Stichting ZorgGoedBrabant Jaarverslag 2014
Stichting ZorgGoedBrabant Postbus 151 5340 AD Oss Telefoon: Website:
(0412) 66 49 11 www.zorggoedbrabant.nl
Mei 2015 RVC/ZGB/15/014
Voorwoord BrabantWonen en BrabantZorg werken intensief samen aan een aantal maatschappelijke opgaven. Deze samenwerking is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2, twee stichtingen waarin het vastgoed van BrabantZorg is ondergebracht. ZorgGoedBrabant is een woningcorporatie (toegelaten instelling) en eigenaar van 14 woonzorgcentra en circa 800 service- en zorgwoningen in de regio Oss. Daarnaast bezit ZorgGoedBrabant nog 2 voormalige locaties die momenteel niet in gebruik zijn. De samenwerking is uniek vanwege de krachtige en aansprekende visie en de wijze waarop wij het duurzaam juridisch en bedrijfsmatig hebben afgehecht. Wij maken gebruik van elkaars expertise en kwaliteiten. Wij zijn gericht op het creëren van toegevoegde waarde richting onze gezamenlijke klanten. De context van de samenwerking is de afgelopen tijd wel fors veranderd, zowel door aangepaste wet- en regelgeving in de volkshuisvesting als in de zorg. In 2014 hebben we daarom onze samenwerkingsconstructie geëvalueerd. De huidige constructie is vrij complex. We willen vereenvoudigen en de structuur toekomstbestendig maken, mede in het licht van de nieuwe context en de daarmee samenhangende governance, financiële en fiscale vraagstukken. De afgelopen periode hebben we binnen de samenwerkingsstructuur van ZorgGoedBrabant (2) namelijk te maken gekregen met een sterke verhoging van de (fiscale) kosten, een steeds moeizamere verkrijging van financiering voor investeringen en een steeds complexer en beperkender wordende weten regelgeving. Onze evaluatie heeft geleid tot een scenarioverkenning, variërend van doorgaan in de huidige vorm tot het opgaan van de vastgoedstichtingen in de moederorganisaties. Begin 2015 hebben we het principebesluit genomen om de beide vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) te laten fuseren met BrabantWonen. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vindt in de loop van 2015 plaats. Met dit jaarverslag willen wij transparant inzicht bieden in de werkzaamheden van het afgelopen jaar. Wij hebben samen al veel bereikt, maar wij zijn nog lang niet klaar. We hebben vertrouwen dat we ook in de toekomst duurzaam blijven samenwerken aan onze gezamenlijke visie: zo lang mogelijk, zo gezond mogelijk en zo plezierig mogelijk thuis blijven wonen.
Oss, mei 2015 ir. H.M.H. Windmüller drs. F.H. van de Werfhorst drs. A.C.M. van Osch mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong
0 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................ 0 Hoofdstuk 1: Besturing .......................................................................................... 2 1.1 Governance .............................................................................................. 3 1.2 Verslag Raad van Bestuur .......................................................................... 5 1.3 Verslag van de Raad van Commissarissen .................................................... 7 1.4 Verklaringen ........................................................................................... 13 1.5 Verslag Klachtencommissie ....................................................................... 14 Hoofdstuk 2: Volkshuisvestingsverslag ................................................................... 2.1 Inleiding ................................................................................................ 2.2 Typering woningvoorraad ......................................................................... 2.3 Woningmarkt .......................................................................................... 2.4 Betaalbare woningen ............................................................................... 2.5 Kwalitatief goede woningen ...................................................................... 2.6 Voldoende passende woningen .................................................................. 2.7 Tevreden klanten ....................................................................................
16 17 17 19 21 22 26 27
Hoofdstuk 3: Financieel Verslag ............................................................................. 3.1 Financieel beleid en sturing ...................................................................... 3.2 Financiële continuïteit gewaarborgd ........................................................... 3.3 Treasury ................................................................................................ 3.4 Risicomanagement ..................................................................................
29 30 30 32 33
Hoofdstuk 4: Jaarrekening .................................................................................... 4.1 Balans per 31 december 2014................................................................... 4.2 Winst- en Verliesrekening 2014 ................................................................. 4.3 Kasstroomoverzicht 2014 ......................................................................... 4.4 Algemene toelichting ...............................................................................
36 37 39 40 41
Hoofdstuk 5: Grondslagen voor waardering activa en passiva ................................... 43 Hoofdstuk 6: Toelichting op de balans .................................................................... 60 Hoofdstuk 7: Toelichting op de winst- en verliesrekening .......................................... 75 Hoofdstuk 8: Overige informatie ............................................................................ 85 Hoofdstuk 9: Overige gegevens ............................................................................. 89 Hoofdstuk 10: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant .......................... 93 Bijlage 1: Belanghouders ZorgGoedBrabant ............................................................ 95 Bijlage 2: Verhuurgegevens servicewoningen .......................................................... 97 Bijlage 3: Gegevens ZorgGoedBrabant ................................................................... 99
1 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
Hoofdstuk 1: Besturing
2 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
1.1 Governance ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 BrabantZorg is een dienstverlener op het gebied van ouderenzorg in de regio’s OssUden-Veghel, ’s-Hertogenbosch en de Bommelerwaard. Eind 2006 is een samenwerkingsverband ontstaan met woningcorporatie BrabantWonen, die woningen in Oss en ’s-Hertogenbosch verhuurt. Deze strategische samenwerking heeft als doel het verouderd intramuraal vastgoed te herstructureren, een gevarieerd aanbod in woon-zorg-woningen te creëren, de bestaande dienstverlening op het brede terrein van het wonen te verbeteren en nieuwe producten en diensten op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn te ontwikkelen. In de stichtingen ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 is het zorgvastgoed van BrabantZorg ondergebracht. ZorgGoedBrabant is ontstaan in december 2006 en bestaat uit 14 zorglocaties (+ 2 locaties die niet in gebruik zijn) en circa 800 service- en zorgwoningen. ZorgGoedBrabant is een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet en is in juridische zin een zelfstandige, nevengeschikte entiteit. Door de nauwe verbanden tussen BrabantZorg en BrabantWonen hebben we deze stichtingen zoveel als mogelijk ingericht als ‘een gezamenlijke dochter’. Daarnaast bestaat sinds medio 2008 de entiteit ZorgGoedBrabant 2. In deze ‘dochter’ is het vastgoed van de voormalige zorgstichting Welstaete en de zorgstichting Nieuwebrug ondergebracht. ZorgGoedBrabant 2 is geen toegelaten instelling in de zin van de Woningwet. Gedeelde visie en governance BrabantWonen en BrabantZorg vinden elkaar in een gezamenlijke visie: ‘Over elkaars grenzen’. Deze visie leidt tot een gezamenlijke, integrale en wijkgerichte aanpak. BrabantWonen en BrabantZorg slaan nadrukkelijk de handen ineen vanuit een gedeelde missie: mensen helpen om zo lang, zo plezierig en zo thuis mogelijk te laten wonen en leven, in een veilige leefomgeving. Als dat niet meer gaat, streven we minimaal naar behoud van eigen regie. Om dat te bereiken bieden we producten en diensten aan op het terrein van wonen-zorg-welzijn, die aansluiten bij de vraag van de klant. Onze samenwerking is uniek, maar niet exclusief. BrabantWonen werkt ook samen met andere zorginstellingen en BrabantZorg met andere corporaties. Een nadere uitwerking van de visie staat in de notitie ‘Met zorg bouwen aan samenwerking’. Hierin zijn de programma’s, motieven, doelen en verantwoordelijkheden nogmaals bekrachtigd. Ook gaan we in op de governance. Belangrijk uitgangspunt is dat elke sector haar eigen disciplinerende werking van het eigen verdienmodel moet blijven houden. Dat de bedrijfsmatige prikkels blijven waar ze thuishoren. Vertrekpunt is: ‘Alles wat in ZorgGoedBrabant gebeurt, dient bij te dragen aan de missie en doelen van de afzonderlijke moederorganisaties’. Aan de hand van een matrix hebben we de volgorde van besluitvorming weergegeven en daarmee ook de verantwoordelijkheden van de afzonderlijke entiteiten inzichtelijk gemaakt.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
3
Portfoliostrategie en Financieel Meerjaren Plan Het beleid en de visie op specifiek zorgvastgoed starten met een visie op zorg die vervolgens de basis vormen van de portfoliostrategie. De portfoliostrategie schetst voor het zorgvastgoed een beeld tot 2025. Daarin zijn zowel de kwantitatieve als kwalitatieve elementen van de vastgoedstrategie bekeken. We hebben voor ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 één portfoliostrategie gemaakt. De (financiële) consequenties zijn vervolgens wel voor deze twee entiteiten afzonderlijk inzichtelijk in de Financieel Meerjaren Plannen. Hierdoor is er inzicht in enerzijds de (resterende) investeringsruimte en anderzijds een strategie voor de langere termijn voor de (zorg)vastgoedportefeuille. Jaarlijks herijken we de portfoliostrategie en het Financieel Meerjaren Plan. Governancestructuur Belangrijkste doel van ZorgGoedBrabant is om ‘Mensen zo lang, zo thuis, zo gezond en zo plezierig mogelijk te laten wonen en leven’. ZorgGoedBrabant levert hiertoe, samen met BrabantWonen, de huisvesting met aanvullende diensten. BrabantZorg levert de zorg- en welzijnsarrangementen. ZorgGoedBrabant heeft als entiteit het doel om de formele organisatie en de onderlinge verhoudingen tussen partijen correct in te richten. ZorgGoedBrabant heeft geen eigen personeel. Het is geen merknaam die we naar klanten toe gebruiken. De taken zijn zo verdeeld dat BrabantWonen naar buiten toe alle vastgoedgeoriënteerde uitvoerende werkzaamheden verricht. BrabantZorg huurt de intramurale locaties van ZorgGoedBrabant en verleent zorg. “Moederorganisaties” BrabantZorg en BrabantWonen hebben bij beide stichtingen de inbreng en de zeggenschap gelijkelijk verdeeld. De hoofdlijnen van de governancestructuur bij ZorgGoedBrabant: • De algemeen directeur van BrabantWonen en de leden van de Raad van Bestuur van BrabantZorg vormen gezamenlijk het bestuur van ZorgGoedBrabant; • Het bestuur van ZorgGoedBrabant is in stemverhouding paritair samengesteld uit het bestuur van BrabantWonen en BrabantZorg; • De Raad van Commissarissen is op basis van de statuten samengesteld uit twee leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Commissarissen van BrabantWonen, twee leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg en twee leden op voordracht van de huurdersorganisaties; • De Raad van Commissarissen ziet toe op de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijk presteren, de governancestructuur, een aantal gedragsaspecten (zoals integriteit) en het functioneren van het bestuur; • De uitvoerende werkzaamheden van ZorgGoedBrabant worden verricht door werknemers van voornamelijk BrabantWonen; • De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur vinden ‘goed ondernemingsbestuur’ (good corporate governance) van groot belang. ZorgGoedBrabant heeft bij haar oprichting de AedesCode ondertekend en staat achter de daarin verwoorde ambities, positionering en rolopvatting van corporaties. In het verlengde van de AedesCode past ZorgGoedBrabant ook de Governancecode Woningcorporaties toe; • Het toetsingskader van ZorgGoedBrabant bestaat uit onder andere een reglement voor de Raad van Commissarissen, een statuut investeringen en verbindingen, een financieel statuut, een integriteitbeleid met klokkenluiderregeling, een klachtenreglement, inkoop- en aanbestedingsbeleid, een portfoliostrategie en Financieel Meerjaren Plan, een activiteitenbegroting en kwartaalrapportages; • ZorgGoedBrabant heeft met diverse partners overeenkomsten gesloten, zoals een samenwerkingsovereenkomst, een dienstverleningsovereenkomst, een raamovereenkomst intramuraal vastgoed en individuele huurovereenkomsten intramuraal vastgoed;
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
4
• • •
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voert extern toezicht uit. De minister richt zich op het volkshuisvestelijk toezicht en laat zich bij de beoordeling van de financiële positie adviseren door het Centraal Fonds voor Volkshuisvesting; Binnen ZorgGoedBrabant kennen wij een systeem van risicobeheersing; de belangrijkste risico’s verantwoorden we in de risicoparagraaf die in alle rapportages binnen de Planning & Control-cyclus terugkomen; ZorgGoedBrabant geeft geen financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen.
Een uitgebreidere beschrijving van de governancestructuur en de bijbehorende documenten staat op onze website www.zorggoedbrabant.nl. De Raad van Bestuur In statuten, reglementen en overeenkomsten staat hoe de bestuursorganen zijn ingericht. De algemeen directeur van BrabantWonen en de leden Raad van Bestuur van BrabantZorg vormen gezamenlijk de Raad van Bestuur (hierna ‘het bestuur’) van ZorgGoedBrabant. In het jaar 2014 waren dit: • de heer ir. H.M.H. Windmüller (1959), algemeen directeur van BrabantWonen; • de heer drs. F.H. van de Werfhorst (1953), voorzitter Raad van Bestuur BrabantZorg; • de heer drs. A.C.M. van Osch (1955), lid Raad van Bestuur BrabantZorg; • mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong (1956), lid Raad van Bestuur BrabantZorg. De nevenfuncties van bestuur, die relevant zijn voor de uitoefening van hun bestuurstaak, hebben we opgenomen in de jaarverslagen van BrabantWonen en BrabantZorg. Samenwerken met belanghouders Zowel BrabantWonen als BrabantZorg heeft belanghouders. Deze (formele) belanghouders zijn ook belanghouders van ZorgGoedBrabant. De contacten met belanghouders en hun beïnvloeding lopen via BrabantWonen en BrabantZorg. Voor een overzicht van de formele belanghouders verwijzen wij naar bijlage 1. 1.2 Verslag Raad van Bestuur Het financieel jaarresultaat 2014, hieronder weergegeven, is € 1,0 miljoen positief. Ten opzichte van de begroting 2014 (€ 0,6 miljoen negatief) is dit een positief verschil van ca. € 1,6 miljoen. De belangrijkste verschillen worden hierna toegelicht. (x € 1.000)
Jaarrekening 2014
Begroting 2014
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Saldo financiële baten en lasten
14.107 7.627-
13.847 9.227-
854 4.601-
4.869-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
2.733
249-
1.698-
329-
1.035
578-
Belastingen Resultaat na belastingen
Het gunstigere resultaat wordt in sterke mate bepaald door de lagere bedrijfslasten (€ 1,6 miljoen) dan eerder geraamd. De lagere bedrijfslasten in de jaarrekening ten opzichte van de begroting hangen grotendeels samen met waarde-mutaties van het vastgoed die per saldo (ca. € 2 mln.) gunstiger zijn uitgevallen. Daarnaast waren de werkelijke onderhoudslasten ca. € 0,4 miljoen lager dan in de begroting geraamd.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
5
Door renteherzieningen in 2014 gecombineerd met de lage rentestand in 2014 is het saldo financiële baten en lasten € 0,27 miljoen lager dan in de begroting geraamd. Tot slot, in de begroting werd nog rekening gehouden met een belastingplicht van ca. € 0,3 miljoen. In de jaarrekening wordt daarentegen uitgegaan van een vennootschapsbelastingplicht van € 1,7 miljoen. Het verschil wordt in hoofdzaak verklaard doordat voor de belastingplicht integraal uitgegaan moet worden van de volledige financial lease opbrengst, in de begroting is de aflossingscomponent van de financial lease niet als opbrengst in aanmerking genomen. In paragraaf 7.16 wordt de geraamde vennootschapsbelastingplicht nader toegelicht. Om de financiële continuïteit van ZorgGoedBrabant te waarborgen, hanteren we genormeerde kengetallen. Op grond van deze prestatie-indicatoren heeft ZorgGoedBrabant voldaan aan de voor 2014 geldende normen. In de Treasury-paragraaf 3.2 lichten we dit verder toe. Ons financieringsbeleid is vastgelegd in het Financieel Statuut ZorgGoedBrabant. Toekomstbestendig samenwerken De bijzondere samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2; twee stichtingen waarin het vastgoed van BrabantZorg is ondergebracht. Het politieke en economische klimaat is de laatste paar jaar aan enorme veranderingen onderhevig. We hebben geconstateerd dat de huidige structuur van ZorgGoedBrabant (2) niet kan standhouden. Want de afgelopen jaren hebben de twee vastgoedstichtingen te maken gekregen met: sterke verhoging van de fiscale kosten moeizaam verkrijgen van financiering voor investeringen ten behoeve van vastgoed steeds complexer en beperkender worden van wet- en regelgeving (fiscale wetgeving en de nieuwe Woningwet). Daarom hebben we in 2014 besloten om alternatieve, toekomstbestendige samenwerkingsstructuren te onderzoeken. Tijdens deze grondige analyse hebben wij samen met externe adviseurs meerdere scenario’s tegen het licht gehouden. Begin 2015 hebben de verschillende besturen en toezichthouders het principebesluit genomen om de twee vastgoedstichtingen te laten fuseren met BrabantWonen. We streven ernaar dit proces in 2015 af te ronden. Om de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg duurzaam te borgen vernieuwen we onze samenwerkingsovereenkomst. Voor klanten van BrabantWonen en de cliënten van BrabantZorg verandert er niets. We blijven zoals nu het geval is samenwerken op andere terreinen en ook met andere partijen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
6
1.3 Verslag van de Raad van Commissarissen Elk jaar leggen wij als Raad van Commissarissen (RvC) verantwoording af hoe we intern toezicht houden bij ZorgGoedBrabant. Intern toezicht De RvC is het intern toezichthoudend orgaan bij ZorgGoedBrabant. Als RvC houden wij toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen ZorgGoedBrabant. Het beleid van het bestuur toetsen wij aan wet- en regelgeving, zoals het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) en de Governance- en de Aedescode voor woningcorporaties. Verder toetsen wij de inzet en het gevoerde beleid van het bestuur aan meer specifieke beleids- en financiële kaders. Deze zijn door het bestuur vastgesteld en door ons goedgekeurd. De kaders zijn onder meer: • de statuten en reglementen; • de portfoliostrategie; • het statuut investeringen en verbindingen en het financieel statuut; • de (meerjaren)begroting en activiteitenplanning van ZorgGoedBrabant. In onze rol als toezichthouder: • kijken we naar de omvang van het vermogen (de financiële continuïteit); • toetsen we de rechtmatigheid van de uitgaven (de legitimiteit) en het functioneren van het bestuur (integriteit); • treden we op als klankbord en adviseur voor het bestuur; • kijken we of de inzet van ZorgGoedBrabant maatschappelijk verantwoord is. Wij baseren ons oordeel op informatie uit de kwartaalrapportages en informatie afkomstig van het bestuur en de werkorganisatie. Ook informatie van externe belanghebbenden betrekken wij in onze oordeelsvorming, zoals informatie vanuit: • het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties; • het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV); • het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW); • gemeenten, huurders en andere belanghouders; • de media. Als basis voor het eigen functioneren en de relatie met het bestuur maken wij gebruik van een reglement. Dit is een aanvulling op de statuten van de stichting en de Governancecode. In 2014 hebben we ons reglement daterend uit 2007 tegen het licht gehouden en aangepast. Materieel zijn er nauwelijks wijzigingsvoorstellen aangebracht. Het ging vooral om presentatie, ordening en in sommige gevallen opschrijven hoe we de dingen in praktijk doen. Het reglement hebben wij op onze website gepubliceerd. Samenstelling Raad van Commissarissen De RvC bestaat uit zes leden. Elk lid is voor een periode van vier jaar benoemd en kan maximaal twee perioden zitting hebben in de RvC. De RvC is samengesteld uit twee leden uit de RvC van BrabantWonen, twee leden die afkomstig zijn vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg en twee leden op voordracht van de huurdersorganisaties. Deze samenstelling is bepaald in de statuten van de stichting. De samenstelling van de RvC van ZorgGoedBrabant is gelijk aan die van ZorgGoedBrabant 2.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
7
De samenstelling van de RvC zag er in 2014 als volgt uit: Naam (leeftijd op 31-12-2014)
Functie in RvC
(Neven)functies
Lid RvC vanaf
Voordracht*
Dhr. ir. D.J. Noy (56 jaar)
Voorzitter
-
Directeur adviesbureau Atriensis BV Lid Raad van Toezicht BrabantZorg Voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 Bestuurslid coöperatieve vereniging Energie Uden
2007
RvT BZ
Dhr. W.T.G. Bens MBA (54 jaar)
Vice-voorzitter (tot mei 2014)
-
Directievoorzitter Rabobank Tilburg e.o. Voorzitter Raad van Commissarissen BrabantWonen (tot mei 2014) Vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (tot mei 2014)
2006
RvC BW
Zelfstandig adviseur en procesmanager Dubbel-R advisering Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen (tot november 2014) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (tot november 2014) Voorzitter Raad van Toezicht Jeugdtheater Artemis (tot december 2014) Lid Raad van Toezicht Bibliotheek De Meierij
2006
Huurdersorganisatie BW
Parttime hoogleraar ondernemingsstrategie Universiteit van Amsterdam Chief Executive Officer Acatris Voorzitter Raad van Toezicht BrabantZorg (tot januari 2015) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (tot januari 2015) Voorzitter Raad van Commissarissen Bakker Beheermaatschappij Voorzitter Raad van Commissarissen Lamboo Medical Voorzitter Raad van Commissarissen Wireless Value
2006
RvT BZ
-
Directeur Li.Re Holding BV Directeur Rehoma BV Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2
2008
RvC BW
-
Directeur Zorg & Wonen Stichting Philadelphia Zorg Lid Raad van Toezicht BrabantZorg Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2
2014
Huurdersorganisatie BZ
Dhr. drs.ing. R.W.M. Rottier (61 jaar)
Lid (tot november 2014)
-
Dhr. prof.dr. E. Piëst (54 jaar)
Lid (tot januari 2015)
-
Dhr. ing. J.C.J. Reijers (64 jaar)
Lid
Mevr. drs. A.E. Spreen (56 jaar)
Lid
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
-
8
Naam (leeftijd op 31-12-2014)
Functie in RvC
Dhr. R.P. Prins (64 jaar)
Vicevoorzitter (per mei 2014)
(Neven)functies -
Dhr. drs. J.W.A. Verbaal MBA (55 jaar)
Lid (per november 2014)
-
Mevr. drs. C.J.W.M. Aquarius (63 jaar)
Lid (per januari 2015)
-
Lid RvC vanaf
Voordracht*
Voormalig directievoorzitter Organon BioSciences Nederland BV Vicevoorzitter Raad van Commissarissen BrabantWonen en per mei 2014 voorzitter Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per mei 2014) Voorzitter Raad van Commissarissen NV Noordelijke Ontwikkelings- Maatschappij (NOM) (tot september 2014) Voorzitter Raad van Toezicht ROC de Leijgraaf Voorzitter RvC BioConnection
2014
RvC BW
Lid Raad van Bestuur Stichting Elisabeth Breda Lid Raad van Commissarissen BrabantWonen (per april 2014) Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per november 2014) Vicevoorzitter Raad van Toezicht Stichting Kompaan en De Bocht
2014
Huurdersorganisatie BW
Eigenaar Kula BV (onderneming m.b.t. bestuur, toezicht, innovatie profit en not-for-profit) Bestuurder Moveoo Voorzitter Raad van Toezicht BrabantZorg Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per januari 2015) Voorzitter Raad van Toezicht Abrona Lid Raad van Toezicht La Providence Voorzitter Bestuur Zorg aan Zet
2015
RvT BZ
* BZ = BrabantZorg, BW = BrabantWonen
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
9
Het rooster van aftreden ziet er als volgt uit: Naam
2015
2016
De heer ir. D.J. Noy
Aftredend 1-1-’16
De heer ing. J.C.J. Reijers
Aftredend 1-12-’16
2017
2018
Mevrouw drs. A.E. Spreen
Aftredend en herbenoembaar 1-1-’18
De heer R.P. Prins
Aftredend 1-1-’18
De heer drs. J.W.A. Verbaal MBA Mevrouw drs. C.J.W.M. Aquarius
2019
Aftredend en herbenoemba ar1-11-‘18 Aftredend en herbenoembaar 1-1-‘19
Wij zijn van mening dat er voldoende relevante deskundigheid in de RvC is vertegenwoordigd om goed en onafhankelijk toezicht op het bestuur te kunnen uitoefenen. Alle leden voldoen aan het onafhankelijkheidsprincipe III 2.2 van de Governancecode Woningcorporaties 2011. Alle commissarissen die vanuit de Raad van Toezicht van BrabantZorg zijn aangesteld, zijn lid van de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen). Alle commissarissen die vanuit de Raad van Commissarissen van BrabantWonen zijn aangesteld, zijn lid van de VTW (Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties). Kerncommissies We hebben geen remuneratiecommissie ingesteld, omdat de bezoldiging van de bestuurders plaatsvindt bij BrabantWonen dan wel BrabantZorg. In die zin vervult de RvC niet de rol van werkgever. Ook kennen wij geen auditcommissie. De jaarlijkse bespreking van de cijfers vindt plaats in gezamenlijkheid met de externe accountant en het bestuur. Bijeenkomsten Wij zijn als RvC is in het verslagjaar vier keer bijeen geweest. Deze vergaderingen vonden verspreid over het jaar plaats, te weten in februari, juni, september en november 2014. Voorafgaand aan iedere vergadering hebben vertegenwoordigers van het bestuur (de heer Windmüller en de heer Van Osch) een vooroverleg gehad met de voorzitter. Naar aanleiding van dit gesprek werd de agenda definitief samengesteld. Het bestuur was aanwezig bij de vergaderingen van de RvC.
10 Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
Besluiten en informatie We nemen besluiten door documenten vast te stellen of door goedkeuring te verlenen aan bestuursbesluiten. Onze belangrijkste besluiten van 2014 op een rij: • • • • • • • • •
Benoemingen nieuwe leden: mevrouw Spreen, de heer Prins en de heer Verbaal; Benoeming PwC tot externe accountant voor een periode van 4 jaar; Decharge bestuur voor verslagjaar 2013; Vaststelling jaarverslag 2013 RvC ZorgGoedBrabant; Vaststelling reglement RvC ZorgGoedBrabant; Vaststelling mandaat bestuur 2014; Vaststelling verslag zelfevaluatie d.d. 29 september 2014; Vaststelling notulen vergaderingen RvC; Vaststelling jaarplanning 2015.
Goedkeuring bestuursbesluiten • Herijkt Statuut investeringen en verbindingen ZorgGoedBrabant; • Herijkt Financieel Statuut ZorgGoedBrabant; • Reglement Klachtencommissie Stichting ZorgGoedBrabant; • Jaarverslag 2013; • Activiteitenplan & begroting 2015 ZorgGoedBrabant; • Raamovereenkomst intramuraal vastgoed; • Actualisatie Portfoliostrategie 2014-2015 ZorgGoedBrabant (2); • Financieel Meerjarenplan 2015 ZorgGoedBrabant; • Investering herbestemmingsprojecten Martinushuis (Nuland) en Wilberthof (Berghem). Naast actuele ontwikkelingen hebben we tijdens vergaderingen stilgestaan bij: • Verwerving kantoor Wethouder van Eschstraat 1 te Oss; • Fiscaliteit en (toekomstige) financieringsbehoefte; • Accountantsverslag; • Oordeelsbrief en relevante correspondente Ministerie BZK, WSW en CFV; • Kwartaalrapportages; • Huuraanpassing per 1 juli 2014; • Vastgoedwaardering; • Zorghotel Udens Duyn; • Verhuurbaarheid Sterrebos. Externe accountant In 2007 hebben wij als RvC ZorgGoedBrabant expliciet besloten te kiezen voor dezelfde accountant als die van BrabantWonen. Er is toen geconstateerd dat er in deze situatie geen sprake is van belangenverstrengeling en dat er evenmin vanuit de governance bezwaren zijn aan te voeren. De overwegingen om juist voor dezelfde accountant te kiezen hebben betrekking op onder andere het feit dat werkwijze, vraagstelling, interpretatie en controlemomenten identiek zijn en parallel lopen. En de kosten zijn lager als gevolg van efficiëntie. Op basis van dit uitgangspunt en de ervaringen van de afgelopen jaren, hebben wij besloten deze werkwijze te handhaven. BrabantWonen heeft, conform reglementen, protocol accountant en het eigen aanbestedingsbeleid, in 2014 een selectieproces doorlopen voor de benoeming van de externe accountant. Drie accountantskantoren hebben zich gepresenteerd en offerte uitgebracht. De RvC van BrabantWonen heeft besloten de samenwerking met PwC voort te zetten. Na kennis genomen te hebben van het benoemingsvoorstel van BrabantWonen en de bijbehorende argumentatie, hebben ook wij PwC opnieuw voor vier jaar benoemd tot onze externe accountant. We hebben de accountant opdracht verleend om de jaarstukken te onderzoeken en daarover een accountantsverslag uit te brengen. In de vergadering van de Raad op 16 juni 2014 hebben wij, in aanwezigheid van het bestuur, het accountantsverslag over 2013 inclusief de aanbevelingen met de accountant besproken.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
11
Zelfevaluatie Eens per jaar vindt er een zelfevaluatie plaats. In 2014 was dit op 29 september. We hebben samen uitvoerig teruggekeken en gesproken over de oorspronkelijke uitgangspunten van de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg en de daarmee samenhangende vastgoedconstructie ZorgGoedBrabant (2), en onze huidige ervaringen. De veranderende (wettelijke) context en de bijbehorende financiële en fiscale vraagstukken hebben grote invloed op de toekomst van ZorgGoedBrabant (2). Wij hebben onze rol en functioneren op dit punt geëvalueerd. Er is naar ons oordeel met voldoende scherpte naar inhoud en uitwerking van de plannen van het bestuur gekeken. De omvang van de externe invloeden is dermate groot, dat niets anders rest dan een pas op de plaats voor wat betreft investeringen en vervolgens een heroriëntatie van vorm en inhoud van de samenwerking en vastgoedconstructie. Toekomst samenwerking Zoals in het voorwoord is aangegeven, hebben de besturen en toezichthouders van BrabantWonen, BrabantZorg en ZorgGoedBrabant (2) de samenwerkingsconstructie gezamenlijk geëvalueerd. Op basis van geschetste scenario’s hebben wij begin 2015 het principebesluit genomen om ZorgGoedBrabant te laten fuseren met BrabantWonen. Leningen of garanties ZorgGoedBrabant verstrekt geen leningen of garanties aan de leden van de RvC en het bestuur. Tegenstrijdig belang In 2013 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de leden van de RvC, zoals bedoeld in principe III.6 van de Governancecode Woningcorporaties 2011. De Raad verklaart hierbij dat zij de bepalingen III 6.1 tot en met III 6.3 van de code heeft nageleefd. Bezoldiging Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen Moederorganisaties BrabantWonen en BrabantZorg bezoldigen de leden van de Raad van Bestuur. Stichting ZorgGoedBrabant betaalt zelf de honorering van de werkzaamheden van de commissarissen. BrabantWonen en BrabantZorg kennen geen (aanvullende) vergoedingen aan de leden van de RvC toe.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
12
In 2014 was de bezoldiging voor de RvC als volgt: Dhr. Bens Dhr. Noy Dhr. Piëst Dhr. Prins Dhr. Reijers Dhr. Rottier Mevr. Spreen Dhr. Verbaal
€ € € € € €
€ 708,33 2.443,75 2.125,00 1.416,67 2.125,00 1.770,83 2.125,00 € 354,17
Deze bezoldiging is onafhankelijk van de financiële prestaties van ZorgGoedBrabant. Oss, 2 maart 2015 ir. D.J. Noy, voorzitter Raad van Commissarissen van ZorgGoedBrabant 1.4 Verklaringen Bestuursverklaring De Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant verklaart dat zij in het verslagjaar 2014 haar middelen uitsluitend heeft besteed in het belang van de volkshuisvesting. ZorgGoedBrabant heeft de Aedescode ondertekend en verklaart hierbij dat ZorgGoedBrabant in het verslagjaar overeenkomstig de code heeft gehandeld. Ten slotte verklaart ZorgGoedBrabant dat zij de relevante wet- en regelgeving naleeft en dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen effectief zijn. In 2014 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen van de leden van de Raad van Bestuur, zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode woningcorporaties. De Raad van Bestuur, ir. H.M.H. Windmüller drs. F.H. van de Werfhorst drs. A.C.M van Osch mevrouw drs. W.J.C.M de Jong
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
13
Goedkeurende verklaring Raad van Commissarissen De Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant heeft de jaarrekening en het jaarverslag over 2014 opgemaakt en vastgesteld. De jaarrekening omvat een kort verslag, de winsten verliesrekening, de balans en de daarbij behorende toelichting. Deze jaarrekening 2014 is door PricewaterhouseCoopers Accountants NV, gecontroleerd en goedgekeurd, zoals blijkt uit de controleverklaring die u in de overige gegevens bij de jaarrekening aantreft. De Raad van Commissarissen verleent goedkeuring aan dit jaarverslag en bijbehorende jaarrekening en verleent decharge aan de Raad van Bestuur voor het gevoerde beleid in het verslagjaar. ir. D.J. Noy, voorzitter Raad van Commissarissen van ZorgGoedBrabant 1.5 Verslag Klachtencommissie BrabantWonen en ZorgGoedBrabant hebben samen dezelfde Klachtencommissie. Zij fungeert als sluitstuk van de dienstverlening van de beide woningcorporaties. De commissie opereert binnen de taakomschrijving en bevoegdheden die zijn vastgelegd in het reglement Klachtencommissie. De samenstelling van de commissie was in 2014 als volgt: Naam
Functie
Expertise
Benoemd per
De heer G.P. van den Anker
voorzitter (per november 2012)
bestuurder
maart 2011
Mevrouw mr. M.A. RosenbrandBiesheuvel
lid (plv voorzitter)
vastgoed jurist
november 2006
Mevrouw J.G.W. van Outersterp
Lid
bouwkundige
De heer H.W.M. Toebast *
Lid
Mevrouw F. Mullerde Vos
Lid
Herbenoemd per
Benoemd tot
Herbenoembaar (tot)
28 februari 2015
ja, tot 28 februari 2019
november 2014
nee
maart 2011
28 februari 2015
ja, tot 28 februari 2019
bestuurder
mei 2012
mei 2016
mei 2020
juridisch adviseur
oktober 2012
oktober 2016
oktober 2020
november 2007
*De heer Toebast is op 1 mei 2015 na een kort ziekbed overleden.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
14
Afscheid lid van de klachtencommissie In november 2014 liep de benoeming van mevrouw Rosenbrand als lid van de klachtencommissie af. In het reglement van de klachtencommissie is opgenomen dat de commissie uit minstens drie en maximaal vijf leden moet bestaan. Gelet op het aantal klachten is besloten de vacature van mevrouw Rosenbrand (voorlopig) niet op te vullen. De werkwijze van de klachtencommissie staat beschreven in het reglement klachtencommissie. Dit reglement is gepubliceerd op de website van ZorgGoedBrabant. Jaarlijks overlegt de klachtencommissie met het bestuur van BrabantWonen en/of ZorgGoedBrabant. In dit overleg bespreken zij onder meer het jaarverslag en het activiteitenplan. Ook kunnen de leden van de klachtencommissie dit overleg benutten om hun eerder gedane aanbevelingen aan het bestuur toe te lichten, of bijzonderheden die zij tegenkomen in de klachtafhandeling voor te leggen. In 2014 zijn er tegen ZorgGoedBrabant geen klachten ingediend.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
15
Hoofdstuk 2: Volkshuisvestingsverslag
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
16
2.1 Inleiding ZorgGoedBrabant is ontwikkelaar, bouwer en beheerder van (service)woningen en intramuraal vastgoed. Wij investeren in betaalbaarheid van het wonen en in duurzame en energiearme gebouwen. BrabantWonen verzorgt alle klant-, vastgoed- en organisatiegebonden activiteiten voor ZorgGoedBrabant. 2.2 Typering woningvoorraad ZorgGoedBrabant heeft in totaal 748 servicewoningen, waar mensen geclusterd zelfstandig wonen en 40 zorgwoningen. Daarnaast bezit ZorgGoedBrabant 14 (zorg)locaties waar mensen geclusterd, onzelfstandig wonen. Behoudens deze 14 (zorg)locaties bezit ZorgGoedBrabant nog een tweetal locaties welke worden ingezet als tijdelijke huisvesting voor herbestemmingsprojecten. Woningvoorraad servicewoningen en zorgwoningen Het concept Zorgwonen bieden we aan op de locaties: • Heelwijk, Heesch; • Laarstede, Nistelrode; • Catharinahof, Grave. Locatie De Wellen omvat in totaal 62 appartementen. Van deze appartementen heeft ZorgGoedBrabant er ultimo december 2014 20 verhuurd aan BrabantZorg ten behoeve van tijdelijke huisvesting. Daarnaast zijn 4 servicewoningen verhuurd aan BrabantZorg en ingezet als intramuraal vastgoed voor somatische cliënten (categorie zwaar) voor individueel wonen. De appartementen die we gebruikten voor tijdelijke huisvesting zijn in 2013 teruggebouwd naar servicewoningen. Deze servicewoningen worden op dit moment echter niet als zodanig verhuurd, maar aangewend voor tijdelijke huisvesting van bewoners uit andere zorgcomplexen. Zodra een appartement leegkomt, wordt deze aangeboden op de reguliere verhuurmarkt. De service- en zorgwoningen worden in onderstaande tabellen uiteengezet: Locatie
Aantal Servicewoningen
Sterrebos
Plaats
224
Oss
Ministershof
83
Oss
Vredehof
92
Oss
Torenstaete
73
Oss
Begijnenhof
66
Oss
In den Kortenhof
26
Heesch
Heelwijk (SW)
10
Heesch
De Maashorst (SW)
24
Megen
Tuinzicht
9
Herpen
Laarstede (SW)
9
Nistelrode
Kruisherenklooster
18
Uden
De Wellen (SW)
62
Oss
Catharinahof (SW)
52
Grave
Totaal
748
Bron: Huur
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
17
Locatie
Aantal zorgwoningen 2014
Aantal zorgwoningen 2013
Plaats
Catharinahof zorgwoningen
11
Grave
Laarstede zorgwoningen
11
4
Nistelrode
Heelwijk zorgwoningen
18
5
Heesch
Totaal
40
9
Bron: Huur
Woningvoorraad intramuraal In de 14 zorglocaties bieden wij twee soorten (zorg)woonvormen aan, namelijk verzorgingshuisplaatsen en verpleeghuisplaatsen. Daarnaast leveren we op diverse locaties dagzorg. Verzorgingshuisplaatsen Hieronder verstaan we de intramurale plaatsen voor bewoners met een ZorgZwaartePakket-indicatie (ZZP) 1 t/m 3 en 4 (gedeeltelijk). Door het scheiden van wonen en zorg zal deze manier van verblijf in de toekomst verdwijnen en daarvoor in de plaats ontstaat het Zorgwonen en realiseren we extra capaciteit voor verpleeghuiszorg. Verpleeghuisplaatsen Dit zijn intramurale plaatsen voor ZZP’s 4 (gedeeltelijk) en 5 t/m 8. Daarnaast bieden we tijdelijk verblijf (revalidatie) voor ZZP 9 en palliatieve zorg (ZZP 10). Dagzorg Cliënten die in zekere mate de regie over hun leven verloren zijn, worden opgevangen in de Dagzorg (circa 111 plaatsen). Zij krijgen hier een volledig dagprogramma aangeboden en blijven woonachtig in eigen woning.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
18
In onderstaande tabel geven wij een overzicht van het aantal plaatsen zorghuisvesting en revalidatie. Locatie Wilberthof De Heegt Catharinahof (DC) Heelwijk (DC) Maasland Martinushuis Katwijk Loovelt De Ruwaard Laarstede (DC)
VerzorgingsVerpleegzorgwoningen huisplaatsen huisplaatsen
41 29 72 44 47 23 20 50 28 32
De Wellen (DC)
Plaats Berghem Geffen
32
11
Grave
36
18
Heesch Herpen Nuland
68
Oss Oss
43 25
Oss 11
Nistelrode 48
11
Herstelhotel Udens Duijn* Nieuwe Hoeven /Dijkstaete/ Vierhoven Totaal
6
174
Pastorie
Revalidatie
Oss Volkel
78
Uden Schaijk
138 386
533
40
126
* Locatie Herstelhotel Udens Duijn beschikt alleen over revalidatie plaatsen en wordt derhalve niet gerekend tot de 14 intramurale zorglocaties.
Woningvoorraad overige Behoudens de bovenvermelde woningvoorraad bezit ZorgGoedBrabant een tweetal woningen in Oijen en Lith, die zijn aangemerkt voor verkoop. ZorgGoedBrabant verhuurt een gedeelte van Laarstede (Maxend, 12 plaatsen) aan stichting Dichterbij en 9 appartementen aan individuele bewoners. Binnen Heelwijk worden de 10 appartementen verhuurd aan GGZ Oost-Brabant. Tevens huren we de locatie Vierhoven, de voormalige Rabobank in Schaijk, van de corporatie Mooiland. Op deze locatie wonen 30 cliënten met verpleeghuiszorg. 2.3 Woningmarkt ZorgGoedBrabant exploiteert voor het overgrote deel intramuraal vastgoed. Hierbij is niet direct sprake van een (woning)'markt'. BrabantZorg richt zich voor het intramuraal vastgoed op de cliënt met een ZorgZwaartePakket 3 (ZZP 3) of hoger. Lichtere zorg (ZZP 1 en 2) wordt bij voorkeur geplaatst in een servicewoning met zorg op afroep. Het scheiden van wonen en zorg veroorzaakt een afbouw van intramurale huisvesting voor cliënten met een ZZP 1 t/m 4. Dit heeft invloed op de wijze van verhuren van het intramurale vastgoed. Scheiden van wonen en zorg Sinds 1 januari 2014 komen ZZP 1 t/m 3 niet meer in aanmerking voor zorg mét verblijf. Vanaf 2016 komt daar ZZP 4 bij (gedeeltelijk). BrabantZorg heeft te maken met de reductie van verzorgingshuiszorg. Hiervoor hebben we een krimpscenario opgesteld. Dit scenario loopt tot en met 2018.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
19
Als vervanging van het verdwijnen van verzorgingshuiszorg hebben ZorgGoedBrabant en BrabantZorg een nieuw product ontwikkeld: het “Zorgwonen”. Wonen met zorg binnen de geborgenheid van een zorglocatie met: • 24-uurs aanwezigheid van de zorg; • alle faciliteiten om aan sociale activiteiten mee te doen; • gezonde & gevarieerde voeding; • ondersteunende diensten in huis. Voor de afbouw van verzorgingshuiszorg proberen we per jaar een streefgetal te halen. Het behalen van dit streefgetal was in 2014 van twee zaken afhankelijk, namelijk het moment waarop de locaties het Zorgwonen zijn gaan aanbieden en de mutatiegraad binnen deze complexen. Deze “verzorgde” woningopzet wordt door de huurders betaald door middel van huur en servicekosten, een basisarrangement en specifieke arrangementen per locatie. De zorgverlening loopt via de extramurale zorgindicatie. In 2014 werd het Zorgwonen op de locaties Heelwijk te Heesch, Laarstede te Nistelrode en Catharinahof te Grave aangeboden. Servicewoningen Onze 748 servicewoningen maken deel uit van de reguliere woningmarkt. De marktpositie van deze servicewoningen is minder goed dan van andere type huurwoningen. In verhouding tot de reguliere huurwoningen van BrabantWonen is de belangstelling voor servicewoningen namelijk beperkt. Binnen de portefeuille servicewoningen is sprake van onderlinge concurrentie. Voor de Sterrebos zijn eind 2013 al acties ondernomen, waardoor we de leegstand van dit complex hebben kunnen terugbrengen van 15 naar 2 woningen. Hiertoe is de samenwerking met BrabantZorg opgezocht, zijn er open dagen georganiseerd, is het imago van het complex verbeterd en is een modelwoning ingericht. Bovengenoemde acties hebben ertoe geleid dat de belangstelling voor de woningen is toegenomen. Portfoliostrategie De maatschappij is in combinatie met wet- en regelgeving aan sterke veranderingen onderhevig. Dit heeft zijn weerslag op onze huidige portefeuillestrategie. In 2014 is daarom een start gemaakt met de herijking van onze portfoliostrategie voor de planperiode vanaf 2016 teneinde de integrale aansluiting met wensen vanuit de maatschappij van nu en in de toekomst om de vijf jaar opnieuw te maken. Op basis van de in 2013 geactualiseerde portfoliostrategie zijn we - vanwege verzwaring van intramurale productie binnen de zorglocaties – gestart met het transformeren van twee locaties. Deze transformatie wordt door middel van renovatie uitgevoerd waarbij het “oude” verzorgingshuis als verpleeghuis in combinatie met een ontmoetingsfunctie voor ouderen in de wijk kan gaan functioneren. In 2014 is hiermee gestart in Nuland (Martinushuis) en Berghem (Wilberthof). Terminologie zorgvastgoed Vanuit ‘wonen’ wordt vaak de definitie van de Ministeries van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (WVS) gehanteerd. Zij maken een indeling in beschermd wonen, wonen met verzorgingshuiszorg, verzorgd wonen en overige geschikte huisvesting.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
20
Vanuit de zorg wordt vaak met andere definities gewerkt. Wij kiezen ervoor om de volgende definities te hanteren in onze portfoliostrategie, die we ook in dit jaarverslag hanteren: • beschermd wonen = geclusterd, onzelfstandig; • wonen met verzorgingshuiszorg = geclusterd, zelfstandig; • verzorgd wonen = geclusterd, zelfstandig; • overige geschikte huisvesting = woningen in de wijk. Door het scheiden van wonen en zorg is het onderscheid bij geclusterd zelfstandig wonen in een verzorgingshuis of verzorgd wonen in een servicewoning in beginsel niet meer van toepassing. Toch is voor geclusterd zelfstandig wonen een nieuwe tweedeling te maken: het wonen in een servicewoning of in een “zorgwoning”. De zorgwoning is een appartement in de locaties van ZorgGoedBrabant die huisvesting biedt aan cliënten met ZZP 3 en 4 (gedeeltelijk). Het belangrijkste verschil met wonen in een servicewoning is de verplichting van de huurder om een basispakket aan zorgdiensten van BrabantZorg af te nemen. 2.4 Betaalbare woningen De servicewoningen van ZorgGoedBrabant zijn primair bestemd voor klanten met een indicatie voor persoonlijke en/of huishoudelijke zorg. We verruimen de doelgroep met klanten vanaf 55 jaar als er geen klanten zijn met een indicatie. In 2014 zijn 51 servicewoningen verhuurd aan deze verruimde doelgroep (klanten vanaf 55 jaar). Bereikbaarheid van onze voorraad Huurverhoging De huurverhoging per 1 juli 2014 was 4,0%. Uitgangspunt hierbij was dat de huren meestijgen met de stijging van de kosten, waardoor evenwicht blijft bestaan tussen onze kosten en opbrengsten. In 2013 zijn de uitgangpunten voor de huurprijsbepaling voor Zorgwonen vastgesteld en, in combinatie met de uitzonderingsregels binnen het DAEB regime voor mensen met chronische ziekte, is de keuze gemaakt om geen inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen. De huurverhoging voor de woningen onder het type Zorgwonen is inflatievolgend (2,7%) doorgevoerd. Door herijking van de portfoliostrategie aan de marktomstandigheden, zal het huurbeleid nader worden getoetst. Onderstaande tabel geeft de verdeling van de servicewoningen aan toegespitst op de grenzen van de huurtoeslag. Hiermee wordt de bereikbaarheid van onze woningen voor de doelgroep inzichtelijk. Uit onderstaande tabel blijkt dat de subsidiabele huurprijs, bestaande uit de kale huur en de opslag voor servicekosten, van 71% van de woningen onder de eerste aftoppingsgrens voor de huurtoeslag vallen en daarmee voor de doelgroep “bereikbaar” zijn.
Bron: Huur Peildatum: 31-12-2014
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
21
De gemiddelde subsidiabele huurprijs per servicewoning bedroeg eind 2014 € 557 per maand. Eind 2013 was deze € 539 per maand. In 2014 zijn de huren met 4,0% verhoogd. Dit verklaart de stijging van de gemiddelde huur. Eind 2014 is de subsidiabele huur van 92 servicewoningen hoger dan de huurtoeslaggrens (> € 699,48). Eind 2013 waren dit 63 servicewoningen. In 2013 is door ZorgGoedBrabant gekozen voor een huurverhoging van 4% (inflatievolgend + 1,5%) om hiermee de buitengewone lastenverzwaring (lees: de verhuurdersheffing en saneringssteun) te compenseren. Het ministerie van BZK handhaafde in de 2014 de kaders van 2013. Op basis van die keuze in 2013 en de gelijkblijvende externe factoren, is besloten de huurverhogingsopzet van 2013 ook in 2014 te hanteren. Er wordt geen inkomensafhankelijke huurverhoging toegepast aangezien onze primaire doelgroep, bestaande uit huurders die meer dan 10 uur zorg krijgen, door de wet zijn uitgezonderd van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Middeninkomens: de invloed van de staatssteunregeling Door de economische situatie neemt de vraag naar sociale huurwoningen steeds verder toe. We verwachten dat deze tendens het komende jaar voortzet. Met de nieuwe EU-regels en het nieuwe woonbeleid van het Rijk mogen alleen inkomens tot € 34.678 een woning in de sociale sector huren (t/m € 699,48 vanaf 1-1-2014). 90% van de woningtoewijzingen door corporaties moet voldoen aan deze norm. In 2014 voldoen we aan de relevante wet- en regelgeving rondom de woningtoewijzingen. In 2014 zijn 5 woningen toegewezen aan inkomens boven de gestelde grens en van 8 toegewezen woningen lag de kale huurprijs boven de € 699,48. Hiermee voldoen we aan de gestelde norm. Overigens geldt deze grens niet voor mensen met een zorgbehoefte. 2014
Inkomen =< €34.678
Inkomen > € 34.678
% van toewijzingen
96,4%
3,6%
Bron: Huur Peildatum: 01-01-2015
Voor een nadere toelichting en aanvullende kengetallen ten aanzien van verhuur van servicewoningen verwijzen wij naar bijlage 2. 2.5 Kwalitatief goede woningen Duurzaamheid en energie Een van onze doelen is het reduceren van de CO2-uitstoot. Verder richten we ons ook op maatregelen die de totale woonlasten verlichten, waarbij het (woon)comfort niet wordt vergeten. In 2014 zijn we betrokken geweest bij het opstellen van de doelstellingen die BrabantZorg voor het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen binnen haar organisatie voor ogen heeft. Energie vormt daarin een belangrijk aspect. ZorgGoedBrabant levert hier bijdrage aan door middel van technische aanpassingen die de energiezuinigheid van de huisvesting verbeteren. Groen, groener, groenst Dit initiatief vanuit BrabantZorg draait om verlaging van het energieverbruik, verbetering van het binnenklimaat en imagoverbetering. Het betreft technisch ingrijpen in installaties en gebouwen, maar eveneens opwekking van groene stroom. BrabantZorg verricht hiervoor de noodzakelijke investeringen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
22
In de winterperiode (december t/m maart) heeft BrabantZorg deel genomen aan de energiestrijd voor Zorghuizen 2013-2014. Met drie locaties is meegedaan als proef. De energiestrijd is gebaseerd op het veranderen van gedrag en zodoende energie besparen. Kleinschalige technische aanpassingen zijn tijdens de strijd door een schouwing onder de aandacht gebracht. De combinatie van die twee heeft ertoe geleid dat alle deelnemers samen een gemiddelde energiebesparing van 13% hebben weten te realiseren. Vanuit BrabantZorg was Odendael (ZorgGoedBrabant 2) een van de pilotlocaties die deelnam en heeft de energiestrijd afgesloten als winnaar. Op basis van deze ervaringen neemt BrabantZorg voor de winterperiode 2014-2015 deel met 20 locaties. Onderhoud BrabantWonen vestiging Maatschappelijk Vastgoed (hierna: Maatschappelijk Vastgoed) verricht namens ZorgGoedBrabant het technisch beheer van de zorglocaties en servicewoningen. Samen met de huismeesters van BrabantZorg, die belangrijke input leveren, worden de gebouwen op een efficiënte wijze onderhouden door Maatschappelijk Vastgoed. Door de samenwerking met de vestiging Oss voor sociaal beheer hebben we goed inzicht in de servicewoningen op zowel het technische als sociale domein. Voor de toekomst (2015) heeft Maatschappelijk Vastgoed twee eigen medewerkers beschikbaar om het complete sociaal beheer te gaan uitvoeren. ZorgGoedBrabant stelt zich als doel goede woonkwaliteit te bieden. Teneinde dit te borgen vindt regulier overleg plaats met BrabantZorg en de vaklieden. In de volgende paragrafen belichten wij achtereenvolgens de belangrijkste ontwikkelingen en omvangrijke onderhoudswerkzaamheden uit 2014: • dagelijks onderhoud; • preventief/ contract onderhoud; • groot onderhoud; • verbeteringen. Dagelijks onderhoud In het dagelijks onderhoud wordt onderscheid aangebracht tussen reparatieverzoeken, mutatieonderhoud en serviceonderhoud. Reparatieverzoeken Dit betreft correctief onderhoud dat wij op verzoek van de huurder uitvoeren nadat deze een reparatieverzoek heeft gemeld. In totaal zijn er in 2014 voor de zorglocaties en de servicewoningen 1.849 werkopdrachten ontvangen en afgewerkt binnen de gestelde urgentietermijnen. Afhankelijk van de storing wordt bekeken hoe dringend herstel noodzakelijk is. In overleg met de klant worden afspraken ingepland. Intensivering van het planmatig en preventief onderhoud leidde tot een daling van het aantal reparatieverzoeken ten opzichte van voorgaande jaren.
Bron: Pharos Peildatum: 1-1-2015
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
23
Mutatieonderhoud Dit betreft onderhoud dat voortkomt uit gebreken die wij constateren bij het leegkomen van servicewoningen of zorgkamers. Het opknappen van een zorgkamer of appartement betekent in veel gevallen dat naast een aantal kleine reparaties ook binnen schilderwerk wordt verricht. In onderstaande tabel staat het aantal mutaties en mutatiegraad in 2014 van zorgkamers per locatie weergegeven.
Bron: Handmatig; Catharinahof en Maaszicht zijn samengevoegd. Peildatum: 01-01-2015
In 2014 bedroeg het aantal mutaties 120 (2013: 161). De mutatiegraad van de kamers is 19%. Dit percentage is bepaald op basis van het aantal mutaties gedeeld op het aantal verzorgings- en verpleeghuisplaatsen. De gemiddelde doorlooptijd van een leegstaande kamer is in 2014 10,2 dagen (2013: 9,9 dagen), waarmee onze doelstelling van een maximale doorlooptijd van 7,8 dagen niet is behaald. In de onderstaande tabel is de doorlooptijd per locatie uiteengezet, uitgesplitst naar BrabantWonen, BrabantZorg en op totalen.
Bron: Handmatig; In bovenstaande tabel staan alleen de (zorg)locaties vermeld welke verzorgingshuisplaatsen aanbieden. Peildatum: 01-01-2015
Serviceonderhoud Huurders van de servicewoningen kunnen een serviceabonnement afsluiten voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die normaal gesproken voor rekening van de huurder komen. Eind 2014 hebben 668 huurders van servicewoningen een serviceabonnementen afgesloten. Dit betekent dat 89% van de huurders inmiddels een serviceabonnement heeft. Onze verwachting was dat eind 2014 90% van onze huurders over een serviceabonnement zou beschikken.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
24
De opbrengsten van deze serviceabonnementen zijn toereikend om de daarmee samenhangende onderhoudsuitgaven te dekken. Voor het intramuraal vastgoed zijn afwijkende afspraken gemaakt. Op basis van een vaste vergoeding van BrabantZorg bieden we een veel uitgebreider onderhoudspakket aan welke per locatie is vastgesteld en vastgelegd. Hierbij verrichten wij niet alleen service aan alle bouwgerelateerde zaken, maar ook aan een aantal zorg- of huurdergerelateerde zaken. Zo zijn onderhoudscontracten afgesloten voor bijvoorbeeld zorgalarmering, groot keukenapparatuur, koel- en vriesinstallaties en telefooncentrales. Preventief- / contractonderhoud Preventief onderhoud betreft het voorkomen van storingen aan technische installaties. In 2014 zijn verdere stappen ondernomen in de verbetering van de onderhoudscontracten teneinde storingen te voorkomen en samenhangende kosten te reduceren. In 2014 voerden wij onder andere de volgende preventieve onderhoudscontracten op diverse locaties uit: • Er is een aanvullend contract afgesloten voor zowel vaste als mobiele tilliften. Dit is in samenwerking met BrabantZorg uitgevoerd; • Er is een nieuw contract afgesloten voor controle op blusmiddelen; • Het in 2014 afgesloten contract voor een groot deel van onze elektrische installaties is geëvalueerd en uitgebreid met nieuw opgeleverde locaties en noodzakelijke uitbreidingen van locaties; • Er is, in navolging van het contract op keukenapparatuur, een onderhoudscontract afgesloten voor de koelkasten, en voor de koel- en vriescellen. Buitenschilderwerk Als gevolg van de technische ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteit en duurzaamheid van verfsystemen realiseerden we kostenbesparing op het buitenschilderwerk. Ter voorkoming van houtrot, en vanuit esthetisch oogpunt en representativiteit schilderen we het vastgoed van ZorgGoedBrabant 2, conform de systematiek van BrabantWonen, eens in de zes jaar. In 2014 verrichtten we buitenschilderwerk aan de servicewoningen Begijnenhof, Vredehof en Torenstaete. Binnenschilderwerk We hebben alle in de begroting opgenomen werkzaamheden met betrekking tot het binnenschilderwerk uitgevoerd. Groot onderhoud Dit betreffen onderhoudswerkzaamheden die niet kunnen worden uitgesteld tot een verbouwingsactiviteit of renovatie. De grootste projecten in 2014 waren: Vredehof (servicewoningen), hier zijn projectmatig keukenblokken vervangen; • Vita Nova, herstelwerkzaamheden ten behoeve van zonwering; • Dijkstaete, vernieuwen van de fietsenstalling; • Sterrenbos, vervanging van de cv-installaties; • Torenstaete (servicewoningen), vervanging van het camerasysteem. Door middel van het clusteren van werkzaamheden met renovatieprojecten hebben we de onderhoudskosten groot onderhoud kunnen reduceren.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
25
Verbeteringen In 2014 hebben we onder andere de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd om de woon- en leefkwaliteit van onze zorglocaties, service- en zorgwoningen op peil te houden: • Het realiseren van de ombouw van het Petit Restaurant op Nieuwe Hoeven in samenwerking met BrabantZorg; • Het aanpassen van screens in Laarstede; • Het aanbrengen van een koper- / zilverinstallatie ten behoeve van legionellabeheer in de Wellen; • Het aanbrengen van biodynamische verlichting op de PG-afdeling van de Ruwaard. Brandveiligheid zorg- en verpleeglocaties Alle locaties van ZorgGoedBrabant moeten voldoen aan wettelijke brandveiligheidseisen uit het bouwbesluit. Het verzorgingsgebied van ZorgGoedBrabant bestrijkt verschillende gemeenten met elk hun eigen specifieke aanpak en prioritering op het gebied van inspectie, handhaving en preventie. Door middel van een inventarisatie is een lijst opgesteld van de (zorg)locaties en de complexen servicewoningen. Voor 11 (zorg)locaties en 13 complexen servicewoningen is een brandscan gemaakt. Door middel van deze brandscan zijn de aandachtgebieden in kaart gebracht. Recent opgeleverde locaties waar alsnog kleine aanpassingen uitgevoerd moeten worden zijn eveneens in dit project meegenomen. Op basis van de brandscans hebben drie aannemers opdracht gekregen om een begroting op te stellen. De werkzaamheden uit deze begroting stemden we af met de gemeente/brandweer De benodigde werkzaamheden zijn vervolgens eind 2014 gestart en worden in 2015 afgerond. Voor een aantal (zorg)locaties en complexen servicewoningen worden geen werkzaamheden verricht, omdat deze op korte termijn worden gesloopt, recent zijn opgeleverd, of kort geleden door de brandweer zijn gecontroleerd en geen aanpassingen behoefden. Sloop ZorgGoedBrabant heeft in 2014 geen servicewoningen of zorglocaties gesloopt. 2.6 Voldoende passende woningen Woonruimteverdeling servicewoningen Voor de woonruimteverdeling van servicewoningen gelden de uitgangspunten: keuzevrijheid, verantwoordelijkheid bij de klant, transparantie en eenvoud. De procedure voor de verhuur van servicewoningen van ZorgGoedBrabant sluit aan bij het bestaande aanbodmodel dat BrabantWonen in Oss hanteert. De procedure houdt rekening met de mate van zorgbehoefte van de doelgroep. De door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gestelde indicatie wordt objectief vertaald naar de mate van urgentie. Woningzoekenden zonder indicatie kunnen ook op het aanbod reageren maar voor hen geldt een leeftijdsgrens van tenminste 55 jaar. In 2014 is dit systeem gecontinueerd. In totaal zijn 8.521 woningzoekenden ingeschreven bij BrabantWonen Oss. Hiervan zijn 194 woningzoekenden geïndiceerd voor (huishoudelijke) zorg. Deze woningzoekenden komen bij voorrang in aanmerking voor servicewoningen. Dit aantal is ten opzichte van 2013 met bijna 10% gedaald. In 2014 hebben wij 112 nieuwe huurovereenkomsten afgesloten voor de servicewoningen (2013: 144). Het gerealiseerde percentage nieuwe verhuringen over 2014 is met 15% hoger dan het geraamde percentage van 12%. De fluctuatie in het gemiddelde aantal reacties per advertentie komt door de wisselende populariteit van aangeboden woningen. Het gemiddeld aantal reacties nemen we zodoende niet als maat voor de marktpositie van servicewoningen in het algemeen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
26
Verhuringen servicewoningen
Ingeschreven woningzoekenden met zorgindicatie Aantal nieuwe verhuringen Percentage nieuwe verhuringen Gemiddeld aantal reacties per advertentie
2012
2013
2014
277
214
194
85
144
112
13,4%
19,3%
15%
7,2
7,8
6,4
Bron: Markt Peildatum: 31-12-2014
Woonruimteverdeling voor intramurale zorg Gezamenlijk met de woningzoekende en op basis van de gestelde indicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepalen wij of de klant in aanmerking komt voor een kamer in een locatie. Indien de woningzoekende daarvoor in aanmerking komt, regelt BrabantZorg de plaatsing zodra er een zorgkamer vrijkomt. Nieuwbouw / herbestemmingen In de huidige situatie van de woningmarkt blijft de vraag naar huur- en zorgwoningen van ZorgGoedBrabant groot. Een koopwoning is voor steeds minder mensen uit de oudere doelgroep van ZorgGoedBrabant bereikbaar. We bouwen voornamelijk gelijkvloerse appartementen (met lift), die toegankelijk zijn voor ouderen en toekomstige bewoners met een lichamelijke en/of geestelijke beperking. Nieuwbouw Eind 2013 is het complex Catherinahof opgeleverd. Onder dit complex is een parkeergarage aangelegd. De 112 parkeerplaatsen die afzonderlijk worden verhuurd zijn in 2014 in gebruik genomen. In 2014 zijn geen nieuwbouwprojecten in aanbouw en zijn geen nieuwbouwprojecten opgeleverd. Herbestemming In 2014 zijn voor de locaties Wilberthof in Berghem en Martinushuis in Nuland de voorbereidingen gestart voor een grootschalige renovatie. Hierbij worden de locaties tevens geschikt gemaakt voor de zwaardere zorgvraag waarmee we voor de toekomst rekening moeten houden. De aannemers zijn bepaald door middel van een selectie waarbij de nadruk lag op ervaring en kennis van renoveren voor deze doelgroep in combinatie met de prijs. De werkzaamheden zijn in het vierde kwartaal van 2014 gestart. Aan- en verkoop In 2014 hebben geen vastgoedtransacties plaats gevonden. 2.7 Tevreden klanten Wij werken aan het verbeteren van onze klantgerichtheid door het bieden van meer keuzemogelijkheden. Ontruiming- en incassobeleid Het huurincassobeleid van ZorgGoedBrabant is erop gericht om huurachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen. Door alert te reageren op huurachterstanden proberen we te voorkomen dat deze te hoog oplopen en dat uiteindelijke ontruiming van de woning onontkoombaar wordt. In 2014 hebben er geen ontruimingen plaatsgevonden.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
27
Overleg met huurders, gemeenten en partners ZorgGoedBrabant wil bewoners graag zoveel mogelijk laten meepraten over beleid(-voornemens) van de organisatie. Dit past bij onze wens van transparantie en optimalisering van de kwaliteit van onze dienstverlening. Wij kennen daarbij verschillende vormen van participatie: • bewonerscommissies; • cliëntenraden; • klankbordgroep; • klantenpanels. Bewonerscommissies Er zijn bewonerscommissies in de complexen Sterrebos, Begijnenhof, Vredehof en Torenstaete en Ministershof in Oss, alsmede het Kruisherenklooster in Uden. De bewonerscommissies zijn onze gesprekspartners als het gaat om onderwerpen die direct de woon- en/of leefomgeving van de bewoners betreffen. Het gaat dan om hinder en overlast, veiligheid, technisch onderhoud en leefbaarheidsactiviteiten. Cliëntenraden Binnen de intramurale locaties van BrabantZorg zijn de cliënten vertegenwoordigd via cliëntenraden. Binnen de bestaande overlegvorm tussen lokale cliëntenraden en BrabantZorg is het gebouw een onderdeel van het overleg. Vanuit deze overlegvorm koppelt BrabantZorg terug aan BrabantWonen als het gaat om onderwerpen die direct de woon- en/of leefomgeving van de bewoners betreffen. Klankbordgroep ZorgGoedBrabant De huurdersbelangenvereniging ZorgGoedBrabant is in 2014 niet actief. Hiervoor in de plaats organiseren we een klankbordgroep voor de bewoners van het individuele vastgoed binnen ZorgGoedBrabant (servicewoningen en zorgwoningen). De Klankbordgroep willen we samenstellen uit geïnteresseerden vanuit de bewonerscommissies, cliëntenraden, huurders en/of familie van huurders. Onze partner BrabantWonen heeft binnen haar organisatie de klankbordgroepen voor Oss en ’s-Hertogenbosch opgericht ten behoeve van de bewonersparticipatie. Met het instellen van de klankbordgroep in Oss sluiten de zelfstandige woningen van ZorgGoedBrabant aan bij die gremia. Klantenpanels Binnen ZorgGoedBrabant wordt dit niet structureel opgezet. Als thema's die door de vestiging Oss en/of ’s-Hertogenbosch van BrabantWonen worden gestart, interessant zijn voor ZorgGoedBrabant, dan sluiten we hierbij aan. Gemeenten Als er sprake is van nieuwbouw door ZorgGoedBrabant in een bepaalde gemeente dan hebben wij met de betreffende gemeente intensief contact. In 2014 is er echter geen sprake geweest van nieuwbouw. Partners Naast de overleggen met de gemeenten werken wij met vrijwel alle spelers in het veld samen. Dit doen wij, omdat wij willen ondernemen vanuit het maatschappelijk belang. Daar is samenwerking met gemeenten en andere partners voor nodig. Door met hen in overleg te treden wil ZorgGoedBrabant die samenwerking tot stand brengen. In bijlage 1 is een overzicht van de belanghouders van ZorgGoedBrabant opgenomen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
28
Hoofdstuk 3: Financieel Verslag
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
29
3.1 Financieel beleid en sturing ZorgGoedBrabant heeft haar technisch en administratief beheer en haar projectontwikkeling uitbesteed bij BrabantWonen. Om praktische redenen sluit ZorgGoedBrabant met betrekking tot haar Planning & Control cyclus zoveel als mogelijk aan bij de P&C cyclus van BrabantWonen. Vanuit het strategisch beleidsplan van BrabantZorg, waarin zowel de nieuwbouw- en verbouwbehoefte en de mate waarin we extramuraliseren is bepaald, formuleren wij de benodigde projecten. De toekomstige onderhoudskosten formuleert BrabantWonen vanuit het technisch beheer. Op grond vanuit het strategisch beleidsplan van BrabantZorg voortkomende projecten en de reguliere exploitatie bepalen we de daaruit voortvloeiende kasstromen, de financieringsbehoefte en beleggingsmogelijkheden. Deze kasstromen leggen we vast in een financieel meerjarenplan (FMP) en volgen we dagelijks. Het laatste bijgestelde FMP van ZorgGoedBrabant is op 29 september 2014 door de RvC van ZorgGoedBrabant goedgekeurd. Het FMP is het kader voor het activiteitenplan en jaarbegroting. In het activiteitenplan verwoordt het bestuur de beleidskeuzes en vertaalt deze naar concrete acties en projecten. De projecten beoordelen we bij het voorgelegde bestuursbesluit aan de hand van de kaderstellingen, zoals die zijn vastgelegd in ons Statuut Investeringen en Verbindingen. Projecten die niet passen binnen de vastgestelde en goedgekeurde begroting, leggen we afzonderlijk aan het bestuur ter vaststelling voor. Opdrachten en uitgaven accorderen we vervolgens via de autorisatiematrix, die ook BrabantWonen intern hanteert en waarbinnen per functie de mandaten zijn vastgelegd. Eventueel benodigde (her-)financieringen van ZorgGoedBrabant worden in de treasurycommissie besproken. Daar leggen we financieringsvoorstellen voor aan het bestuur. In een dergelijk financieringsvoorstel beoordelen we de passendheid ervan. Ook vergelijken we de voorgestelde modaliteiten ten opzichte van de kaderstellingen, zoals vastgelegd in het Financieel Statuut ZorgGoedBrabant. In kwartaalrapportages en –besprekingen verantwoordt BrabantWonen zich naar het bestuur van ZorgGoedBrabant over de voortgang ten opzichte van de vastgestelde en goedgekeurde begroting. De kwartaalrapportages ontvangt de RvC ter bespreking. 3.2 Financiële continuïteit gewaarborgd Om de financiële continuïteit van ZorgGoedBrabant ook op lange termijn te waarborgen, hanteren we genormeerde kengetallen, waarmee we in onderlinge samenhang de financiële gezondheid van ZorgGoedBrabant bewaken. Deze kengetallen hebben we zowel in de FMP als in de begroting opgenomen. De ontwikkelingen van deze kengetallen bewaken we bij het aangaan van nieuwbouwprojecten, het aangaan van nieuwe financieringen en de voortgang in zijn totaliteit in de kwartaalrapportages. De door ons gehanteerde kengetallen zijn: Realisatie Norm 2014 2014 CFV WSW ICR 1,15 1,4 1,4 DSCR 0,6 1,0 1,0 LtV 67,3% 75% 75% Solvabiliteit 27,9% 25% 20%
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
Begroting 2014 1,96 1,02 69,3% 26,3%
Realisatie 2013 2,9 1,4 69,6% 26,0%
30
Voor ZorgGoedBrabant geldt het fundamentele uitgangspunt dat we financieel gezond moeten blijven. De kengetallen moeten daarom voldoen aan de minimumwaarden, zoals die binnen de sector gelden. In 2014 voldeden de ICR en DSCR niet aan de gestelde normen. De voorgenomen fusie met BrabantWonen moet de hiervoor genoemde problematiek met betrekking tot het behalen van de diverse ratio’s in relatie tot de norm oplossen. Interest Coverage Ratio (ICR) Een “gezonde” operationele kasstroom is voor ZorgGoedBrabant essentieel om de financierbaarheid te kunnen blijven garanderen. Hiertoe wordt ondermeer gestuurd op het rentedekkingsgetal. Het rentedekkingsgetal dient jaarlijks minimaal 1,4 te zijn, zodat aan de normen kan worden voldaan van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Deze prestatie-indicator geeft de mate aan waarin de rentelast kan worden voldaan vanuit de operationele kasstroom. In 2014 is een sterke daling zichtbaar in vergelijking met de realisatie 2013 en de begroting 2014. De ICR van 1,15 komt zelfs uit beneden de gestelde norm van 1,4. De daling wordt grotendeels veroorzaakt door de te betalen vennootschapsbelasting van € 3,7 miljoen. Als de vennootschapsbelasting buiten beschouwing wordt gelaten, komt de ICR uit op 1,98 en dus ruim boven de norm. ZorgGoedBrabant maakt ook een berekening van de ICR inclusief verkopen van haar vastgoedportefeuille en die komt uit op 1,21. Bovenstaande houdt in dat ZorgGoedBrabant haar kasstromen nog nadrukkelijker dient te monitoren en dat de grenzen van haar investeringscapaciteit nagenoeg zijn bereikt. Debt Service Coverage Ratio (DSCR) Dit kengetal geeft aan of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd om de rente en aflossingen te kunnen betalen. ZorgGoedBrabant stuurt ook op de DSCR. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. In 2013 was de DSCR gelijk aan 1,4. In 2014 komt de DSCR uit op 0,6. De DSCR komt dus beneden de gestelde norm, dat houdt nagenoeg hetzelfde in als hierboven beschreven bij de ICR. Loan to Value (LtV) De LtV drukt de financiering uit in een percentage van de waarde van het bezit. Dit is een richtinggevend getal dat van belang is voor de continuïteit op lange termijn. De waarde van het vastgoed is sterker gestegen in relatie tot de lichte stijging van de leningenportefeuille waardoor de LtV een lichte daling laat zien van 2,3% in 2014 ten opzicht van 2013. Het WSW hanteert een bovengrens voor de LtV van 75%. ZorgGoedBrabant kan voldoen aan de criteria van het WSW. Solvabiliteit Deze prestatie-indicator drukt het eigen vermogen uit in een percentage van het totale vermogen. Het WSW hanteert een norm van 20%, het CFV hanteert een norm van 25%. De solvabiliteit is in 2014 (27,9%) ten opzichte van 2013 (26,3%) gestegen met 1,6% en voldoet daarmee aan de gestelde ondergrens. Echter de ondergrens van CFV norm is wel bijna bereikt. Het CFV heeft ons in haar brief van 24 oktober 2014 op een zestal terreinen beoordeeld, die van invloed zijn op de financiële continuïteit van ZorgGoedBrabant. Deze terreinen zijn: kwaliteit financiële verantwoording, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. Die beoordeling is gebaseerd op de prospectieve informatie (dPi), de verantwoordingsverslaglegging (dVi) en overige informatie die wij hebben ingediend. Er was geen aanleiding tot opmerkingen over de toezichtterreinen. Het CFV geeft aan de maatregelen die wij hebben genomen voor de kwaliteit van financiële informatie, financieel risicobeheer voldoende zijn. De verhuurderheffing heeft voor ons tot gevolg dat we in 2014 een bedrag van € 340.835 hebben voldaan. Dit bedrag loopt in 2017 op naar ca. € 570.000.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
31
3.3 Treasury In de begroting 2014 hebben we aangegeven wat onze verwachtingen ten opzichte van de renteontwikkelingen, de kasstromen, de benodigde financieringen en de eventuele mogelijkheden tot beleggen zijn: Renteontwikkelingen Zoals we in de begroting 2014 verwachtten is de rente ook in 2014 laag gebleven en zelfs verder gedaald. Het 3 maands Euribor was begin januari 2015 (0,08%) lager ten opzichte van januari 2014 (0,28%), wat al een historisch laag percentage was. Ook voor de lange rente geldt dat de historisch lage rente voor 10 jaar swaps in januari 2014 (2,20%) verder is gedaald naar een rentestand van 0,81% in januari 2015. Kasstromen De afdeling Financiën legt periodiek verantwoording af aan de directeur Bedrijfsvoering (beiden BrabantWonen) over de geprognosticeerde kasstromen en de realisatie ervan. Zo houden we inzicht in de gerealiseerde kasstromen en kunnen we de te verwachten kasstromen goed inschatten. Ook overleggen we periodiek een prognose van de aankomende vier weken. Daarnaast leveren we per maand een liquiditeitsprognose op jaarbasis aan als onderdeel van de maandelijkse treasuryrapportage. Bij het vaststellen van het strategisch beleidsplan is ook de Financiële Meerjarenplanning (FMP) met daarin de verwachte kasstromen hierop aangepast. Op deze wijze volgen we de financieringsbehoefte en eventuele tijdelijke overtollige liquiditeiten, zodat we tijdig maatregelen kunnen nemen. Financieren In de begroting 2014 spraken we de verwachting uit dat we voor 2014 een financieringsbehoefte van € 4 miljoen zouden hebben. In 2014 zijn de projecten Wilberthof en Martinushuis gestart voor ombouw naar zwaardere zorg, daarvoor is een financiering aangetrokken van € 5,8 miljoen. Deze financiering is deels gebruikt in 2014 en loopt door tot medio 2015 tot aan de afronding van beide projecten. Deze € 5,8 miljoen is aangetrokken bij BrabantZorg aangezien het borgingsplafond van het WSW geen ruimte meer bood geborgde financiering aan te trekken in 2014. Aanvullend kan worden vermeld dat voornoemde investeringen worden vertaald naar een kostprijsdekkende huur die door BrabantZorg wordt betaald. Het bovenstaande had ook gevolgen voor de aan de financiering verbonden kengetallen. De LtV was voor 2014 op 69,3% begroot. Door de aangetrokken financiering en de mutaties in de bedrijfswaarde is het percentage LtV voor 2014 op 67,3% uitgekomen. De norm voor de ICR stond voor 2014 op 1,4 en komt uiteindelijk uit op 1,15. Beleggen Onze verwachting, dat er geen aanvullende beleggingen over 2014 zouden worden gerealiseerd, is uitgekomen. Organisatie Binnen BrabantWonen bestaat een treasurycommissie. Deze treasurycommissie verzorgt ook de treasury voor ZorgGoedBrabant. Deze treasurycommissie bestaat uit de directeur Bedrijfsvoering, het afdelingshoofd Financiën, een vestigingscontroller en de directieadviseur voor financiële zaken. Met betrekking tot financierings- en beleggingstransacties stelt de treasurycommissie transactievoorstellen op voor het bestuur. Voorstellen die niet passen binnen het Financieel Statuut of het goedgekeurde treasury jaarplan worden altijd ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur en ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen. Treasurycommissie De Treasurycommissie is in 2014 zeven keer bijeengekomen en heeft het bestuur geïnformeerd met betrekking tot kasstromen, renteontwikkelingen en rentevisie en, indien van toepassing, financieringsvoorstellen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
32
Eind 2013 heeft BrabantWonen de treasury module van Aareon aangeschaft, waarmee we kasstromen en financieringen nog beter kunnen monitoren. Dit pakket is in 2014 geïmplementeerd en daarmee zijn nu dagelijks de lopende financieringen en operationele kasstromen in beeld. Financieel Statuut Conform het vigerende Financieel Statuut evalueren we jaarlijks het statuut. Deze evaluatie vond in 2014 plaats en is op 24 februari 2014 door de RvC goedgekeurd. Huisbankierschap Vanaf 1 januari 2011 is de Rabobank de huisbankier van ZorgGoedBrabant. Conform het Financieel Statuut evalueren we minimaal één keer per vijf jaar het huisbankierschap. Treasuryrisico’s Voor de treasuryrisico’s verwijzen wij u naar paragraaf 3.4.2. 3.4 Risicomanagement In 2014 heeft BrabantWonen haar Management Control Systeem herijkt. Daarin is de algemene visie omgezet naar een control visie, een conceptueel kader en zijn randvoorwaarden gedefinieerd voor het verbeteren van de interne beheersing. Op een aantal vlakken is in de afgelopen jaren al veel voortuitgang geboekt, zoals de informatiestructuur en planning & control activiteiten. In 2014 is gestart met de professionalisering van de bestuurlijke informatievoorziening. Daarin is specifiek aandacht voor de proceshiërarchie, procesbeschrijvingen en de beheersing van de procesrisico’s. Na realisatie hiervan wordt verder gewerkt aan een integraal risicomanagementsysteem. Het huidige risicomanagementsysteem bestaat uit vier aandachtsvelden: projecten; treasury; verbonden partijen; fiscaliteit. 3.4.1 Projecten De omvang van onze projectontwikkelings- en renovatieactiviteiten is beperkt. Op dit moment hebben we geen nieuwbouwprojecten voor huisvesting van ouderen in aanbouw of opgeleverd. Wel zijn we gestart met renovatieprojecten om ze geschikt te maken voor zware zorgverlening. Wilberthof en Martinushuis De voorbereidingen voor de renovatie van Wilberthof en Martinushuis zijn in 2014 opgestart. De aannemers zijn bepaald door middel van een selectie waarbij de nadruk lag op ervaring en kennis van renoveren voor deze doelgroep van ouderen in combinatie met de prijs. De bouwwerkzaamheden startten in het 4e kwartaal van 2014. Maasland en De Heegt Voor deze locatie staan renovatiewerkzaamheden in de planning, maar een exacte startdatum is nog niet bepaald. Loovelt en De Ruwaard Voor deze locatie staan renovatiewerkzaamheden in de planning, maar een exacte startdatum is nog niet bepaald. Voor de herbestemmingsprojecten zien we een beperkt risico op het gebied van onvoorziene kosten. Hiervoor hebben we, gelet op de leeftijd van de gebouwen, derhalve een reële inschattingen gedaan.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
33
Grondposities Maaszicht/Grave De oudbouw Maaszicht is beschikbaar voor herontwikkeling. De locatie aan de Prinsenstal is aangemerkt voor verkoop. Dit valt buiten het project Maaszicht (Catharinahof). 3.4.2 Treasury Voor de beheersing van onze risico’s op het vlak van treasury stellen we jaarlijks het financieel statuut vast. In dit statuut liggen de kaders, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast van onze treasurybeleid. Met betrekking tot treasury zijn diverse risico’s te onderkennen: Politieke risico’s De huidige onzekerheid over de politieke besluitvorming maakt het prognosticeren van de kasstromen op middellange en lange termijn erg moeilijk. Inmiddels is de verhuurderheffing een feit. Dit betekent dat we een jaarlijkse uitgave hebben van € 340.835 (in 2014) tot € 570.000 (vanaf 2017). Daar staat tegenover dat ook de inkomensafhankelijke huurverhogingen voor de individueel verhuurde zorg/servicewoningen doorgaan. Daardoor komt de betaalbaarheid van de huren in de toekomst wellicht in het gedrang. Beschikbaarheidsrisico Zowel bij nieuw aan te trekken als bij herfinancieringen is de beschikbaarheid van financieringen een niet te onderschatten risico. Door de vaststelling van het borgingsplafond is de ruimte om geborgde financiering aan te trekken voor ons nihil. Nu er geen ruimte is om geborgde financieringen aan te trekken, komt de beschikbaarheid van de financiering van activiteiten onder druk te staan en moeten we zonder WSW-borging waarschijnlijk duurdere financiering aantrekken. Met betrekking tot de financiering van activiteiten, waarbij we geen gebruik kunnen maken van de AA-rating die WSW borging biedt, ligt de beschikbaarheid van financiering sowieso minder voor de hand. Veelal zal moeten worden uitgegaan van de uit het te financieren project voortvloeiende cashflows. Omdat voor 2015 onze investeringen vooralsnog als gering kunnen worden beoordeeld, is ook het risico van de beschikbaarheid van financieringen gering. Renterisico Bij nieuw aan te trekken leningen en bij renteconversies lopen we renterisico’s. Deze risico’s zijn met betrekking tot de nieuw aan te trekken financieringen nog niet afgedekt. Dit vanwege het feit dat we toekomstige investeringen nog niet als “harde” investeringen hebben aangemerkt, maar ook vanwege het feit dat de door het WSW verstrekte borgingsplafond bereikt is tot 2014. De in de toekomst te genereren kasstromen moeten voldoende blijven om rente en aflossing te kunnen blijven voldoen. 3.4.3 Fiscaliteit De afgelopen jaren is de sector een aantal keer geconfronteerd met wijzigingen op het gebied van fiscaliteit. Wij hebben hiervoor intern diverse maatregelen genomen, waaronder de oprichting van een fiscale kenniskring. Deze kring bestaat uit interne medewerkers en externe adviseurs. Zij adviseren de organisatie over de fiscale ontwikkelingen. Daarnaast bewaakt zij onze fiscale (meerjaren)strategie. Belastingdienst Wij hechten waarde aan een transparante en constructieve relatie met de belastingdienst. Wij zoeken regelmatig afstemming met de belastingdienst over lopende dossiers. In 2014 hebben we concreet afstemming gezocht over de BTW behandeling van de doorbelasting van kosten door verbonden partijen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
34
Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2012 zijn ook zorgcorporaties integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. In 2014 hebben wij de vaststellingsovereenkomst (VSO2A) getekend. Daarin staan afspraken over de waardering op de openingsbalans en de berekening van de vennootschapsbelasting. Wij verwachten in 2015 conform deze afspraken de aangiften vennootschapsbelasting 2012 en 2013 af te wikkelen. Investeringen Wij voeren bij het aangaan van investeringen altijd een fiscale toets uit. Onder investeringen verstaan we dan grond- en vastgoed aankopen, renovatieprojecten en nieuwbouwprojecten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
35
Hoofdstuk 4: Jaarrekening
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
36
4.1
Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming x € 1.000) 31 december 2014
31 december 2013
Ref. Vaste activa Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
EUR
6.1
54.378
6.1
23
EUR
46.031 14 54.401
Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
6.2
3.766
6.2
-
46.045 2.135 192
1.703
1.703 5.469
Financiële vaste activa Onroerende en roerende zaken financial lease Latente belastingvordering(en)
6.3.1 6.3.2
100.279 22
4.030
103.567 100.301
103.567
Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop
6.4
585
425 585
425
60
67
Onderhanden projecten
6.5
Vorderingen Vorderingen op debiteuren Vorderingen op gemeenten Vorderingen op gelieerde maatschappijen Overige vorderingen Overlopende activa
6.6 6.6.1 6.6.2
46 -
1.895 323
6.6.3 6.6.4 6.6.5
9.920 302 91
8.843 22 29
Liquide middelen
6.6.6
Totaal activa
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
10.359
11.112
5.530
3.881
176.705
169.126
37
31 december 2014
31 december 2013
Ref. EUR Vermogen Eigen vermogen Resultaat boekjaar
6.7 6.7
48.341 1.035
EUR 67.006 22.591-
49.376
44.415
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 6.8.1
-
-
-
Langlopende schulden Schulden/leningen overheid 6.9 Schulden/leningen kredietinstellingen 6.9.1 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 6.9.2
2.407 106.434
2.667 105.360
1.703
1.703 110.544
109.730
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan gelieerde maatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
6.10.1 6.10 6.10 6.10.2
4.675 260 954 1.552
4.203 260 538 821
6.10.3 6.10.4 6.10
2.831 4.733 1.780
6.937 349 1.873 16.785
14.981
176.705
169.126
38
4.2
Winst- en Verliesrekening 2014 (x € 1.000) 2014
2013
EUR
EUR
Ref. Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten
7.1 7.2
5.711 3.388
3.982 3.628
Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Renteopbrengst financial lease Overige bedrijfsopbrengsten
7.3 7.4 7.5 7.6
1005655.528 145
2855.2815.732 1
14.107 Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Lasten servicecontracten Onderhoudslasten Overige bedrijfslasten
7.7 7.8 7.9 7.10 7.11
Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeveranderingen van financiële vaste activa Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
7.12
1.999 1.9813.359 1.328 2.922
7.777
2.056 17.134 3.654 263 2.018
7.627
25.125
6.480
17.348-
854
719
7.13
216-
2.100
7.14 7.15 7.16
2 4.387-
898 149 4.582-
Saldo financiële baten en lasten
4.601-
1.435-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
2.733
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
7.17
1.6981.035
18.0644.52722.591-
39
4.3
Kasstroomoverzicht 2014 (directe methode) (x € 1.000) 2014
2013 EUR
Operationele activiteiten Ontvangsten: Ontvangsten van huurders regulier Ontvangsten van huurders financial lease Ontvangsten van subsidiegevers Ontvangsten overige Saldo ingaande kasstromen Uitgaven: Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige Saldo uitgaande kasstromen
8.698 9.494 2.031
(Des)investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen in materiële vaste activa Desinvesteringen vastgoedbeleggingen Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Toename (afname) geldmiddelen in boekjaar
Liquide middelen 1 januari Liquide middelen 31 december Mutatie liquide middelen
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
6.691 9.187 10.259 20.223
3.340 1.446 6.622
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen rente Ontvangen dividend/aflossing Betaalde rente Betaalde winstbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten
EUR
26.137
2.201 910 2.016 11.408
5.127
8.815
21.010
4.4513.716-
149 4.574648
276 563-
16.585
12.2902.4703.314 1.471 5.738287-
5.800 4.512-
15.713-
7.500 4.3701.288
3.130
1.649
4.002
3.881 5.530 1.649
1213.881 4.002
40
4.3.1 Toelichting kasstroomoverzicht Operationele kasstromen De ontvangsten van huurders zijn uitgesplitst naar huurders regulier en huurders financial lease en betreffen met name de volgende posten: Werkelijke huuropbrengsten van huurders regulier incl. servicecontracten (€ 8,6 miljoen) Rente en aflossing van huurders financial lease (€ 9,5 miljoen) De overige ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op betalingen van BrabantZorg aan Stichting ZorgGoedBrabant inzake vergoedingen van exploitatielasten. De overige ontvangsten in 2014 in vergelijking met 2013 zijn een stuk minder maar dit wordt veroorzaakt doordat in 2013 de afrekening van de restant vergoeding van reeds gesloopte dienstencentra en de afrekening van exploitatielasten over de jaren 2007-2012 is opgenomen (respectievelijk. € 5,5 miljoen en € 4,1 miljoen). De uitgaven hebben vooral betrekking op onderhoud (€ 3,3 miljoen) en overige uitgaven (€ 6,6 miljoen). De betalingen overig bestaan hoofzakelijk uit de volgende posten: Afrekeningen met BrabantZorg (€ 0,2 miljoen) Afwikkeling van de rekening couranten (€ 1,7 miljoen) Af te dragen BTW aan de belastingdienst (€ 2,6 miljoen) Overige zoals kosten die betrekking hebben op onafhankelijke accountant, servicekosten etc. (€ 2,1 miljoen) Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten zijn WOZ aanslagen, verzekeringspremies en verhuurderheffing 2014 (€ 1,4 miljoen). De betaalde interest heeft betrekking op de werkelijk betaalde rente in het afgelopen jaar. De betaalde vennootschapsbelasting (€ 3,7 miljoen) heeft betrekking op het boekjaar 2013. Kasstroom investeringsactiviteiten De desinvesteringen in materiële vaste activa (€ 0,3 miljoen) hebben betrekking op het restant van de verkoopopbrengst van het MFC Catharinahof en enkele woningen in 2013, die nog in depot werden gehouden bij de notaris. De investeringen in financiële vaste activa (€ 0,5 miljoen) betreffen de investeringen die betrekking hebben op het project Catharinahof. Kasstroom financieringsactiviteiten De ontvangst uit langlopende schulden (€ 5,8 miljoen) betreft een nieuwe lening die Stichting ZorgGoedBrabant heeft afgesloten met BrabantZorg. De aflossing langlopende schuld (€ 4,5 miljoen) heeft betrekking op de contractueel verschuldigde aflossingsbedragen op leningen aan banken en kredietinstellingen. 4.4 Algemene toelichting 4.4.1 Algemeen Stichting ZorgGoedBrabant heeft de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke toelating in de gemeente Grave, Bernheze, Landerd, Maasdonk, Oss, en Uden en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woonwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. Stichting ZorgGoedBrabant is statutair gevestigd aan de Venusstraat 2 te Oss. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woonzorgcentra en service- en zorgwoningen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
41
4.4.2 Effecten regeringsbeleid Stichting ZorgGoedBrabant wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse (voorgenomen) regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet Verhuurderheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast wordt de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun. De verhuurderheffing naar de kennis van heden loopt voor ZorgGoedBrabant op naar € 570.000 in 2017. Het aandeel in de saneringssteun bedraagt voor 2014 € 250.783. De saneringssteun voor 2015 is door het CFV op nihil gesteld. ZorgGoedBrabant verwacht zonder wezenlijke aanpassingen in haar bedrijfsvoering, met uitzondering van een matiging van haar investeringsbeleid, de aangekondigde verhuurderheffing te kunnen voldoen. Wel moet in bepaalde mate gebruik worden gemaakt van het aangekondigde verruimde huurbeleid. 4.4.3 Schattingswijzigingen In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die nader uiteengezet zijn in de toelichting. 4.4.4 Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Stichting ZorgGoedBrabant zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Voor verdere toelichting wordt naar paragraaf 5.17 verwezen. 4.4.5 Financiële instrumenten Binnen het treasurybeleid van Stichting ZorgGoedBrabant dient het gebruik van financiële instrumenten uitsluitend ter beperking van inherente risico’s (rente-, looptijden marktrisico’s). Het gebruik van financiële instrumenten is slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/ beleggingsportefeuille leidt, welke positief is ten opzichte van een positie, zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Ook in die gevallen dient vooraf toestemming door de Raad van Commissarissen te zijn verleend. Financiële instrumenten, die zijn aangegaan ter dekking van activa en passiva, worden gewaardeerd en gepresenteerd in samenhang met de desbetreffende activa en passiva. Stichting ZorgGoedBrabant maakt thans geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten. 4.4.6 Presentatiewijziging In 2014 heeft ZorgGoedBrabant de vergelijkende cijfers aangepast om de vergelijkbaarheid met het huidige boekjaar te vergroten. Dit zijn de volgende aanpassingen: -
Huuropbrengsten -/- € 186.000 Opbrengsten servicecontracten + € 665.000 Overige bedrijfsopbrengsten -/- € 479.000 Lasten servicecontracten + € 3.359.000 Onderhoudslasten -/- € 1.703.000 Overige bedrijfslasten -/- € 1.656.000
Per saldo is het balanstotaal van de vergelijkende cijfers gelijk gebleven. Het eigen vermogen is gelijk gebleven en het resultaat is gelijk gebleven.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
42
Hoofdstuk 5: Grondslagen voor waardering activa en passiva
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
43
5.1 Regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit Beheer Sociale Huursector, de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (‘WNT’), Titel 9 Boek 2 BW en hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. 5.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Voor een aantal posten zijn de schattingen gewijzigd, zie hiervoor paragraaf 4.4.3. 5.3 Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer namens de corporatie verplichtingen zijn aangegaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de opdracht de aannemer gegund is. 5.4 Materiële vaste activa 5.4.1 Algemene uitgangspunten Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Rente wordt toegerekend aan te vervaardigen materiële vaste activa en vangt aan bij start van de bouw. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
44
Verwerking van groot onderhoud Stichting ZorgGoedBrabant verwerkt de kosten van groot onderhoud aan haar materiële vaste activa als onderdeel van de boekwaarde indien wordt voldaan aan de criteria voor activering. Typen vastgoed in exploitatie Stichting ZorgGoedBrabant heeft diverse typen vastgoed in exploitatie die elk een eigen waarderingsgrondslag hebben: * intramuraal vastgoed wordt gewaardeerd tegen financial lease; * sociaal vastgoed wat wordt gewaardeerd tegen bedrijfswaarde; * commercieel vastgoed wat wordt gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat. In de volgende paragrafen wordt specifieker ingegaan op de genoemde waarderingsgrondslagen. 5.4.2 Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van Stichting ZorgGoedBrabant is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Stichting ZorgGoedBrabant zich als vastgoed beheerder en is de laagste van de vervangingswaarde en de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag Stichting ZorgGoedBrabant waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen de actuele waarde zijnde de laagste van de vervangingswaarde en de bedrijfswaarde onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Onderhoud De lasten van regelmatig voorkomend onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
45
Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast grond (geen afschrijving) en opstal worden er installaties en inventaris onderscheiden. Complexindeling Complexen worden gedefinieerd op basis van groepen van gelijksoortige activa (kasstroomgenererende eenheid). Deze worden gedefinieerd op basis van onderkende product-marktcombinaties. De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen. Bepaling bedrijfswaarde woningen Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van minimaal 15 jaar. De kosten van planmatig groot onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
46
Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten: Investeringsmodel: Disconteringsvoet (%) Prijsindex Huurstijging Huurderving Loonindex, Onderhoudsindex, Bouwindex Marktindex Exploitatietermijn
Huurharmonisatie Verkoopopbrengst Verkoopkosten Verkopen Restwaarde service/zorgwoningen Bedrijfswaarde-gerelateerde lasten Vaste lasten Verhuurderheffing Planmatig onderhoud Overige opbrengsten/lasten
Medio 5,25% 2015: 1,5%, 2016 e.v.: 2% 2015: 2,1%, 2016: 1,2%, 2017: 1,9%, 2018: 1,8% en 2019 e.v.: 2% Vanaf 2014: 1,5% 2015: 1,5%, 2016: 1,95%, 2017: 2,27%, 2018: 2,49%, 2019 e.v.: 3% 2015: 1,25%, 2016 e.v.: 2% Cf. geschatte restant levensduur (variërend 1 tot 70 jaar) Maximale levensduur: 70 jaar Minimale levensduur: 15 jaar tenzij uit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is. n.v.t. taxatiewaarde, indexatie: markt € 12.500 per woning, indexatie: nihil Verkoopprogramma 5 jaar meenemen in bedrijfswaarde Sociale kavelprijs cf. opgaaf gemeente , indexatie: prijsindex Minus sloop/restwaarde kosten: € 16.179,51 Invoer op totaalniveau (naar rato verdeeld over de VHE-aantallen) Invoer op totaalniveau (niet-VHE-aantal afhankelijk) Verhuurderheffing inrekenen voor de gehele looptijd Conform meerjarenonderhoudsbegroting 2015 Conform begroting 2015 / o.b.v. kostenverdeelstaat
De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het maximale bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van onrendabele investeringen in nieuwbouw worden deze verkopen voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken. Daarmee wordt recht gedaan aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel- of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de bestemming van de grond dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
47
Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering (hierna aangeduid als ‘herwaarderingsreserve’) toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende complexen worden hierbij niet gesaldeerd. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een complex worden als volgt verwerkt: Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering) indien en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies; Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor het betreffende complex op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) worden ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst- en verliesrekening verantwoord onder de bedrijfslasten als ‘Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille’. Afschrijvingen Afschrijvingen worden per component lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2014 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. 5.4.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. Bijzondere waardevermindering Stichting ZorgGoedBrabant beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de realiseerbare waarde in de toekomst lager is dan de (verwachte) totale geactiveerde kosten bij oplevering is sprake van een onrendabele investering. Als het deel van de onrendabele investering groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van het betreffende complex, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Wanneer de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening opgenomen (aan de creditzijde van de balans).
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
48
Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. 5.4.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. 5.5 Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als ‘vastgoedbeleggingen in exploitatie’ indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. 5.5.1 Algemene uitgangspunten De algemene uitgangspunten van materiële vaste activa (zie paragraaf 5.4) zijn ook van toepassing op vastgoedbeleggingen, tenzij hierna anders is vermeld. 5.5.2 Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Stichting ZorgGoedBrabant waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen actuele waarde, zijnde de marktwaarde in verhuurde staat. Marktwaarde in verhuurde staat De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De marktwaarde in verhuurde staat wordt als volgt vastgesteld: 1. Recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 2. Recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waardebepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 3. Minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 4. Contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
49
De marktwaarde is gebaseerd op waardebepalingen die zijn uitgevoerd door externe taxateurs van taxatievalidatie instituten welke zijn erkend door de Stichting Taxaties en Validaties (STenV). De marktwaarde betreft de waarde in verhuurde staat en de taxaties betreffen geveltaxaties. Het bezit wordt eens in de drie jaar getaxeerd. Hierbij is gekozen voor een roulatiemodel, waarbij elk jaar minimaal 1/3 van het bezit wordt gewaardeerd. Bedrijfsmatig onroerend goed vormt hierop een uitzondering. Dit wordt integraal getaxeerd. In alle gevallen wordt tevens rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Stichting ZorgGoedBrabant, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat Stichting ZorgGoedBrabant bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van de corporatie lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerkosten. De kosten zoals deze door Stichting ZorgGoedBrabant worden gemaakt, liggen in het algemeen hoger. Dit verschil in kosten wordt veroorzaakt door beleidskeuzes die Stichting ZorgGoedBrabant, in afwijking van een vastgoedbelegger, maakt. In het commercieel vastgoed in exploitatie zijn tevens woongelegenheden opgenomen. Dit zijn woongelegenheden met een huurprijs boven de liberalisatiegrens. Volgens het wetsvoorstel (nr.2013-583 d.d. 24-12-2013) voor de verhuurderheffing is deze heffing alleen verschuldigd voor woongelegenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. Op grond daarvan is bij de waardering van het commercieel vastgoed geen rekening gehouden met de verhuurderheffing. Mutatie marktwaarde in verhuurde staat Mutaties in de marktwaarde van commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winsten -verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. 5.5.3 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Stichting ZorgGoedBrabant verkoopt woningen onder voorwaarden waarbij de koper geen contractueel bepaalde korting op de reële marktwaarde krijgt, maar waarbij Stichting ZorgGoedBrabant wel terugkoopplicht heeft. De verwerking van dergelijke transacties hangt af van de contractuele voorwaarden. Stichting ZorgGoedBrabant onderscheidt hierbij gerealiseerde verkopen en verkopen welke we kwalificeren als een financieringstransactie. Als gerealiseerde verkoop kwalificeren: Verkopen waarbij Stichting ZorgGoedBrabant het recht op terugkoop heeft tegen marktwaarde op terugkoopmoment; Verkopen waarbij Stichting ZorgGoedBrabant een plicht tot terugkoop heeft tegen (verwachte) marktwaarde na het verstrijken van een aanzienlijk deel van de geschatte levensduur. Van deze verkopen wordt het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de boekwaarde op moment van verkoop als resultaat verantwoord onder de post ‘netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille’.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
50
Als financieringstransactie kwalificeren: Verkopen waarbij Stichting ZorgGoedBrabant het recht op terugkoop heeft tegen een bedrag dat significant lager ligt dan de verwachte marktwaarde op terugkoopmoment; Verkopen waarbij Stichting ZorgGoedBrabant een plicht tot terugkoop heeft tegen marktwaarde na het verstrijken van een beperkt deel van de geschatte levensduur; Verkopen waarbij Stichting ZorgGoedBrabant een plicht tot terugkoop heeft tegen een vaste prijs, gebaseerd op de verwachte marktwaarde op terugkoopmoment. Deze als financieringstransactie gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden worden als volgt verwerkt: De betreffende onroerende zaken worden direct voorafgaand aan de verkoop gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs; het verschil met de boekwaarde op dat moment wordt verwerkt: - Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor de betreffende woning(en) op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies; - Bij een waardestijging: als een herwaardering indien en voor zover de actuele waarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies; De woning wordt voor de overeengekomen contractprijs opgenomen onder de Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden; de (nog te) ontvangen contractprijs wordt opgenomen als Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden (eerste waardering). De woning wordt jaarlijks per balansdatum gewaardeerd tegen de marktwaarde op basis van de geldende contractvoorwaarden van de verkoop onder voorwaarden; eventuele waardemutaties worden verwerkt als ‘niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op het bedrag dat de toegelaten instelling verschuldigd zou zijn indien op balansmoment het actief tegen de overeengekomen contractvoorwaarden teruggekocht zou moeten worden. Eventuele mutaties in deze verplichtingen worden in het resultaat verwerkt als ‘niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. 5.5.4 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging wordt bij eerste verwerking gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Daarna vindt waardering plaats tegen de actuele waarde zijnde de marktwaarde.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
51
Mutatie marktwaarde Mutaties in de marktwaarde van vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. 5.6 Financiële vaste activa 5.6.1 Onroerende en roerende zaken financial lease Financial lease wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de overeengekomen toekomstige huurbetalingen. Hierop worden de annuïtair ontvangen aflossingen in mindering gebracht. Indien er sprake is van een bijzondere waardevermindering dan wordt hier mee rekening gehouden door de waardering van de financial lease aan te passen. Een bijzondere waardevermindering ontstaat wanneer de contante waarde van de toekomstige leasetermijnen lager is dan de waardering van de financial lease. Een bijzondere waardevermindering wordt ten laste van het resultaat gebracht. Voor de berekening van de contante waarde wordt het percentage van de afzonderlijke investeringscomponenten als disconteringsvoet gehanteerd. 5.6.2 Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten, beoordeelt Stichting ZorgGoedBrabant op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Stichting ZorgGoedBrabant de omvang van het verlies vanwege bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de winst- en verliesrekening. Dit kon van toepassing zijn op nieuwbouwinvesteringen die een investeringsbesluit kenden vóór 1-1-2012. De investeringsbesluiten, die na 1-1-2012 zijn genomen leiden niet meer tot een bijzondere waardevermindering. 5.7 Voorraden 5.7.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop Opgeleverd vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, alsmede toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 5.7.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, evenals gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, alsmede toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
52
5.8 Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden wordt gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Indien van toepassing, worden hierop de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Indien het saldo van alle onderhanden projecten negatief is, worden onderhanden projecten gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden. 5.9 Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. De vorderingen hebben een looptijd van maximaal een jaar, tenzij anders vermeld. 5.10 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.11 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. 5.11.1 Voorziening onrendabele complexen, investeringen en herstructureringen De voorziening onrendabele complexen betreft complexen met een negatieve bedrijfswaarde. De toekomstige inkomende kasstromen zijn lager dan de toekomstige uitgaande kasstromen, doordat in de aankomende jaren o.a. planmatig onderhoud uitgevoerd zal gaan worden. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. 5.12 Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden na eerste verwerking worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
53
Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als rentelast verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. 5.13 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 5.13.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa. 5.13.2 Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. 5.13.3 Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de corporatie en met name de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht. 5.14 Bedrijfsopbrengsten 5.14.1 Huuropbrengsten Huren worden verantwoord in het jaar waarop de huren betrekking hebben. Bij het toerekenen van de huren aan het boekjaar is rekening gehouden met de in de huurovereenkomsten opgenomen voorwaarden. De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. 5.14.2 Opbrengsten servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
54
5.14.3 Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten Vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de Voorraden) en Onderhanden projecten. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst-en-verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald; de projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten. 5.14.4 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen: Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie; Boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden; Netto verkoopopbrengst bij levering van Vastgoed bestemd voor de verkoop; Verkoopresultaat financial lease; Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten. De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Het verkoopresultaat financial lease wordt vastgesteld op basis van de contante waarde leasecontracten minus de kostprijs van de leasecontracten. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
55
5.14.5 Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille (Bedrijfsopbrengsten) Dit betreffen waardeveranderingen voor zover deze niet de terugneming van eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen betreffen. Deze terugneming wordt via de regel onder de lasten verantwoord. 5.15 Bedrijfslasten 5.15.1 Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over terreinen en op reële waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. 5.15.2 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking vanwege een bijzondere waardevermindering, dan wel een terugneming daarvan. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. 5.15.3 Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst van Stichting BrabantWonen, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. 5.15.4 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 5.15.5 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op marktwaarde geactiveerde activa. 5.15.6 Waardeverandering financiële vaste activa De gerealiseerde waardeveranderingen van de financiële vaste activa hebben betrekking op waarde mutaties van de financial lease contracten. 5.15.7 Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
56
De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Geactiveerde rente wordt in de winst- en verliesrekening in mindering gebracht op de post rentelasten en soortgelijke kosten. 5.15.8 Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. 5.15.9 Belastingen Door onze status als toegelaten instelling zijn we integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting vanaf 1 januari 2012. Om onze jaarlijkse belastinglast te kunnen bepalen zijn er met de belastingdienst afspraken gemaakt over de waardering op de fiscale openingsbalans en een aantal (sector)specifiek uitgangspunten voor de resultaatbepaling. Deze afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (de zogenaamde VSO2A). Wij hebben deze overeenkomst in 2014 ondertekend. Eind 2014 zijn we gestart met het opstellen van de fiscale openingsbalans en de verwachting is dat we in het tweede kwartaal 2015 de aangifte vennootschapsbelasting 2012 indienen. In het verleden zijn er vanuit voorzichtigheidsprincipes al voorzieningen gevormd voor af te dragen vennootschapsbelasting. Daarnaast hebben we de afgelopen periode ook overleg gevoerd met de belastingdienst over de effecten voor de omzetbelasting ten aanzien van de doorbelastingen vanuit BrabantWonen. Ook ten aanzien van dit dossier hebben we uiteindelijk afspraken met de belastingdienst gemaakt en vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Hierdoor heeft ZorgGoedBrabant nog recht op teruggaaf van omzetbelasting vanaf 2009. 5.16 Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Stichting ZorgGoedBrabant dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente risico’s (rente-, looptijd- en marktrisico’s). Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Valutarisico Stichting ZorgGoedBrabant is alleen werkzaam in Nederland en loopt daarom geen valutarisico. Volgens het Financieel Statuut mag alleen in euro’s worden belegd/ gefinancierd. Renterisico Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Stichting ZorgGoedBrabant risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot de vorderingen zijn geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd. Kredietrisico Stichting ZorgGoedBrabant heeft geen significante concentraties van kredietrisico’s. Stichting ZorgGoedBrabant maakt gebruik van meerdere banken teneinde kredietrisico te spreiden. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
57
Liquiditeitsrisico Stichting ZorgGoedBrabant maakt gebruik van meerdere banken om over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. 31 december 2014 EUR Bankschuld Kredietlimiet Aangegane verplichtingen Nog niet benutte borgingsruimte WSW (2014)
-
Beschikbaarheidsrisico Voor de beschikbaarheid van financiering is de organisatie sterk afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Debiteurenrisico’s Stichting ZorgGoedBrabant kent voor de contracten met betrekking tot de financial lease één tegenpartij: BrabantZorg. De omzet van de financial lease contracten ten opzichte van de totale omzet is substantieel. 5.17 Belangrijke inschattingen t.a.v. waardering en resultaatbepaling De jaarrekening wordt overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW opgesteld. Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. 5.17.1 Waardering vaste activa 5.17.1.1 Materiële vaste activa, realiseerbare waarde Stichting ZorgGoedBrabant waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie op actuele waarde, zijnde de bedrijfswaarde. Hierdoor hebben schattingen waarop de bedrijfswaarde is gebaseerd een belangrijke invloed op de waardering van het sociaal vastgoed in exploitatie en het resultaat over het boekjaar. De kasstromen waarop de bedrijfswaarden zijn gebaseerd hebben in het algemeen een redelijk voorspelbaar trendmatig karakter. De volgende aspecten kennen ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening een grotere onzekerheid: Verkoopportefeuille Als onderdeel van de bedrijfswaardeberekeningen is rekening gehouden met de verkoop van in totaal 22 woningen (De Wellen). Dit aantal is gebaseerd op het verkoopplan 2014-2018. De doorstroming op de woningmarkt stagneert en de opbrengsten van woningverkopen staan onder druk. De woningverkopen vormen een onzeker element in de berekeningen. 5.17.1.2 Vastgoedbeleggingen, marktwaarde De belangrijkste uitgangspunten welke bij de bepaling van de marktwaarde van de op actuele waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen zijn gehanteerd zijn als volgt: Gemiddelde resterende looptijd bestaande huurcontracten Deze is voor contracten met een bekende looptijd gebaseerd op de contractueel minimaal resterende contractduur.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
58
5.17.1.3 Financiële vaste activa Het uitgangspunt is dat in de waardering rekening is gehouden met de effecten van het totaal van de geëxtramuraliseerde zorgplaatsen per 31 december 2014. Wet en regelgeving kunnen echter bepalend zijn voor het tempo waarin extramuralisatie van zorgplaatsen naar zorgwoningen plaatsvindt. Deze toekomstige financiële effecten die hieruit volgen zijn niet verwerkt in de waardering. 5.17.1.4
Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. 5.17.2 Verwerking fiscaliteit Met betrekking tot de vennootschapsbelasting hebben wij een fiscale strategie gekozen en een fiscale planning opgesteld, die nog niet zijn besproken met de belastingdienst. Hierdoor is het mogelijk dat gekozen uitgangspunten niet door de belastingdienst worden overgenomen; de gepresenteerde acute belastinglast over 2013 en 2014 kan daarom nog wijzigen. Voor onze fiscale strategie en fiscale planning volgen wij de binnen de sector gangbare standpunten, die naar de mening van de belastingadviseurs pleitbaar zijn. 5.18 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van rente en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De ontvangsten van de leasetermijnen op basis van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing en de rente beide aangemerkt als ontvangst uit operationele activiteiten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
59
Hoofdstuk 6: Toelichting op de balans
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
60
6.
Toelichting op de balans (x € 1.000)
6.1 Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Sociaal vastgoed in exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Totaal
EUR
EUR
EUR
31 december 2013 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
87.252 2.620
-
87.266 2.620
43.841-
-
43.841-
Boekwaarde per 31 december 2013
46.031
Mutaties 2014 Investeringen Herclassificatie Herwaardering Afschrijvingen Waardeverminderingen Terugneming van waardeverminderingen
5.019 5803.926 1.9992.5004.481
Totaal mutaties
8.347
14
14
23 14-
46.045
5.042 5803.926 1.9992.5144.481
9
8.356
23
31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
91.341 6.546
-
91.364 6.546
43.509-
-
43.509-
Boekwaarde per 31 december 2014
54.378
23
54.401
De waarde van de vastgoedportefeuille sociaal vastgoed laat eind 2014 een waardestijging zien van € 8,3 miljoen ten opzichte van de waarde eind 2013. Deze stijging hangt grotendeels samen met de oplevering van de 31 geëxtramuraliseerde zorgwoningen, die voorheen als intramurale eenheden onder de financiële vaste activa verantwoord werden (financial lease intramurale complexen). Deze mutatie is als desinvestering terug te vinden op blz. 66 bij de toelichting op de balanspost financiële vaste activa. Daarnaast is de MeerJarenOnderhoudsplanning (MJOP) sterk versoberd en zijn de uitgangspunten van het MJOP voor de komende jaren verscherpt, wat een positief effect heeft op de waardeontwikkeling van het vastgoed. De bedrijfswaarde is bepaald op basis van de uitgangspunten, zoals die zijn vermeld in paragraaf 5.4.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
61
De boekwaarde van de woningen in exploitatie gebaseerd op historische kostprijs bedraagt € 76,5 miljoen. De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt: Grond geen afschrijvingen Casco lineair 50 jaar Installaties lineair 25 jaar Inrichting lineair 15-25 jaar Onder de post afschrijving is de afschrijving over de bedrijfswaarde opgenomen. In de post sociaal vastgoed in exploitatie zijn 784 woningen opgenomen. Daarnaast zijn er 2 verhuureenheden Zorghotel opgenomen. In het Zorghotel zijn 78 plaatsen kortdurend verblijf opgenomen. De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze woningen bedraagt € 105,9 miljoen. In het boekjaar werd ter zake van onroerende zaken in ontwikkeling geen bouwrente geactiveerd. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 2,70 %. Door de corporatie is een verkoopplan opgesteld voor 22 woningen in het complex De Wellen. Naar verwachting zullen er geen woningen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 4,3 miljoen. De boekwaarde op basis van historische kostprijs bedraagt eind verslagjaar € 6,2 miljoen van de verkopen. Verzekeringen en zekerheden De woningen en woongebouwen zijn verzekerd tegen brand en stormschade voor maximaal de aanschaf- of voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. De verzekerde som op basis van herbouwwaarde op balansdatum bedraagt € 248,0 miljoen. Het onroerend goed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder WSW garantie. In het verslagjaar heeft Stichting ZorgGoedBrabant het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het gehele bezit. Tot aan de dagtekening van de jaarrekening heeft het WSW van deze volmacht geen gebruik gemaakt. Per balansdatum waren geen verplichtingen aangegaan met betrekking tot investeringen nieuwbouw. Stichting ZorgGoedBrabant heeft geen roerende en onroerende zaken ten dienste van de exploitatie in bezit.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
62
6.2 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel vastgoed in exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Totaal
EUR
EUR
EUR
EUR
31 december 2013 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
4.061 131
2.268 -
2.057-
2.076-
Boekwaarde per 31 december 2013
2.135
192
Mutaties 2014 Investeringen Herclassificatie Desinvesteringen Niet gerealiseerde waardeverandering Overboekingen
1.753 50-
1.703
8.082 131 4.183-
4.030
14 580 854 183
9183-
-
1.631
192-
-
1.439
Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
6.914 153
-
1.753 -
8.667 153
3.301-
-
Boekwaarde per 31 december 2014
3.766
-
Totaal mutaties
-
14 580 9854 -
31 december 2014
501.703
3.3515.469
Het commercieel vastgoed in exploitatie laat een waardestijging zien van € 1,6 miljoen Dit wordt veroorzaakt door herclassificaties van woningen en de oplevering van 112 parkeerplaatsen behorende bij het nieuwbouw project Catharinahof. Geherclassificeerde woningen zijn woningen die vorig boekjaar behoorden tot de het sociaal vastgoed maar eind 2014 een huur hebben, die hoger is dan de liberalisatiegrens van € 669,48 en daarom zijn toegevoegd aan de commerciële vastgoedportefeuille. In de post commercieel vastgoed in exploitatie zijn 17 woningen, 5 bedrijfsruimten en 112 parkeerplaatsen opgenomen. De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 4,1 miljoen. De actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 2,7 miljoen. De bedrijfswaarde is bepaald op basis van de uitgangspunten, zoals die zijn weergegeven in paragraaf 5.4. De voorgenomen verkopen zijn ingerekend voor maximaal vijf jaar.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
63
De overboeking uit commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat uit:
EUR Overboeking naar commercieel vastgoed in exploitatie Presentatiewijziging onrendabele investering via voorziening
2.2592.076 183-
De overboeking naar commercieel vastgoed in exploitatie betreft de oplevering van 112 parkeerplaatsen Catharinahof Grave. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Gedurende 2014 hebben er geen mutaties plaatsgevonden, zodat de taxatiewaarde eind 2014 gelijk is aan de taxatiewaarde eind 2013. 6.3 Financiële vaste activa 6.3.1 Onroerende en roerende zaken financial lease Het verloop van de onroerende en roerende zaken financial lease kan als volgt worden gespecificeerd: Onroerende Onroerende en roerende en roerende zaken zaken financial financial lease 2014 lease 2013 EUR
EUR
31 december 2013 Bruto investering lease ontvangsten/waardemutatie
128.860 16.450-
119.651 14.315-
Boekwaarde per 31 december 2013
112.410
105.336
Mutaties Investeringen Desinvesteringen Lease ontvangsten Waardevermeerderingen
6.038 4.8284.189167-
20.349 11.1394.2632.126
Totaal mutaties
3.146-
7.073
31 december 2014 Bruto investering lease ontvangsten/waardemutatie
130.070 20.805-
128.860 16.451-
Boekwaarde per 31 december 2014
109.265
112.410
Kortlopend (<1 jaar) Saldo per 31 december 2014
8.986100.279
8.843103.567
Stichting ZorgGoedBrabant waardeert haar intramuraal vastgoed op basis financial lease. De waarde van de portefeuille is toegenomen door de opname van investeringen inzake herbestemmingsprojecten Martinushuis (€ 2,1 miljoen) en Wilberthof (€ 3,6 miljoen) in het “huurdossier” conform het investeringsbesluit.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
64
Het restant van € 0,3 miljoen bestaat uit kleinere investeringen gedaan in diverse zorgcomplexen. Anderzijds is de waarde van de financial lease afgenomen doordat er extramuralisatie van 31 zorgplaatsen naar zorgwoningen heeft plaatsgevonden en aflossingen op de financial lease contracten. Per saldo ontstaat er een waardedaling van € 3,1 miljoen op de vastgoedportefeuille eind 2014 ten opzichte van de waarde eind 2013. De desinvesteringen hebben betrekking op de extramuralisatie van de 31 zorgplaatsen in 2014 tegen financial lease waarde. Het verschil van € 0,2 miljoen met de waarde zoals ze worden opgenomen onder het sociaal vastgoed in exploitatie is verantwoord onder het verkoopresultaat (zie tabel 7.4) In onderstaande tabel zijn de desinvesteringen uitgesplitst naar onderstaande zorgcomplexen. Daarnaast is een bedrag opgenomen wat betrekking heeft op een eindafrekening van het project De Wellen. Zorgcomplex Heelwijk Laarstede Catharinahof Subtotaal De Wellen Totaal
Desinvestering € 1,4 miljoen € 1,2 miljoen € 2,1 miljoen € 4,7 miljoen € 0,1 miljoen € 4,8 miljoen
In onderstaande tabel is een uitsplitsing gegeven van de nominaal ingerekende bedragen afgezet tegen de contante waarde. De nominale waarde van de grond bedraagt € 17,4 miljoen. Dit bedrag wordt nominaal bij de contante waarde van de leasetermijnen geteld. Omschrijving Grond Aflossing Rente Totaal
Nominaal € 17,4 miljoen € 86,9 miljoen € 71,6 miljoen € 175,9 miljoen
Contante waarde € 17,4 miljoen € 46,9 miljoen € 44,9 miljoen € 109,2 miljoen
De opbouw van de financial lease (rente en aflossing) naar periode weergegeven. 2014
2013
EUR
EUR
Looptijd >1 jaar t/m 5 Looptijd > 5 jaar
8.986 33.334 49.537
8.843 28.869 56.990
Totaal Nominale waarde grond
91.857 17.408
94.702 17.708
109.265
112.410
Looptijd < 1 jaar
Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
65
6.3.2 Latente belastingvordering(en) Voor één tijdelijk verschil tussen de commerciële en de fiscale waardering hebben we een latentie opgenomen. Voor het disagio op de leningenportefeuille in de komende 5 jaar, nemen we een actieve latentie van € 21.552. 6.4
Voorraden 2014
2013
EUR
EUR
Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop
585 -
425 -
Stand per 31 december
585
425
Vastgoed bestemd voor de verkoop betreft het in eerdere jaren aangekochte pand Dr.Wiegersmastraat 1 te Lith en Paus Joanneslaan 23 te Erp. Nadat Dr.Wiegersmastraat 1 in 2013 is afgewaardeerd tot taxatiewaarde hebben wij op basis van de transactieprijzen in het 4e kwartaal 2014 van vergelijkbare woningen geen aanvullende afwaardering toegepast. Paus Joanneslaan 23 is in 2010 aangekocht zodat BrabantZorg daar tijdelijk de dagactiviteiten nabij Simeonshof te Erp kon exploiteren. Het pand staat al geruime tijd leeg. Mogelijk gaan we dit pand verkopen. 6.5 Onderhanden projecten Onderstaand is de stand van de onderhanden projecten en de gedeclareerde termijnen opgenomen: 2014 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen < 0
2014 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen > 0
Totaal
EUR
EUR
EUR
Overig
60
-
60
Stand per 31 december
60
-
60
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
66
2013 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen < 0
2013 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen > 0
Totaal
EUR
EUR
EUR
Overig
67
-
67 -
Stand per 31 december
67
-
67
De onderhanden projecten in 2014 betreffen enkele termijnen van brandwerende voorzieningen (€ 53.000) en voorbereidingskosten architect (€ 7.000) op ingrijpende verbouwingen in dienstencentra. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. 6.6 6.6.1
Vorderingen Vorderingen op debiteuren 2014
2013
EUR
EUR
Huurdebiteuren Debiteuren Af: voorziening wegens oninbaarheid
34 21 9-
112 1.838 55-
Stand per 31 december
46
1.895
Het debiteurensaldo 2014 ten opzichte van 2013 is substantieel lager. Dit hangt samen met het verantwoorden van de vorderingen op BrabantZorg en ZorgGoedBrabant 2 onder de vorderingen op participanten en gelieerde maatschappijen, en niet meer onder de post debiteuren. BrabantZorg en ZorgGoedBrabant 2 worden namelijk beschouwd als gelieerde maatschappijen. 6.6.2
Vorderingen op gemeenten 2014
2013
EUR
EUR
Gemeente Oss
-
323
Stand per 31 december
-
323
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
67
6.6.3
Vorderingen op gelieerde maatschappijen 2014
2013
EUR
EUR
Rekening courantverhouding ZorgGoedBrabant 2 Vordering op BrabantZorg
70 9.850
8.843
Stand per 31 december
9.920
8.843
De vordering op BrabantZorg betreft de aflossing en rente financial lease 2015, ad € 9,0 miljoen, en de afrekening van exploitatielasten, huur en elektra 2014, ad € 0,85 miljoen. 6.6.4
Overige vorderingen 2014
2013 EUR
Te ontvangen omzetbelasting i.v.m. doorbelasting over de jaren 2009-2014 Vordering op VvE Catharinahof Overige vorderingen
145 130 27
Stand per 31 december
302
EUR
22 22
De vordering op de VvE Catharinahof heeft betrekking op facturen die zijn betaald door Stichting ZorgGoedBrabant en nog dienen te worden doorbelast aan de VvE. 6.6.5
Overlopende activa 2014
2013
EUR
EUR
Premie brandverzekering 2015 Vooruitbetaalde huur 2015 Mooiland Maasland Overige
68 21 2
Stand per 31 december
91
6.6.6
29 29
Liquide middelen 2014
2013
EUR
EUR
Direct opvraagbaar Kas / bank / giro
5.530
3.881
Stand per 31 december
5.530
3.881
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
68
6.7 6.7.1
Vermogen Eigen vermogen
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Stand per 1 januari
2014
2013
EUR
EUR
44.415
Overige mutaties Uit resultaatbestemming
69.951
3.926 1.035
Stand per 31 december
2.94522.591-
49.376
44.415
De overige mutaties hebben betrekking op waardeveranderingen van het sociaal vastgoed die direct aan de herwaarderingsreserve, opgenomen binnen het eigen vermogen, worden toegevoegd. De totale mutatie van het eigen vermogen in 2014 betreft € 4,9 miljoen. Dit verloop is opgebouwd uit € 3,9 miljoen dat rechtstreeks wordt toegevoegd aan het eigen vermogen en € 1,0 miljoen dat volgt vanuit het daadwerkelijke resultaat (zie 4.2 Winst- en Verliesrekening). In het vermogen is per 31 december 2014 een herwaarderingsreserve opgenomen van € 6,7 miljoen. De herwaarderingsreserve heeft voor € 6,5 miljoen betrekking op het sociaal vastgoed (zie 6.1 materiële vaste activa) in exploitatie en voor € 0,2 miljoen betrekking op het commercieel vastgoed in exploitatie (zie 6.2 vastgoedbeleggingen). Per 31 december 2013 was de herwaarderingsreserve van het sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie in totaal € 2,7 miljoen. 6.8 Voorzieningen 6.8.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen De voorziening wordt gevormd indien een project intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd is. Vrijval van de voorziening vindt plaats bij oplevering. Jaarlijks wordt de voorziening gemuteerd aan de hand van de verwachte stichtingskosten en de berekende bedrijfswaarde. Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Onrendabele investeringen nieuwbouw 2014
Onrendabele investeringen nieuwbouw 2013
EUR
EUR
Stand per 1 januari
-
1.414
Mutaties Dotaties Onttrekkingen Vrijval Totaal mutaties
769 769-
9.195 8.8291.7801.414-
Stand per 31 december
-
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
-
69
De mutaties in de voorziening hebben geheel betrekking op de in 2014 in gebruik genomen parkeerplaatsen Catharinahof. Omschrijving Presentatiewijziging onrendabele investering via voorziening Onttrekking commercieel vastgoed in exploitatie Oplevering bij ingebruikname
6.9
EUR Toelichting 2.076 Zie 6.2 vastgoedbelegging 1.307769 Zie 7.11 niet gerealiseerde waardeverandering
Langlopende schulden Stand per 31 december 2014
Aflossingsverplichting 2015
Stand excl. Kortlopend deel van de leningen
Resterende looptijd > 1 jaar
Resterende looptijd > 5 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Schulden/Leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Totaal
2.667
260
2.407
1.041
1.366
111.111
4.677
106.434
19.815
86.619
-
-
20.856
87.985
1.703
-
115.481
4.937
1.703
110.544
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zoals hierboven toegelicht zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. Het vervalschema van de langlopende schulden in de komende 5 jaar is hieronder weergegeven: Aflosbaar over 2 jaar
Aflosbaar over 3 jaar
Aflosbaar over 4 jaar
Aflosbaar over 5 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen
260 4.782
260 4.893
260 5.010
260 5.131
Totaal
5.042
5.153
5.270
5.391
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
70
6.9.1 Leningen overheid en kredietinstellingen De mutaties in 2014 van de langlopende schulden kunnen als volgt worden toegelicht:
Stand per 1 januari 2014
Schulden/ Leningen overheid
Schulden/ Leningen kredietinstellingen
Totaal
EUR
EUR
EUR
2.927
Mutaties Nieuwe leningen Aflossingen
109.563
112.490
260-
5.800 4.252-
5.800 4.512-
Stand per 31 december 2014 Naar kortlopende schulden
2.667 260-
111.111 4.677-
113.778 4.937-
Stand per 31 december 2014
2.407
106.434
108.841
Hieronder zijn begrepen leningen met een gemiddelde rente van 4,21% (2013: 4,15%). Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 104.857.000 opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. De duration (gewogen gemiddelde van de looptijden) van de portefeuille bedraagt 8,37 jaar (2013: 8,5 jaar). 6.9.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2014
2013
EUR
EUR
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen / vermeerderingen
1.753 50-
-
Stand per 1 januari
1.703
-
Mutaties Verplichtingen ontstaan bij nieuwe overdrachten Afwaarderingen
-
1.753 501.703
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen / vermeerderingen
1.753 50-
1.753 50-
Stand per 31 december
1.703
1.703
De terugkoopplicht heeft betrekking op de marktwaarde eind 2014 van 9 woningen. De marktwaarde is bepaald op basis van geveltaxaties door een externe taxateur. Omdat de marktwaarde eind 2014 gelijk is gebleven aan de marktwaarde eind 2013, is de terugkoopverplichting ook gelijk gebleven.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
71
6.10
Kortlopende schulden
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva Stand per 31 december 2014
2014
2013
EUR
EUR
4.675 260 954 1.552 2.831 4.733 1.780
4.203 260 538 821 6.937 349 1.873
16.785
14.981
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden. Voor het in deze post opgenomen kortlopende deel van langlopende schulden aan kredietinstellingen en gemeenten, verwijzen wij naar de toelichting op de langlopende schulden. De schulden aan leveranciers stijgen ten opzichte van het verslagjaar 2013 met € 0,4 miljoen als gevolg van schulden aan aannemingsbedrijven. De schulden aan verbonden partijen betreft de afrekening van de rekening courantverhouding met BrabantWonen en BrabantWonenEnergie van € 0,8 miljoen, de doorbelasting van de niet gefactureerde omzetbelasting over de jaren 2009 t/m 2014 vanuit BrabantWonen, de overboeking van het pand Paus Joanneslaan 23 te Erp naar ZorgGoedBrabant 2 ad € 0,3 miljoen, de afrekening van een te ontvangen verzekeringsuitkering van € 94.000 negatief. De overlopende passiva betreft hoofdzakelijk de nog niet vervallen rente ad € 1,7 miljoen. 6.10.1 Schulden aan kredietinstellingen 2014
2013
EUR
EUR
Verschuiving aflossingsverplichting 2015
4.675
4.203
Stand per 31 december
4.675
4.203
De schulden aan kredietinstellingen zijn opgebouwd uit de aflossingsverplichting 2015 ad. € 4,7 miljoen. Deze aflossingsverplichting is verschoven van langlopende naar kortlopende schulden aan kredietinstellingen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
72
6.10.2 Schulden aan gemeenten 2014
2013
EUR
EUR
Verschuiving aflossingsverplichting 2015
260
260
Stand per 31 december
260
260
De schulden aan gemeenten zijn opgebouwd uit de aflossingsverplichting 2015 ad. € 260.000. Deze aflossingsverplichting is verschoven van langlopende naar kortlopende schulden aan kredietinstellingen. In het kader van vergelijkbaarheid is in de jaarrekening 2013 een bedrag van € 260.000 verplaatst van kortlopende schulden aan kredietinstellingen naar gemeenten. Het betreft de aflossing van leningen die bij de gemeente Oss zijn afgesloten. 6.10.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen
Vennootschapsbelasting: Huidig boekjaar Boekjaar 2013 Boekjaar 2012 Omzetbelasting: Afdracht 4e kwartaal Stand per 31 december
2014
2013
EUR
EUR
1.721 823 46
2.027 2.500
241
2.410
2.831
6.937
Over de betaling van de aanslag over het boekjaar 2013 zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst. Er staat nog een termijn open van € 0,8 miljoen. De vennootschapsbelasting huidig boekjaar bestaat uit de te betalen vennootschapsbelasting over het belastbaar resultaat gecorrigeerd met de latentie van € 0,022 miljoen veroorzaakt door agio op de leningen. 6.10.4 Overige schulden 2014
2013
EUR
EUR
Afrekening Zorgcentrum Wilberthof Afrekening Zorgcentrum Martinushuis Overige schulden
2.927 1.664 142
349
Stand per 31 december
4.733
349
De stijging van de overige schulden ten opzichte van het voorgaand boekjaar met € 4,6 miljoen is het gevolg van nog te maken kosten door aannemingsbedrijven voor de complexen Wilberthof en Martinushuis in 2014. Deze complexen zijn conform het investeringsbesluit in het huurdossier 2014 opgenomen. De overige schulden hebben voor € 0,088 miljoen betrekking op de overloop van het planmatig onderhoud.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
73
6.11 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 6.11.1 Huurverplichtingen Het jaarlijks bedrag van met derden aangegane huurverplichtingen van onroerend goed bedraagt in totaal € 265.359. De huurverplichtingen lopen van 2011 tot en met 2031. 6.11.2 Obligo WSW WSW-deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Indien het WSW een beroep gaat doen op de obligoverplichting dient Stichting ZorgGoedBrabant € 4.037.100 aan het WSW te voldoen. 6.11.3 Investeringsverplichtingen Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor de uitvoering van (inmiddels opgeleverde) nieuwbouwprojecten tot een bedrag van € 3.395.964 (in 2013 € 946.105). Deze verplichtingen komen naar verwachting tot afwikkeling in een periode van 1 tot 3 jaar ná balansdatum. 6.11.4 Onderhoudsverplichtingen Einde boekjaar is er voor € 56.135 onderhoudsverplichtingen aangegaan waarvan de uitvoering nog ter hand moet worden genomen. 6.11.5 Heffing saneringsfonds Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft het verbeterplan van Vestia goedgekeurd. Met dit plan heeft de woningcorporatie eind 2021 zicht op duurzaam financieel herstel, aldus het CFV. Tot 2017 heeft Vestia voldoende mogelijkheden om leningen af te lossen. Daarna hangt het financieel herstel, en dus de kans op een nieuwe saneringsheffing, af van de rentestand. 6.11.6 Borgstelling PROJECT Huur pand Raadhuislaan
BEDRIJF Stichting Beheer Raadhuislaan
Bedrag € 51.420
6.12 Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting ZorgGoedBrabant en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
74
Hoofdstuk 7: Toelichting op de winst- en verliesrekening
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
75
7.
Toelichting op winst- en verliesrekening (x € 1.000)
7.1
Huuropbrengsten
Woningen en woongebouwen Af : huurderving wegens leegstand Totaal huuropbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
5.861 150 5.711
4.162 180 3.982
De "te ontvangen netto huur" is gewijzigd als gevolg van: verhoging van de huren wegens algemene huurverhoging van 3,96%; het in exploitatie nemen van 31 geëxtramuraliseerde woningen in huur; het opleveren van 112 parkeerplaatsen behorend bij het project Catharinahof in Grave. De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven:
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
7.2
Oss Landerd Bernheze Grave Uden
2014
2013
EUR
EUR
3.524 277 575 441 1.044
2.842 226 427 49 618
5.861
4.162
Opbrengsten servicecontracten
2014
2013
EUR
EUR
Dienstencentra Zorgwoningen
2.229 1.159
2.580 1.048
Totaal opbrengsten servicecontracten
3.388
3.628
In de opbrengsten servicecontracten is een bedrag van € 1.737 per zorgplaats als voorschot opgenomen. Dit bedrag dient als voorcalculatorische vergoeding voor exploitatielasten (zoals algemeen beheer, onderhoud, contributie, verzekering en belastingen) die door Stichting ZorgGoedBrabant worden gedeclareerd bij BrabantZorg. Eind 2013 zijn servicewoningen in de complexen De Wellen en Catharinahof opgeleverd. De opbrengsten servicecontracten laten toch een daling zien in vergelijking met 2013, doordat er een plafond gesteld is aan de kosten voor onderhoud en renovaties.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
76
7.3
Wijziging in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop
Mutatie Vastgoed bestemd voor de verkoop Totaal wijzigingen in vastgoed verkoop en onderhanden projecten
bestemd
2014
2013
EUR
EUR
100-
285-
100-
285-
voor
De huidige taxatiewaarde van de Paus Joanneslaan 23 te Erp is ruim € 0,1 miljoen lager dan de aanschafwaarde. 7.4
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 2014
2013
EUR
EUR
Verkoopresultaat nieuwbouw Verkoopresultaat financial lease
25540-
1515.130-
Saldo netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
565-
5.281-
Het verkoopresultaat financial lease bestaat uit de volgende componenten:
Investeringen nieuwbouw Extramuralisatie zorgplaatsen
2014
2013
EUR
EUR
340200540-
5.1355 5.130-
Het verkoopresultaat is opgebouwd uit de verkoopresultaat nieuwbouw en het verkoopresultaat financial lease. Het verkoopresultaat nieuwbouw laat een negatief verkoopresultaat zien van € 25.000 en heeft betrekking op de nagekomen kosten van het in 2013 verkochte MFC Catharinahof en 9 koopwoningen. Het verkoopresultaat financial lease is opgebouwd uit investeringen nieuwbouw en de extramuralisatie van de zorgplaatsen in 2014. De investeringen nieuwbouw laten een negatief verkoopresultaat zien van € 0,3 miljoen (zie onderstaande tabel). Locatie EUR Reden Catharinahof 208.000 Nagekomen kosten niet in huurdossier ivm investeringsbesluit voor 1-1-2012 De Wellen 132.000 Teveel aan kosten opgenomen in huurdossier Totaal 340.000
Het totale resultaat op de zorgplaatsen is € 0,2 miljoen verliesgevend (zie toelichting bij 6.3 financiële vaste activa), dit is omgerekend per zorgplaats € 6.500 negatief.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
77
7.5
Rente opbrengsten financial lease 2014
2013
EUR
EUR
Renteopbrengst financial lease
5.528
5.732
Totaal renteopbrengsten financial lease
5.528
5.732
De afname van de renteopbrengsten financial lease wordt veroorzaakt door de extramuralisatie van 31 zorgplaatsen. 7.6
Overige bedrijfsopbrengsten 2014
2013
EUR
EUR
Overige bedrijfsopbrengsten
145
1
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
145
1
De opbrengsten in 2014 betreffen de terugbetaling van omzetbelasting vanuit BrabantWonen over de jaren 2009 t/m 2014 (€ 145.000), die Stichting ZorgGoedBrabant zelf dient af te rekenen met de belastingdienst. 7.7
Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 2014
2014
EUR
EUR
Afschrijving sociaal vastgoed in exploitatie
1.999
2.056
Totaal afschrijvingen
1.999
2.056
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
78
7.8
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille 2014
2013
EUR
EUR
Mutatievoorziening onrendabele complexen Waardeverminderingen sociaal vastgoed in ontwikkeling Afgeboekte projecten Waardeverandering sociaal vastgoed in exploitatie Gerealiseerde herwaardering sociaal vastgoed in exploitatie Terugneming waardeverandering sociaal vastgoed in exploitatie Totaal waardeveranderingen (im)materiele vaste activa
-
7.368 240
2.565 65-
40010.920 356-
4.481-
638-
1.981-
17.134
De totale waardeverandering laat een substantiële afwijking zien in vergelijking met afgelopen jaar. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat in het verslagjaar 2013 de verhuurderheffing een feit werd waardoor de bedrijfswaarde dat jaar sterk daalde. Vervolgens had dit ook impact op de waardeverandering dat verslagjaar. Dit jaar is de waardeverandering van € 1,98 miljoen minder groot. Door verandering van parameters en andere uitgangspunten ontstaat er per complex een positieve of negatieve waardemutatie. 7.9
Lasten servicecontracten 2014
2013
EUR
EUR
Dienstencentra Zorgwoningen
2.229 1.130
2.580 1.074
Totaal lasten servicecontracten
3.359
3.654
De lasten servicecontracten laten een daling zien in vergelijking met 2013, doordat er een plafond gesteld is aan de kosten voor onderhoud en renovaties. Hierdoor is er minder aan klachten- en contractonderhoud uitgegeven.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
79
7.10
Onderhoudslasten
Onderhoudslasten (niet cyclisch) Onderhoudslasten (cyclisch) Totaal onderhoudslasten
2014
2013
EUR
EUR
908 420
62 201
1.328
263
De onderhoudslasten zijn te verdelen in:
Planmatig onderhoud Mutatie-onderhoud Klachtenonderhoud Totaal onderhoudslasten
2014
2013
EUR
EUR
420 1 907 1.328
201 264 263
Het klachtenonderhoud bestaat uit diverse onderhoudscomponenten zoals het dagelijks onderhoud (€ 0,6 miljoen), contractonderhoud (-/- € 0,7 miljoen), huurdersonderhoud inclusief inbraakpreventie (€ 0,5 miljoen) en resterend onderhoud (0,5 miljoen). Ten opzichte van 2014 zijn de verantwoorde ouderhoudsuitgaven in 2013 laag. Eind 2012 stond er een bedrag aan “nog te fiatteren” facturen open van € 2.902.149. Gezien de hoogte van het bedrag, en om de kosten mee te nemen in het resultaat 2012, is in overleg met de onafhankelijke accountant besloten om deze kosten deels in de materiële vaste activa (€ 1.232.125), en deels in het planmatig onderhoud (€ 1.670.024) op te nemen. In 2013 zijn deze kosten teruggeboekt, waardoor de verantwoorde onderhoudslasten in 2013 lager zijn dan de werkelijke uitgegeven onderhoudslasten.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
80
7.11
Overige bedrijfslasten
Beheerskosten Algemene beheer- en administratiekosten Bestuurskosten Subtotaal beheerskosten
2014
2013
EUR
EUR
799 359 1.158
721 359 1.080
Heffingen Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Verhuurderheffing Saneringssteun Subtotaal heffingen
329 33 4 341 251 958
314 21 4 12 157 508
Overige bedrijfslasten Servicekosten Diverse bedrijfslasten Subtotaal overige bedrijfslasten
37 769 806
19 411 430
2.922
2.018
Totaal overige bedrijfslasten
De beheerskosten en heffingen worden op basis van een voorcalculatorisch tarief bepaald. Deze kosten betreffen salariskosten van personeel van BrabantWonen en overheadkosten zoals huisvesting, ICT en andere kantoorkosten. De stijging van de overige bedrijfslasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de hogere verhuurderheffing en saneringssteun (€ 423.000), de gestegen overige bedrijfslasten (€ 362.000) die het gevolg zijn van de doorbelasting van de omzetbelasting over de jaren 2009 t/m 2014 door BrabantWonen en de stijging van de algemene beheer- en administratiekosten (€ 78.000). Accountantshonoraria In de beheerskosten zijn onder de algemene beheer- en administratiekosten de volgende bedragen aan accountantshonoraria opgenomen:
Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totale accountantshonoraria
2014
2013
EUR
EUR
17 20 37
55 55
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Stichting ZorgGoedBrabant zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
81
7.12
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 2014
2013
EUR
EUR
Waardeveranderingen commercieel vastgoed in exploitatie Waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeveranderingen verplichtingen u.h.v. onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeveranderingen Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging
769
1.506
Totaal niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
854
719
85
787-
-
50
-
50-
De niet gerealiseerde waardeveranderingen hebben betrekking op waardeveranderingen van het commercieel vastgoed. De waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie heeft betrekking op het commercieel vastgoed in exploitatie. De waardeverandering vastgoed in ontwikkeling betreft de vrijval van de voorziening onrendabele investering € 0,769 miljoen die betrekking heeft op de opgeleverde 112 parkeerplaatsen Catharinahof (zie 6.8.1 voorziening onrendabele investeringen). In 2014 hebben er geen waardeveranderingen verkoop onder voorwaarden plaatsgevonden, omdat de taxatiewaarde eind 2014 gelijk is aan die van eind 2013. 7.13
Waardeveranderingen van financiële vaste activa
De uitsplitsing van de waardevermeerderingen financial lease is als volgt: 2014
2013
EUR
EUR
Waardeverandering financial lease Overige te benoemen
16749-
2.126 26-
Totaal waardeveranderingen financiële vaste activa
216-
2.100
Het bedrag verantwoord onder de waardeverandering financiële vaste activa heeft betrekking op de waardeverandering van de financial lease (zie 6.3 financiële vaste activa). De overige mutaties zijn investeringen (geen nieuwbouw) in bestaande zorgcomplexen die niet meer in het huurdossier worden opgenomen en daardoor worden verantwoord onder de waardeveranderingen financiële vaste activa.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
82
7.14
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren 2014
2013
EUR
EUR
Geactiveerde rente materiële vaste activa - Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
-
898
Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
-
898
Gedurende 2014 waren er geen projecten in ontwikkeling. Derhalve is er geen geactiveerde rente. 7.15
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2014
2013
EUR
EUR
Rente op vorderingen
2
149
Totaal andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
2
149
7.16
Rentelasten en soortgelijke kosten
Rente langlopende schulden : - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen
2014
2013
EUR
EUR
140 4.145
152 4.246
102
184
4.387
4.582
Rente kortlopende schulden - Overige schulden Totaal rentelasten en soortgelijke kosten
7.17 Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening De belastingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Vennootschapsbelasting boekjaar Mutatie actieve latentie Vennootschapsbelasting 2013 Vennootschapsbelasting 2012
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
2014
2013
EUR
EUR
1.720 22-
2.027 2.500
1.698
4.527
-
83
De acute belastinglast is als volgt bepaald: 2014 EUR Resultaat voor belastingen Bijzondere waardeverminderingen Wijziging in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen
EUR 2.733
100 8541.9812.735-
Tijdelijke verschillen Disagio Netto verkoopresultaat bestaand bezit Afschrijvingen Fiscale afschrijving (inschatting € 400k)
275 566 1.999 4002.440
Permanente verschillen Saneringsheffing Aflossing financial lease
251 4.189 4.440
Totaal correcties
4.145
Belastbaar resultaat
6.878
Vennootschapsbelastinglast
1.720
Voor de berekening van het fiscaal resultaat voeren we een aantal fiscale correcties door. Dit betreft onder meer de fiscale en bedrijfseconomische verschillen in de afschrijvingen op het vastgoed, de overige waardeveranderingen op vastgoed en de fiscaal niet aftrekbare saneringsheffing. Daarnaast wordt bedrijfseconomisch uitgegaan van een financial leaseconstructie bij de verhuur van intramurale dienstencentra, dit wordt fiscaal beoordeeld als operational lease. Medio 2014 hebben wij nieuwe schattingsvoorstellen gedaan voor de belastbare bedragen voor 2012 en 2013. De verwachte belastbare bedragen zijn € 9.856.000 (2012) en € 8.148.000 (2013). De effectieve belastingdruk over het boekjaar 2014 bedraagt 64,37%.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
84
Hoofdstuk 8: Overige informatie
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
85
8. Overige informatie 8.1 Werknemers Gedurende het jaar 2014 had ZorgGoedBrabant gemiddeld 0 werknemers in dienst (2013: 0). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten van 0 FTE (2013: 0 FTE). Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam. 8.2 Bestuurders en commissarissen Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen op grond van jaarrekeningrecht van: Bestuurders en voormalige bestuurders € 0 (voorgaand jaar € 0) Commissarissen en voormalige commissarissen € 15.367 (voorgaand jaar € 22.556) De bezoldiging van bestuurders omvat: periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden), beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT, sabbatical leave en jubileumuitkeringen) uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en winstdelingen en bonusbetalingen. Het totaalbedrag kan als volgt per individueel lid van het bestuur (de directie) worden gespecificeerd: Periodiek betaalde beloningen
2014
2013
Beloningen betaalbaar op termijn
Uitkering bij beëindiging van het dienstverband
Winstdeling en bonus
2014
2014
2014
2013
2013
2013
H.M.H. Windmüller, bestuurder A.C.M. van Osch, bestuurder W.J.C.M. de JongVerspeek, bestuurder F.H. van de Werfhorst, bestuurder
In de periodiek betaalde beloningen 2013 is een totaalbedrag van € 0 opgenomen voor de in 2014 over de beloning 2013 afgedragen crisisheffing; deze heffing komt volledig ten laste van ZorgGoedBrabant. Over de beloning 2014 is geen crisisheffing meer verschuldigd. De bezoldiging van de Raad van Commissarissen (Toezicht) kan als volgt worden gespecificeerd: Als lid van de Raad van Commissarissen 2014 2013 Ir. D.J. Noy Ing. J.C.J. Reijers Prof.dr. E. Piëst Drs. Á. Spreen R. Prins Drs.ing. R.W.M. Rottier M.J.M. Adriaansen W.T.G. Bens RA J. Verbaal MBA Totaal
2.957 2.571 2.125 2.571 1.714 2.143 0 857 429 15.367
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
Als lid van commissies 2014
2013
Overige kosten vergoedingen 2014 2013
4.438 3.804 2.902 0 0 3.804 3.804 3.804 0 22.556
86
8.3 WNT-verantwoording 2014 ZorgGoedBrabant WNT-verantwoording 2014 ZorgGoedBrabant Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op ZorgGoedBrabant van toepassing zijnde regelgeving: Het WNT-maximum voor de woningcorporaties. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor ZorgGoedBrabant is € 82.100. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van Raad van Commissarissen; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum . In het geval van ZorgGoedBrabant bieden de beleidsregels onvoldoende aanknopingspunten voor de verantwoording WNT. ZorgGoedBrabant heeft daarom het volgende standpunt ingenomen: Het bestuur van ZorgGoedBrabant2 is niet in dienstbetrekking en wordt ook niet ingehuurd op basis van een overeenkomst van opdracht. De bezoldiging van het bestuur geschiedt door de moederorganisaties BrabantWonen en BrabantZorg. Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen 2014 bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband in 2014
ir. H.M.H. Windmüller
drs. A.C.M. van Osch
drs. F.H. van de Werfhorst
Bestuurder
Bestuurder
Bestuurder
Niet in dienst
Niet in dienst
Niet in dienst
Omvang dienstverband (in fte)
0,0
0,0
0,0
Gewezen topfunctionaris
nee
nee
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
nee
nee
ja
ja
ja
Beloning
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
-
-
-
82.100
82.100
82.100
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband in 2014
drs. W.J.C.M. de Jong Bestuurder Niet in dienst
Omvang dienstverband (in fte)
0,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
ja
Bezoldiging Beloning
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
87
Beloningen betaalbaar op termijn
-
Totaal bezoldiging
-
Toepasselijk WNT-maximum
82.100
2013 bedragen x € 1
ir. H.M.H. Windmüller
Functie(s) Duur dienstverband in 2014
drs. A.C.M. van Osch
drs. F.H. van de Werfhorst
Bestuurder
Bestuurder
Bestuurder Niet in dienst
Niet in dienst
Niet in dienst
Omvang dienstverband (in fte)
0,0
0,0
0,0
Gewezen topfunctionaris
nee
nee
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
nee
nee
ja
ja
ja
Beloning
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
-
-
-
82.100
82.100
82.100
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum bedragen x € 1
drs. W.J.C.M. de Jong
Functie(s) Duur dienstverband in 2014
Bestuurder Niet in dienst
Omvang dienstverband (in fte)
0,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
ja
Bezoldiging Beloning
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
Totaal bezoldiging
-
Toepasselijk WNT-maximum
82.100
Toezichthoudende topfunctionarissen 2014 bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband
ir. D.J. Noy
W.T.G. Bens MBA
drs.ing. R.W.M. Rottier
Voorzitter
Vice-voorzitter
Lid
1/1 - 31/12
1/1 - 1/5
1/1 - 1/11
Bezoldiging Beloning
2.444
708
1.771
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
2.444
708
1.771
Toepasselijk WNT-maximum
6.158
1.350
2.407
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
88
2013 ir. D.J. Noy
W.T.G. Bens MBA
drs.ing. R.W.M. Rottier
Voorzitter
Vice-voorzitter
Lid
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
3.681
3.156
3.156
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
3.681
3.156
3.156
Prof.dr. E. Piëst
ing. J.C.J. Reijers
drs. A.E. Spreen
bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning
Totaal bezoldiging
2014 bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband
Lid
Lid
Lid
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Bezoldiging Beloning
2.125
2.125
2.125
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
2.125
2.125
2.125
Toepasselijk WNT-maximum
4.105
4.105
4.105
Prof.dr. E. Piëst
ing. J.C.J. Reijers
Lid
Lid
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
2.902
3.156
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
2.902
3.156
R.P. Prins
J.W.A. Verbaal
2013 bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning
Totaal bezoldiging
2014 bedragen x € 1 Functie(s)
Vice-voorzitter
Duur dienstverband
Lid
1/5 - 31/12
1/11 - 31/12
Bezoldiging Beloning
1.417
354
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
Totaal bezoldiging
1.417
354
Toepasselijk WNT-maximum
2.755
686
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
89
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Er zijn geen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen Er zijn geen betalingen gedaan van bezoldiging of ontslag aan niet-topfunctionarissen.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
90
Hoofdstuk 9: Overige gegevens
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
91
9. Overige gegevens 9.1 Gebeurtenissen na balansdatum Begin 2015 is het principebesluit genomen om de vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) te laten fuseren met BrabantWonen. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vinden in de loop van 2015 plaats. Het is nog niet mogelijk om een inschatting van de financiële gevolgen te geven. 9.2 Statutaire resultaatbestemming De resultaatbestemming is conform de statuten en vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat over het boekjaar is toegevoegd aan het eigen vermogen. De balans per 31 december 2014 geeft het eigen vermogen weer na resultaatbestemming. 9.3 Toelichting herzieningswet De Eerste Kamer stemde dinsdag 17 maart 2015 unaniem in met de herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Daartoe worden de Woningwet en een aantal andere wetten gewijzigd. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders zal de herzieningswet ook van invloed zijn op het te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op activiteiten en het te volgen huurbeleid. De mogelijke effecten doen zich voor bij het kunnen uitontwikkelen van de bestaande projectenportefeuille, de samenstelling en financiering van het niet DAEB bezit, de wijze waarop woningtoewijzing dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden. Dit kan zijn weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat op onderdelen Algemene Maatregelen van Bestuur nog moeten worden ingevuld en de uitwerking door de corporatie van bovenstaande nog dient plaats te vinden is het op dit moment niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
92
Hoofdstuk 10: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
93
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
94
Bijlage 1: Belanghouders ZorgGoedBrabant
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
95
De formele belanghouders van ZorgGoedBrabant zijn: Colleges van B&W van de gemeenten in Oss, Uden, Landerd, Bernheze, Maasdonk en Grave Dichterbij GGZ-Oost Brabant Huurdervertegenwoordiging ZorgGoedBrabant Politie (regio Brabant-Noord, District Maasland) Revalidatiecentrum Tolbrug Rigom Stichting Mooiland Maasland Vivaan Woningcorporatie Area Ziekenhuis Bernhoven
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
96
Bijlage 2: Verhuurgegevens servicewoningen
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
97
Verhuurgegevens servicewoningen Mutatiegraad Onder mutatiegraad verstaan wij het aandeel verhuizingen ten opzichte van de gehele woningvoorraad. In 2014 bedroeg de mutatiegraad van de servicewoningen 15%. Dit is conform verwachting. In 2013 was de mutatiegraad 19,3%, in 2012: 13,4%. Reacties Het gemiddelde aantal reacties per servicewoning bedraagt in 2014 6,4. In 2013 was dit 7,8 en in 2012 7,2. Het aantal reacties hangt samen met de populariteit van de te verhuren servicewoningen en het aantal woningzoekenden. Leegstand In 2014 is de leegstandsgraad 2,9%, in 2013 was dit 3,7% en in 2012 1,7%. De leegstandsgraad is het aantal dagen leegstand gedeeld door het aantal mogelijk te verhuren dagen. De leegstandsgraad is in 2014 afgenomen. Aanbiedingsgraad Met de aanbiedingsgraad bedoelen wij het aantal malen dat wij een servicewoning moeten aanbieden voordat die wordt geaccepteerd. De aanbiedingsgraad is 1,3. Concreet betekent dit dat wij elke woning gemiddeld aan 1,3 klant aanbieden voordat een acceptatie volgt. In 2013 was de aanbiedingsgraad: 1,2 en in 2012: 1,3.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
98
Bijlage 3: Gegevens ZorgGoedBrabant
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
99
Gegevens ZorgGoedBrabant Statuten De statuten van ZorgGoedBrabant zijn voor het laatst gewijzigd d.d. 21 december 2006. Adresgegevens stichting Stichting ZorgGoedBrabant Venusstraat 2 5345 LP Oss Postbus 151 5340 AD Oss www.zorggoedbrabant.nl Kamer van Koophandel ZorgGoedBrabant is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost-Brabant onder het nummer 41084630. De stichting wordt aangeduid onder de handelsnaam ZorgGoedBrabant. De feitelijke werkzaamheden worden uitgevoerd door BrabantWonen. Bankgegevens Rabobank NL80 RABO 0140 4067 94.
Jaarverslag 2014 Stichting ZorgGoedBrabant
100
pwc Controleverklaring
van de onafhankelijke
accountant
Aan: het bestuur van Stichting ZorgGoedBrabant
Verklaring
betreffende
de
jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag op pagina 36 tot en met 90 opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Stichting ZorgGoedBrabant te Oss gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-en-verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid
van de bestuur
De bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de bepalingen inzake het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh. De bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid
van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol WNT, en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Ref.: 60358397 PrieewaterhouseCoopers Accountants N.V., Zuiderzeelaan 53, 8017 JV Zwolle, Postbus 513, 8000 AM Zwolle T: 088 792 00 38, F: 088 792 94 61, www.pwc.nl 'PwC' is het merk waaronder PrieewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PrieewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PrieewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PrieewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PrieewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PrieewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
pwc Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Stichting ZorgGoedBrabant per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de WNT en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde
eisen
Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Zwolle, 22 juni 2015 PrieewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door G.A.N. Turkenburg RA
Stichting ZorgGoedBrabant - Ref.: 60358307
Pagina 2 van 2