Een portfolio komt niet alleen voor in de artistieke of modewereld. Ook in de zorgsector is het een nuttig instrument om te laten zien wie je bent en wat je kunt. Het portfolio dat je nu in handen hebt, is een startdocument. Je gebruikt het om na te denken over je eigen talenten en om aan te tonen welke talenten je ontwikkeld hebt. Je kunt dit portfolio gebruiken van bij het begin van het secundair onderwijs (B-stroom) tot het zevende jaar BSO binnen het studiegebied Personenzorg: van het eerste beroepsvoorbereidend leerjaar tot het zevende jaar Kinderzorg of het zevende jaar Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige. Samen met je leerkrachten maak je van dit portfolio een mooi persoonlijk document. Het portfolio geeft je steun tijdens je schoolloopbaan, zodat je een goede persoonlijke keuze kunt maken voor jobs binnen de sociale sector of voor verder studeren. De bedoeling is dat je als leerling: • zicht krijgt op wie je bent, wat je doet, wat je belangrijk vindt, wat je interesses zijn en hoe je je ontwikkelt over de jaren heen; • zelf informatie verzamelt om aan anderen te tonen over welke competenties je al beschikt, welke je aan het ontwikkelen bent en welke je nog wil ontwikkelen; • vanuit een reflectieve houding je eigen leren en schoolloopbaan in handen neemt en mee verantwoordelijkheid opneemt voor wie je bent en wie je wil worden.
PORTFOLIO Studiegebied Personenzorg BSO idend leerjaar re e rb o o sv p e Van 1 bero /zorgkundige rg zo n e rd a ja e is- en b tot 7de jaar Thu erzorg of 7de jaar Kind ste
ISBN 978-2-509-01299-9
9
782509 012999
PORTFOLIO | Studiegebied Personenzorg BSO
Opdracht Leren is groeien, jezelf ontwikkelen en je talenten ontplooien. Beschrijf hieronder drie dingen waar je sterk in bent en drie dingen waar je minder sterk in bent. Geef telkens ook een concreet voorbeeld.
Sterk
Minder sterk
© Uitgeverij Politeia
9
PORTFOLIO | Studiegebied Personenzorg BSO
Opdracht Om te weten wat jouw taalvaardigheidsniveau voor de verschillende deelvaardigheden in het Nederlands is, gebruik je de bladen met de beschrijving van alle niveaus. Je begint dus te lezen bij bv. luisteren A1. Kun je wat daar staat in het Nederlands, dan kleur je dat vakje in het schema. Daarna lees je luisteren A2. Als je dat kunt, dan kleur je ook dat vak. Ga zo verder tot jouw niveau. En doe dat voor de verschillende deelvaardigheden.
1. Duid je taalprofiel bij het begin van het vijfde jaar Verzorging aan. A1
A2
B1
B2
C1
C2
Luisteren Lezen Gesprek voeren Spreken Schrijven 1.1 Waarom vind je het als verzorgende belangrijk om vlot en correct Nederlands te praten, te begrijpen en te schrijven? 1.2 In welke mate houden leraren rekening met je taalvaardigheidsniveau? Hoe word je gestimuleerd om je taalvaardigheid verder te ontwikkelen? 1.3 Wat ga je zelf doen om je taalvaardigheidsniveau verder te ontwikkelen? © Uitgeverij Politeia
21
PORTFOLIO | Studiegebied Personenzorg BSO
4
Hoe evolueert mijn leerstijl?
Tijdens je schoolloopbaan word je actief aangezet om te leren, om bepaalde competenties te ontwikkelen. Waarschijnlijk heb je hierbij al ervaren dat je bepaalde dingen makkelijker en sneller onthoudt als je ze op een bepaalde manier leert. Dit alles heeft te maken met je leerstijl, de manier waarop jij het best leert.
Opdracht Om te weten welke leerstijl het best bij jou past, kun je bij het begin van het derde jaar Verzorging-voeding de ‘godentest’ doen op deze weblink: www.ohmygods.be.
1. Wat vertelt de test over je leerstijl in het derde jaar Verzorging-voeding? Bij welke vijf goden sluit jij volgens de test het best aan? (Geef de score weer per god)
1.1 Lees wat elke god typeert en beschrijf in welke elementen je jezelf (wel/niet) herkent en waarom.
1.2 In hoeverre houden de leerkrachten rekening met je leerstijl?
© Uitgeverij Politeia
23
26
Dit onderdeel van het portfolio heeft als doel je vertrouwd te maken met het concept en de methodiek van een portfolio. Je leert – met de hulp van de leerkracht – jouw positie te bepalen per subcompetentie en materialen te selecteren waarmee je dit aantoont.
Opdracht Duid voor onderstaande subcompetenties met een kruisje aan in hoeverre je ze beheerst en voeg een document, foto, verslag, taak …als bijlage toe om dit aan te tonen.
Voedingsleer en eenvoudige maaltijden Ik kan bij het voorzien in mijn eigen voeding
een huishoudelijke keuken veilig en hygiënisch gebruiken. het dagelijks gebruikte materiaal en materieel benoemen. bij het verwerken van voedingsmiddelen rekening houden met het milieu. voorbeelden van voedingsmiddelen noemen. aan de hand van een schema de spijsvertering uitleggen. de voedingsstoffen en hun rol in het lichaam benoemen. een bereiding in de actieve voedingsdriehoek plaatsen en uitleggen. voedingsmiddelen voor een bereiding kopen, lettend op de verpakking en de versheid. voedingsmiddelen reinigen, spoelen, grof snijden, hakken, raspen. voedingsmiddelen mengen, roeren, oplossen en mixen. voedingsmiddelen koken, bakken, roosteren, stoven, gratineren. voedingsmiddelen afgieten. een saus maken op basis van een emulsie en gebonden met zetmeel. de tafel dekken voor een ontbijt, lunchpakket, middagmaal, avondmaal. een bereiding mooi op een bord schikken. op een beleefde wijze aan tafel eten.
Nog niet
Ja, met hulp
Ja, zelfstandig
Bijlage
PORTFOLIO | Studiegebied Personenzorg BSO
Communicatie en omgaan met anderen
Nog niet
Ja, met hulp
Ja, zelfstandig
Nog niet
Ja, met hulp
Ja, Bijlage zelfstandig
Bijlage
mijn houding en die van de andere groepsleden in groep bespreken. een eenvoudige ontspanningsvorm maken en uitvoeren met een groep.
Oriënteren op beroepen binnen de zorgsector
Ik kan enkele beroepen in de welzijns- en zorgsector opnoemen.
Opdracht Lees de volgende casus. De familie Vanhove bestaat uit drie gezinsleden: vader, moeder en een dochter Marie van 7 jaar. Beide ouders werken buitenshuis (van 8 uur tot 18 uur) en proberen de gezinstaken te verdelen om in het weekend zo veel mogelijk tijd vrij te maken voor elkaar. Op woensdag, zaterdag en zondag koken de ouders ’s avonds zelf, op vrijdagavond wordt een maaltijd afgehaald. Stel een weekplanning op zodat alle huishoudelijke taken zijn afgerond tegen het einde van de week. (Wanneer ga je boodschappen doen, koken, de was, de strijk, het onderhoud van de woning …) Vermeld hierbij wie welke taak voor zijn rekening neemt, welk budget je moet voorzien, hoeveel tijd dit in beslag neemt …
maandag
dinsdag
© Uitgeverij Politeia
35
PORTFOLIO | Studiegebied Personenzorg BSO
Opdracht 1 Verzamel tijdens het schooljaar allerhande documenten (bv. taken, stageverslagen, evaluaties van praktijklessen, observatieopdrachten, spelopdrachten en andere) waarmee je aantoont dat je een bepaalde sleutelvaardigheid in bepaalde mate onder de knie hebt. 2 Inventariseer je ‘bewijsstukken’ in een overzichtstabel.
Nummer van het bewijs
Omschrijving van het soort bewijsstuk
Uit welk jaar stamt dit bewijsstuk?
Voor welke sleutelvaardigheid van belang?
1 2 3 4
2
Mijn persoonlijk ontwikkelplan
In het persoonlijk ontwikkelplan geef je aan hoe je jezelf verder wil ontwikkelen. Je stelt jezelf daarbij steeds weer de vragen: wat kan ik, wat wil ik en wat moet ik leren? De beginsituatie die je onder punt 1 in kaart gebracht hebt is hierbij het uitgangspunt.
Opdracht Om je ontwikkelplan te beschrijven, volg je de volgende stappen: 1. Bekijk de sleutelvaardigheden van de verzorgende onder punt 1. 2. Bekijk de sleutelvaardigheden waarop je jezelf een mindere score gaf, wat aangeeft dat je deze sleutelvaardigheid nog niet helemaal onder de knie hebt. 3. Bepaal zes sleutelvaardigheden waaraan je wil werken op basis van de volgende overwegingen: wat heb ik voor mezelf eerst nodig en wat is het belangrijkste in mijn opleiding?
© Uitgeverij Politeia
41
52
Nu zelf aan de slag Je hebt de voorbije schooljaren ervaring opgedaan met het uitwerken van een reflectieportfolio en een ontwikkelings- of groeiportfolio. Tijd nu om zelfstandig aan de slag te gaan met een sollicitatieportfolio, waarbij je je startbekwaamheid aan je toekomstige werkgever wil aantonen. Je krijgt de volledige vrijheid en verantwoordelijkheid over de samenstelling/inhoud van je portfolio. We geven je enkel aan welke onderdelen in je sollicitatieportfolio terug te vinden moeten zijn.
Inhoud 1. Curriculum vitae 2. Je taalcapaciteiten en de relevantie (het belang) ervan voor je beroepskeuze 3. Een motivatie voor je beroepskeuze 4. Een inleiding waarin je beschrijft waarom je je portfolio op jouw manier hebt gestructureerd, opgebouwd 5. Een overzicht waarbij je aangeeft welke score je jezelf geeft op de sleutelvaardigheden van je eigen beroepskeuze 6. Een persoonlijk ontwikkelplan met reflectieverslagen, uitgewerkt voor drie sleutelvaardigheden 7. Bewijzen van eigen werk waaruit blijkt dat je je kennis en vaardigheden in relevante praktijksituaties kunt toepassen. (Hierbij mag je naast de sleutelvaardigheden ook verwijzen naar competenties die je uitgebouwd hebt binnen de vakken van het specifieke gedeelte van je studierichting gebaseerd op de taken en competenties uit het beroepsprofiel van de betrokken opleiding.)
Beoordelingscriteria 1. De volledigheid van je portfolio 2. De evolutie die je als lerende doormaakt 3. De diepgang van je reflectieverslagen 4. De lay-out van je portfolio