijn vastgesteld, In deze onderwerpen komen zowel de Nederlandse als de Franse situatie aan de orde, veelal in comparatief verband. De student is
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
22
in staat mondeling deelaspecten van dit geheel in de vreemde taal ten overstaan van de groep duidelijk en begrijpelijk te presenteren. Omschrijving De onderwerpen komen aan de orde via de vertaalcolleges en worden door zelfstudie verder uitgewerkt. Werkvorm Hoorcolleges en interactieve presentaties mede uitgevoerd door de studenten. Zelfstudie van de student is hierbij onontbeerlijk. Toetsvorm Schriftelijk, in januari en mei, in de vorm van open vragen en multiple choice vragen over de behandelde stof en de actualiteit. Vice Versa Doelstelling Door middel van dit boek wordt extra geoefend met grammaticaal lastige onderwerpen. Dit gebeurt door middel van vertaalopgaven Nederlands – Frans. Werkvorm Colleges, waarin de gemaakte opdrachten worden nagekeken. Het correctiemodel wordt na afloop van een hoofdstuk aan de student verstrekt. Toetsvorm Schriftelijk in januari en in mei. Vorm: vertaalzinnen gebaseerd op de behandelde stof.
3e jaar Vertalen Frans – Nederlands 5 en 6 Doelstelling De student is in staat een tekst van ongeveer 200 woorden van algemeen, maatschappelijk – informatieve aard, adequaat in het Nederlands te vertalen. Hij geeft er blijk van dat hij in zijn vertaling afstand weet te nemen van de brontaal als het overkomen van de bedoeling van de boodschap bij de Nederlandstalige lezer dit noodzakelijk maakt. In principe is zijn vertaling publicabel. Omschrijving Om de twee weken vindt in het college de bespreking plaats van een thuis gemaakte vertaling, van een moeilijkheidsgraad die gelijk is of hoger dan die van het SNEVT–examen. In het college worden de varianten klassikaal of groepsgewijs besproken en komt de uiteindelijke modelvertaling als groepsproduct tot stand. Hierbij komen allerlei zaken aan de orde als vertaalstrategieën, het gebruiken van naslagwerken en andere hulpmiddelen, taalkundige en stilistische aspecten. Ook teksten die uit de beroepspraktijk afkomstig zijn kunnen op het programma staan. Werkvorm Werkcollege
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
23
Toetsing In januari wordt een tentamentekst voorgelegd die qua moeilijkheidsgraad vergelijkbaar is met de teksten van het afsluitende examen. Dit omvat de vertaling in 3 ½ uur van twee teksten van elk ongeveer 200 woorden, waarbij een tekst concreet is en de andere tekst beschouwend.
Vertalen Nederlands – Frans 5 en 6 Doelstelling De student is in staat een Nederlandstalige tekst van algemeen, maatschappelijk - informatieve aard in het Frans te vertalen. Zijn vertaling voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden op het niveau van syntaxis, lexicon, stijl en gerichtheid op de ontvanger, voor wie de boodschap zowel op het niveau van de zin als op het niveau van het discours helder, eenduidig en correct dient te zijn. Omschrijving Om de twee weken maakt de student een vertaling met gebruikmaking van alle hem ten dienste staande hulpmiddelen en technieken, die in het college wordt besproken. In dit college geeft de docent zijn eigen vertaling en reageert op de door de studenten ingebrachte varianten. Hierbij komt van alles aan de orde, van vertaaltechniek, zoektechniek, databestanden, tot het afwegen van verschillen in nuance, stijl en usances in de doeltaal. Indien mogelijk worden de onderwerpen van de SNEVT examens voor de desbetreffende periode, in de teksten verwerkt. Werkvorm Werkcollege Toetsing In januari wordt een tekst op ongeveer examenniveau voorgelegd. Tijdens het afsluitende examen worden 2 teksten van ongeveer 200 woorden elk ter vertaling (binnen 3 ½ uur) voorgelegd.
Redactie 5 en 6 Doelstelling De student kan een Frans artikel van ongeveer 1500 woorden herleiden in het Nederlands tot een tekst van maximaal 500 woorden. Deze samenvatting kan zonder raadpleging van de brontekst goed begrepen worden; zij vormt een autonoom geheel dat qua feitelijke juistheid, stilistisch en qua abstractieniveau als volwaardig equivalent van het origineel kan worden beschouwd. Omschrijving Eens in de twee weken vindt in het college een uitgebreide bespreking plaats van de door de studenten gemaakte, door de docent gecorrigeerde en beoordeelde samenvattingen. In deze bespreking wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op de inhoudelijke analyse van de brontekst, die soms ook minder dan 1500 woorden kan tellen. Er wordt getracht het oorspronkelijk bouwplan van de auteur te reconstrueren. Wat zou een goede mini – samenvatting zijn? Hoe komt de auteur, stap voor stap, tot zijn conclusie? Wat zijn de articulaties? Hoe formuleer je dit het beste in het Nederlands, zorg je voor samenhang in de opbouw van je eigen betoog. Werkvorm Werkcollege
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
24
Toetsing In januari wordt een tekst van ongeveer 800 à 1000 woorden ter samenvatting voorgelegd.
Maatschappijkennis 5 Doelstelling De student heeft kennis van en inzicht in een breed scala van maatschappelijke sectoren uit de Franstalige en Nederlandstalige wereld. Hij is bovendien op de hoogte van de belangrijkste internationale organisaties en verbanden waarvan beide deel uitmaken. Omschrijving Tijdens de colleges worden de belangrijkste aspecten van Frankrijk behandeld op allerlei gebieden, sociaal, cultureel, politiek, typisch Franse iconen, Internationale verhoudingen enz. Werkvorm Hoor – en werkcollege Toetsing In januari wordt een tentamen afgenomen over alle behandelde en besproken onderwerpen. De te behandelen en bestuderen stof wordt aan het begin van het collegejaar duidelijk aan de studenten medegedeeld. Is dit tentamen met goed gevolg afgelegd, dan kan de student beginnen met het afsluitende portfolio maatschappijkennis.
Maatschappijkennis 6 Doelstelling De student verdiept zich door het maken van een portfolio in maatschappijkennis gerelateerde onderwerpen (4) en schrift daarover een portfolio. De eisen waaraan dit portfolio moet voldoen zijn omschreven op HWN-Live. Werkvorm Zelfstandig met terugkoppeling naar de docent, hetzij via de mail, hetzij via de collegeavond waarop maatschappijkennis werd gegeven. Toetsing Het portfolio dient voldoende te worden afgesloten.
4e jaar Het vierde jaar bestaat uit de beroepsvoorbereidende component. Dit deel wordt apart beschreven.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
25
4.4
VERTALER SPAANS
Door het wegvallen van de SNEVT-examinering per 1-9-2014 zullen er mogelijk in het onderstaande programma nog wijzigingen optreden.
Propedeuse (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Spaans - Nederlands 1 en 2 Doelstelling De student kan aan het eind van het 1e cursusjaar Vertalen Spaans - Nederlands de betekenis van een eenvoudige tekst van algemeen informatieve aard met een omvang van ongeveer 150 woorden (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verregaande correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst bevat grammaticaal en lexicaal gezien niet al te veel storende fouten, is intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is op de hoogte van het gebruik van naslagwerken en andere informatiebronnen. Omschrijving Er wordt gewerkt met authentieke eenvoudige teksten van algemeen informatieve aard (zoals toeristische folders en gebruiksaanwijzingen) waarbij de cursist leert letten op o.a. verschillen in stijl en functie van de tekst. De vertaalopdrachten worden zelfstandig uitgevoerd met gebruik van woordenboeken, internet etc. In de reader Vertalen Spaans - Nederlands I is een aanzet hiertoe opgenomen.
Vertalen Nederlands – Spaans 1 en 2 Doelstelling De student kan aan het eind van het 1e cursusjaar Vertalen Nederlands - Spaans de betekenis van een eenvoudige tekst van algemeen informatieve aard met een omvang van ongeveer 150 woorden (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verregaande correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst bevat grammaticaal en lexicaal gezien niet al te veel storende fouten, is intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is op de hoogte van het gebruik van naslagwerken en andere informatiebronnen. Omschrijving Er wordt gewerkt met authentieke eenvoudige teksten van algemeen informatieve aard (zoals toeristische folders en gebruiksaanwijzingen) waarbij de cursist leert letten op o.a. verschillen in stijl en functie van de tekst. De vertaalopdrachten worden zelfstandig uitgevoerd met gebruik van woordenboeken, internet etc. In de reader Vertalen Nederlands – Spaans is een aanzet hiertoe opgenomen.
Redactie 1 en 2 1 1
In het vak Redactie staat het schrijven van een tekst in de B-taal centraal. Native speakers van het Spaans dienen bij het lezen van de beschrijving ‘Nederlands’ te vervangen door ‘Spaans’en v.v.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
26
Doelstelling De student is in staat een eenvoudig, goed gestructureerd opstel in het Spaans te schrijven van driehonderd woorden aan de hand van een minimum scenario dat in het Nederlands wordt aangereikt (1e semester) De student is in staat een artikel uit een Spaanstalige krant of tijdschrift samen te vatten in het Nederlands zonder al te veel storende grammaticale en/of lexicale fouten, en dat van een persoonlijk commentaar te voorzien (2e semester). Omschrijving De student wordt om de week getraind in het redigeren in het Spaans van betoogjes die minimaal bestaan uit een introductie, een corps van enkele paragrafen en een conclusie. Onderwerpen uit de maatschappelijke of politieke actualiteit komen daarbij aan de orde (1e semester). Vanaf januari wordt de student om de week een artikel uit een krant of tijdschrift aangereikt over een algemeen actueel onderwerp, ter lengte van ongeveer 500 woorden, dat hij in het Nederlands samenvat. Ook wordt hij uitgenodigd zijn eigen mening of commentaar te formuleren (2e semester). Werkvorm Zelfstudie, hoor- en werkcolleges Over het in een bepaalde week te redigeren opstel wordt eerst in het college gebrainstormd, zodat de belangrijkste punten de student bekend zijn. Dit leidt er toe dat de individuele uitwerkingen qua inhoud niet al te zeer uiteen zullen lopen, zodat de bespreking in het college algemeen kan blijven. De docent licht bij deze bespreking een aantal veel gemaakte fouten toe, de student van zijn kant brengt vragen in over fouten die zoveel mogelijk een algemeen karakter hebben.
Maatschappijkennis 1 en 2 Doelstelling De student beschikt over een gedegen kennis van de Spaanse geschiedenis tot de 21de eeuw. Omschrijving Aan bod komen thema’s m.b.t. cultuur en geschiedenis die vandaag de dag nog een rol spelen in Spaanse culturele en politieke debatten. Per les wordt een apart thema behandeld. Studenten bereiden per week een aantal relevante items van de literatuur voor. De structuur is chronologisch en selectief.
Grammatica 1 en 21 Doelstelling De cursist beheerst de Spaanse morfologie en syntaxis en heeft inzicht in het Spaanse lexicon. Omschrijving Verdieping van de belangrijkste aspecten van de Spaanse grammatica: de tijden, wijzen en vormen van het werkwoord, zowel regelmatig als onregelmatig; het gebruik van voorzetsels, voornaamwoorden en voegwoorden.
1
Parallel met deze cursus loopt de cursus Grammatica Nederlands voor Spaanstaligen. De native-speakers van het Spaans dienen voor de inhoud van deze cursus ‘Spaans’ te vervangen door ‘Nederlands’.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
27
Hoofdfase Tweede jaar (wordt door afbouw niet meer aangeboden) Vertalen Spaans - Nederlands 3 en 4 Doelstelling De student kan aan het eind van het 2e cursusjaar Vertalen Spaans - Nederlands de betekenis van een eenvoudige tekst van meer specifieke aard (juridisch, literair en wetenschappelijk georiënteerd), met een omvang van ongeveer 170 woorden (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verregaande correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst bevat grammaticaal en lexicaal gezien niet al te veel storende fouten, is intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De student is in staat de bruikbaarheid van informatie uit naslagwerken en andere informatiebronnen in te schatten. Omschrijving Deze cursus is een voortzetting van Vertalen Spaans - Nederlands I, maar de aangeboden teksten hebben een hogere moeilijkheidsgraad en zijn meer specialistisch georiënteerd (aan bod komen juridische, wetenschappelijke en literaire teksten). De student vergroot zijn vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën, vertaaltechnieken en het gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen.
Vertalen Nederlands - Spaans 3 en 4 Doelstelling De cursist kan aan het eind van het 2e cursusjaar Vertalen Nederlands - Spaans de betekenis van een eenvoudige tekst van meer specifieke aard (juridisch, literair en wetenschappelijk georiënteerd), met een omvang van ongeveer 170 woorden (brontekst) juist, volledig en adequaat weergeven in een vertaling (doeltekst) die zonder verregaande correctie publicabel is en voldoet aan de volgende punten: de tekst bevat grammaticaal en lexicaal gezien niet al te veel storende fouten, is intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De cursist is in staat de bruikbaarheid van informatie uit naslagwerken en andere informatiebronnen in te schatten. Omschrijving Deze cursus is een voortzetting van Vertalen Nederlands - Spaans I, maar de aangeboden teksten hebben een hogere moeilijkheidsgraad en zijn meer specialistisch georiënteerd (aan bod komen juridische, wetenschappelijke en literaire teksten). De student vergroot zijn vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën, vertaaltechnieken en het gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen.
Redactie 3 en 4 Doelstelling
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
28
De cursist kan aan het einde van het 2e cursusjaar een gebruikstekst van algemeen informatieve aard, van 700 à 800 woorden in de B-taal (brontekst) samenvatten tot een tekst van ongeveer 250 woorden in de A-taal (doeltekst). Deze samenvatting is zonder verdere correctie publicabel is en voldoet aan een aantal punten, te weten de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. Omschrijving In de cursus Redactie II wordt verder gewerkt aan het samenvatten van teksten van algemeen informatieve aard, en wordt de theorie omtrent het samenvatten uitgediept. Ook het belang van de zogenaamde signaalwoorden in de A-taal wordt toegelicht.
Maatschappijkennis 3 en 4 Doelstelling De cursist heeft inzicht in de geschiedenis van Latijns - Amerika en de huidige situatie in verschillende landen. Omschrijving Aan bod komen thema’s m.b.t. cultuur en geschiedenis die vandaag de dag nog een rol spelen in Latijns-Amerikaanse en Spaanse culturele en politieke debatten. Per les wordt een bepaalde tijdperk behandeld en zijn relevantie in de hedendaagse situatie wordt besproken.
Derde jaar Vertalen Spaans – Nederlands 5 en 6 Doelstelling De student is in staat een tekst van ongeveer 200 woorden van algemeen, maatschappelijk – informatieve aard, adequaat in het Nederlands te vertalen. Hij geeft er blijk van dat hij in zijn vertaling afstand weet te nemen van de brontaal als het overkomen van de bedoeling van de boodschap bij de Nederlandstalige lezer dit noodzakelijk maakt. In principe is zijn vertaling publicabel en lexicaal en grammaticaal nagenoeg foutloos. Omschrijving De student vergroot de vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën en -technieken, gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen. De student is in staat stijl en registerniveaus van de brontaal adequaat in de doeltaal weer te geven. Tevens leert de student het werk van medestudenten kritisch te beoordelen, en alternatieve vertalingen aan te bieden, individueel of in groepsverband. Aangeboden worden enkele teksten uit de beroepspraktijk en recente SNEVTexamens (zie onder).
Vertalen Nederlands - Spaans 5 en 6 Doelstelling De student is in staat een tekst van ongeveer 200 woorden van algemeen, maatschappelijk – informatieve aard, adequaat in het Spaans te vertalen. Hij geeft er blijk van dat hij in zijn vertaling afstand weet te nemen van de brontaal als het overkomen van de bedoeling van de boodschap bij
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
29
de Nederlandstalige lezer dit noodzakelijk maakt. In principe is zijn vertaling publicabel en is lexicaal en grammaticaal nagenoeg foutloos. Omschrijving De student vergroot de vertaalvaardigheid en zijn kennis van vertaalstrategieën en -technieken, gebruik van secundaire literatuur en hulpmiddelen. De student is in staat stijl en registerniveaus van de brontaal adequaat in de doeltaal weer te geven. Tevens leert de student het werk van medestudenten kritisch te beoordelen, en alternatieve vertalingen aan te bieden waar nodig, individueel of in groepsverband. Aangeboden worden enkele teksten uit de beroepspraktijk en recente SNEVT-examens (zie onder).
Redactie 5 en 6 Doelstelling De cursist kan aan het einde van het 3e cursusjaar een gebruikstekst van algemeen informatieve aard, van ongeveer 1500 woorden in de B-taal (brontekst) samenvatten tot een tekst van ongeveer 500 woorden in de A-taal (doeltekst). Deze samenvatting is zonder verdere correctie publicabel en voldoet aan een aantal punten, te weten de tekst is grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos, intern samenhangend en qua vorm en taalgebruik afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. Omschrijving De derdejaarscursus Redactie III is een voortzetting van Redactie II, maar gewerkt wordt met langere teksten. Tevens leert de student het werk van medestudenten kritisch te beoordelen, en alternatieve structuren aan te bieden waar nodig, individueel of in groepsverband. Aangeboden worden recente SNEVT-examens (zie onder).
Maatschappijkennis 5 en 6 Doelstelling De cursist heeft een breed inzicht in de geschiedenis en actualiteit van Spanje, Latijns - Amerika, Nederland en internationale verhoudingen en organisaties. Omschrijving De actualiteit van Nederland en op het gebied van internationale verhoudingen en organisaties staat centraal. In de colleges wordt geprobeerd de hedendaagse feiten in hun historische en maatschappelijke context te plaatsen. Literatuur bestaat uit studiemateriaal over Nederland en Europa en eerdere SNEVT-examens. De structuur is thematisch en er wordt ruimte gelaten voor herhaling van stof uit eerdere jaren. Studenten moeten in dit jaar veel meer zelfwerk verrichten: studenten moeten leren om zelf informatie te zoeken en verzamelen over Spanje, Latijns - Amerika, Nederland en Europa.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
30
4.5
Vierde jaar (Beroepsvoorbereiding) voor alle talen
4.5.1 Inleiding Voor hbo-opleidingen in Nederland, zowel voor voltijdse als voor deeltijdse opleidingen, geldt een stageverplichting. Dat levert voor deeltijdse opleidingen nogal eens een probleem op. Het ligt namelijk voor de hand dat veel studenten die een deeltijdse opleiding volgen dat doen naast een baan. Daardoor is het doorgaans onmogelijk voor hen ook nog eens overdag stage te lopen en stageplaatsen voor werk in de avonduren zijn er vrijwel niet. De meeste deeltijdopleidingen lossen dit op door vrijstelling te geven van de stageverplichting aan studenten die over relevante werkervaring beschikken. Dat kan vaak zonder problemen. Als je bijvoorbeeld binnen een bepaalde sector op mboniveau werkzaam bent en je volgt een overeenkomstige hbo-opleiding, dan is het doorgaans vrij gemakkelijk om binnen de eigen werkkring de activiteiten zo uit te breiden dat de werkervaring als relevant kan worden beschouwd voor een hbo-opleiding. Voor de vertaalopleiding van HWN echter, bestaat die laatste mogelijkheid niet. Vertalen is een activiteit waarvoor minimaal hbo-niveau vereist is. Er zijn geen 'mbo-vertalers' die willen doorstromen naar hbo-niveau. Het gevolg is dat er vrijwel geen HWN-studenten zijn die reeds als vertaler werkzaam zijn en dus beschikken over direct aantoonbare relevante werkervaring. Het competentieprofiel van HWN laat zien dat het niet zo is dat vertalers alleen maar vertaalwerkzaamheden verrichten. Het zijn multifunctionele taalbemiddelaars en daarvoor zijn competenties nodig die niet louter op het gebied van vertalen liggen. Dit gegeven maakt het mogelijk om ook werkervaring die is opgedaan op andere terreinen dan het pure vertalen als relevant te beschouwen en de daarbij opgedane competenties ook. Die competenties komen aan de orde in het portfolio (zie hieronder), op basis waarvan de eindbeoordeling van de studenten plaatsvindt.
4.5.2 Opzet vierde jaar bacheloropleiding Het vierde jaar is duidelijk anders van karakter dan de eerste drie jaren. Het is vooral een beroepsvoorbereidend jaar. Net als de andere jaren kent het vierde jaar een studiebelasting van 60 punten. Die zijn verdeeld over drie componenten: Cursus specialisaties/ondernemersvaardigheden Praktijkopdrachten Verworven competenties
25 studiepunten 25 studiepunten 10 studiepunten
Cursus specialisaties In de cursus specialisaties komen de specialisaties aan de orde die voor vertalers in de praktijk van belang kunnen zijn. Om praktische redenen hebben we ervoor gekozen niet over te gaan tot het aanbieden van diverse specialisatiecursussen, maar om studenten als het ware te laten ruiken aan een aantal specialisaties. De specialisaties die aan de orde komen zijn financieel vertalen, medisch vertalen, juridisch vertalen, literair vertalen, en ondertitelen. We maken daarvoor gebruik van vertalers uit de praktijk. Gedurende het studiejaar moeten studenten bovendien leren werken met vertaalprogramma’s. Vertaalopdrachten worden via die programma’s uitgevoerd. Ook ondernemersvaardigheden komen aan de orde.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
31
Praktijkopdrachten De praktijkopdrachten worden geworven via 1) de docenten 4e jaar, 2) de studenten zelf, 3) een speciaal daarvoor opgericht stagevertaalbureau. Het bureau garandeert dat de geleverde vertalingen voldoen aan een bepaalde basiskwaliteit. In feite lopen studenten van HWN dan stage bij het stagevertaalbureau. Het bureau brengt de opdrachtgevers kosten in rekening voor de stagebegeleiding. Studenten verdienen zelf niets met de praktijkopdrachten, maar eventuele onkosten worden wel vergoed. Het wordt de studenten overigens aangeraden zelf opdrachten te verwerven en die ter goedkeuring voorleggen aan de coördinator van het 4e jaar. De studenten voeren individueel of in groepsverband vertaal- en/of redactieopdrachten uit die uit de praktijk afkomstig zijn. Houd rekening met het volgende: De studenten dienen voor alle opdrachten die ze uitvoeren het aantal uren bij te houden met vermelding van de aard van de opdracht en de naam van de opdrachtgever. Een deel van de studiepunten voor de praktijkopdrachten kan worden toegekend als een student in het kader van een groepsopdracht coördinerende werkzaamheden heeft verricht en als hij inspanningen heeft verricht bij het werven van de opdracht en het maken van afspraken daarover met de opdrachtgever, kortom als hij werkzaamheden verricht die ook in de beroepspraktijk voorkomen. Studenten die al werkervaring hebben en die met bewijzen kunnen aantonen dat ze op andere wijze praktijkopdrachten adequaat hebben verricht, komen in aanmerking voor een (gedeeltelijke) vrijstelling van de verplichting deze opdrachten in het kader van het vierde jaar te verrichten. De beoordeling ligt in handen van de begeleidende docent. Hierbij geldt, net als hierboven, dat je een lijst met gewerkte uren inlevert. Het is niet zo dat de studenten wat betreft hun vertaalniveau in het vierde jaar een hoger niveau moeten bereiken dan dat waarvan wordt uitgegaan bij het SNEVT-examen. Er wordt getoetst of studenten hun vertaalvaardigheden ook daadwerkelijk in praktijk kunnen brengen. Toetsing van de competenties De laatste component betreft de toetsing van de competenties. Dat geschiedt door middel van een portfolio.
4.5.3 Wijze van beoordeling Aan het eind van het vierde jaar leveren de studenten een digitaal portfolio in op basis waarvan wordt vastgesteld of ze voldoen aan de eindkwalificaties. Het portfolio kan pas worden ingeleverd en beoordeeld als de student voor alle examenonderdelen een voldoende heeft gehaald met inbegrip van de SNEVT-tentamens. In het portfolio moeten in ieder geval zijn opgenomen: een CV met uiteraard vermelding van opleidingen en werkervaring; Toelichting 1) Wilt u onder woorden brengen wat de relevantie is van cursussen die u wellicht gevolgd hebt vanaf het moment dat u plannen kreeg om als vertaler te gaan werken.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
32
2) Wilt u, naast het opsommen van uw eerdere werkervaring(en), aangeven welke taken u verrichtte in eerdere betrekkingen die relevant waren, ofwel voor uw wens uw eigen vertaalbureau te beginnen of binnen dat werkveld actief te zijn. een self-assessmentformulier met het eigen oordeel van een student over de mate waarin hij beschikt over de generieke hbo-competenties en de persoonlijke beroepsspecifieke competenties. De zelfbeoordeling moet worden ondersteund/onderbouwd met bewijzen. Dat kunnen zijn: ervaringsverslagen (bijvoorbeeld om aan te tonen dat je gericht bent op zelfontwikkeling of dat je beschikt over de juiste communicatieve vaardigheden), externe beoordelingen en beroepsproducten. de bewijzen van door de student verrichte praktijkopdrachten op het gebied van vertalen en redactie. Daarbij hoort een lijst met het aantal uren dat de student heeft gewerkt aan vertaalopdrachten (met aparte melding van type opdracht). Minstens een voltooide vertaling, zowel de brontekst als de doeltekst. Maximaal 10 bladzijden [5 pagina’s brontekst + 5 pagina’s doeltekst]. gegevens over de in het vierde jaar gevolgde cursussen en/of workshops betreffende specialisaties en ondernemersvaardigheden. Gedurende het 4e jaar komen gastdocenten met ruime ervaring een inleiding geven op een specialisatie en soms krijgen de studenten opdrachten. De studenten moeten een verslag maken (op 1 A4) over de specialisatie. Opdrachten die gekoppeld zijn aan het thema van de gastdocent moeten ook in het portfolio zijn opgenomen. Toelichting 1) Kreeg u door een workshop of gastcollege interesse in het werk in die specifieke richting? Zowel bij positief als negatief antwoord: graag toelichting waarom. 2) Hoe kunt u gebruik maken van de informatie die u hebt verworven door een workshop of gastcollege? Kunt u de inzichten die u daarbij verworven hebt, toepassen in uw eigen situatie? Hoe dan wel? Door het inleveren van het portfolio geeft de student aan dat hij naar zijn oordeel klaar is met de opleiding inclusief de beroepsvoorbereiding. Nadat het portfolio is ingeleverd, wordt het voorlopig beoordeeld door 2 docentassessoren. Als het voorlopig oordeel positief is, wordt de kandidaat daarvan op de hoogte gesteld. Daarna vindt een gesprek plaats tussen de kandidaat, een docentassessor van HWN en een deskundige externe assessor. Daarin wordt vastgesteld of de kandidaat voldoet aan alle eindkwalificaties en wordt ook een cijfer vastgesteld. De kandidaat wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van het eindoordeel.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
33
HOOFDSTUK 5 Financiële en administratieve regelingen De regelingen voor studenten van de contactopleiding en de afstandsopleiding zijn niet geheel gelijk. Paragrafen 5.6 en 5.7 geven de verschillen aan. 5.1. Duur collegejaar Het collegejaar loopt van 1 september tot 31 augustus. Voor de contactopleidingen moet voor 1 september worden ingeschreven. 5.2 Studiekosten De studiekosten vallen uiteen in een aantal posten: a) Collegegeld De hoogte van het collegegeld wordt jaarlijks vastgesteld. Zie verder bij 5.6 en 5.7 b) Kosten voor boeken De diverse boekenlijsten zijn steeds op de website te raadplegen. Het boekenpakket voor het eerste jaar is het duurst, omdat dan de woordenboeken dienen te worden aangeschaft. De kosten voor de gehele cursus liggen afhankelijk van de taal ongeveer tussen € 600 en € 750. Dit geldt zowel voor studenten van de contactopleiding vertaler als voor die van de afstandsopleiding vertaler. c) Kosten voor readers De meeste studierichtingen maken gebruik van readers, die door HWN zijn samengesteld. De kosten voor de readers zijn inbegrepen in het collegegeld. d) Kosten computer Het is niet meer mogelijk bij HWN te studeren zonder dat men beschikt over een computer met internetverbinding. De communicatie tussen de studenten en de opleiding verloopt via e-mail, de website www.west-nederland.nl of de digitale leeromgeving HWN Live. e) Kosten toelatingsonderzoek De resultaten van het toelatingsonderzoek worden pas officieel bekendgemaakt en zijn dus pas geldig als het bedrag van € 50 is bijgeschreven op de bankrekening van HWN. 5.3 Wijzigingen studentgegevens Mutaties in adres, woonplaats, telefoonnummer, e-mailadres of bankrekeningnummer dienen ten spoedigste schriftelijk (via e-mail) te worden doorgegeven aan de administrateur studentenzaken en aan de studierichtingscoördinator. 5.4 Inschrijvingen 5.4.1 Nieuwe studenten Nieuwe studenten zowel van de contactopleiding als van de afstandsopleiding schrijven zich in door het inschrijfformulier (te downloaden vanaf de website) volledig ingevuld en ondertekend op te sturen aan de administrateur studentenzaken. Relevante kopieën van toelatinggevende diploma’s + een kopie van een geldig identiteitsbewijs dienen te worden meegestuurd. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de inschrijving ontvangt de student een bevestiging van HWN. Indien er voor een
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
34
bepaalde studierichting onverhoopt weinig belangstelling bestaat, is het mogelijk dat er een opleiding start met tweewekelijkse lescontacten of dat wordt verwezen naar afstandsonderwijs. 5.4.2 Bestaande studenten Bestaande studenten dienen zich ieder cursusjaar opnieuw in te schrijven. 5.5 Betalingen Door ondertekening en inzending van het inschrijfformulier verplicht u zich om het verschuldigde collegegeld te voldoen. Alle overige betalingen dienen te worden overgemaakt op bankrekening NL 22 INGB 0006 2172 27 ten name van Hogeschool West-Nederland. Bij iedere betaling dient de naam van de student en de taal te worden vermeld. BIC-gegevens voor betalingen uit het buitenland: BIC: INGBNL2A 5.6 Regelingen contactopleiding 5.6.1 Collegegeld Het collegegeld voor 2014-2015 bedraagt € 1900. Dit bedrag stijgt per 1 januari 2015 naar € 1950. 5.6.2 Collegegeld bij inschrijving Voor de berekening van het collegegeld wordt uitgegaan van een collegejaar van tien maanden te beginnen vanaf september. 5.6.3 Terugtrekking voor aanvang studiejaar Studenten van de contactopleiding hebben het recht zich zonder kosten vóór 1 september terug te trekken. De opzegging moet schriftelijk gebeuren bij de administrateur studentenzaken. 5.6.4 Beëindiging studie tijdens het collegejaar Studenten die de studie tijdens het collegejaar willen beëindigen, dienen dit schriftelijk te melden aan de studierichtingscoördinator en de administrateur studentenzaken. In dat geval wordt nog twee maanden cursusgeld in rekening gebracht te rekenen vanaf de eerste dag van de maand na ontvangst van het afmeldingsbericht. Bij overlijden van de student gaat de beëindiging van de studieovereenkomst onmiddellijk in en wordt het betaalde collegegeld proportioneel terugbetaald. 5.6.5. Uitsluiting bij niet-betaling verschuldigde gelden De hogeschool kan studenten die niet aan hun financiële verplichtingen voldoen van verder onderwijs uitsluiten. De verplichting tot betalen blijft echter wel bestaan. 5.6.6 Betaling collegegeld Het collegegeld kan als volgt worden betaald: a) Door overmaking van het totale bedrag ad € 1900 per 15 september 2014. b) Door overmaking in drie termijnen van in totaal € 1950, te weten: 1e termijn ad € 950 per 15 september 2014 2e termijn ad € 500 per 15 november 2014 3e termijn ad € 500 per 15 februari 2015 Bij betaling in termijnen is het totale bedrag dus € 50 hoger.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
35
5.7 Regelingen afstandsopleiding 5.7.1 Collegegeld Het programma van de afstandsopleiding is opgedeeld in modules. Het totaal aan modules kan per taal enigszins verschillen, maar de gezamenlijke modules kosten per studiejaar in 2014 € 1900,--. (Vanaf 1-1-2015 in totaal per studiejaar € 1950,--) De kosten zijn dan ook gelijk aan die van de contactstudenten. Afstandsstudenten kunnen eveneens 12 maanden over de totale lesstof per studiejaar doen, maar ze kunnen ook sneller studeren. 5.7.2 Betalingsverplichting Door inzending van het ondertekende inschrijfformulier verplicht men zich tot betaling van het collegegeld voor het studiejaar waarvoor men zich heeft ingeschreven. 5.7.3. Toezending lesmateriaal Het lesmateriaal wordt toegestuurd zodra de desbetreffende betaling is ontvangen. 5.7.4.Termijnbetaling Afstandsstudenten kunnen niet in termijnen betalen.
5.8
Lesgebouw, lestijden en jaarrooster
Alle lessen worden gegeven in het gebouw van InHolland, Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag. Het gebouw bevindt zich op enkele minuten loopafstand van Den Haag Centraal Station. Alle colleges worden gegeven op donderdagavond tussen 18.00 en 22.00 uur. De lestijden kunnen per studierichting enigszins verschillen. In het jaarrooster wordt rekening gehouden met de vakanties van de middelbare scholen in Den Haag. Het jaarrooster loopt van medio september tot begin juni. Vóór het begin van het collegejaar wordt het jaarrooster en het voorlopig tentamenrooster bekendgemaakt. De studenten worden er met nadruk op gewezen dat het soms nodig blijkt bepaalde data te veranderen en bijvoorbeeld tentamens te plaatsen op dagen waarop oorspronkelijk les zou worden gegeven. De studenten dienen zich bij het maken van vakantieplannen dan ook te houden aan de officiële vakanties.
5.9 Communicatie van HWN met studenten In eerste instantie zal de afdelingscoördinator proberen op de lesavond contact op te nemen met (een) student(en) Indien dit niet mogelijk is of indien er meer haast is, wordt per e-mail met studenten contact opgenomen Roosterwijzigingen en tentamenroosters worden altijd op HWN Live gepubliceerd. Algemene informatie staat te lezen op de website: www.west-nederland.nl 5.9.1 Adreswijzigingen Om de communicatie met studenten goed te laten verlopen, is het nodig dat HWN beschikt over de meest actuele gegevens. Indien zich in de loop van het jaar wijzigingen voordoen in postadres,
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
36
telefoonnummer of e-mailadres, wordt de studenten verzocht deze wijziging(en) zo spoedig mogelijk schriftelijk door te geven aan de administrateur studentenzaken en aan de afdelingscoördinator.
5.10 Communicatie tussen studenten met docenten en afdelingscoördinator De docenten en de afdelingscoördinator zijn doorgaans aanwezig op de collegeavond. Aan hen kunnen dan korte vragen worden gesteld. Ook kan een afspraak worden gemaakt voor nader (telefonisch) onderhoud. Vragen kunnen ook via e-mail aan een docent worden gesteld. De studenten kunnen erop rekenen dat ze (buiten de vakanties) binnen 5 werkdagen antwoord hebben. Nieuwe studenten die informatie willen hebben over een bepaalde opleiding, nemen bij voorkeur per e-mail contact op met de afdelingscoördinator. 5.11 Toelating Hoewel bezitters van een havo- of vwo-diploma zonder profielvermelding vanaf 1 september 2005 formeel niet langer zonder meer toelaatbaar zijn tot het hoger onderwijs, heeft HWN besloten dat dit voor haar opleiding wel blijft gelden. Dit houdt in dat de volgende diploma’s toegang verschaffen tot de opleiding van HWN: Einddiploma havo, vwo (atheneum, gymnasium) Einddiploma hbo Einddiploma mbo (niveau 4) Voor alle einddiploma’s geldt dat de te kiezen taal deel moet hebben uitgemaakt van het eindexamen. Ander getuigschrift of diploma dat door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen als gelijkwaardig wordt beschouwd dan wel als bewijs van voldoende voorbereiding wordt aangemerkt. 5.12 Toelatingsonderzoek/instaptoets 5.12.1 Toelatingsonderzoek Studenten van 21 jaar of ouder die niet beschikken over een toelatinggevend diploma kunnen deelnemen aan een toelatingsonderzoek. Voor meer informatie wordt verwezen naar de studierichtingscoördinator. Toelating tot de opleiding is afhankelijk van de resultaten van het onderzoek. 5.12.2 Instaptoets Studenten die wel beschikken over een toelatinggevend diploma, maar niet zeker weten of ze de opleiding met succes kunnen volgen, wordt aangeraden een instaptoets af te leggen. 5.12.3 Datum onderzoek c.q. toets Bij de afstandsvariant wordt het toelatingsonderzoek of de instaptoets digitaal afgelegd na ontvangst van de betaling en in overleg met de studierichtingscoördinator. Bij de instaptoetsen mogen eigen hulpmiddelen (woordenboeken e.d.) worden gebruikt. 5.12.4 Kosten
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
37
Aan het toelatingsonderzoek of de instaptoets zijn kosten verbonden (€ 50). Dit bedrag moet worden overgemaakt op de rekening van de hogeschool onder vermelding van de naam van de kandidaat en de taal. 5.13 Toelating tot hoger studiejaar De examencommissie kan een kandidaat op basis van eerder gevolgd onderwijs toestemming geven in te stromen in een hoger studiejaar. In de regel gebeurt dat als een kandidaat elders al een studie heeft gevolgd. De kandidaat krijgt dan vrijstellingen voor eerdere programmaonderdelen. Een dergelijke kandidaat krijgt niet het getuigschrift van de propedeuse uitgereikt. Toelating tot het derde studiejaar gebeurt slechts bij hoge uitzondering, bijvoorbeeld als een student elders al twee jaar van een opleiding tot vertaler met goede resultaten heeft gevolgd. Ook dan worden op basis van overlegde bewijzen door de examencommissie vrijstellingen verleend. Toelating tot het vierde, beroepsvoorbereidende, studiejaar geschiedt uitsluitend als een kandidaat elders of bij HWN een deeltijdopleiding voor vertaler met succes heeft afgerond, met inbegrip van de SNEVT-tentamens. 5.14 Buitenlandse studenten Studenten die niet over een Nederlands toelatinggevend diploma beschikken zijn in principe toelaatbaar indien zij een vooropleidingsniveau hebben (aan te tonen door middel van buitenlandse diploma's en/of een toelatingsonderzoek) dat gelijkstaat aan een havo- of mbo-diploma. Zo nodig wordt het Nuffic om advies gevraagd. Buitenlandse studenten moeten er wel rekening mee houden dat voor alle opleidingen van HWN geldt dat het Nederlands één van de talen is waarin wordt vertaald, ook al is dat niet hun moedertaal. Bij aanvang van de studie kunnen zij in plaats van het Nederlands ook Engels, Frans, Duits of Spaans als moedertaal opgeven. Bij de beoordeling van hun vertalingen wordt hiermee rekening gehouden. Studenten die een andere moedertaal hebben dan de vijf hierboven genoemde, mogen aan de opleiding deelnemen, maar zullen wel één van die talen als 'moedertaal' voor de opleiding moeten kiezen.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
38
HOOFDSTUK 6 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING: ALGEMENE REGELS
De in de hoofdstukken 6 en 7 opgenomen examenregeling geldt voor het collegejaar 2013-2014. Ze heeft betrekking op alle studierichtingen van HWN. 6.1 Examencommissies Ieder van de 4 afdelingen heeft een examencommissie. Deze bestaat uit de docenten. De afdelingscoördinator is voorzitter van de examencommissie. Er is ook een plaatsvervangend voorzitter. De examencommissie kan externe deskundigen inschakelen bij de beoordeling van tentamens. 6.2 Toekenning cijfers en studiepunten Er worden voor de tentamens gehele cijfers toegekend. Indien een voldoende cijfer wordt toegekend, krijgt de student ook de bijbehorende studiepunten toegekend. Studiepunten vertegenwoordigen een bruto studielast van 28 uur. De nominale studielast per jaar is 1680 uur. De bewaking van de studievoortgang is in handen van de deelopleidingscoördinatoren. Zij doen jaarlijks verslag aan het college van bestuur en verstrekken deze alle relevante gegevens. 6.3. Aard en volgtijdelijkheid tentamens De tentamens van de contactopleidingen worden schriftelijk afgenomen. De examencommissie kan echter besluiten dat in het geval van een herkansing bepaalde schriftelijke tentamens mondeling worden afgelegd. Voor de afstandopleidingen voor vertaler geldt dat de tentaminering voorafgaande aan de afsluitende tentamens van de hoofdfase (jaar 3) digitaal verloopt. De tentamens moeten worden afgelegd in de volgorde waarin ze worden aangeboden, zij het dat voor de diverse studieonderdelen kan gelden dat een tentamen een herkansing is van een eerder tentamen. 6.4 Regelingen ten aanzien van lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten In het geval van studenten met een lichamelijke of zintuiglijke handicap bepaalt de examencommissie of een student gebruik mag maken van hulpmiddelen bij het afleggen van tentamens en of hem meer tijd wordt toegestaan het tentamen af te leggen. 6.5 Mogelijkheid van beroep Een student heeft de mogelijkheid in beroep te gaan tegen een toegekende waardering. Hij doet dat schriftelijk bij de voorzitter van de examencommissie, dus bij de deelopleidingscoördinator. Indien het bezwaar zich richt tegen een door de deelopleidingscoördinator toegekende waardering, legt deze de zaak in handen van de overige leden van de examencommissie. Indien het bezwaar niet op een voor de student bevredigende wijze wordt opgelost, kan hij de zaak voorleggen aan het College van Beroep. Dit onafhankelijke college is ingesteld door de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) (voorheen PAEPON), een overkoepelende organisatie van aangewezen hogescholen.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
39
6.6 Compensatieregeling De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek maakt het mogelijk dat een examencommissie beslist dat niet alle tentamens van het onderwijsprogramma met een voldoende behoeven te zijn afgesloten. Indien dit het geval is, staat dit vermeld in de examenregeling per studierichting. 6.7 Bekendmaking uitslagen De cijfers worden uiterlijk 15 werkdagen na het afleggen van het tentamen bekendgemaakt tijdens de teruggave van het gemaakte werk. Na ieder studiejaar ontvangt de kandidaat een totaaloverzicht van behaalde cijfers en studiepunten. 6.8 Inzage De student heeft gedurende drie maanden na het afleggen van een tentamen recht op inzage van het door hem gemaakte werk. Tevens wordt een correctiemodel ter beschikking gesteld en wordt inzicht gegeven in de wijze van normering. 6.9 Aantal toetsmomenten en herkansingen Ieder jaar vinden tentamens plaats in januari en mei/juni. Er zijn herkansingstentamens voor aanvang van het nieuwe studiejaar in september. In overleg kan de coördinator ook een andere datum voor een herkansing afspreken met een kandidaat. Iedere leereenheid mag eenmaal per jaar worden herkanst. Een leereenheid mag herkanst worden, als het toegekende cijfer lager is dan 6, of als het predicaat "niet voldaan" is toegekend. Voor iedere herkansing geldt dat het hoogste cijfer telt. Indien blijkt dat een kandidaat een leereenheid niet tijdens hetzelfde collegejaar kan herkansen, kan de examencommissie besluiten om de kandidaat een extra herkansingsmogelijkheid of een vervangende opdracht aan te bieden. 6.10 Inschrijving voor tentamens De kandidaten behoeven zich niet in te schrijven voor de tentamens van januari en mei/juni. Ze dienen zich wel schriftelijk of per e-mail bij de deelopleidingscoördinator in te schrijven voor eventuele herkansingstentamens. 6.11 Vrijstellingen De examencommissie kan een student op basis van eerder gevolgd onderwijs vrijstelling verlenen voor een of meer tentamens. De kandidaat ontvangt schriftelijk bericht waarin is aangegeven waarvan hij is vrijgesteld en of eventueel studiepunten zijn toegekend. 6.11.1 Vrijstellingen in het kader van beroepsvoorbereiding De examencommissie kan studenten met een relevante en actuele werkkring vrijstelling verlenen van een deel van de beroepsvoorbereiding. 6.12 Geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens Indien een kandidaat voor een studieonderdeel de desbetreffende studiepunten krijgt toegekend, geldt daarvoor een geldigheidsduur van 5 jaar vanaf het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de studiepunten zijn toegekend. De examencommissie kan besluiten de geldigheidsduur te verlengen.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
40
6.13 Studieadviezen Aan het eind van het eerste jaar (na eventuele herkansingen) ontvangt iedere student een advies over voortzetting van de studie. Ook hogerejaarsstudenten kan een advies worden gegeven. Een student die het advies krijgt met de studie te stoppen, is niet verplicht dit advies op te volgen, maar dit wordt hem wel dringend aangeraden. 6.14 Titel Kandidaten die slagen voor de bacheloropleiding zijn gerechtigd tot het voeren van de titel bachelor of Translation. Zij kunnen dit aangeven door achter hun naam B.Tr te vermelden. 6.15 Verzuim (van tentamens of colleges) door bijzondere omstandigheden Een student dient er zo spoedig mogelijk melding van te maken als er sprake is van verzuim veroorzaakt door bijzondere omstandigheden. In geval van verzuim meldt men zich eerst bij de afdelingscoördinator af. Indien de ziekte of de omstandigheid lang gaat duren, wordt met de student overlegd over wat er het beste gedaan kan worden. Nadat de omstandigheden zijn opgeheven kan dan met deze personen worden overlegd wat de consequenties van het verzuim zijn en hoe de gevolgen het beste kunnen worden opgevangen. 6.16 Fraude Indien een surveillant tijdens een tentamen constateert dat een student zich schuldig maakt aan fraude, wordt dit door de surveillant gemeld aan de afdelingscoördinator. Deze stelt, eventueel na aanvullend onderzoek, daarvan de examencommissie op de hoogte. Deze neemt een beslissing over passende maatregelen. Deze procedure geldt ook als fraude wordt geconstateerd ná een tentamen of leereenheid.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
41
HOOFDSTUK 7 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING: GEDETAILLEERDE REGELING Overzicht programma bacheloropleiding vertaler Verdeling studiepunten deelopleidingen
7.1 Bacheloropleiding Vertaler Propedeuse: VT- Nederlands 1 VT- Nederlands 2 Nederlands- VT 1 Nederlands- VT 2 Grammatica 1 Grammatica 2 Maatschappijkennis 1 Maatschappijkennis 2 Schriftelijke Vaardigheden 1 Schriftelijke Vaardigheden 2
Jaar 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
aantal studiepunten 8 8 8 8 4 4 4 4 6 6
60
Hoofdfase: 2e jaar VT- Nederlands 3 VT- Nederlands 4 Nederlands- VT 3 Nederlands- VT 4 Maatschappijkennis 3 Maatschappijkennis 4 Schriftelijke Vaardigheden 3 Schriftelijke Vaardigheden 4
2 2 2 2 2 2 2 2
8 8 8 8 6 6 8 8
60
3e jaar VT- Nederlands 5 VT- Nederlands 6 Nederlands- VT 5 Nederlands- VT 6 Maatschappijkennis 5 Maatschappijkennis 6 (portfolio) Schriftelijke Vaardigheden 5 Vertaling + Reflectievragen
3 3 3 3 3 3 3 3
8 8 8 8 6 6 8 8
60
4e jaar: Praktijkopdrachten Specialisaties Verworven competenties
4 4 4
25 25 10
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
60
42
7.2 Slaagregeling propedeuse-examen Om te slagen voor het propedeutische examen, moet de kandidaat voor alle studieonderdelen een zodanig resultaat hebben behaald dat aan hem alle 60 studiepunten kunnen worden toegekend. Daarbij geldt de volgende compensatiemogelijkheid: voor schriftelijke vaardigheden en de vertalingen geldt dat het 2e tentamen tevens de herkansing vormt voor het 1e tentamen. Een voldoende cijfer voor het tweede tentamen compenseert dus een eventueel onvoldoende cijfer voor het eerste tentamen. 7.3 Slaagregeling hoofdfase - examen Om de inhoudelijke component van het hoofdfase - examen succesvol af te ronden moet de kandidaat voor alle studieonderdelen een zodanig resultaat hebben behaald dat aan hem alle studiepunten kunnen worden toegekend. Daarbij geldt de volgende compensatiemogelijkheid: voor schriftelijke vaardigheden en de vertalingen geldt dat een tentamen in het tweede en derde jaar de herkansing vormt van het voorafgaande tentamen. Om te slagen voor het hoofdfase - examen moet de kandidaat voor alle studieonderdelen een zodanig resultaat hebben behaald dat hem alle 180 studiepunten kunnen worden toegekend. Voor compensatiemogelijkheden in het kader van de inhoudelijke component zie hierboven. In het kader van de beroepsvoorbereiding gelden evenwel geen compensatiemogelijkheden. 7.4 Beroepsvoorbereiding De beroepsvoorbereidende component van de bacheloropleiding is geconcentreerd in het vierde jaar, met name de beoordeling of studenten zich de noodzakelijke competenties hebben verworven. Uiteraard komen de meeste competenties ook aan de orde tijdens het onderwijs in de eerste drie jaar van de opleiding. In het vierde jaar bouwen de studenten een portfolio op. Op basis van dit portfolio bepaalt de opleiding of een student heeft voldaan aan alle eisen die aan een startende vertaler worden gesteld. In het dossier zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen: Een assessment van elders verworven competenties (EVC). Veel studenten van HWN hebben in het kader van hun werkkring al bewezen dat ze beschikken over de zogenaamde HBOkernkwalificaties. De opleiding toetst aan het begin van het vierde jaar of dit het geval is. De bewijzen worden opgenomen in het dossier. Een assessment van de voor het beroep van vertaler noodzakelijke persoonlijke eigenschappen. Dit assessment vindt plaats nadat de groepsopdracht en de individuele opdracht zijn voltooid. De beschrijving van talige/inhoudelijke competenties. De certificaten van de scholing op het gebied van bedrijfskennis en gebruik hulpmiddelen. Verder dienen de studenten praktijkopdrachten uit te voeren, zowel groepsopdrachten als individuele opdrachten. Deze zijn gebaseerd op virtuele of reële opdrachten van externe opdrachtgevers. Het is om allerlei redenen onwaarschijnlijk dat studenten van HWN stage kunnen lopen bij vertaalbureaus. Wel is het mogelijk dat HWN via vertaalbureaus aan opdrachten komt die in het verleden daadwerkelijk zijn uitgevoerd of dat opdrachten worden verkregen (denk aan non profit organisaties) waar geen of vrijwel geen honorarium tegenover staat.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
43
HOOFDSTUK 8 SNEVT-examen Per 1-9-2014 neemt de SNEVT niet langer de afsluitende examens voor de opleiding Vertaler af. Deze worden voortaan door HWN zelf georganiseerd. Nadere informatie daarover volgt op een later tijdstip. Het onderstaande is dan ook alleen uit historisch perspectief van belang.
8.1
Het examen Vertaler
De tentamens van het SNEVT-examen maken deel uit van de onderwijs- en examenregeling van HWN. Het examen Vertaler is een schriftelijk examen dat twee keer per jaar centraal wordt afgenomen. Het heeft steeds betrekking op twee talen: Nederlands (verplicht) en één van de vreemde talen Duits, Engels, Frans, Italiaans, Russisch en Spaans. Vóór het examen geeft de kandidaat aan welke van beide talen hij als A-taal en welke hij als B-taal wenst te zien aangemerkt. De A-taal is de taal waarin de kandidaat zich naar eigen gevoelen het gemakkelijkst uitdrukt. Een volledig examen bestaat momenteel uit de volgende onderdelen: Vertaling uit de vreemde taal in het Nederlands (3,5 uur) Vertaling uit het Nederlands in de vreemde taal (3,5 uur) Vertaling uit de B-taal (met internet) in de A-taal + reflectievragen (3,5 uur) Alle onderdelen worden schriftelijk afgenomen (verdeeld over twee zaterdagen). Het examen beoogt de beroepspraktijk van de vertaler zoveel mogelijk te benaderen. De kandidaat wordt getoetst op zijn vermogen om accuraat en onder tijdsdruk een goede prestatie te leveren. De examenopgaven bevatten aanwijzingen over de herkomst en de beoogde gebruiker(s) van de tekst. Hoe de kandidaat inspeelt op deze aanwijzingen is medebepalend voor het uiteindelijke resultaat.
8.2
De beoordeling van het examen
De inhoud van de examens valt onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie. Daarnaast bestaat er voor elke taal een examensubcommissie. Het examenwerk wordt beoordeeld door ten minste twee leden. Bij de beoordeling van de examenonderdelen wordt vooral gelet op de communicatieve functionaliteit: de bruikbaarheid en doelmatigheid van de geproduceerde teksten in de vertalerpraktijk staan centraal. Er is gekozen voor twee beoordelingen: een globale en een op het detail gerichte, contrastieve. Zowel taal, stijl en inhoud als hun onderlinge verhouding spelen bij de beoordeling een rol. Door de werkstukken ten eerste door meer dan één corrector en ten tweede zowel globaal als in detail te laten beoordelen, wordt de objectiviteit van de beoordeling zoveel mogelijk gewaarborgd. De uitslag van ieder examen of examenonderdeel wordt binnen twee maanden na de datum van de
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
44
laatste examenzitting schriftelijk aan de kandidaten en aan de instelling meegedeeld. Elk examenonderdeel moet met een voldoende (6 of meer) worden afgerond.
8.3
Eisen A-taalniveau en B-taalniveau
Een vertaling op A-taalniveau dient zonder verdere redactie geschikt te zijn voor publicatie. De betekenisinhoud van de brontekst moet dus juist, volledig en adequaat zijn weergegeven. De doeltekst moet dus niet alleen grammaticaal foutloos, lexicaal nagenoeg foutloos en intern samenhangend te zijn, maar moet ook wat de stilistische keuzes betreft zijn afgestemd op de beoogde tekstgebruikers. De kandidaat dient bij de keuze van de tekstvorm en de tekstinhoud rekening te houden met de voor het betreffende teksttype in de doeltaal en -cultuur gangbare normen. Het product van een vertaling op B-taalniveau dient een werkdocument te zijn. De betekenisinhoud van de brontekst is in de doeltaal juist en volledig weergegeven. De doeltekst bevat daarnaast geen grammaticale fouten en geen ernstige lexicale fouten, is verder goed leesbaar en stilistisch acceptabel. De doeltekst behoort zoveel mogelijk te zijn toegesneden op de beoogde tekstgebruikers. Anders dan bij de eisen voor het A-taalniveau hoeft de tekst niet zonder meer geschikt te zijn voor publicatie, maar moet hij wel een zodanig niveau hebben dat hij na revisie door een native speaker van de A-taal in druk kan verschijnen. Deze dient de doeltekst zonder meer te kunnen begrijpen, zonder daarvoor de brontekst te moeten raadplegen.
8.4
Beschrijving van de onderdelen
Vertaling uit de vreemde taal in het Nederlands Dit onderdeel bestaat uit twee vertalingen van elk ongeveer 200 woorden. De teksten zijn van algemeen maatschappelijk - informatieve aard, dus niet specialistisch. Ze zijn onderling verschillend van inhoud en karakter. Vertaling uit het Nederlands in de vreemde taal Ook dit onderdeel bestaat uit twee vertalingen van elk ongeveer 200 woorden. Deze teksten hebben hetzelfde karakter als die bij het onderdeel Vreemde Taal - Nederlands. Voor alle talen wordt uitgegaan van dezelfde Nederlandse brontekst. Vertaling met internetgebruik Dit onderdeel bestaat uit het vertalen van één of meer fragmenten (500 à 550 woorden) uit een tekst van ongeveer 1500 woorden. De beoordeling vindt plaats op A-taalniveau. Voorts worden er reflectievragen over de werkwijze gesteld.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
45
HOOFDSTUK 9 BEROEPSPROFIEL EN OPLEIDINGSPROFIEL
0 Inleiding De beschrijving van het beroepsprofiel is als volgt opgebouwd: 1. Een korte beschrijving van het beroep en de omvang van de beroepsgroep dient om een eerste beeld te bepalen. De centrale beroepsactiviteit is vertalen, waardoor men zou kunnen spreken van 'vertalersvak' . 2. Een korte schets van ontwikkelingen die invloed hebben op het beroep en de uitoefening ervan. 3. Een overzicht van de werkvelden en organisaties waar de afgestudeerde werkzaam is, alsmede van functies die vervuld worden en klanten waarvoor men werkt. 4. Een overzicht van producten en diensten die door vertalers en tolken worden geleverd. 5. Een overzicht van taken. 6. Een beschrijving van de vereiste beroepshouding. 7. De uit de taken en beroepshouding afgeleide kerncompetenties
1 Het vertalersvak Het 'vertalersvak' kan in twee hoofdgroepen worden onderverdeeld: vertalers en tolken. Een vertaler werkt met geschreven tekst en zet deze van de ene taal om in de andere. Een tolk werkt nagenoeg uitsluitend met gesproken teksten. Een geschreven tekst wordt slechts bij uitzondering mondeling in een andere taal vertolkt. Binnen de hoofdgroep vertaler kan de volgende onderverdeling worden gemaakt: commercieel vertaler literair vertaler ondertitelaar Hoewel de studenten in de vierdejaarsmodule specialisaties kennismaken met literair vertalen en ondertitelen, hebben de afgestudeerden die HWN aflevert vooral een startbekwaamheid op het gebied van commercieel vertalen. Het zijn generalisten. Dankzij het groeiend aantal tv-zenders zijn er in de afgelopen jaren steeds meer ondertitelbedrijven in Nederland gekomen. Vertalers met een gedegen vaardigheid in de vreemde taal, een uitstekende beheersing van de moedertaal, een flinke dosis creativiteit en grondige kennis van personen, zaken en instellingen in zowel de bron- als doelcultuur vormen de ruggengraat van deze industrie.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
46
2 Ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen Het vertaalvak is vergeleken met vijftien jaar geleden sterk veranderd door de digitalisering van informatieoverdracht. Vertalers moeten vertrouwd zijn met het gebruik van diverse nieuwe media en elektronische hulpmiddelen, zoals:
Internet vertaalgeheugens terminologiebeheerinstrumenten elektronische woordenboeken
Hoewel de kwaliteit van de geleverde diensten en producten nog steeds afhankelijk is van de vertaalvaardigheid van de beroepsbeoefenaar, zijn deze 'tools' onmisbare hulpmiddelen geworden voor zowel de consistentie van het geleverde werk als de productiviteit. Vooral internet heeft de vertaalgemeenschap ingrijpend veranderd. Informatiebronnen die voorheen sterk plaatsgebonden waren, kunnen nu vanuit de werkkamer worden ontsloten. Internet is de belangrijkste informatiebron voor vertalers geworden. Daarnaast biedt het medium ongekende mogelijkheden voor communicatie en netwerken. Opdrachtgevers kunnen wereldwijd op zoek gaan naar vertalers met de juiste talencombinatie en specialisatie; vertaalopdrachten kunnen snel worden doorgestuurd en afgeleverd. Beroepsmatig netwerken is ook aanmerkelijk gemakkelijker geworden. Er zijn inmiddels veel nieuwsgroepen en fora voor vertalers, tolken en editors. Vertaalkundige vragen kunnen in seconden worden voorgelegd aan grote aantallen collega's en even snel worden beantwoord. Vertaalgeheugens werken productiviteitsverhogend bij teksten met een sterk repetitief karakter. Ze zijn met name effectief bij grotere projecten waarbij sprake is van meerdere vertalers die aan eenzelfde tekst werken en bij teksten met veel herhalingen en relatief kleine wijzigingen ten opzichte van eerdere versies van diezelfde teksten. Digitale termenbanken en woordenboeken zorgen voor een aanmerkelijke verbetering van de zoeksnelheid en het zoekgemak in het algemeen en de consistentie van gehanteerde terminologie in het bijzonder. Overige ontwikkelingen Op de zakelijke vertaalmarkt wordt steeds vaker een onderscheid tussen twee soorten beroepsbeoefenaren. De eerste groep vertalers werkt met geavanceerde vertaaltooIs, waarmee grote projecten snel en consistent van de ene in de andere taal (en soms meerdere talen) kunnen worden omgezet. De vertaler is meer dan een vertaler, is in feite een 'language engineer' die niet alleen vertaalvaardig is, maar ook zeer bedreven in het gebruik van de computer en verschillende soorten software. De hoeveelheid tekst die hij of zij omzet, is bijzonder hoog; de tarieven zijn navenant. Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
47
De tweede groep vertalers werkt aan teksten die minder repetitief zijn en kan daarom minder effectief gebruikmaken van elektronische hulpmiddelen, zoals vertaalgeheugens. De teksten die zij vertalen zijn (redelijk) specialistisch van aard en behoeven vertaalstrategieën, achtergrondkennis en taalcreativiteit. Het vertaaltempo ligt (iets) hoger dan voorheen, dankzij slim terminologiebeheer en zoekmogelijkheden op internet, maar het werk blijft in wezen 'ambachtelijk' van aard.
3 Werkvelden en functies Er zijn twee groepen beroepsbeoefenaren te onderscheiden: zelfstandige vertalers in-house vertalers in dienst van een vertaalbureau of vertaaldienst. De meeste vertalers bewegen zich zelfstandig op de vertaalmarkt en opereren individueel, soms binnen een informeel netwerk van professionele freelancers en/of via een bemiddelingsbureau voor vertalingen. Aangezien het beroep niet beschermd is, zijn er ook veel niet-professionele aanbieders actief. Soms gaat het daarbij om deskundigen die buiten hun beroep op de vertaalmarkt schnabbelen of om medewerkers van bedrijven die af en toe vertaalwerk verrichten. Het is moeilijk om een beeld van de omvang van dit deel van de markt te krijgen. Dat komt doordat het doorgaans mensen betreft die niet bij een van de beroepsverenigingen zijn aangesloten. Door de komst van het kwaliteitsregister voor tolken en vertalers zal het aantal niet-gekwalificeerde vertalers dat vertaalwerk verricht in de toekomst mogelijk gaan dalen. Een deel van de in loondienst werkende vertalers en tolken is verbonden aan een vertaalbureau of een vertaaldienst. Het gaat in het laatste geval om een afdeling van een betrekkelijk groot commercieel bedrijf of een overheidsinstelling zoals de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, en buiten Nederland de Europese Instellingen. De overigen die in loondienst werken, zijn verbonden aan bedrijven en instellingen van allerlei aard, hetzij als vertaler en/of tolk, hetzij als multifunctionele taalbemiddelaar. De omvang van dit segment is moeilijk aan te geven, omdat het nogal ondoorzichtig is. Een afdeling hoeft bijvoorbeeld geen vertaaldienst te zijn om vertaaldiensten te leveren. Een vertaler kan ook bij een algemene dienst te werk gesteld zijn of het kan iemand zijn met onder andere het tolken en/of vertalen in het takenpakket. Functies Bij vertaaldiensten en grote vertaalbureaus zal een werknemer veelal slechts één functie hebben: vertaler of revisor. Bij een klein vertaalbureau en in een zelfstandige onderneming is een combinatie van functies echter geen uitzondering. Naar schatting tweederde van de freelancers combineert het vertalen met andere werkzaamheden, zoals: redactiewerkzaamheden tekstschrijven taaltrainingen Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
48
Vertalers bij een bedrijf zonder specifieke vertaaldienst hebben vaak de functie van taaldienstverlener. Tot hun taken behoort naast het vertalen vaak ook het redigeren en schrijven van teksten. Het algemene beeld is dat in praktisch elke functie een sterk beroep wordt gedaan op schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Klanten en doelgroepen Vertaaldiensten werken alleen voor het eigen bedrijf en besteden meestal aan gespecialiseerde freelancers of vertaalbureaus dat gedeelte van het werk uit waarvoor geen of onvoldoende deskundigheid in huis is. De bureaus besteden op hun beurt ook weer vaak werk uit aan zelfstandige vertalers. De belangrijkste doelgroep is het bedrijfsleven. Andere groepen zijn in volgorde van belangrijkheid: overheid, advocatuur en notariaat, politie en justitie, uitgeverijen en particulieren.
4 Producten en diensten De domeinen voor het zakelijke vertaalwerk kunnen globaal in vier subdomeinen worden onderverdeeld:
techniek rechten economie varia
Het technische gebied, waaronder elektronica en informatica, omvat zo'n 45% van de vertaalproductie. Het juridische en het financieel-economische gebied nemen elk naar schatting 15% voor hun rekening en de overige gebieden betreffen samen de resterende 25% van de productie. Veelvoorkomende tekstsoorten zijn: -- handleidingen, verslagen, computersoftware, online documentatie en wetenschappelijke artikelen -- contracten, vonnissen en akten -- jaarverslagen, rapporten en 'management letters' -- brieven, brochures, catalogi, voorlichtingsmateriaal, reclamemateriaal en persberichten De belangrijkste vreemde taal op de vertaalmarkt is Engels, op ruime afstand gevolgd door Duits en Frans. Spaans neemt de eerste plaats in onder de minder courante talen. Er wordt over het algemeen in de moedertaal vertaald ('moedertaalprincipe'), maar vertalen in de vreemde taal is zeker niet als uitzondering te beschouwen. De commerciële vertaler neemt zeker in de Nederlandse context, waarin de vraag naar vertalingen in de diverse vreemde talen het aanbod van beschikbare moedertaalvertalers vele malen overtreft - redelijk snel de Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
49
beslissing om in twee richtingen te vertalen. Hij wordt daartoe niet alleen gestimuleerd door de grote vraag naar vertalingen uit het Nederlands, maar ook door het inzicht dat bij de vertaling van menig commerciële tekst kennis van de materie en beheersing van het vakjargon een grotere rol spelen dan beheersing van de taal op moedertaalniveau.
5 Taken De taken van de beroepsbeoefenaar kunnen worden beschreven aan de hand van een aantal kenmerken en aspecten:
het uitvoerende karakter van het werk de wijze van uitvoering de hulpmiddelen de collega's en opdrachtgevers de wijze van opdrachten aannemen en afhandelen
A Uitvoerend karakter van het werk Werkterrein en -omstandigheden Het werkterrein van de vertaler en tolk is zeer breed en specialisatie ligt daarom zeer voor de hand. Veel vertalers beperken zich tot het vertalen in de moedertaal uit slechts één vreemde taal en binnen één enkel vakgebied, of zelfs een deelgebied. De mate waarin iemand zich kan specialiseren, hangt onder meer af van de grootte van het taalgebied en de omvang van de markt. Pas na enkele jaren ervaring kan men tot specialisatie overgaan, veelal in dienst van een vertaalbureau of -dienst, en tot vervolgopleidingen. De multifunctionele beroepsbeoefenaar heeft een werkterrein dat de grenzen van het tolken en vertalen ver te buiten kan gaan. Aanvullende of vervangende werkzaamheden kunnen variëren van het verzorgen van administratie en geven van taaltrainingen, tot afwerken van correspondentie en schrijven van een pr-tekst. Voor veel vertalers en tolken geldt dat ze zich aan het begin van hun carrière geen al te sterke specialisatie kunnen veroorloven en als generalisten moeten kunnen opereren, wat leidt tot de volgende eisen/wensen: inzetbaarheid op diverse vakgebieden vaardigheid in meer dan één vreemde taal vermogen om ook uit de moedertaal te vertalen De werkomstandigheden van de vertaler verdienen speciale aandacht. Samenwerking met collega's speelt een rol bij een vertaalbureau of vertaaldienst, onder andere in verband met revisiewerkzaamheden, maar de vertaler leidt doorgaans een betrekkelijk eenzaam bestaan. Dat geldt nog sterker voor zelfstandige vertalers. Het werk vraagt weliswaar vaak consultatie van deskundigen of overleg met opdrachtgevers, maar die contacten verlopen meestal per
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
50
telefoon of e-mail. Netwerken biedt voldoende mogelijkheden voor het onderhouden van contacten met collega's en het uitwisselen van ideeën en ervaringen. Dit komt de werksfeer en de algehele professionaliteit ten goede. Een vertaler kan en moet daarom: proactief te werk gaan geregeld contact met opdrachtgever onderhouden netwerken met andere vertalers
B Wijze van uitvoering van het werk Flexibiliteit en inlevingsvermogen De vertaler werkt meestal voor meer dan één opdrachtgever, die doorgaans verschillende eisen stellen aan te leveren producten en diensten. Flexibiliteit en inlevingsvermogen van de kant van de beroepsbeoefenaar zijn dus vereist. Het behoort tot de taak van een beroepsbeoefenaar: zich te kunnen inleven in diverse branches, bedrijven en situaties zich snel nieuwe materie eigen te kunnen maken diverse schrijf- en spreekstijlen te kunnen hanteren (afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever en het doel van de vertaling) doelgericht informatie te kunnen zoeken of op te vragen. Verantwoording De omstandigheden waaronder gewerkt moet worden zijn zelden of nooit ideaal. Opdrachtgevers kunnen de moeilijkheidsgraad van het werk onderschatten, op het nippertje bedenken dat een tekst nog vertaald moet worden, of moeten door omstandigheden snel reageren. Een sterke tijdsdruk ontstaat in die gevallen. Een niet te onderschatten moeilijkheid is bovendien dat taal lang niet altijd eenduidig is. Deze beperkende omstandigheden maken het begrijpelijk dat sommige problemen niet volledig naar de tevredenheid van de vertaler kunnen worden opgelost en dat sommige oplossingen voorlopig zijn of zelfs discutabel. Het behoort tot de taak van een beroepsbeoefenaar: overleg te plegen met de opdrachtgever over problemen waarvan de oplossing twijfelachtig is het geleverde werk beargumenteerd te verantwoorden of te verdedigen bij op- of aanmerkingen het onderscheid in het oog te houden tussen talige en vakinhoudelijke aspecten van het werk en zich open te stellen voor het feit dat de opdrachtgever vaak meer inhoudelijke deskundigheid bezit
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
51
C Hulpmiddelen Nagenoeg alle werkzaamheden van de vertaler zijn afhankelijk van het gebruik van de pc. Vertrouwdheid met de meest gangbare tekstverwerkingspakketten en communicatiesoftware is essentieel om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van klanten en om voldoende snelheid en kwaliteit te kunnen bieden. Daarnaast moet de vertaler voldoende affiniteit hebben met andere computertoepassingen en zich deze betrekkelijk snel eigen kunnen maken. Steeds meer vertaalbureaus en zelfstandige vertalers maken gebruik van elektronische hulpmiddelen voor het verhogen van hun kwaliteit en productiviteit. Een professionele vertaler moet dus: met een pc kunnen omgaan vertrouwd zijn met de belangrijkste tekstverwerkingspakketten over toegang tot internet beschikken en efficiënt en effectief gebruik kunnen maken van zoekmachines en zoekstrategieën bereikbaar zijn via moderne communicatiemiddelen zich snel nieuwe software (tekstverwerkings-, DTP- en databasebestanden) eigen kunnen maken minimaal basiskennis hebben van het gebruik van: o elektronische naslagwerken o digitaal terminologiebeheer o vertaalgeheugens o automatisch vertalen
D Samenwerking met collega's en opdrachtgevers Tolken en vertalers zijn uitvoerende werknemers of zelfstandige dienstverleners. Het werk heeft duidelijk een individueel karakter, hoewel bij een vertaalbureau of een vertaaldienst enige samenwerking met collega's voor de hand ligt en het werk van de beginnende beroepsbeoefenaar vaak onder toezicht van een revisor en/of een sectiehoofd staat. Wie als zelfstandige werkt, levert diensten aan klanten/opdrachtgevers. Gevoel voor samenwerking is ook uit het oogpunt van moderne ontwikkelingen belangrijk. Het werk vereist daarom:
ontvankelijkheid voor op- en aanmerkingen bereidheid om rekening te houden met wensen van de opdrachtgever openheid en eerlijkheid ten aanzien van het vragen van advies aan anderen teamgeest bereidheid om met anderen samen te werken
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
52
E Opdrachten aannemen en afhandelen Daar veel vertalers zelfstandig hun beroep uitoefenen, geldt ook dat zij: opdrachten op een professionele manier aannemen (telefoonpresentatie, gebruik van algemene voorwaarden en offertes) en afhandelen (correcte verzending en facturering) voldoende kennis hebben van ondernemerschap (rechtsvormen, administratie, belasting en verzekeringen) bekend zijn met de rechtspositionele aspecten van het beroep kennis hebben van de eigen productiesnelheid en kwaliteit en de daaraan verbonden tarieven commerciële vaardigheid ontwikkelen en in staat zijn de eigen producten en diensten te 'marketen'
6.
Beroepshouding
Het brede werkterrein vormt behalve een uitdaging ook een bedreiging. Geen enkele tolk of vertaler kan van alle markten even goed thuis zijn. Dat kan een probleem zijn wanneer men zich niet bewust is van de eigen beperkingen of de eigen zakelijke belangen moeten worden afgewogen tegen de belangen van de opdrachtgever. Zo kan een vertaling of vertolking worden gevraagd waarvan iemands financieel of lichamelijk welzijn afhangt, zoals een contract of een veiligheidsvoorschrift. De belangen van de opdrachtgever kunnen ook op geheel andere wijze in het geding zijn, namelijk wanneer in een tolksituatie, of een tekst zoals een financieel verslag of een medisch attest, vertrouwelijke gegevens aan de orde komen. De beroepshouding vraagt daarom een goed ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel. De beroepsbeoefenaar dient: uitsluitend opdrachten aan te nemen die niet te moeilijk zijn en waarvoor voldoende tijd beschikbaar is opdrachten die aangenomen zijn binnen de afgesproken tijd en met de nodige zorg af te handelen persoonlijke of zakelijke informatie als vertrouwelijk te beschouwen De beroepshouding vraagt daarnaast het besef dat het van essentieel belang is de eigen kennis en vaardigheden voortdurend uit te breiden. Een professionele houding wordt dus ook gekenmerkt door: het lidmaatschap van een of meer beroepsverenigingen; belangstelling voor ontwikkelingen binnen het beroep; investeringen in relevante naslagwerken en moderne apparatuur; Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
53
geregelde deelname aan na- en bijscholingscursussen; belangstelling voor 'permanente educatie', d.w.z. een levenslange nieuwsgierigheid naar het uitbreiden van taalkundige en vakinhoudelijke kennis
7.
Kerncompetenties
Samengevat moeten afgestudeerden van de opleiding over de volgende componenten van kennis en vaardigheden beschikken voor de uitoefening van het vak op het startniveau van de beroepsbeoefenaar. De verdere ontwikkeling van deze competenties moet vanzelfsprekend in de beroepspraktijk gebeuren. 1. [vertaalcompetentie] in de praktijk voorkomende domeinspecifieke bronteksten van uiteenlopende soort, moeilijkheidsgraad en mate van specialisatie uiterst nauwkeurig en consistent te vertalen met behulp van een scala aan vertaaltechnieken en met inachtneming van volledigheid, de cultuurbepaalde eigenheid van bron- en doeltekst en de eisen van de opdrachtgever bij het vertalen van dergelijke teksten problemen op het gebied van tekstbegrip en – productie te onderkennen en op te lossen en voorts, met gebruikmaking van de hiervoor gangbare metataal, de gekozen oplossingen naar collega’s en revisoren toe te verantwoorden, alsmede naar opdrachtgevers een verantwoording te geven van de toegepaste vertaalstrategieën en –technieken oplossingen te bedenken voor vertaalproblemen waarvoor geen pasklare oplossingen bestaan eigen vertaalproducten aan actuele vertaalkundige inzichten te toetsen en gemaakte keuzes te motiveren tegenover opdrachtgevers, alsmede geleverde eigen diensten te meten aan in de vertaalbranche gangbare inzichten door andere vertalers vertaalde domeinspecifieke teksten van uiteenlopende tekstsoorten te reviseren op basis van vergelijking tussen bron- en doeltekst 2. [linguïstische en tekstuele competentie] de brontekst te begrijpen de doeltaal correct en consistent te gebruiken - met inachtneming van onder andere spelling, grammatica, interpunctie, woordkeuze en terminologie de tekstuele conventies van de doeltaal consistent toe te passen - met inachtneming van onder andere tekstsoort, tekstfunctie, medium en vormgeving een vertaalde tekst van domeinspecifieke aard te reviseren en de eindredactie ervan te verzorgen met uiterste nauwkeurigheid en zorgvuldigheid en met inachtneming van het voorgaande 3. [culturele competentie] de cultuurbepaalde eigenheid van teksten in bron- en doeltaal te onderkennen en aan elkaar te relateren - met inachtneming van onder andere realia, regionale en diachrone diversiteit
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
54
4. [zoekstrategieën en onderzoekscompetentie] lacunes in de eigen kennis te (h)erkennen en op snelle en efficiënte wijze additionele relevante linguïstische en domeinspecifieke kennis te verwerven die nodig kan zijn om een brontekst te begrijpen en te vertalen of te reviseren om te gaan met de gangbare hulpmiddelen om gegevens te verzamelen en kennis te vergaren en strategieën te ontwikkelen om deze hulpmiddelen op efficiënte wijze te gebruiken de effectiviteit van gekozen oplossingsstrategieën te beoordelen 5. [technische competentie] op professionele wijze vertalingen voor te bereiden en te vervaardigen met gebruikmaking van de gangbare technische hulpmiddelen (inclusief vertaalgeheugens en termextractietools) en terminologiebestanden, glossaria, (ver)taalcorpora, en dergelijke aan te geven welke gegevensdragers of verzendmethoden het geschiktst zijn om, gelet op de eisen van de opdrachtgever, de geleverde producten zo efficiënt mogelijk bij de afnemer te bezorgen, met inachtneming van gegevensbeveiliging, discretie, verzendtijd en verzendduur van de geleverde bestanden uit een marktaanbod aan allerlei soft- en hardwareproducten die producten aan te schaffen dan wel voor aanschaffing voor te dragen die het geschiktst zijn voor toepassing op het specifieke werkterrein zijn productie- en communicatiemiddelen te bedienen en storingen op te (laten) lossen maatregelen te treffen om de tijdige levering te garanderen, mocht deze door technische storingen in gevaar komen (bijvoorbeeld veiligheidskopieën, reservecomputer bij collega) en de beschikbare beveiligingsmiddelen toe te passen tegen computervirussen en andere mogelijke storingsbronnen 6. [zakelijke en ondernemingsgerichte competentie] op kritische wijze zijn eigen kennis- en vaardigheidsniveau in te schatten voor het al dan niet aannemen van een opdracht zijn diensten aan te bieden met kennis van de eigen productiesnelheid en kwaliteit efficiënt te functioneren als werknemer in een professionele werkomgeving vanuit een zakelijke houding opdrachten aan te nemen (telefoonpresentatie, gebruik van algemene voorwaarden en offertes) en uiterst consciëntieus uit te voeren (correcte verzending en facturering) met kennis van ondernemerschap (rechtsvormen, administratie, belasting en verzekeringen en rechtspositionele aspecten van het beroep) zelfstandig probleemsituaties in de beroepspraktijk te herkennen en tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen zich te houden aan de gedragscodes voor vertalers persoonlijke of zakelijke informatie van opdrachtgevers te beschouwen als vertrouwelijk en met opdrachtgevers en opdrachten discreet, betrouwbaar, integer en met verantwoordelijkheidsbesef om te gaan Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
55
om te kunnen gaan met kritiek van de opdrachtgever en het eigen handelen zo nodig bij te kunnen sturen het eigen functioneren systematisch te evalueren en op basis van reflectie en adviezen van anderen zo nodig bij te stellen Deze competenties sluiten de zogenaamde Dublin-descriptoren in. In het portfolio dat de vierdejaarsstudenten aan het eind van de studie inleveren wordt hun gevraagd zichzelf te beoordelen op een aantal persoonlijke kwaliteiten. Deze zijn afgeleid uit de hier genoemde kerncompetenties. Het gaat om de volgende kwaliteiten: nauwgezetheid een kritische houding ten aanzien van het eigen werk en het werk van een ander stressbestendigheid en het vermogen tot plannen van eigen werkzaamheden slagvaardigheid discretie en betrouwbaarheid verantwoordelijkheidsbesef aanpassings- en inlevingsvermogen het vermogen initiatief te ontplooien Het zal duidelijk zijn dat deze persoonlijke kwaliteiten niet allemaal tot ontwikkeling zijn te brengen via een hogere beroepsopleiding, ook niet als vormingsdoel. Sommige heeft men wel of niet en als zo'n eigenschap van groot belang is, zal een student in een vroeg stadium voor zichzelf moeten vaststellen of men geschikt is voor het beroep.
DEEL II OPLEIDINGSPROFIEL 0
Inleiding
Het opleidingsprofiel is gebaseerd op het beroepsprofiel, meer in het bijzonder op de verwachtingen die het beroepenveld heeft over de competenties van de afgestudeerden. Het opleidingsprofiel geeft aan hoe de nagestreefde competenties in de loop van de opleiding aan de orde komen. Competenties zijn een combinatie van kennis, vaardigheden en beroepshoudingen. Voor HWN is daarbij een belangrijke factor dat deze competenties moeten worden verworven in de context van een deeltijdopleiding. Dit houdt in dat de inbreng van de opleiding vergeleken met die van een voltijdse opleiding relatief beperkt is en dat de studenten veel zelf moeten doen. De oriëntatie op de beroepspraktijk betekent dat de competenties voor een belangrijk deel integraal getraind en ontwikkeld moeten worden in de opleiding via taken en opdrachten die ontleend zijn aan de beroepspraktijk. Daardoor tonen studenten aan dat zij beschikken Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
56
over kennis, vaardigheden en beroepshoudingen die conform zijn aan wat in de beroepspraktijk gebruikelijk is. Uit het beroepsprofiel blijkt dat de werkzaamheden van afgestudeerden een breed spectrum vertonen. Ze omvatten uiteenlopende activiteiten: vertalen, ondertitelen, multimediacommunicatie, reviseren, (pre- en post)editing, schrijven. HWN richt zich op de grootste gemene deler van deze activiteiten. Centraal staat het vertalen, met name het vertalen van teksten gericht op de commerciële vertaalpraktijk. De praktijkgerichtheid komt tot uiting in het feit dat het vertalen wordt opgevat als een beroepsgerichte activiteit, waarin kennis en vaardigheden zijn geïntegreerd. De kennis- en vaardigheidscomponenten die deel uitmaken van het opleidingsprogramma zijn ontleend aan andere kennisdomeinen die een rol spelen in de beroepstaken of ondersteunend zijn. Internationalisering is een ander aspect dat onlosmakelijk deel uit maakt van opleiding en beroep en waaruit eisen voortvloeien. Vervolgens zijn competentiecomponenten aan te geven die directer te maken hebben met de uitvoering van het werk en de werkomgeving. Ten slotte zijn er eisen aan kennis en vaardigheden die te maken hebben met het behouden en ontwikkelen van het niveau van professionalisering en de persoonlijke ontwikkeling. In paragraaf 1 worden doelstellingen geformuleerd. In paragraaf 2 wordt ingegaan op de vraag of en in welke mate de bekende generieke hbocompetenties in het programma zijn verwerkt. Paragraaf 3 bepreekt de componenten van de concrete inhoudelijke competenties waar de opleiding zich op richt. Paragraaf 4 ten slotte geeft een samenvatting van de competenties en gaat kort in op de toetsing van competenties. In een aparte programmabijlage wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop aan het ontwikkelen van de competenties vorm wordt gegeven in de programma's van de vier opleidingsvarianten. 1.
Doelstellingen
1.1
Algemene doelstelling
HWN leidt via een geïntegreerd onderwijsprogramma multifunctionele taalbemiddelaars op die over de kennis, vaardigheden en beroepshouding beschikken om in een regelmatig veranderende, internationale en multiculturele omgeving goed te functioneren als vertaler. De algemene doelstelling verwijst naar de pijlers waarop het HWN-programma is gebouwd: de oriëntatie op de Nederlandse taal en ten minste een vreemde taal de kenniscomponenten die in de context van de vertaal- en redactieopdrachten aan de orde komen de verwerving van instrumentele en intermediaire vaardigheden de aandacht voor de ontwikkeling van een juiste beroepshouding
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
57
1.2
Subdoelstelling ten aanzien van internationale oriëntatie
Doelstelling: De opleiding wil bevorderen dat de student in zijn latere beroepspraktijk:
in staat is zich door zijn kennis van een andere taal en de daarbij behorende cultuur te verplaatsen in de manier van denken, reageren en communiceren van inwoners van andere landen zijn kennis van interculturele zaken kan toepassen op het functioneren van vertegenwoordigers van andere culturen binnen bedrijven en instellingen 1.3
Subdoelstelling ten aanzien van de vreemde taal en kennisverwerving
Doelstelling 1: Het onderwijsprogramma beoogt de student communicatieve vaardigheden bij te brengen die hem in staat stellen zich zelfstandig en adequaat, met inachtneming van de in die taal geldende taalkundige, pragmatische en sociaal-culturele conventies, en met besef van eigen rol en houding en met respect voor en begrip van de cultuur van het land, op persoonlijk, publiek en professioneel terrein te bewegen. Doelstelling 2: De opleiding wil door middel van de aangeboden vertaalteksten ten aanzien van de latere beroepsuitoefening bevorderen dat de student:
de algemene kennis verwerft die hem in staat stelt zijn taken multidisciplinair en integratief te benaderen en uit te voeren breed inzetbaar is binnen het vakgebied In het programma zijn de kenniscomponenten en de vreemdetaalverwerving gecombineerd. De vertaalteksten bestrijken een breed spectrum van kennisgebieden zoals economie, recht, politiek en cultuur. In het vierde jaar maken studenten kennis met de belangrijkste componenten van het vertaalvak. 1.4
Subdoelstelling ten aanzien van vaardigheden
Doelstelling: De opleiding wil bereiken dat de student de (instrumentele) vaardigheden verwerft die hem in staat stellen
samen te werken in een (multidisciplinair) team zelfstandig onderzoek te doen en de resultaten adequaat te interpreteren Groepsopdrachten bieden een uitstekende mogelijkheid om studenten te leren omgaan met deadlines en stress en om hen de problemen te laten ondervinden die kunnen optreden bij het werken in groepsverband. Die laatstgenoemde vaardigheid is niet vanzelfsprekend. Een student moet leren een rol te spelen in een samenwerkingsverband en ontdekken welke rollen hem passen, moet leren overleggen, vergaderen en compromissen sluiten, moet over
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
58
een coöperatieve houding beschikken, zich kunnen aanpassen en conflicten leren hanteren, leiding kunnen geven of met leiderschap kunnen omgaan en zich bovenal bewust zijn van zijn gedrag in groepsverband en van zijn bijdrage aan het proces.
1.5
Subdoelstelling ten aanzien van beroepshouding
Doelstelling: De opleiding wil bevorderen dat de student zelfstandig en met besef van eigen verantwoordelijkheid omgaat met zijn taken, verplichtingen, kansen en mogelijkheden de bereidheid ontwikkelt om te blijven leren zich een eigen, passende plaats verwerft op de arbeidsmarkt en in de samenleving De studenten van HWN moeten voorbereid zijn op het functioneren als zelfstandig vertaler. Ze dienen zich bijvoorbeeld bewust te zijn van hun eigen sterke en zwakke punten, ermee om te gaan en erop in te spelen. Dit is ook van belang, als in de toekomst steeds meer breed opgeleide afgestudeerden de arbeidsmarkt zullen betreden en de beroepshouding van afgestudeerden een steeds grotere rol zal gaan spelen in de functie-uitoefening. De meeste studenten van HWN beschikken al over werkervaring. Om te kunnen beoordelen of de opgedane competenties relevant zijn voor de opleiding, maakt HWN in het kader van het portfolio gebruik van een assessmentprocedure. Het portfolio bevat informatie over de vaardigheden en de beroepshouding van studenten. 2.
De generieke hbo-kerncompetenties
Uit de in paragraaf 1 vermelde doelstellingen wordt al duidelijk dat veel van de nagestreefde competenties algemeen zijn en niet uitsluitend betrekking hebben op vertalers. Ter vergelijking met andere hbo-opleidingen wordt in deze paragraaf een overzicht gegeven van de wijze waarop de generieke hbo-kerncompetenties een rol spelen in het onderwijsprogramma. Voor elke hbo-opleiding in Nederland gelden ten aanzien van afgestudeerden de volgende generieke competenties. Brede professionalisering: de student wordt aantoonbaar toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede aan de in het beroepsprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld, teneinde zich te kwalificeren voor: o o
het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar; het zo nodig functioneren binnen een arbeidsorganisatie; o de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
59
Door veel gebruik te maken van beroepsbeoefenaren worden studenten bekend gemaakt met de beroepspraktijk en de eisen die aan beginnende beroepsbeoefenaren worden gesteld en tevens met de ontwikkelingen in het beroepenveld. Multidisciplinaire integratie: de integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. De docenten houden door middel van de keuze van de vertaalteksten in hun colleges expliciet rekening met wat in relevante kennisgebieden relevant en actueel is en streven er zo naar in het onderwijsaanbod kennis, vaardigheden en beroepshouding met elkaar te integreren. (Wetenschappelijke) toepassing: de toepassing van beschikbare relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden. De bacheloropleiding vertaler wordt (in Nederland) niet meer/nog niet in universitair verband aangeboden. Dat betekent overigens niet dat er op het gebied van vertalen geen onderzoek wordt gedaan. Er is veel onderzoek. Daarvan kunnen de studenten kennis nemen via de vakbladen, waarop ze zich als student van HWN tegen een gereduceerd tarief kunnen abonneren. Transfer en brede inzetbaarheid: de toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties. Het deeltijdse karakter van de opleiding maakt het niet mogelijk transfer en brede inzetbaarheid te integreren in het onderwijsprogramma. De opleiding gaat er vanuit dat de meeste studenten al over deze competenties beschikken. Creativiteit en complexiteit in handelen: vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop de standaardprocedures niet van toepassing zijn. Bij het vertalen wordt er een continu beroep gedaan op studenten om in complexe en moeilijke situaties oplossingsmethoden te vinden en vertaalproblemen op een creatieve wijze op te lossen. Verder wordt in de colleges aandacht besteed aan vertaalstrategieën. Probleemgericht werken: het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit hiervan. Zie het commentaar hierboven. Methodisch en reflectief denken en handelen: het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
60
(beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. De studenten - die veelal een volle dagtaak hebben en hun opleiding in deeltijd moeten volgen zijn door de noodzaak tot effectieve tijdbesteding gedwongen hun studie- en vrije tijd strak te organiseren en mede daardoor continu een en ander te evalueren en erop te reflecteren. Het resultaat daarvan is dat in toekomstige beroepssituaties deze vaardigheden veelal voldoende aanwezig zijn zonder dat in de opleiding daartoe vaardigheidstrainingen gegeven hoeven te worden. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid: het communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. Aan sociaal-communicatieve vaardigheden wordt impliciet aandacht besteed in de normale onderwijssituatie in de eerste drie jaar. Tijdens de groepsopdrachten in het vierde jaar is dat ook het geval. Basiskwalificering voor managementfuncties: het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken. Deze vaardigheid komt aan de orde in het kader van groepsopdrachten. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk. Door de keuze van de vertaalteksten en het daarvan bespreken in de groep wordt veel aandacht besteed aan ethische, normatieve en maatschappelijke vragen.
3
De componenten van de specifieke inhoudelijke opleidingscompetenties
3.1 Taalkennis en -vaardigheden De belangrijkste kernkwalificatie van een opleiding voor vertaler is het beschikken over doelgerichte, instrumentele taalvaardigheid in de moedertaal en ten minste één vreemde taal. Bij HWN is de vreemde taal Engels, Frans, Duits of Spaans. Talenkennis en taalvaardigheden zijn een middel om internationale communicatie tot stand te brengen in schriftelijke en mondelinge vormen. Het zijn beroepsinstrumenten met een specialistisch karakter en een goed te specificeren beheersingsniveau. Vaardigheden vertaalvaardigheid in moedertaal en vreemde taal: schriftelijk kunnen weergeven in de doeltaal van teksten geschreven in de brontaal, die handelen over uiteenlopende onderwerpen van algemene en specialistische aard, op een wijze die inhoudelijk betrouwbaar, terminologisch correct en cultureel en stilistisch passend is.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
61
algemene schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in moedertaal en vreemde taal: schriftelijk kunnen rapporteren en correspondentie afhandelen op een wijze die inhoudelijk betrouwbaar, terminologisch correct en cultureel en stilistisch passend is. algemene mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in moedertaal en vreemde taal: kunnen voeren van een formeel of informeel gesprek (hetzij rechtstreeks hetzij per telefoon), kunnen deelnemen aan een bespreking of discussie en te woord staan van anderstalige gesprekspartner(s), op een wijze die begrijpelijk en aanvaardbaar (ook gevoelsmatig) is voor die anderen, en die inhoudelijk betrouwbaar, terminologisch correct en cultureel en stilistisch passend is. Idealiter is het zo dat vertalers uitsluitend in de moedertaal vertalen. De vertaalpraktijk is vaak anders. Men verwacht steeds vaker zowel schriftelijke als mondelinge beheersing van de vreemde taal. Actieve beheersing van de vreemde taal die als hoofdwerktaal is gekozen is een kerncompetentie. Het beheersingsniveau is hoog, maar hoeft niet gelijkwaardig te zijn aan de moedertaal. Het verschil is als volgt te typeren: teksten in de moedertaal zijn van een zodanig niveau dat ze zonder veel wijzigingen of correcties publicabel zijn. Teksten in de vreemde taal zijn van een zodanig niveau dat gebruik als grondtekst voor een vertaler of redacteur met de desbetreffende taal als moedertaal mogelijk is. gesprekken in de moedertaal zijn van een zodanig niveau dat bij een gesprekspartner geen twijfel bestaat over de competentie van de spreker. Gesprekken in de vreemde taal zijn van een zodanig niveau dat acceptatie van de beperkte competenties door een gesprekspartner waarschijnlijk is. Reviseren behoort alleen tot de startcompetentie als procedurele deelvaardigheid en vormt als zodanig een onderdeel van de vertaalvaardigheid. Kennis De omschreven vaardigheden veronderstellen de volgende kennis: de lexicale, grammaticale en stilistische kennis die nodig is: - voor een goed begrip en correct gebruik van de moedertaal; - voor een goed begrip en gebruik op near-native-niveau van de vreemde taal kennis van de verschillende taalniveaus en inzicht in het gebruik ervan kennis van de conventionele structuren en communicatieve functies van teksten, en inzicht in de toepassingen ervan. kennis van de ambachtelijke aspecten van het vertalen elementaire kennis van theoretische aspecten van het vertalen kennis van de Nederlandse en vreemdtalige cultuur (in de meest brede zin) en de belangrijke verschillen. 3.2 Kennis van andere kennisdomeinen Vertalers en tolken hebben in hun werk te maken met sterk uiteenlopende terreinen van het intermenselijk verkeer. Bij de keuze van vertaalteksten alsmede de opdrachten laat de
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
62
opleiding zich leiden door de wetenschap dat het werk van een vertaler zich doorgaans vooral zal afspelen in werkomgevingen waarin de volgende kennisgebieden centraal staan: het economisch-administratieve kennisgebied het juridisch-bestuurlijke kennisgebied het technisch-natuurwetenschappelijke kennisgebied het sociaal-culturele kennisgebied Het deeltijdse karakter van de opleiding laat geen ruimte om deze kennisgebieden los van de vertaalteksten aan de orde te stellen. Daarom moet de kandidaat in de loop van de opleiding zelf enige inhoudelijke deskundigheid (domeinkennis) op deze gebieden ontwikkelen, zodat hij later samen kan werken met deskundigen die opleidingen volgden en beroepen uitoefenen waarin deze kennisgebieden centraal staan. Het gaat daarbij om algemene kennis en vaardigheden op deze gebieden. 3.3 Ondersteunende kennis en vaardigheden Informatie- en documentatievaardigheden Vertalers maken tegenwoordig eigenlijk altijd gebruik van internet. Daarbij doen ze een beroep op allerlei informatiebronnen, zowel talige als vakinhoudelijke. De afgestudeerde moet beschikken over de competentie om adequaat gebruik te maken van zoek- en documentatietechnieken. Verder moet hij kunnen omgaan met zaken als tekstverwerkingen opmaak en vertaalgeheugens. Tijdens de opleiding raken de studenten met deze zaken vertrouwd. 3.4 Professionele kennis en vaardigheden De aard van het werk brengt de noodzaak tot consultatie van deskundigen of overleg met opdrachtgevers met zich mee. Bij het werken aan projecten is bovendien sprake van afstemmingsoverleg met collega's of medestudenten. Dit leidt tot de eis van vaardigheden in consultatie, overleg en samenwerking en met opdrachtgevers van gedachten te kunnen wisselen over de uitvoering van een opdracht. De startbekwaamheid als zelfstandige dienstverlener vereist enige kennis over bedrijfsadministratie en bedrijfsvoering. Daarbij is te denken aan marketing, offerte, leveringsvoorwaarden, boekhouding, BTW, en dergelijke. De beginnende beroepsbeoefenaar is als uitvoerend werknemer of zelfstandige dienstverlener iemand met een dienstbare instelling, die rekening houdt met de belangen van de opdrachtgever. Dit vereist bijvoorbeeld de volgende vaardigheden: aanpassen aan bestaande (of veranderende) omstandigheden accepteren van kritiek en voldoen aan gefundeerde wensen van een opdrachtgever uitvoeren van opdrachten op tijd, met de vereiste zorgvuldigheid en met voldoende kwaliteit omgaan met vertrouwelijke, persoonlijke of zakelijke informatie (bijvoorbeeld een financieel verslag of een medisch attest) zelfstandig en flexibel aan opdrachten werken
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
63
snel en stressbestendig werken, zonder aan de kwaliteit afbreuk te doen Al deze zaken komen aan de orde, vooral in het vierde jaar van de opleiding.
Studiegids Hogeschool West-Nederland 2014-2015
64