Stichting ZorgGoedBrabant 2 Jaarverslag 2014
Stichting ZorgGoedBrabant 2 Postbus 151 5340 AD Oss Telefoon: Website:
(0412) 66 49 11 www.zorggoedbrabant.nl
Mei 2015 RVC/ZGB2/15/006
Voorwoord BrabantWonen en BrabantZorg werken intensief samen aan een aantal maatschappelijke opgaven. Deze samenwerking is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2, twee stichtingen waarin het vastgoed van BrabantZorg is ondergebracht. ZorgGoedBrabant 2 is een woningstichting voor de zorg zonder ministeriële toelating en eigenaar van 14 woonzorgcentra in de regio's Uden-Veghel, 's-Hertogenbosch en De Bommelerwaard. ZorgGoedBrabant 2 heeft ten doel het huisvesten van ouderen in haar werkgebied. De samenwerking is uniek vanwege de krachtige en aansprekende visie en de wijze waarop wij het duurzaam juridisch en bedrijfsmatig hebben afgehecht. Wij maken gebruik van elkaars expertise en kwaliteiten. Wij zijn gericht op het creëren van toegevoegde waarde richting onze gezamenlijke klanten. De context van de samenwerking is de afgelopen tijd wel fors veranderd, zowel door aangepaste wet- en regelgeving in de volkshuisvesting als in de zorg. In 2014 hebben we daarom onze samenwerkingsconstructie geëvalueerd. De huidige constructie is vrij complex. We willen vereenvoudigen en de structuur toekomstbestendig maken, mede in het licht van de nieuwe context en de daarmee samenhangende governance, financiële en fiscale vraagstukken. De afgelopen periode hebben we binnen de samenwerkingsstructuur van ZorgGoedBrabant (2) namelijk te maken gekregen met een sterke verhoging van de (fiscale) kosten, een steeds moeizamere verkrijging van financiering voor investeringen en een steeds complexer en beperkender wordende weten regelgeving. Onze evaluatie heeft geleid tot een scenarioverkenning, variërend van doorgaan in de huidige vorm tot het opgaan van de vastgoedstichtingen in de moederorganisaties. Begin 2015 hebben we het principebesluit genomen om de beide vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) te laten fuseren met BrabantWonen. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vinden in de loop van 2015 plaats. Met dit jaarverslag willen wij transparant inzicht bieden in de werkzaamheden van het afgelopen jaar. Wij hebben samen al veel bereikt, maar wij zijn nog lang niet klaar. We hebben vertrouwen dat we ook in de toekomst duurzaam blijven samenwerken aan onze gezamenlijke visie: zo lang mogelijk, zo gezond mogelijk en zo plezierig mogelijk thuis blijven wonen. Oss, mei 2015 ir. H.M.H. Windmüller drs. F.H. van de Werfhorst drs. A.C.M. van Osch mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong
0 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................ 0 Hoofdstuk 1: Besturing .......................................................................................... 2 1.1 Governance .............................................................................................. 3 1.2 Verslag Raad van Bestuur .......................................................................... 5 1.3 Verslag van de Raad van Commissarissen .................................................... 7 1.4 Verklaringen ........................................................................................... 12 Hoofdstuk 2: Volkshuisvestingsverslag ................................................................... 2.1 Inleiding ................................................................................................ 2.2 Typering woningvoorraad ......................................................................... 2.3 Woningmarkt .......................................................................................... 2.4 Kwalitatief goede woningen ...................................................................... 2.5 Voldoende passende woningen .................................................................. 2.6 Tevreden klanten ....................................................................................
14 15 15 17 18 21 22
Hoofdstuk 3: Financieel Verslag ............................................................................. 3.1 Financieel beleid en sturing ...................................................................... 3.2 Financiële continuïteit gewaarborgd ........................................................... 3.3 Treasury ................................................................................................ 3.4 Risicomanagement ..................................................................................
23 24 24 26 27
Hoofdstuk 4: Jaarrekening .................................................................................... 4.1 Balans per 31 december 2014................................................................... 4.2 Winst- en verliesrekening over 2014 .......................................................... 4.3 Kasstroomoverzicht 2014 ......................................................................... 4.4 Algemene toelichting en waarderingsgrondslagen ........................................
30 31 33 34 36
Hoofdstuk 5: Toelichting op de balans .................................................................... 44 Hoofdstuk 6: Toelichting op de winst- en verliesrekening .......................................... 54 Hoofdstuk 7: Overige informatie ............................................................................ 61 Hoofdstuk 8: Overige gegevens ............................................................................. 64 Hoofdstuk 9: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ............................ 66 Bijlage: Belanghouders Stichting ZorgGoedBrabant 2 ............................................... 68
1 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 1: Besturing
2 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
1.1 Governance ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 BrabantZorg is een dienstverlener op het gebied van ouderenzorg in de regio’s OssUden-Veghel, ’s-Hertogenbosch en de Bommelerwaard. Eind 2006 is een samenwerkingsverband ontstaan met woningcorporatie BrabantWonen, die woningen in Oss en ’s-Hertogenbosch verhuurt. Deze strategische samenwerking heeft als doel het verouderd intramuraal vastgoed te herstructureren, een gevarieerd aanbod in woon-zorg-woningen te creëren, de bestaande dienstverlening op het brede terrein van het wonen te verbeteren en nieuwe producten en diensten op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn te ontwikkelen. In de stichtingen ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 is het zorgvastgoed van BrabantZorg ondergebracht. In ZorgGoedBrabant 2 is het vastgoed van de voormalige zorgstichting Welstaete en de zorgstichting Nieuweburg ondergebracht. ZorgGoedBrabant 2 is in juridische zin een zelfstandige, nevengeschikte entiteit. Door de nauwe verbanden tussen BrabantZorg en BrabantWonen hebben we deze stichtingen zoveel als mogelijk ingericht als ‘een gezamenlijke dochter’. De inrichting van de entiteit ZorgGoedBrabant 2 sluit grotendeels aan bij die van ZorgGoedBrabant. Echter er is één verschil: ZorgGoedBrabant 2 is geen toegelaten instelling. De insteek van dit jaarverslag en het overgrote deel van de bedrijfsvoering zijn wel geënt op die van een toegelaten instelling. Conform de statuten is ZorgGoedBrabant 2 een woningstichting voor de zorg zonder ministeriële toelating en eigenaar van veertien woonzorgcentra in de regio's UdenVeghel, 's-Hertogenbosch en De Bommelerwaard. ZorgGoedBrabant 2 heeft ten doel het huisvesten van ouderen in haar werkgebied. Gedeelde visie en governance BrabantWonen en BrabantZorg vinden elkaar in een gezamenlijke visie: ‘Over elkaars grenzen’. Deze visie leidt tot een gezamenlijke, integrale en wijkgerichte aanpak. BrabantWonen en BrabantZorg slaan nadrukkelijk de handen ineen vanuit een gedeelde missie: mensen helpen om zo lang, zo plezierig en zo thuis mogelijk te leven en te wonen, in een veilige leefomgeving. Als dat niet meer gaat, streven we minimaal naar behoud van eigen regie. Om dat te bereiken bieden we producten en diensten aan op het terrein van wonen-zorg-welzijn, die aansluiten bij de vraag van de klant. Een nadere uitwerking van de visie staat in de notitie ‘Met zorg bouwen aan samenwerking’. Hierin zijn de programma’s, motieven, doelen en verantwoordelijkheden nogmaals bekrachtigd. Ook gaan we in op de governance. Belangrijk uitgangspunt is dat elke sector haar eigen disciplinerende werking van het eigen verdienmodel moet blijven houden. Dat de bedrijfsmatige prikkels blijven waar ze thuishoren. Vertrekpunt is: ‘Alles wat in ZorgGoedBrabant 2 gebeurt, dient bij te dragen aan de missie en doelen van de afzonderlijke moederorganisaties’. Aan de hand van een matrix hebben we de volgorde van besluitvorming weergegeven en daarmee ook de verantwoordelijkheden van de afzonderlijke entiteiten inzichtelijk gemaakt. Portfoliostrategie en Financieel Meerjaren Plan Het beleid en de visie op specifiek zorgvastgoed start met een visie op zorg. De lange termijn-woningmarktvisie en het lange termijn-huisvestingsplan (BrabantZorg) vormen de basis van de portfoliostrategie. De portfoliostrategie schetst voor het zorgvastgoed 3 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
een beeld tot 2025. Daarin zijn zowel de kwantitatieve als kwalitatieve elementen van de vastgoedstrategie bekeken. We hebben voor ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 één portfoliostrategie gemaakt. De (financiële) consequenties zijn vervolgens wel voor deze twee entiteiten afzonderlijk inzichtelijk in de Financieel Meerjaren Plannen. Hierdoor is er inzicht in enerzijds de (resterende) investeringsruimte en anderzijds een strategie voor de langere termijn voor de (zorg)vastgoedportefeuille. Jaarlijks herijken we de portfoliostrategie en het Financieel Meerjaren Plan. Governancestructuur Belangrijkste doel van ZorgGoedBrabant 2 is om ‘Mensen zo lang, zo thuis, zo gezond en zo plezierig mogelijk te laten leven en wonen’. ZorgGoedBrabant 2 levert hiertoe, samen met BrabantWonen, de huisvesting met aanvullende diensten. BrabantZorg levert de zorg- en welzijnsarrangementen. ZorgGoedBrabant 2 heeft als entiteit het doel om de formele organisatie en de onderlinge verhoudingen tussen partijen correct in te richten. ZorgGoedBrabant 2 heeft geen eigen personeel. Het is geen merknaam die we naar klanten toe gebruiken. De taken zijn zo verdeeld dat BrabantWonen naar buiten toe alle vastgoedgeoriënteerde uitvoerende werkzaamheden verricht. BrabantZorg huurt de intramurale locaties van ZorgGoedBrabant 2 en verleent zorg. ‘Moederorganisaties’ BrabantZorg en BrabantWonen hebben bij beide stichtingen de inbreng en de zeggenschap gelijkelijk verdeeld. In 2010 is de governancestructuur van ZorgGoedBrabant 2 heringericht. Er is voor gekozen deze structuur gelijk te maken aan de governancestructuur van ZorgGoedBrabant. Uitzondering hierop zijn zeer specifieke volkshuisvestelijke vereisten, zoals bijvoorbeeld het benoemen van twee leden van de Raad van Commissarissen op voordracht van de huurders (voor ZorgGoedBrabant 2 niet van toepassing). De hoofdlijnen van de governancestructuur bij ZorgGoedBrabant 2: De algemeen directeur van BrabantWonen en de leden van de Raad van Bestuur van BrabantZorg vormen gezamenlijk het bestuur van ZorgGoedBrabant 2; Het bestuur van ZorgGoedBrabant 2 is in stemverhouding paritair samengesteld uit het bestuur van BrabantWonen en BrabantZorg; De Raad van Commissarissen is op basis van de statuten samengesteld uit drie leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Commissarissen van BrabantWonen en drie leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg; De Raad van Commissarissen ziet toe op de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijk presteren, de governancestructuur, een aantal gedragsaspecten (integriteit), en het functioneren van het bestuur; De uitvoerende werkzaamheden van ZorgGoedBrabant 2 worden verricht door werknemers van voornamelijk BrabantWonen; De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur vinden ‘goed ondernemingsbestuur’ (good corporate governance) van groot belang. De ambities, positionering en rolopvatting van de AedesCode en Governancecode Woningcorporaties worden onderschreven en er wordt naar gehandeld, ondanks het feit dat deze voor ZorgGoedBrabant 2 (geen toegelaten instelling) niet zijn ondertekend; Het toetsingskader van ZorgGoedBrabant 2 bestaat uit onder andere een reglement voor de Raad van Commissarissen, een statuut investeringen en verbindingen, een financieel statuut, een integriteitsbeleid met klokkenluidersregeling, een klachtenreglement, inkoop- en aanbestedingsbeleid, een portfoliostrategie en Financieel Meerjaren Plan, een activiteitenplan en begroting, en kwartaalrapportages; ZorgGoedBrabant 2 heeft met diverse partners overeenkomsten gesloten, zoals een samenwerkingsovereenkomst, een dienstverleningsovereenkomst, een 4 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
raamovereenkomst intramuraal vastgoed en individuele huurovereenkomsten intramuraal vastgoed; Een onafhankelijke accountant verricht extern toezicht. Hij is aangesteld door de Raad van Commissarissen; Binnen ZorgGoedBrabant 2 kennen wij een systeem van risicobeheersing; de belangrijkste risico’s verantwoorden we in een risicoparagraaf, die in alle rapportages binnen de Planning & Control-cyclus terugkomt.
Voor een uitgebreidere beschrijving van de governancestructuur en de bijbehorende documenten verwijzen wij naar onze website www.zorggoedbrabant.nl. De Raad van Bestuur In statuten, reglementen en overeenkomsten staat hoe de bestuursorganen zijn ingericht. De algemeen directeur van BrabantWonen en de leden Raad van Bestuur van BrabantZorg vormen gezamenlijk de Raad van Bestuur (hierna ‘het bestuur’) van ZorgGoedBrabant 2. In het jaar 2014 waren dit: de heer ir. H.M.H. Windmüller (1959), algemeen directeur van BrabantWonen; de heer drs. F.H. van de Werfhorst (1953), voorzitter Raad van Bestuur BrabantZorg; de heer drs. A.C.M. van Osch (1955), lid Raad van Bestuur BrabantZorg; mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong (1956), lid Raad van Bestuur BrabantZorg. De nevenfuncties van bestuur, die relevant zijn voor de uitoefening van hun bestuurstaak, hebben we opgenomen in de jaarverslagen van BrabantWonen en BrabantZorg. Samenwerken met belanghouders Zowel BrabantWonen als BrabantZorg hebben belanghouders benoemd. Deze formele belanghouders zijn ook belanghouders van ZorgGoedBrabant 2. De contacten met belanghouders en hun beïnvloeding lopen via BrabantWonen en BrabantZorg. Voor een overzicht van de formele belanghouders verwijzen wij naar bijlage 1. 1.2 Verslag Raad van Bestuur Het financieel jaarresultaat 2014, hieronder weergegeven, in de winst en verliesrekening 2014 is € 0,6 miljoen positief. Ten opzichte van de Begroting 2014 (€ 2,5 miljoen positief) is dit een negatief verschil van ca. € 1,9 miljoen. (x € 1.000)
Jaarrekening 2014
Begroting 2014
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Saldo financiële baten en lasten
10.936 7.5132.744-
11.784 4.7973.608-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Portfolioresultaat Belastingen Resultaat na belastingen
679 -
3.379 850-
87592
2.529
Dit lagere resultaat wordt in sterke mate bepaald door de hogere bedrijfslasten (€ 2,7 miljoen) dan eerder geraamd. De hogere bedrijfslasten hangen vooral samen met de negatiever uitgevallen waarde mutaties van het vastgoed. Deze waardevermindering heeft betrekking op het commercieel en sociaal vastgoed van ZorgGoedBrabant 2. In de toelichting op de jaarrekening (par. 6.7) wordt dit nader verklaard.
5 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Naast deze hogere bedrijfslasten is het resultaat ten opzichte van de begroting in hoofdzaak beïnvloed door lagere opbrengsten (€ 0,8 miljoen) en nagenoeg voor een gelijk bedrag lagere rentelasten (€ 0,9 miljoen). De lagere opbrengsten wordt verklaard door de extramuralisatie van zorgplaatsen, die een lagere huur kennen dan intramurale plaatsen. De rentelasten zijn lager (€ 0,9 miljoen) dan begroot aangezien er in de begroting nog rekening is gehouden met extra rentelasten door herfinanciering van kortlopend krediet. Deze herfinanciering vindt naar verwachting echter pas in 2015 plaats. Om de financiële continuïteit van ZorgGoedBrabant 2 te waarborgen, hanteren we genormeerde kengetallen, zoals vastgelegd in het Financieel Statuut van ZorgGoedBrabant 2. Op grond van deze prestatie-indicatoren heeft ZorgGoedBrabant 2 voldaan aan de voor 2014 geldende normen. In de Treasury-paragraaf 3.4.2 lichten we dit verder toe. Toekomstbestendig samenwerken De bijzondere samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2; twee stichtingen waarin het vastgoed van BrabantZorg is ondergebracht. Het politieke en economische klimaat is de laatste paar jaar aan enorme veranderingen onderhevig. We hebben geconstateerd dat de huidige structuur van ZorgGoedBrabant (2) niet kan standhouden. Want de afgelopen jaren hebben de twee vastgoedstichtingen te maken gekregen met: sterke verhoging van de fiscale kosten moeizaam verkrijgen van financiering voor investeringen ten behoeve van vastgoed steeds complexer en beperkender worden van wet- en regelgeving (fiscale wetgeving en de nieuwe Woningwet). Daarom hebben we in 2014 besloten om alternatieve, toekomstbestendige samenwerkingsstructuren te onderzoeken. Tijdens deze grondige analyse hebben wij samen met externe adviseurs meerdere scenario’s tegen het licht gehouden. Begin 2015 hebben de verschillende besturen en toezichthouders het principebesluit genomen om de twee vastgoedstichtingen te laten fuseren met BrabantWonen. We streven ernaar dit proces in 2015 af te ronden. Om de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg duurzaam te borgen vernieuwen we onze samenwerkingsovereenkomst. Voor klanten van BrabantWonen en de cliënten van BrabantZorg verandert er niets. We blijven zoals nu het geval is samenwerken op andere terreinen en ook met andere partijen.
6 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
1.3 Verslag van de Raad van Commissarissen Elk jaar leggen wij als Raad van Commissarissen (RvC) verantwoording af hoe we intern toezicht houden bij ZorgGoedBrabant 2. Intern toezicht De RvC is het intern toezichthoudend orgaan bij ZorgGoedBrabant 2. Als RvC houden wij toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen ZorgGoedBrabant 2. Het beleid van het bestuur toetsen wij aan wet- en regelgeving. Verder toetsen wij de inzet en het gevoerde beleid van het bestuur aan meer specifieke door het bestuur vastgestelde en door de Raad goedgekeurde beleids- en financiële kaders. ZorgGoedBrabant 2 is geen toegelaten instelling. Voor zover ZorgGoedBrabant 2 geen eigen specifieke reglementen en procedures kent, volgen wij die van ZorgGoedBrabant of BrabantWonen. Het toetsingskader bestaat uit onder meer: de statuten en reglementen; beleidsdocumenten (zoals de portfoliostrategie); de activiteitenbegroting; het financieel meerjarenplan. In onze rol als toezichthouder: • kijken wij naar de omvang van het vermogen (de financiële continuïteit); • toetsen we de rechtmatigheid van de uitgaven (de legitimiteit) en het functioneren van het bestuur (integriteit); • treden wij op als klankbord en adviseur voor het bestuur. Als basis voor het eigen functioneren en de relatie met het bestuur maken wij gebruik van een reglement. Dit is een aanvulling op de statuten van de stichting. In 2014 hebben we ons reglement daterend uit 2007 tegen het licht gehouden en aangepast. Materieel zijn er nauwelijks wijzigingen aangebracht. Het ging vooral om presentatie, ordening en in sommige gevallen opschrijven hoe we de dingen in praktijk doen. Het reglement hebben wij op onze website gepubliceerd. Samenstelling Raad van Commissarissen De RvC bestaat uit zes leden. Elk lid is voor een periode van vier jaar benoemd en kan maximaal twee perioden zitting hebben in de RvC. De RvC samengesteld uit drie leden uit de RvC van BrabantWonen en drie leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg. Dit is statutair bepaald. De samenstelling van de RvC van ZorgGoedBrabant 2 is gelijk aan die van ZorgGoedBrabant.
7 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
De samenstelling van de RvC zag er in 2014 als volgt uit: Naam (leeftijd op 31-12-2014)
Functie in RvC
(Neven)functies
Lid RvC vanaf
Voordracht*
Dhr. ir. D.J. Noy (56 jaar)
Voorzitter
-
Directeur adviesbureau Atriensis BV Lid Raad van Toezicht BrabantZorg Voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant Bestuurslid coöperatieve vereniging Energie Uden
2007
RvT BZ
Dhr. W.T.G. Bens MBA (54 jaar)
Vice-voorzitter (tot mei 2014)
-
Directievoorzitter Rabobank Tilburg e.o. Voorzitter Raad van Commissarissen BrabantWonen (tot mei 2014) Vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (tot mei 2014)
2006
RvC BW
Zelfstandig adviseur en procesmanager Dubbel-R advisering Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen (tot november 2014) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (tot november 2014) Voorzitter Raad van Toezicht Jeugdtheater Artemis (tot december 2014) Lid Raad van Toezicht Bibliotheek De Meierij
2006
RvC BW
Parttime hoogleraar ondernemingsstrategie Universiteit van Amsterdam Chief Executive Officer Acatris Voorzitter Raad van Toezicht BrabantZorg (tot januari 2015) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (tot januari 2015) Voorzitter Raad van Commissarissen Bakker Beheermaatschappij Voorzitter Raad van Commissarissen Lamboo Medical Voorzitter Raad van Commissarissen Wireless Value
2006
RvT BZ
-
Directeur Li.Re Holding BV Directeur Rehoma BV Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant
2008
RvC BW
-
Directeur Zorg & Wonen Stichting Philadelphia Zorg Lid Raad van Toezicht BrabantZorg Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant
2014
RvT BZ
Dhr. drs.ing. R.W.M. Rottier (61 jaar)
Lid (tot november 2014)
-
Dhr. prof.dr. E. Piëst (54 jaar)
Lid (tot januari 2015)
-
Dhr. ing. J.C.J. Reijers (64 jaar)
Lid
Mevr. drs. A.E. Spreen (56 jaar)
Lid
-
8 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Naam (leeftijd op 31-12-2014)
Functie in RvC
Dhr. R.P. Prins (64 jaar)
Vicevoorzitter (per mei 2014)
(Neven)functies -
Dhr. drs. J.W.A. Verbaal MBA (55 jaar)
Lid (per november 2014)
-
Mevr. drs. C.J.W.M. Aquarius (63 jaar)
Lid (per januari 2015)
-
Lid RvC vanaf
Voordracht*
Voormalig directievoorzitter Organon BioSciences Nederland BV Vicevoorzitter Raad van Commissarissen BrabantWonen en per mei 2014 voorzitter Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per mei 2014) Voorzitter Raad van Commissarissen NV Noordelijke Ontwikkelings- Maatschappij (NOM) (tot september 2014) Voorzitter Raad van Toezicht ROC de Leijgraaf Voorzitter RvC BioConnection
2014
RvC BW
Lid Raad van Bestuur Stichting Elisabeth Breda Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen (per april 2014) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per november 2014) Vicevoorzitter Raad van Toezicht Stichting Kompaan en De Bocht
2014
RvC BW
Eigenaar Kula BV (onderneming m.b.t. bestuur, toezicht, innovatie profit en not-for-profit) Bestuurder Moveoo Voorzitter Raad van Toezicht BrabantZorg Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per januari 2015) Voorzitter Raad van Toezicht Abrona Lid Raad van Toezicht La Providence Voorzitter Bestuur Zorg aan Zet
2015
RvT BZ
* BZ = BrabantZorg, BW = BrabantWonen
9 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Het rooster van aftreden ziet er als volgt uit: Naam
2015
2016
Dhr. ir. D.J. Noy
Aftredend 1-1-’16
Dhr. ing. J.C.J. Reijers
Aftredend 1-12-’16
Mevr. drs. A.E. Spreen
Dhr. R.P. Prins Dhr. drs. J.W.A. Verbaal MBA
Mevr. drs. C.J.W.M. Aquarius
2017
2018
2019
Aftredend en herbenoembaar 1-1-’18 Aftredend 1-1-’18 Aftredend en herbenoembaar 1-11-‘18 Aftredend en herbenoembaar 1-1-‘19
Wij zijn van mening dat er voldoende relevante deskundigheid in de RvC is vertegenwoordigd om goed en onafhankelijk toezicht op het bestuur te kunnen uitoefenen. Alle commissarissen, die vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg zijn aangesteld, zijn lid van de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen). Alle commissarissen, die vanuit de Raad van Commissarissen van BrabantWonen zijn aangesteld, zijn lid van de VTW (Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties). Kerncommissies We hebben geen remuneratiecommissie ingesteld, omdat de bezoldiging van de bestuurders plaatsvindt bij BrabantWonen dan wel BrabantZorg. In die zin vervult de Raad niet de rol van werkgever. Ook kennen wij geen auditcommissie. De jaarlijkse bespreking van de cijfers vindt plaats in gezamenlijkheid met de externe onafhankelijke accountant en het bestuur. Bijeenkomsten Wij zijn als RvC is in het verslagjaar vier keer bijeen geweest. Deze vergaderingen vonden verspreid over het jaar plaats, te weten in februari, juni, september en november 2014. Voorafgaand aan iedere vergadering hebben vertegenwoordigers van het bestuur (de heer Windmüller en de heer Van Osch) een vooroverleg gehad met de voorzitter. Naar aanleiding van dit gesprek werd de agenda definitief samengesteld. Het bestuur was aanwezig bij de vergaderingen van de RvC. Besluiten en informatie Als RvC nemen we besluiten door documenten vast te stellen of door goedkeuring te verlenen aan bestuursbesluiten. Onze belangrijkste besluiten van 2014 op een rij: • • • • • •
Benoemingen nieuwe leden: mevrouw Spreen, de heer Prins en de heer Verbaal; Benoeming PwC tot externe accountant voor een periode van 4 jaar; Decharge bestuur voor verslagjaar 2013; Vaststelling jaarverslag 2013 RvC ZorgGoedBrabant 2; Vaststelling reglement RvC ZorgGoedBrabant 2; Vaststelling mandaat bestuur 2014; 10
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
• • •
Vaststelling verslag zelfevaluatie d.d. 29 september 2014; Vaststelling notulen vergaderingen RvC; Vaststelling jaarplanning 2015.
Goedkeuring bestuursbesluiten • Vaststelling herijkt Statuut investeringen en verbindingen ZorgGoedBrabant 2; • Vaststelling herijkt Financieel Statuut ZorgGoedBrabant 2; • Vaststelling jaarverslag 2013; • Vaststelling activiteitenplan & begroting 2015 ZorgGoedBrabant 2; • Vaststelling raamovereenkomst intramuraal vastgoed; • Vaststelling actualisatie Portfoliostrategie 2014-2015 ZorgGoedBrabant (2); • Vaststelling Financieel Meerjarenplan 2015 ZorgGoedBrabant 2. • Naast actuele ontwikkelingen hebben we tijdens vergaderingen stilgestaan bij: • Fiscaliteit en (toekomstige) financieringsbehoefte; • Accountantsverslag; • Kwartaalrapportages; • Huuraanpassing per 1 juli 2014; • Vastgoedwaardering. Externe accountant In 2007 hebben wij als RvC ZorgGoedBrabant 2 expliciet besloten te kiezen voor dezelfde accountant als die van BrabantWonen. Er is toen geconstateerd dat er in deze situatie geen sprake is van belangenverstrengeling en dat er evenmin vanuit de governance bezwaren zijn aan te voeren. De overwegingen om juist voor dezelfde accountant te kiezen hebben betrekking op onder andere het feit dat werkwijze, vraagstelling, interpretatie en controlemomenten identiek zijn en parallel lopen. En de kosten zijn lager als gevolg van efficiëntie. BrabantWonen heeft, conform reglementen, protocol accountant en het eigen aanbestedingsbeleid, in 2014 een selectieproces doorlopen voor de benoeming van de externe accountant. De RvC van BrabantWonen heeft besloten de samenwerking met PwC voort te zetten. Ook wij hebben besloten PwC opnieuw voor vier jaar te benoemen tot onze externe accountant. We hebben de accountant opdracht verleend om de jaarstukken te onderzoeken en daarover een accountantsverslag uit te brengen. In de vergadering van de Raad op 16 juni 2014 hebben wij, in aanwezigheid van het bestuur, het accountantsverslag over 2013 inclusief de aanbevelingen met de accountant besproken. Zelfevaluatie Eens per jaar vindt er een zelfevaluatie plaats. In 2014 was dit op 29 september. We hebben samen uitvoerig teruggekeken en gesproken over de oorspronkelijke uitgangspunten van de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg en de daarmee samenhangende vastgoedconstructie ZorgGoedBrabant (2), en onze huidige ervaringen. De veranderende (wettelijke) context en de bijbehorende financiële en fiscale vraagstukken hebben grote invloed op de toekomst van ZorgGoedBrabant (2). Wij hebben onze rol en functioneren op dit punt geëvalueerd. Er is naar ons oordeel met voldoende scherpte naar inhoud en uitwerking van de plannen van het bestuur gekeken. De omvang van de externe invloeden is dermate groot, dat niets anders rest dan een pas op de plaats voor wat betreft investeringen en vervolgens een heroriëntatie van vorm en inhoud van de samenwerking en vastgoedconstructie.
11 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Toekomst samenwerking Zoals in het voorwoord is aangegeven, hebben de besturen en toezichthouders van BrabantWonen, BrabantZorg en ZorgGoedBrabant (2) de samenwerkingsconstructie gezamenlijk geëvalueerd. Op basis van geschetste scenario’s hebben wij begin 2015 het principebesluit genomen om ZorgGoedBrabant 2 te laten fuseren met BrabantWonen. Leningen of garanties en tegenstrijdig belang ZorgGoedBrabant 2 verstrekt geen leningen of garanties aan de leden van de RvC en het bestuur. Verder hebben in het boekjaar 2014 geen transacties plaatsgevonden met tegenstrijdig belang aangaande het bestuur dan wel de RvC. Bezoldiging Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen Moederorganisaties BrabantWonen en BrabantZorg bezoldigen de leden van de Raad van Bestuur. Stichting ZorgGoedBrabant 2 zelf betaalt de honorering van de werkzaamheden van de commissarissen. BrabantWonen en BrabantZorg kennen geen (aanvullende) vergoedingen aan de leden van de RvC toe. In 2014 was de bezoldiging voor de RvC als volgt: Dhr. Bens € 708,33 Dhr. Noy € 2.443,75 Dhr. Piëst € 2.125,00 Dhr. Prins € 1.416,67 Dhr. Reijers € 2.125,00 Dhr. Rottier € 1.770,83 Mevr. Spreen € 2.125,00 Dhr. Verbaal € 354,17 Deze bezoldiging is onafhankelijk van de financiële prestaties van ZorgGoedBrabant 2. Oss, xxx mei 2015 ir. D.J. Noy, voorzitter Raad van Commissarissen van ZorgGoedBrabant 2 1.4 Verklaringen Bestuursverklaring De Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant 2 verklaart dat zij, ook in het verslagjaar 2014, de relevante wet- en regelgeving heeft nageleefd en dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen effectief zijn. De Raad van Bestuur, ir. H.M.H. Windmüller drs. F.H. van de Werfhorst drs. A.C.M van Osch mevrouw drs. W.J.C.M de Jong
12 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Goedkeurende verklaring Raad van Commissarissen De Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant 2 heeft de jaarrekening en het jaarverslag over 2014 opgemaakt en vastgesteld. De jaarrekening omvat een kort verslag, de winsten verliesrekening, de balans en de daarbij behorende toelichting. Deze jaarrekening 2014 is door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., gecontroleerd en goedgekeurd, zoals blijkt uit de controleverklaring die u in de overige gegevens bij de jaarrekening aantreft. De Raad van Commissarissen verleent goedkeuring aan dit jaarverslag en bijbehorende jaarrekening en verleent decharge aan de Raad van Bestuur voor het gevoerde beleid in het verslagjaar. ir. D.J. Noy, voorzitter Raad van Commissarissen van ZorgGoedBrabant 2
13 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 2: Volkshuisvestingsverslag
14 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
2.1 Inleiding ZorgGoedBrabant 2 is ontwikkelaar, bouwer en beheerder van voornamelijk intramuraal vastgoed. De focus van de werkzaamheden ligt op het beheer en de (her)ontwikkeling van intramuraal vastgoed. BrabantWonen verzorgt alle klant-, vastgoed- en organisatiegebonden activiteiten voor ZorgGoedBrabant 2. 2.2 Typering woningvoorraad Binnen ZorgGoedBrabant 2 kennen we drie typen zorgvastgoed: verzorgingshuisplaatsen (ná extramuralisering: zorgwoningen), verpleeghuisplaatsen en dagzorg. Verzorgingshuisplaatsen Hieronder verstaan we de intramurale plaatsen voor bewoners met een ZorgZwaartePakket-indicatie (ZZP) 1 t/m 3 en 4 (gedeeltelijk). In 2014 zijn we doorgegaan met de extramuralisering van verzorgingshuisplaatsen. Deze transitie loopt tot en met 2018. Deze zogenaamde zorgwoningen bieden we dan aan in de locaties: Compostella, Zeeland; Sint Petrus, Boekel; AAtrium, Veghel; Odendael, Sint Oedenrode; Simeonshof, Erp; Noorderkroon, ‘s-Hertogenbosch; Nieuwehagen, ‘s-Hertogenbosch. Verpleeghuisplaatsen Ook dit zijn intramurale plaatsen, nu voor de ZZP’s 4 (gedeeltelijk) en 5 tot en met 8. Daarnaast kennen we tijdelijk verblijf(revalidatie) (ZZP 9) en palliatieve zorg (ZZP 10). Dagzorg Mensen, die in zekere mate de regie over hun leven verloren zijn, vangen we in de dagzorg op (circa 365 plaatsen). Zij krijgen een volledig dagprogramma aangeboden. Zij blijven in de eigen woning wonen.
15 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Locaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de 14 locaties, die behoren tot ZorgGoedBrabant 2. In de tabel staat hoeveel en welke plaatsen we per locatie aanbieden: Locatie
VerzorgingsVerpleeghuisplaatsen huisplaatsen
Zorgwoningen
2014
2013
2014
2013
Sint Petrus
32
42
22
22
14
Simeonshof
33
52
20
20
19 15
Odendael
Revalidatie
2014 2013 2014
Plaats
2013
4
Boekel Erp
75
80
58
58
Sint Jan
114
114
80
80
AAtrium
32
40
20
20
St. Joachim en Anna
46
46
26
26
Veghel
112
160
Veghel
De Watersteeg
10
St.Oedenrode Uden
10
2
Veghel
St. Antonius
38
38
Compostella
41
52
17
17
11
Volkel
Nieuwehagen
41
50
52
52
11
2
‘s-Hertogenbosch
Noorderkroon
39
49
78
78
13
3
‘s-Hertogenbosch
De Lindeboom
47
47
Zeeland
Ammerzoden
Het Zonnelied
110
110
32
32
627
675
Muzerijk
18
538
610
Ammerzoden Uden
Hotel BrabantZorg (Watersteeg)* Totaal
18
93
21
48
48
66
66
Veghel
Peildatum: 31-12-2014
Woningvoorraad overige Daarnaast verhuren we delen van de zorglocaties rechtstreeks aan derden. Het gaat hierbij om: Locatie
Verhuur
AAtrium Veghel
10 appartementen + gemeenschappelijke ruimten aan GGZ
Sint Petrus Boekel
Gezondheidscentrum aan GGD Hart van Brabant
Odendael Sint Oedenrode
Gezondheidscentrum+ gemeenschapscentrum (ODC) + 6 plaatsen aan gehandicaptenzorg
Noorderkroon ‘s-Hertogenbosch
2 groepswoningen (12 plaatsen) aan Cello
In de locatie Odendael betaalt de gemeente Sint Oedenrode (aan ZorgGoedBrabant 2) huur en een deel van de exploitatielasten van het Ontmoeting- & Diensten Centrum (ODC). Dit zit deels in specifiek gehuurde ruimtes voor maatschappelijke partijen waarvoor de gemeente een huisvestingsplicht heeft, én deels in het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes, zoals restaurant, zaal e.d. Wovesto betaalt een bijdrage in de kapitaals- en exploitatielasten voor het ODC. Hierdoor kunnen huurders van Wovesto uit naast gelegen panden tegen “intramurale” tarieven gebruik maken van de faciliteiten van het ODC. Met het betalen van deze bijdrage, kan Wovesto tevens gebruik maken van (vergader-)ruimtes van het ODC.
16 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Op een aantal locaties exploiteert ZorgGoedBrabant 2 zorgcomplexen die geen eigendom zijn van ZorgGoedBrabant 2 maar die BrabantZorg huurt. Voor deze locaties verricht BrabantWonen onderhoudswerkzaamheden. Hieronder staat een overzicht met deze locaties: Locatie
Verzorgingshuisplaatsen
’t Geerke Den Bosch
Verpleeghuis plaatsen 18
De Leyenstein Kerkdriel
39
30
De Wielewaal Zaltbommel
62
30
101
78
Totaal
In Erp hebben we tegenover de locatie Simeonshof een pand in bezit genaamd ‘D’n Overkant’. Deze locatie wordt ingezet voor dagverzorging en tijdelijke huisvesting in verband met de vernieuwbouw van de locatie Simeonshof. 2.3 Woningmarkt ZorgGoedBrabant 2 heeft intramurale plaatsen en sinds 2013 ook zorgwoningen. Bij de intramurale plaatsen is er geen directe relatie tussen de woningmarkt en ontwikkelingen daarop met de bezetting van de intramurale zorgplaatsen. Scheiden van wonen en zorg Sinds 1 januari 2014 komen ZZP 1 t/m 3 niet meer in aanmerking voor zorg mét verblijf. Vanaf 2016 komt daar ZZP 4 bij (gedeeltelijk). BrabantZorg heeft te maken met de reductie van verzorgingshuiszorg. Hiervoor hebben we een krimpscenario opgesteld. Dit scenario loopt tot en met 2018. Voor de afbouw van verzorgingshuiszorg proberen we per jaar een streefgetal te halen. Het behalen van dit streefgetal was in 2014 van twee zaken afhankelijk: het moment waarop de locaties het zorgwonen gingen aanbieden en de mutatiegraad binnen deze complexen. Als vervanging van het verdwijnen van verzorgingshuiszorg hebben ZorgGoedBrabant 2 en BrabantZorg een nieuw product ontwikkeld: het “Zorgwonen”. Wonen met zorg binnen de geborgenheid van een zorglocatie met: 24-uurs aanwezigheid van de zorg; alle faciliteiten om aan sociale activiteiten mee te doen; gezonde & gevarieerde voeding; ondersteunende diensten in huis. Huurders betalen voor deze “verzorgde” woningopzet via de huur & servicekosten, een basisarrangement en specifieke arrangementen per locatie. De verlening van zorg gaat via de extramurale zorgindicatie. Zoals we hebben aangegeven in hoofdstuk 2.2 zijn we in 2014 doorgegaan met het uitbreiden van het Zorgwonen op een aantal locaties. In lijn met het krimpscenario bieden we vanaf 2014 op meerdere locaties het Zorgwonen aan. Portfoliostrategie De maatschappij is in combinatie met wet- en regelgeving aan sterke veranderingen onderhevig. Dit heeft zijn weerslag op onze huidige portefeuillestrategie. De versnelling van het scheiden van wonen en zorg hebben we in 2013 in de portfoliostrategie verwerkt. In 2014 zijn we gestart met het herijken van onze portfoliostrategie voor de planperiode vanaf 2016 teneinde de integrale aansluiting met wensen vanuit de maatschappij van nu en in de toekomst om de vijf jaar opnieuw te maken.
17 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
2.4 Kwalitatief goede woningen Bereikbaarheid van onze voorraad Huurverhoging Zorgwonen In 2013 zijn de uitgangpunten voor de huurprijsbepaling voor Zorgwonen vastgesteld en, in combinatie met de uitzonderingsregels binnen het DAEB regime voor mensen met chronische ziekte, is de keuze gemaakt om geen inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen. Voor de woningen onder het type Zorgwonen is een inflatievolgende huurverhoging van 2,7% doorgevoerd. Duurzaamheid en energie De thema’s duurzaamheid en energie nemen aan gewicht toe in de strategie, het beleid en de bedrijfsvoering van ZorgGoedBrabant 2. Daarvoor zijn verschillende redenen te noemen zoals: energieschaarste is op de lange termijn een risico voor de exploitatie van ZorgGoedBrabant 2, als wij nu niets doen. De urgentie om daarop in te spelen is groot; de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en energie gaan steeds sneller en de maatschappelijke en economische druk op het onderwerp neemt toe; de thema’s energie en duurzaamheid bieden velerlei kansen, zoals het verbeteren van het imago, die wij graag willen benutten. Naast deze bedrijfseconomische redenen hebben wij ook oog en aandacht voor de positieve effecten van ons beleid voor: het beperken van de woonlasten van onze klanten; de beperking van de CO2 uitstoot; het verbeteren van het binnenklimaat van woningen maakt de woonomgeving gezonder en geeft meer comfort. Beide elementen zijn belangrijke woonwensen van klanten, zeker als het gaat om de doelgroep ouderen. Een van onze doelstellingen is het reduceren van de CO2-uitstoot. Dit realiseren we door middel van het plaatsen van energie zuinige cv-installaties, plaatsen van LED-verlichting, het waar mogelijk plaatsen van PV-cellen en zonneboilers en bevorderen van de bewustwording van bewoners hoe ze energie (=woonlasten) kunnen besparen. Ook BrabantZorg heeft duurzaamheid op de agenda staan (Urgenda) en het convenant verantwoord maatschappelijk ondernemen ondertekend. We bekijken dit thema in relatie tot het vastgoed van ZorgGoedBrabant 2. Warmte-koude-opslag Bij nieuwbouw van enige omvang willen we daar waar mogelijk energieopslag in de bodem toepassen volgens het warmte-koude-opslagprincipe (WKO). Bij WKO worden gescheiden grondwaterbronnen gebruikt om warmte en koude op te slaan. ’s Winters wordt warmte onttrokken aan de opgewarmde bron. In de zomer wordt deze gebruikt voor koeling van woningen. De zomer erna wordt vervolgens uit de afgekoelde bron koude onttrokken om het gebouw te koelen. Dit proces keert hierna continu terug. Bij nieuwbouwprojecten laten we de geologie van de ondergrond controleren op de mogelijkheid van toepassing van WKO. Indien de ondergrond dit toelaat, passen we WKO toe. In 2014 hebben we WKO aangesloten op de nieuwbouwlocatie Simeonshof te Erp. Onderhoud BrabantWonen Maatschappelijk Vastgoed (hierna: Maatschappelijk Vastgoed) verricht namens ZorgGoedBrabant 2 het technisch beheer van de zorglocaties en servicewoningen. Samen met de huismeesters van BrabantZorg, die belangrijke input leveren, worden de gebouwen op een efficiënte wijze onderhouden door Maatschappelijk Vastgoed. Door de samenwerking met de vestiging Oss voor sociaal beheer hebben we goed inzicht in de servicewoningen op zowel het technische als sociale domein.
18 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Voor de toekomst (2015) heeft Maatschappelijk Vastgoed twee eigen medewerkers beschikbaar om het complete sociaal beheer te gaan uitvoeren. ZorgGoedBrabant 2 stelt zich als doel goede woonkwaliteit te bieden. Teneinde dit te borgen vindt regulier overleg plaats met BrabantZorg en de vaklieden. In de volgende paragrafen belichten wij achtereenvolgens de belangrijkste ontwikkelingen en omvangrijke onderhoudswerkzaamheden uit 2014: • dagelijks onderhoud; • preventief/ contract onderhoud; • groot onderhoud; • verbeteringen. Dagelijks onderhoud In het dagelijks onderhoud maken wij onderscheid tussen reparatieverzoeken, mutatieonderhoud en serviceonderhoud. Reparatieverzoeken Dit is onderhoud dat wij op verzoek van de huurder uitvoeren nadat die een reparatieverzoek heeft gemeld. In totaal zijn voor de zorglocaties en de servicewoningen 779 werkopdrachten ontvangen en afgewerkt binnen de gestelde urgentietermijnen. Afhankelijk van de storing bekijken we hoe dringend herstel noodzakelijk is. In overleg met de klant worden afspraken ingepland. De daling ten opzichte van voorgaande jaren is het gevolg van de intensivering van het planmatig en preventief onderhoud. Mutatieonderhoud Dit is onderhoud dat voortkomt uit gebreken die wij constateren bij het leegkomen van de servicewoning of zorgkamer. Het opknappen van een zorgkamer of appartement betekent dat, indien noodzakelijk, naast een aantal kleine reparaties ook binnenschilderwerk wordt verricht. In onderstaande tabel staan voor 2014 het aantal mutaties en de mutatiegraad van kamers per locatie weergegeven, voor zover relevant voor de vestiging Maatschappelijk Vastgoed. In totaal zijn er 333 mutaties geweest binnen ZorgGoedBrabant 2. Het aantal mutaties in 2013 was 358. De percentages van de mutatiegraad zijn in 2014 berekend op basis van het aantal mutaties gedeeld op het aantal verzorgings- en verpleeghuisplaatsen.
Peildatum: 1-1-2015
De gemiddelde doorlooptijd van een leegstaande kamer is in 2014 9,7 dagen (2013: 8,9 dagen), waarmee het gestelde doel was een maximale doorlooptijd van 7,8 dagen niet is
19 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
behaald. In de onderstaande tabel is de doorlooptijd per locatie uiteengezet, uitgesplitst naar BrabantWonen, BrabantZorg en op totalen.
Peildatum: 1-1-2015
Huurderonderhoud Hierbij verrichten wij niet alleen service aan alle bouwgerelateerde zaken, maar ook aan een aantal zorg- of huurdergerelateerde zaken. Zo zijn onderhoudscontracten afgesloten voor bijvoorbeeld zorgalarmering, groot keukenapparatuur, koel- en vriesinstallaties en telefooncentrales. Preventief / contractonderhoud Preventief onderhoud betreft het voorkomen van storingen aan technische installaties. In 2014 ondernamen we verdere stappen in de verbetering van de onderhoudscontracten teneinde storingen te voorkomen en samenhangende kosten te reduceren. In 2014 voerden wij onder andere de volgende preventieve onderhoudscontracten uit op diverse locaties: • er is een aanvullend contract afgesloten voor zowel vaste als mobiele tilliften. Dit is in samenwerking met BrabantZorg uitgevoerd; • er is een nieuw contract afgesloten voor controle op blusmiddelen; • het in 2014 afgesloten contract voor een groot deel van onze elektrische installaties is geëvalueerd en uitgebreid met nieuw opgeleverde locaties en noodzakelijke uitbreidingen van locaties; • en er is een contract afgesloten, in navolging van het contract voor keukenapparatuur, voor het onderhoud aan koelkasten, en aan de koel- en vriescellen. Buitenschilderwerk Als gevolg van de technische ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteit en duurzaamheid van verfsystemen is kostenbesparing gerealiseerd op het buitenschilderwerk. Ter voorkoming van houtrot, en vanuit esthetisch oogpunt en representativiteit schilderen we het vastgoed van ZorgGoedBrabant 2, conform de systematiek van BrabantWonen, eens in de zes jaar. In 2014 verrichtten we buitenschilderwerk op de locaties Sint Petrus en Odendael.
20 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Binnenschilderwerk In 2014 hebben we geen correctief binnenschilderwerk uitgevoerd. Met de locatiemanagers is afgesproken dat onze eigen schilders op afroep voor een aantal dagdelen kunnen worden ingezet om kleine herstelwerkzaamheden te verrichten, waarbij in het bijzonder voor de algemene ruimten. In 2014 is dit incidenteel ingezet. Komend jaar we deze dienstverlening uitbreiden voor alle locaties. Het uiteindelijke doel is dat locaties er door het jaar heen representatief uit blijven zien en dat hoge kosten voor schilderwerk voorkomen kunnen worden. Groot onderhoud Dit betreffen onderhoudswerkzaamheden die niet kunnen worden uitgesteld tot een verbouwingsactiviteit of renovatie. De grootste projecten in 2014 waren: St. Jan: vervangen van cv-ketels; Compostella: vervangen van zonwering. Verbeteringen In 2014 hebben we onder andere de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd om de woon- en leefkwaliteit van onze zorglocaties, service- en zorgwoningen op peil te houden: St. Anthonius: verbeteren van de toiletgroep; AAtrium: realiseren van een woonkamer op de 3e etage; Nieuwehagen; vernieuwen van badkamervloeren. Onderzoeken: Brandveiligheidsonderzoek zorg- en verpleeglocaties Alle locaties van ZorgGoedBrabant 2 moeten voldoen aan wettelijke brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit. Het verzorgingsgebied van ZorgGoedBrabant 2 bestrijkt verschillende gemeenten met elk hun eigen specifieke aanpak en prioritering op het gebied van inspectie, handhaving en preventie. Door middel van een inventarisatie is een lijst opgesteld van (zorg)locaties. Voor 8 (zorg)locaties en het kantoor BrabantZorg te Veghel is een brandscan gemaakt. Door middel van deze brandscan zijn de aandachtgebieden in kaart gebracht. Recent opgeleverde locaties, waar alsnog kleine aanpassingen uitgevoerd moeten worden, zijn eveneens in dit project meegenomen. Op basis van de brandscans hebben drie aannemers opdracht gekregen om een begroting op te stellen. De werkzaamheden uit deze begroting worden afgestemd met de gemeente/brandweer De benodigde werkzaamheden zijn vervolgens eind 2014 gestart en worden in 2015 afgerond. Ten aanzien van een aantal (zorg)locaties zullen geen werkzaamheden verricht, omdat deze op korte termijn worden gesloopt, recent zijn opgeleverd of kort geleden door de brandweer zijn gecontroleerd en geen aanpassingen behoefden. Sloop ZorgGoedBrabant 2 heeft in 2014 geen servicewoningen of zorglocaties gesloopt. 2.5 Voldoende passende woningen Woonruimteverdeling voor intramurale zorg Gezamenlijk met de woningzoekende en op basis van de gestelde indicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepalen wij of de klant in aanmerking komt voor een kamer in een locatie. Indien de woningzoekende daarvoor in aanmerking komt, regelt BrabantZorg de plaatsing zodra er een zorgkamer vrijkomt.
21 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Nieuwbouw Opgeleverde nieuwbouw Eind 2014 hebben we de laatste fase Simeonshof in Erp opgeleverd en in gebruik genomen. Dit betrof 21 zelfstandige geclusterde appartementen en 21 onzelfstandige geclusterde appartementen. Projecten opgeleverd in 2014
Project Simeonshof Erp
Aantal woningen
Sector en type
16 Geclusterd, niet zelfstandig 21 Geclusterd, zelfstandig 5 Geclusterd, niet zelfstandig
Segment
Oplevering
Huur (fase 2) Huur (fase 2) Huur (fase 2)
oktober 2014
Nieuwbouw in uitvoering Gedurende 2014 is alleen het project Simeonshof in uitvoering geweest. Nieuwbouw in voorbereiding In 2013 is in gestart met het haalbaarheidsonderzoek Wielewaal en Waluwe Zaltbommel. We zijn op zoek gegaan naar de mogelijkheden om het huidige gebouw geschikt te maken voor verpleegzorg en om het nabijgelegen terrein geclusterde zelfstandige woningen te ontwikkelen. In 2014 hebben we dit onderzoek vervolgd onder de naam Waluwe. Op dit moment hebben we uitgebreid overleg met een derde partij over Waluwe. We zetten in op een haalbaar plan en verwachten hier op zijn vroegst in 2015 een besluit over te nemen. Aan- en verkoop In 2014 is door ZorgGoedBrabant 2 geen bestaand bezit verkocht en geen bezit aangekocht. 2.6 Tevreden klanten Overleg met cliënten, gemeenten en partners Cliëntenraad ZorgGoedBrabant 2 omvat voornamelijk intramuraal vastgoed. Dat betekent dat zij geen zelfstandig wonende huurders huisvest. Medezeggenschap is, conform het beleid van BrabantZorg, geregeld via de (centrale) cliëntenraad. Deze cliëntenraad behartigt de gemeenschappelijke belangen van cliënten. Hierin praten cliënten en vertegenwoordigers van cliënten mee over alle onderwerpen die voor hen van belang zijn. Gemeenten Indien sprake is van de realisatie van nieuwbouw door ZorgGoedBrabant 2 in een bepaalde gemeente, dan hebben we met de betreffende gemeente intensief contact. In 2014 waren dit de gemeenten Veghel en Uden. Partners Behoudens de overleggen met de gemeenten werken wij met vrijwel alle spelers in het veld samen. Dit doen wij omdat wij willen ondernemen vanuit het maatschappelijk belang. Daar is samenwerking met gemeenten en andere partners (zoals de plaatselijke corporaties) voor nodig. Door met hen in overleg te treden wil ZorgGoedBrabant 2 die samenwerking tot stand brengen. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de belanghouders van ZorgGoedBrabant 2.
22 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 3: Financieel Verslag
23 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
3.1 Financieel beleid en sturing ZorgGoedBrabant 2 heeft haar technisch en administratief beheer en haar projectontwikkeling uitbesteed aan BrabantWonen. Om praktische redenen sluit ZorgGoedBrabant 2 met betrekking tot haar Planning & Control cyclus zoveel als mogelijk aan bij de P&C cyclus van BrabantWonen. Vanuit het strategisch beleidsplan van BrabantZorg, waarin zowel de nieuwbouw- en verbouwbehoefte en de mate waarin we extramuraliseren is bepaald, formuleren wij de benodigde projecten. De toekomstige onderhoudskosten worden door BrabantWonen vanuit het technisch beheer geformuleerd. Vanuit het strategisch beleidsplan van BrabantZorg voortkomende projecten en de reguliere exploitatie bepalen we de daaruit voortvloeiende kasstromen, de financieringsbehoefte en beleggingsmogelijkheden. Deze kasstromen leggen we vast in een financieel meerjarenplan (FMP) en volgen we dagelijks. Het laatste bijgestelde FMP van ZorgGoedBrabant 2 is op 29 september 2014 door de RvC van ZorgGoedBrabant 2 goedgekeurd. Het FMP is het kader voor het activiteitenplan en jaarbegroting. In het activiteitenplan verwoordt het bestuur de beleidskeuzes en vertaalt deze naar concrete acties en projecten. De projecten beoordelen we bij het voorgelegde bestuursbesluit aan de hand van de kaderstellingen, zoals die zijn vastgelegd in ons Statuut Investeringen en Verbindingen. Projecten, die niet passen binnen de vastgestelde en goedgekeurde begroting, leggen we afzonderlijk aan het bestuur ter vaststelling voor. Opdrachten en uitgaven accorderen we vervolgens via de autorisatiematrix, die ook BrabantWonen intern hanteert en waarbinnen per functie de mandaten zijn vastgelegd. Eventueel benodigde (her-)financieringen van ZorgGoedBrabant 2 worden in de Treasurycommissie besproken. Daar leggen we financieringsvoorstellen voor aan de bestuurder. In een dergelijk financieringsvoorstel beoordelen we de passendheid ervan. Ook vergelijken we de voorgestelde modaliteiten ten opzichte van de kaderstellingen, zoals vastgelegd in het Financieel Statuut ZorgGoedBrabant 2. In kwartaalrapportages en –besprekingen verantwoordt BrabantWonen zich naar het bestuur van ZorgGoedBrabant 2 over de voortgang ten opzichte van de vastgestelde en goedgekeurde begroting. De kwartaalrapportages ontvangt de RvC ter informatie. 3.2 Financiële continuïteit gewaarborgd Om de financiële continuïteit van ZorgGoedBrabant 2 ook op lange termijn te waarborgen, hanteren we genormeerde kengetallen, waarmee we in onderlinge samenhang de financiële gezondheid van ZorgGoedBrabant 2 bewaken. Deze kengetallen hebben we zowel in de FMP als in de begroting opgenomen. De ontwikkelingen van deze kengetallen bewaken we bij het aangaan van nieuwbouwprojecten, het aangaan van nieuwe financieringen en de voortgang in zijn totaliteit in de kwartaalrapportages.
24 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
De door ons gehanteerde kengetallen zijn:
ICR DSCR LtV Solvabiliteit
Realisatie Norm 2014 Begroting Realisatie 2014 CFV WSW 2014 2013 4,42 1,4 1,4 3,26 5,5 2,5 1,0 1,0 1,64 3,0 56,0% 75% 75% 59,1% 59,4% 44,2% 25% 20% 45,7% 41,3%
Interest Coverage Ratio (ICR) Een “gezonde” operationele kasstroom is voor ZorgGoedBrabant 2 essentieel om de financierbaarheid te kunnen blijven garanderen. Hiertoe wordt onder meer gestuurd op het rentedekkingsgetal. Het rentedekkingsgetal dient jaarlijks minimaal 1,4 te zijn, zodat aan de normen kan worden voldaan van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Deze prestatie-indicator geeft de mate aan waarin de rentelast kan worden voldaan vanuit de operationele kasstroom. In 2014 is een daling zichtbaar in vergelijking met 2013. Dit wordt veroorzaakt doordat in de operationele kasstroom van 2013 een incidenteel bedrag aan inkomsten was meegenomen (zie ook toelichting 4.3.1 toelichting kasstroomoverzicht). Desondanks blijft onze ICR ruimschoots boven de gestelde norm. In vergelijking met de begroting komt de ICR een stuk hoger uit. In de begroting was rekening gehouden met herfinanciering van de kortlopende financieringen wat een opwaartse druk zou geven op de rente uitgaven en dus een lagere ICR. Aangezien het traject met het WfZ vertraging heeft opgelopen, vindt deze herfinanciering waarschijnlijk later plaats. Debt Service Coverage Ratio (DSCR) Dit kengetal geeft aan of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd om de rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen betalen. ZorgGoedBrabant 2 stuurt ook op de DSCR. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. In vergelijking met 2013 is er sprake van een lichte daling maar de DSCR blijft nog ruim boven de gestelde norm. Loan to Value (LtV) De LtV drukt de financiering uit in een percentage van de waarde van het bezit. Dit is een richtinggevend getal dat van belang is voor de continuïteit op lange termijn. De waarde van de vastgoedportefeuille is licht gedaald echter de leningenportefeuille laat een procentueel grotere daling zien waardoor de LtV in 2014 met 3,4% daalt ten opzichte van 2013. Het WSW en het CFV hanteren een bovengrens voor de LtV van 75%. ZorgGoedBrabant 2 voldoet aan het door het WSW gestelde criterium. Solvabiliteit Deze prestatie-indicator drukt het eigen vermogen uit in een percentage van het totale vermogen. Het WSW hanteert een norm van 20% en het CFV hanteert een norm van 25%. De solvabiliteit is in 2014 nagenoeg gelijk gebleven aan 2013 en voldoet daarmee ruim aan de gestelde ondergrens. De verhuurderheffing heeft voor ons tot gevolg dat we vanaf 2014 een bedrag moeten voldoen dat oploopt van € 4.184 in 2014 naar ca. € 350.000 vanaf 2017. Dit is afhankelijk van aantal geëxtramuraliseerde woningen, en of deze woningen wel binnen de definities vallen voor de aanslag verhuurderheffing. Voor ZorgGoedBrabant 2 geldt het fundamentele uitgangspunt dat we financieel gezond moeten blijven. De kengetallen moeten dan voldoen aan de door ons gestelde minimumwaarden.
25 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
3.3 Treasury In de begroting 2014 hebben we aangegeven wat onze verwachtingen zijn ten opzichte van de renteontwikkelingen, de kasstromen, de benodigde financieringen en de eventuele mogelijkheden tot beleggen: Renteontwikkelingen Zoals we in de begroting 2014 verwachtten, is de rente ook in 2014 laag gebleven en zelfs verder gedaald. Het 3 maands Euribor was begin januari 2015 (0,08%) lager ten opzichte van januari 2014 (0,28%), wat al een historisch laag percentage was. Ook voor de lange rente geldt dat de historisch lage rente voor 10 jaar swaps in januari 2014 (2,20%) verder is gedaald naar een rentestand van 0,81% in januari 2015. Kasstromen De afdeling Financiën legt periodiek verantwoording af aan de directeur Bedrijfsvoering (beiden BrabantWonen) over de geprognosticeerde kasstromen en de realisatie ervan. Zo houden we inzicht in de gerealiseerde kasstromen en kunnen we de te verwachten kasstromen goed inschatten. Ook overleggen we periodiek een prognose van de aankomende vier weken. Daarnaast leveren we per maand een liquiditeitsprognose op jaarbasis aan als onderdeel van de maandelijkse treasuryrapportage. Bij het vaststellen van het strategisch beleidsplan is ook de Financiële Meerjarenplanning (FMP) met daarin de verwachte kasstromen hierop aangepast. Op deze wijze volgen we de financieringsbehoefte en eventuele tijdelijke overtollige liquiditeiten, zodat we tijdig maatregelen kunnen nemen. Financieren In de begroting 2014 spraken we de verwachting uit dat we voor 2014 een financieringsbehoefte van € 8,5 miljoen zouden hebben. Deze financieringsbehoefte kwam voort vanuit de planning om het project Waluwe in 2014 te starten. Deze projectstart heeft niet plaatsgevonden, hierdoor was er geen extra financiering nodig. Daarnaast was het onze wens om de lopende rekening-courantfinancieringen en kasgeldleningen om te zetten naar bancaire leningen in 2014, teneinde renterisico’s te beperken. Deze bancaire leningen willen we af sluiten met borging vanuit het Waarborgfonds Zorg (WfZ). Met betrekking tot de borgingsaanvraag, die sinds het 4e kwartaal 2013 loopt, heeft het WfZ 10 december jl. een bereidheidsverklaring afgegeven om daarmee uiteindelijk het borgingsverzoek af te ronden. Met deze borging kunnen we kortlopende financieringen omzetten naar een langlopende lening. Bovenstaande heeft ook gevolgen gehad voor de aan de financiering verbonden kengetallen. De LtV was voor 2014: 59,1% (inclusief kasgeldleningen) begroot. Door de achterblijvende financieringen is het percentage LtV voor 2014 op 56,0% (inclusief kasgeldleningen) uitgekomen. Beleggen Onze verwachting, dat er geen aanvullende beleggingen over 2014 zouden worden gerealiseerd, is uitgekomen. Organisatie Binnen BrabantWonen bestaat een treasurycommissie. Deze treasurycommissie verzorgt ook de treasury voor ZorgGoedBrabant 2 . Deze treasurycommissie bestaat uit de directeur Bedrijfsvoering, het afdelingshoofd Financiën, een vestigingscontroller en de directieadviseur voor financiële zaken. Met betrekking tot financierings- en beleggingstransacties stelt de treasurycommissie transactievoorstellen op voor het bestuur. Voorstellen die niet passen binnen het Financieel Statuut of het goedgekeurde treasury jaarplan worden altijd ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur en ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen.
26 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Treasurycommissie De Treasurycommissie is in 2014 zeven keer bijeengekomen en heeft het bestuur geïnformeerd over: kasstromen, renteontwikkelingen en –visie en, indien van toepassing, financieringsvoorstellen. Eind 2013 heeft BrabantWonen de treasurymodule van Aareon aangeschaft waarmee we kasstromen en financieringen nog beter kunnen monitoren. Dit pakket is in 2014 geïmplementeerd en daarmee zijn nu dagelijks de lopende financieringen en operationele kasstromen in beeld. Financieel Statuut Conform het vigerende Financieel Statuut moeten we het statuut jaarlijks evalueren. Deze evaluatie vond in 2014 plaats en is op 24 februari 2014 door de RvC goedgekeurd. Huisbankierschap Vanaf 1 januari 2011 is de Rabobank de huisbankier van ZorgGoedBrabant 2. Conform het Financieel Statuut evalueren we minimaal één keer per vijf jaar het huisbankierschap. Treasuryrisico’s Voor de treasuryrisico’s verwijzen wij u naar paragraaf 3.4.2. 3.4 Risicomanagement In 2014 heeft BrabantWonen haar Management Control Systeem herijkt. Daarin is de algemene visie omgezet naar een control visie, een conceptueel kader en zijn randvoorwaarden gedefinieerd voor het verbeteren van de interne beheersing. Op een aantal vlakken is in de afgelopen jaren al veel voortuitgang geboekt, zoals de informatiestructuur en planning & control activiteiten. In 2014 is gestart met de professionalisering van de bestuurlijke informatievoorziening. Daarin is specifiek aandacht voor de proceshiërarchie, procesbeschrijvingen en de beheersing van de procesrisico’s. Na realisatie hiervan wordt verder gewerkt aan een integraal risicomanagementsysteem. Het huidige risicomanagementsysteem bestaat uit vier aandachtsvelden: - Projecten; - Treasury; - Verbonden partijen; - Fiscaliteit. 3.4.1 Projecten Op dit moment hebben we geen nieuwbouwprojecten voor huisvesting van ouderen in aanbouw. Wel zijn we gestart met haalbaarheidsonderzoeken. Wielewaal en Waluwe Zaltbommel We hebben een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om het gebouw van de Wielewaal geschikt te maken voor verpleeghuiszorg. Op het nabijgelegen terrein onderzochten we de ontwikkeling van 30 geclusterde zelfstandige woningen. Inmiddels is een alternatief in onderzoek met de projectnaam Waluwe. Het haalbaarheidsonderzoek van dit potentiële project hebben we in 2013 gestart en vervolgen we in 2014. Over Waluwe vindt momenteel uitgebreid overleg plaats met het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De verwachting is dat we hier in 2015 een besluit over kunnen nemen. Zonnelied (vervanging Lindeboom) De huidige locatie De Lindeboom in Ammerzoden begint zijn functionele en technische kwaliteit als huisvesting voor ouderen te verliezen en het blijven gebruiken van de locatie staat ter discussie. Daarnaast is de verwachting dat we door de ontwikkeling van Waluwe
27 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
in Zaltbommel productie van het huidige Zonnelied overhevelen naar Zaltbommel. Het bestuur heeft, gezien de omstandigheden, besloten om te starten met het haalbaarheidsonderzoek naar nieuwbouwontwikkeling van 32 zorgappartementen op het voorterrein van Zonnelied. In eerste instantie ten behoeve van de vervangende huisvesting voor Lindeboom en door middel van natuurlijk verloop zal er aanbod aan 'zorgwoningen' in Ammerzoden ontstaan. Op dit moment bestaan er geen noemenswaardige risico’s met betrekking tot deze projecten. 3.4.2 Treasury Met betrekking tot treasury zijn diverse risico’s te onderkennen. Politieke risico’s Inmiddels is de verhuurderheffing een feit. Dit betekent voor ZorgGoedBrabant 2 een jaarlijkse uitgave van € 4.184 (in 2014) tot € 350.000 (vanaf 2017). Daar staat tegenover dat ook de inkomensafhankelijke huurverhogingen voor de individueel verhuurde zorgwoningen doorgaan. Daardoor komt de betaalbaarheid van de huren in de toekomst wellicht in het gedrang. Beschikbaarheidsrisico Zowel bij nieuw aan te trekken als bij herfinancieringen is de beschikbaarheid van financieringen een niet te onderschatten risico. Het WfZ heeft een bereidheidsverklaring afgegeven waarmee het borgingsverzoek uiteindelijk afgerond kan worden. Deze borging heeft betrekking op de kortlopende financieringen die we momenteel hebben lopen bij Rabobank en ING Bank. Toekomstige financieringen voor de geplande investeringen worden separaat aan het WfZ voorgelegd voor borging. Renterisico Bij nieuw aan te trekken leningen en bij renteconversies lopen we renterisico’s. Deze risico’s zijn met betrekking tot de nieuw aan te trekken financieringen nog niet afgedekt. Dit komt met name door het ontbreken van de WfZ borging. De in de toekomst te genereren kasstromen moeten voldoende blijven om aan rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen. 3.4.3 Fiscaliteit De afgelopen jaren is ook ZorgGoedBrabant 2 een aantal keer geconfronteerd met wijzigingen op het gebied van fiscaliteit. Wij hebben hiervoor intern diverse maatregelen genomen, waaronder de oprichting van een fiscale kenniskring. Deze kring bestaat uit interne medewerkers en externe adviseurs. Zij adviseren de organisatie over de fiscale ontwikkelingen. Daarnaast bewaakt zij onze fiscale (meerjaren-)strategie. Belastingdienst Wij hechten waarde aan een transparante en constructieve relatie met de belastingdienst. Wij zoeken regelmatig afstemming met de belastingdienst over lopende dossiers. In 2014 hebben we concreet afstemming gezocht over de vennootschapsbelastingplicht van ZorgGoedBrabant 2. Vennootschapsbelasting ZorgGoedBrabant 2 wordt niet aangemerkt als Toegelaten Instelling, hierdoor zijn wij slechts belastingplichtig indien en voor zover wij een onderneming drijven. Van ondernemen is sprake indien middels een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid wordt deelgenomen aan het economische verkeer met het oogmerk winst te behalen. Wij verschillen van mening met de belastingdienst over de vennootschapsbelastingplicht van onze activiteiten. Om het meningsverschil te beslechten, hebben we nadere afspraken gemaakt met de belastingdienst. De afspraken houden in dat we, met terugwerkende
28 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
kracht vanaf 2012, over de projectontwikkelingsactiviteiten vennootschapsbelasting afdragen. In paragraaf 6.13 lichten we dit nader toe. Investeringen Wij voeren bij het aangaan van investeringen altijd een fiscale toets uit. Onder investeringen verstaan we dan grond- en vastgoed aankopen, renovatieprojecten en nieuwbouwprojecten. Verhuurderheffing Sinds 2013 worden vastgoedverhuurders geconfronteerd met de verhuurderheffing voor zover zij meer dan 10 zelfstandige woonruimten verhuren, waarvan de huurprijs niet hoger is dan de huurtoeslaggrens. De afdracht wordt bepaald door de hoogte van de WOZ maal een tarief. Het tarief stijgt de komende jaren fors. In 2014 hebben wij € 4.184 afgedragen.
29 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 4: Jaarrekening
30 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
4.1
Balans per 31 december 2014
(na resultaatbestemming x € 1.000)
31 december 2014
31 december 2013
Ref. EUR Vaste activa Materiele vaste activa Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering
5.1 5.1
9.711
EUR
7.644 9.711
Financiële vaste activa Onroerende en roerende zaken financial lease
Vlottende activa Onderhanden projecten Vorderingen Debiteuren Vorderingen op participanten en op gelieerde maatschappijen Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen
7.644
5.2 5.2
137.655
5.3
143.034 137.655
143.034
110
806
5.4 5.4.1
176
2.168
5.4.2 5.4.3 5.4.4
11.809 125 189
11.523 195
5.5
Totaal activa
12.299
13.886
3.785
8.224
163.560
173.594
31 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
31 december 2014
31 december 2013
EUR Eigen vermogen Overige Reserves Resultaat boekjaar
Ref. 5.6 5.6 5.6
71.691 592
EUR
67.858 3.833 72.283
Voorzieningen 5.7 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 5.7
-
71.691
1.060 -
Langlopende schulden Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Overige schulden
5.8 5.8 5.8 5.8
1.081 35.724 745
1.060
1.308 37.508 849 37.550
Kortlopende schulden Kasgeldleningen Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Schulden aan participanten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
39.665
5.9 5.9 5.9 5.9 5.9
26.500 24.546 281 712
26.500 31.318 891 547
5.9 5.9 5.9
242 343 1.103
408 580 931
Totaal passiva
53.727
61.178
163.560
173.594
32 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
4.2
Winst- en verliesrekening over 2014
(x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
1.027 3.517 1.6847.894 182
816 3.875 3.1418.153 875
Ref.
Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Rente opbrengsten financial lease Overige bedrijfsopbrengsten
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Som der Bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen materiële vaste activa Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Lasten servicecontracten Onderhoudslasten Overige bedrijfslasten
10.936
10.578
6.6
433
199
6.7 6.8 6.9 6.10
2.732 3.456 32 860
9553.855 50 758
7.513
3.907
103 192 3.039-
488339 2.689-
2.744-
2.838-
679
3.833
Som der bedrijfslasten Waardeveranderingen van financiële vaste activa Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
6.11 6.12 6.13
Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen
6.14
87592
3.833
33 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
4.3
Kasstroomoverzicht 2014
Directe methode (x € 1.000)
2014
2013 EUR
Operationele activiteiten Ontvangsten: Ontvangsten van huurders regulier Ontvangsten van huurders financial lease Ontvangsten van subsidiegevers Ontvangsten overige Saldo ingaande kasstromen Uitgaven: Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige Saldo uitgaande kasstromen
3.661 13.267 1.402
(Des)investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen in materiële vaste activa Desinvesteringen vastgoedbeleggingen Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten
3.566 11.663 5.064 18.330
2.256 380 3.164
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen rente Ontvangen dividend/aflossing Betaalde rente Betaalde winstbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten
EUR
20.293
2.209 543 1.031 5.800
3.783
12.530
16.510
2.835-
2.5179.695
5.355-
13.993
8.8496.899 5.355-
2.157-
1.950-
961 2.9952.157-
Toename (afname) geldmiddelen in
2.183
Liquide middelen 1 januari Liquide middelen 31 december Mutatie liquide middelen
20.89818.7152.183
2.03410.009
30.90720.89810.009
In de stand van de liquide middelen per 31 december 2014 is de debetstand van € 22,5 miljoen op de rekening courant bij de ING Bank meegenomen.
34 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
4.3.1 Toelichting kasstroomoverzicht Operationele kasstromen De ontvangsten van huurders zijn uitgesplitst naar huurders regulier en huurders financial lease en betreffen met name de volgende posten: Werkelijke huuropbrengsten van huurders regulier incl. servicecontracten (€ 3,6 miljoen) Rente en aflossing van huurders financial lease (€ 13,2 miljoen). In vergelijking met 2013 zit er een stijging in maar dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat een afrekening van de huuropbrengsten 2013 (€ 0,8 miljoen) in 2014 is ontvangen De overige ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op betalingen van BrabantZorg aan Stichting ZorgGoedBrabant 2 inzake vergoeding van exploitatielasten. De overige ontvangsten in 2014 in vergelijking met 2013 zijn een stuk minder maar dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat in 2013 ruim € 2,8 miljoen is opgenomen wat betrekking heeft op afrekeningen van exploitatielasten over meerdere jaren. De uitgaven hebben vooral betrekking op onderhoud en overige uitgaven (resp. € 2,2 miljoen en € 3,1 miljoen). De betalingen overig bestaan hoofzakelijk uit de volgende posten: Afrekeningen met BrabantZorg (€ 0,1 miljoen) Afwikkeling van de rekening couranten (€ 1,5 miljoen) Af te dragen BTW aan de belastingdienst (€ 0,9 miljoen) Overige zoals kosten die betrekking hebben op externe accountant, servicekosten etc. (€ 0,6 miljoen) Betalingen uit hoofde van zakelijke zijn WOZ aanslagen, verzekeringspremies en verhuurderheffing 2014 (€ 0,4 miljoen). De betaalde rente heeft betrekking op de werkelijk betaalde rente in het afgelopen jaar. Kasstroom investeringsactiviteiten De investeringen in financiële vaste activa betreffen de investeringen die betrekking hebben op het project Simeonshof en Bitswijk. Kasstroom financieringsactiviteiten De aflossing langlopende schuld van € 2,1 miljoen heeft betrekking op de contractueel verschuldigde aflossingsbedragen op leningen aan banken en kredietinstellingen.
35 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
4.4 Algemene toelichting en waarderingsgrondslagen 4.4.1 Algemeen Activiteiten Stichting ZorgGoedBrabant 2 is een bestuurlijke stichting van Stichting BrabantWonen en Stichting BrabantZorg, die zich bezighoudt met de exploitatie en verhuren van zorgvastgoed en zorgwoningen. Vestigingsadres Stichting ZorgGoedBrabant 2 is statutair gevestigd aan de Venusstraat 2 te Oss. Werknemers ZorgGoedBrabant 2 had gedurende het jaar 2014 geen werknemers in dienst. 4.4.2 Presentatiewijziging In 2014 heeft BrabantWonen de vergelijkende cijfers aangepast om de vergelijkbaarheid met het huidige boekjaar te vergroten. Dit zijn de volgende aanpassingen: -
Opbrengsten servicecontracten + € 932.000 Overige bedrijfsopbrengsten -/- € 932.000 Lasten servicecontracten + € 3.456.000 Onderhoudslasten -/- € 2.911.000 Overige bedrijfslasten -/- 586.000
Per saldo is het balanstotaal van de vergelijkende cijfers gelijk gebleven. Het eigen vermogen is gelijk gebleven en het resultaat is gelijk gebleven. 4.4.3 Grondslagen voor waardering van activa en passiva De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de stichting zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de stichting rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de opdracht de aannemer gegund is. Type vastgoed in exploitatie Stichting ZorgGoedBrabant 2 heeft diverse typen vastgoed in exploitatie die elk een eigen waarderingsgrondslag hebben: *Intramuraal vastgoed wordt gewaardeerd op basis van financial lease; *Het sociaal en commercieel vastgoed wordt gewaardeerd op basis van historische kostprijs.
36 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
In de volgende paragrafen wordt specifieker ingegaan op de genoemde waarderingsgrondslagen. Materiële vaste activa Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering De oorspronkelijke investeringen in complexen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waarde verhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Verwerking van groot onderhoud Stichting ZorgGoedBrabant 2 verwerkt de kosten van groot onderhoud aan haar materiële vaste activa als onderdeel van de boekwaarde indien wordt voldaan aan de criteria voor activering, zoals een verhoging van de opbrengsten door de investering door het toevoegen van verbeteringen, of een verlenging van de levensduur van het actief. Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en realiseerbare waarde. De toetsing geschiedt op complexniveau. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de realiseerbare waarde duurzaam overschrijdt. De realiseerbare waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De realiseerbare waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. Indien wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Financiële vaste activa Onroerende en roerende zaken financial lease Financial lease wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de overeengekomen toekomstige huurbetalingen. Hierop worden de annuïtair ontvangen aflossingen in mindering gebracht. Indien er sprake is van een bijzondere waardevermindering dan wordt hier mee rekening gehouden door de waardering van de financial lease aan te passen. Een bijzondere waardevermindering ontstaat wanneer de contante waarde van de toekomstige leasetermijnen lager is dan de waardering van de financial lease. Een bijzondere waardevermindering wordt ten laste van het resultaat gebracht. Voor de berekening van de contante waarde wordt het percentage van de afzonderlijke investeringscomponenten als disconteringsvoet gehanteerd.
37 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten, beoordeelt Stichting ZorgGoedBrabant 2 op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Stichting ZorgGoedBrabant 2 de omvang van het verlies vanwege bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de winst- en verliesrekening. Dit kon van toepassing zijn op nieuwbouwinvesteringen die een investeringsbesluit kenden vóór 1-1-2012. De investeringsbesluiten, die na 1-1-2012 zijn genomen leiden niet meer tot een bijzondere waardevermindering. De opbrengstwaarde wordt in eerste instantie ontleend aan een bindende verkoopovereenkomst; als die er niet is wordt de opbrengstwaarde bepaald met behulp van de actieve markt waarbij normaliter de gangbare biedprijs geldt als marktprijs. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt een inschatting gemaakt van de toekomstige netto kasstromen bij voortgezet gebruik van het actief / de kasstroomgenererende eenheid; vervolgens worden deze kasstromen contant gemaakt waarbij een disconteringsvoet wordt gehanteerd van 5,25% (2013: 5,25%). Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Indien van toepassing, worden hierop de verwachte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. De vorderingen hebben een looptijd van maximaal een jaar, tenzij anders vermeld. Debiteuren Indien noodzakelijk wordt een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Vorderingen op participanten en op gelieerde maatschappijen ZorgGoedBrabant 2 heeft een relatie met zowel BrabantWonen, ZorgGoedBrabant als met BrabantZorg, waarbij producten en/of diensten van de desbetreffende relaties worden afgenomen. Deze producten en/of diensten zijn gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
38 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als rentelast verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden na de eerste verwerking worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde. 4.4.4 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengsten en kosten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Opbrengstverantwoording Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
39 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Projectopbrengsten en projectkosten Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst –en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten op grond van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden, en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, worden de verwachte verliezen in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt deel uit van de post onderhanden projecten. Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Huren worden verantwoord in het jaar waarop de huren betrekking hebben. Bij het toerekenen van de huren aan het boekjaar is rekening gehouden met de in de huurovereenkomsten opgenomen voorwaarden. Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille De post verkopen onroerende zaken betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst uit hoofde van het verkopen van activa in financial lease minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Winsten worden verantwoord op het moment aangaan van de financial lease overeenkomst. Eventuele verliezen op nieuwbouw ten behoeve van lease worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de levensduur van de afzonderlijke activacomponenten. Over terreinen en op actuele waarde gewaardeerde activa wordt niet afgeschreven.
40 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking vanwege een bijzondere waardevermindering, dan wel een terugneming daarvan. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde en of marktwaarde in verhuurde staat ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Onderhoudslasten Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden, eigen vakpersoneel, en in de kosten van het materiaalverbruik. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Overige bedrijfslasten De algemene en beheerkosten worden vanuit BrabantWonen per eenheid normatief doorbelast. In deze genormeerde doorbelasting zijn ook de bedragen aan accountantshonoraria verwerkt. De bezoldiging voor de Raad van Commissarissen is eveneens in deze doorbelasting meegenomen. Voor verdere toelichting verwijzen we naar hoofdstuk 7, Overige informatie. De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Waardeveranderingen van financiële vaste activa De gerealiseerde waardeveranderingen van de financiële vaste activa hebben betrekking op waarde mutaties van de financial lease contracten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Geactiveerde rente wordt in de winst- en verliesrekening in mindering gebracht op de post rentelasten en soortgelijke kosten. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van nietaftrekbare kosten. Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van ZorgGoedBrabant 2 dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële
41 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing er van tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Valutarisico ZorgGoedBrabant 2 is werkzaam in Nederland en loopt daardoor geen valuta risico en volgens het Financieel Statuut mag alleen in euro’s worden belegd/gefinancierd. Renterisico ZorgGoedBrabant 2 loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Kredietrisico ZorgGoedBrabant 2 heeft geen significante concentratie van kredietrisico met betrekking tot haar vorderingen. ZorgGoedBrabant 2 maakt gebruik van meerdere banken teneinde kredietrisico te spreiden. Verder beheert ZorgGoedBrabant 2 dit risico door een intensieve bestuurlijke samenwerking met de debiteur BrabantZorg. Liquiditeitsrisico ZorgGoedBrabant 2 maakt gebruik van meerdere banken om over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. 31 december 2014 Bankschuld Kredietlimiet Aangegane verplichting
€ 49,0 miljoen € 49,0 miljoen € 0,0 miljoen
Beschikbaarheidsrisico ZorgGoedBrabant 2 is voor haar financiering afhankelijk van BrabantZorg en het Waarborgfonds Zorg (WfZ). Debiteuren risico’s ZorgGoedBrabant 2 kent voor de contracten met betrekking tot de financial lease één tegenpartij: BrabantZorg. De omzet van de financial lease contracten ten opzichte van de totale omzet is substantieel. 4.4.5
Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening wordt overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW opgesteld. Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. ZorgGoedBrabant 2 beoordeelt haar complexen, exclusief de zorgwoningen en de commerciële ruimtes, op basis van een financial lease constructie. De zorgwoningen en commerciële ruimtes worden gewaardeerd tegen historische kostprijs minus afschrijvingen dan wel lagere marktwaarde. Verhuurderheffing ZorgGoedBrabant 2 wordt geconfronteerd met een verhuurderheffing. De basis voor deze heffing, en precieze hoogte ervan in de komende jaren en het aantal jaren dat deze heffing zal blijven bestaan zijn nog onzeker. Aangezien ZorgGoedBrabant 2 voornamelijk
42 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
financial lease overeenkomsten heeft, wordt verwacht dat de kasstromen uit de mogelijk opgelegde verhuurderheffing één-op-één worden doorbelast. Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de stichting zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de stichting rondom projectontwikkeling en herstructurering. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. Financiële vaste activa Het uitgangspunt is dat in de waardering rekening is gehouden met de effecten van het totaal van de geëxtramuraliseerde zorgplaatsen per 31-12-2014. Wet en regelgeving kunnen echter bepalend zijn voor het tempo waarin extramuralisatie van zorgplaatsen naar zorgwoningen plaatsvindt. Deze toekomstige financiële effecten die hieruit volgen zijn niet verwerkt in de waardering. 4.4.6 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven van rente en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De ontvangsten van de leasetermijnen op grond van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing en de rente beide aangemerkt als ontvangst uit operationele activiteiten.
43 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 5: Toelichting op de balans
44 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
5. Toelichting op de balans (x € 1.000) 5.1 Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering 2014
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering 2013
EUR
EUR
14.349 6.705-
12.022 6.506-
Boekwaarde per 1 januari
7.644
5.516
Mutaties Investeringen Desinvesteringen Herwaardering Afschrijvingen Subsidies Waardeverminderingen Terugneming van waardeverminderingen Overboekingen
7.269 4334.769-
2.327 199-
Totaal mutaties
2.067
2.128
21.618 11.907-
14.349 6.705-
9.711
7.644
31 december voorgaand jaar Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
31 december Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
In de post vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering zijn de zorgwoningen en de commerciële ruimtes opgenomen. De vastgoedportefeuille is eind 2014 met € 2,1 miljoen in waarde gestegen tot € 9,7 miljoen in vergelijking met 2013. De stijging wordt hoofdzakelijk (€ 7,2 miljoen) veroorzaakt door toevoeging in 2014 van 59 zorgwoningen aan de vastgoedportefeuille op basis van historische kostprijs boekwaarde, die voorheen als intramurale eenheden onder de financiële vaste activa verantwoord werden (financial lease intramurale complexen). Deze mutatie is als desinvestering terug te vinden op blz. 47 bij de toelichting op de balanspost financiële vaste activa.
45 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
In 2014 heeft echter ook een afwaardering plaatsgevonden van totaal € 4,8 miljoen De totale afwaardering van € 4,8 miljoen heeft voor € 3,9 miljoen betrekking op het totaal van de zorgwoningen als gevolg van een lagere bedrijfswaarde ten opzichte van de boekwaarde op basis van historische kostprijs. De afwaardering die betrekking heeft op de zorgwoningen is in onderstaande tabel uitgesplitst naar onderstaande zorgcomplexen: Zorgcomplex Waardevermindering St. Petrus € 0,3 miljoen Odendael € 0,3 miljoen Noorderkroon € 0,9 miljoen Nieuwehagen € 0,6 miljoen Simeonshof € 1,8 miljoen Totaal € 3,9 miljoen De afwaardering op de commerciële ruimtes is het gevolg van een lagere taxatiewaarde dan de boekwaarde historische kostprijs eind 2014. De afwaardering heeft voor € 0,15 miljoen betrekking op de commerciële ruimtes in het zorgcomplex Sint Petrus te Boekel en voor € 0,75 miljoen betrekking op de commerciële ruimtes in het zorgcomplex Odendael te Sint Oedenrode.
Voor de bepaling van de actuele waarde is uitgegaan van het volgende: *Commerciële ruimtes / marktwaarde in verhuurde staat op basis van taxatie *Zorgwoningen / bedrijfswaarde op basis van de volgende uitgangspunten: Huur Huurderving Exploitatielasten/onderhoud Verhuurderheffing Inflatie Discontovoet
Conform contract 1% van de huursom € 2.455 per woning € 713 per woning 2% 5,25%
In de analyse is geen rekening gehouden met directe verkoopopbrengsten vanwege de vooralsnog stagnerende woningmarkt. De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt: De zorgwoningen en de bedrijfsruimten hebben een lineaire afschrijvingstermijn van 50 jaar. Alle materiële vaste activa zijn juridisch in eigendom van de stichting ZorgGoedBrabant 2. De activa zijn op basis van een gevarenverzekering (brand-, storm- en glasschade) verzekerd. Een deel van de complexen is vanwege de bouwvorm opgenomen in een verzekering via de Vereniging van Eigenaren van het betreffende complex. Per balansdatum waren geen verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiële vaste activa.
46 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
5.2 Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: Onroerende en roerende zaken financial lease 2014
Onroerende en roerende zaken financial lease 2013
EUR
EUR
31 december voorgaand jaar Bruto investering Lease ontvangsten/waardemutatie
172.327 17.770-
165.572 14.075-
Boekwaarde per 1 januari
154.557
151.497
Mutaties Investeringen Desinvesteringen Lease ontvangsten Waardeveranderingen
7.298 8.8604.370231-
12.438 5.6834.312617
Totaal mutaties
6.163-
3.060
31 december Bruto investering Lease ontvangsten/waardemutatie
170.765 22.371-
172.327 17.770-
Boekwaarde per 31 december
148.394
154.557
Kortlopend (<1 jaar) Saldo per 31 december
10.739137.655
11.523143.034
Stichting ZorgGoedBrabant 2 waardeert haar intramuraal vastgoed op basis van financial lease. De waarde van de portefeuille is toegenomen door de oplevering van het project SimeonsHof 2e fase. Anderzijds is de waarde van de financial lease afgenomen doordat er extramuralisatie van 59 zorgplaatsen naar zorgwoningen heeft plaatsgevonden en aflossingen op financial lease contracten. Per saldo ontstaat er een waardedaling van € 6,2 miljoen op de vastgoedportefeuille eind 2014 ten opzichte van de waarde eind 2013. De investeringen van € 7,3 miljoen hebben voor € 7,0 miljoen betrekking op het project Simeonshof 2e fase en voor € 0,3 miljoen op instandhoudingsinvesteringen in diverse zorgcomplexen. De desinvesteringen hebben betrekking op de extramuralisatie van de 59 zorgplaatsen in 2014 tegen financial lease waarde. Het verschil van € 1,592 miljoen met de waarde zoals ze worden opgenomen onder materiële vaste activa is verantwoord onder het verkoopresultaat (zie tabel 6.3).
47 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
In onderstaande tabel zijn de desinvesteringen uitgesplitst naar onderstaande zorgcomplexen: Zorgcomplex Desinvestering AAtrium € 0,6 miljoen St. Petrus € 1,4 miljoen Odendael € 0,7 miljoen Noorderkroon € 1,3 miljoen Nieuwehagen € 1,0 miljoen Compostella € 0,9 miljoen Simeonshof € 2,9 miljoen Totaal € 8,8 miljoen De aflossingen op de leasecontracten worden verantwoord onder de post leaseontvangsten. De waardeverandering op de financial lease bestaat uit één jaar minder leaseontvangsten.
In onderstaande tabel is een uitsplitsing gegeven van de nominaal ingerekende bedragen afgezet tegen de contante waarde. De nominale waarde van de grond bedraagt € 12,8 miljoen. Dit bedrag wordt nominaal bij de contante waarde van de leasetermijnen geteld. Omschrijving Grond Aflossing Rente Totaal
Nominaal € 12,8 miljoen € 130,3 miljoen € 122,7 miljoen € 265,8 miljoen
Contante waarde € 12,8 miljoen € 61,4 miljoen € 74,1 miljoen € 148,3 miljoen
Hieronder is de opbouw van de financial lease contracten weergegeven.
Looptijd < 1 jaar Looptijd >1 jaar t/m 5 Looptijd > 5 jaar
2014
2013
EUR
EUR
10.739 42.862 81.977
11.523 36.675 93.290
Totaal Nominale waarde grond
135.578 12.816
141.488 13.069
Boekwaarde per 31 december
148.394
154.557
De som van de herwaardering van de onroerende en roerende zaken financial lease bedraagt € 22,5 miljoen per 31 december 2014 en is verantwoord onder het Eigen Vermogen. De herwaardering betreft het positieve verschil tussen de financial lease waardering en de historische kostprijs.
48 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
5.3 Onderhanden projecten Onderstaand is de stand van de onderhanden projecten en de gedeclareerde termijnen opgenomen: 2014 Gerealiseerde projectopbrengsten -/verwerkte verliezen en gedeclareer-de termijnen >0
2014 Gerealiseerde projectopbrengsten -/verwerkte verliezen en gedeclareer-de termijnen <0
EUR
EUR
Waluwe
110
-
Stand per 31 december
110
-
2013 Gerealiseerde projectopbrengsten -/verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen >0
2013 Gerealiseerde projectopbrengsten -/verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen <0
EUR
EUR
Nieuwbouw Simeonshof Tijdelijke huisvesting Watersteeg Overig
409 321 76
-
Stand per 31 december
806
-
De stand van onderhanden projecten 2014 heeft geheel betrekking op de vervangende nieuwbouw van het project Waluwe te Zaltbommel. Het betreft een haalbaarheidsonderzoek dat is gestart in 2013 en een vervolg heeft gekregen in 2014. 5.4 5.4.1
Vorderingen Debiteuren 2014
2013
EUR
EUR
Huurdebiteuren Overige debiteuren Af: voorziening wegens oninbaarheid
277 34 135-
207 2.070 109-
Stand per 31 december
176
2.168
Het debiteurensaldo ten opzichte van 2013 is lager. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2014 de vorderingen op BrabantZorg zijn ondergebracht bij de vorderingen op participanten en gelieerde maatschappijen en niet meer onder de post debiteuren. In 2013 verantwoordden we onder de overige debiteuren de afrekening met BrabantZorg inzake exploitatielasten € 1,3 miljoen en huur € 0,8 miljoen.
49 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
5.4.2
Vorderingen op participanten en op gelieerde maatschappijen 2014
2013
EUR
EUR
Vordering op ZorgGoedBrabant Vordering op BrabantZorg
260 11.549
11.523
Stand per 31 december
11.809
11.523
De vordering op BrabantZorg betreft het kortlopende deel van de leaseverplichting voor 2015 (€ 10,7 miljoen) en de afrekening exploitatielasten 2014 (€ 0,9 miljoen). (zie ook toelichting 5.4.1) 5.4.3
Overige vorderingen 2014
2013
EUR
EUR
Overige vorderingen
125
-
Stand per 31 december
125
-
5.4.4
Overlopende activa 2014
2013
EUR
EUR
Aandeel in reserve van diverse VvE’s Overige
151 330
127 68
Stand per 31 december
481
195
De post overige overlopende activa betreft voornamelijk de vooruitbetaalde rente- en aflossingstermijn, die betrekking heeft op 2015. Het aandeel van Stichting ZorgGoedBrabant 2 in de onderhoudsreserves van de diverse VvE’s heeft betrekking op toekomstig uit te voeren groot onderhoud. 5.5
Liquide middelen 2014
2013
EUR
EUR
Direct opvraagbaar Kas / bank / giro
3.785
8.224
Stand per 31 december
3.785
8.224
50 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
5.6 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Stand per 1 januari
2014
2013
EUR
EUR
71.691
67.858
592
3.833
72.283
71.691
Resultaat boekjaar Stand per 31 december
5.7
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 2014
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 2013
EUR
EUR
Stand per 1 januari
1.060
-
Mutaties Toevoegingen Vrijval Overboekingen Presentatiewijzigingen
1.384324
1.060
Stand per 31 december
-
-
1.060
Dit bedrag heeft geheel betrekking op het project Simeonshof. Als basis voor het huurdossier financial lease zijn de stichtingskosten opgenomen conform het in 2009 vastgestelde besluit. De werkelijke stichtingskosten zijn lager en derhalve is er geen onrendabele investering en valt deze voorziening vrij ten gunste van de winst- en verliesrekening. 5.8
Langlopende schulden 2014 looptijd > 1 en < 5 vijf jaar
2014 looptijd > dan vijf jaar
2014 totaal
2013 totaal
EUR
EUR
EUR
EUR
Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Overige schulden
907 7.058 261
174 28.666 484
1.081 35.724 745
1.308 37.508 849
Totaal
8.226
29.324
37.550
39.664
De gemiddelde rente op de leningen in 2014 bedroeg 4,81%. De duration (gewogen gemiddelde van de looptijden) van de portefeuille bedraagt 6,32 jaar. Het merendeel van
51 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
de leningen is geborgd bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector. Bij leningen van de ING Bank dient het eerste recht van hypotheek op 8 kadastrale objecten als zekerheid. De uitsplitsing van de looptijden is gebaseerd op de restant looptijden van de leningen conform de lening overeenkomsten en is niet gebaseerd op een eventueel toekomstig vervroegd aflossingsmoment. Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. De aflossingsverplichting voor 2015 bedraagt € 2,2 miljoen. De mutaties in 2014 van de langlopende schulden kunnen als volgt worden toegelicht: Schulden/ leningen overheid
Schulden/ leningen kredietinstellingen
Overige schulden
Totaal
EUR
EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari 2014 Bij: aflossingen gepresenteerd onder kortlopend ultimo 2013 Schuldrest 1 januari 2014 Bij: Nieuwe leningen Bij: Toevoegingen Af: Aflossingen Schuldrest 31 december 2014 Af: Aflossing 2015 gepresenteerd onder kortlopende schulden
1.308
37.508
849
39.665
227 1.535 2271.308
1.871 39.379 1.82637.553
99 948 101847
2.197 41.862 2.15439.708
227-
1.829-
102-
2.158-
Stand per 31 december 2014
1.081
5.9
35.724
745
37.550
Kortlopende schulden 2014
2013
EUR
EUR
Kasgeldleningen Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Schulden aan participanten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
26.500 24.546 281 712 242 343 1.103
26.500 31.318 891 547 408 580 931
Stand per 31 december
53.727
61.178
Per 31 december 2014 is de kredietfaciliteit bij ING Bank N.V. nihil. Het nog af te lossen bedrag ter hoogte van € 22,5 miljoen per 31 december 2014 blijft staan als een debetstand op de rekeningcourant. Deze is opgenomen onder “schuld aan kredietinstellingen”. 5.10 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Per 31 december 2014 zijn er geen niet uit de balans blijkende verplichtingen. 5.11 Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen 52 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting ZorgGoedBrabant 2 en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
53 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 6: Toelichting op de winst- en verliesrekening
54 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
6. Toelichting op de winst- en verliesrekening (x € 1.000) 6.1
Huuropbrengsten 2014
2013
EUR
EUR
Onroerende zaken Af : huurderving wegens leegstand
1.038 11-
827 11-
Totaal huuropbrengsten
1.027
816
De stijging van de huuropbrengsten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het in exploitatie nemen van 59 zorgwoningen die daarvoor werden beschouwd als intramuraal vastgoed waarvan de opbrengsten werden verantwoord onder renteopbrengsten financial lease. 6.2
Opbrengsten servicecontracten 2014
2013
EUR
EUR
Overige goederen, leveringen en diensten Af : vergoedingsderving wegens leegstand
3.553 36-
3.878 3-
Totaal opbrengsten servicecontracten
3.517
3.875
In de overige goederen, leveringen en diensten is het bedrag van € 1.737 per zorgplaats als voorschot opgenomen. Dit bedrag dient als voorcalculatorische vergoeding voor exploitatielasten (zoals algemeen beheer, onderhoud, verzekering en belastingen) die door Stichting ZorgGoedBrabant 2 worden gedeclareerd bij BrabantZorg. Op basis van nacalculatie wordt jaarlijks een werkelijke afrekening van de exploitatielasten opgesteld. In de opbrengsten servicecontracten 2014 is de afrekening van de exploitatielasten (€ 0,9 miljoen) opgenomen die betrekking heeft op het boekjaar 2014. . 6.3
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 2014
2013
EUR
EUR
Opbrengst verkopen bestaand bezit Af : Boekwaarde
1.684-
3.141-
Verkoopresultaat bestaand bezit
1.684-
3.141-
2014
2013
EUR
EUR
921.592-
2.373768-
1.684-
3.141-
Het verkoopresultaat bestaat uit de volgende componenten:
Investeringen nieuwbouw Extramuralisatie zorgplaatsen
55 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Het verkoopresultaat is opgebouwd uit de investeringen nieuwbouw en de extramuralisatie van de zorgplaatsen in 2014. De investeringen nieuwbouw laten een negatief verkoopresultaat zien van € 0,1 miljoen (zie onderstaande tabel). Locatie Simeonshof Watersteeg Muzerijk Zonnelied Totaal
EUR -361.683 321.300 99.599 33.033 92.249
Reden Financial lease waarde t.o.v. stichtingskosten (is investeringsbesluit) Nagekomen kosten tijdelijke huisvesting; reeds opgenomen in huurdossier Nagekomen kosten niet in huurdessier ivm investeringsbesluit voor 1-1-2012 Nagekomen kosten niet in huurdessier ivm investeringsbesluit voor 1-1-2012
Het totale resultaat op de extramuralisatie van de 59 zorgplaatsen is € 1,592 miljoen verliesgevend (zie toelichting bij 5.2 financiële vaste activa) , dit is omgerekend per zorgplaats € 27.000 negatief. 6.4
Rente opbrengsten financial lease 2014
2013
EUR
EUR
Rente opbrengsten financial lease
7.894
8.153
Totaal rente opbrengsten financial lease
7.894
8.153
De afname van de renteopbrengsten financial lease wordt veroorzaakt door de extramuralisatie van de 59 zorgplaatsen. 6.5
Overige bedrijfsopbrengsten 2014
2013
EUR
EUR
Overige
182
874
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
182
874
De overige bedrijfsopbrengsten hebben voor € 0,14 miljoen betrekking op een bijzondere bate als gevolg van de afboeking van een reeds betaalde factuur. 6.6
Afschrijvingen materiële vaste activa 2014
2013
EUR
EUR
Afschrijving onroerende zaken in exploitatie
433
199
Totaal afschrijvingen
433
199
De afschrijvingen hebben betrekking op de commerciële ruimtes en de zorgwoningen. De toename van de extramuralisatie van het aantal zorgplaatsen leidt tot een hogere afschrijvingslast in vergelijking met voorgaand boekjaar.
56 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
6.7
Overige waardeverandering materiële vaste activa 2014
2013
EUR
EUR
Ongedekte stichtingskosten Simeonshof Vervallen projecten Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie Waardeverandering sociaal vastgoed in exploitatie
2.037921 3.848
98934 -
Totaal waardeveranderingen materiele vaste activa
2.732
955-
De waardeverandering Simeonshof heeft betrekking op de vrijval van de voorziening onrendabele investering van € 1,384 miljoen (zie toelichting 5.7 voorzieningen), een grond exploitatie resultaat van € 0,5 miljoen en een correctie voorgaand boekjaar € 0,2 miljoen. De waardeverandering op het commercieel vastgoed van € 0,9 miljoen (zie toelichting 5.1 materiële vaste activa) heeft betrekking op de commerciële ruimtes in de zorgcomplexen St. Petrus te Boekel en Odendael te Sint Oedenrode. Op het sociaal vastgoed in exploitatie is een waardeverandering van toepassing die geheel betrekking heeft op de zorgwoningen. Een nadere uitsplitsing per zorgcomplex is opgenomen bij paragraaf 5.1 materiële vaste activa. 6.8
Lasten servicecontracten 2014
2013
EUR
EUR
Lasten servicecontracten dienstencentra Lasten servicecontracten zorgwoningen
3.400 56
3.710 145
Totaal lasten servicecontracten
3.456
3.855
57 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
6.9
Onderhoudslasten 2014
2013
EUR
EUR
Onderhoudslasten
32
50
Totaal onderhoudslasten
32
50
6.10
Overige bedrijfslasten 2014
2013
EUR
EUR
Beheerskosten Algemene beheer- en administratiekosten Bestuurskosten Subtotaal beheerskosten
366 283 649
362 283 645
Heffingen Belastingen Verzekeringen Verhuurderheffing Subtotaal heffingen
135 2 4 141
-
Overige bedrijfslasten Servicekosten Mutatie voorziening dubieuze debiteuren Diverse bedrijfslasten Subtotaal overige bedrijfslasten
Totaal overige bedrijfslasten
-
3
3
27 43 70
109 109
860
758
In het boekjaar zijn via de algemene beheer- en administratiekosten de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal accountantshonoraria
2014
2013
EUR
EUR
15
19
-
15
19
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij stichting ZorgGoedBrabant 2 zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
58 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
6.11
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 2014
2013
EUR
EUR
Waardeverandering financiële vaste activa Overige mutaties
231334
434 922-
Totaal waardeveranderingen financiële vaste activa
103
488-
Het bedrag verantwoord onder de waardeverandering financiële vaste activa heeft betrekking op de waardeverandering van de financial lease (zie 5.2 financiële vaste activa). De overige mutaties zijn investeringen in bestaande zorgcomplexen en de vrijval van de in 2011 genomen waardeverandering inzake het pand Paus Joanneslaan 23 te Erp. 6.12
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
Geactiveerde rente - Onderhanden projecten Rente op vorderingen - Rente rekening-courant verhoudingen Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
6.13
2014
2013
EUR
EUR
190
167
2
172
192
339
2014
2013
EUR
EUR
841.79568-
881.77360-
6444453-
3873765-
3.039-
2.689-
Rentelasten en soortgelijke kosten
Rente langlopende schulden : - Leningen overheid - Leningen met overheidsgarantie - Overige schulden Rente kortlopende schulden - Kredietinstellingen - Kasgeldleningen - Overige schulden Totaal rentelasten en soortgelijke kosten
De totale rentelasten zijn toegenomen in 2014 ten opzichte van 2013. Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de risicovergoeding op de rekening courant met de ING Bank in het afgelopen jaar is gestegen met 1,25% ten opzichte van 2013.
59 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
6.14
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 2014
2013
EUR
EUR
Acute belastingen
87-
-
Totaal belastingen
87-
-
De afgelopen jaren zijn we langdurig in overleg geweest met de belastingdienst over de vennootschapsbelastingplicht van onze activiteiten. Ons standpunt was dat we niet belastingplichtig zijn. De belastingdienst deelde deze mening niet. Uiteindelijk is met de belastingdienst de afspraak gemaakt, dat we met terugwerkende kracht vanaf 2012 belasting afdragen over onze projectontwikkelingsactiviteiten. Voor de jaren 2012, 2013 en 2014 komt het fiscaal resultaat uit op circa € 436.000 exclusief heffingsrente. Door spreiding van het resultaat over 3 jaren zijn we hierover een het belastingtarief van 20% per jaar verschuldigd. De betreffende afspraak wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Daarnaast hebben we de afgelopen periode overleg gevoerd met de belastingdienst over de effecten voor de omzetbelasting ten aanzien van de doorbelastingen vanuit BrabantWonen. Ook met betrekking tot dit dossier hebben we uiteindelijk afspraken gemaakt. Op grond hiervan heeft ZorgGoedBrabant 2 nog recht op teruggaaf van omzetbelasting vanaf 2010. Deze afspraken worden eveneens vastgelegd in de eerder genoemde vaststellingsovereenkomst. BrabantWonen zal de naheffing die betrekking heeft op de doorbelasting naar ZorgGoedBrabant 2 doorleggen. ZorgGoedBrabant 2 vergoedt vervolgens deze naheffing aan BrabantWonen.
60 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 7: Overige informatie
61 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
7. Overige informatie 7.1 Werknemers Gedurende het jaar 2014 had ZorgGoedBrabant2 gemiddeld 0 werknemers in dienst (2013: 0). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten van 0 FTE (2013: 0 FTE). Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam. 7.2 Bestuurders en commissarissen Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen op grond van jaarrekeningrecht van: Bestuurders en voormalige bestuurders € 0 (voorgaand jaar € 0) Commissarissen en voormalige commissarissen € 15.367 (voorgaand jaar € 23.128) De bezoldiging van bestuurders omvat: periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden), beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT, sabbatical leave en jubileumuitkeringen) uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en winstdelingen en bonusbetalingen. Het totaalbedrag kan als volgt per individueel lid van het bestuur (de directie) worden gespecificeerd: Periodiek Beloningen Uitkering bij Winstdeling betaalde betaalbaar op beëindiging en bonus beloningen termijn van het dienstverband 2014 2013 2014 2013 2014 2013 2014 2013 H.M.H. Windmüller, bestuurder A.C.M. van Osch, bestuurder W.J.C.M. de JongVerspeek, bestuurder F.H. van de Werfhorst, bestuurder In de periodiek betaalde beloningen 2013 is een totaalbedrag van € 0 opgenomen voor de in 2014 over de beloning 2013 afgedragen crisisheffing; deze heffing komt volledig ten laste van ZorgGoedBrabant2. Over de beloning 2014 is geen crisisheffing meer verschuldigd.
62 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
De bezoldiging van de Raad van Commissarissen (Toezicht) kan als volgt worden gespecificeerd: Als lid van de Raad van Commissarissen 2014 2013 Ir. D.J. Noy Ing. J.C.J. Reijers Prof.dr. E. Piëst Drs. Á. Spreen R. Prins Drs.ing. R.W.M. Rottier M.J.M. Adriaansen W.T.G. Bens RA J. Verbaal MBA Totaal
2.957 2.571 2.125 2.571 1.714
4.454 3.928 2.962 0 0
2.143 0 857 429 15.367
3.928 3.928 3.928 0 23.128
Als lid van commissies 2014
2013
Overige kosten vergoedingen 2014
2013
63 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 8: Overige gegevens
64 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
8. Overige gegevens 8.1 Gebeurtenissen na balansdatum Begin 2015 is het principebesluit genomen om de vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) te laten fuseren met BrabantWonen. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vinden in de loop van 2015 plaats. Het is nog niet mogelijk om een inschatting van de financiële gevolgen te geven. 8.2 Statutaire resultaatbestemming De resultaatbestemming is conform de statuten en vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat over het boekjaar is toegevoegd aan het eigen vermogen. De balans per 31 december 2014 geeft het eigen vermogen weer na resultaatbestemming.
65 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Hoofdstuk 9: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
66 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
9.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
67 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
Bijlage: Belanghouders Stichting ZorgGoedBrabant 2 De formele belanghouders van ZorgGoedBrabant 2 zijn (in alfabetische volgorde): Cello Colleges van B&W van de gemeenten Landerd, Maasdriel, Oss, Uden, Veghel, ’s-Hertogenbosch en Zaltbommel Dichterbij Divers GGZ-Oost Brabant Habion Jeroen Bosch Ziekenhuis Politie (regio Brabant-Noord) Reinier van Arckel Revalidatiecentrum Tolbrug Rigom Stichting Mooiland Maasland Vivaan Woningcorporatie Area Woningcorporatie Peelrand Wonen Woningcorporatie Wovesto Woningstichting De Kernen Woningstichting Maasdriel Woningstichting Woonlinie Ziekenhuis Bernhoven
68 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant 2
pwc Controleverklaring
van de onafhankelijke
accountant
Aan: het bestuur van Stichting ZorgGoedBrabant2
Verklaring betreffende
de
jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag op pagina 30 tot en met 63 opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting ZorgGoedBrabant2 te Oss gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-en-verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrulddng te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Ref.: 60358397
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Zuiderzeelaan 53, 8017 JV'Zwolle, Postbus 513, 8000 AM Zwolle T: 088 792 00 38, F: 088 792 94 61, www.pwc.nl 'PwC' is het merkwaaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N,V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuariai & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
pwc Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ZorgGoedBrabant2 per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring
betreffende
overige bij of krachtens de wet gestelde
eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid l onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Zwolle, 22 juni 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door G.A.N. Turkenburg RA
Stichting ZorgGoedBrabant2
Pagina 2 van 2
- Ref.: 60358397