Jaarverslag 2014 Stichting Groenhuysen

Jaarverslag 2014 Stichting Groenhuysen

Titel

Aanpassingen

Status

Versie

Datum

Auteur

Jaarverslag 2014

Eerste opzet

Concept

0.1

26.01.2015

AG

Jaarverslag 2014

toevoegingen door LK

Concept

0.2

03.02.2015

AG / LK

Jaarverslag 2014

toevoeging organogram

Concept

0.3

04.02.2015

AG / LK

Jaarverslag 2014

tekstuele toevoegingen

Concept

0.4

27.02.2015

LK

Jaarverslag 2014

tekstuele toevoegingen / aanpassingen lay-out

Concept

0.5

04.03.2015

AG / LK

Jaarverslag 2014

Opmerkingen raad van bestuur verwerkt

Concept

0.6

19.03.2015

LK

Jaarverslag 2014

Redigeren communicatie, toevoeging financieel resultaat

Concept

0.7

09.04.2015

LK

Jaarverslag 2014

Tekstuele aanpassing/ layout / inhoudsopgave

Concept

0.8

20.04.2015

AG

Jaarverslag 2014

Aanpassingen n.a.v. auditcommissie

Concept

0.9

30.04.2015

LK

Jaarverslag 2014

Voorgenomen besluit rvb

Vastgesteld

0.10

11.05.2015

rvb

Roosendaal, 20 mei 2015

150511 Jaardocument 2014 – stichting Groenhuysen versie 0.10

1

VOORWOORD Voor ouderen van betekenis blijven in een veranderende omgeving 2014 was geen makkelijk jaar voor Groenhuysen. Het was het jaar van de ommekeer. Jaren van gestage groei zijn abrupt tot stilstand gekomen. De zorg staat namelijk aan de vooravond van een aantal ingrijpende veranderingen. Veranderingen die vooral voortkomen uit de gewijzigde financiering door overheidsmaatregelen. In 2015 gaat de AWBZ zoals we die nu kennen veranderen. De Rijksoverheid wil dat de langdurige zorg beter aansluit bij de wensen van mensen die zorg nodig hebben. Mensen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dat kan als de langdurige zorg anders wordt georganiseerd. Om de zorg dichterbij te organiseren, gaan er meer taken en verantwoordelijkheden van het rijk naar de gemeenten en de zorgverzekeraars. Deze ontwikkelingen hebben een ingrijpende omslag van onze organisatie gevraagd. Er komt veel meer verantwoordelijkheid bij de zorgvrager en de mensen in zijn of haar omgeving te liggen. De professional komt pas in beeld als mensen er zelf of samen niet meer uit komen of niet over de middelen beschikken om hulp in te zetten. We hebben er veel tijd en energie in gestoken om samen met verschillende stakeholders de veranderingen zoveel als mogelijk te kunnen laten ‘overvloeien’ in 2015. Zo heeft Groenhuysen ‘De Groene Mantel’ opgericht. Sinds 1 juli bieden we naast mantelzorgondersteuning in de gemeente Rucphen ook ondersteuning in de gemeente Roosendaal. De Groene Mantel biedt ondersteuning aan mantelzorgers van jong tot oud. Een consulente neemt de tijd om te luisteren naar zijn of haar verhaal. Zij kent bovendien de weg binnen de wereld van de mantelzorg en kan adviseren over ondersteuningsmogelijkheden, taakverlichting, praktische en financiële hulp. Daarnaast is het nieuwe product Zorgeloos Wonen ook erg succesvol gebleken. Of iemand een zorgindicatie heeft of niet, met Zorgeloos Wonen is hij of zij verzekerd van een comfortabel verblijf in de beschermde omgeving van een centrum voor Wonen & Zorg. Het betekent zorgeloos leven in een mooi appartement, sociale contacten, handige diensten en zorg altijd binnen handbereik. Zorgeloos Wonen biedt op dit moment twee verschillende woonconcepten aan: Gezellig Wonen en Buitengewoon Wonen. In 2015 zullen we het product verder door ontwikkelen. Verder hebben we in 2014 gekozen om met behulp van Planetree de best mogelijke mensgerichte zorg voor klanten te realiseren en een organisatiecultuur tot stand te brengen waar elke medewerker trots op kan zijn. De inspirerende cultuur van Planetree past bij onze Franciscaanse oorsprong waarbij menselijke interactie en liefdevolle bejegening voorop staan om vervolgens goede zorg te kunnen leveren. Planetree gaat ook over mensen die elkaar helpen. Eerst contact maken, luisteren naar wat nodig is en aandacht voor het individu staan voorop.


2

Om de zorgverlening en de communicatie met onze klanten te verbeteren is in maart 2014 de uitrol van het elektronisch cliëntendossier (mijnCaress) gestart, waardoor het papieren zorgdossier op den duur zal verdwijnen. Het elektronisch cliëntendossier resulteert in digitale zorgregistratie, het eenvoudig terugvinden van informatie en sneller en efficiënter uitvoeren van zorgtaken. Ook staat Groenhuysen voor het realiseren van een goede leef – en woonomgeving voor onze klanten. Daarom zijn de steunpunten voor ouderen De Vlegter en Bosschenhoofd verhuisd naar het hart van het dorp om senioren een comfortabel steunpunt te kunnen bieden en beter bereikbaar te zijn. Daarnaast zijn in dit kader de nieuwbouwlocaties centra voor Wonen & Zorg Champetter en De Bloemschevaert opgeleverd. 2015 zal in het teken staan van ‘Het nieuwe zorgen’. Dan ligt de nadruk vooral op de samenwerking tussen alle betrokken partijen in de zorg (gemeenten, klanten, mantelzorgers, zorgaanbieders en vrijwilligers) en de manier waarop zij de zorg gaan invullen. Niet de systeemwereld, maar de mens, zijn of haar leefwereld en kwaliteit van leven moet daarbij centraal blijven staan.


3

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1

Uitgangspunten van de verslaggeving ......................................................... 5

Hoofdstuk 2

Profiel van de organisatie .............................................................................. 6

2.1

Algemene identificatiegegevens .......................................................................................... 6

2.2

Structuur van de organisatie ................................................................................................ 6

2.3

Kerngegevens ...................................................................................................................... 9

2.4

Samenwerkingsrelaties ..................................................................................................... 12

Hoofdstuk 3

Governance ................................................................................................... 14

3.1

Normen voor goed bestuur ................................................................................................ 14

3.2

Raad van bestuur .............................................................................................................. 14

3.3

Raad van commissarissen ................................................................................................ 14

3.4

Bedrijfsvoering ................................................................................................................... 19

3.5

Cliëntenraad Groenhuysen ................................................................................................ 21

3.6

Ondernemingsraad ............................................................................................................ 24

Hoofdstuk 4

Beleid.............................................................................................................. 25

4.1

Meerjarenbeleid ................................................................................................................. 25

4.2

Kwaliteit en veiligheid van zorg ......................................................................................... 28

4.3

Financiële Performance ..................................................................................................... 35

4.4

Vastgoed ............................................................................................................................ 41

4.5

Medewerkers ..................................................................................................................... 43

4.6

Compliance ........................................................................................................................ 46

Bijlagen 1. Overzicht nevenfunctie raad van bestuur 2. Overzicht raad van commissarissen


4

Hoofdstuk 1

Uitgangspunten van de verslaggeving

In dit maatschappelijk jaarverslag legt stichting Groenhuysen (hierna te noemen: Groenhuysen) verantwoording af over het door haar gevoerde beleid in 2014. In deze jaarverslaggeving rapporteren we op niveau van de stichting als geheel. Het jaarverslag is opgesteld aan de hand van de vijf risicogebieden, te weten kwaliteit en veiligheid van zorg, financiële performance / bedrijfsvoering, vastgoed / huisvesting, medewerkers en compliance. Groenhuysen past in al haar dienstverlening de zorgbrede governance code toe. Deze code is een bundeling van moderne, algemene opvattingen over goed bestuur, toezicht en verantwoording. Het jaarverslag 2014 is tot stand gekomen door alle stafgebieden en adviesorganen te betrekken bij het aanleveren van de gegevens. Goedkeuring en decharge De door de raad van bestuur vastgestelde jaarrekening is voorzien van een goedkeurende controleverklaring. De raad van commissarissen heeft tijdens zijn vergadering van 20 mei 2015 de jaarrekening 2014 van Groenhuysen, alsmede het accountantsverslag, besproken en goedgekeurd. De raad van commissarissen heeft tevens goedkeuring gegeven aan de jaarverslaggeving van Groenhuysen over het jaar 2014 en aan de raad van bestuur decharge verleend voor het gevoerde beleid.


5

Hoofdstuk 2 2.1

Profiel van de organisatie

Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon

stichting Groenhuysen

Adres

Postbus 1596

Postcode

4700 BN

Plaats

Roosendaal

Telefoonnummer

088 557 4000

Identificatienummer Kamer van Koophandel

41102418

E-mailadres

[email protected]

Internet

www.groenhuysen.nl

2.2

Structuur van de organisatie

Juridische structuur Groenhuysen heeft als rechtsvorm een stichting. De raad van bestuur van Groenhuysen, bestaande uit twee bestuurders, is daarnaast verantwoordelijk voor de Stichting Dienstencentrum Ouderen, Stichting Chapeau, Stichting Woning Plus Gemeenschap Kruisland en Stichting Zorgzuster West-Brabant. Groenhuysen heeft een drietal erkenningen, te weten Verzorging, Verpleging en Thuiszorg. Dienstverlening Groenhuysen heeft diverse woonvoorzieningen voor ouderenzorg in de regio Roosendaal. Groenhuysen heeft achttien centra voor Wonen & Zorg, waaronder centra voor lichte zorg en centra voor zware zorg. Daarnaast heeft Groenhuysen ook twee Regionale Behandelcentra, een thuiszorgorganisatie en twee zorgboerderijen in beheer. Groenhuysen biedt meerdere dagverzorging- en dagbehandelingproducten aan en streeft ernaar een zo breed mogelijk aanbod van diensten en voorzieningen binnen de kaders van de missie en visie te leveren zonder winstoogmerk. In 2014 heeft Groenhuysen nieuwe producten binnen ‘Zorgeloos Wonen’ geïntroduceerd in de organisatie. Het organisatieonderdeel relatiebeheer van het bedrijfsbureau en de managementgebieden behandeling & begeleiding, ouderengeneeskunde en het verpleegkundig expertise & alarmeringsteam (VEAT) bieden advies, ondersteuning en/of behandeling aan (potentiële) klanten. Intern en extern werkzoekenden kunnen ook een beroep doen op relatiebeheer. De overige bedrijfsonderdelen van het centraal bureau verlenen hun diensten aan de managers van de managementgebieden en de raad van bestuur.


6

Organisatie- en medezeggenschapsstructuur In 2014 is als gevolg van interne ontwikkelingen de span of control van een aantal managementgebieden binnen Groenhuysen vergroot. De activiteiten van Groenhuysen zijn onderverdeeld in 29 managementgebieden en Zorgzuster, oftewel 30 resultaatverantwoordelijke eenheden. De managers worden rechtstreeks aangestuurd door de raad van bestuur. De stafgebieden binnen Groenhuysen zijn onderverdeeld in de concernstaf, business control en bedrijfsvoering. De taken en bevoegdheden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen zijn vastgelegd in een reglement. Binnen de raad van bestuur is een portefeuilleverdeling vastgelegd. De leden van de raad van bestuur vormen een collegiaal bestuur. De medezeggenschapsstructuur van Groenhuysen volgt de zeggenschapsstructuur. Voor cliënten en hun vertegenwoordigers is voor elke woonvoorziening een cliëntenraad ingesteld en op organisatieniveau is er een centrale cliëntenraad. De medezeggenschap van medewerkers volgt direct de zeggenschapsstructuur in de organisatie. Er is één ondernemingsraad. Inrichting en doorontwikkeling ondersteunende diensten Externe en interne ontwikkelingen zijn in 2013 aanleiding geweest om kritisch te kijken naar de inrichting van de ondersteunende diensten. Hetgeen in 2013, wat betreft richting en inrichting is uitgedacht, is in het verslagjaar in de organisatie geïmplementeerd. Allereerst zijn ieders taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden benoemd en heeft de samenwerking tussen de verschillende bedrijfsonderdelen veel aandacht gevraagd. Vervolgens is de stap gemaakt naar het efficiënter inrichten van de verschillende processen binnen de ondersteunende diensten. Deze procesinrichting is nog niet af en loopt dan ook door in 2015. In 2014 heeft de raad van bestuur met de hoofden diverse inrichtingsvraagstukken, als gevolg van de herinrichting ondersteunende diensten, geëvalueerd. Waar nodig is bijgestuurd. Voorbeelden hiervan zijn: de rollen van business control en hoofd bedrijfsvoering zijn gedurende het jaar expliciet gemaakt. Dit heeft geleidt tot een juiste samenwerking en een meer onafhankelijke rol van business control. De thematafels zijn geëvalueerd. De evaluatie heeft ertoe geleid dat de invulling van de thematafels in 2015 anders worden vormgegeven. De clusteroverleggen tussen raad van bestuur, managers, hoofd bedrijfsvoering en adviseurs bedrijfsvoering zijn wat betreft inrichting en inhoud ook aangepast. Vanuit de ondernemingsraad en de raad van commissarissen is deze implementatie kritisch gevolgd.


7


8

2.3

Kerngegevens

2.3.1

Kernactiviteiten

Groenhuysen ondersteunt ouderen in haar werkgebied van de regio Roosendaal het leven te leiden wat zij willen leven. Wij gaan daarbij uit van eigen kracht en onafhankelijkheid. De ondersteuning loopt van versterken van eigen regie en eigen mogelijkheden tot volledige ontzorging als de eigen regie mocht falen. We investeren in voortdurende ontwikkeling van de deskundigheid van de medewerkers van Groenhuysen, zodat ouderen vertrouwen, veiligheid en zekerheid ervaren. Wij bieden maatwerk op het gebied van preventie, ondersteuning, begeleiding, verzorging, verpleging en behandeling, zoveel mogelijk thuis in de eigen leefomgeving en als het niet anders kan in een goed verzorgde woonvoorziening. Groenhuysen: Ouder worden, jezelf blijven. Centra voor Wonen & Zorg Groenhuysen heeft verschillende centra voor Wonen & Zorg in beheer waar zware zorg wordt geleverd. Het gaat hierbij zowel om somatische als om psychogeriatrische klanten met langdurig verblijf. Ook is er geriatrische revalidatiezorg en specifieke zware zorg in twee Regionale Behandelcentra. Deze zijn ingericht voor specifieke doelgroepen van klanten zoals revalidatie na CVA, COPD, hartfalen, palliatieve zorg, Parkinson, crisisbedden en orthopedie. Een aantal locaties volgt het kleinschalig wonen principe. Het kleinschalige karakter van deze locaties straalt rust en evenwicht uit vanuit de gedachte dat ouderen erbij gebaat zijn in een eigen vertrouwde omgeving zorg en diensten te ontvangen. Groenhuysen heeft twee zorgboerderijen in beheer, waar dagbehandeling plaatsvindt. Een van deze zorgboerderijen is ingericht voor de doelgroep jong dementerenden. Voor de groep jong dementerenden is binnen Heerma State een kleinschalige woonvoorziening ingericht. Ook biedt Groenhuysen in 2014 verschillende mogelijkheden van wonen en zorg in centra voor Wonen & Zorg met lichte zorg. De nieuwere wooneenheden zijn zodanig ingericht dat deze op een eventuele zwaardere zorgvraag aangepast kunnen worden. In 2014 zijn, als gevolg van overheidsregels, geen indicaties voor cliënten met geïndiceerde zorgzwaartepakketten (ZZP’s) één tot en met drie afgegeven. Dit leidt tot een terugloop van bezetting in een aantal centra. Elk centrum voor Wonen & Zorg heeft een groot aanbod van sociale, informatieve en recreatieve programma’s. Zo kunnen klanten kiezen uit interessante en uiteenlopende activiteiten variërend van deelname aan kaartgroepen, toneeluitvoeringen, meer bewegen voor ouderen tot excursies. Bij alle woonvoorzieningen is het voor klanten mogelijk aanvullende zorg in te kopen als de reguliere zorg overstegen wordt. Daarnaast hebben bijna alle centra voor Wonen & Zorg de mogelijkheid tot een tijdelijke opname. Op locatie De Brink zijn een aantal logeerbedden als huisartsenbedden aangemerkt waarover de huisarts kan beschikken als het thuis niet meer gaat.


9

Ook bewoners van de aanleunwoningen en appartementen in en rondom de verschillende centra voor Wonen & Zorg kunnen gebruikmaken van de diensten en zorgverlening van Groenhuysen. Dit betreft:  logeerfaciliteiten vlakbij het centrum voor Wonen & Zorg  deelname aan activiteiten in het centrum voor Wonen & Zorg  zorgen dienstverlening vanuit het centrum voor Wonen & Zorg zoals bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van het restaurant, fitness en andere faciliteiten van het centrum voor Wonen & Zorg Zorgeloos Wonen Door het wegvallen van de indicatie voor het centrum voor Wonen & Zorg zouden met name alleenstaande ouderen met een lager inkomen bijzonder getroffen kunnen worden. Voor deze doelgroep heeft Groenhuysen een alternatief bedacht in de vorm van een betaalbaar Zorgeloos Wonen arrangement. Er wordt binnen het nieuwe concept niet gewerkt vanuit een zorgzwaartepakket (ZZP), maar vanuit een klantvraag. De klant huurt bij Groenhuysen zonder dat hij zorg hoeft af te nemen. Mocht de klant te zijner tijd een dienst of zorg nodig hebben, koopt hij dit naar wens in. In 2014 zijn binnen Zorgeloos Wonen twee labels ontwikkeld, namelijk Gezellig Wonen en Buitengewoon Wonen. Thuiszorg Thuiszorg Groenhuysen ondersteunt thuiswonende klanten die door leeftijd of ziekte hulp nodig hebben bij huishoudelijke activiteiten of persoonlijke verzorging en verpleging. Om thuiszorg op maat te kunnen bieden, heeft Thuiszorg Groenhuysen een zeer breed dienstenpakket. Thuiszorg Groenhuysen is er voor mensen met een thuiszorgindicatie en verzorgt onder andere de uitleen van hulpmiddelen, persoonlijke verzorging, verpleging, nachtzorg, hulp in de huishouding en professionele alarmopvolging. Groenhuysen levert de thuiszorg niet vanuit één centraal punt, maar vanuit de wijk of buurt. Dit alles onder het motto: zorg altijd dichtbij en vertrouwd. Zo ontstaan er kleine teams van wijkzusters die de zorg aan huis verstrekken en ervoor zorgen dat klanten altijd een vertrouwd gezicht zien. Door thuiszorg te bieden vanuit de locaties van Groenhuysen speelt Groenhuysen in op die behoefte. Vanwege de sterke band met behandelaren en specialisten op de locaties is het mogelijk om op verschillende vormen van zorgvraag in te spelen. In 2014 is in de eerste helft van het jaar veel aandacht geweest voor de profilering van Thuiszorg Groenhuysen en het efficiënter inrichten van de extramurale processen. Naar aanleiding van externe ontwikkelingen is in de tweede helft van het jaar de profilering low profile voortgezet. Verpleegkundig expertise & alarmeringsteam (VEAT) Het verpleegkundig expertise & alarmeringsteam (VEAT) is in de voorbijgaande jaren uitgegroeid tot “het” expertise team van de regio. Medisch specialisten en huisartsen van de regio, maar ook daarbuiten, hebben een solide samenwerkingspartner gevonden in het VEAT. Op het gebied van alle (hoog) complexe verpleegtechnische handelingen, advies en triage wordt het VEAT veelvuldig, 7 keer 24 uur, ingezet. Dankzij de goede samenwerking met de verschillende huisartsenpraktijken en ziekenhuizen, zoals het Franciscus Ziekenhuis


10

Roosendaal, het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, kan Groenhuysen klanten in hun eigen omgeving tegemoet komen in een zorgvraag die voorheen ziekenhuisopname vereiste. Door verblijf thuis neemt de kwaliteit van leven toe. Overige activiteiten Groenhuysen biedt verschillende vormen van dagactiviteiten, zoals dagbehandeling, dagopname en dagverzorging. Groenhuysen biedt ook verschillende mogelijkheden voor ontspanning, zoals ontmoetingsruimten, gezellig ingerichte brasseries of restaurants en diverse eetpunten. Daarnaast biedt Stichting Dienstencentrum Ouderen (SDO) aansluitingen op professionele alarmering aan, waarbij de alarmopvolging in de meeste gevallen door mantelzorgers wordt verzorgd en in een kleiner aantal gevallen door professionals. SDO heeft ook het beheer over het Abbeyfieldhuys. Centraal Bureau Alle ondersteunende diensten zijn gevestigd in het centraal bureau gelegen aan Bovendonk 29 te Roosendaal. Het pand is in 2014 aangekocht. Vrijwilligers Groenhuysen heeft 1291 vrijwilligers aan zich verbonden. Vrijwilligers worden door de manager van de locatie aangestuurd. In 2014 zijn er geen specifieke zaken ondernomen voor werving en behoud van vrijwilligers. 2.3.2

Klanten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten

Kerngegevens per 31 december 2014 Groenhuysen Aantal intramurale klanten in verslagjaar Aantal feitelijke intramurale plaatsen Aantal extramurale klanten exclusief klanten dagactiviteiten Aantal klanten dagactiviteiten Aantal uren extramurale productie in verslagjaar Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar Aantal intramurale verpleegdagen in verslagjaar Aantal personeelsleden in loondienst Aantal FTE personeelsleden in loondienst Totaal bedrijfsopbrengsten Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in euro's Waarvan wettelijk budget GRZ Waarvan overige bedrijfsopbrengsten


2.519 1.647 736 340 114.357 252.978 236.913 2.148 1.387 112.804.633 96.199.098 8.099.932 8.505.603

11

2.3.3

Werkgebied

2.4

Samenwerkingsrelaties

Ziekenhuis Op verschillende fronten bestaat er een goede en intensieve samenwerking met het Franciscus Ziekenhuis Roosendaal (vanaf januari 2015 Bravis ziekenhuis). Huisartsen Groenhuysen werkt samen met verschillende huisartsenpraktijken in het kader van Vroegsignalering Kwetsbare Ouderen (VKO) en andere eerstelijns activiteiten. Gemeenten en andere overheden Met de gemeenten Roosendaal, Halderberge, Rucphen en Moerdijk en andere overheden onderhoudt Groenhuysen relaties. Zo neemt Groenhuysen actief deel aan verschillende lokale zorgberaden die de gemeenten in de regio voorzitten. Uiteenlopende vraagstukken worden hier besproken, er worden acties ondernomen en initiatieven afgestemd. Ook op bestuurlijk niveau vindt periodiek overleg plaats met gemeenten en andere overheden als de provincie en het Rijk. In 2014 heeft Groenhuysen intensief overleg gehad met meerdere gemeenten als gevolg van de vele veranderingen in de overgang van producten van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).


12

Groenhuysen onderhoudt contact met vier toezichthouders op het niveau van de Rijksoverheid, te weten:  de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)  de Inspectie van Sociale Zaken en werkgelegenheid  de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA)  het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Onderwerpen die van toepassing zijn bij dit toezicht komen hierin aan bod. Certificering Groenhuysen heeft een driejarig contract met het Keurings instituut voor waterleiding artikelen (KIWA Carity). Kiwa Carity is een onafhankelijke certificeringsinstelling die het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) - certificaat 2010 en het Occupational Health and Safety Assessment Specification (OHSAS) certificaat 2007 de komende drie jaar toetst aan de landelijk vastgestelde HKZ – en OHSAS normen. Zorgkantoor - zorgverzekeraar Groenhuysen bespreekt tweemaal per jaar haar strategisch beleid met Zorgkantoor WestBrabant. Met de zorgverzekeraars is in 2014 veel correspondentie geweest over aanbestedingen. Daarnaast zijn er ongeveer zesmaal per jaar besprekingen waar het kwantitatief en kwalitatief beleid ten aanzien van zorg en de bekostiging ervan op de agenda staan. Financiële instellingen Jaarlijks zijn er gesprekken met financiële instellingen zoals banken. De financiering en exploitatie van Groenhuysen komen tijdens deze bijeenkomsten aan de orde, evenals de positie van reserves en financiële analyses. Woningbouwcorporaties In het kader van bestaande en nieuwe huisvestingsprojecten zijn er diverse samenwerkingsrelaties met bijpassende overlegvormen tussen Groenhuysen en woningcorporaties. In 2014 waren dit samenwerkingsrelaties met de corporaties Thuisvester, AlleeWonen, Bernardus Wonen en WSG.


13

Hoofdstuk 3 3.1

Governance

Normen voor goed bestuur

Bij Groenhuysen nemen bestuurders en toezichthouders de zorgbrede governance code en de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) als leidraad voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording van het beleid in de organisatie. De zorgbrede governance code geeft richtlijnen voor de manier waarop de raad van bestuur en raad van commissarissen hun rollen ten aanzien van besturen, toezicht en onderlinge raadpleging het beste kunnen vervullen. De richtlijnen bieden waarborgen voor kwaliteit en onafhankelijkheid van bestuur en toezicht. Verder verschaffen ze een aanpak voor de verwerving van noodzakelijke informatie en hoe daarover het beste verantwoording kan worden afgelegd. De statuten en reglementen van Groenhuysen zijn hieraan getoetst.

3.2

Raad van bestuur

De raad van bestuur bestaat in het verslagjaar uit twee personen. Collegiale verantwoordelijkheid is het uitgangspunt. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn geregeld via de statuten en het reglement raad van bestuur. Beide documenten voldoen aan de governance code 2010. Hierin is geregeld hoe de taken en de werkwijze van de raad van bestuur worden beoordeeld. Beoordeling van de raad van bestuur door de raad van commissarissen vindt in een jaarlijks remuneratiegesprek plaats. Bezoldiging Op basis van de verstrekte gegevens is volgens de raad van commissarissen geen belangenverstrengeling tussen raad van bestuur en de instelling. Elk jaar spreekt de raad van commissarissen met de raad van bestuur over de arbeidsvoorwaarden en de bezoldiging. De raad van commissarissen volgt voor de bezoldiging van de raad van bestuur het advies van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis Directeuren en de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg. De bezoldiging is en blijft binnen de Wet Normering Topinkomens. Vergaderschema en wijze van besluitvorming Formele besluitvorming door de raad van bestuur vindt tweewekelijks plaats in de vergadering van de raad van bestuur. Extra besluitvormende vergaderingen vinden plaats wanneer daartoe aanleiding is. In 2014 heeft de raad van bestuur vierentwintig keer vergaderd. De besluiten van de raad van bestuur worden via het intranet kenbaar gemaakt aan de organisatie.

3.3

Raad van commissarissen

De raad van commissarissen van Groenhuysen houdt integraal toezicht op het bestuur en de besturing van de organisatie, op het beleid van de raad van bestuur en op de algehele gang van zaken binnen de stichting. De raad van commissarissen onderscheidt nadrukkelijk de verschillende kerntaken van een toezichthouder. Allereerst de werkgeversfunctie van de raad


14

van bestuur. Jaarlijks wordt door de remuneratiecommissie een remuneratiegesprek met de bestuurders gevoerd. Vervolgens zijn er de statutaire bevoegdheden en de taak om goedkeuring aan een aantal, door de bestuurder genomen besluiten, te nemen. Ten slotte geeft de raad bewust invulling aan zijn taak als adviseur en klankbord (inspireren en meedenken) richting de raad van bestuur. Het onderscheiden van deze kerntaken is van belang om de taak van toezichthouder goed te kunnen vervullen en de raad van bestuur goed te kunnen ondersteunen bij alle interne en externe ontwikkelingen. De raad van commissarissen realiseert zich heel goed dat toezicht houden niet alleen financiële zaken betreft, maar dat het primair gaat om het toezicht houden op de wijze waarop Groenhuysen de zorgdoelstelling van de stichting realiseert. De taken en bevoegdheden zijn deels statutair bepaald en voorts uitgewerkt in het reglement van de raad van commissarissen. Het reglement van de raad van commissarissen voldoet aan de governance code 2010. De samenstelling van de raad van commissarissen vindt plaats op basis van kwaliteitsprofielen, competenties en verenigbaarheid van functies. Nieuwe leden worden met inachtneming van de opgestelde profielschets en via openbare werving geselecteerd. De raad van bestuur van Groenhuysen kan dan ook terugvallen op een onafhankelijke raad van commissarissen, die handelt vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid en vanuit de basisprincipes van de zorgbrede governance code. Bij een herbenoeming, na een periode van vier jaar in de raad van commissarissen, vindt bij alle leden vooraf een beoordeling plaats. De leden worden voor maximaal twee periodes van vier jaar benoemd. Alle functies en nevenfuncties van de leden zijn bekend en worden regelmatig geactualiseerd. De bezetting van de raad van commissarissen was in 2014 fluctuerend, namelijk variërend van zes tot acht leden. Dit had te maken met het aflopen van de zittingstermijn van een tweetal leden en de benoeming van twee nieuwe commissarissen. Vanaf 1 november 2014 is de bezetting stabiel, namelijk zeven leden. Eén keer per jaar wordt de externe accountant uitgenodigd voor de overlegvergadering van de raad van commissarissen en de raad van bestuur. Tijdens dit overleg worden de jaarrekening, het jaarverslag en de management letter besproken. Eenmaal per jaar voert de raad van commissarissen een overleg met de accountant buiten aanwezigheid van de raad van bestuur. Daarnaast zijn twee keer per jaar twee leden van de raad van commissarissen aanwezig bij de overlegvergadering van de raad van bestuur met de ondernemingsraad en eenmaal van de raad van bestuur met de centrale cliëntenraad. De raad van commissarissen krijgt op basis van de bestuurscyclus, die georiënteerd is rond een vijftal gedefinieerde risicogebieden, gestructureerde managementinformatie aangeboden. Daarnaast wordt gestructureerde informatie verstrekt op basis van de aangeduide


15

onderwerpen die in het protocol informatievoorziening en informatieverschaffing zijn opgenomen. Commissies Voor verdieping op specifieke beleidsterreinen zijn door de raad van commissarissen uit zijn midden commissies ingesteld die naar de volledige raad verslag uitbrengen van de bevindingen. Met deze onderverdeling meent de raad zijn rol goed te kunnen vervullen. De raad van commissarissen kent vier vaste commissies: 

Commissie zorg (kwaliteit en veiligheid)



Commissie audit



Commissie werving en selectie leden raad van commissarissen



Commissie remuneratie / functioneren en beloning raad van bestuur

De commissie zorg heeft in 2014 tweemaal vergaderd met de raad van bestuur. De commissie audit heeft in het verslagjaar vijf keer met de raad van bestuur vergaderd. Tijdens deze vergaderingen wordt over relevante thema’s gesproken waarbij meer diepgang kan worden gekregen. De commissie werving en selectie is in 2014 een aantal keer bij elkaar gekomen om de procedure voor de werving van twee nieuwe leden voor de raad van commissarissen op te stellen en uitvoering te geven aan deze procedure. De commissie remuneratie heeft het jaarlijkse remuneratiegesprek met de raad van bestuur gevoerd. Alle commissies rapporteren aan de raad van commissarissen. Onderwerp van overleg De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar zes reguliere vergaderingen met de raad van bestuur belegd. Thema’s die tijdens deze vergaderingen aan de orde zijn geweest zijn: 

Strategisch Human Resource Management: de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit versus de kwantiteit van personeel zijn besproken. Vervolgens zijn deze ontwikkelingen vertaald naar de strategische keuzes die Groenhuysen al gemaakt heeft voor de korte termijn of nog moet maken voor de middellange termijn.



Rechtspersonen gekoppeld aan private activiteiten: er is een algemene toelichting gegeven op nieuwe organisatievormen gekoppeld aan rechtspersonen. De gevolgen voor de rol van commissaris zijn ook aan de orde gesteld.



De samenwerking met huisartsen in de regio: de ontwikkeling van de participatiemaatschappij en de versterking van de eerste lijn, zoals de overheid dit wenselijk acht, onderstrepen de samenwerking tussen Groenhuysen en de huisartsen. Het Vroegsignalering Kwetsbare Ouderen (VKO) – model is nader uitgelegd.



De veranderingen met betrekking tot de Wet maatschappelijke ontwikkelingen (Wmo): de ontwikkelingen en alle veranderingen met betrekking tot de Wmo zijn toegelicht en de mogelijke gevolgen voor Groenhuysen zijn besproken.



De verbetering van kwaliteit: de raad van commissarissen is geïnformeerd over hoe Groenhuysen het proces heeft ingericht om de professionele kwaliteit en de ervaren kwaliteit structureel te verbeteren.


16

De presentaties over de bovenstaande onderwerpen zijn verzorgd door deskundigen werkzaam in de organisatie. Het thema met betrekking tot ‘rechtspersonen gekoppeld aan private activiteiten’ is verzorgd door een externe jurist. Onderwerpen die tijdens de vergaderingen aan de orde zijn geweest zijn: 

Het strategisch meerjarenbeleid 2014 – 2018, inclusief meerjarenbegroting. De raad van commissarissen heeft goedkeuring gegeven aan het vaststellingsbesluit van de raad van bestuur aangaande het strategisch meerjarenbeleid;



Het instemmingsverzoek ‘onderzoek aansluiting Waarborgfonds voor de zorg (Wfz)’: de raad van commissarissen heeft ingestemd met de voorbereiding van de aanvraag tot deelname Wfz;



De bevindingen van de commissies zorg, audit, werving en selectie en remuneratie. Deze bevindingen zijn besproken conform het informatieprotocol;



De voortgang van de vastgoed- en bouw/verhuisactiviteiten aangaande projecten, zoals De Bloemschevaert alsmede over de vastgoedrisico’s die een gevolg kunnen zijn van het gewijzigde overheidsbeleid;



Het profiel van de nieuwe commissarissen. De raad van commissarissen heeft het profiel voor de nieuw aan te stellen commissarissen vastgesteld;



De werving van nieuwe commissarissen. De raad van commissarissen besluit twee nieuwe kandidaten tegelijkertijd te zoeken, vanwege de korte opeenvolgende aflooptermijnen van twee commissarissen. De raad van commissarissen neemt het besluit dat het wervings- en selectietraject door een externe partij, Movimento, zal worden begeleid. De selectiecommissie wordt benoemd;



Het bespreken van contracten en samenwerkingsvormen tussen Groenhuysen en de verschillende woningbouwcorporaties. Belangrijk onderwerp tijdens dit bespreekpunt was de risicoparagraaf. Geschillen tussen Groenhuysen en AlleeWonen zijn besproken in de vergaderingen van de raad van commissarissen;



De veranderingen in de zorg. De transities in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijk ondersteuning zijn toegelicht. De mogelijke gevolgen van deze veranderingen voor Groenhuysen zijn besproken;



Planetree. Groenhuysen heeft met Planetree Nederland een overeenkomst getekend;



De WalkRounds. De raad van bestuur heeft na evaluatie besloten om de gesprekken met betrekking tot de kwaliteit en veiligheid op locaties, volgens de methode van ‘WalkRounds’, voort te zetten in 2015. Een aantal leden van de raad van commissarissen heeft in 2014 deze WalkRounds bijgewoond. Door als toehoorder bij de gesprekken met medewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers aanwezig te zijn, krijgt de raad van commissarissen naast de ‘harde’ signalen uit de managementrapportages ook zicht op de ‘zachte’ signalen in de organisatie. De raad van commissarissen zal ook in 2015 verder vervolg geven aan het bijwonen aan deze WalkRounds;



De herbenoeming van dhr. J. Pruyn. De raad van commissarissen besluit, gehoord het advies van de raad van bestuur en de ondernemingsraad, tot herbenoeming van de heer J. Pruyn voor een tweede periode;



De benoeming van de vicevoorzitter. Als gevolg van het vertrek van een lid van de raad van commissarissen wordt een nieuwe vicevoorzitter benoemd;


17



De benoeming van twee commissarissen. De raad van commissarissen besluit, gehoord het advies van de selectiecommissie en de ondernemingsraad, de heer L.W.M. de Zwart en mw. E.J.M. de Jong te benoemen voor een periode van vier jaar;



Het jaardocument 2013. Er is goedkeuring gegeven aan het bestuursbesluit tot vaststelling van het jaardocument 2013 (inclusief jaarrekening 2013);



De kaderbrief 2015. Er is goedkeuring gegeven aan het bestuursbesluit tot vaststelling met betrekking tot de kaderbrief en begroting 2015;



Het Transmuraal Samenwerkingsverband Westelijk West-Brabant. Groenhuysen is mede oprichter van een transmuraal samenwerkingsverband. Het gaat binnen dit samenwerkingsverband om de kwaliteit en continuïteit van zorg voor klanten te optimaliseren;



De vier- en achtmaandrapportages inclusief de risicoparagraaf en de stand van zaken met betrekking tot de strategische projecten. Deze rapportages zijn besproken conform de bestuurscyclus;



De conclusies van de externe audits aangaande HKZ 2010 en OHSAS. De resultaten van de audits zijn besproken;



De resultaten van de Consumer Quality (CQ) 2014;



De resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek 2014;



De aankoop van het pand Bovendonk 29;



De financieringsaanvraag. Aan de hand van een rapport, opgesteld door een extern bureau, zijn de adviezen met betrekking tot de financierbaarheid besproken. Het treasurystatuut zal naar aanleiding van dit rapport worden aangepast en begin 2015 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van commissarissen;



Het aanstellen van een nieuwe accountant. De procedure om te komen tot een nieuwe accountant per boekjaar 2016 is besproken. Daarnaast heeft de raad van commissarissen besloten om het contract met de huidige accountant met een jaar te verlengen;



Het besturingsmodel. In 2014 is besloten om de studiedag van 2015 te besteden aan het besturingsmodel van Groenhuysen;



De Wet Normering Topinkomens (WNT). De effecten van de WNT zijn voor Groenhuysen in kaart gebracht. De inschaling voor de nieuwe bestuurders is vastgesteld en vastgelegd;



De benoeming van een commissaris, de heer Van den Brand. De raad van commissarissen heeft besloten, gehoord het advies van de raad van bestuur en de ondernemingsraad, de heer Van den Brand te benoemen tot lid van de raad van commissarissen per 1 juni 2015;



Het controleplan voor de accountantscontrole voor 2014 is besproken en goedgekeurd;



Het rooster van aftreden;



De planning van de raad van commissarissen vergaderingen en de bijeenkomsten met de adviesorganen.

Algemeen 

De raad van commissarissen heeft in samenspraak met de raad van bestuur in februari 2014 de jaarlijkse studiedag georganiseerd. De presentaties zijn verzorgd door eigen medewerkers en externe sprekers. Tijdens de studiedag zijn vanuit ‘de cliënt/klant’ de


18

onderwerpen VKO en klantarrangementen besproken. Vervolgens zijn zowel de ontwikkelingen in het ondernemen in de private zorgverlening als de praktijkervaringen met betrekking tot dit onderwerp, aan de orde gesteld. Vanuit de discussie zijn conclusies en aandachtspunten benoemd voor Groenhuysen. 

Jaarlijks evalueert de raad van commissarissen onder begeleiding van een externe deskundige zijn eigen functioneren. De zelfevaluatie 2014 vond in maart plaats. De evaluatie was gericht op het ontwikkelen van een visie op toezichthouden. De evaluatie heeft ertoe geleid dat een visiedocument ‘toezichthouden bij Groenhuysen’ is opgesteld. Dit document is zowel op intranet als op de website geplaatst. Daarnaast is de samenwerking tussen de raad van commissarissen en de raad van bestuur en de samenwerking binnen de raad van commissarissen besproken. De mening van de raad van bestuur wordt in de evaluatie betrokken. De zelfevaluatie wordt afgerond in aanwezigheid van en samen met de raad van bestuur. Daarin komt de interactie tussen beide organen expliciet aan de orde.



In het verslagjaar zijn door meerdere leden van de raad van commissarissen trainingen of seminars gevolgd in het kader van deskundigheidsbevordering.



In het verslagjaar is vanwege een aflopende zittingstermijn afscheid genomen van mw. M.A.M. van Rooij en mw. N.H.A. Hulsbosch.

Vergoeding 2014 De honorering van de leden van de raad van commissarissen is vastgesteld op basis van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ). Een overzicht van de beloning van de raad van commissarissen is te vinden in de jaarrekening. Een overzicht van de leden van de raad van commissarissen is te vinden in bijlage 2.

3.4

Bedrijfsvoering

In de besturingsvisie van Groenhuysen speelt samenhang tussen prestatiegerichtheid en sturing op resultaten een belangrijke rol. Daarbij is het vinden van een balans tussen de externe ontwikkelingen en de mogelijkheden van de organisatie elke keer weer een afweging. Groenhuysen gaat in haar besturingsmodel en filosofie uit van een resultaatgerichte zorgorganisatie en integrale sturing. Dit betreft zowel de organisatie als geheel, als ieder onderdeel afzonderlijk. Alle managers met een resultaatverantwoordelijkheid kunnen op grond van de goede sturingsinformatie beslissingen nemen om effectief en efficiënt het gestelde organisatiedoel te bereiken en vaststellen in hoeverre de gestelde doelen of uitgangspunten al dan niet worden gerealiseerd. In de besturingsvisie wordt nadrukkelijk ruimte gecreëerd voor ontwikkeling en innovatie om goed te kunnen inspelen en te anticiperen op ontwikkelingen in de omgeving en op de markt. Een gezonde bedrijfsvoering is hiervoor een belangrijke voorwaarde.


19

Planning & Control-cyclus De raad van bestuur formuleert jaarlijks een kaderbrief met te hanteren resultaatgebieden en meetbare doelen. Deze kaderbrief vloeit voort uit het meerjarenbeleid en de bestuursbeoordeling. Op basis van deze kaderbrief worden op alle niveaus van de organisatie jaarplannen opgesteld en uitgevoerd. De verantwoording van de vier-, acht- en twaalfmaands rapportage vindt door managers plaats in de clusteroverleggen. Tijdens het clusteroverleg verantwoordt de manager zich aan de raad van bestuur, hoofd bedrijfsvoering en aan collega managers van het cluster over de behaalde resultaten. In de rapportages wordt niet alleen informatie verstrekt over de kerngegevens, zoals kwaliteitsgegevens, tevredenheidsmetingen, productie, omzet en verzuim, maar ook een analyse gegeven van recente ontwikkelingen. Daarnaast wordt er inhoudelijk ingegaan op de laatste stand van zaken met betrekking tot het jaarplan. Bij het niet realiseren van het beoogde resultaat wordt aangegeven welke corrigerende maatregelen, vanuit het principe van Act Reflect Adjust, worden genomen om het resultaat alsnog te behalen en wanneer dit zal gebeuren. Deze zaken worden vastgelegd in een resultaatgericht verbeterplan. Deze manier van resultaat rapportages biedt de raad van bestuur voldoende informatie voor de sturing en beheersing van de organisatie. In de bestuursrotonde bedrijfsvoering wordt de bedrijfsvoering op organisatieniveau gemonitord. Gezien de vele veranderingen in de zorg per 1 januari 2015 is binnen deze overlegvorm afgelopen jaar veel aandacht geweest voor strategische personeelsplanning (SPP) gekoppeld aan productie en aan risico-inventarisatie. In de regieraad zijn de strategische projecten op voortgang en risico’s besproken. De raad van commissarissen, de ondernemingsraad en de centrale cliëntenraad worden in de verantwoordingscyclus van vier, acht en twaalf maanden geïnformeerd over de financiële resultaten en over de resultaten met betrekking tot kwaliteit en veiligheid. Gedurende het jaar 2014 is in de managementrapportage op organisatieniveau ook de risicoparagraaf en de voortgang van de strategische projecten opgenomen. De managementrapportage heeft sinds medio 2014 een integraal karakter. Investeringen Binnen Groenhuysen kan met behulp van de investeringsbegroting worden aangegeven waarom en op basis van welke prioriteiten investeringsbeslissingen worden genomen. In 2014 is aan de hand van de herziene procedure van 2013 gewerkt. Audit De planning- en controlcyclus wordt aangevuld met een controlesysteem. Binnen de organisatie is een handboek AO/IC aanwezig. Daarnaast worden door Kiwa Carity externe audits uitgevoerd om het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector (HKZ) en Occupational Health and Safety Assessment Series (OHSAS) certificaat te behouden. Op andere beleidsonderwerpen worden audits uitgevoerd door bureaus met specifieke kennis van het onderwerp.


20

Rol van de externe accountant De externe accountant wordt benoemd door de raad van commissarissen van Groenhuysen. De benoemingsperiode is voor maximaal vier jaar. De opdracht aan het accountantsbureau loopt tot 2015. In de raad van commissarissen vergadering van november 2014 is besloten om het contract met de huidige (partner) accountant met een jaar te verlengen. Daarnaast is in deze vergadering ook de procedure om te komen tot een nieuwe accountant per boekjaar 2016 besproken. De procedure is inmiddels afgerond. Maatregelen voor interne beheersing Het raamwerk voor de interne beheersing is gebaseerd op verschillende beleidsdocumenten, handleidingen en procedures. Voorbeelden zijn de Regeling AO/IC AWBZ/Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ)-zorgaanbieders, HKZ - en OHSAS normen en de risicoparagraaf. Risicomanagement maakt bij Groenhuysen onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering. Groenhuysen erkent dat risico’s inherent zijn aan het voeren van een zorgorganisatie. Het is echter van belang om de risico’s inzichtelijk te hebben en te beheersen. In 2012 is een risicomanagementsysteem ontwikkeld om de risico’s op een systematische wijze te identificeren en te beheersen. Op strategisch niveau werd in 2014 op de vijf vastgestelde risicogebieden verantwoording afgelegd aan de raad van commissarissen in de vier- en achtmaandsrapportages. De raad van commissarissen monitort op:  de wijze waarop risico's binnen Groenhuysen worden geïdentificeerd;  de wijze waarop de impact van risico's wordt geanalyseerd;  de reactie van Groenhuysen op deze risico's;  de monitoring van de risico's inclusief de werking van de beheersingmaatregelen. Het management is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de beheersingsprocessen. Interne toetsing hiervan vindt plaats. Daarbij wordt de gang van zaken beoordeeld en de effectiviteit van de geïmplementeerde processen getoetst. Aangetroffen tekortkomingen worden vastgelegd en opgevolgd. De toetsing van de Regeling AO/IC AWBZ en GRZ -zorgaanbieders heeft plaatsgevonden aan de hand van een met de externe accountant overeengekomen schema. De resultaten van de reviews zijn gedeeld met de raad van bestuur, raad van commissarissen en externe accountant. Financiële risico’s worden in kaart gebracht door bij het opstellen van de begroting een financiële risicoparagraaf op te nemen en maandelijks de bedrijfsvoering te monitoren. Voor de normatieve huisvestingscomponent wordt de actualiteit nauwlettend gevolgd en indien zinvol jaarlijks doorgerekend op basis van de meest actuele inzichten. Jaarlijks wordt de strategische vastgoedportefeuille en het beleid aangaande vastgoed doorgerekend.

3.5

Cliëntenraad Groenhuysen

Decentrale cliëntenraden Groenhuysen onderhoudt duurzame relaties met haar belanghebbenden. Allereerst natuurlijk met haar cliënten. Zij hebben zich georganiseerd in cliëntenraden. Vrijwel alle woonvoorzieningen, met bijbehorende thuiszorggebieden, hebben een eigen cliëntenraad. De


21

verhouding met de cliëntenraden is op basis van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) in reglementen vastgelegd. Elke cliëntenraad heeft meerdere keren per jaar overleg met de betreffende manager over uiteenlopende onderwerpen. Eenmaal per jaar vergadert de cliëntenraad in aanwezigheid van de raad van bestuur. Managers hebben de cliëntenraden in hun taken ondersteund. Bij een aantal raden is er bovendien secretariële ondersteuning geweest in de vorm van een notulist. De raden geven allemaal aan voldoende gebruik te kunnen maken van de benodigde voorzieningen voor hun functioneren. De decentrale cliëntenraden van Groenhuysen werken volgens een reglement. Dit reglement is in 2014 met inbreng van alle raden bijgesteld. Centrale Cliëntenraad Groenhuysen heeft een centrale cliëntenraad (CCR). In deze raad zitten afgevaardigden van de verschillende cliëntenraden. Eind 2014 bestond de CCR uit 17 leden. De CCR was in 2014 niet voltallig. De raden die niet vertegenwoordigd waren, zijn verzocht een (nieuwe) vertegenwoordiger voor de CCR te benoemen. De CCR werkt volgens een convenant. Dit convenant is in 2014 met inbreng van alle decentrale raden bijgesteld. De CCR heeft in 2014 een werkplan gehad. De CCR is voornamelijk actief op onderwerpen die het algemene beleid op het gebied van zorg, wonen en welzijn van de hele stichting aangaan. De CCR is van mening dat de raad van bestuur alle door de CCR uitgebrachte adviezen op een correcte wijze heeft laten meewegen. In 2014 heeft de centrale cliëntenraad zes keer overleg gehad met een lid van de raad van bestuur over uiteenlopende zaken op organisatieniveau. Twee leden van de raad van commissarissen hebben een vergadering tussen raad van bestuur en CCR bijgewoond. De CCR heeft een vergadering belegd alleen voor de CCR leden. Tijdens deze vergadering is het onderwerp ‘verkiezing nieuwe voorzitter CCR’ besproken. Jaarlijks maakt de raad van bestuur afspraken met de CCR over de voorzieningen die hen ten dienste staan. Groenhuysen heeft de CCR in 2014 voldoende materiële en financiële middelen ter beschikking gesteld om goed te kunnen functioneren. De CCR geeft aan voldoende gebruik te kunnen maken van de benodigde voorzieningen voor hun functioneren. De centrale cliëntenraad heeft gedurende het zittingsjaar 2014 de mogelijkheid gehad congressen voor InVoorZorg te bezoeken. Deze congressen stonden in het teken van de transities in de zorg. Driemaal is het Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC)-overleg van CCR-voorzitters in Brabant bijgewoond. Ook dit overleg stond vooral in het teken van de transities en hoe de medezeggenschap daarin te borgen. Na afloop van het kalenderjaar heeft de CCR een jaarverslag gemaakt waarin de raad verantwoording aflegt over zijn werkzaamheden van het afgelopen jaar. Groenhuysen is aangesloten bij de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC). De onderwerpen die in 2014 behandeld zijn in de CCR:


22

Onderwerp

Advies

Verzwaard advies

Voorstel

Ter info

1

Ontwikkelingen op het gebied van huisvesting (zorgeloos wonen)

X

2

Transitie van AWBZ naar Wmo

3

Jaarplan CCR 2014 Jaarverslag CCR 2013

4

Meerjarenbeleid Groenhuysen 2014-2018

X Positief

5

Reglement cliëntenraden

X Positief

6

Convenant Centrale Cliëntenraad

X Positief

7

Cliëntveiligheid

X

8

Planetree

X

9

Foto cliënten t.b.v. ECD

X Positief

10

Structureel invoeren veiligheidsrondes en niet deelnemen aan vervolgonderzoek Radboud UMC

X Positief

11

Jaarverslag en Jaarrekening 2013

X Positief

12

Kaderbrief 2015

X Positief

13

Jaarlijkse audit OHSAS/HKZ

X

14

Viermaandsrapportage met risicoparagraaf

X

15

Inkoopdocument 2015

X

16

Transmuraal Samenwerkingsverband West-Brabant

X

17

Vraagstelling, respons en resultaten CQ 2014

X

18

Kandidaatstelling voorzitterschap CCR per medio 2015

19

Nieuwe betaaloplossing voor cliënten na afschaffing Chipknip per 1-1-15

X

20

Ontwikkelingen in productie en financiering vanaf 2015.

X

21

Prijswijzigingen per 1-1-2015 volgens indexering

X

22

Achtmaandsrapportage met risicoparagraaf

X

23

Begroting 2015

X Positief

24

Vervanging Chipknip en nieuwe betaalwijze

X Positief

X Vastgesteld door CCR

X


23

3.6

Ondernemingsraad

Groenhuysen heeft een ondernemingsraad (OR). De OR wordt conform de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) gevraagd om over voorgenomen besluiten een advies te geven of instemming te verlenen. In deze raad zitten afgevaardigden van de verschillende locaties. Eind 2014 bestond de ondernemingsraad uit zeventien leden. De OR werkt volgens een reglement en statuut. De ondernemingsraad heeft zes overlegvergaderingen gehad met de voorzitter van de raad van bestuur en strategisch adviseur HRM. Tijdens twee van deze vergaderingen zijn twee leden van de raad van commissarissen aanwezig geweest. Daarnaast heeft de OR een drietal informele themabijeenkomsten gehad met de raad van bestuur, strategisch adviseur HRM en de bestuurssecretaris. Jaarlijks maakt de raad van bestuur afspraken in overeenstemming met de ondernemingsraad over de voorzieningen die hen ten dienste staan. Groenhuysen heeft de ondernemingsraad in 2014 voldoende materiële en financiële middelen beschikbaar gesteld om goed te kunnen functioneren. De ondernemingsraad heeft voldoende gebruik kunnen maken van deze voorzieningen. De middelen worden onder andere ingezet voor de studiedag en andere deskundigheidsbevorderingen. De OR heeft in 2014 met een werkplan gewerkt en is nauw betrokken geweest bij verschillende onderwerpen. Hierbij kan gedacht worden aan OR leden die in een vroeg stadium worden betrokken bij deelname in werkgroepen aangaande duurzame inzetbaarheid en zelfroosteren en plannen.


24

Hoofdstuk 4 4.1

Beleid

Meerjarenbeleid

Groenhuysen heeft gelet op de impact van de brief ‘Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg’ van 25 april 2013 vervroegd een nieuwe meerjarennota en meerjarenbegroting voor de periode 2014 - 2018 opgesteld. Begin 2014 is door de raad van commissarissen goedkeuring gegeven aan deze meerjarennota. Daarnaast heeft de CCR ook een positief advies afgegeven. De meerjarennota 2014 – 2018 is vervolgens vertaald naar een publieksversie. Deze publieksversie is medio 2014 op de website van Groenhuysen geplaatst. Professioneel projectmanagement Strategisch projectmanagement heeft in 2014 een duidelijke status in de organisatie gekregen. De benoemde strategische projecten dragen ertoe bij dat Groenhuysen de doelen uit de meerjarennota 2014 – 2018 gaat halen. De strategische projecten worden maandelijks met behulp van een voortgangsrapportage in de regieraad besproken. De risicoparagraaf en de beheersmaatregelen zijn onderdeel van de voortgangsrapportage. Daarnaast maken sinds 2014 de voorgangsrapportages van de strategische projecten onderdeel uit van de integrale managementrapportage naar de raad van commissarissen. Een aantal projecten die in 2014 geoormerkt zijn als strategisch project zijn:        

het ECD (mijnCaress); de overheveling van begeleiding van AWBZ naar Wmo; Thuiszorg / Zorgeloos Wonen; Zelfregulerende teams; E-HRM; E-learning; Planetree; Klantgericht zelf plannen en roosteren.

Benchmark 2014 In 2014 heeft Groenhuysen voor de vierde keer deelgenomen aan de ActiZ benchmark in de Zorg uitgevoerd door PriceWaterCoopers (PWC). Voor de onderdelen medewerkerstevredenheid, cliëntervaringen (CQ) en bedrijfsvoering wordt Groenhuysen gebenchmarkt met andere organisaties. Persgesprekken In 2014 hebben (proactief) vier persgesprekken met de schrijvende pers en de raad van bestuur plaatsgevonden. Groenhuysen heeft regelmatig de publiciteit gehaald in de regionale dagbladen, huis-aan-huis bladen en in regionale televisieprogramma’s. Daarnaast heeft Groenhuysen in 2014 veel geïnvesteerd in het gebruik van sociaal media op locatieniveau. De publiciteit kwam tot stand zowel op initiatief van de schrijvende en beeldende pers als op initiatief van Groenhuysen. Door regelmatige publiciteit ontstaat er een substantiële bijdrage aan het merkpositioneringsbeleid. Hiermee wil Groenhuysen bereiken dat steeds meer klanten


25

en professionele medewerkers zich aan de organisatie binden. Daarnaast wil Groenhuysen samen met de stakeholders de kwaliteit van leven in al zijn facetten voor de kwetsbare oudere verbeteren, zodat de klant ‘ouder kan worden en zichzelf kan blijven’! 4.1.1

Algemene bedrijfsvoering

Gegevens klantbureau – instroom nieuwe klanten Begin 2014 was er sprake van een flinke groei van het volume van de thuiszorg. Voor de levering van huishoudelijke verzorging in de gemeenten Roosendaal, Halderberge en Moerdijk is Groenhuysen samenwerkingsverbanden aangegaan met Thuiszorg met Aandacht (TWB) en De Algemene Thuiszorg (DAT). Doordat Groenhuysen in 2015 substantieel minder thuiszorg mag leveren dan in 2014 heeft Groenhuysen in het najaar de stakeholders verzocht niet meer actief door te verwijzen voor Thuiszorg Groenhuysen. De focus ligt nu op het leveren van thuiszorg in combinatie met het product zorgeloos wonen. De leegstand op locaties, die het gevolg is van het niet meer indiceren van de ZZP 1, ZZP 2 en ZZP 3, is gevuld met klanten voor het product zorgeloos wonen. Voor de locaties met zware zorg was er aan het einde van 2014 weer een groei van met name de wachtlijsten voor PG-zorg. De capaciteit voor zware zorg somatiek lijkt vooralsnog redelijk goed afgestemd te zijn op de markt. Hier zijn vooralsnog geen substantiële wachtlijsten. Onderstaande tabel geeft inzicht in de diverse soorten zorg en de instroom van klanten in de afgelopen 5 jaar: 2014

2013

2012

2011

2010

Zorgeloos wonen

74

4

-

-

-

Lichte zorg

108

181

299

189

139

Zware zorg

271

308

329

157

168

Revalidanten

649

649

618

393

276

Thuiszorg

402

353

265

270

geen cijfers

Dagvoorziening

223

158

206

117

geen cijfers

Ten aanzien van ‘de indicatiestelling’ zijn een aantal veranderingen waar te nemen. Het scoringspercentage (akkoord op aanvraag) is de afgelopen 6 jaar sterk gestegen, van 79% honorering van onze aanvragen in 2009 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) naar 97% in 2014. Daarnaast lijkt de stijging in het aantal aanvragen van indicaties te stabiliseren. In 2009 zijn er door het klantbureau 838 indicaties aangevraagd met een groei tot in 2013 van 1699 aanvragen. Er is sprake van een stijging van meer dan 50% tot 2013. 2014 is het eerste jaar dat er een afname zichtbaar is (1489 aanvragen). In 2015 zal hier veel in veranderen: thuiszorgindicaties (21% van de aanvragen) gaat over naar de ZVW, waar een wijkverpleegkundige met ondersteuning van de zorgcoördinator verantwoordelijk wordt voor de indicatiestelling. Daarnaast worden alle indicaties zonder einddatum afgegeven, wat alleen een herindicatie nodig maakt bij het veranderen van zorg. In 2014 waren 53% van onze aanvragen herindicaties, hieruit is onbekend hoeveel een verhoging/verlaging betrof.


26

Allergenen Wetgeving De allergenenwet is op 13 december 2014 van kracht geworden. Dit betekent dat alle voedingsmiddelenindustrieën, restaurants, cateraars, instellingskeukens, ambachtelijke bedrijven en horeca aanwezige allergenen in hun producten moeten communiceren naar hun afnemers. Groenhuysen werkt met een aantal geselecteerde leveranciers. Deze leveranciers voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen waaronder de Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP). De leveranciers passen de etiketten van de productinformatie met betrekking tot de allergenen aan en stellen op termijn de informatie beschikbaar. Medewerkers die direct/indirect met voeding te maken hebben, volgen de HACCP/infectiepreventie bijeenkomsten. Locaties zijn voorzien van informatieborden. Duurzaamheid Energiemanagement staat bij Groenhuysen hoog op de agenda. Groenhuysen vindt het als maatschappelijke organisatie belangrijk om op een milieubewuste wijze te ondernemen. Daarnaast is vanzelfsprekend ook het kostenaspect van belang. Energiekosten zijn immers een groot onderdeel van de totale huisvestingskosten. Het is van belang om deze kosten zo laag mogelijk te houden zodat er meer geld beschikbaar is voor directe zorg. In 2014 heeft Groenhuysen een aantal concrete acties ondernomen op het gebied van energiebesparende maatregelen. Dit betreft onder andere het toetsen van het energiegebruik aan de norm door een extern adviesbureau. Daarnaast neemt Groenhuysen deel aan het programma ‘energiebesparing in de zorg’. Verder wordt in het programma van eisen van een nieuw te bouwen locatie door Groenhuysen expliciet gevraagd om een energiezuinig gebouw waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van duurzame oplossingen zoals warmte/koude opslag (WKO). Het (bedrijfs)afval van Groenhuysen wordt aan de bron gescheiden in onder meer de deelstromen papier en karton, Swill (GFT), glas, metaal en restafval. Voor iedere deelstroom is een aparte logistiek opgezet. Oude apparatuur, oud meubilair, bouwen sloopafval en dergelijke worden op afroep aangeboden. Informatisering & Automatisering De focus in 2014 is verschoven van automatisering naar informatisering. Op technologisch gebied zijn de dataverbindingen tussen de locaties van Groenhuysen vernieuwd waardoor deze qua snelheid en betrouwbaarheid weer een geruime tijd mee kunnen. Er is een samenwerking aangegaan met eem leverancier waarmee het printer- en kopieermachinepark vernieuwd is. Beide veranderingen resulteren in een forse verlaging van de operationele automatiseringskosten. Op de locaties is de infrastructuur verder geoptimaliseerd voor het ECD waarbij met name de draadloze netwerken (WiFi) in orde gebracht zijn. Met deze nieuwe netwerken is het mogelijk om gasten en klanten te voorzien in een draadloze internetverbinding. Daarnaast is er een start gemaakt met het vereenvoudigen van het applicatielandschap door een aantal applicaties samen te voegen. De ontwikkeling van een nieuw roosteren planningsbeleid heeft geleid tot een selectietraject waarbij een nieuwe roosterapplicatie is geselecteerd en geïmplementeerd. Deze nieuwe


27

applicatie ondersteunt medewerkers om zelf maximaal invloed te hebben in het dienstenpatroon en geeft het team en manager inzicht in de zorgvraag in relatie tot de benodigde formatie. Medio 2015 zal deze implementatie voltooid zijn. De uitrol van het ECD is na een geslaagde pilot in 2014 van start gegaan. De uitrol loopt tot en met juni 2015. Voor de medewerkers is het digitaal declareren, het zelf beheren van personalia en de digitale loonstrook succesvol ingevoerd. Het financiële systeem Bomas is vervangen door het financiële systeem van Afas. Domotica Domotica omvat alle apparaten en infrastructuren in en rond woningen, die elektronische informatie gebruiken voor het meten, programmeren en sturen van functies ten behoeve van klanten en medewerkers. Bij recent opgeleverde projecten, zoals De Bloemschevaert en Champetter wordt steeds meer gebruik gemaakt van domotica. Reden hiervan is onder andere de toegenomen vraag van klanten naar het individueel wonen. Verbinding met een meldcentrale via spreek/luister verbindingen en videocommunicatie en het plaatsen van sensoren, zoals valdetectie, brandmeld- en inbraakalarmering stellen klanten tot deze zelfstandigheid in staat. Domotica kan ook als hulpmiddel dienen om kleinschalige woonvoorzieningen gemakkelijker en met minder medewerkers te realiseren, doordat zij in een nachtsituatie centraal worden aangestuurd vanuit een meldpost. De chipknip wordt per 1-1-2015 afgeschaft, waardoor Groenhuysen het voorstel aan de centrale cliëntenraad heeft gedaan om de Groenhuysenpas te vervangen door een pas, waarin een chip is verwerkt. Deze chip is niet zichtbaar. Betaling van producten en diensten zal vanaf 2015 plaatsvinden door het opwaarderen van de pas. De klant of diens vertegenwoordiger stort (bij voorkeur automatisch) een bedrag. Dit bedrag wordt niet in de pas geregistreerd, maar in het Groenhuysensysteem.

4.2

Kwaliteit en veiligheid van zorg

Continu de dialoog voeren met de klant heeft een extra impuls gekregen in 2014 en wordt voortgezet in 2015. Door alle zorgverleners is veel aandacht besteed om weer in de leefwereld van de klant en zijn familie te komen. Hierbij wordt nu regelmatig getoetst of de ingezette verbeteringen, die voortkomen uit de gesprekken met de klant of diens familie, daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan een betere klantbeleving. Naast verbeteringen op dit onderwerp, blijft Groenhuysen zoeken naar onderwerpen en projecten die er aan bijdragen om de basiskwaliteit te overstijgen, zodat klanten excellente zorg in een veilige omgeving krijgen aangeboden en ervaren. In 2014 heeft Groenhuysen diverse projecten opgezet en onderwerpen uitgediept om de kwaliteit en veiligheid te optimaliseren. Planetree In juni 2013 heeft de raad van bestuur van Groenhuysen het besluit genomen om de Planetree


28

filosofie te implementeren binnen Groenhuysen. In 2014 is gestart met de implementatie van Planetree binnen de organisatie en zijn verschillende locaties nu actief aan het werk om excellente mensgerichte zorg vorm te geven. Voorbeeld hiervan is het project Bewust & Beleven dat bij centrum voor Wonen & Zorg Kroonestede in 2014 heeft plaatsgevonden. Dit project heeft een handboek opgeleverd wat teams kunnen gebruiken voor de aanpak en benadering van pestgedrag en of ander problematisch gedrag. Het implementatietraject van Planetree duurt per locatie ongeveer drie jaar en bevat een drietal meetmomenten. Het streven is het Planetree label na de implementatieperiode te behalen per locatie. Ketenzorg - zorgpaden In 2014 is het nazorgtraject CVA binnen de regionale keten CVA zorg geëvalueerd en doorontwikkeld, Groenhuysen heeft nu een meer expliciete rol binnen het nazorgtraject. Hier is aansluiting gevonden bij de producten in de eerste lijn, waaronder het project VKO. Daarnaast is het zorgpad voor jong dementerenden en het zorgpad stervensfase ontwikkeld en geïmplementeerd in de organisatie. De vereniging voor specialisten in ouderengeneeskunde (Verenso) heeft in 2014 prestatieindicatoren voor de geriatrische revalidatiezorg ontwikkeld. Deze prestatie-indicatoren zijn onderdeel van de zorgpaden binnen de Regionale Behandelcentra en maken de (ervaren) kwaliteit meetbaar. Het streven is dat deze prestatie-indicatoren in het voorjaar van 2015 onderdeel zijn van het ECD en worden geïmplementeerd. Centers of excellence Groenhuysen heeft de ambitie uitgesproken om ten aanzien van een vijftal speerpunten niet alleen hele goede zorg en behandeling te leveren, maar dit uit te bouwen naar excellente zorg. Onder excellente zorg wordt binnen Groenhuysen verstaan dat de zorg niet alleen aan de minimaal vereiste algemeen erkende standaarden voldoet, maar daarbovenop ook state of the art wetenschappelijke kennis wordt toegevoegd aan de Groenhuysenwerkwijze. Dit betekent:  De beroepsstandaard moet bij iedereen bekend zijn;  Vervolgens wordt deze geoperationaliseerd op een voor klanten en stakeholders waardevolle manier;  Daarbovenop wordt nieuwe wetenschappelijke kennis geoperationaliseerd op een voor klanten en stakeholders waardevolle manier;  Samenhang in alle onderdelen van de keten is vanzelfsprekend;  Integratie van alle kennis en kunde in de uitvoering van zorg en behandeling is een andere vanzelfsprekendheid;  Op alle voorgaande aspecten vindt voortdurend vernieuwing plaats. In 2014 is de programma-organisatie ingericht en zijn vanuit de stuurgroep Centers of Excellence aan de vijf deelprojectleiders de projectopdrachten uitgereikt. In deze projectopdrachten is naast de doelstelling ook de Groenhuysendroom opgenomen waarin onze mensgerichte visie gecombineerd wordt met de ambitie om excellente zorg te realiseren. In 2014 zijn per deelproject de volgende resultaten gerealiseerd:


29











Jong dementerenden In 2014 is een start gemaakt met de evaluatie en doorontwikkeling van het zorgconcept en het zorgpad jong dementerenden. Hierbij is nadrukkelijk aandacht geweest voor de inhoudelijke integratie van dagbehandeling en verblijf hierin. Groenhuysen is in 2014 toegetreden tot het nationale kennisnetwerk jong dementerenden. De eerste stappen zijn gezet om het landelijk keurmerk ‘Jong Dementerenden’ te behalen. Zodra dit keurmerk is behaald bestaat ook de mogelijkheid om via het universitair kennisnetwerk ouderen (Radboud universiteit Nijmegen) te participeren in wetenschappelijk onderzoek. Psychogeriatrie In 2014 is een belangrijk resultaat bereikt, namelijk dat de verbinding tussen de verschillende locaties, die zware psychogeriatrische zorg bieden, in gezamenlijkheid werken aan het realiseren van een center of excellence psychogeriatrie. Hiervoor zijn thema’s benoemd en verdeeld onder de verantwoordelijke managers. Stip op de horizon is dat teams en medewerkers in staat zijn in de leefwereld van de klanten te komen, waarbij een stevig netwerk rondom de klant belangrijk is. Een netwerk waarin mantelzorgers/familie en vrijwilligers met de medewerker samenwerken, het netwerk organiseren en verder versterken. Hierbij staan klanten en familie/mantelzorgers niet aan de zijlijn maar participeren actief in de zorg opdat de klanten een hogere kwaliteit ervaren. Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) 2014 heeft voor de geriatrische revalidatie zorg vooral in het teken gestaan van interne kwaliteitsverbetering, het ontwikkelen en definitief vaststellen van een visie op geriatrische revalidatiezorg en deze in de praktijk vorm geven. Er ontstonden vanuit de medewerkers waardevolle initiatieven vanuit deze visie. Parkinson Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de zorg voor mensen met Parkinson in de Nederlandse verpleeghuizen onvoldoende is. In 2014 is binnen Groenhuysen een plan opgesteld om een specialistisch centrum voor ouderen met Parkinson te ontwikkelen. Hierbij zijn onder andere een nieuw zorgpad, een medewerkersprofiel en een programma van eisen voor de intramurale woonomgeving ontwikkeld. De goede samenwerking met de maatschap neurologie van het Franciscus Ziekenhuis, is een belangrijke succesfactor binnen dit project. Eén van de specialisten ouderengeneeskunde in opleiding is in 2014 gestart met een promotieonderzoek waarbij de zorg voor de parkinsoncliënt in de laatste fase van de ziekte centraal staat (ClasP Study). In dit verband wordt samengewerkt met de Radboud Universiteit te Nijmegen. Groenhuysen faciliteert dit traject. Palliatieve Zorg Het zorgpad stervensfase, gebaseerd op de landelijke richtlijnen, is in 2014 vastgesteld door de raad van bestuur en uitgerold binnen het hospice Roosdonck. Daarnaast heeft een pilot plaatsgevonden op een andere locatie. Na digitalisering in het elektronisch cliëntendossier zal dit voor heel Groenhuysen beschikbaar komen. (Medisch) Wetenschappelijk onderzoek naar farmacotherapeutisch beleid rondom het levenseinde vindt onder andere plaats binnen hospice Roosdonck.


30

Vroegsignalering Kwetsbare Ouderen (VKO) De zorgorganisaties Groenhuysen, Stichting tanteLouise-Vivensis en Thuiszorg met Aandacht (TWB) hebben met de huisartsen verenigd in Zorggroep West-Brabant (ZGWB) en het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit gezamenlijk een aanvraag ingediend voor het innovatieproject “Vroegsignalering Kwetsbare Ouderen en Opvolging (VKO) 2014-2015”. Het VKO samenwerkingsconcept wordt al enige jaren toegepast in Roosendaal, Bergen op Zoom en omstreken, echter gedegen wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren van een dergelijk samenwerkingsverband ontbreekt nog. Het VKO geeft invulling aan de huidige ontwikkelingen waarbij de samenwerking tussen wonen, zorg en welzijn versterkt moet worden om het mogelijk te maken dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. In deze fase is het daarom van belang om de effectiviteit van VKO aan te tonen. Het innovatieproject kent de volgende centrale doelstelling: Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het samenwerkingsconcept VKO waarbij onderzocht wordt of dit concept de juiste infrastructuur biedt om huisartsenzorg aan ouderen efficiënt in te richten. Naast het wetenschappelijk onderzoek heeft dit project ook als doel om het VKO samenwerkingsmodel verder te ontwikkelen. In 2015 worden de eerste resultaten van dit onderzoek verwacht. In juli 2014 is de regionale richtlijn Vroegsignalering Kwetsbare Ouderen en Opvolging vastgesteld. Deze richtlijn is een uitbreiding van het handboek (vastgesteld in april 2013) waarin naast de vroegsignalering ook de opvolging van de als kwetsbaar geïdentificeerde ouderen centraal staat. De richtlijn is een coproductie van de stuurgroepen VKO Roosendaal en Bergen op Zoom/ Brabantse Wal en is een mijlpaal voor de borging van het VKO project in regionale context. Groenhuysen had een voortrekkersrol in de totstandkoming van deze richtlijn. In 2014 heeft verdere uitrol van het project VKO plaatsgevonden binnen vier huisartsenpraktijken in de gemeenten Roosendaal en Halderberge. Vanaf oktober 2014 heeft Groenhuysen een samenwerkingsovereenkomst VKO met zeventien praktijken, dit komt overeen met 65% van het aantal huisartsenpraktijken in het werkgebied. Hiernaast is sprake van samenwerking met een meer ad hoc karakter met zeven huisartsenpraktijken. In 2015 vindt naar verwachting verdere uitbreiding van het project VKO plaats. Inventariserende gesprekken met huisartsen vinden plaats. Medisch Specialistische Verpleging Thuis (MSVT) Aangezien klanten sneller met ontslag gaan uit het ziekenhuis en klanten langer thuis zorg ontvangen, heeft het verpleegkundig expertise & alarmeringsteam (VEAT) zich in 2014 aantoonbaar bewezen als samenwerkingspartner voor de huisarts en het ziekenhuis in de extramurale setting. De hoog complexe MSVT uitvoering onder eindverantwoordelijkheid van de medisch specialist, als ook de steeds vaker voorkomende complexe zorg in samenwerking met de huisartsen, geeft de klanten de mogelijkheid om kwaliteit van leven te genereren onder professionele begeleiding en behandeling. Het VEAT heeft bewezen aan alle kwaliteitsnormen te voldoen, zoals benoemd in de raamovereenkomst met alle betrokken verwijzers evenals ook in de contracten met de zorgverzekeraars. Het VEAT kan zowel de laag als de hoog


31

complexe zorg leveren gedurende 24 uur per dag en zeven dagen in de week. Ontwikkelingen op het gebied van samenwerking worden in 2015 voortgezet. Binnen het gebied West-Brabant wordt er gekeken hoe de grote uitvoerende partijen elkaar op het gebied van kwaliteit en samenwerking ten behoeve van de klant nog beter kunnen vinden. De focus ligt vooral bij het Bravis ziekenhuis, zowel locatie Roosendaal als locatie Bergen op Zoom, de huisartsen en de medisch specialisten. Elektronisch cliëntendossier Per 1 januari 2014 is mijnCaress basis live gegaan. Sinds mei 2014 zijn er zeven locaties (voornamelijk zware zorg) en de dagbehandelingen met mijnCaress zorgdossier gaan werken. Voor het opleiden van alle behandelaren, artsen en medewerkers is gebruik gemaakt van het “train de trainer” principe. Hiertoe wordt steeds een groep van kerngebruikers opgeleid door functioneel applicatiebeheer, zodat zij de eindgebruikers kunnen trainen. Medio 2015 wordt het werken met mijnCaress ook voor nagenoeg alle medewerkers lichte zorg onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden. Tevens wordt er een inhaalslag gedaan voor het scholen van alle medewerkers van Select in mijnCaress, zodat ook zij volledig mee kunnen draaien op de locaties. Eind 2014 is een pilot gestart met twee thuiszorgteams voor het extramurale zorgdossier. Evaluatie van deze pilot vindt plaats begin 2015. Professioneel samenspel Het multidisciplinaire overleg (MDO) heeft zich in 2014 verder ontwikkeld. Alle locaties zijn minimaal tweemaal bezocht door de interne MDO-trainers. Ook zijn de MDO’s beoordeeld door middel van een interne audit. De auditoren zijn aangeschoven bij de MDO’s en hebben deze geobserveerd en beoordeeld aan de hand van een observatieschaal die de uitgangspunten van het MDO bevat. De resultaten waren over het algemeen goed. Verbeterpunten zijn benoemd en zijn met de betrokkenen besproken. Opvolging is belegd in de lijn en wordt getoetst bij vervolg audits. In 2014 hebben er trainingen plaatsgevonden voor de MDO’s lichte zorg. Dit MDO heeft verder vorm en inhoud gekregen. De huisartsen zijn positief. Sommige huisartsen kiezen ervoor om de MDO’s lichte zorg te integreren in het ‘VKO’ MDO. De zoco sluit dan als het ware tijdelijk aan bij het VKO team. Ook de ervaringen hiermee zijn positief. In 2015 zal deze vorm van MDO niet meer worden uitgebreid, daar het aantal klanten met een lage ZZP snel afneemt. De MDO’s lichte zorg die er zijn, worden voortgezet. WalkRounds WalkRounds is een methode om op afdelingsniveau inzicht te krijgen in de ervaren klantervaring en om de veiligheidscultuur binnen de organisatie op te bouwen. De methode levert 'zachte signalen' op waarmee de raad van bestuur het veiligheidsbeleid kan sturen. Gezien de positieve resultaten met de methode in 2013, heeft de raad van bestuur doen besluiten om deze methodiek in 2014 voort te zetten. Een viertal afdelingen is in 2014 twee keer door het interdisciplinair team bezocht. Middels open vraagstelling aan de medewerkers, de vertegenwoordiging van de klanten en/of de klanten wordt inzicht gekregen over de klantveiligheid. Een aantal leden van de raad van commissarissen heeft in 2014 deze WalkRounds ook bijgewoond. Door als toehoorder bij de gesprekken met medewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers aanwezig te zijn, krijgt de raad van commissarissen naast de


32

‘harde’ signalen uit de managementrapportages ook zicht op de ‘zachte’ signalen in de organisatie. Medicatieveiligheid In 2014 is het handboek Farmazorg voor zowel de zware zorg als lichte zorg/thuiszorg definitief vastgesteld en geïmplementeerd op alle locaties. Een tweetal folders waarin het medicatieproces staat samengevat zijn ontwikkeld en zeer positief ontvangen door de zorgverleners. Op een aantal afdelingen is gestart met de elektronische toedienregistratie. Dit wordt verder uitgerold in 2015 en gekoppeld aan de uitrol van het ECD. In samenwerking met de apothekers uit Roosendaal wordt in 2015 onderzocht of implementatie van een elektronische toedienlijst ook in de thuiszorg en lichte zorg mogelijk is. 4.2.1

Kwaliteitsmetingen

CQ resultaten Volgens landelijke bepalingen heeft Groenhuysen in maart/april 2014 de CQ uitgevoerd. Als gevolg van de resultaten op organisatieniveau is het project ‘zorg voor kwaliteit’ gestart. Dit project omvat onder andere een centraal resultatenplan betreffende de CQ. Vanuit de CQ onderzoeken is ook per managementgebied het verbeterpotentieel aangegeven. De punten van het verbeterpotentieel zijn verwerkt door de managers in resultaatplannen. In het kader van het kort cyclisch meten zijn er met betrekking tot een aantal onderwerpen uit de CQ verkorte vragenlijsten ontwikkeld. Managers hebben in 2014 diverse manieren gebruikt om kort cyclisch het effect te meten van hun ingezette maatregelen. LPZ resultaten Met betrekking tot de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ) heeft Groenhuysen in april 2014 weer meegedaan aan de landelijke meting. De resultaten voor wat betreft middelen en maatregelen en antipsychotica zijn geanalyseerd door de Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) commissie. Voor wat betreft ongewenst gedrag is een plan van aanpak gemaakt. In februari 2015 starten er twee afdelingen met een pilot om het ongewenst gedrag te verminderen. Ook is er gestart met het ontwikkelen van een zorgpad. Dit zal eveneens in 2015 gereed zijn. Probleemgedrag

2014

2013

Kleinschalig wonen

29,89% (norm: 30,50%)

31,8%

Somatisch verblijf

25,44% (norm: 12,70%)

28,0%

Somatische reactivering

5,19% (norm: 5,30%)

4,1%

Verzorging

3,13% (norm: 5,80%)

3,0%

Voor wat decubitus betreft streeft Groenhuysen naar een prevalentie (inclusief categorie 1) van minder dan 5% organisatiebreed. Deze doelstelling is behaald. De Groenhuysen decubitusscore is vergeleken met het landelijk gemiddelde (meting 2014). Het percentage


33

decubitus categorie 2 t/m 4 op de afdelingen voor zware zorg en op de revalidatie, dat ontstaat in de eigen organisatie, ligt hoger dan de LPZ norm. In de thuiszorg is de prevalentie decubitus hoger dan het landelijk gemiddelde. Het percentage decubitus dat binnen de organisatie ontstaat, is echter 0%. Dit betekent dat de decubitus al aanwezig was voor aanvang van de thuiszorg. Vim resultaten Uit de Veilig incidenten melden (Vim) cijfers blijkt dat in 2014 per klant een gemiddeld aantal incidenten van 0.3 per maand is gemeld. De hoeveelheid medicatie- en valmeldingen is het grootste percentage hiervan. In 2014 zijn de Vim resultaten opgenomen in de managementrapportage van de managers. Daarnaast is de samenwerking met de Geneesmiddelen Beleid Commissie (GBC) in 2014 tot stand gekomen en zal in 2015 worden geïntensiveerd.

Resultaten in het kader van de BOPZ Met betrekking tot de BOPZ zijn op het onderdeel ‘gebruik antipsychotica’ als op ‘middelen en maatregelen’ nog niet voldoende resultaten bereikt. Antipsychotica gebruik (LPZ)

Kleinschalig wonen

Somatisch verblijf


Verzorging

2014

29,74% (norm:19,40%)

13,59%

16,01%

6,85%

(norm: 12,10%)

(norm: 10,20%)

(norm: 9,7%)

30,83%

10,78%

0,00%

17,18%

2013


34

Middelen en maatregelen (LPZ)

Kleinschalig wonen

Somatisch verblijf


Verzorging

2014

53,23% (norm:40,30%)

23,69%

2,53%

3,16%

(norm: 15,60%)

(norm: 14,40%)

(norm: 2,40%)

48,05%

2,04%

0,01%

10,55%

2013

Met betrekking tot het verminderen van het inzetten van vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen is eind 2014 met de artsen, managers en praktijkverpleegkundigen afgesproken dat Groenhuysen op 31-12-2015 klaar is voor het ontvangen van de eerste ster van het waarborgzegel fixatievrij. Voor wat betreft de antipsychotica wordt dit gemonitord in de geneesmiddelen beleidscommissie. Brandveiligheid / zorgcontinuïteitsplan In 2014 is het zorgcontinuïteitsplan verder verfijnd. Daarnaast is er een organisatiebrede brandveiligheidsscan uitgevoerd door een extern adviesbureau. Op basis hiervan zijn een aantal verbeteracties opgesteld die in 2014 en 2015 worden uitgevoerd. Dit betreft onder andere het aanbrengen van een sprinklerinstallatie op locatie Heerma State. Ten slotte is het bedrijfshulpverleningsbeleid (BHV) herschreven. Uitgangspunt in het nieuwe beleid is het zorgcontinuïteitsplan. Activiteit

2014

2013

BHV oefeningen

77

84

BHV voorlichting

12

27

BHV basis

8

17

Bijeenkomst crisisteam

-

1

BHV ploegleider

1

-

In 2014 is een terugloop te zien van het aantal gegeven oefeningen. Veel van onze medewerkers zijn inmiddels BHV opgeleid waardoor er minder BHV basistrainingen noodzakelijk waren. De ontwikkelingen in de zorg, wijzigingen in het managementgebied (één manager voor meerdere locaties) en verhuizing van locaties (De Eglantier, De Bloemschevaert en Kroevenhove) hebben een rol gespeeld in de afname van aanvragen. De verwachtingen met betrekking tot de veiligheid en inzet van de BHV-er liggen hoger dan voorgaande jaren. Uit de evaluaties van 2014 is gebleken dat medewerkers zich meer bewust geworden zijn van wat er van de BHV-er wordt verwacht en dat BHV-er zijn niet vrijblijvend is. 4.3

Financiële Performance

Business control Met de inrichting van de nieuwe organisatiestructuur in 2013 voor de ondersteunende diensten is de afdeling business control ingericht. Business control toetst onafhankelijk vanuit een integraal perspectief op de realisatie van de organisatiedoelstellingen. In 2014 is er veel aandacht geweest om de rolverdeling tussen bedrijfsvoering en business control verder gestalte gegeven. Was in de eerste helft nog sprake van gezamenlijk opleveren


35

van (management)informatie. Ultimo 2014 is er sprake van een onafhankelijke positie van bedrijfsvoering ten opzichte van business control. Business control toetst de kwaliteit van de door afdeling bedrijfsvoering opgeleverde (management)informatie. Door business control is in 2014 de voortgangsrapportage voor de managementgebieden ingericht met als doel het inzichtelijk krijgen van de voortgang op de realisatie van de benoemde resultaten in de kaderbrief 2014. Vanaf 2015 zijn er grote wijzigingen op het gebied van de financiering van de zorg. Groenhuysen heeft zich hierop voorbereid in 2014. Naast de begroting 2015 is er ook een geactualiseerde versie van de meerjarenbegroting 2014-2018 en de meerjarenbegroting 20152019 opgesteld. Hierin zijn de wijzigingen in het kader van de herstructurering Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) verwerkt. Het toekomstperspectief voor Groenhuysen op het gebied van de financiële performance blijft goed. De financiële ratio’s (solvabiliteit, debt service coverage ratio en loan to value) blijven ook in de toekomst op een gezond niveau. In 2014 is de financieringsaanvraag voorbereid voor het verkrijgen van financiering voor de renovatie van Regionaal Behandelcentrum Wiekendael en de aankoop van het pand Bovendonk 29. Risicomanagement De geplande doorontwikkeling van risicomanagement in 2014 is nog niet afgerond. De afstemming van de verschillende niveaus en vormen van risicomanagement zal in 2015 verder gestalte krijgen. Hierbij wordt verbinding gezocht tussen de risicoanalyse op klantniveau, op procesniveau en op strategisch niveau. De ondersteunende processen zijn in 2014 deels uitgewerkt in lijn met de nieuwe structuur. Een risicoanalyse op deze processen wordt uitgevoerd zodra de processen zijn vormgegeven. Begin 2014 is bij de meerjarennota 2014-2018 een risicoparagraaf opgesteld met daarin de top tien van risico’s die van invloed zijn op het behalen van de strategische doelstellingen. De beheersmaatregelen zijn benoemd. In de loop van 2014 zijn de risico’s en beheersmaatregelen gemonitord en begin 2015 is een geactualiseerde risicoparagraaf voor de periode 2015-2019 opgesteld. De hieruit volgende prioritering van de risico’s geeft richting aan de gewenste organisatieontwikkeling. Treasury statuut In 2014 is het treasury statuut besproken met de auditcommissie. Aan de hand van de verkregen output wordt het document in 2015 herschreven en vastgesteld. In het treasury statuut worden de uitgangspunten van de treasury-functie vastgelegd. Financieel resultaat 2014 is afgesloten met een positief saldo van circa € 4.700.000. In 2013 was het positief saldo circa € 3.800.000. Dit levert een positief verschil op van € 900.000 ten opzichte van 2013. In de jaarrekening zijn de financiële gegevens geconsolideerd van Stichting Groenhuysen, Stichting Steunpunten Rucphen te Rucphen, Stichting Dienstencentrum Ouderen te Roosendaal, Stichting Woning Plus Gemeenschap te Kruisland en Stichting Zorgzuster West-Brabant te Roosendaal.


36

De belangrijkste oorzaken voor de toename van het positieve resultaat in 2014 ten opzichte van 2013 zijn hieronder opgenomen. Opbrengsten

Voordelig

Nadelig € 700.000

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's/

€ 100.000

DBC- zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) € 1.200.000

Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties)

€ 450.000

Overige bedrijfsopbrengsten

€ 300.000

Kosten €1.000.000

Personeelskosten € 2.950.000

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

€ 2.400.000

Overige bedrijfskosten Subtotaal

€ 5.000.000

Per saldo

€ 900.000

€ 4.100.000

Ten opzichte van 2013 is het Wettelijk budget aanvaardbare kosten afgenomen met € 700.000. De afname wordt met name veroorzaakt door een afname van het aantal klanten met een indicatie ZZP 1 t/m ZZP 3. Deze afname wordt gedeeltelijk gecompenseerd met een toename van de extramurale zorg. Een andere oorzaak van de afname van het wettelijk budget wordt veroorzaakt, doordat er een budgetaanpassing van de voorgaande jaren heeft plaatsgevonden. De toename van de Niet-gebudgetteerde zorgprestaties ter hoogte van € 100.000 is met name veroorzaakt door hogere opbrengsten eerstelijnsactiviteiten en MSVT. Hier staat een lichte daling tegenover van de opbrengsten particuliere persoonsgebonden en persoonsvolgend budget.

inzet

en

geen

inkomsten

meer

van

het

De omzet DBC’s/DBC-zorgproducten is € 1.200.000 toegenomen ten opzichte van 2013. Deze toename wordt veroorzaakt door een groei van het aantal bezette bedden met ongeveer 12 bedden ten opzichte van 2013 en een toename van het aantal DBC trajecten ten opzichte van 2013. Ten opzichte van 2013 zijn de inkomsten van de subsidies in 2014 toegenomen met € 450.000. Deze toename wordt veroorzaakt door de invoering van een nieuwe subsidie genaamd ‘praktijk leren’. Deze subsidie is ter vervanging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) voor het onderwijsdeel. Dit werd voorheen ten gunste van de salarissen geboekt.


37

De totale Personeelskosten zijn in 2014 per saldo met circa € 1.000.000 toegenomen. Dit is veroorzaakt door: 



Een stijging van de lonen en salarissen van personeel in loondienst. Per saldo stegen die met € 200.000 ten opzichte van 2013. Deze stijging wordt veroorzaakt door onder meer de caoverhoging op lonen en salarissen en een aantal specifieke reserveringen; Een stijging van de sociale lasten in 2014 ten opzichte van 2013 met € 800.000. Deze stijging wordt veroorzaakt, doordat de afdrachtsvermindering onderwijs in 2014 niet meer van



toepassing is; Een stijging van de WGA-premie van 0,8% en een nieuwe gedifferentieerde premie WHK; in



totaal heeft dit een stijging, ten opzichte van 2013 tot gevolg, van € 525.000; Een daling van de premie van de Zvw ter hoogte van € 120.000;



Een daling van de opleidingskosten ter hoogte van € 370.000. Deze daling wordt veroorzaakt, doordat er in 2013 nog sprake was van kwaliteitsgelden. Deze kwaliteitsgelden werden onder andere voor opleidingsdoeleinden gebruikt.

 

Een daling van de overige personeelskosten ter hoogte van € 120.000; Een stijging van de kosten van personeel niet in loondienst ter hoogte van € 530.000 ten opzichte van 2013. De stijging van deze kosten wordt veroorzaakt door de uitrol van het elektronisch cliëntendossier, de ingebruikname van een nieuw financieel pakket en de aanschaf van een nieuw roosterpakket.

De post Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa in 2013 ter hoogte van € 2.900.000, betreft de impairment van De Kim, De Blomhof en Leonardushof. In 2014 heeft er geen bijzondere waardevermindering plaatsgevonden. De Overige bedrijfskosten zijn met € 2.400.000 gestegen. Deze stijging is per saldo voornamelijk te verklaren door:  Een stijging van de algemene kosten ter hoogte van € 1.200.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door een verhoging van de advieskosten en projectkosten. De advieskosten zijn met name gemaakt voor brandveiligheid, vastgoed en zorganalyse. De stijging van de projectkosten wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het aantal strategische 

projecten, zoals ECD, zelfroosteren, E-HRM. Een daling van de onderhoudskosten ter hoogte van € 500.000. Deze daling wordt veroorzaakt, doordat er in 2014 minder onderhoud gepleegd is aan gebouwen en installaties. Een andere oorzaak van de daling van de onderhoudskosten wordt veroorzaakt door het afbouwen van de levering van zorg op Leonardushof, waardoor er minder onderhoud noodzakelijk is op deze



locatie. Een stijging van de kosten voor huur en leasing ter hoogte van € 800.000. De stijging van de kosten huur en leasing komt door de opening van De Champetter in 2014 en de ingebruikname van de nieuwe Bloemschevaert per 1 november 2014.



Een verlaging van de overige baten. Deze verlaging wordt veroorzaakt doordat in 2013 de boekwinst van de verkoop van De Vlegter ter hoogte van € 1.400.000 was opgenomen.


38

Financieel beleid De externe omgeving is continue in beweging. Ontwikkelingen hebben vaak een grote impact op de bedrijfsvoering van zorgorganisaties. Een gezonde bedrijfsvoering is van groot belang voor toekomstbestendige zorg. Groenhuysen volgt de ontwikkelingen continue. Groenhuysen streeft naar goede (boven sectorgemiddelde) en consistente resultaten. Uitgangspunt is dat de werkelijke inzet van medewerkers en middelen steeds wordt afgestemd op de zorgvraag en de daadwerkelijke levering. Voor de realisatie betekent dit continue afstemming tussen de inzet van medewerkers en middelen en de opbrengsten. Onder andere door het gebruik van kostprijsmodellen waarbij de norm wordt afgezet tegen de daadwerkelijke inzet. De financiële prestaties worden maandelijks gerapporteerd. Groenhuysen onderzoekt jaarlijks of haar vastgoed (huur- en eigendoms) locaties in staat zijn om op basis van het NHC tarief de kapitaallasten terug te verdienen. Conclusie uit dit onderzoek is dat er geen reden is tot herwaardering (impairment) van het vastgoed. Het eigen vermogen van stichting Groenhuysen is door resultaten uit het verleden toegenomen. Het relatieve eigen vermogen ligt ruim boven het sectorgemiddelde en daarmee beschikt Groenhuysen nog steeds over een goede financiële buffer om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Financiële positie Om de continuïteit te kunnen waarborgen en risico’s op te kunnen vangen is een gezonde financiële positie nodig. De financiële positie kan beoordeeld worden aan de hand van onderstaande liquiditeit- en solvabiliteitsratio’s. Ratio Liquiditeit

(1)

2014

2013

2012

189,5%

156.9%

128,3%

Solvabiliteit

(2)

56,5%

51,6%

45,3%

Budgetratio

(3)

40,3%

36,6%

33,8%

1)

Bij de liquiditeit wordt de verhouding tussen de vlottende activa en de vlottende passiva weergegeven.

2)

Bij de solvabiliteit wordt de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal weergegeven.

3)

Bij de budgetratio wordt de verhouding tussen het eigen vermogen en de totale opbrengsten weergegeven.

Liquiditeit De liquiditeit is in 2014 verder toegenomen. Solvabiliteit De solvabiliteit van Groenhuysen is ten opzichte van 2013 verder verbeterd. Budgetratio De budgetratio eigen vermogen ten opzichte van de totale opbrengst is ten opzichte van 2013 toegenomen. Risico’s


39

Groenhuysen krijgt te maken met een aantal belangrijke ontwikkelingen waarvan de (financiële) impact en de wijze waarop dit exact zal gebeuren nog niet (geheel) bekend is. Voorbeeld hiervan is, dat Groenhuysen te maken heeft met gewijzigde verhoudingen met zorgkantoor/zorgverzekeraars en gemeenten. Dit kan betekenen, dat bezuinigingen en prijsdruk op tarieven een risico voor de organisatie kunnen worden. Groenhuysen anticipeert op deze risico’s door de actualiteit te volgen en de dialoog aan te gaan met de desbetreffende stakeholders. Hierdoor kan Groenhuysen haar meerjaren scenario’s tijdig bij sturen.


40

4.4

Vastgoed

De huidige politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een professioneel strategisch vastgoedbeleid waarbij vastgoed wordt gezien als een bedrijfsmiddel dat moet bijdragen aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen. Het is hierbij van belang om volledig inzicht te hebben in de financiële, functionele en kwalitatieve vastgoedgegevens en de opbrengsten van het vastgoed. Het vastgoedbeleid dient verder te kijken dan alleen maar naar inkomsten en lasten. Groenhuysen streeft hierbij naar een passende en rendabele vastgoedportefeuille. Het vastgoed dient hierbij toegevoegde waarde te creëren door het verbeteren van de zorg, het vergroten van de klanttevredenheid, het welbevinden van medewerkers, het reduceren van de kosten en beheersen van de risico’s. Door deze integrale benadering kan Groenhuysen op strategisch niveau concrete doelstellingen formuleren en sturing geven aan huisvestingsactiviteiten. Het vastgoedbeleid van Groenhuysen wordt expliciet gemaakt en vastgelegd door het opstellen van het huisvestingsplan. Dit huisvestingsplan biedt zowel intern als extern inzicht in de wijze waarop de huisvesting op demografische, politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen moet worden afgestemd. Hiertoe wordt de kwaliteit van de huidige huisvesting beoordeeld en zullen de te verwachte toekomstige ontwikkelingen in de zorgvraag en het zorgaanbod in beeld worden gebracht. Het huisvestingsplan van Groenhuysen heeft betrekking op renovaties en nieuwbouwinitiatieven. Daarnaast wordt ook de (her)bestemming van zorglocaties in het huisvestingsplan beschreven. Het huidige plan bestrijkt een periode van vijf jaar (2012 – 2018) en heeft een doorkijk naar de periode tot 2030. In 2014 is het huisvestingsplan aangepast aan de actuele situatie. Groenhuysen heeft in 2014 een aantal projecten uit het huisvestingsplan gerealiseerd. Dit betreft de ingebruikname van nieuwe locaties, renovatieprojecten en het herbestemmen en/of afstoten van zorglocaties. Tevens is in 2014 gestart met de voorbereiding van een aantal nieuwe (renovatie)projecten. Dit betreft onder andere de renovatie van Regionaal Behandelcentrum Wiekendael en centrum voor Wonen & Zorg Heerma State. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille van Groenhuysen in 2014. Champetter In januari 2014 is centrum voor Wonen & Zorg Champetter in gebruik genomen. Dit betreft een tweetal bouwlagen waarin 60 toegankelijke driekamerappartementen van circa 80 m2 zijn gehuisvest. Champetter maakt deel uit van Waterland, bouwfase 2. De klanten zijn afkomstig van centrum voor Wonen & Zorg De Eglantier. De Bloemschevaert In december 2014 is de nieuwbouw van centrum voor Wonen & Zorg De Bloemschevaert in gebruik genomen. Het gaat hierbij om 57 verpleeghuisplaatsen, 89 driekamerappartementen


41

en de bijbehorende zorginfrastructuur. De klanten zijn afkomstig van de oudbouw van De Bloemschevaert, de aanleunwoningen Covellijndijk, verpleegafdeling Zonnewende en de wachtlijst. De Kim In april 2014 is de gerenoveerde oudbouw van het centrum voor Wonen & Zorg De Kim in gebruik genomen. Dit betreft 46 verpleeghuisplaatsen. Het gerenoveerde gebouw is in gebruik genomen door klanten die op de wachtlijst stonden. De Eglantier In januari 2014 zijn de klanten van centrum voor Wonen & Zorg De Eglantier verhuisd naar Centrum voor Wonen en Zorg Champetter. Groenhuysen heeft de huur van het zorgcentrum beëindigd. De eigenaar van het gebouw, Woonzorg Nederland, gaat het gebouw herbestemmen als zorgverzamelgebouw. De fysiopraktijkruimte van Groenhuysen blijft in dit kader in De Eglantier gehuisvest. Ook de huur van de aanleunwoningen is door Groenhuysen opgezegd. De huidige bewoners zullen de aanleunwoningen van Woonzorg Nederland gaan huren. Medisch Centrum Nieuw Gastel In november 2014 heeft Groenhuysen zijn intrek genomen in het gerenoveerde Medisch Centrum Nieuw Gastel. Groenhuysen gaat hier een aantal eerstelijns zorgactiviteiten aanbieden, zoals fysiotherapie en logopedie. In het medisch centrum zijn ook een aantal andere eerstelijns zorgaanbieders gehuisvest. Kroevenhove De belangstelling voor het zorgconcept van Kroevenhove neemt af. Klanten hebben een zwaardere zorgvraag gekregen en kiezen daardoor voor andere locaties die zij beter geschikt vinden. Eind 2014 was het aantal klanten zo ver terug gelopen dat het niet langer mogelijk is om op deze locatie zware zorg te blijven verlenen. Groenhuysen zal samen met WSG, eigenaar van het pand, onderzoeken of een woonzorgbestemming voor een andere doelgroep van zorgbehoevenden tot de mogelijkheden behoort. Zorgeloos Wonen Door de regeringsmaatregelen worden de verblijfsmogelijkheden voor mensen met een lichtere zorgvraag niet meer via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vergoed. Groenhuysen heeft dan ook vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid het product Zorgeloos Wonen met twee labels in de markt gezet. Het label ‘Gezellig Wonen’ wordt aangeboden op de locaties De Brink en De Blomhof. Het label ‘Buitengewoon Wonen’ wordt aangeboden op de locaties De Bloemschevaert en Blankershof. Beide labels hebben in 2014 een enorme groei doorgemaakt. Groenhuysen biedt hierdoor de klant met Zorgeloos Wonen de mogelijkheid een betaalbaar appartement in een centrum voor Wonen & Zorg te huren. Bewoners kunnen, indien gewenst, ook gebruikmaken van diverse welzijnsarrangementen en zorg op maat. In 2015 wordt gekeken hoe ook andere locaties Zorgeloos Wonen kunnen aanbieden.


42

4.5

Medewerkers

2014 zou voor Groenhuysen, wat Human Resources Management (HRM) betreft, in het teken staan van verdere uitwerking en implementatie van eerder ingezette beleidsontwikkelingen. Maar daarnaast was het ook een jaar van heroverwegingen en bijstellingen van met name formatiebeleid en formatieontwikkelingen. Werving en behoud van medewerkers Op basis van de strategische personeelsplanning (SPP) is het aannamebeleid bijgesteld. Het SPP heeft ertoe bijdragen dat het personeelsbestand binnen de organisatie goed heeft kunnen meebewegen met alle ontwikkelingen. Daarnaast is een vernieuwde roosterstrategie het basisprincipe geworden voor de inzet van medewerkers. Er is een applicatie geselecteerd die het zelfroosteren ondersteunt. Een juiste balans tussen de belangen van de klant, de medewerker en de organisatie kan hiermee worden bereikt. In het verslagjaar is op een aantal pilot locaties gewerkt met de vernieuwde roosterstrategie en de geselecteerde applicatie. In de loop van 2015 wordt een verdere uitrol binnen de organisatie vormgegeven. Vitaliteit van mens en organisatie In het laatste kwartaal van 2014 heeft er een inspiratiesessie plaatsgevonden over duurzame inzetbaarheid. Deze sessie was bedoeld om een gezamenlijk referentiekader op te bouwen over dit onderwerp. De belangrijkste vraag hierbij was hoe medewerkers vitaal en bevlogen aan de slag kunnen blijven gedurende hun gehele loopbaan. Dit heeft een mooi vertrekpunt gevormd voor verdere uitwerking in 2015. Om continue aandacht te houden voor goede arbeidsomstandigheden is uitvoering gegeven aan het eerder opgestelde plan van aanpak. In het verslagjaar heeft hercertificering van het OHSAS-certificaat plaatsgevonden. Onderwerpen als loopbaanbeleid en (her)inzetbaarheid zijn ook in het verslagjaar actueel geweest in het kader van herschikking/herplaatsing. Beschikbare interne en externe hulp en faciliteiten zijn hiervoor ingezet. Verzuim Het verzuim binnen Groenhuysen (voortschrijdend 12 maands gemiddelde) was 4,6% (2013: 4,9%). De meldingsfrequentie was voor Groenhuysen 0,74 keer per jaar (2013: 0,8 keer).


43

Betekenisvol werk Afstuderende beroepsbegeleidende leerweg (bbl) leerlingen (niveau 3 en 4) hebben de kans gekregen om deel te nemen aan een selectietraject voor deelname aan de talentpool. Deze pool heeft tot doel om young professionals verder te ontwikkelen naar experts binnen de organisatie. De trainee krijgt de kans om verrijkende ervaringen op te doen gedurende vier periodes. Een periode duurt drie maanden. Een trainee kan zowel projectmatige als een reguliere functie invullen. Een trainee traject bevat diverse vakinhoudelijke opleidingsonderdelen. Een persoonlijk ontwikkelingsplan en periodieke begeleidingsmomenten in de vorm van intervisie zijn standaard in het programma opgenomen. Daarnaast zijn medewerkers gestimuleerd en gefaciliteerd om door te groeien van niveau 2 naar 3, van niveau 3 naar 4 en van niveau 4 naar 5. Naar aanleiding van het vastgestelde opleidingsbeleid (kaders) is in 2014 in samenspraak met managers, medewerkers, interne docenten, manager ouderengeneeskunde en hrprofessionals invulling gegeven aan dit beleid. Speerpunten die in het verslagjaar specifiek werden opgepakt zijn de vakbekwaamheid van medewerkers en het meebewegen met de ontwikkelingen op het gebied van zorgvraag en klantbenadering. Ontwikkelingsgerichte organisatie Medio 2014 is de ontwikkeling van het digitaal leerplein weer van start gegaan en zijn alle voorbereidingen getroffen om begin 2015 live te kunnen gaan. Binnen het digitale leerplein krijgt elke medewerker een persoonlijke module (ontwikkelportfolio). Dit portfolio bestaat uit algemene, functie-specifieke en afdeling/klant-specifieke modules/trainingen. Het digitale leerplein ondersteunt daarmee de verantwoordelijkheid van elke medewerker om te blijven leren en ontwikkelen. In september van het verslagjaar is op een locatie een pilot gestart met een leerafdeling. Binnen een woning wordt de zorg grotendeels verleend door leerling verzorgenden en verpleegkundigen. Leerling verzorgenden leren zo op een andere manier. Het volgen van klassikale lessen gebeurt ook op de werkplek. Docenten van het Regionaal OpleidingsCentrum (ROC) komen voor deze lessen letterlijk naar de werkplek toe. Deze nieuwe wijze van leren is als pilot met het Kellebeek college gestart en loopt door gedurende het schooljaar. Na evaluatie in juni 2015 wordt besloten of er op een tweede locatie een leerafdeling wordt opgestart. Daarnaast heeft in 2014 een verdere ontwikkeling plaatsgevonden van self service concepten op het gebied van e-HRM. Elke medewerker heeft een eigen pagina gekregen waarin hij zelf in staat is om bijvoorbeeld NAW wijzigingen door te geven en declaraties in te dienen. Ook de salarisstroken zijn hierop te vinden. In 2014 zijn ook de management self service concepten verder uitgewerkt. Hierdoor wordt het in 2015 mogelijk om mutatiestromen zoals indiensttreding, uitdiensttreding en wijzigingen die zich tijdens het dienstverband kunnen voordoen digitaal te laten verlopen.


44

Zelfregulerende teams In navolging van de pilot zelfregulerende teams in 2013 heeft Groenhuysen ervoor gekozen om mee te doen met de ‘In voor zorg- tranch zelfsturing” en heeft zij de pilot uitgebreid met vijf locaties. Groenhuysen heeft er voor gekozen om dit per locatie op een ontwikkelgerichte wijze te laten plaatsvinden. Dat wil zeggen dat er aangesloten moet worden bij de cultuur van de desbetreffende locatie. Medewerkers worden in de trajecten op verschillende manieren geprikkeld om zelf de regie te nemen in het werk en daardoor hun trots en tevredenheid te vergroten. Afhankelijk van de behoeftes en ontwikkelingsfasen van medewerkers vinden zowel formele als informele leermomenten plaats. Doordat medewerkers invloed kunnen uitoefenen op het verloop van het traject zijn de trajecten flexibel ingericht, zodat aspecten kunnen worden aangepast, verschoven of samengevoegd. Ter ondersteuning van de ontwikkeling naar zelfsturing zijn teamcoaches aangesteld. Tevredenheid medewerkers In 2014 heeft als onderdeel van de benchmark in de zorg, een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) plaatsgevonden. De totaalscore werkbeleving is een 7.7 ten opzichte van een 7.8 in 2013 en een score voor bereidheid tot veranderen van 7.0 in 2014 ten opzichte van een score van 7.1 in 2013. Groenhuysen behoort nog steeds tot de A klasse zijnde de groep van 1/3 best scorende organisaties. Mantelzorgbeleid In 2014 is het mantelzorgbeleid tot ontwikkeling gebracht. Groenhuysen heeft in het verslagjaar “De Groene Mantel” geïntroduceerd. De Groene Mantel biedt alle mantelzorgers, jong en oud, in de gemeente Rucphen en vanaf 1 juli 2014 ook in de gemeente Roosendaal, ondersteuning op vier aandachtsgebieden. Deze aandachtgebieden zijn: 







Informatie en advies Het mantelzorgsteunpunt heeft informatie over regelingen, ziektebeelden en zorgen welzijnsinstanties. Mantelzorgers kunnen bijvoorbeeld informatie en advies vragen over de mogelijkheden van professionele (thuis)zorg, persoonsgebonden budget (PGB) en de mogelijkheden van kort- of langdurige opname en vervangende mantelzorg (respijtzorg). Begeleiding en praktische ondersteuning De mantelzorgconsulent kan praktische ondersteuning bieden en helpen bij allerlei regeltaken bij zorg, arbeid, welzijn, wonen of financiën. Educatie Mantelzorgers krijgen regelmatig te maken met zaken waarop ze niet zijn voorbereid. Educatie in de vorm van voorlichting of training is daarom een belangrijke vorm van mantelzorgondersteuning. Respijtzorg Respijtzorg biedt de mogelijkheid om de zorgtaken van de mantelzorger over te laten aan een ander, zodat de mantelzorger even een ‘pauze’ heeft om de zorg vol te kunnen houden.


45

Zorgzuster Zorgzuster West-Brabant heeft in 2014 diverse nieuwe samenwerkingsverbanden gestart. Zo is er in mei 2014 een samenwerkingsverband ontstaan tussen Zorgzuster West-Brabant met Avoord Wonen & Zorg. In augustus 2014 is de samenwerking met tanteLouise-Vivensis van start gegaan en sinds december 2014 heeft Zorgzuster de samenwerking met het Bravis ziekenhuis opgestart. Voor de Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP’ers) is er een actief scholingsprogramma van start gegaan en zijn de meeste ZZP’ers gecertificeerd bij het kwaliteitskeurmerk Kiwa. 2015 zal in het teken staan van het onderhouden van de huidige relaties en het netwerk rondom de ziekenhuizen verder uit te bouwen. 4.6

Compliance

Voldoen aan weten regelgeving is voor een organisatie als Groenhuysen een must. De praktijk laat echter steeds meer een toename van nieuwe en complexere weten regelgeving zien. Ondanks voorgaande constateringen kunnen klanten en stakeholders ervan uitgaan dat Groenhuysen deze ontwikkelingen volgt en professioneel borgt in de organisatie. In het verslagjaar heeft Groenhuysen nieuwe ‘thema’s’ geïmplementeerd en reguliere onderwerpen verder geborgd in de organisatie. HKZ 2010 en OHSAS - 18001 certificaat Elk jaar, zo ook in 2014, wordt Groenhuysen in het kader van de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector (HKZ 2010) en voor de Occupational Health and Safety Assessment Series (OHSAS -18001) getoetst door een externe auditor (KIWA). Aan de hand van de bevindingen heeft Groenhuysen resultatenplannen opgesteld. Deze resultatenplannen worden bij het vervolgbezoek in 2015 door de auditor getoetst. Interne audits In het verslagjaar is door afdeling kwaliteit, naast de reguliere interne audits voor HKZ 2010 en OHSAS 18001, een thema-audit uitgevoerd op het onderwerp ‘multidisciplinair overleg (MDO), een professioneel samenspel’ op de managementgebieden die zware zorg leveren. Hiervoor is nauw samengewerkt met de managementgebieden en de interne en externe coach(es) die bij dit project betrokken zijn. Inspectiebezoek gezondheidszorg Groenhuysen heeft in 2014 een onaangekondigd bezoek gehad van de Inspectie. Naar aanleiding van de bevindingen is een integraal resultatenplan opgesteld. Groenhuysen heeft vanuit de wettelijks verplichting zeven incidenten van een calamiteit gemeld bij de Inspectie. Deze meldingen zijn middels prisma analyses geanalyseerd. Privacy In het verslagjaar is gewerkt aan de herziening van het privacyreglement voor klanten. Dit reglement voldoet nu weer aan de laatste juridische ontwikkelingen. Daarnaast zijn ook nieuwe vrijwaringsverklaringen en nieuwe formulieren ontwikkeld met betrekking tot machtiging en inzage klantdossier.


46

Met betrekking tot een aantal reguliere onderwerpen kan het volgende worden vermeld: Klachtenregeling cliënten Alle medewerkers van Groenhuysen behoren zich als bondgenoot van de klant op te stellen door bij alle uitingen van ongenoegen of onvrede goed naar de klant te luisteren en zo snel mogelijk de zorg en/of dienstverlening aan te passen of de klant uitzicht op een oplossing te bieden. Groenhuysen werkt volgens de vastgestelde klachtenregeling. Wanneer de klant of de vertegenwoordiger van de klant niet tevreden is, kan hij dit opeenvolgend bespreken met de manager en/of de onafhankelijke vertrouwenspersonen. De bewonersvertrouwenspersoon informeert de klant over de mogelijkheden om een klacht in te dienen. De eerste opvang door de bewonersvertrouwenspersoon is neutraal en gericht op een adequate afhandeling van de klacht. De bewonersvertrouwenspersoon geeft de mogelijkheid tot bemiddeling. De bewonersvertrouwenspersonen hebben in 2014 45 klachten behandeld (2013:44). Groenhuysen biedt de klant en/of diens vertegenwoordiger daarnaast de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Groenhuysen heeft gekozen voor een WKCZ/BOPZ geïntegreerde klachtencommissie. De commissie werkt volgens het klachtenreglement op basis van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en klachtenbehandeling in het kader van wet Bijzondere Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen. De klachtencommissie is een onpartijdige commissie. De commissie werkt conform de vastgestelde Klachtenregeling cliënten. De klachtencommissie had in het verslagjaar drie leden: een onafhankelijke voorzitter, een jurist en een specialist ouderengeneeskunde (SO). De zittingstermijn van de voorzitter was in het verslagjaar verstreken. De voorzitter is herbenoemd voor drie jaar. In het verslagjaar is één klacht ingediend bij de klachtencommissie. Deze klacht is niet in behandeling genomen, omdat de klacht inmiddels naar tevredenheid van de klager is opgelost. De klacht gaf geen aanleiding tot aanbevelingen naar de raad van bestuur. 2014

2013

2012

1

5

12

De externe klachtencommissie heeft een voorstel aan de raad van bestuur gedaan ten aanzien van ”niet-ontvankelijkheid en bezwaar”. Het voorstel heeft betrekking op de ontvankelijkheid van klachten, op de verjaring als klachtuitsluitingsgrond en op bevoegdheden die exclusief aan de voorzitter zijn toebedeeld, maar meer thuis lijken te horen bij de klachtencommissie als geheel. Het beleid is naar aanleiding van bovenstaande punten aangepast en vastgesteld. Klachtenregeling medewerkers en vrijwilligers De medewerker/vrijwilliger probeert als eerste zijn/haar ongenoegen/klacht op te lossen met de direct betrokkenen eventueel met ondersteuning van de manager. Mocht een medewerker, die zijn ongenoegen niet binnen de gebruikelijke overleglijnen opgelost ziet of wiens ongenoegen van dien aard is dat het aan de orde stellen daarvan binnen de gebruikelijke overleglijnen niet goed mogelijk is, de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon in te schakelen. De vertrouwenspersonen voor medewerkers en vrijwilligers hebben in 2014 31


47

klachten in behandeling benomen. Dit is een lichte afname ten opzichte van voorgaande jaar (2013: 39). Wanneer de klager de klacht verder wil voortzetten dan kan de medewerker/vrijwilliger naar de externe klachtenadviescommissie. De externe klachtencommissie medewerkers/vrijwilligers is een onafhankelijke commissie. De klachtencommissie had in het verslagjaar twee leden. Een nieuw lid van de externe klachtencommissie is 1 januari 2014 benoemd voor de periode van drie jaar. In het verslagjaar zijn geen klachten ingediend en in behandeling genomen (2013:1). Kwaliteitsmanagementsysteem Groenhuysen hanteert het uitgangspunt dat het kwaliteitssysteem volledig geïntegreerd moet zijn in de normale bedrijfsvoering. Het kwaliteitsbeleid maakt daarom volledig onderdeel uit van het organisatiebeleid. Op deze manier zijn medewerkers in de dagelijkse organisatie van hun werk betrokken bij de resultaten en prestaties van de organisatie en worden zij actief gestimuleerd verbetervoorstellen in te brengen en doelgericht een bijdrage te leveren aan verbeterprojecten. Groenhuysen werkt met beleidskaders, procedures, protocollen en werkinstructies. Voorgaande documenten worden volgens vastgestelde tijdslijnen aan landelijke beleids – en richtlijnen getoetst. Indien nodig worden zaken herschreven en opnieuw geïmplementeerd en geborgd in de organisatie. Enkele belangrijke kwaliteitsdocumenten die in 2014 zijn vastgesteld zijn: 

De procuratieregeling;



De richtlijn en het besluit tot instelling cliëntenraad;



De roosterstrategie;



De werkkostenregeling;



Visie geriatrische revalidatiezorg;



Beleid en procedure mondzorg;



Procedure euthanasie;



Richtlijnen ICD/pacemaker in de laatste levensfase;



Procedure en formulier vrijwaringsverklaringen;



Formulieren machtiging vertegenwoordiger.

en

verzoek


tot

inzage

klantdossier

door

niet-

48

Bijlage 1

Bestuurders en hun nevenfuncties

Naam

Bestuursfunctie

Hennie Brons

Voorzitter raad van bestuur Portefeuilles

Business Control Bedrijfsvoering (administratie, bouw en huisvesting, relatiebeheer, interne service, advies, informatisering & automatsering)

Nevenfuncties

Voorzitter stuurgroep Tranzo academische werkplaats ouderen, Universiteit van Tilburg Lid Raad van Toezicht leerstoel Ouderenzorg Universiteit van Tilburg Docent leergang Besturen en vernieuwen in de zorg bij de Stichting Interuniversitair centrum voor organisatie en veranderkunde SIOO Utrecht Lid Bestuur Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg Bestuurslid van de Stichting “platform Ontmoeten is Leren”, Da Vinci College Roosendaal

Naam

Bestuursfunctie

Thed van Kempen

Lid raad van bestuur Portefeuilles

Concernstaf (bestuursondersteuning, HRM) Medische en zorginhoudelijke zaken

Nevenfuncties


Geen

49

Bijlage 2

Overzicht leden raad van commissarissen

Prof. Dr. F.A.J. (Frans) van den Bosch Benoeming per 1 juni 2011 (1e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie audit vanaf 31 augustus 2011, voorzitter Profiel: Juridisch en politiek/bestuurlijk Financiën en bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling en HRM Vastgoed en projectontwikkeling Zorginnovatie / marketing Huidige functie:  Hoogleraar Bedrijfskunde, Vakgroep Strategisch Management & Ondernemerschap; Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit Rotterdam Relevante nevenfuncties:  Bestuurslid Stichting Behoud Basiliek Oudenbosch  Lid Jury Ondernemersprijs Halderberge  INSCOPE research for innovation, research theme leader,  Director of the Erasmus Strategic Renewal Center (ESRC)  Director of the Dutch Partner Institute of the World Economic Forum (WEF)  Editorial Board member van verschillende internationaal wetenschappelijke tijdschriften Mr. N.H.A. (Nicole) Hulsbosch (tot 1 november 2014) Benoeming per 3 november 2006 (1e termijn) Herbenoemd per 1 november 2010 (2e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie zorg, voorzitter  Commissie remuneratie en functioneren raad van bestuur (reserve) Profiel: Juridisch, politiek/bestuurlijk Huidige functie:  Directiesecretaris Belastingdienst Relevante nevenfuncties:  Geen E.J.M. (Lisette) de Jong - Stabel Benoeming per 1 juni 2014 (1e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie zorg Profiel: Medisch- / zorginhoudelijk Juridisch / politiek-bestuurlijk Financiën en bedrijfsvoering


50

Vastgoed en projectontwikkeling Huidige functie:  Geen Relevante nevenfuncties:  Lid Rekenkamer West-Brabant  AB lid Waterschap Brabantse Delta  Vicevoorzitter Rekenkamer Waterschap Brabantse Delta  Vicevoorzitter Theek 5 Oosterhout  Lid comité Acht van Chaam Dr. J.A.C. (Jan) Jongerius (voorzitter) Benoeming per 25 maart 2009 (1e termijn) Voorzitter vanaf 18 mei 2011 Herbenoeming per 1 maart 2013 (2e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie werving en selectie  Commissie remuneratie en functioneren raad van bestuur Profiel: Zorgbestuurlijk Medisch-/ zorginhoudelijk Financiën en bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling en HRM Huidige functie:  Geen Relevante nevenfuncties:  Voorzitter Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties  Voorzitter Stichting Medisch Ethische Toetsingscommissie Brabant  Adviseur van het bestuur van de Orde van Minderbroeders Kapucijnen ten behoeve van hun Kloosterverzorgingshuis Prof. dr. J.F.A. (Jean) Pruyn Benoeming per 1 januari 2010 (1e termijn) Herbenoeming per 1 januari 2014 (2e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie zorg, voorzitter Profiel: Medisch - / zorginhoudelijk Organisatieontwikkeling en HRM Zorginnovatie / marketing Huidige functie:  Directeur en eigenaar IGO, Instituut voor Gezondheids- en Omgevingsvraagstukken te Schijf Relevante nevenfuncties:


51



Adviseur van de afdeling Longziekten en Tuberculose van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam

Drs. M.A.M. (Margriet) van Rooij, vice-voorzitter (tot 1 april 2014) Benoeming per 2 april 2006 (1e termijn) Herbenoeming in april 2010 (2e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie zorg Profiel: Financiën en bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling en HRM Zorginnovatie en marketing Huidige functie:  Geen Relevante nevenfuncties:  Lid van de raad van toezicht van Stichting Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal  Lid raad van commissarissen woningcorporatie Stadlander Bergen op Zoom  Penningmeester Wmo-raad gemeente Moerdijk (per 1 april 2013) Mr. Drs. C.A.R. (Camiel) Seij Benoeming per 26 maart 2008 (1e termijn) Herbenoeming in maart 2012 (2e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie audit Profiel: Juridisch/ politiek-bestuurlijk Financiën en bedrijfsvoering Vastgoed en projectontwikkeling Huidige functie:  Geen Relevante nevenfuncties:  Lid gemeenteraad Tilburg voor de Tilburgse Volkspartij Mr. Ing. R.W.M. (Ingrid) den Teuling (vice-voorzitter) Benoeming per 1 juni 2011 (1e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie audit vanaf 31 augustus 2011  Commissie remuneratie en functioneren raad van bestuur vanaf 1 november 2014 Profiel: Juridisch/ politiek-bestuurlijk Financiën en bedrijfsvoering Vastgoed en projectontwikkeling Huidige functie:  Manager vastgoed Aafje, thuiszorg huizen zorghotels Rotterdam


52

Relevante nevenfuncties:  Lid van het bestuur, medeoprichter, van de Stichting Bouw voor Bouw, fondsenwerving voor (gezondheids)projecten in Tanzania;  Voorzitter raad van toezicht Stichting Kindercentra Gorinchem.  Lid van de raad van toezicht, Zuylen, Stichting begraafplaatsen en crematoria voor westelijk Noord-Brabant. Drs. L.W.M. (Leon) de Zwart Benoeming per 1 juni 2014 (1e termijn) Commissies in de raad van commissarissen:  Commissie zorg  Adviseur van de commissie Audit Profiel: Financiën en bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling en HRM Huidige functie:  Zelfstandig bedrijfsadviseur en coach Relevante nevenfuncties:  Als coach verbonden aan het Starterscentrum Roosendaal


53

Jaarrekening 2014 Stichting Groenhuysen

54

Stichting Groenhuysen

INHOUDSOPGAVE

Pagina

5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12 5.1.13 5.1.14 5.1.15 5.1.16 5.1.17 5.1.18

Jaarrekening 2014 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 Geconsolideerde resultatenrekening over 2014 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2014 Mutatieoverzicht materiële vaste activa Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2014 Balans per 31 december 2014 Resultatenrekening over 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Mutatieoverzicht immateriële vaste activa Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Toelichting op de resultatenrekening over 2014

57 58 59 60-65 66-75 76-79 80-83 84 85 86-94 95 96 97-106 107-110 111-114 115 116 117-121

5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6

Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Nevenvestigingen Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

122 123 123 123 123 123 124

55


5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

56


5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) Ref.

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1 2

14.496 52.253.054 52.267.550

27.206 52.254.973 52.282.179

4 5

50.635 257.853

48.832 342.469

6 7 9

1.302.714 4.454.522 22.013.652 28.079.376

1.549.709 4.393.032 20.255.457 26.589.499

80.346.926

78.871.678

31-dec-14 €

31-dec-13 €

213 38.304.536 7.110.016 45.414.765

213 33.651.007 7.072.634 40.723.854

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

Groepsvermogen Kapitaal Collectief gefinancieerd gebonden vermogen Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

10

Voorzieningen

11

2.652.041

2.556.058

Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

12

17.462.907

18.649.316

6 13

445.730 14.371.483

335.278 16.607.172

80.346.926

78.871.678

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden

Totaal passiva

57


5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.

2014 €

2013 €

16 17

96.199.098 1.783.628

96.863.776 1.700.565

18 19

8.099.932 1.269.889

6.883.103 825.388

20

5.401.166

5.112.119

112.753.713

111.384.951

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

21

69.106.318

68.130.716

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

22

5.557.814

5.508.117


23

0

2.931.918

Overige bedrijfskosten

24

32.653.075

30.348.130

Som der bedrijfslasten

107.317.207

106.918.881

BEDRIJFSRESULTAAT

5.436.506

4.466.070

-745.596

-701.547

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING

4.690.910

3.764.523

RESULTAAT BOEKJAAR

4.690.910

3.764.523

2014 €

2013 €

3.111.967 342.840 -47.674 1.246.395 37.382 4.690.910

3.201.313 292.183 -11.707 1.585.932 -1.303.198 3.764.523

Financiële baten en lasten

25

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve Segmenten verzorging en verpleging Bestemmingsreserve WMO Bestemmingsreserve Egalisatie afschrijvingen ISH Algemene reserve

58


5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT Ref. €

2014 €

2013 €

€

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - afschrijvingen terugname geheel afgeschreven activa - mutaties voorzieningen/reserves

5.436.506

1,2 5.1.7 11

5.557.814 -4.867.712 95.983

4.466.070

5.508.116 -1.947.790 383.701 786.085

Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)

4 5,7 6 13

-1.803 23.126 357.447 -2.235.689

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat

25 25

2.718 -1.488.591 -4.104.811 -3.360.769 -1.856.919

-8.951.453

4.365.672

-541.356

145.844 -891.440 0

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

3.944.027

248.389 -949.936 0 -745.596

-701.547

3.620.076

-1.242.903

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Bijzondere waardeverminderingen Terugname geheel afgeschreven activa

2

5.1.7

-5.543.185 0 0 0

-9.108.490 1.020.445 0 0

0 0 4.867.712

0 2.931.918 1.947.790 -675.473

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-3.208.337

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen

12

0 -1.186.408

0 -1.255.789 -1.186.408

-1.255.789

1.758.195

-5.707.029

20.255.457 22.013.652 1.758.195

25.962.486 20.255.457 -5.707.029

Toelichting: Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

59


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen De grondslagen van waardering en resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening zijn gelijk aan de grondslagen van de geconsolideerde jaarrekening. Algemene gegevens en groepsverhoudingen Stichting Groenhuysen is statutair gevestigd te Roosendaal, met adres: Kalsdonksestraat 89, Roosendaal. Stichting Groenhuysen heeft een aantal woonvoorzieningen voor ouderenzorg in de regio Roosendaal. Per december 2014 heeft Groenhuysen 18 centra voor Wonen & Zorg, waaronder centra voor lichte zorg en centra voor zware zorg. Daarnaast heeft Groenhuysen 2 regionale behandelcentra, 11 steunpunten, 4 locaties dagbehandelingen en het beheer van 1 zorgboerderij. Daarnaast levert Groenhuysen vanuit diverse locaties thuiszorg. Ook biedt Groenhuysen advies en ondersteuning aan (potentiële) cliënten en werkzoekenden door middel van Relatiebeheer cliënten, Relatiebeheer medewerkers, Ouderengeneeskunde en Behandeling & Begeleiding. Daarnaast organiseert Groenhuysen verschillende dagverzorging- en dagbehandeling projecten en streeft ernaar een zo breed mogelijk aanbod van diensten en voorzieningen binnen de kaders van de missie en visie te leveren zonder winstoogmerk. Daarbij is het van belang dat we in verbinding blijven staan met onze (potentiële) cliënten, zodat het gevarieerde aanbod van gemak- en comfortdiensten tot intensieve verpleeghuiszorg op maat geleverd kan worden. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW (met uitzondering van afdeling 2, 11 en 12), de Regeling verslaggeving WTZi, de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving) en hetgeen is opgenomen onder de paragraaf 5.1.4.2. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Vergelijkende cijfers De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken. Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren. Dit betreft Stichting Groenhuysen te Roosendaal, Stichting Steunpunten Rucphen te Rucphen, Stichting Dienstencentrum Ouderen te Roosendaal, Stichting Woning Plus Gemeenschap te Kruisland en St. Zorgzuster West-Brabant te Roosendaal.

60


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Verbonden rechtspersonen De stichting heeft de volgende verbonden stichtingen die niet in de consolidatie betrokken zijn. Stichting Het Punt te Roosendaal: Stichting Het Punt heeft ten doel dienstverlening op het gebied van informatie en advies met betrekking tot wonen, welzijn en zorg. Stichting Groenhuysen heeft naast de detachering van de manager (€ 85.200 op jaarbasis) geen transacties met Stichting Het Punt die van materieel belang zijn. Omdat vanuit Stichting Groenhuysen geen overheersende zeggenschap bestaat in Stichting Het Punt zijn de cijfers niet in de consolidatie betrokken. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op de balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 5.1.10, en onderstaande tekst. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Groot onderhoud: Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. De uitgaven voor groot onderhoud worden ten laste gebracht van deze voorziening.

61


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op een (behouden) inschatting van het meest reële toekomstscenario per locatie. Een scenario is ingegeven door de ontwikkelingen in de lokale zorgmarkt (o.a. demografie, zorgconsumptie, weten regelgeving) alsmede de kwaliteiten van het vastgoed in relatie tot het totale aanbod in de betreffende regio. Een scenario bestaat uit een exploitatietermijn, een inschatting van de noodzakelijke investeringen in deze periode alsmede een inschatting van de bezetting en de opbrengsten per zorgproduct. Dit resulteert in kasstromen per locatie. De bedrijfswaarde is vastgesteld door deze netto kasstromen te verdisconteren tegen 5,5%. Dit percentage is door Groenhuysen vastgesteld als zijnde de WACC (weighted average cost of capital). Dit percentage is gelijk aan dat in de voorgaande jaarrekening. Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2014 en de contante waarde van de toekomstige kasstromen bedraagt voor de gehele portefeuille een bedrag van € 17.785.000. Aangezien het saldo op portefeuilleniveau en locatieniveau ruim positief is, zijn er geen aanpassingen gedaan in de waardering van het vastgoed. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen onder aftrek van een voorziening voor incourante voorraden, voorzover daartoe aanleiding bestaat. De voorraden kleding worden niet in balans opgenomen. De FIFO methode wordt gevolgd. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de DBC / DBC-zorgproduct indien deze lager is. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's / DBC-zorgproducten die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.

Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van een verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren.

62


5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Schulden/vorderingen uit hoofde van financieringsoverschot/ -tekort per verslagjaar Dit betreft het nog in de tarieven te verrekenen overschot/tekort en bestaat uit het verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het budget. Operationele leasing Er bestaan leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.

63

Stichting Groenhuysen 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. De rechten en verplichtingen uit hoofde van huurcontracten worden niet in de balans geactiveerd en gepassiveerd. De lasten, die hieruit voortvloeien worden onder de bedrijfslasten verantwoord. Opbrengsten De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat, dit indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijnlijke economische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op de balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; en d. gemaakte kosten en kosten die nog moeten worden gemaakt kunnen betrouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengsten slechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening). Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met de naindexering. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en Stichting Groenhuysen de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de resultatenrekening. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Stichting Groenhuysen heeft een pensioenregeling welke is ondergebracht bij het pensioenfonds Zorg & Welzijn. Voor de uitvoering is door het pensioenfonds een contract gesloten met uitvoeringsorganisatie PGGM. Deze draagt zorg voor de uitvoering van de collectieve pensioenregeling en het vermogensbeheer. De dekkingsgraad eind 2014 van het fonds bedroeg 102% (eind 2013 108%, eind 2012 101%, eind 2011 97%). Andere kenmerken van deze pensioenregeling zijn o.m.: * pensioengevende salarisgrondslag is middelloon; * het fonds verhoogt met index indien daar ruimte voor is; Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Stichting Groenhuysen. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en aan derden betaalde (te betalen) interest. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering Stichting Groenhuysen heeft vanaf 2007 besloten de segmentering achterwege te laten, aangezien de afrekening van het wettelijk budget ook niet gesegmenteerd behoeft te worden aangeleverd. Het eigen vermogen wordt nog wel gesegmenteerd.

64

5.1.4.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten. In deze opstelling is de mutatie van de kortlopende schulden aan de kredietinstellingen begrepen in de mutatie van de liquide middelen.

5.1.4.6 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.

65


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Franchise-overeenkomst Zorgzuster Zeeland Kosten van onderzoek en ontwikkeling Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom Kosten van goodwill die van derden is verkregen Vooruitbetalingen op immateriële activa

14.496 0 0 0 0

27.206 0 0 0 0

Totaal immateriële vaste activa

14.496

27.206

2014 €

2013 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen

27.206 0 0 12.710 0 0 0

39.916 0 0 12.710 0 0 0

Boekwaarde per 31 december

14.496

27.206

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa

33.702.077 8.280.775 9.147.769 1.122.433 0

35.146.996 8.034.739 7.251.464 1.821.774 0

Totaal materiële vaste activa

52.253.054

52.254.973

2014 €

2013 €


52.254.973 5.543.185 0 5.545.104 0 0 0

52.594.252 9.108.490 0 5.495.406 2.931.918 0 1.020.445


52.253.054

52.254.973

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. In toelichting 5.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. De belangrijkste investeringen in 2014 bestaan uit de verbouwing van de Kim ad. € 2.025.000 daarnaast zijn er bij de Bloemschevaert (€ 946.000) en Champetter (€ 1.001.000) aanpassing gedaan om het gebouw geschikt te maken voor intramurale clienten. Bij Heerma State zijn de sprinklerinstallatie en plafonds vervangen ad. € 631.000. Tevens is er voor € 1.298.000 geinvesteerd in I&A.

66


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

4. Voorraden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Overige voorraden:

50.635

48.832

Totaal voorraden

50.635

48.832

De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Af: ontvangen voorschotten Af: voorziening onderhanden werk

1.005.853 -748.000 0

755.596 -413.127 0

257.853

342.469

Af: ontvangen voorschotten €

Saldo per 31-dec-14

Toelichting: De voorraad betreft enkel leenemballage.

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten

Totaal onderhanden werk

De specificatie per categorie DBC's / DBC-zorgproducten is als volgt weer te geven: Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

DBC - CVA DBC - Overige diagnoses Ontvangen voorschot zorgverzekeraars

Totaal (onderhanden werk)

Gerealiseerde kosten en toegerekende winst €

Af: verwerkte verliezen €

280.319 725.534 0

1.005.853

0

€

748.000

280.319 725.534 -748.000 0 0

748.000

257.853

Toelichting: Het onderhanden werk DBC's is toegenomen in 2014 ten opzichte van 2013. Deze toename wordt veroorzaakt door een groei van het aantal bezette bedden met ongeveer 12 bedden ten opzichte van 2013 en een toename van het aantal DBC trajecten ten opzichte van 2013.

67



6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort

1.302.714

1.549.709

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging

1.302.714

1.549.709

Schulden uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot

445.730

335.278

Totaal schulden uit hoofde van bekostiging

445.730

335.278

Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot t/m 2011 €

2012 €

2013 €

-323.836

-11.442

1.549.709

5.850 317.986 323.836

0

-328.585 81.590 -246.995

-434.288

-434.288 -322.735 399.576 -357.447

Saldo per 31 december

0

-11.442

1.302.714

-434.288

856.984

Stadium van vaststelling (per erkenning):

c

c

c

a

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar

2014 €

totaal € 1.214.431

-434.288

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1.302.714 445.730 856.984

1.549.709 335.278 1.214.431

2014 €

2013 €

96.199.098 96.633.386 0

96.938.567 95.388.859 0

-434.288

1.549.708

Toelichting: De budgetaanpassing voorgaande jaren betreft hoofdzakelijk het jaar 2013 en heeft meerdere oorzaken te weten: - aanpassingen in het nacalculatieformulier 2013 n.a.v. de productiecontrole van het zorgkantoor (€ 48.000), zijnde geleverde zorg boven productie afspraak, na het uitbrengen van de definitieve jaarrekening 2013. - effect op de kapitaallasten oud ( € 184.000) als gevolg van de overheveling vaan ZZP 9a naar de DBC systematiek Met het effect van de doorwerking van de GRZ bleek het nacalculatieformulier 2013 geen rekening te houden

68


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 7. Overige vorderingen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen

1.063.992 1.531.398 575.932 331.644 951.556

466.746 1.599.050 581.850 489.698 1.255.688

Totaal overige vorderingen

4.454.522

4.393.032

Toelichting: De stijging van de overige vorderingen wordt veroorzaakt door een toename van het debiteurensaldo. Deze stijging heeft grotendeels betrekking op de vorderingen op zorgverzekeraars voor de dbc's, ongeveer € 830.000. Deze vordering debiteuren DBC is fors toegenomen ten opzichte van 2013, omdat het aantal dbc's zijn toegenomen en eind december een groot aantal dbc's zijn gefactureerd. De voorziening dubieuze debiteuren ad € 74.000 heeft betrekking op een aantal specifieke vorderingen en hebben een kortlopend (< 1 jaar) karakter. De post nog te ontvangen bedragen is afgenomen doordat er in 2013 nog een teruggaaf basispremie WAO te ontvangen was van € 307.000. Dit is in 2014 niet het geval.

9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bankrekeningen Kassen

21.979.023 34.629

20.234.941 20.516

Totaal liquide middelen

22.013.652

20.255.457

Toelichting: Stichting Groenhuysen maakt gebruik van het fiatcompensabel en rentecompensabel stelsel. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. Voor € 1.633.000 zijn de liquide middelen niet vrij beschikbaar ivm afgegeven garanties. Per 1 februari 2015 vervalt hiervan van € 1.045.000 en per 1 april 2015 € 450.000.

69


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 10. Groepsvermogen Het groepsvermogen bestaat uit de volgende componenten:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen

213 38.304.536 7.110.016

213 33.651.007 7.072.634

Totaal groepsvermogen

45.414.765

40.723.854

Kapitaal Saldo per 1-jan-2014 €

Resultaatbestemming €

Overige mutaties €

Saldo per 31-dec-2014 €

Kapitaal

213

0

0

213

Totaal kapitaal

213

0

0

213

Saldo per 1-jan-2014 €




Bestemmingsreserves: * Segment intramuraal - verzorging * Segment intramuraal - verpleging * WMO * Egalisatie afschrijvingen ISH * Inventarissen St. Steunpunten Rucphen

908.281 1.574.570 -826.995 10.165.212 29.865

97.420 245.420 -47.674 1.246.395 0

0 0 0 0 0

1.005.701 1.819.990 -874.669 11.411.607 29.865

Reserve aanvaardbare kosten: Segment intramuraal - verzorging Segment intramuraal - verpleging Segment extramuraal - thuiszorg

15.890.056 6.109.419 -199.400

1.275.801 1.783.030 53.136

0 0 0

17.165.857 7.892.449 -146.264

Totaal collectief gefinancieerd gebonden vermogen

33.651.008

4.653.528

0

38.304.536





Algemene reserves: Algemene reserve

7.072.634

37.382

0

7.110.016

Totaal niet collectief gefinancieerd vrij vermogen

7.072.634

37.382

0

7.110.016

Het verloop is als volgt weer te geven:

Collectief gefinancieerd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Toelichting: Het resultaat uit overige activiteiten is ten laste van de algemene reserve gebracht en kan als volgt gespecificeerd worden: - nadelig resultaat van in de consolidatie betrokken stichtingen -154.000 - toe te kennen rente vergoeding over algemene reserve 73.000 - batig resultaat stichting Groenhuysen door verhuur van woningen 202.000 - nadelig resultaat van diverse steunpunten -31.000 - nadelig resultaat kinderboerderij Minnebeek -53.000 Totaal 37.000 Voor een toelichting van de reserves wordt verwezen naar de toelichting op de enkelvoudige balans.

70



Overzicht van het totaalresultaat van de instelling

Geconsolideerd netto-resultaat (na belastingen) toekomend aan de instelling Herwaardering materiële vaste activa Af: Gerealiseerde herwaardering ten laste van het eigen vermogen Totaal van de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen van de instelling als onderdeel van het groepsvermogen Totaalresultaat van de instelling

31-dec-2014 €

31-dec-2013 €

4.690.910

3.764.523

0 0

0 0

0

0

4.690.910

3.764.523

71


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 11. Voorzieningen Saldo per 1-jan-2014 €

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

€

€

€


Voorziening groot onderhoud Voorziening jubilea- uitkeringen Voorziening langdurig zieken

1.479.461 888.867 187.730

238.307 101.013 439.052

128.904 50.583 155.331

347.571 0 0

1.241.293 939.297 471.451

Totaal voorzieningen

2.556.058

778.372

334.818

347.571

2.652.041


Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

902.610 1.535.006 214.425

Toelichting per categorie voorziening: Voorziening groot onderhoud Binnen de stichting is een onderhoudsvoorziening gevormd. Deze is gevormd voor de gelijkmatige verdeling van de lasten voor cyclisch onderhoud over de exploitatiejaren. Deze voorziening is toereikend om de geplande onderhoudsuitgaven voor de komende 10 jaar te dekken. De onderhoudsvoorziening ten behoeve van de woningexploitatie zijn bedoeld voor kosten van onderhoud conform MJOP Voor zover deze voorziening niet toereikend is komt groot onderhoud ten laste van onder het collectief gefinancierd vermogen. Voorziening jubilea-uitkeringen De voorziening voor jubilea-uitkeringen aan personeel is op individuele grondslag berekend, waarbij rekening is gehouden met het salaris, de blijfkans en de sterftekans. De voorziening wordt tijdsevenredig opgebouwd gedurende het dienstverband van de medewerkers. Deze voorziening heeft grotendeels een langlopend (> 1 jaar) karakter. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken wordt jaarlijks berekend op grond van salaris-kosten en sociale lasten welke in geval van arbeidsongeschiktheid gedurende 2 jaar (eerste jaar 100% en tweede jaar 70%) moet worden doorbetaald. Tevens is er vanaf 2014 een transitievergoeding opgenomen waar onslagen werknemers per 1 juli 2015 recht op hebben Deze vergoeding is afhankelijk van het aantal dienstjaren dat een medewerker in dienst is geweest. Deze voorziening heeft grotendeels een kortlopend (< 1 jaar) karakter.

72


12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Schulden aan banken

17.462.907

18.649.316

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

17.462.907

18.649.316

2014 €

2013 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

19.869.461 0 1.222.694

21.133.965 0 1.264.501

Stand per 31 december

18.646.767

19.869.464

1.183.860

1.220.148

17.462.907

18.649.316


Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

1.183.860 17.462.907 13.135.301

1.220.148 18.649.316 14.122.729

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: Gestelde zekerheden De Stichting heeft de volgende zekerheden aan ING afgegeven: * Hypotheek van € 25.000.000, op het pand Kalsdonksestraat 89. De grootste kredietverstrekker heeft als bijzondere bepaling opgenomen dat een omzetratio van minimiaal 15% in stand moet worden gehouden. Onder budgetratio wordt in dit verband verstaan: Het aansprakelijk vermogen (eigen vermogen) uitgedrukt als percentage van het extern budget. Stichting Groenhuysen voldoet ruim aan deze bepaling. De Debt Service Cover Ratio (kengetal operationele kasstroom gerelateerd aan rente en aflossing) dient ten minste 1,2 te zijn. Stichting Groenhuysen voldoet aan alle voorwaarden zoals hierboven geschetst.

73


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 13. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Interest Vooruitontvangen opbrengsten: Nog te betalen kosten / Overige passiva

665.171 1.183.861 2.606.955 2.070.766 935.724 2.322.597 1.805.158 115.335 883.333 1.782.583

3.854.138 1.220.148 2.933.469 1.435.215 1.010.398 2.322.057 1.445.768 124.876 1.199.820 1.061.283

14.371.483

16.607.172

Totaal overige kortlopende schulden Toelichting: Kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd < 1 jaar.

De stand van de crediteuren per 31-12-2014 is fors afgenomen t.o.v. 31-12-2013. Door de overgang naar het nieuwe financiele pakket is er eind 2014 door de crediteurenadministratie bij de managers op aangedrongen om alle facturen in de workflow goed te keuren. Tevens is er voor gekozen om per 30-12-2014 alle op dat moment geaccordeerde facturen te betalen met een vervaldatum tot en met 31-01-2015. De afname van de post vooruitontvangen opbrengsten wordt met name veroorzaakt door een aantal subsidies die in 2013 zijn ontvangen en die in 2014 in het resultaat zijn verwerkt.

74



15. Niet in de balans opgenomen regelingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:

2014 €

2013 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar

17.554.009 142.187 2.628.499 0

14.575.051 371.664 2.607.294 0

Beschikbare investeringsruimte 31 december

20.324.695

17.554.009

Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte:

0

Toelichting: Door de stichting zijn langlopende financiële verplichtingen aangegaan inzake de huur tot een jaarbedrag van 9,7 miljoen. De verplichtingen aangegaan voor een periode langer dan 10 jaar bedragen € 2 miljoen. De stichting is ultimo 2014 voor een bedrag van 0,7 miljoen aan inkoopverplichtingen aangegaan. De stichting is een leaseverplichting van 0,1 miljoen per jaar aangegaan voor het gebruik van printers. Verder is er jaarlijks voor 0,1 miljoen aan leaseverplichtingen aangaande auto's van de zaak, deze contracten lopen uiterlijk medio 2017 af.

75


5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> te verwachten economische levensduur 5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€

Terreinvoorzieningen €

€

Semi perm. gebouwen €

Verbouwingen €

€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz. waardevernindeirng

0 0 0 0

2.818.902 0 14.371 0

Boekwaarde per 1 januari 2014

0

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

Installaties Onderhanden Projecten € €

Subtotaal vergunning €

Totaal

1.336.201 0 868.216 15.059

45.101.944 0 20.272.098 1.576.332

1.236.465 0 569.115 47.322

7.084.367 0 1.428.091 1.330.017

15.162.344 0 9.454.375 145.226

1.821.774 0 0 0

74.561.997 0 32.606.266 3.113.956

100.244.719 0 44.455.838 3.533.908

2.804.531

452.926

23.253.514

620.028

4.326.259

5.562.743

1.821.774

38.841.775

52.254.973

0 0 0 0

0 0 1.200 0

6.844 0 66.397 0

0 0 1.713.077 0

0 0 37.368 0

1.009.204 0 334.278 0

1.339.167 0 761.854 0

-699.341 0 0 0

1.655.874 0 2.914.174 0

5.543.185 0 5.545.104 0

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen

0 0 0

0 0 0

89.145 0 89.145

1.063.172 0 1.063.172

76.958 0 76.958

132.622 0 132.622

1.801.258 0 1.801.258

0 0 0

3.163.155 0 3.163.155

4.867.712 0 4.867.712

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

0

-1.200

-59.553

-1.713.077

-37.368

674.926

577.313

-699.341

-1.258.300

-1.919

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz. waardevernindeirng

0 0 0 0

2.818.902 0 15.571 0

1.253.900 0 845.468 15.059

44.038.772 0 20.922.003 1.576.332

1.159.507 0 529.525 47.322

7.960.949 0 1.629.747 1.330.017

14.700.253 0 8.414.971 145.226

1.122.433 0 0 0

73.054.716 0 32.357.285 3.113.956

100.920.192 0 45.133.230 3.533.908

Boekwaarde per 31 december 2014

0

2.803.331

393.373

21.540.437

582.660

5.001.185

6.140.056

1.122.433

37.583.475

52.253.054

€

Afschrijvingspercentage Per locatie, per pand verschillend. Is uitkomst van de vastgoedanalyse.

76


5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> te verwachten economische levensduur 5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings rechten

Onderhanden Projecten

Subtotaal

Instandhouding


Subtotaal

Subtotaal meldingsplichtige activa € €

€

€

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz. waardevernindeirng

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.716.810 0 3.643.109 419.952

0 0 0 0

6.716.810 0 3.643.109 419.952

6.716.810 0 3.643.109 419.952


0

0

0

2.653.749

0

2.653.749

2.653.749

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen

0 0 0

0 0 0

0 0 0

32.734 0 557.105

0 0 0

32.734 0 557.105

32.734 0 557.105


0 0 0

0 0 0

0 0 0

682.550 0 682.550

0 0 0

682.550 0 682.550

682.550 0 682.550


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

0

0

-524.371

0

-524.371

-524.371


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.066.994 0 3.517.664 419.952

0 0 0 0

6.066.994 0 3.517.664 419.952

6.066.994 0 3.517.664 419.952


0

0

0

2.129.378

0

2.129.378

2.129.378


77


5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> te verwachten economische levensduur 5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris €

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

9.717.221 0 4.004.040

93.222 0 72.019

2.780.942 0 1.628.154

12.591.385 0 5.704.213


5.713.181

21.203

1.152.788

6.887.172


2.384.268 0 1.048.549

30.252 0 14.312

1.298.319 0 751.712

3.712.839 0 1.814.573

242.153 0 242.153

0 0 0

125.724 0 125.724

367.877 0 367.877

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

1.335.719

15.940

546.607

1.898.266

11.859.336 0 4.810.436

123.474 0 86.331

3.953.537 0 2.254.142

15.936.347 0 7.150.909

7.048.900

37.143

1.699.395

8.785.438

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014


78


5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> te verwachten economische levensduur 5.1.6.4 niet WTZI/MGW gefinancierde activa

Grond

Gebouwen

€



152.608 0 8.843


Subtotaal Kleinschalige Inventaris woonvoorzieningen € €

Verbouwingen €

Installaties

€


54.419 0 5.312

2.433.864 0 690.075

0 0 0

2.453.961 0 1.331.306

806.704 0 358.035

472.971 0 108.679

6.374.527 0 2.502.250

143.765

49.107

1.743.789

0

1.122.655

448.669

364.292

3.872.277

0 0 710

0 0 2.720

0 0 51.095

0 0 0

75.335 0 103.164

1.514 0 34.713

64.889 0 66.850

141.738 0 259.252


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

615.559 0 615.559

0 0 0

38.571 0 38.571

654.130 0 654.130


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

-710

-2.720

-51.095

0

-27.829

-33.199

-1.961

-117.514

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

152.608 0 9.553

54.419 0 8.032

2.433.864 0 741.170

0 0 0

1.913.737 0 818.911

808.218 0 392.748

499.289 0 136.958

5.862.135 0 2.107.372


143.055

46.387

1.692.694

0

1.094.826

415.470

362.331

3.754.763



€


79


5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> bekostigingssystematiek 5.1.7.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€


€


Verbouwingen €

€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz. waardevernindeirng

0 0 0 0

2.818.902 0 14.371 0


0




Totaal

1.336.201 0 866.753 0

45.101.944 0 18.696.908 0

1.236.465 0 542.860 0

7.084.367 0 1.426.264 0

15.162.344 0 9.441.249 0

1.821.774 0 0 0

74.561.997 0 30.988.405 0

100.244.719 0 42.764.795 0

2.804.531

469.448

26.405.036

693.605

5.658.103

5.721.095

1.821.774

43.573.592

57.479.924

0 0 0 0

0 0 1.200 0

6.844 0 65.778 0

0 0 1.182.270 0

0 0 28.616 0

1.009.204 0 330.302 0

1.339.167 0 756.166 0

-699.341 0 0 0

1.655.874 0 2.364.332 0

5.543.185 0 4.978.640 0


0 0 0

0 0 0

89.145 0 89.145

1.063.172 0 1.063.172

76.958 0 76.958

132.622 0 132.622

1.801.258 0 1.801.258

0 0 0

3.163.155 0 3.163.155

4.867.712 0 4.867.712


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

-1.200

-58.934

-1.182.270

-28.616

678.902

583.001

-699.341

-708.458

564.545


0 0 0 0

2.818.902 0 15.571 0

1.253.900 0 843.386 0

44.038.772 0 18.816.006 0

1.159.507 0 494.518 0

7.960.949 0 1.623.944 0

14.700.253 0 8.396.157 0

1.122.433 0 0 0

73.054.716 0 30.189.582 0

100.920.192 0 42.875.723 0


0

2.803.331

410.514

25.222.766

664.989

6.337.005

6.304.096

1.122.433

42.865.134

58.044.469

€


80


5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> bekostigingssystematiek 5.1.7.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings rechten


Subtotaal

Instandhouding


Subtotaal


€

€

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz. waardevernindeirng

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.716.810 0 3.587.018 0

0 0 0 0

6.716.810 0 3.587.018 0

6.716.810 0 3.587.018 0


0

0

0

3.129.792

0

3.129.792

3.129.792


0 0 0

0 0 0

0 0 0

32.734 0 540.483

0 0 0

32.734 0 540.483

32.734 0 540.483


0 0 0

0 0 0

0 0 0

682.550 0 682.550

0 0 0

682.550 0 682.550

682.550 0 682.550


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

0

0

-507.749

0

-507.749

-507.749


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.066.994 0 3.444.951 0

0 0 0 0

6.066.994 0 3.444.951 0

6.066.994 0 3.444.951 0


0

0

0

2.622.043

0

2.622.043

2.622.043


81


5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> bekostigingssystematiek 5.1.7.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris €

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €


9.717.221 0 4.004.040

93.222 0 72.019

2.780.942 0 1.628.154

12.591.385 0 5.704.213


5.713.181

21.203

1.152.788

6.887.172


2.384.268 0 1.048.549

30.252 0 14.312

1.298.319 0 751.712

3.712.839 0 1.814.573

242.153 0 242.153

0 0 0

125.724 0 125.724

367.877 0 367.877

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

1.335.719

15.940

546.607

1.898.266

11.859.336 0 4.810.436

123.474 0 86.331

3.953.537 0 2.254.142

15.936.347 0 7.150.909

7.048.900

37.143

1.699.395

8.785.438

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014


82


5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi --> bekostigingssystematiek 5.1.7.4 niet WTZI/MGW gefinancierde activa

Grond

Gebouwen

€



152.608 0 8.843



Verbouwingen €

Installaties

€


54.419 0 5.312

2.433.864 0 672.984

0 0 0

2.453.961 0 1.331.306

806.704 0 358.035

472.971 0 108.679

6.374.527 0 2.485.159

143.765

49.107

1.760.880

0

1.122.655

448.669

364.292

3.889.368

0 0 710

0 0 2.720

0 0 51.095

0 0 0

75.335 0 103.164

1.514 0 34.713

64.889 0 66.850

141.738 0 259.252


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

615.559 0 615.559

0 0 0

38.571 0 38.571

654.130 0 654.130


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

-710

-2.720

-51.095

0

-27.829

-33.199

-1.961

-117.514


152.608 0 9.553

54.419 0 8.032

2.433.864 0 724.079

0 0 0

1.913.737 0 818.911

808.218 0 392.748

499.289 0 136.958

5.862.135 0 2.090.281


143.055

46.387

1.709.785

0

1.094.826

415.470

362.331

3.771.854



€


83


5.1.08.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Investeringen

WTZi-type

Project ECD Waterland 0 Brandveiligheid Heerma State Zellebergen Project Wiekendael Uitbreiding de Kim Diverse onderhanden projecten Aankoop Bovendonk Restyling Weihoek Verbouwing Heerma State Project Plannen en Roosteren Diverse onderhanden projecten

Totaal

Goedkeuringen Nominaal Indexering bedrag WTZi WTZi € €

2014 €

t/m 2014 ondergereed handen € €

127.933 456.690 243.878 66.237 126.512 771.197 29.327 0 0 0 0 0

250.717 481.174 0 0 385.699 968.000 0 25.000 50.966 373.715 125.916 34.626

378.650 937.864 243.878 66.237 0 1.739.197 29.327 0 0 0 0 0

0 0 0 0 512.210 0 0 25.000 50.966 373.715 125.916 34.626

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1.821.774

2.085.590

3.395.153

1.122.433

0

0

0

t/m 2013 €

Aangepaste goedkeuring €

Jaar van oplevering

2014 2014 2014 2014 2015 2014 2014 2015 2015 2015 2015 2015

5.1.08.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Project ECD Waterland Brandveiligheid Heerma State Zellebergen Uitbreiding Kim Diverse onderhanden projecten

Totaal

Investeringen WTZi-type

Activapost

WTZi €

WMG €

Overige €

Totaal €

Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €

0 334.035 243.878 0 1.315.682 0 0

378.650 603.829 0 66.237 423.515 29.327 0

0 0 0 0 0 0 0

378.650 937.864 243.878 66.237 1.739.197 29.327 0

0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0

1.893.595

1.501.558

0

3.395.153

0

0

84


BIJLAGE 5.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

Soort lening

€ ING 68.33.94.622 ING 68.33.43.459 ING 67.27.89.285 ING 66.77.08.987 ING 65.27.80.571 ING 67.50.00.025 ING 67.50.00.033 ING 67.85.39.588 ING 66.04.01.053 ING 67.50.20.433 ING 66.28.13.642 ING 67.51.77.219 BNG 4087748 Totaal

1-dec-93 11-jan-93 3-okt-97 28-jan-97 3-okt-97 27-mei-98 27-mei-98 4-okt-05 1-jan-08 11-jan-93 1-nov-99 11-jan-93 2-mrt-98

4.673.936 4.537.802 1.815.121 1.361.341 2.722.681 3.176.462 2.178.145 8.000.000 2.500.000 1.898.844 1.429.408 236.251 664.062

Werke- Restschuld Nieuwe lijke- 31 december leningen in rente 2013 2014 %

40 40 30 30 30 40 40 30 10 40 28 40 16

Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Onderhands Onderhands Krediet Krediet Krediet Onderhands

5,25% 5,00% 4,82% 4,09% 4,82% 5,42% 5,42% 3,60% 4,80% 5,00% 4,82% 5,00% 6,06%

€ 2.336.972 2.155.462 847.039 635.292 1.270.586 1.965.431 1.347.723 5.866.662 1.062.500 1.457.140 701.944 181.193 41.517 19.869.461

€ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Aflossing in 2014 € 116.848 113.446 60.505 45.378 90.756 79.412 54.454 266.667 250.000 46.816 51.050 5.845 41.517 1.222.694

Restschuld Restschuld 31 december over 5 jaar 2014 € 2.220.124 2.042.016 786.534 589.914 1.179.830 1.886.019 1.293.269 5.599.995 812.500 1.410.324 650.894 175.348 0 18.646.767

Resterende looptijd in jaren eind 2014

Aflossingswijze

€ 1.635.884 1.474.786 484.009 363.024 726.050 1.488.959 1.020.999 4.266.660 0 1.137.944 395.644 141.342 0 13.135.301

Aflossing 2015 €

20 19 14 14 14 25 25 22 4 14 14 20 0

Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Annuïteit Lineair Annuïteit Lineair

116.848 113.446 60.505 45.378 90.756 79.412 54.454 266.667 250.000 49.201 51.050 6.143 0 1.183.860

85


5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING BATEN 16. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) Budgetaanpassingen voorgaande jaren Beschikbaarheidsbijdragen

96.521.833 -322.735 0

96.863.776 0 0

Totaal

96.199.098

96.863.776

Toelichting: De afname van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ komt door een afname van het aantal cliënten met een indicatie zzp 1 t/m zzp 3. Deze afname wordt gedeeltelijk gecompenseerd een toename van de extramurale zorg. De budgetaanpassing voorgaande jaren betreft hoofdzakelijk het jaar 2013 en heeft meerdere oorzaken te weten: - aanpassingen in het nacalculatieformulier 2013 nav de productiecontrole van het zorgkantoor (€ 48.000), zijnde geleverde zorg boven productie afspraak, na het uitbrengen van de definitieve jaarrekening 2013. - effect op de kapitaallasten oud ( € 184.000) als gevolg van de overheveling vaan ZZP 9a naar de DBC systematiek Met het effect van de doorwerking van de GRZ bleek het nacalculatieformulier 2013 geen rekening te houden.

17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengst kraamzorg Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) 405.173 Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 1.378.455

12.927 399.207 1.288.431

Totaal

1.700.565

1.783.628

Toelichting: De stijging van de niet-gebudgetteerde zorgprestaties komt door hogere opbrengsten eerstelijnsactiviteiten en MSVT Hier staat een lichte daling tegenover van de opbrensten particuliere inzet en geen inkomsten meer van de persoonsgebonden en persoonsvolgende budgetten. 18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Correctie voorgaande jaren

8.021.575 250.257 -171.900

6.127.507 755.596 0

Totaal

8.099.932

6.883.103

Toelichting: De extra omzet DBC wordt veroorzaakt doordat de gemiddelde bedbezetting van DBC clienten in 2014 met 12 bedden is gestegen t.o.v. 2013. De correctie voorgaande jaren is het gevolg van het niet kunnen declareren van de mutatiedagen "Transitie GRZ 2013", waardoor het positief verrekenbedrag € 171.900 lager is uitgevallen. Dit effect is na het uitbrengen van de jaarrekening 2013 verwerkt in de definitieve nacalculatie 2013.

86


5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

19. Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) De specificatie is als volgt:

Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies Totaal

2014 €

2013 €

768.382

479.657

329.343

295.731

172.164

50.000

1.269.889

825.388

Toelichting: De post rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS bestaat uit stagefonds en praktijkleren. Ten opzichte van vorig jaar is praktijkleren een nieuwe subsidie. Deze subsidie is ter vervanging gekomen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) voor het onderwijsdeel, dit werd voorheen ten gunste van de salarissen geboekt. De post subsidies vanwege Provincies en gemeenten betreft gemeentelijke subsidies. De stijging op de overige subsidies wordt veroorzaakt door een aantal subsidies welke in 2013 waren toegekend, 2014 in het resultaat zijn verwerkt.

20. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:

2014 €

Overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstroom UMC's voor onderzoek): Overige dienstverlening 3.320.471 Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed): Overige opbrengsten 2.080.695 Totaal

5.401.166

2013 €

3.298.371 1.813.748 5.112.119

Toelichting: De post Overige dienstverlening bestaat uit externe maaltijdverstrekking en verhuur van onroerend goed. De stijging in de opbrengsten t.o.v. 2013 komt doordat er in 2014 € 60.000 meer aan inkomsten is geboekt bij stichting Zorgzuster. De post overige opbrengsten bestaat met name uit de opbrengsten van de restauranten, winkels, bonussen/kortingen en overige particuliere producten .De overige opbrengsten in 2014 zijn toegenomen ten opzichte van 2013, dit wordt met name veroorzaakt door de start van het project Zorgeloos Wonen. Waarbij cliënten huur en woonzorgdiensten afnemen.

87


LASTEN 21. Personeelskosten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Subtotaal Personeel niet in loondienst

51.649.369 7.985.509 4.319.410 2.537.473 66.491.761 2.614.557

51.448.955 7.189.949 4.373.116 3.033.131 66.045.151 2.085.565

Totaal personeelskosten

69.106.318

68.130.716

509 532 133 68 150

535 584 124 72 156

1.393

1.471

€ 45.920

€ 42.834

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Intramuraal- verzorgingshuis Intramuraal- verpleeghuis Extramuraal- thuiszorg, dagbehandeling en dagverzorging en VEAT Behandelaars Overige activiteiten Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

Toelichting: Gemiddelde loonsom (lonen en salarissen, sociale lasten, pensioenpremies ) In 2014 waren er geen werknemers werkzaam buiten Nederland.

De stijging van de loonsom 2014 ten opzichte van 2013 is aanzienlijk, omdat er een aantal opvallende zaken zijn die van invloed zijn op de loonsom. De belangrijkste oorzaken zijn: * Betaalde ontbindingsvergoedingen € 353.000 * Stijging reservering verlofdagen met € 364.000 * Stijging voorziening langdurig zieken € 284.000 De sociale lasten stijgen met € 796.000 onder ander doordat de afdrachtsvermindering onderwijs in 2014 niet meer van toepassing is. In plaats hiervan is de subsidie praktijkleren gekomen. In 2013 was dit een bate van € 340.000 op de sociale lasten. Daarnaast is er een stijging van de WGA premie van 0,8% en een nieuwe gedifferentieerde premie WHK, in totaal betekent dit een kostenstijging van € 525.000 t.o.v. 2013. Hier staat nog wel een premiedaling ZVW van 0,25% tegenover ad. € 120.000. Bovenstaande bijzonderheden niet meegenomen in de berekening van de gemiddelde loonsom, bedraagt de stijging 2,5% ten opzichte van 2013. De andere personeelkosten zijn in 2014 met 490.000 afgenomen t.o.v. 2013 door: * minder opleidingskosten ad. € 370.000 * lagere overige personeelskosten ad. € 120.000 Personeel niet in loondienst is met € 529.000 gestegen in vergelijking met 2013. Dit heeft te maken met de uitrol van het elektronisch clienten dossier (ECD), de ingebruikname van een nieuw financieel pakket en een nieuw roosterpakket. In 2014 zijn ook diverse slagen gemaakt naar verdere automatisering. De afname van de Fte's van de verzorgingshuiszorg komt door de afname van de ZZP 1 t/m 3. De afname van de Fte's voor de verpleeghuiszorg wordt veroorzaakt, doordat er in 2013 nog niet aan de gestelde ZZP norm werd voldaan, in 2014 is hierop beter gestuurd, met name de inzet van select is verlaagd.

88


5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING LASTEN 22. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

12.710 5.545.104

12.711 5.495.406

Totaal afschrijvingen

5.557.814

5.508.117

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 2.364.332

0 2.450.195

Toelichting: De afschrijvingstermijnen van de vaste activa zijn met ingang van 2011 op de te verwachten economische gebruiksduur gebaseerd en niet meer op de afschrijvingsperiode zoals voorgeschreven in de bekostigingssystematiek. Het financieel effect voor de aanpassing van de afschrijvingstermijnen aan de economische levensduur voor het boekjaar 2014 bedraagt € 566.464 (2013 € 549.691). Voor het inzicht zijn zowel de nieuwe (zie 5.1.6) als de oude MVA-staten (zie 5.1.7) opgenomen.

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2014 €

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

5.557.814 2.364.332

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2.914.174 557.105 1.814.573 259.252 5.545.104

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

100.920.192 45.133.230 30.189.560

23. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Bijzondere waardeverminderingen van: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 0

0 2.931.918

Totaal

0

2.931.918

Toelichting: St. Groenhuysen heeft voor haar vastgoed in 2014 opnieuw onderzocht of de (huur- en eigendoms) locaties van St. Groenhuysen in staat zijn om op basis van het NHC tarief de kapitaalslasten terug te verdienen. Conclusie uit dit onderzoek is dat er geen reden is tot een neerwaartse herwaardering (impairment) van het vastgoed.

89



24. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten

8.095.289 6.666.298 3.102.649

8.255.880 5.423.559 3.062.509

Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal

2.012.458 922.075 710.862 627.152 4.272.547

2.548.817 946.849 808.447 489.252 4.793.365

Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen Overige baten en lasten

10.844.023 -102.957 -224.774

10.075.276 197.679 -1.460.138

Totaal overige bedrijfskosten

32.653.075

30.348.130

Toelichting: De stijging van de algemene kosten wordt met name veroorzaakt door een stijging van de advieskosten en projectkosten. De advieskosten zijn met name gemaakt voor brandveiligheid, vastgoed en zorganalyse. De stijging van de projectkosten, wordt vooral veroorzaakt door een toename van het aantal projecten, zoals ECD, zelfroosteren, EHRM. De daling van de onderhoudskosten wordt met name veroorzaakt, doordat er in 2014 minder onderhoud is gepleegd aan gebouwen en installaties. Tevens wordt op de locatie Leonardushof het leveren van zorg afgebouwd, waardoor er minder onderhoud noodzakelijk is op deze locatie. De stijging van de kosten huur en leasing komt door de opening van de Champetter in 2014 en de ingebruikname van de nieuwe Bloemschevaert per 1-11-2014. Hier staan lagere huurkosten tegenover van de WSG panden i.v.m. de afbouw van huur naar NHC niveau. Tevens is de huurprijs van de Eglantier verlaagd. De overige baten zijn lager dan in 2013, deze daling wordt met name veroorzaakt doordat in 2013 de boekwinst van de Vlegter ad. 1,4 mln was opgenomen.

25. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Rentebaten Subtotaal financiële baten

145.844 145.844

248.389 248.389

Rentelasten Subtotaal financiële lasten

-891.440 -891.440

-949.936 -949.936

Totaal financiële baten en lasten

-745.596

-701.547

Toelichting: De afname op de post rentebaten is veroorzaakt doordat er een lagere rentevergoeding is ontvangen op de uitgezette liquide middelen.

90



27. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

Bestuurders Toezichthouders

2014 €

2013 €

480.510 64.398

467.481 63.972

544.908

531.453

In de periodiek betaalde beloningen 2014 is een totaalbedrag van € 9.406 (2013: € 10.899) voor bestuurders en € 0 (2013: € 0) voor commissarissen opgenomen voor de af te dragen crisisheffing. Deze heffing komt volledig ten laste van Stichting Groenhuysen. Door het Ministerie van VWS is aangegeven dat voor de toelichting inzake bezoldiging bestuurders en toezichthouders met ingang van de jaarrekening 2014 volstaan kan worden met de toelichting inzake de WNT. Groenhuysen heeft ervoor gekozen gebruik te maken van deze verwijzing. Op grond van BW 2 Titel 9 bestaat nog wel een verplichting om gegevens inzake de bezoldiging bestuurders en toezichthouders (op totaalniveau) op te nemen op basis van artikel 383 lid 1 BW2. In de bovenstaande tabel zijn de vereiste gegevens uit hoofde van dit artikel opgenomen. Voor de verdere toelichting inzake de bezoldiging van individuele bestuurders en toezichthouders wordt verwezen naar toelichting 28 in deze jaarrekening. N.B. Vanwege verschillen in de bezoldigingsbegrippen volgens BW 2 Titel 9 en de WNT kan het totaal van de bezoldiging in deze toelichting niet worden aangesloten op het totaal in toelichting 28.

91


28. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Groenhuysen van toepassing zijnde regelgeving: het WNTmaximum voor de zorg, totaalscore 4-5 punten en klasse F. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor Stichting Groenhuysen is € 170.578. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van [Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen]; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum .

Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen (bedragen 1x €) 2014 H.A.W.M. Brons Functie(s) Voorzitter RvB Duur dienstverband in 2014 1/1-31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1,0 Gewezen topfunctionaris ja (Fictieve) dienstbetrekking? ja

T.J. van Kempen lid RvB 1/1-31/12 1,0 ja ja

Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging

228.382 5.942 25.104 259.428

180.509 2.087 20.639 203.235

Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding

170.578 Op H.A.W.M. Brons is het overgangsregime WNT van toepassing.

170.578 Op T.J. van Kempen is het overgangsregime WNT van toepassing

Voorzitter RvB 1/1-31/12 1,0 ja ja 101013

lid RvB 1/1-31/12 1,0 ja ja

224.288 2.100 24.573 250.961

179.149 2.100 20.199 201.448

2013 Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging

92

Stichting Groenhuysen Toezichthoudende topfunctionarissen (bedragen 1x €) 2014 Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum 2013 Functies Duur dienstverband in 2013 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging

2014 Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum 2013 Functies Duur dienstverband in 2013 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging

2014 Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum 2013 Functies Duur dienstverband in 2013 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging

Rooij M.A.M. van lid RvC 1/1-30-3

Hulsbosch, N.H.A. lid RvC 1/1-31/10

Seij, C.A.R. lid RvC 1/1-31/12

2.000 0 0 2.000 2.132

6.667 0 0 6.667 7.108

8.000 0 0 8.000 8.529

lid RvC 1/1-31-12

lid RvC 1/1-31-12

lid RvC 1/1-31-12

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Jongerius, M.A.M. voorzitter RvC 1/1-31-12

Pruijn, J.F.A. lid RvC 1/1-31-12

Bosch, F.A.J. van den lid RvC 1/1-31-12

12.000

8.000

8.000

12.000 12.793

8.000 8.529

8.000 8.529

voorzitter RvC 1/1-31-12

lid RvC 1/1-31-12

lid RvC 1/1-31-12

12.000

8.000

8.000

12.000

8.000

8.000

Teuling, R.W.M. den lid RvC 1/1-31/12

Jong-Stabel, E.J.M. lid RvC 1/6-31/12

Zwart, L.W.M. de lid RVC 1/6-31/12

8.000

4.667

4.667

8.000 8.529

4.667 4.975

4.667 4.975

lid RvC 1/1-31-12

-

-

8.000

-

-

8.000

93



29. Honoraria accountant

2014 €

2013 €

111.000 17.000 0 0

68.000 0 0 0

128.000

68.000

De honoraria van de accountant over 2014 zijn als volgt: 1 2 3 4

Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten

Totaal honoraria accountant

Toelichting: Het verschil in de accountantskosten tussen 2014 en 2013 ontstaat doordat er in 2013 te weinig kosten waren gereserveerd voor de jaarrekeningcontrole 2013. Deze extra kosten vallen nu in 2014, tevens is de reservering voor 2014 aangepast.

30. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 27.

94


5.1.11 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) Ref.

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1 2

0 52.131.911 52.131.911

0 52.102.521 52.102.521

4 5

50.593 257.853

48.790 342.469

6 7 9

1.302.713 4.987.694 21.924.303 28.523.156

1.549.708 4.898.061 20.075.861 26.914.889

80.655.067

79.017.410

31-dec-14 €

31-dec-13 €

168 38.274.670 7.589.623 45.864.461

168 33.621.142 7.397.506 41.018.816

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancieerd gebonden vermogen Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

10

Voorzieningen

11

2.563.806

2.467.823

Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

12

17.462.907

18.649.317

6 13

445.730 14.318.162

335.278 16.546.176

80.655.067

79.017.410

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden

Totaal passiva

95


5.1.12 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.

2014 €

2013 €

16 17

96.199.098 1.670.083

96.863.777 1.543.734

18 19

8.099.932 1.180.891

6.883.103 736.389

20

4.859.738

4.703.353

112.009.742

110.730.356

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

21

68.755.495

67.830.704

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

22

5.513.796

5.454.782


23

0

2.931.918

Overige bedrijfskosten

24

32.149.109

29.839.787

Som der bedrijfslasten

106.418.400

106.057.191

BEDRIJFSRESULTAAT

5.591.343

4.673.165

-745.698

-700.101

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING

4.845.645

3.973.064

RESULTAAT BOEKJAAR

4.845.645

3.973.064

2014 €

2013 €

3.111.967 342.840 -47.674 192.117 1.246.395 4.845.645

3.201.313 292.183 -11.707 -1.094.657 1.585.932 3.973.064

Financiële baten en lasten

25

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve segmenten verzorging en verpleging Bestemmingsreserve WMO Algemene reserve Bestemmingsreserve egalisatie afschrijving ISH

96


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS Voor zover posten uit de enkelvoudige balans niet afwijken van de geconsolideerde balans zijn deze hierna niet nader toegelicht en wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans. ACTIVA 1. Immateriële vaste activa 31-dec-14 €

31-dec-13 €

Kosten oprichting en uitgifte van aandelen Kosten van onderzoek en ontwikkeling Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom Kosten van goodwill die van derden is verkregen Vooruitbetalingen op immateriële activa

0 0 0 0 0

0 0 0 0 0

Totaal immateriële vaste activa

0

0

2014 €

2013 €


0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0


0

0

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa

33.867.835 8.105.379 9.036.263 1.122.434 0

35.310.914 7.859.343 7.110.490 1.821.774 0

Totaal materiële vaste activa

52.131.911

52.102.521

2014 €

2013 €


52.102.521 5.543.187 0 5.513.797 0 0 0

52.414.560 9.095.105 0 5.454.781 2.931.918 0 1.020.445


52.131.911

52.102.521

De specificatie is als volgt:

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.14. In toelichting 5.1.16 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. De belangrijkste investeringen in 2014 bestaan uit de verbouwing van de Kim ad. € 2.025.000 daarnaast zijn er bij de Bloemschevaert (€ 946.000) en Champetter (€ 1.001.000) aanpassing gedaan om het gebouw geschikt te maken voor intramurale clienten. Bij Heerma State zijn de sprinklerinstallatie en plafonds vervangen ad. € 631.000. Tevens is er voor € 1.298.000 geinvesteerd in I&A.

97


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS

4. Voorraden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Overige voorraden:

50.593

48.790

Totaal voorraden

50.593

48.790

Toelichting: Met ingang van 1 april 2012 is er geen administratieve voorraad meer. Enkel van de leenemballage vindt nog administratieve registratie plaats.

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Af: ontvangen voorschotten Totaal onderhanden werk

1.005.853 -748.000 257.853

755.596 -413.127 342.469

Af: ontvangen voorschotten €

Saldo per 31-dec-14

De specificatie per categorie DBC's / DBC-zorgproducten is als volgt weer te geven: Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

DBC - CVA DBC - Overige diagnoses Ontvangen voorschot zorgverzekeraars

Totaal (onderhanden werk)

Gerealiseerde kosten en toegerekende winst €

Af: verwerkte verliezen €

280.319 725.534 0

1.005.853

0

€

748.000

280.319 725.534 -748.000 0 0

748.000

257.853

98



6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort

1.302.713

1.549.708

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging

1.302.713

1.549.708

Schulden uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot

445.730

335.278

Totaal schulden uit hoofde van bekostiging

445.730

335.278

Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot t/m 2011 €

2012 €

2013 €

-323.836

-11.442

1.549.708

5.850 317.986 323.836

0

-328.585 81.590 -246.995

-434.288

-434.288 -322.735 399.576 -357.447

Saldo per 31 december

0

-11.442

1.302.713

-434.288

856.983

Stadium van vaststelling (per erkenning):

c

c

c

a

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar

2014 €

totaal € 1.214.430

-434.288

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1.302.713 445.730 856.983

1.549.708 335.278 1.214.430

2014 €

2013 €

96.521.834 96.956.122 0

96.938.568 95.388.859 0

-434.288

1.549.709

99


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 7. Overige vorderingen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Vorderingen op groepsmaatschappijen Vooruitbetaalde bedragen: Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa: Totaal overige vorderingen

1.046.938 1.531.398 566.996 636.411 324.985 880.966 0 4.987.694

444.469 1.599.050 578.231 584.672 488.922 1.201.014 1.703 4.898.061

Toelichting: De stijging van de overige vorderingen wordt veroorzaakt door een toename van het debiteurensaldo. Deze stijging heeft grotendeels betrekking op de vorderingen op zorgverzekeraars voor de dbc's, ongeveer € 830.000. Deze vordering debiteuren DBC is fors toegenomen ten opzichte van 2013, omdat het aantal dbc's zijn toegenomen en eind december een groot aantal dbc's zijn gefactureerd. De voorziening dubieuze debiteuren ad € 74.000 heeft betrekking op een aantal specifieke vorderingen en hebben een kortlopend (< 1 jaar) karakter. De post nog te ontvangen bedragen is afgenomen doordat er in 2013 nog een teruggaaf basispremie WAO te ontvangen was van € 307.000. Dit is in 2014 niet het geval

9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bankrekeningen Kassen

21.893.089 31.214

20.054.668 21.193

Totaal liquide middelen

21.924.303

20.075.861

Toelichting: Stichting Groenhuysen maakt gebruik van het fiatcompensabel en rentecompensabel stelsel. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. Voor € 1.633.000 zijn de liquide middelen niet vrij beschikbaar ivm afgegeven garanties. Per 1 februari 2015 vervalt hiervan van € 1.045.000 en per 1 april 2015 € 450.000.

100


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 10. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen

168 38.274.670 7.589.623

168 33.621.142 7.397.506

Totaal eigen vermogen

45.864.461

41.018.816

Kapitaal Saldo per 1-jan-2014 €




Kapitaal

168

0

0

168

Totaal kapitaal

168

0

0

168





Bestemmingsreserves: * Bestemmingsreserve WMO * Segment intramuraal - verzorging * Segment intramuraal - verpleging * Egalisatie afschrijvingen ISH

-826.995 908.281 1.574.570 10.165.211

-47.674 97.420 245.420 1.246.395

0 0 0

-874.669 1.005.701 1.819.990 11.411.606

Reserve aanvaardbare kosten: * Segment intramuraal - verzorging * Segment intramuraal - verpleging * Segment Extramuraal - thuiszorg

15.890.056 6.109.419 -199.400

1.275.801 1.783.030 53.136

0 0 0

17.165.857 7.892.449 -146.264

Totaal collectief gefinancieerd gebonden vermogen

33.621.142

4.653.528

0

38.274.670


Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Toelichting: Het collectief gefinancierd gebonden vermogen bestaat uit reserves die voortkomen uit de subsidie- en/of zorggebonden dan wel collectief gefinancierde activiteiten. De bestemmingsreserve Segmenten intramuraal - verzorging en verpleging heeft betrekking op het nog niet gebruikte deel van het wettelijk budget voor investeringen inzake inventaris en automatisering. De bestemmingsreserve WMO is gevormd om de resultaten van de wmo activiteiten afzonderlijk inzichtelijk te maken i.v.m. de gewijzigde financieringsvorm. De bestemmingsreserve Egalisatie afschrijvingen ISH is als gevolg van gewijzigde regelgeving gerubriceerd als een afzonderlijke bestemmingsreserve onder het collectief gefinancierd gebonden vermogen. De reserve aanvaardbare kosten (RAK) wordt gevormd op grond van NZA beleidsregels. Deze reserve kan alleen wijzigen door toevoegingen en onttrekkingen die ieder jaar ontstaan als gevolg van verschillen tussen exploitatiekosten van jaar en de aanvaardbare kosten van dat jaar. Een positief saldo van de RAK dient beschikbaar te worden gehouden voor door de NZA beleidsregels aangewezen zorgactiviteiten. Niet collectief gefinancieerd vrij vermogen Saldo per 1-jan-2014 €




Algemene reserves: Algemene reserve

7.397.506

192.117

0

7.589.623

Totaal niet collectief gefinancieerd vrij vermogen

7.397.506

192.117

0

7.589.623


Toelichting: Het resultaat uit overige activiteiten is ten laste van de algemene reserve gebracht en kan als volgt gespecificeerd worden: - batig resultaat stichting Groenhuysen door verhuur van woningen 202.000 - toe te kennen rente vergoeding over algemene reserve 73.000 - nadelig resultaat van diverse steunpunten -31.000 - nadelig resultaat kinderboerderij Minnebeek -53.000 Totaal € 191.000

101


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2014 en resultaat over 2014 De specificatie is als volgt :

Eigen vermogen €

Resultaat €

Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat:

45.864.461

4.845.645

Stichting Steunpunten Rucphen, te Roosendaal Stichting Dienstencentrum Ouderen, te Roosendaal Stichting Woning Plus Gemeenschap, te Kruisland Stichting Zorgzuster West-Brabant, te Roosendaal

47.993 -131.747 -120.789 -245.152

807 -99.528 -21.911 -34.102

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat

-449.695

-154.734

102


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 11. Voorzieningen Saldo per 1-jan-14 €

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

€

€

€


Voorziening groot onderhoud Voorziening jubilea- uitkeringen Voorziening langdurig zieken

1.391.226 888.867 187.730

238.307 101.013 439.052

128.904 50.583 155.331

347.571 0 0

1.153.058 939.297 471.451

Totaal voorzieningen

2.467.823

778.372

334.818

347.571

2.563.806


Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-14 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

902.610 1.446.771 214.425

Toelichting per categorie voorziening: Voorziening groot onderhoud Binnen de stichting is een onderhoudsvoorziening gevormd. Deze is gevormd voor de gelijkmatige verdeling van de lasten voor cyclisch onderhoud over de exploitatiejaren. Deze voorziening is toereikend om de geplande onderhoudsuitgaven voor de komende 10 jaar te dekken. De onderhoudsvoorziening ten behoeve van de woningexploitatie zijn bedoeld voor kosten van onderhoud conform MJOP Voor zover deze voorziening niet toereikend is komt groot onderhoud ten laste van onder het collectief gefinancierd vermogen. Voorziening jubilea-uitkeringen De voorziening voor jubilea-uitkeringen aan personeel is op individuele grondslag berekend, waarbij rekening is gehouden met het salaris, de blijfkans en de sterftekans. De voorziening wordt tijdsevenredig opgebouwd gedurende het dienstverband van de medewerkers. Deze voorziening heeft grotendeels een langlopend (> 1 jaar) karakter. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken wordt jaarlijks berekend op grond van salaris- kosten en sociale lasten welke in geval van arbeidsongeschiktheid gedurende 2 jaar (eerste jaar 100% en tweede jaar 70%) moet worden doorbetaald. Tevens is er vanaf 2014 een transitievergoeding opgenomen waar onslagen werknemers per 1 juli 2015 recht op hebben Deze vergoeding is afhankelijk van het aantal dienstjaren dat een medewerker in dienst is geweest. Deze voorziening heeft grotendeels een kortlopend (< 1 jaar) karakter.

103


12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Schulden aan banken

17.462.907

18.649.317

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

17.462.907

18.649.317

2014 €

2013 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

19.869.461 0 1.222.694

21.090.299 0 1.220.836

Stand per 31 december

18.646.767

19.869.463

1.183.860

1.220.146

17.462.907

18.649.317


Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

1.183.860 17.462.907 13.135.301

1.220.146 18.649.317 14.122.729

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: Gestelde zekerheden De Stichting heeft de volgende zekerheden aan ING afgegeven: * Hypotheek van € 25.000.000, op het pand Kalsdonksestraat 89. De grootste kredietverstrekker heeft als bijzondere bepaling opgenomen dat een omzetratio van minimaal 15% in stand moet worden gehouden. Onder budgetratio wordt in dit verband verstaan: Het aansprakelijk vermogen (eigen vermogen) uitgedrukt als percentage van het extern budget. Stichting Groenhuysen voldoet ruim aan deze bepaling. De Debt Service Cover Ratio (kengetal operationele kasstroom gerelateerd aan rente en aflossing) dient ten minste 1,2 te zijn. Stichting Groenhuysen voldoet aan alle voorwaarden zoals hierboven geschetst.

104


5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 13. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Interest Vooruitontvangen opbrengsten: Nog te betalen kosten / Overige passiva

647.369 1.183.860 2.590.667 2.069.430 935.724 2.314.195 1.804.238 115.295 883.333 1.774.051

3.824.992 1.220.146 2.920.489 1.428.361 1.010.060 2.314.639 1.444.848 124.836 1.198.016 1.059.789

14.318.162

16.546.176

Totaal overige kortlopende schulden Toelichting: Kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd < 1 jaar.

De stand van de crediteuren per 31-12-2014 is fors afgenomen t.o.v. 31-12-2013. Door de overgang naar het nieuwe financiele pakket is er eind 2014 is door de crediteurenadministratie bij de managers op aangedrongen om alle facturen in de workflow goed te keuren. Tevens is er voor gekozen om per 30-12-2014 alle op dat moment geaccordeerde facturen te betalen met een vervaldatum tot en met 31-01-2015.

105



15. Niet in de balans opgenomen regelingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:

2014 €

2013 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar

17.554.009 142.187 2.628.499 0

14.575.051 371.664 2.607.294 0

Beschikbare investeringsruimte 31 december

20.324.695

17.554.009

Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte:

0

Toelichting: Door de stichting zijn langlopende financiële verplichtingen aangegaan inzake de huur tot een jaarbedrag van 9,7 miljoen. De verplichtingen aangegaan voor een periode langer dan 10 jaar bedragen € 2 miljoen. De stichting is ultimo 2014 voor een bedrag van 0,7 miljoen aan inkoopverplichtingen aangegaan. aangegaan. De stichting is een leaseverplichtin van 0,1 miljoen per jaar aangegaan voor het gebruik van printers. Verder is er jaarlijks voor 0,1 miljoen aan leaseverplichtingen aangaande auto's van de zaak, deze contracten lopen uiterlijk medio 2017 af.

106


5.1.15 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> te verwachten economische gebruiksduur 5.1.15.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€


€


Verbouwingen €

€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz.waardevermindering

0 0 0 0

2.818.902 0 14.371 0


0

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardevermindering



Totaal

1.336.201 0 868.216 15.059

45.101.961 0 20.272.076 1.576.332

1.236.465 0 569.115 47.322

7.089.618 0 1.428.091 1.330.017

15.157.093 0 9.454.375 145.226

1.821.774 0 0 0

74.562.014 0 32.606.244 3.113.956

99.879.464 0 44.243.035 3.533.908

2.804.531

452.926

23.253.553

620.028

4.331.510

5.557.492

1.821.774

41.955.770

52.102.521

0 0 0 0

0 0 1.200 0

6.844 0 66.397 0

0 0 1.713.077 0

0 0 37.368 0

1.009.205 0 334.278 0

1.339.167 0 761.854 0

-699.340 0 0 0

1.655.876 0 2.914.174 0

5.543.187 0 5.513.797 0


0 0 0

0 0 0

89.145 0 89.145

1.063.172 0 1.063.172

76.958 0 76.958

132.622 0 132.622

1.801.258 0 1.801.258

0 0 0

3.163.155 0 3.163.155

4.867.712 0 4.867.712


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

-1.200

-59.553

-1.713.077

-37.368

674.927

577.313

-699.340

-1.258.298

29.390

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz.waardevermindering

0 0 0

2.818.902 0 15.571

1.253.900 0 845.468 15.059

44.038.789 0 20.921.981 1.576.332

1.159.507 0 529.525 47.322

7.966.201 0 1.629.747 1.330.017

14.695.002 0 8.414.971 145.226

1.122.434 0 0 0

73.054.735 0 32.357.263 3.113.956

100.554.939 0 44.889.120 3.533.908


0

2.803.331

393.373

21.540.476

582.660

5.006.437

6.134.805

1.122.434

37.583.516

52.131.911

€

Afschrijvingspercentage

107


5.1.15 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> te verwachten economische gebruiksduur 5.1.15.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings rechten


Subtotaal

Instandhouding


Subtotaal


€

€

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz.waardevermindering

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.716.810 0 3.643.110 419.952

0 0 0 0

6.716.810 0 3.643.110 419.952

6.716.810 0 3.643.110 419.952


0

0

0

2.653.748

0

2.653.748

2.653.748

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardevermindering

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0

32.734 0 557.105 0

0 0 0 0

32.734 0 557.105

32.734 0 557.105


0 0 0

0 0 0

0 0 0

682.550 0 682.550

0 0 0

682.550 0 682.550

682.550 0 682.550


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

0

0

-524.371

0

-524.371

-524.371

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve bijz.waardevermindering

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

6.066.994 0 3.517.665 419.952

0 0 0 0

6.066.994 0 3.517.665 419.952

6.066.994 0 3.517.665 419.952


0

0

0

2.129.377

0

2.129.377

2.129.377


108


5.1.15 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> te verwachten economische gebruiksduur 5.1.15.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris €

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €


9.725.051 0 4.007.382

93.222 0 72.019

2.773.112 0 1.628.154

12.591.385 0 5.707.555


5.717.669

21.203

1.144.958

6.883.830


2.384.268 0 1.048.549

30.252 0 14.312

1.298.319 0 751.712

3.712.839 0 1.814.573

242.153 0 242.153

0 0 0

125.724 0 125.724

367.877 0 367.877

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

1.335.719

15.940

546.607

1.898.266

11.867.166 0 4.813.778

123.474 0 86.331

3.945.707 0 2.254.142

15.936.347 0 7.154.251

7.053.388

37.143

1.691.565

8.782.096

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014 Afschrijvingspercentage

109


5.1.15 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> te verwachten economische gebruiksduur 5.1.15.4 niet WTZI/MGW gefinancierde activa

Grond

Gebouwen

€



147.520 0 8.843



Verbouwingen €

Installaties

€


54.419 0 5.312

2.396.549 0 652.771

0 0 0

2.646.130 0 1.359.747

591.720 0 313.196

172.917 0 -53.743

6.009.255 0 2.286.126

138.677

49.107

1.743.778

0

1.286.383

278.524

226.660

3.723.129

0 0 710

0 0 2.720

0 0 51.095

0 0 0

75.335 0 101.325

1.514 0 34.713

64.889 0 37.382

141.738 0 227.945


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

615.559 0 615.559

0 0 0

38.571 0 38.571

654.130 0 654.130


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

-710

-2.720

-51.095

0

-25.990

-33.199

27.507

-86.207


147.520 0 9.553

54.419 0 8.032

2.396.549 0 703.866

0 0 0

2.105.906 0 845.513

593.234 0 347.909

199.235 0 -54.932

5.496.863 0 1.859.941


137.967

46.387

1.692.683

0

1.260.393

245.325

254.167

3.636.922



€


110


5.1.16 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> bekostigingssystematiek 5.1.16.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€


€


Verbouwingen €

€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

0 0 0

2.818.902 0 14.371


0




Totaal

1.336.201 0 866.753

45.101.961 0 18.696.886

1.236.465 0 542.860

7.089.618 0 1.431.515

15.157.093 0 9.435.998

1.821.774 0 0

74.562.014 0 30.988.383

99.879.464 0 42.551.991

2.804.531

469.448

26.405.075

693.605

5.658.103

5.721.095

1.821.774

43.573.631

57.327.473

0 0 0 0

0 0 1.200 0

6.844 0 65.778 0

0 0 1.182.270 0

0 0 28.616 0

1.009.204 0 330.302 0

1.339.167 0 756.166 0

-699.341 0 0 0

1.655.874 0 2.364.332 0

5.543.185 0 4.947.333 0


0 0 0

0 0 0

89.145 0 89.145

1.063.172 0 1.063.172

76.958 0 76.958

132.622 0 132.622

1.801.258 0 1.801.258

0 0 0

3.163.155 0 3.163.155

4.867.712 0 4.867.712


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

-1.200

-58.934

-1.182.270

-28.616

678.902

583.001

-699.341

-708.458

595.852


0 0 0

2.818.902 0 15.571

1.253.900 0 843.386

44.038.789 0 18.815.984

1.159.507 0 494.518

7.966.200 0 1.629.195

14.695.002 0 8.390.906

1.122.433 0 0

73.054.733 0 30.189.560

100.554.937 0 42.631.612


0

2.803.331

410.514

25.222.805

664.989

6.337.005

6.304.096

1.122.433

42.865.173

57.923.325

€


111


5.1.16 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> bekostigingssystematiek 5.1.16.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings rechten


Subtotaal

Instandhouding


Subtotaal


€

€

€

€

€


0 0 0

0 0 0

0 0 0

6.716.810 0 3.587.018

0 0 0

6.716.810 0 3.587.018

6.716.810 0 3.587.018


0

0

0

3.129.792

0

3.129.792

3.129.792


0 0 0

0 0 0

0 0 0

32.734 0 540.483

0 0 0

32.734 0 540.483

32.734 0 540.483


0 0 0

0 0 0

0 0 0

682.550 0 682.550

0 0 0

682.550 0 682.550

682.550 0 682.550


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

0

0

-507.749

0

-507.749

-507.749


0 0 0

0 0 0

0 0 0

6.066.994 0 3.444.951

0 0 0

6.066.994 0 3.444.951

6.066.994 0 3.444.951


0

0

0

2.622.043

0

2.622.043

2.622.043


112


5.1.16 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> bekostigingssystematiek 5.1.16.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris €

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €


9.725.051 0 4.007.382

93.222 0 72.019

2.773.112 0 1.628.154

12.591.385 0 5.707.555


5.717.669

21.203

1.144.958

6.883.830


2.384.268 0 1.048.549

30.252 0 14.312

1.298.319 0 751.712

3.712.839 0 1.814.573

242.153 0 242.153

0 0 0

125.724 0 125.724

367.877 0 367.877

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

1.335.719

15.940

546.607

1.898.266

11.867.166 0 4.813.778

123.474 0 86.331

3.945.707 0 2.254.142

15.936.347 0 7.154.251

7.053.388

37.143

1.691.565

8.782.096

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014 Afschrijvingspercentage

113


5.1.16 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi -> bekostigingssystematiek 5.1.16.4 niet WTZI/MGW gefinancierde activa

Grond

Gebouwen

€



147.520 0 8.843



Verbouwingen €

Installaties

€


54.419 0 5.312

2.396.549 0 635.680

0 0 0

2.646.130 0 1.359.747

591.720 0 313.196

172.917 0 -53.743

6.009.255 0 2.269.035

138.677

49.107

1.760.869

0

1.286.383

278.524

226.660

3.740.220

0 0 710

0 0 2.720

0 0 51.095

0 0 0

75.335 0 101.325

1.514 0 34.713

64.889 0 37.382

141.738 0 227.945


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

615.559 0 615.559

0 0 0

38.571 0 38.571

654.130 0 654.130


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

-710

-2.720

-51.095

0

-25.990

-33.199

27.507

-86.207


147.520 0 9.553

54.419 0 8.032

2.396.549 0 686.775

0 0 0

2.105.906 0 845.513

593.234 0 347.909

199.235 0 -54.932

5.496.863 0 1.842.850


137.967

46.387

1.709.774

0

1.260.393

245.325

254.167

3.654.013



€


114


5.1.17.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG) Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Investeringen

WTZi-type

Project ECD Waterland Brandveiligheid Heerma State Zellebergen Project Wiekendael Uitbreiding Kim Diverse onderhanden projecten Aankoop Bovendonk Restyling Weihoek Verbouwing Heerma State Project Plannen en Roosteren Diverse onderhanden projecten Totaal

Goedkeuringen Nominaal Indexering bedrag WTZi WTZi € €

2014 €

t/m 2014 ondergereed handen € €

127.933 456.690 243.878 66.237 126.512 771.197 29.327 0 0 0 0 0

250.717 481.174 0 0 385.699 968.000 0 25.000 50.966 373.715 125.916 34.626

378.650 937.864 243.878 66.237 0 1.739.197 29.327 0 0 0 0 0

0 0 0 0 512.211 0 0 25.000 50.966 373.715 125.916 34.626

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1.821.774

2.695.813

3.395.153

1.122.434

0

0

0

t/m 2013 €

Aangepaste goedkeuring €

Jaar van oplevering

2014 2014 2014 2014 2015 2014 2014 2015 2015 2015 2015 2015

5.1.17.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG) Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Project ECD Waterland Brandveiligheid Heerma State Zellebergen Uitbreiding Kim Diverse onderhanden projecten

Totaal

Investeringen WTZi-type

Activapost

WTZi €

WMG €

Overige €

Totaal €

Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €

0 334.035 243.878 0 1.315.682 0 0

378.650 603.829 0 66.237 423.515 29.327 0

0 0 0 0 0 0 0

378.650 937.864 243.878 66.237 1.739.197 29.327 0

0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0

1.893.595

1.501.558

0

3.395.153

0

0

115


BIJLAGE 5.1.18 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 (enkelvoudig)

Leninggever

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

Soort lening

€ ING 68.33.94.622 1-dec-93 ING 68.33.43.459 11-jan-93 ING 67.27.89.285 3-okt-97 ING 66.77.08.987 28-jan-97 ING 65.27.80.571 3-okt-97 ING 67.50.00.025 27-mei-98 ING 67.50.00.033 27-mei-98 ING 67.85.39.588 4-okt-05 ING 66.04.01.053 1-jan-08 ING 67.50.20.433 11-jan-93 ING 67.51.42.806 11-jan-93 ING 66.28.13.642 1-nov-99 ING 67.51.77.219 11-jan-93 BNG 4087748 (Covellijndijk) 2-mrt-98 Totaal

4.673.936 4.537.802 1.815.121 1.361.341 2.722.681 3.176.462 2.178.145 8.000.000 2.500.000 1.898.844 384.346 1.429.408 236.251 664.062

Werke- Restschuld Nieuwe lijke- 31 december leningen in rente 2013 2014 %

40 40 30 30 30 40 40 30 10 40 20 28 40 16

Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Krediet Onderhands Onderhands Krediet Krediet Krediet Krediet Onderhands

5,25% 5,00% 4,82% 4,09% 4,82% 5,42% 5,42% 3,60% 4,80% 5,00% 4,96% 4,82% 5,00% 6,06%

€ 2.336.972 2.155.462 847.039 635.292 1.270.586 1.965.431 1.347.723 5.866.662 1.062.500 1.457.140 0 701.944 181.193 41.517 19.869.461

€ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Restschuld Aflossing Restschuld 31 december in 2014 over 5 jaar 2014 € 116.848 113.446 60.505 45.378 90.756 79.412 54.454 266.667 250.000 46.816 0 51.050 5.845 41.517 1.222.694

€ 2.220.124 2.042.016 786.534 589.914 1.179.830 1.886.019 1.293.269 5.599.995 812.500 1.410.324 0 650.894 175.348 0 18.646.767

Resterende looptijd in jaren eind 2014

Aflossingswijze

€ 1.635.884 1.474.786 484.009 363.024 726.050 1.488.959 1.020.999 4.266.660 0 1.137.944 0 395.644 141.342 0 13.135.301

Aflos-sing 2015 €

20 19 14 14 14 25 25 22 4 14 0 14 20 0

Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Annuïteit Lineair Lineair Annuïteit Lineair

116.848 113.446 60.505 45.378 90.756 79.412 54.454 266.667 250.000 49.201 0 51.050 6.143 0 1.183.860

116


5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING Voor zover posten uit de enkelvoudige resultatenrekening niet afwijken van de geconsolideerde resultatenrekening zijn deze hierna niet nader toegelicht en wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening. BATEN 16. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) Budgetaanpassingen voorgaande jaren Beschikbaarheidsbijdragen

0 96.521.833 -322.735

0 96.863.777 0

Totaal

96.199.098

96.863.777

17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengst kraamzorg Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

405.173 1.264.910

399.207 1.131.600

Totaal

1.670.083

1.543.734

12.927

Toelichting: De stijging van de niet-gebudgetteerde zorgprestaties komt door hogere opbrengsten eerstelijnsactiviteiten en MSVT. Hier staat een lichte daling tegenover van de opbrensten particuliere inzet en geen inkomsten meer van de persoonsgebonden en persoonsvolgende budgetten.

18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Correctie voorgaande jaren

8.021.575 250.257 -171.900

6.127.507 755.596 0

Totaal

8.099.932

6.883.103

117


5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING

19. Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) De specificatie is als volgt:

Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies Totaal

2014 €

2013 €

768.384

479.657

240.343

206.732

172.164

50.000

1.180.891

736.389

Toelichting: De post rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS bestaat uit stagefonds en praktijkleren. Ten opzichte van vorig jaar is praktijkleren een nieuwe subsidie. Deze subsidie is ter vervanging gekomen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) voor het onderwijsdeel, dit werd voorheen ten gunste van de salarissen geboekt. De post subsidies vanwege Provincies en gemeenten betreft gemeentelijke subsidies. De stijging op de overige subsidies wordt veroorzaakt door een aantal subsidies welke in 2013 waren toegekend, 2014 in het resultaat zijn verwerkt.

20. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstroom UMC's voor onderzoek): Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

2.893.400

2.929.476

1.966.338

1.773.877

Totaal

4.859.738

4.703.353

Toelichting: De post Overige dienstverlening bestaat uit externe maaltijdverstrekking en verhuur van onroerend goed. De post overige opbrengsten bestaat met name uit de opbrengsten van de restauranten, winkels, bonussen/kortingen en overige particuliere producten. De overige opbrengsten in 2014 zijn toegenomen ten opzichte van 2013, dit wordt met name veroorzaakt door de start van het project Zorgeloos Wonen waarbij cliënten huur en woonzorgdiensten afnemen.

118


LASTEN 21. Personeelskosten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Subtotaal Personeel niet in loondienst

51.423.718 7.958.386 4.304.527 2.518.465 66.205.096 2.550.399

51.220.744 7.166.009 4.359.686 3.014.213 65.760.652 2.070.052

Totaal personeelskosten

68.755.495

67.830.704

509 532 133 68 145

535 584 124 72 151

1.387

1.466

€ 45.902

€ 42.801

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Intramuraal- verzorgingshuis Intramuraal- verpleeghuis Extramuraal- thuiszorg, dagbehandeling en dagverzorging en VEAT Behandelaars Overige activiteiten Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

Toelichting: Gemiddelde loonsom (lonen en salarissen, sociale lasten, pensioenpremies ) In 2014 waren er geen werknemers werkzaam buiten Nederland.

De stijging van de loonsom 2014 ten opzichte van 2013 is aanzienlijk, omdat er een aantal opvallende zaken zijn die van invloed zijn op de loonsom. De belangrijkste oorzaken zijn: * Betaalde ontbindingsvergoedingen € 353.000 * Stijging reservering verlofdagen met € 364.000 * Stijging voorziening langdurig zieken € 284.000 De sociale lasten stijgen met € 792.000 onder ander doordat de afdrachtsvermindering onderwijs in 2014 niet meer van toepassing is. In plaats hiervan is de subsidie praktijkleren gekomen. In 2013 was dit een bate van € 340.000 op de sociale lasten. Daarnaast is er een stijging van de WGA premie van 0,8% en een nieuwe gedifferentieerde premie WHK, in totaal betekent dit een kostenstijging van € 525.000 t.o.v. 2013. Hier staat nog wel een premiedaling ZVW van 0,25% tegenover ad. € 120.000. Bovenstaande bijzonderheden niet meegenomen in de berekening van de gemiddelde loonsom, bedraagt de stijging 2,5% ten opzichte van 2013. De andere personeelkosten zijn in 2014 met 491.000 afgenomen t.o.v. 2013 door: * minder opleidingskosten ad. € 370.000 * lagere overige personeelskosten ad. € 120.000 Personeel niet in loondienst is met € 440.000 gestegen in vergelijking met 2013. Dit heeft te maken met de uitrol van het electrisch clienten dossier , de ingebruikname van een nieuw financieel pakket en een nieuw roosterpakket. In 2014 zijn ook diverse slagen gemaakt naar verdere automatisering. 'De afname van de Fte's van de verzorgingshuiszorg komt door de afname van de ZZP 1 t/m 3. De afname van de Fte's voor de verpleeghuiszorg wordt veroorzaakt, doordat er in 2013 nog niet aan de gestelde ZZP norm werd voldaan, in 2014 is hierop beter gestuurd, met name de inzet van select is verlaagd.

119


5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING LASTEN 22. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 5.513.796

0 5.454.782

Totaal afschrijvingen

5.513.796

5.454.782

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa

0 2.364.332 0

0 2.450.195 0

Toelichting: De afschrijvingstermijnen van de vaste activa zijn met ingang van 2011 op de te verwachten economische gebruiksduur gebaseerd en niet meer op de afschrijvingsperiode zoals voorgeschreven in de bekostigingssystematiek. Het financieel effect voor de aanpassing van de afschrijvingstermijnen aan de economische levensduur voor het boekjaar 2014 bedraagt € 566.464 (2013 € 549.691) Voor het inzicht zijn zowel de nieuwe (zie 5.1.14) als de oude MVA-staten (zie 5.1.15) opgenomen. Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2014 €

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

5.513.796 2.364.332

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2.914.174 557.105 1.814.573 227.945 5.513.797

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

100.554.939 44.889.120 30.189.560

23. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Bijzondere waardeverminderingen van: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 0

0 2.931.918

Totaal

0

2.931.918

Toelichting: St. Groenhuysen heeft voor haar vastgoed in 2014 opnieuw onderzocht of de (huur- en eigendoms) locaties van St. Groenhuysen in staat zijn om op basis van het NHC tarief de kapitaalslasten terug te verdienen. Conclusie uit dit onderzoek is dat er geen reden is tot een neerwaartse herwaardering (impairment) van het vastgoed.

120


5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING

24. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten

7.912.640 6.586.968 3.095.567

8.085.932 5.348.762 3.056.047

Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal

2.001.029 900.627 695.820 606.225 4.203.701

2.537.637 929.591 788.809 466.542 4.722.579

Huur en leasing Overige baten en lasten Dotaties en vrijval voorzieningen

10.657.543 -204.354 -102.957

9.944.928 -1.516.140 197.679

Totaal overige bedrijfskosten

32.149.109

29.839.787

Toelichting: De stijging van de algemene kosten wordt met name veroorzaakt door een stijging van de advieskosten en projectkosten. De advieskosten zijn met name gemaakt voor brandveiligheid, vastgoed en zorganalyse. De stijging van de projectkosten, wordt met name veroorzaakt door diverse projecten die gericht zijn op het verbeteren van automatisering, waardoor de inkoopprocessen, personeels- en andere financiële processen efficiënter zijn gaan verlopen. De daling van de onderhoudskosten wordt met name veroorzaakt doordat er in 2014 minder onderhoud is gepleegd aan gebouwen en installaties. Tevens wordt op de locatie Leonardushof het leveren van zorg afgebouwd, waardoor er minder onderhoud noodzakelijk is op deze locatie. De stijging van de kosten huur en leasing komt door de opening van de Champetter in 2014 en de ingebruikname van de nieuwe Bloemschevaert per 1-11-2014. Hier staan lagere huurkosten tegenover van de WSG panden ivm de afbouw van huur naar NHC niveau. Tevens is de huurprijs van de Eglantier verlaagd. De overige baten zijn lager dan in 2013, deze daling wordt met name veroorzaakt doordat in 2013 de boekwinst van de Vlegter ad. 1,4 mln was opgenomen.

25. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Rentebaten Subtotaal financiële baten

145.742 145.742

248.270 248.270

Rentelasten Subtotaal financiële lasten

-891.440 -891.440

-948.371 -948.371

Totaal financiële baten en lasten

-745.698

-700.101

Toelichting: De afname op de post rentebaten is veroorzaakt doordat er een lagere rentevergoeding is ontvangen op de uitgezette liquide middelen.

121


5.2 OVERIGE GEGEVENS

122


5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting Groenhuysen heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 4 mei 2015. De raad van toezicht van de Stichting Groenhuysen heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de vergadering van 20 mei 2015. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is geen regeling opgenomen omtrent de bestemming van batige en nadelige resultaten.

5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen te vermelden gebeurtenissen na balansdatum.

5.2.5 Nevenvestigingen Stichting Groenhuysen heeft geen nevenvestigingen. Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

W.G. H.A.W.M. Brons Voorzitter Raad van Bestuur

4-5-2015

W.G. T.J. van Kempen Lid Raad van Bestuur

4-5-2015

W.G. J.A.C. Jongerius Voorzitter Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. C.A.R. Seij Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. F.A.J. van den Bosch Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. J.F.A. Pruijn Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. R.W.M.den Teuling Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. E.J.M. de Jong Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

W.G. L.W.M. de Zwart Lid Raad van Commissarissen

20-5-2015

5.2.6 Controleverklaring De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.

123

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

124

Jaarverslag 2014 Stichting Groenhuysen

Recommend Documents