Voorwoord Het werkstuk dat voor u ligt is ontstaan uit een opdracht voor het vak Beeldende Kunst en Architectuur (7x272) gegeven door Jacob Voorthuis aan de TU/e. De opdracht is geweest om 6 kunstwerken aan de hand van schetsen te analyseren, 3 analytisch en 3 door middel van expressieve schetsen. Vervolgens is er op een werk wat dieper ingegaan, vooral op het gebied van culturele context. Het schilderij dat ik nader heb uitgewerkt is overigens ‘The Architects Dream’ van Thomas Cole. Ik heb zo min mogelijk met kopjes en onderverdelingen gewerkt om het een goed lopend verhaal te houden. Iedere analyse begint met een (pagina)grote afbeelding van het werk, vervolgens zijn er schetsjes en afbeeldingen opgenomen in de kantlijn om de tekst te verduidelijken. Sem Holweg 15 februari 2008 Student nummer: 0578466
[email protected]
02
Inhoud Voorwoord Inhoud
02
Inleiding
03
Analyserende schetsen Kunstwerk 1 ‘David & Goliath,’ 1609, Caravaggio Kunstwerk 2 ‘Droom van Innocentius III,’ 1295, Giotto Architectuur 3 Pallazo Massimo alle Colonne, Baldassare Peruzzi, Roma
04 08 10
Karakteristieke schetsen Kunstwerk 4 ‘The Architects Dream,’ 1840, Tomas Cole Kunstwerk 5 ‘Torso of a Young Man,’ 1917, Brancusi Kunstwerk 6 ‘Le Guitariste,’ 1910, Pablo Picasso
13 17 19
Kunstwerk 7 ‘Dode zwerfhond’, 2007, Vargas
22
Conclusie
25
Bronvermelding
27
03
Inleiding Ik heb gekozen voor vier schilderijen, een gebouw en een beeld. Ook komt er nog een 7e kunstwerk aan het licht, maar alleen ter discussiepunt over kunst en wat het behoort te doen, deze is niet bedoelt voor beoordeling. Ik heb voor een duidelijk thema gekozen in de keuze van de kunstwerken: de relatie tussen kunst en architectuur. Dit komt op verschillende manieren aan het licht. Zo zijn er twee schilderijen waarin architectuur een prominente rol vervuld in de compositie. Weliswaar op een andere manier, in de een is het een middel om een boodschap over te brengen, in de ander zijn de gebouwen onderwerp. Ook is er een gebouw in de selectie opgenomen, het betreft een paleis met zo min mogelijk functionele eisen va de opdracht gever. Voor mij is architectuur de symbiose tussen functie en vorm. Maar in dit geval is de functie boven alles om een mooi gebouw neer te zetten. Een interessante situatie. Het beeld dat ik heb gekozen heb ik voor het eerst opgemerkt bij een lezing van Bert Dirrix tijdens Tectonics, een congres over architectuur en maakbaarheid. Als laatst is een schilderij van Picasso geanalyseerd. Hij lijkt als geen ander de maakbaarheid en het driedimensionale van het schilderij te begrijpen, iets wat in de architectuur ook erg nadrukkelijk aanwezig is.
04
05
Kunstwerk 1 ‘David & Gliath,’ 1906, Caravaggio
text
Kunstwerk 1 ‘ David & Goliath,’ 1609, Caravaggio Er wordt gezegd dat dit een van Caravaggio’s laatste werken is. Veel van z’n latere werken is doorspekt van een melancholisch gevoel. Op het kleine (125 x 101 cm) olie schilderij is een bekend tafereel te zien. Centraal staat het bijbelse verhaal van David en Goliath. David is de jongen die een hoofd vastheeft, het hoofd van Goliath. In zijn andere hand houdt hij een zwaard vast, waarmee hij Goliath van zijn hoofd heeft beroofd. Op het voorhoofd van de reus is duidelijk te zien waar de steen uit Davids katapult is terecht gekomen. Wat is er bijzonder aan dit schilderij in vergelijking met andere schilderijen van Caravaggio? Dit keer geen opzichtig gebruik van licht of kleur, zoals in eerdere schilderijen van de meester wel gebruikelijk was. Het intieme gevoel die de sobere kleuren opwekt wordt versterkt door de grootte van het doek. Het opvallendste in het schilderij is de gezichtsuitdrukking van David. In het Bijbelse verhaal en andere verbeeldingen van het moment is David blij, opgelucht; hij heeft immers een grote triomf behaald. Dit is hier niet het geval. Hij kijkt vol afschuw naar zijn trofee. Dit is natuurlijk te verklaren vanuit de wetenschap dat David een gewone jongen is die zojuist iemand heeft onthoofd, een gevoel van afschuw is normaal te noemen in zo’n geval. Maar in 1650 al schrijft Manili er iets anders over: ‘In that head [Caravaggio] wished to portray himself and in the boy he portrayed his Caravaggino.’ In dat geval heeft Caravaggio een duidelijke zelfreflectie in het schilderij opgesloten. Hij zou van zichzelf walgen.
06
De kleuren die domineren zijn zwart en grijs. David staat als in een spot tegen een zwart decor. Hij stapt het licht in om zijn overwinning te laten zien, zo lijkt het. Maar het is niet trots wat hem vervuld, eerder een gevoel van bezinning. Er wordt door Manili gesteld dat David, net als Caravaggio ooit, nu weet wat het is om iemand het leven te ontnemen, en dat gevoel is niet triomfantelijk, zoals zo vaak in andere schilderijen en beelden is gesuggereerd. Dat is de belangrijkste les die Caravaggio ons wil leren, en niet de tegenstelling goed - slecht. Cultureel maatschappelijk is er ook nog iets interessants aan de hand, waar Michelangelo, Raffaël en andere grote kunstenaars uit die tijd hun gaven gebruikte voor het zieltjes winnen voor de Katholieke kerk, lijkt Caravaggio de bijbelse verhalen voor ander doeleinden te gebruiken.
07
08
Kunstwerk 2 ‘Droom van Innocentius III,’ 1295, Giotto
text
Kunstwerk 2 ‘Droom van Innocentius III,’ 1295, Giotto Hier afgebeeld is een legende uit Assisi. Het verhaal speelt tijdens het leven van Fransiscus, een arme prediker die een groot aantal aanhangers had in die tijd. De paus Innocentius zag in eerste instantie niet veel in zijn ideeën, immers hij was een rijke Paus en Fransiscus geloofde niet in machtige pausen, hij zag erg veel gevaar in de constructie van een geestelijk leider die boven de mensen staat. Maar op een nacht droomde de paus van het ineenstorten van de Lateraanse Kerk, de belangrijkste kerk voor de bouw van de St. Pieter, maar de kerk werd door een man overeind gehouden: Fransiscus. Natuurlijk stond het instorten van die kerk symbool voor het ineenstorten van de kerk als instituut. In dit fresco is mooi te zien hoe architectuur als oplossing kan dienen in de middeleeuwse schilderkunst. Giotto stond voor de moeilijke opgave in een beeld zowel de droom als de paus te verbeelden. Hij doet dit door de paus slapend, binnen te portretteren, en buiten Fransiscus die de kerk overeind houd. De paus in zijn pauselijk gewaad, met mijter, en Fransiscus compleet met aureool in zijn monniken gewaad, met touw, ‘uniform’ van de monniken van de Franciscaanse orde. Hoe is nou de ineenstorting van de kerk geportretteerd? Simpel: door de kerk te laten kantelen, alsof het overhelt. Natuurlijk is dit op geen enkele manier waarheidsgetrouw, er wordt op alle mogelijke manieren gebruik gemaakt van symboliek. Architectuur lijkt daar een mooi middel voor. Zo zie je bijvoorbeeld dat Fransiscus op de gekantelde vloer staat waar de kerk op staat. Ook oogt het dak waaronder Innocentius slaapt nogal zwaar voor de kolommen die het overeind houden.
09
Architectuur 3 ‘Pallazo Massimo alle Collone,’ 1530, Peruzzi
10
Architectuur 3 Pallazo Massimo alle Colonne, Roma, 1530, Baldassare Peruzzi Het Pallazo Massimo alle Colonne in Rome is een 16e eeuws paleis in Rome. Baldassare Peruzzi ontwierp het paleis in 1530 voor de Massimo familie. Het was een rijke en invloedrijke familie, en dat moest ook in het paleis uitgedragen worden. Het mooie aan het paleis is de subtiele curvende beweging die de gevel maakt. Er is een suptile knik die de weg volgt. De plek is behalve precies in het midden, ook stedenbouwkundig onderbouwd: het is precies op de plek waar een zijstraat de hoofdweg kruist. Het feit dat het paleis niet vrijstaat maar aan beide zijden begrensd wordt door andere gebouwen zorgt ervoor dat Peruzzi op een andere wijze de aandacht moest trekken. Op de plek van de knik in het gebouw is de entree. Deze is op een bijzondere manier vormgegeven, waar het in de romeinse traditie normaal was om een soort poort, met boog als entree te maken, is hier een anders soort opening gemaakt. Er is een hap uit de massa genomen, en zo is er een entrance court (portico) ontstaan. Vervolgens is de ruimte begrensd met de karakteristieke kolommen. Natuurlijk is het paleis (naar goed Romeins gebruik) rijkelijk versierd, en van ornamenten voorzien. Er is een schat aan marmeren beelden en ornamenten aanwezig in het paleis.
11
Opvallend is het enorme gebruik van geometrische vormen en symmetrie. Het spelen met verhoudingen en de ontdekking van schaal hebben een grote rol gespeeld in de architectuur van de 16e eeuw, zo ook in dit gebouw. In het gevelbeeld is duidelijk te zien hoe een ritme is gecreëerd door middel van symmetrie lijnen en gevelopeningen (zie vorige pagina). Maar ook binnen is het concept van de symmetrische vormen en geometrisch perfecte ruimtes doorgezet. Alle openingen en decoraties blijken op assen te liggen, die weer symmetrie lijnen vormen voor ruimtes. Ruimtes lijken niet of nauwelijks op basis van functionele eisen vormgegeven te zijn. De ruimtes zijn achter elkaar geschakeld, zoals in de 17e eeuw gebruikelijk werd in de engelse landschapsarchitectuur. Iedere keer een nauwe doorgang en dan een nieuwe ruimte, de ruimtes gaan niet vloeiend in elkaar over. Er is een overvloed aan deuren, maar er zijn geen overgangsruimten.
12
Kunstwerk 4 ‘The Architects Dream,’ 1840, Cole
13
Kunstwerk 4 ‘The Architects Dream,’ 1840, Tomas Cole Dit schilderij is een collage van enkele klassieke gebouwen, zo’n verzameling van architectonische kunst, daar moet iedere architect van dromen. Thomas Cole maakte het schilderij in 1840. In de verte is een Egyptische piramide te zien die boven een Egyptische tempel uittorent. Twee Griekse tempels sluiten aan op een muur versierd met pilasters. Boven de muur een Romeins aquaduct en tempel. Aan de linkerkant van het schilderij is een Gotische kathedraal te zien. Aan de mensen op de oever van de rivier is te zien dat het een enorme schaal betreft, de gebouwen hebben nooit in een dusdanige schaal bestaan. Waar de Gotische kerk tussen de bomen en natuurlijk, bijna spiritueel verlicht is, zijn de bouwwerken aan de andere kant van het water theatraal en klassiek uitgelicht. Om het schilderij verder te analyseren kijken we naar de titel: The Architects Dream. In de poëzie en literatuur is de dromer een veel voorkomend thema, vooral in de Romantische stromingen. In dit geval ligt de architect op een enorme kolom tussen een flinke stapel oversized architectuur boeken. Het is logisch aan te nemen dat deze stapel boeken voor de grote architectuur bibliotheek staan van Town, de architect en opdrachtgever wiens naam in de kolom gegraveerd staat. De architect kijkt dromerig, en aan zijn lichaamstaal is ook een bepaalde zweverigheid te herkennen. De droom die de architect heeft is een metafoor voor een artistieke visie, en de boeken staan voor de praktische benadering die ook in de architectuur opgesloten zit. De solistische dromerige figuur doet volgens Randal C. Griffin vooral duiden op een genie. Hij heeft zijn armen elegant gestrekt, zijn ogen dicht en zijn hoofd iets naar achteren
14
gekanteld; het genie in een melancholische stemming, misschien wel een visie aan het ontwikkelen. Ithiel Town was de opdrachtgever, maar hij heeft het schilderij nooit geaccepteerd. Volgens Griffin zijn daar twee redenen voor aan te wijzen. Allereerst is de opvatting dat een architect een visionair, een genie is niet altijd zo breed gedragen als nu het geval is. In die tijd was het in America vooral gebruikelijk om de nadruk op de hardwerkende middenklasse te leggen, niet op de dromerige visionair, die op basis van talent en gevoel een ontwerp maakt. L.C. Tuthill schreef in die tijd: ‘An architect must be practical. He cannot live in a world of fantasy, like the poet.’ Town kan het beeld van de poëtische architect als arrogant hebben opgevat, te meer omdat het duidelijk is dat hij bedoeld werd door Cole. Het tweede punt van kritiek die Town aanvoer was wederom de manier waarop de architect is afgebeeld. In die tijd werd een dromer vooral aangezien als een man die zich verloren heeft in verbeelding. Deze romantische levensopvatting strookt totaal niet met de Amerikaanse werkethiek die in die tijd gebruikelijk was. Thomas Cole heft het artistieke genie boven de gewone werklui.
15
Ik heb vergelijkbaar met Cole ook een collage gemaakt van architectonische hoogstandjes, bijwijze van analyse. Ik heb gekozen voor enkele grote voorbeelden van de modernistische architectuur. Le Corbusier, Mies van der Rohe, Adolf Loos en Frank Lloyd Wright zijn de architecten die deze meesterwerken hebben ontworpen. Ik heb voor deze gebouwen en architecten gekozen omdat, net als de Gothiek en Klassieke oudheden, er erg vaak wordt geprobeerd deze meesters te imiteren (terwijl de onderliggende principes vaak niet zijn doorgrond).
16
17
Kunstwerk 5 ‘Torso of a Young man,’ 1917, Brancusi
text
Kunstwerk 5 ‘Torso of a Young Man,’ 1917, Brancusi Dit beeld van Brancusi krijgt zijn betekenis eigenlijk pas als je de titel van het werk erbij krijgt. Zonder die titel is het gewoon een vorm, een elegante strakke vorm, maar niet meer dan dat. Door het label Torso krijgt het betekenis. Het geometric modernism van Brancusi is eigenlijk het terugbrengen van een vorm tot zijn absolute basis. Ik heb vanuit een klassiek torso-beeld ook getracht tot een abstrahering te komen. Ik heb alleen voor een vrouwentorso gekozen. Waar Brancusi scherpe harde vormen en lijnen heeft gebruikt om het mannelijke te benadrukken, heb ik juist vloeiende zachte vormen gebruikt om het vrouwelijke naar boven te halen. Ik zie dit beeld als een symbool voor architectuur als kunst. Ook in de architectuur zijn we constant bezig om vormen te maken, die een lading hebben, of een symbool zijn, alsmede nuttig en functioneel zijn. Abstrahering is een van de belangrijkste middelen van een architect om zijn boodschap over te brengen. Soms is de connectie niet meteen zichtbaar voor leken, maar door een vormentaal toe te passen kan wel de bedoeling duidelijk worden gemaakt.
18
19
Kunstwerk 6 ‘le Guitariste,’ 1910, Picasso
text
Kunstwerk 6 ‘Le Guitariste,’ 1910, Pablo Picasso Le Guitariste is een cubistisch schilderij van Pablo Picasso. Twee opvallende technieken worden hier toegepast. Allereerst de hoeken, er lijken steeds rechte lijnen elkaar te kruisen, maar als je goed kijkt zijn er eigenlijk geen rechte lijnen in her schilderij. Zoals ik met de bovenste twee schetsjes heb proberen aan te tonen, lijken de hoeken scherper door de lijnen te (licht) krommen. De tweede opvallende truc die Picasso gebruikt is het aanzetten van vlakken in de buurt van de lijnen die dan als grenzen worden benadrukt. Er wordt een drie dimensionaal vlak gesuggereerd. Om te begrijpen waarom Picasso dit doet moeten we ons verder verdiepen in het cubisme. Er zijn vele verschillende stromingen in het cubisme te onderscheiden, maar de aanleiding voor de kunststroming is duidelijk aan te wijzen. Het is vooral een tegenbeweging geweest tegen het impressionisme en verwante ‘gelikte’ stromingen. Het cubisme kwam op voor de mannelijkheid in de kunst. Het emotionele en keurige van de voorgaande stromingen werd vervangen door een hoekigheid en strakheid van het cubisme. Er is een behoefte ontstaan aan een constructieve schilderkunst. Abstraheren en mathematiseren zijn belangrijke termen en ook goed terug te zijn in dit schilderij van Picasso. Hij tracht een zekere drie dimensionaliteit te bewerkstelligen met zijn schilderkunst en lijkt dit belangrijker te vinden dan een emotie door middel van een
20
(groot) kleurgebruik of een herkenbaar beeld. De werkelijkheid heeft plaatsgemaakt voor een compositie gebaseerd op strakke lijnen en drie dimensionaliteit. Natuurlijk is de link met architectuur niet ver te zoeken. Ook de bouwkunst zoekt naar een abstrahering, een constructivisme en gebruikt dezelfde middelen als de cubisten. Het zoeken naar strakke lijnen en natuurlijk of weinig kleurgebruik omschrijft een grote lichting architecten. Zoals de cubisten braken met het Impressionisme en Academisme, zo braken de modernisten met het Klassisime en Gotische invloeden.
21
Kunstwerk 7 ‘Dode zwerfhond’, 2007, Vargas Het is moeilijk om een kunstwerk in een culturele context te plaatsen als het in de huidige tijd is gemaakt. Met andere woorden: het is moeilijk om een overkoepelend gedachtenapparaat op te stellen over een samenleving waar je zelf onderdeel van bent. Ik ga toch een poging wagen. Enkele maanden geleden ontstond er opschudding over een ‘kunstwerk’ van Guillermo “Habacuc” Vargas. Hij heeft in een museum in Managua, Nicaragua een stervende, zwerfhond gebruikt als onderdeel van de expositie. Hij had de hond vastgebonden in de expositieruimte en daar is hij overleden. Natuurlijk staat er hier een vraag centraal: is dit kunst? Vele dieren activisten en andere mensen vinden van niet en eisen een straf tegen de kunstenaar. Maar als we eens kijken naar de overkoepelende gedachte van de kunstenaar. Vargas: “I won’t say the dog died. The importance to me is the hypocracy of the people where an animal is the focus of attention where people come to see art but not when it’s in the street starving to death.” Mensen lijken er moeiteloos overheen te stappen dat er dagelijks honderden zwerfdieren in de stad sterven. Verder wordt er een label op de hond geplakt en het is de vraag of datzelfde label op een rat of insect bijvoorbeeld geplakt zou worden. Wat heeft de kunstenaar nou eigenlijk gedaan? Hij heeft de vastgebonden zwerfhond verplaatst naar een expositie ruimte. Als hij de hond niet had opgemerkt of er geen bijzondere interesse aan had geschonken was die hoogst waarschijnlijk ook gestorven.
22
Hoe komt het dat de mensen nu opeens zo verontwaardigd reageren? “The people sympathized with him only after he was dead,” stelt Vargas terecht. Er hing een bordje bij de hond waarop stond te lezen: ‘Do not feed the dog’. De mensen die naar de expositie kwamen konden ook zien dat de hond aan het doodgaan was, toch gaven ze hem niet te eten, omdat dat op een bordje stond. De kunstenaar weet op die manier de samenleving te symboliseren als een groep kuddedieren, die blijkbaar een gebod op een bordje belangrijker achtten dan het leven van de hond. Vargas wilde een statement maken tegen de hypocratie van de mensen, dus kritiek uiten op de samenleving. Verder is hij er ontegenzeggelijk in geslaagd om de discussie over zijn kunstwerk op gang te brengen. Of dit nou als kunst bestempeld mag worden of niet, hij weet erg goed de kritiek op de samenleving die hij heeft vorm te geven.
23
Conclusie Kunst en Architectuur zijn nauw verweven, al is het alleen maar omdat architectuur zelf als kunst gezien kan worden. Interessant is om te zien welke rol architectuur in de kunst inneemt. Zo is er enkele keren een link gelegd tussen de abstraherende factor in (moderne) kunst en het abstrahisme dat in de bouwkunst veel voor komt. Ook hebben we gezien dat architectuur en zelfs de architect als persoon een rol kan spelen in kunst, en daarmee ook een discussie op gang brengen. Wat is een architect? Wat beoogt hij te doen, welke eigenschappen hoort hij te bezitten? Allemaal vragen die in ‘The Architects Dream’ aan bod komen. Ook kan architectuur een symbool zijn, een symbool voor de functionele inhoud (Kerk) maar ook een symbool voor de (economische) welvaart van de bewoners (paleis).
24
Bronvermelding Verplichte literatuur: Ways of Seeing - John Berger, Penguin, 1972 Aanvullende literatuur: Experiencing Architecture - Steen Eiler Rasmussen, The MIT Press, 1959 Het artikel ‘The untrammeled vision: Thomas Cole and the dream of the artist’ van Randall C. Griffin, Art Journal, 1993 Websites: • http://www.voorthuis.net/ - Beschrijving van de opdracht en vakdoelstellingen • http://www.wga.hu/frames-e.html?/html/c/caravagg/11/70david.html - Informatie en beeldmateriaal over David & Goliath. • http://www.ancientworlds.net/aw/Article/803632 - Info en beeld over Torso of a man. • http://www.toledomuseum.org/Collection/Cole_Architect.htm - Informatie en beeldmateriaal over The Architects Dream. • http://www.romeartlover.it/Vasi76.htm# Palazzo%20Massimi - Palazzo Massimo allo Collone • http://en.wikipedia.org/wiki/Cubism - Info over Le Guitariste • http://www.american-european.net/blogs/costa-rica-news/2007/10/04/dead-dogbut-is-it-art/ - Weblog over het kunstwerk van de dode zwerfhond.
25