Storytelling ,ps Verhalen vinden Verhalen versterken Verhalen vertellen
Hoe vind je je verhaal? Als je weet wie je publiek is, wat je met je presentatie wilt bereiken, en welke boodschap je wilt brengen, dan ben je zover dat je kunt zoeken naar een geschikt verhaal. Persoonlijke verhalen werken vaak het beste. Zo kun je ze vinden: Spontane verhalen Hou je ogen en oren wagenwijd geopend. Let goed op wat er in je zakelijke of persoonlijke leven gebeurt. Wie ontmoet je vandaag? Waar moet je even lachen? Welke problemen heb je vandaag meegemaakt, en hoe ben je daarmee omgegaan? Wie doet er weer eens irritant? Welk project gaat vandaag soepeltjes, veel soepeler dan anders, en hoe komt dat? Waarom is er zo'n lange rij in de bedrijfskantine? Waar heb je het met je collega's over tijdens de lunch? Noteer al die gebeurtenissen, bijvoorbeeld met een app als Evernote. Noteer er direct de thema's bij die je erin herkent. Zo kun je later altijd een geschikt verhaal terugvinden. Speurtocht naar verhalen Je kunt ook je geheugen afspeuren naar ervaringen, gebeurtenissen en keerpunten. Ga daarbij op zoek naar de extremen: de leukste, de mooiste, de stomste, de treurigste, de kwaadste, etc. Hieronder vind je een aantal vragen die je kunnen prikkelen bij het terughalen van herinneringen. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Wat was je mooiste werkdag? Wanneer kwam je met een enorm blij gevoel thuis van je werk? Met welke klant kun je het meeste lachen? Heb je wel eens klant verloren? Waardoor gebeurde dat? Welke collega heeft je wel eens tegengewerkt? Waarom deed hij dat? Op welk product dat je levert ben je het meeste trots? Heb je voor een klant wel eens iets extra's gedaan? Hoe was dat? Welke klant was ongelofelijk blij en dankbaar? Wanneer heb je je voor het laatst verslapen? Had dat gevolgen? Heb je wel eens bewust een voorschrift genegeerd? Waarom? Vertel eens over een grap die je met iemand hebt uitgehaald. Hou je wel eens iemand voor de gek? Weet je nog een moment waarop je schitterde? Zwem je wel eens tegen de stroom in? Wanneer heb je voor het laatst je neus gestoten? Wat was je laatste impulsieve daad waar je spijt van had? Wat was je grootste blunder? Wat heb je daarvan geleerd? Wie is je grote voorbeeld? Wat is de belangrijkste les die je ouders je hebben meegegeven? Noem het beste boek of Milm. En waarom. In welk huis was je het gelukkigst? Als je kinderen hebt: wat maakt je het meeste trots? Wanneer zei iemand "dankjewel" tegen je? Wanneer heb je een goede dag?
• Waar wordt je chagrijnig van? Wat doe je daarmee? • Wat was je allerleukste vakantie? • Wat is het ergste dat je in je leven is overkomen?
Hoe versterk je je verhaal? Geef je verhaal een goede structuur en krachtige elementen. De dalen worden dieper en de toppen hoger, en daarmee voer je de spanning op waardoor de luisteraar steeds nieuwsgierig wordt naar de aMloop. Zorg dat je verhaal aan de volgende criteria voldoet: • Herkenbaar -‐ Zorg dat de luisteraar zich kan herkennen in de hoofdpersoon en de bijzondere situa8e waarin deze zich bevindt. Het probleem of de worsteling van de hoofdpersoon moet iets zijn waar de luisteraar zich van alles bij kan voorstellen. Maak het concreet, feitelijk en zo alledaags mogelijk. • Emotie -‐ Laat zien welke moeite de hoofdMiguur heeft met de kwestie, welke twijfels hij heeft, hoe onzeker hij is, hoe grot zijn verlangen om het op te lossen, etc. Geef die emoties woorden, zoals "ik was enorm opgelucht", "ik kroop angstig achter de deur" of "ik was zó blij haar weer te zien". • Beeldend -‐ Maak gebruik van alle zintuigen. Vertel hoe iets klinkt. Toon hoe iets eruit ziet. Ruik de geuren, voel de wind door je haar, proef de zoute drop. Zorg ook dat het verhaal de volgende narratieve elementen bevat: • Structuur -‐ begin, midden, einde. Start het verhaal met een schets van een wereld, een situatie, een werkelijkheid, de hoofdpersoon. In het middendeel gebeurt het allemaal: er treedt een verandering op in het leven van de hoofdpersoon, en je luisteraar leeft mee met hoe hij/zij daarmee omgaat. Het verhaal eindigt met de (goede?) aMloop waarbij de luisteraar conclusies trekt of lessen leert. • Kwestie -‐ Niets is zo saai als een verhaal waar alles goed gaat, of waar enkel handelingen worden beschreven. Als je mensen wilt meenemen dan moet er beslist een kwestie in het spel komen. Een conMlict, een obstakel, een bedreiging, iets ongemakkelijks. De hoofdpersoon ontwikkelt een streven om het op te lossen, en die reis houdt de luisteraar bezig. Je mag het probleem best wat aandikken, en je mag ook de climax wat groter maken dan het in werkelijkheid was. Dat maakt het verhaal smeuïger. Je mag overdrijven, maar overdrijf het niet. Het moet natuurlijk wel geloofwaardig blijven. • Thema -‐ Je wilt met je verhaal iets bereiken, en je hebt een boodschap te vertellen. Dit is jouw drijfveer om het überhaupt te vertellen, en dat mag (moet) hoorbaar zijn want dat geeft kracht. Storytellers noemen dit het thema van het verhaal. Voorbeelden zijn: angst, jaloezie, de onmogelijke liefde, als het kalf verdronken is dempt men de put, verantwoordelijkheid nemen, etc.
• Personages -‐ Het verhaal wordt gedragen en gedreven door de personages. Dat kunnen mensen zijn, maar ook dieren, bomen of zelfs dingen. Zo is er altijd een hoofdpersoon die iets meemaakt. Hij wordt daarbij ondersteund door helpers en gehinderd door tegenstanders. Vorm voor jezelf een beeld van de hoofdpersoon (en als je het heel serieus aanpakt, doe je dat ook voor de overige personages!). Het plaatje van zo iemand ontstaat als je antwoorden probeert te vinden op de volgende vragen: Fysieke kenmerken • Is het een man of een vrouw? • Van welke leeftijd? • Hoe ziet hij eruit: kort/lang, dik/dun, postuur, lichaamshouding, haar, schoonheid, baard, littekens, lichamelijke gebreken, kleding, et cetera. • Heeft hij een opvallende manier van praten (tics?), bewegen of gebaren? Sociale kenmerken • Wat is zijn achtergrond? Uit welk milieu komt hij? • Hoe is hij opgegroeid? • Heeft hij familie? Een partner? Kinderen? • Heeft hij vrienden of juist niet? Vijanden misschien? • Waar komt hij vandaan: planeet, land, provincie, stad/platteland. • Wat voor werk doet hij? • Heeft hij bijzondere hobby's? Karakterkenmerken • Wat drijft hem? Wat is zijn passie? • Wat wil hij bereiken? Welke ambities heeft hij? • Welke normen en waarden heeft hij? • Waar heeft hij een hekel aan? Waar houdt hij van? • Zoekt hij confrontaties, of gaat hij ze uit de weg? • Is hij lief of gemeen? Hoe is zijn temperament? • Is hij intelligent? Oppervlakkig of diepgaand? • Heeft hij bijzondere talenten? • Wat is zijn zwakke plek? • Hoe staat hij in het leven? Wat zijn zijn morele overtuigingen? • Heeft hij een probleem? Een trauma?
Hoe vertel je je verhaal? Als je bezig gaat zul je merken dat het krachtig vertellen van een verhaal de nodige oefening kost. Meeslepend en overtuigend vertellen is een ambacht. Gelukkig kun je dat vak gewoon leren. Hieronder vind je een aantal tips die je helpen om je verhaal gemakkelijk en goed te vertellen. Uit het hoofd leren of niet? Nee, niet doen. Het enige dat je uit je hoofd moet weten is de grote lijn van het verhaal. Welke zaken moeten echt verteld worden om het verhaal te kunnen volgen? De rest laat je gewoon stromen. Zie het (weer) voor je en vertel wat je ziet. Zitten of staan? Bij voorkeur staan. Je kunt je lichaam meer inzetten: stappen zetten, buigen, armbewegingen maken. Als je voor een groep iets moet presenteren, is dit ook de meest logische manier. In een vergadersetting kan het vreemd zijn om ineens te gaan staan. Anderzijds kan het juist de aandacht vestigen op wat je gaat vertellen. "Hé, dit is anders, hier gaat wat gebeuren." Heb het lef! Contact maken Ga niet onmiddellijk vertellen. Laat de mensen eerst even aan je snuffelen, zeker als jullie elkaar niet kennen. Geef ze de tijd om je te scannen. Dat doen ze sowieso, dus liever niet tijdens je verhaal. Wees stil, en kijk de mensen in de ogen. Wacht tot je ieders aandacht hebt. Neem daar gerust 5 tot 10 tellen voor! Stemgebruik Afwisseling! Varieer in volume, toonhoogte en snelheid. Bij spannende stukjes mag je je opwinding laten horen: met gespannen stem praten, of juist bijna Mluisterend. Stiltes Een verhaal bestaat uit stilte met daaromheen gesproken woord. Die stiltes zijn enorm belangrijk. Ze geven de stuctuur van het verhaal weer: tussen scenes ben je even stil. Of als je een tijdssprong maakt, of van perspectief wisselt. Een stilte maakt die markering duidelijk voor de luisteraar. Bovendien is luisteren erg vermoeiend. Geef de mensen even tijd om te laten bezinken van je daarnet hebt gezegd. Als je als een sneltrein doordendert verlies je ze omdat ze het domweg niet kunnen bijhouden. Lichaamstaal Gebruik ook je fysieke taal: de stand van de ogen, je houding, bewegingen van armen en handen, de positie waar je staat of naartoe loopt, de snelheid waarmee je dat doet, de buiging van mondhoeken, je wenkbrauwen, etc. Met je gezichtsuitdrukking toon je voral de emoties die de personages in het verhaal beleven. Zeg niet dat iemand boos was, maar kijk zelf boos. Show, don't tell.
Tenslotte: Wees in het moment! Dit is de allerbelangrijkste verteltip. Beleef het verhaal opnieuw. Ga terug naar het moment waarop het verhaal speelt. Stel je opnieuw voor hoe het ook alweer was. Wie was er nog meer, hoe was de ruimte, was het warm of koud, licht of donker. Maar vooral: hoe voelde je je? Haal dat gevoel terug, en durf dat te laten zien aan je luisteraars. Dat vergt lef, en voor velen betekent het dat je ver uit je comfortzone moet gaan. Maar als je écht mensen wilt raken met je verhaal, dan is dit voorwaarde. Je moet er helemaal voor gaan, en niet bang zijn voor "wat zullen ze van me denken?". Jij bent namelijk de enige die dat denkt. Je publiek, je collega's, je managers, de congresgangers, ze gaan allemaal mee in jouw emotie en in jouw verhaal. En ze vinden het prachtig! Zodra je dat een keertje hebt meegemaakt, weet je dat verhalen vertellen ook jou gigantisch helpt in het overbrengen van een boodschap of het enthousiast maken van anderen.
Erik Mathlener Spreker Trainer Coach
www.storymanagement.nl
[email protected] 06 -‐ 3622 3055 Dit boek is bedoeld voor managers en ondernemers die op een natuurlijke manier meer succes willen hebben. Lees hoe je op een eenvoudige manier corporate storytelling in je organisatie, bedrijf of winkel kunt toepassen. Je vertelt je hele leven al verhalen zonder dat je het in de gaten hebt. Het enige wat je nog moet doen is dit bewust inzetten in je bedrijf. Want door het vertellen van (soms niet zo) alledaagse verhalen gaan je mensen effectiever communiceren en beter samenwerken. Je krijgt betrokken medewerkers die zich vol passie inzetten voor de gezamenlijke visie en strategie. Ook klanten zijn dol op verhalen. Zij vertellen ze enthousiast verder en worden daarmee ambassadeurs voor je bedrijf. Het praktische boek bevat diverse voorbeelden en is als een toneelstuk opgebouwd uit drie bedrijven. In het eerste bedrijf leer je verhalen te vinden: wat wil je bereiken en hoe kom je een geschikt verhaal daarvoor op het spoor? Wat zijn de criteria voor een effectief verhaal? Het tweede bedrijf behandelt hoe je je verhalen kunt versterken: hoe zet je een verhaal in elkaar, welke essentiële onderdelen zitten erin en wat maakt een verhaal boeiend? Het derde bedrijf laat zien hoe je het boeiend kunt vertellen: 15 praktische tips die ervoor zorgen dat je je sterke verhaal op een krachtige manier vertelt. Voor iedereen die nu eens écht aan de slag wil met corporate storytelling is dit gemakkelijk leesbare en handzame boek een must. Bestellen bij bol.com