STUDIEGEBIED PERSONENZORG - HUISHOUDKUNDE Ingrid Molein voor alle leraren
GESPEKT EN GEDEKT – smaakvolle tijden Inleiding Vandaag worden we om de oren geslagen met vingerwijzingen dat we te vet, te suikerrijk, te veel en te onregelmatig eten. Onze Westerse bevolking haalt zich Amerikaanse toestanden op de hals als we zo blijven doorgaan met onze voedingsgewoonten. Er wordt terecht alarm geslagen over ons toenemend gewicht, na roken de grote boosdoener met verstrekkende gevolgen in de gezondheidszorguitgaven. Sommigen denken dit met plastische chirurgische ingrepen te kunnen oplossen zonder aan hun eetpatronen te willen schaven. Daar tegenover staat de berichtgeving over slowfood, moodfood, beautyfood, … als subtiele aanwijzingen dat gezonde voeding weer onder de aandacht komt. Tijd maken om te genieten van ons voedsel wordt nu ook door de wellness-sector gepredikt. Alleen met massages, gels, pillen en smeersels allerhande blijkt het streven naar de ideale maten ook al niet te lukken. Dus dan maar teruggrijpen naar de voeding. De vele diëten hebben de bankrekening van menig dieetgoeroe (cf. Montignac) gespijsd maar velen van hun volgelingen zijn ook hier van een kale reis teruggekomen. Wat we al jaren in het studiegebied Personenzorg aan de jongeren aan het verstand willen brengen, wordt nu stilletjes aan algemeen erkend: inzicht in gezonde voeding moet in het onderwijs ruim aan bod komen en dit vanaf de kleuterklas. Na de technologie-rage, de ICT-rage, de gezondheidsrage, de voedingsrage? In Oudenaarde, Velzeke en Ename hebben ze dit aangevoeld. Zij gingen alvast terug naar het verleden. Wie de toekomst wil begrijpen moet zijn verleden kennen. ‘Gespekt en gedekt: smaakvolle tijden in Oudenaarde, Velzeke, Ename” verschaft ons heel wat informatie. Deze schitterende tentoonstelling in 2004 werd als een drieluik opgevat. De tentoonstelling in het prachtige stadhuis van Oudenaarde was echter van beperkte duur. Onderdelen van de tentoonstellingen in Ename en Velzeke hebben een meer blijvend karakter in de musea daar. Na iedere tentoonstelling is het jammer dat de vele informatie niet verder kan gebruikt worden. Ik poogde met de teksten die werden ontwikkeld door de tentoonstellingmakers in Oudenaarde en opgesteld door Geertrui Van Kerkhoven een bruikbare brochure met opdrachten te maken die elk jaar opnieuw, zelfs als de tentoonstelling al lang uit ons geheugen zou zijn, nog bruikbaar is als educatief materiaal voor jongeren uit het secundair onderwijs, ongeacht of ze ‘voedingsgerichte’ studierichtingen volgen of niet, ongeacht de onderwijsvorm,… . Vooral de laatste 4 hoofdstukken heb ik grondig bijgewerkt en aangevuld. De geschiedenis over eten en drinken kan iedereen boeien en is een fundamenteel onderdeel van onze cultuur.
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 1
Gespekt en gedekt: smaakvolle tijden - van de Bourgondiërs tot vandaag Bewerking voor scholen: Ieder hoofdstuk is vlot leesbaar, beperkt van tekst en staat op zichzelf. Het is bijgevolg niet nodig de volgorde van deze bundel te respecteren. Een aantal foto’s van de tentoonstelling fleuren het geheel op. Bij ieder hoofdstuk hoort een opdrachtenblad dat als zelfstandig werk kan gegeven worden. Er is telkens een verbetersleutel zodat de leerlingen aan zelfevaluatie kunnen doen. Deze bundel met opdrachten kan dus perfect gebruikt worden als ondersteuning bij de lessen geschiedenis, MAVO, Nederlands, voeding, personenzorg… . Hij kan vakoverschrijdend gebruikt worden. De opdrachten kunnen als bijkomende taak, als zelfstudiepakket bij afwezigheid van een leerkracht,… in de studiezaal, in de bibliotheek, in het openleercentrum, …. aangewend worden. De leerlingen moeten wel in de mogelijkheid gesteld worden een woordenboek, een encyclopedie, evt. internet te raadplegen. De ‘opdrachtgever’ kan een leerkracht, een studiemeester, de directie,… zijn. Voor leerlingen die ook voeding in hun lessenpakket hebben, kan het uitproberen van gerechten uit de vermelde periodes, een aanvullende educatieve meerwaarde geven aan deze bundel. 1. De extravagante Bourgondische feestdis 2. De keuken 3. De “Gouden Eeuw” 4. Exotica Specerijen De Nieuwe wereld Koffie, thee en cacao 5. Het stilleven 6. Liever bier en wijn dan water 7. Pronkbekers: goede wijn in dure vaten 8. Van hand naar tand 9. Voor elk gerecht een voorwerp 10. De plattebuiskachel 11. Nieuwe elektrische apparatuur 12. En vandaag, van de tafel naar de muur ? Ik blijf graag op de hoogte van uw didactisch gebruik van deze bundel en van uw op- en aanmerkingen
[email protected] Zijn reeds verschenen: www.vsko.be/kogent - 1: De extravagante Bourgondische feestdis DM nr.3 oktober 2004 - 2: De keuken en wat op tafel komt in de 15de en 16de eeuw DM nr.3 oktober 2004 - 3: De 17de eeuw – de “Gouden Eeuw”: een gastronomische revolutie DM nr.4 november 2004 - 4: Exotica DM nr.2 september 2005 - 5: Het stilleven DM nr.2 september 2005 - 6a: Liever bier en wijn dan water: onderdeel bier DM nr.3 november 2005 - 6b: Liever bier en wijn dan water: onderdeel wijn DM nr.4 januari 2006 - 7. Pronkbekers: goede wijn in dure vaten DM nr.4 januari 2006 - 8. Van hand naar tand DM nr.5 februari 2006 - 9. Voor elk gerecht een voorwerp: de gedekte tafel tijdens de tweede helft van de 18de eeuw DM nr.6 maart 2006 - 10. De plattebuiskachel DM nr.7 april 2006
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 2
11
Nieuwe elektrische apparatuur: 20ste eeuw
In vroegere tijden was de aanvoer van verse producten natuurlijk niet zo efficiënt georganiseerd als tegenwoordig. Termen als koeltransport, vacuüm verpakken, UHT of vriesdrogen waren net zo onbekend als pasteuriseren of steriliseren, laat staan dat ze van milieueisen of HACCP hadden gehoord. Vlees en vis werden door drogen, zouten, roken of inmaken geschikt gemaakt voor het bewaren over een langere periode. Groenten en fruit werden, indien niet vers genuttigd, gedroogd of ingemaakt en zo beschermd tegen rotting. De meeste soorten hadden na de oogst een beperkte houdbaarheid waardoor ze alleen in het geëigende seizoen verkrijgbaar waren. In de meeste huizen was er alleen de kelder om de voedingswaren koel te bewaren. Een van de grootste innovaties in verband met bewaren van voeding is de koelkast en later de diepvriezer. In ons land leren de meeste huisvrouwen in de jaren vijftig de koelkast kennen. Ook de diepvriezer verschijnt in dezelfde periode. Hij zorgt ervoor dat pekelen tot het verleden behoort. Bij de introductie en het gebruik van deze toestellen in het huiselijk leven waren de huishoudscholen en de vrouwenverenigingen zoals de Boerinnenbond, later KVLV (Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen), en KAV (Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging), van groot belang. Op de wereldtentoonstelling van 1889 stonden in Parijs aan de voet van de zojuist verrezen Eiffeltoren – symbool van de ontluikende staalindustrie - nieuwe thema's als "de geschiedenis van de kinderverzorging", of "hygiëne in de huishouding" op het programma. In 1900 wordt op de wereldtentoonstelling, alweer in Parijs, het gebruik van elektriciteit getoond. Hiermee leek aanvankelijk een periode van economische bloei aangebroken, maar de beide wereldoorlogen en de economische recessies van de vroege jaren twintig en de jaren dertig leken die opbloei telkens weer te onderdrukken De maatschappij veranderde slechts geleidelijk. Nochtans bracht het kunnen verwekken van elektriciteit uit steenkool en uit waterkrachtcentrales enorm veel nieuwe mogelijkheden en toepassingen met zich mee. Vooral de textielnijverheid (Vlaanderen) en de zware industrie (Wallonië) komen goed op dreef. Arbeiders (zowel mannen, vrouwen en kinderen) moeten eind 19de eeuw ruim 14u per dag werken. Daarbij komen de tijd en de inspanning die nodig waren om te voet en/of met de paardentram van en naar de fabriek te gaan. Daarom worden rond de fabrieken massaal kleine arbeidershuisjes gebouwd: de beluiken of cités (zie artikel onderaan). De arbeiders en arbeidsters zijn aangewezen op calorierijk dus veelal vet voedsel. Vlees was eerder duur en geen dagelijkse kost. Het slachtafval werd verkocht aan de armen in zogenaamde ‘penshuisjes’. In de Tweede Wereldoorlog verschenen er vlak na de inval van de Duitsers oorlogskookboeken vol nuttige wenken en zuinige recepten. Er werd in deze eerste oorlogsjaren veelvuldig gewezen op rantsoenering en de kans op schaarste en honger. Er kwamen inderdaad al snel allerlei voorschriften met betrekking tot de dagelijkse maaltijd en regelingen voor voedseldistributie. Het dagelijks leven was geheel ontregeld. De voedselaanvoer was zeer onregelmatig, waardoor het vaak voorkwam dat er wel veel te koop was, maar dat er voornamelijk veel van hetzelfde was. Echt schaars waren al snel de plantaardige en dierlijke vetten, wat stevig gevoeld werd in een periode dat vrijwel al het eten nog veel vetter gegeten werd dan wij tegenwoordig gewend zijn. Naarmate de oorlog langer duurde, werden de problemen op voedselgebied erger, ook omdat de energievoorziening steeds schaarser werd. Al had men misschien nog wel een voorraadje gedroogde bonen, zonder een warmtebron waren die niet gaar te krijgen. In de beruchte hongerwinter 1944-'45 kende men honger zoals dat in geen honderden jaren was voorgekomen. Vanuit de stad trokken de stedelingen naar het platteland, op zoek naar alles wat eetbaar was. Op krakkemikkige fietsen met houten banden werden vaak honderden kilometers afgelegd met een hongerige maag. De verhalen over het eten van bloembollen, suikerbieten, ratten en katten in deze bittere winter steunen op realiteit. Relatief ruim voorhanden waren melk, aardappelen, groenten zoals koolsoorten, rapen, koolraap, pastinaak, aardpeer, schorseneren en peulvruchten zoals erwten en bonen. Brood werd zwaarder en wat zuurder dan het kleffe witbrood
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 3
dat men gewend was. Vlees werd dan wel matig gedistribueerd, maar velen kregen op de bonkaarten meer vlees dan zij voor de Duitse bezetting ooit eerder op tafel hadden. Door het gebrek aan boter en andere vetstoffen ging men ook beduidend minder vet eten dan voor de oorlog gebruikelijk was. Om de honger te stillen bij hun soldaten hadden de Amerikanen de massaproductie ontwikkeld van margarine, cola, chocoladerepen, chewing-gum, ketchup, tabasco, corned-beef, cornflakes, instant-producten,…De bevrijding van onze streken door deze buitenlandse soldaten bracht met zich mee dat we hier kennis maakten met hun producten. Na de Tweede Wereldoorlog daalt de tewerkstelling en gaan vrouwen minder vaak uit werken. Een goede vrouw blijft aan de haard en zorgt voor man en kind. De vrouwen ontpoppen zich tot echte keukenprinsessen want de liefde van de man ging door de maag: “bevredig de gulzigheid van uwen echtgenoot”, als garantie op echtelijke trouw. Dit ideaal van “zoals moeder kookt, kookt niemand” zal in de jaren 1950 en 1960 ondersteund worden door de komst van tal van nieuwe huishoudelijke apparaten die het werk van de vrouw in de keuken vergemakkelijken. Thuisblijven en het huishouden doen wordt een heuse eer. In de jaren zestig is de ideale keuken volgestouwd met allerlei elektrische apparaten. Ook al zijn die bij het begin van de 20ste eeuw reeds uitgevonden, ze worden pas nu massaal gekocht: grill, snij-, kneed- en persmachines, mixer, broodrooster, koffiemolen, wafelijzer, frituurketel, koffiezetapparaat, … Later komen daar nog de wasmachine, het strijkijzer, de droogkast, de microgolfoven en de afzuigkap bij. De voedingsmiddelenindustrie draait op volle toeren: we maken kennis met ingeblikt voedsel en wat later gevriesdroogde en vacuüm verpakte producten zoals minuutsoep en puddingpoeder in zakjes, margarine, roomijs en frisdranken,… en dat alles in ontelbare varianten. Naarmate de welvaart toeneemt, komen deze luxe- en consumptiegoederen binnen het bereik van een bredere laag van de bevolking. Hierbij hoort passende reclame. Fabrikanten van levensmiddelen of andere kookgerelateerde producten deden daarom vaak een beroep op leraressen en koks voor een nieuw verschijnsel in de twintigste eeuw: het reclamekookboek. Snelkookpannen, koelkasten, weckpotten, elektrische fornuizen en gasfornuizen werden voorzien van thema-kookboeken, waarbij de nieuwe producten de hoofdrol spelen. Merken als Oetker, Calvé, Marie-Thumas, Heinz, Nestlé… zorgden voor een gestage stroom van kookboekjes waarin voor het eigen product een glanzende hoofdrol weggelegd was. Het aan de lopende band produceren, als gevolg van de oorlogsindustrie, vindt in alle fabrieken ingang en zorgt ervoor dat voorheen onbetaalbare producten zoals de auto, de radio, de televisie,… ook voor Jan modaal betaalbaar worden. De massaproductie zorgt ervoor dat de producten goedkoper worden en voor iedereen bereikbaar. Het tweede deel van de 20ste eeuw zou het tijdperk van de consumptie worden.
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 4
Tentoonstelling ‘gespekt en gedekt’ – Oudenaarde - 2004
Een stukje lectuur over hoe men begin twintigste eeuw leefde – we zijn nu ruim 100 jaar verder: In 1897 werd door de Gentse gemeenteraad een commissie van vier leden benoemd om een onderzoek te doen naar de beluiken en de werkmanswoningen. Het verslag van een van hen: ‘Als wij binnendringen in de beluiken, langs nauwe, donkere, overbouwde gangskens, die alle beweging der lucht afsnijden, kwamen wij verder op een smallen koer. Daar zagen wij meest altijd vuil keukenwater in eene middengrep; de huizekens, soms twintig, dertig en meer in getal, langs weerskanten gerangschikt, hebben weinig licht en lucht en hebben gemeenlijk twee kleine plaatskens, een beneden dat dient voor keuken, waarin de stoof, de tafel en vier, of vijf stoelen al de plaats innemen -van andere meubels is er bij die bewoners niet veel spraak -en boven is de slaapkamer , dikwijls onder dakpannen, stikkend heet in den zomer ondraaglijk koud in den winter . Daar vindt men een bed voor de ouders, en daarnevens, in veel gevallen, liggen de kinderen, drie, vier, vijf in getal, meisjes en jongens, zelfs door geene afsluiting gescheiden, op iets dat bijna. geen naam heeft: een zak gevuld met droog gras of iets dergelijks. Die krotten die men toch huizekens noemt, zijn meest altijd min of meer vochtig. Wij hebben er velen gezien waar het water van de muren zijpelde, waar de nietige meubelstukjes nat waren, en de beddedeksels van vochtigheid doordrongen. In menig geval gebeurt het ook, door het te groot getal kinderen, dat een bed of twee in de benedenplaats staan, nevens stoof of tafel. Wij hebben zieke vaders, teringlijdende moeders zien liggen in ongezonde keukenlucht, dicht bij de tafel waarop het eetmaal moet genomen worden der andere huisgenooten; een traan van wee en droefheid, misschien van wanhoop, ontrolde hunne bijna uitgedoofde oogen als wij naar hunnen toestand vernamen. Het water der beluiken is bijna altijd slecht, zooals overigens overal. Eene pomp en een gemakhuis dienen in het algemeen voor gansch het beluik, hoe groot het getal inwoners ook zij. Wij hebben huizekens gezien waar de beir door de muren drong en binnen een onverdragelijken stank veroorzaakte, waar het vuil water van gansch een beluik door de keuken liep waarvan de plaveien los lagen. Het getal oude beluiken die in goeden staat zijn is zeer klein. Men kan zich een gedacht maken van den algemeenen toestand als men zal weten dat er in Gent tegenwoordig nog zes honderd vier en vijftig beluiken zijn, behelzende 7829 huishoudens met, eene bevolking van 29.466 inwoners. Men mag dus zeggen dat ten minste het derde deel der Gentsche werkersbevolking de beluiken bewoont, want alhoewel er geene officiëele berekening bestaat die het getal onzer medeburgers
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 5
doet kennen behoorende tot den werkersstand, toch weten wij dat het getal werklieden die in Gent wonen en werkzaam zijn beloopt tot omtrent 35.000. ‘ De Bruyne. De werkmanswoningen in Gent. Bron : Een Terugblik – 1911 blz. 686-687
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 6
Opdrachten bij Gespekt en gedekt Deel 11: Nieuwe elektrische apparatuur - 20ste eeuw Naam opdrachtgever:……………………
Naam leerling:………………………
Datum:…………………………………
Klas:…………………………………
Lees aandachtig de bijhorende tekst. Na een reeks woordverklaringen komen 11 opdrachten meestal in meerkeuzevragen. Duid je antwoord aan. Niet alle antwoorden vind je in de tekst. Je zal het één en het ander moeten opzoeken. Je moet minstens 10 van de 11 opdrachten beantwoorden. Je hebt als het ware een ‘pas-vraag’. Vraag na het invullen van dit opdrachtenblad de verbetersleutel en verbeter jezelf. Veel succes ! Zoek op in het woordenboek en geef een korte omschrijving van volgende woorden: - Vacuüm: -
UHT:
-
Vriesdrogen:
-
Pasteuriseren:
-
Steriliseren:
-
HACCP:
-
Innovatie:
-
Introductie:
-
Rantsoenering:
-
Distributie:
-
Consumptie:
-
Jan modaal:
Welke woorden begrijp je nog niet en moet je nog even opzoeken? 1. Bewaarmethodes hebben tot doel de kwalijke micro-organismen die bederf veroorzaken uit te schakelen. Op basis van de ontdekkingen o.a. van Louis Pasteur ontstonden nieuwe industrieën. Een groter aanbod voedingsproducten, steunend op de nieuwe bewaartechnieken zoals het gebruik van conserven en inmaken in steriliseerbokaals (Weck-potten), komt zo binnen het bereik van veel meer mensen. Op welk principe steunen beide bewaartechnieken? o Bewaren door toevoeging van alcohol o Bewaren door toevoeging van suiker: konfijten o Bewaren door toevoeging van zout: pekelen o Bewaren door verhitten en luchtdicht afsluiten o Bewaren door koeling o Bewaren door drogen …/1 2. Welke vleessoorten leverden de nodige calorieën aan de arbeiders? Breng het soort vlees in relatie met enkele klassieke bereidingen bij de arbeidersklasse. Maak de juiste verbindingen.
DM
mei 06
o
Vettig varkensvlees
o
Rood rundsvlees
o
Geperste kop of hoofdvlees, smout, ossenstaartsoep o Spek met eieren, vers buikspek met ajuinsaus
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 7
o o
Orgaanvlees Alle delen van het dier werden bereid o Slachtafval
o o
Côte à l’os, biefstuk-friet Bloedtripes, Luikse pensen, Beulingen o Leverpastei, zwezerik en niertjes …/1
3. Op vrijdag moesten de katholieken zich onthouden van het eten van vlees. Nog veel vroeger was ook room en boter verboden. Rijke mensen kochten hun onthoudingsplicht af. Ze kregen hierdoor vrijstelling en mochten wel boter/room/vlees eten. Het zogenaamde ‘boterbriefje’ was een feit. De Kerk verdiende een aardige duit aan deze boterbriefjes. De vrijdag werd genoemd naar wat men op die dag wel mocht eten. o Vrijdag visdag o Vrijdag restjesdag o Vrijdag vastendag …/1 4.
HACCP is een afkorting die slaat op een systeem van voedselveiligheid en hygiëne, dat oorspronkelijk bedoeld was voor het bereiden van het astronautenvoedsel en later door alle voedingsproducenten werd overgenomen. De HACCP steunt op 3 scheidingsprincipes. Verbind de juiste woorden waardoor deze drie principes duidelijk worden. Scheiding van warm droog vuil koud nat proper …/1
5. In de tekst worden heel wat termen vermeld die betrekking hebben op bewaren van voedsel. Som er tien op in deze kolom
…/1 6. Wereldtentoonstellingen zijn grote internationale exposities die vanaf midden 19de eeuw in verschillende steden gehouden worden. De deelnemende landen kunnen daar een beeld geven van hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling. Het staat symbool voor het optimisme ten aanzien van de technische en technologische vooruitgang in de wereld. Op welke wereldtentoonstelling werd elektriciteit als nieuwe krachtbron voorgesteld? o Brussel in 1958 o Parijs in 1889 o Antwerpen in 1930 o Parijs in 1900 …/1
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 8
7. Er worden massa’s konijnen gekweekt in Oost-Vlaanderen eind 19de eeuw. Echter niet enkel voor het vlees maar vooral voor de konijnenvellen. Wat werd er van die konijnenvellen gemaakt? o Bont voor bontmantels o Vilt voor hoeden o Leder voor schoenen …/1 8. Tijdens de oorlogen waren voedsel, brandstof, kleding en andere goederen schaars. Welk wettelijk systeem werd in het leven geroepen om deze goederen op systematische wijze aan de bevolking te bezorgen? o Bonkaarten en rantsoenzegels o Loon werd deels in waardebons uitbetaald o Smokkelroutes …/1 9. Eind 19de eeuw is er wereldwijd een overproductie aan suiker. De gewone man kent geen suiker en dat moet dringend veranderen. Het zondagse gebak ‘le gateau du dimanche’ en dessertkoekjes worden aangeprezen als instrument om op zondag de familiebanden te versterken. Kinderen zijn braaf en vader gaat niet op café. Tussen 1890 en 1940 steeg het suikerverbruik met 500%. Waaruit wordt witte suiker gewonnen? o o o
Suikerriet Honing Suikerbiet …/1
10.
Desserts en zoete gerechten vinden overal ingang. Ook de snoepindustrie ontluikt en lanceert steeds nieuwe snoepjes, vooral na de wereldoorlogen worden jong en oud tot snoepen aangezet. Ijskarretjes, spekkenwinkels, wafeltenten,… rijzen als paddenstoelen uit de grond. Welke Belgische gemeente zal tot op heden met zijn suikerklontjes enorm bekend worden? o Diest o Tienen o Leuven …/1
11.
In de jaren twintig werd iedereen met mondjesmaat op het nationale leidingwaternet aangesloten. Ook in die tijd werd het bronwater van Spa gebotteld. Wij kennen dus al ruim een eeuw de luxe van bron- en leidingwater. Maar wereldwijd blijven nog 1,4 miljard mensen verstoken van drinkbaar water. In 2000 werd door de Verenigde Naties afgesproken tegen 2015 een oplossing te zoeken voor extreme armoede en honger. Hoe wordt dit ambitieuze plan genoemd? o De Millenniumdoelstellingen o De Verklaring van de Rechten van de Mens o Het Kyoto-akkoord …/1 Totaalscore
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
……/10
pagina 9
Verbetersleutel bij Gespekt en gedekt – deel 11: Nieuwe elektrische apparatuur: 20ste eeuw Woordverklaring: - Vacuüm: luchtledig - UHT: sterilisatieproces op basis van ‘Ultra Hoge Temperatuur’ – op enkele seconden tot ongeveer 125°C - Vriesdrogen of lyofiliseren = water onttrekken aan een levensmiddel door het eerst te vervriezen en daarna te drogen (door sublimatie = overgang van ijs naar gas onder verlaagde druk) - Pasteuriseren: door een kortdurende verhitting op 60-70°C ten dele bacterievrij maken om langer te bewaren - Steriliseren: volledig doden van ziektekiemen door verhitting op 100°C gedurende een bepaalde tijd - HACCP: Hazard Analysis Critical Controle Points = Gevarenanalyse Kritieke Controlepunten = systeem voor voedselhygiëne - Innovatie: invoering van iets nieuws - Introductie: binnenleiden - Rantsoenering: beperking van vrij verbruik van levensmiddelen - Distributie: het verdelen van goederen van producent naar consument - Consumptie: verbruik van goederen - Jan modaal: de gewone burger 1. Bewaren door verhitten en luchtdicht (= vacuüm) afsluiten 2. o Vettig varkensvlees o Spek met eieren, vers buikspek met ajuinsaus o Rood rundsvlees o Côte à l’os, biefstuk-friet o Orgaanvlees o Leverpastei, zwezerik en niertjes o Alle delen van het dier o Geperste kop of hoofdvlees, werden bereid smout, ossestaartsoep o Slachtafval o Bloedtripes, Luikse pensen, Beulingen Geef jezelf 0,2 punten per juiste verbinding. 3. Vrijdag visdag 4. Scheiding van
warm en koud vuil en proper nat en droog
5. vacuüm verpakken UHT (= Ultra Hoge Temperatuur) vriesdrogen pasteuriseren steriliseren drogen zouten roken inmaken pekelen Geef jezelf 0,1 punt per juist antwoord.
koeltransport koelkast diepvriezer kelder Weck-potten
6. Parijs in 1900: in ons dagelijks leven zullen we totaal afhankelijk worden van elektriciteit. Deze uitvinding had een enorme impact. In deze periode, ook wel de Belle Epoque genoemd,
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 10
werden ook de eerste fietsen, auto’s, vliegtuigen, … op de markt gebracht, aanvankelijk enkel voor de hele rijken. 7. Vilten hoeden: iedereen droeg een hoofddeksel: de mannelijke landelijke bevolking een klak of pet cfr.uitspraak “Jan met de pet”, de middenklasse een zwarte vilten bolhoed en de hogere klasse of ‘de heren van stand’ een hoge hoed (of chapeau buche). ‘s Zomers werden er strohoeden gedragen. 8. Bonkaarten en rantsoenzegels 9. Suikerbiet levert de witte suiker. De donkerbruine suiker is afkomstig van suikerriet. 10. Tienen 11. De Millenniumdoelstellingen: 1. Het uitbannen van armoede en honger • Het halveren van het aantal mensen dat rond moet komen van minder dan een dollar per dag. • Het halveren van het aantal mensen dat lijdt aan honger. 2. Het bereiken van een universele basiseducatie • Zorg dragen dat jongens en meisjes een volledige basisopleiding krijgen. 3. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen • Het uitbannen van geslachtsdiscriminatie in primair en secundair onderwijs. Bij voorkeur voor 2005, en op alle niveaus voor 2015. Daarnaast moeten de leden gelijke rechten voor mannen en vrouwen in het algemeen bevorderen. 4. Kindersterfte tegengaan • Het sterftecijfer van kinderen, jonger dan vijf jaar, met tweederde terugdringen. 5. Het tegengaan van moedersterfte • Een reductie van het aantal gevallen van moedersterfte met driekwart. 6. Het uitbannen van HIV/AIDS, malaria en andere ziektes • Het stoppen en terugdringen van de verspreiding van HIV/AIDS. • Het stoppen en terugdringen van gevallen van malaria en andere ziektes. 7. Het verzekeren van een duurzame omgeving • De principes van duurzame ontwikkeling integreren in overheidsbeleid en -programma's; het verlies van natuurlijke bronnen tegengaan. • Het deel van de bevolking zonder duurzame toegang tot veilig drinkwater verkleinen. • Het bereiken van een significante verbetering in het leven van minstens 100 miljoen mensen in sloppenwijken, voor 2020. 8. Het ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling • Verdere ontwikkeling van een open handels- en financieel systeem, gebaseerd op regelgeving, voorspelbaar en niet-discriminerend. Plus toewijding aan goed bestuur, ontwikkeling en armoedebestrijding op nationaal en internationaal niveau. • Tegemoetkomen aan de noden van de minst ontwikkelde landen. Inclusief toeslag- en quotumvrije toegang voor hun exportproducten, lastenverlichting voor arme landen met een extreme staatsschuld, kwijtschelding van officiële bilaterale schulden en een guller ontwikkelingsbeleid ten opzichte van armoedereductie. • Tegemoetkomen aan de speciale noden van onontsloten ontwikkelende eilandstaatjes. • Begripvol omgaan met de schuldenlast van ontwikkelingslanden door middel van nationale en internationale maatregelingen om tot een, op de lange termijn, beheersbare schuld te komen. • Het, in samenwerking met ontwikkelende landen, ontwikkelen van goed en productief werk voor jongeren. • Het, in samenwerking met de farmaceutische industrie, toegang verschaffen tot betaalbare en noodzakelijke medicatie in de zich ontwikkelende landen. • Het, in samenwerking met de private sector, beschikbaar maken van nieuwe technologieën, hoofdzakelijk van informatie- en communicatietechnologie.
DM
mei 06
Studiegebied Personenzorg - Huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 11