STUDIEGEBIED PERSONENZORG (tso)
Tweede graad ...
Sociale en technische wetenschappen
Derde graad …
Sociale en technische wetenschappen Gezondheids- en welzijnswetenschappen
STUDIEGEBIED PERSONENZORG Studierichting Sociale en technische wetenschappen 2de graad Een woordje uitleg over de studierichting ... Sociale vaardigheden Technisch vaardig Creatief Sociaal voelend Praktisch Nauwkeurig en kwalitatief handelen Wanneer kies je voor Sociale en technische wetenschappen? Je bent sociaal en je wil die sociale vaardigheden verder ontwikkelen; je hebt aanleg en interesse voor sociale wetenschappen en natuurwetenschappen; je hebt belangstelling voor gezondheid en gezonde voeding; creatief en probleemoplossend denken en handelen is echt iets voor jou; je bent praktisch gericht maar je vindt tegelijk dat algemene vorming belangrijk is; je wil na het secundair onderwijs eventueel nog verder studeren; je denkt aan een beroep waarin omgaan met mensen centraal staat, zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg of de sociale sector. Deze richting is vooral bestemd voor leerlingen met een uitgesproken sociale interesse, die graag met en voor mensen werken en die hierin ook creatief kunnen zijn. In deze richting leer je probleemoplossend denken en handelen en dit zowel met persoonsgerichte als productgerichte inhouden. Vanuit inzichten uit de mens- en natuurwetenschappen wordt niet alleen kennis overgedragen; er wordt ook veel belang gehecht aan je zin voor nauwkeurigheid en de zorg voor de kwaliteit van je handelen. Je leert sociale activiteiten organiseren, aangepast aan verschillende doelgroepen en contexten. Ook voor materiële ondersteuning leer je instaan. In Sociale en technische wetenschappen krijg je een algemene vorming en leer je hoe de mens functioneert in de samenleving. Een woordje uitleg over de dragende vakken: Natuurwetenschappen Hier verwerf je inzichten en vaardigheden via experimenten en praktische opdrachten, gesteund op de achterliggende theorieën. De basisbegrippen worden je aangeboden vanuit het werken rond 3 pijlers: mens (biologie en chemie), milieu (fysica, biologie en chemie) en voeding (biologie en chemie). Sociale wetenschappen Hier staat de mens centraal. Er wordt gebruik gemaakt van interactieve werkvormen, oefeningen en onderzoek. Zelfreflectie en feedback verhogen het rendement van je leren. Je verwerft vaardigheden en inzichten rond communicatie, leerprocessen, sociale contexten en diversiteit binnen de samenleving en verschillende vormen van expressie. Voeding Het aanleren van basisvaardigheden staat hier centraal om zo te komen tot een doelgerichte verwerking van voedingsmiddelen. Je leert een maaltijd voor een groep plannen, voorbereiden en uitvoeren. Je geeft een bijzondere aandacht aan de kwaliteit van de voeding door verworven theoretische inzichten toe te passen.
Integrale opdrachten De integrale opdrachten combineren verschillende vakken en vakonderdelen. Natuurwetenschappen, sociale wetenschappen, voeding en expressie vormen de basis voor de projecten waaraan je meewerkt. In dit vak worden je kritische zin, je creativiteit en je probleemoplossend vermogen sterk aangesproken. Het gaat onder meer over volgende competenties: o oefenen en toepassen van sociale, expressieve en technische vaardigheden en kennis; o binnen een bepaald thema in groep en/of individueel experimenteren, opzoeken, onderzoeken, synthetiseren, evalueren en reflecteren; o studie- en beroepsoriënterende verkenning van de mogelijkheden na de tweede graad en motivering van de eigen keuze; o een persoonsgerichte activiteit voor een groep organiseren (plannen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren); o iets mondeling presenteren voor een groep binnen een duidelijke opdracht; o een maaltijd voor een welbepaalde doelgroep plannen, voorbereiden en bereiden. De nieuwe leerplannen leggen de nadruk op volgende competenties: analyseren, organiseren, presenteren en je eigen studieloopbaan in handen nemen. Competentieontwikkelend leren legt de nadruk op vaardigheden, het is een andere manier om naar “leren” te kijken. Een competentie is een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes. We vertrekken vanuit de competenties die je reeds bezit en in de loop van de studierichting zullen die verder ontwikkelen. De omschreven opdrachten worden geleidelijk moeilijker en meer van op afstand begeleid. Zo ontwikkel je sociale, technische, organisatorische, creatieve en expressieve vaardigheden. De meeste leerlingen stappen in na het tweede jaar met optie Sociale en technische vorming. Dit is de logische overgang. Ook als je andere opties volgde in het tweede jaar is de instap in Sociale en technische wetenschappen haalbaar, op voorwaarde dat je voldoende sociaal bent en voldoende interesse toont voor de richting.
Lessentabel Algemene vorming Godsdienst Aardrijkskunde Geschiedenis Informatica Lichamelijke opvoeding Wiskunde Talenvorming Engels Frans Nederlands Sociale vorming Creatie en productie Integrale opdrachten Natuurwetenschappen Sociale wetenschappen
3de STW
4de STW
2 1 1 2 2 3
2 1 1 2 2 3
2 3 4
2 3 4
1 6 4 3
1 6 4 3
Wat na deze studierichting ... De tweede graad Sociale en technische wetenschappen vormt de ideale voorbereiding op de derde graad Sociale en technische wetenschappen en Gezondheids- en welzijnswetenschappen. Beide richtingen bereiden je voor op verdere studies, vooral in de sector van de welzijnszorg (bijv. sociaal werk, orthopedagogie), de gezondheidszorg (bijv. verpleegkunde, logopedie) en het onderwijs (kleuter, lager of secundair). Zoek je een nog meer praktisch gerichte opleiding dan kan je binnen hetzelfde studiegebied altijd terecht in de studierichting Verzorging (bso). Naast deze logische overgangen kan je in de derde graad nog voor enkele andere richtingen kiezen binnen het tso en vooral het bso, op voorwaarde dat je aan de specifieke voorwaarden van de gekozen afdeling voldoet.
STUDIEGEBIED PERSONENZORG Studierichting Sociale en technische wetenschappen 3de graad Een woordje uitleg over de studierichting ... Sociaal voelend Technisch vaardig Creatief Praktisch Nauwkeurig en kwalitatief handelen Wanneer kies je voor Sociale en technische wetenschappen? Je bent sociaal en je wil die sociale vaardigheden verder ontwikkelen; je hebt aanleg en interesse voor wetenschappen; je hebt belangstelling voor gezondheid en gezonde voeding; creatief en probleemoplossend denken en handelen is echt iets voor jou; je bent creatief en praktisch gericht maar je vindt ook algemene vorming belangrijk; je wil na het secundair onderwijs eventueel nog verder studeren; je denkt aan een beroep waarin omgaan met mensen centraal staat, zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg of de sociale sector. Deze studierichting richt zich tot praktisch ingestelde leerlingen met een voldoende aanleg en interesse voor wetenschappen en tot creatief en sociaal voelende jongeren, die over een ruim inlevingsvermogen beschikken. Naast de algemeen vormende vakken krijgen de leerlingen een gespecialiseerde opleiding op technisch-wetenschappelijk vlak en een diepgaande vorming op sociaal vlak. Leerlingen verkennen allerlei sociaal-wetenschappelijke en natuurwetenschappelijke contexten vanuit een technische en experimentele invalshoek en vanuit achterliggende theorieën. De studierichting stoelt op het idee van verbondenheid met zichzelf, met anderen, met een materiële en natuurlijke omgeving, met sociale omgeving en met het spirituele. De nieuwe leerplannen leggen de nadruk op competenties (een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes) die de leerlingen moeten bereikt hebben aan het einde van het traject (in het zesde jaar). Voor Sociale en technische wetenschappen worden volgende competenties vooropgesteld: binnen een welomschreven opdracht sociaal-wetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen bestuderen; binnen een welomschreven opdracht een persoonsgebonden activiteit voor een groep organiseren en een maaltijd voor en groep plannen, voorbereiden en bereiden; binnen een welomschreven opdracht een mondelinge presentatie geven voor een groep; de eigen studieloopbaan in handen nemen. De nadruk komt ligt op de sociale, de communicatieve en de wetenschappelijke componenten van de opleiding. Zij geldt ook voor het aspect voeding (koken). Deze accentverlegging heeft te maken met de studiekeuze die de leerlingen maken na het zesde jaar. De meeste leerlingen die verder studeren in het hoger onderwijs opteren voor een bacheloropleiding in de paramedische, pedagogische of sociale sector.
De eigenheid van de studierichting wordt sterk bepaald door volgende vakken: Het vak sociale wetenschappen bestudeert een “sociaal-wetenschappelijke geletterdheid” en biedt de leerlingen de mogelijkheid om sociaal vaardig te worden. In het vak voeding wordt een theoretische en praktijkgerichte achtergrond i.v.m. voeding aangeboden ter ondersteuning van de experimenten in het vak integrale opdrachten. Samen met het vak wiskunde, biedt het vak natuurwetenschappen (integratie van biologie, fysica, chemie en labo natuurwetenschappen) een ruime wetenschappelijke kennis. Het vak integrale opdrachten biedt de leerlingen de kans om de competenties van de studierichting te verwerven en te ontwikkelen: de leerlingen leren hun kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden in een bepaalde situatie. In dit vak worden leerlingen aangesproken op hun kritische zin, creativiteit en probleemoplossend vermogen. Ze krijgen ruimte om te werken aan de ontwikkeling van competenties, onder meer gebaseerd op de integratie van de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen. Ook de component voeding en expressie wordt binnen integrale opdrachten verwezenlijkt. Deze richting is in de eerste plaats een vervolg op de richting Sociale en technische wetenschappen in de tweede graad maar ook leerlingen uit andere technische richtingen zoals Techniek-wetenschappen of leerlingen uit aso-richtingen kunnen hier aansluiten. Daarbij moet je er echter rekening mee houden dat de praktijklessen steunen op een uitgebreide kennis van materialen, methodes, technieken en middelen, wat meer is dan louter uitvoeren. Instappen in het vijfde jaar veronderstelt extra aandacht zowel voor kennisinhouden als voor vaardigheden. Er wordt bovendien een voldoende basis voor chemie verondersteld en het bijwerken van de basisbegrippen van de richtingsvakken zal vaak noodzakelijk zijn.
Lessentabel Algemene vorming Godsdienst Aardrijkskunde Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Wiskunde Talenvorming Engels Frans Nederlands Sociale vorming Integrale opdrachten Natuurwetenschappen Sociale wetenschappen Creatieve technieken Informatica
5de STW
6de STW
2 1 1 2 3
2 1 1 2 3
2 3 4
2 3 4
5 5 4 1 1
5 5 4 1 1
Wat na deze studierichting ... Sociale en technische wetenschappen mag niet gezien worden als een finaliteitsrichting maar als een aanloop tot verdere studies. Hoger professioneel onderwijs (professionele bachelor) studiegebied gezondheidszorg: verpleegkunde (geestelijke gezondheidszorg, geriatrische verpleegkunde, kinderverpleegkunde, psychiatrische verpleegkunde, sociale verpleegkunde, ziekenhuisverpleegkunde), ergotherapie, logopedie en audiologie,
podologie, medische beeldvorming; voedings- en dieetkunde; vroedkunde; studiegebied biotechniek: agro- en biotechnologie: agro-industrie, dierenzorg, groenvoorziening, landbouw, tuinbouw, voeding/voedingsmiddelentechnologie; studiegebied onderwijs: initiële lerarenopleiding kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs; milieuzorg, agro- en biotechnologie, facilitair management, logistiek studiegebied sociaal-agogisch werk: sociaal werk, orthopedagogie. Zevende specialisatiejaren internaatswerking, leefgroepwerking, kinderzorg, thuis- en bejaardenzorg. Vierde graad bso verpleegkunde
STUDIEGEBIED PERSONENZORG Studierichting Gezondheids- en welzijnswetenschappen 3de graad Een woordje uitleg over de studierichting ... Sociaal voelend Technisch vaardig Creatief Sociaal voelend Praktisch Nauwkeurig en kwalitatief handelen Wanneer kies je voor Gezondheids- en welzijnswetenschappen? Je bent sociaal en je wil die sociale vaardigheden verder ontwikkelen; je hebt aanleg en interesse voor wetenschappen, vooral voor biologie; de wereld van gezondheid en welzijn boeit je; je wil je actief en gemotiveerd inzetten voor anderen; je houdt van mensen en werkt graag in groep; je bent creatief en praktisch gericht maar je vindt algemene vorming belangrijk; je wil na het secundair onderwijs eventueel nog verder studeren; je denkt aan een beroep waarin omgaan met mensen centraal staat, zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg of de sociale sector. De richting Gezondheids- en welzijnswetenschappen wil jongeren een zo breed mogelijke vorming bieden. Ze streeft een veelzijdige opleiding na waarbij praktijk en theorie nauw in elkaar verweven zijn. Daarbij richt Gezondheids- en welzijnswetenschappen zich op de studie van en de omgang met de mens als totale persoon. De studierichting spreekt jongeren aan die sociaal voelend zijn, graag met mensen omgaan en gemotiveerd zijn voor de toegepaste wetenschappen, zowel natuurwetenschappen als vakken van psychologische aard. Je krijgt een sterk algemeen-vormend vakkenpakket, een degelijke kennismaking met psychologie en opvoedkunde, een diepe natuurwetenschappelijke verkenning van de werkelijkheid, een basiskennis van vakgebieden en domeinen uit de gezondheidszorg en je doet praktijkervaring op in laboratoria, kleuterklassen, kinderkribbes, enz. De studierichting wordt versterkt door het vak seminarie waarbij via klasbesprekingen, studiebezoeken, gastsprekers en tal van nieuwe werkvormen thema’s uit de gezondheids- en welzijnssector verkend worden. Een degelijke vakkennis, het ontwikkelen van basisvaardigheden, een open en dynamisch mensbeeld en een sociale ingesteldheid zijn daarbij een vereiste. Na twee jaar ben je klaar om bewust een studierichting te kiezen volgens je eigen inzichten, mogelijkheden en talenten. Gezondheids- en welzijnswetenschappen wil resoluut voorbereiden op verdere studies in het onderwijs.
Een woordje uitleg over de dragende vakken: Psychologie en pedagogiek Dit vak is gericht op het verwerven van kennis en inzicht over het menselijk gedrag en het pedagogisch handelen. Er wordt tevens aandacht besteed aan het vormen van attitudes en sociale vaardigheden. Het uitbouwen van een gepaste, professioneel ingestelde basishouding en beroepsattitude neemt een zeer belangrijke plaats in. Het is de bedoeling de verworven kennis, attitudes en vaardigheden te kunnen hanteren in praktijksituaties. Het leren nadenken over en bijsturen van eigen handelen, o.a. door het reflecteren over stage- en seminarie-ervaringen, het werken aan de eigen persoonlijkheid staat centraal. Dit leidt tot volgende algemene doelstellingen: o verwerven van vakkennis en inzicht in de ontwikkeling van het menselijk gedrag en het pedagogisch handelen; o de verworven kennis en vaardigheden kunnen hanteren in praktijksituaties op stage; o sociaal vaardig worden in de dagelijkse omgang met kinderen en volwassenen; o bereid zijn tot het leren ontdekken van en werken aan de eigen persoonlijkheid. Gezondheid en welzijn Het vak gezondheid en welzijn is een visie-vak, geen doe-vak. Hier wordt openheid gecreëerd naar de vele domeinen en subsectoren die in de sector van de gezondheidsen welzijnszorg aan bod komen. Het vak heeft daarbij een oriënterende rol naar leerlingen toe. Dit leidt tot volgende algemene doelstellingen: o ontwikkelen van een eigen visie op gezondheid en welzijn; o gezondheids- en welzijnsgerichte vaardigheden verwerven; o benoemen van gezondheidsfactoren en indicatoren en ze herkennen in concrete situaties; o actief gezondheidsvoorlichting toepassen in het kader van gezondheidspromotie; o inzicht verwerven in de structuur van gezondheids- en welzijnszorg; o eigen toekomstmogelijkheden situeren in de sector. Wetenschappen De stevige wetenschappelijke component is de onderbouw voor toegepaste vakken in het voortgezet onderwijs. Naast toegepaste fysica (1 uur) en toegepaste chemie (2 uur) is er toegepaste biologie (4 uur). Het belang van hygiëne en aspecten van microbiologie komen hier aan bod, als aanzet tot ziekteleer in het vervolgonderwijs. Leerlingen krijgen eveneens inzicht in anatomie en fysiologie. Stages en seminariewerk Een flink deel van het lessenrooster wordt aan stages en/of seminaries besteed. Leren vanuit de werkelijkheid zelf heeft een grote toegevoegde waarde. Via stages en seminariewerk willen we de mogelijke werkvelden aftasten. Op de stageplaats leren de leerlingen, naast het uitvoeren van de taken zelf, zich te realiseren waarmee ze bezig zijn en op welke wijze men bepaalde zaken aanpakt. Het seminariewerk is dan weer erg geschikt om leeringen te leren om informatie te verzamelen, te ordenen en te verwerken. Deze richting is in de eerste plaats een vervolg op de richting Sociale en technische wetenschappen in de tweede graad maar ook leerlingen uit andere technische richtingen zoals Techniek-wetenschappen of leerlingen uit aso-richtingen kunnen hier aansluiten. Daarbij moet je er echter rekening mee houden dat de praktijklessen steunen op een uitgebreide kennis van materialen, methodes, technieken en middelen, wat meer is dan louter uitvoeren. Instappen in het vijfde jaar veronderstelt extra aandacht zowel voor kennisinhouden als voor vaardigheden. Er wordt bovendien een voldoende basis voor chemie verondersteld en het bijwerken van de basisbegrippen van de richtingsvakken zal vaak noodzakelijk zijn.
Lessentabel Algemene vorming Godsdienst Aardrijkskunde Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Wiskunde Talenvorming Engels Frans Nederlands Sociale vorming Gezondheid en welzijn Psychologie en pedagogiek Stages / seminaries Toegepaste biologie Toegepaste chemie Toegepaste fysica
5de GW
6de GW
2 1 1 2 2
2 1 1 2 2
2 2 3
2 2 3
3 3 6 4 2 1
3 3 6 4 2 1
Wat na deze studierichting ... Leerlingen die afstuderen in gezondheids- en welzijnswetenschappen hebben een stevige basis om een professionele bachelor te halen. Ze kunnen o.a. kiezen uit: de gezondheidszorg: verpleegkunde, vroedkunde, voedings- en dieetkunde, ergotherapie, logopedie en audiologie, podologie de lerarenopleiding: kleuteronderwijs, lager en secundair onderwijs de welzijnszorg (sociaal-agogisch werk): toegepaste psychologie, sociaal werk, orthopedagogie, maatschappelijke veiligheid Sommige leerlingen kiezen voor de vierde graad verpleegkunde (vroegere A2-verpleging) of volgen een specialisatiejaar (internaatswerking, leefgroepwerking, kinderzorg of thuis- en bejaardenzorg). Gezondheids- en welzijnswetenschappen is een doorstromingsrichting. Het is de bedoeling dat je nadien nog verder studeert.