Stichting Atrium Jaarverslag 2014
8 juni 2015
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 2 Van Atriumboekje naar Strategisch Beleid...................................................................................... 2 2. Algemene informatie........................................................................................................................... 3 2.1 Missie en visie................................................................................................................................ 3 2.2 Juridische structuur en organisatie ............................................................................................... 3 2.3 Beleidscyclus.................................................................................................................................. 4 2.4 Leerlingaantallen ........................................................................................................................... 5 3. Ontwikkelingen 2014........................................................................................................................... 6 3.1 Verslag van de Raad van Toezicht ................................................................................................. 6 3.2 Onderwijs en kwaliteitszorg .......................................................................................................... 8 3.3 Personeel ..................................................................................................................................... 11 3.4 Huisvesting .................................................................................................................................. 13 3.5 ICT en communicatie ................................................................................................................... 13 3.6 Klachtenregeling en vertrouwenspersoon .................................................................................. 14 3.7 Medezeggenschap ....................................................................................................................... 15 4. Financieel jaarverslag ........................................................................................................................ 16 4.1 Financiën op balansdatum .......................................................................................................... 16 4.2 Financiële beschouwing baten en lasten in 2014 ....................................................................... 22 4.3 Treasurystatuut ........................................................................................................................... 25 4.4 Continuïteitsparagraaf................................................................................................................. 26 4.5 Jaarrekening ................................................................................................................................ 31
1 8 juni 2015
1. Inleiding Van Atriumboekje naar Strategisch Beleid
Goed onderwijs en gelukkige kinderen! Om dat doel te bereiken is in december 2014 het stichtingsbeleid voor de komende jaren vastgelegd in het Atrium Strategisch Beleidsplan (‘Het in de praktijk boekje’). Het is de bedoeling dat het strategisch beleidsplan vooral een levend stuk is en blijft. Het geeft ruimte en richting aan de ontwikkelingen op stichtingsniveau en op de scholen. Het geeft een beeld van waar we nu zijn en wat we met elkaar willen bereiken. Het geeft een blik op de toekomst en tegelijkertijd is de toekomst al begonnen! In dit jaarverslag komen ook andere belangrijke ontwikkelingen die in 2014 plaatsvonden aan bod. Verder wordt met dit verslag verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. Daarnaast is het ook de bedoeling dat het zowel mensen van binnen als buiten de stichting informeert over de ontwikkelingen bij Atrium. Tot slot wordt ook de jaarrekening toegevoegd zodat duidelijk wordt hoe de stichting er financieel voor staat. Mochten er mensen zijn die naar aanleiding van dit verslag vragen, opmerkingen of ideeën hebben, dan zou ik dat graag horen.
Yvonne de Haas
[email protected] Voorzitter College van Bestuur
2 8 juni 2015
2. Algemene informatie Stichting Atrium voor Katholiek Primair Onderwijs in Langedijk en omstreken is gevestigd in NoordScharwoude. Zij voert het beheer over zes basisscholen in de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard-De Noord met op 1 oktober 2014 1498 leerlingen.
2.1 Missie en visie Met betrekking tot ons onderwijs Atrium gaat voor goed onderwijs dat als opbrengst gelukkige leerlingen heeft. Atrium wil een emotionele band met kinderen aangaan waarbij we ze stimuleren te worden wie ze zijn. Mensen binnen Atrium vinden het belangrijk dat er zoveel mogelijk uit kinderen gehaald wordt. We willen de lat hoog leggen, gaan voor vakmanschap en kwaliteit. Schoonheid en talent ontwikkelen betekent ook hard trainen en moeilijke momenten doormaken. We willen dat kinderen daarbij gezien worden in hun talent, hun kracht en dat uitgegaan wordt van een kind in zijn totaliteit. Daarbij realiseren we ons dat we onze kinderen opleiden voor de toekomst die wij nog niet kennen. Met betrekking tot de organisatie Atrium is een kleinschalige organisatie met zes scholen die elk een eigen gezicht hebben. Die kleinschaligheid, de betrokkenheid en de korte lijnen zijn een groot goed binnen de organisatie. Bij Atrium drijft de organisatie niet op regels, maar op principes en context. Immers, als je de regels volgt doe je niets fout, maar de vraag blijft of je dan wel de goede dingen doet. De goede dingen doen, er toe doen, mensen in hun kracht organiseren is een belangrijke organisatiewaarde. Atrium wil graag dat er verbinding is en blijft tussen alle partners binnen de organisatie en dat er echt gebruik wordt gemaakt van elkaars professionele talent. Met dat talent mag wel wat meer vooropgelopen gaan worden. De bescheidenheid, het ‘kan niet’ denken wil men graag omzetten en doorzetten in een beweging van innovatie en vernieuwing. Misschien eens wat meer ‘out of the box’ denken, een meer onderzoekende houding naar wat ook nog allemaal mogelijk is. Mensen willen Atrium graag positioneren als organisatie waar je trots op bent, waar je met plezier je professie uitoefent.
2.2 Juridische structuur en organisatie Bij Atrium zijn bestuur en intern toezicht gescheiden. Hiermee voldoet de stichting aan de Wet ‘Goed Onderwijs Goed Bestuur’. Tevens onderschrijft de stichting de Code Goed bestuur in het Primair Onderwijs. De bijbehorende statuten zijn op 5 juni 2012 gepasseerd bij de notaris en deze zijn op www.atriumscholen.nl terug te vinden. Het bestuur van de stichting is in handen van het College van Bestuur, dat bestaat uit één lid. Zij is fulltime in dienst van de stichting. Gezamenlijk met de zes directeuren van de scholen geeft het 3 8 juni 2015
bestuur invulling aan ontwikkeling en uitvoering van het stichtingsbeleid. Daarnaast geeft zij leiding aan de directeuren en de medewerkers van het bestuurskantoor. Op het kantoor zijn naast de bestuurder, de volgende personeelsleden werkzaam: een parttime managementassistent, een parttime personeelsfunctionaris en een parttime onderwijskundig medewerker. De aanwezige formatie bedraagt hiermee 2,6 fte. De schooldirecteuren zijn binnen Stichting Atrium integraal verantwoordelijk voor alle zaken die op schoolniveau spelen. Gezamenlijk vormen zij met het College van Bestuur het Directeurenoverleg. Binnen dit overleg wordt beleid ontwikkeld en vastgesteld, zoals bijvoorbeeld personeelsbeleid, dat geldt voor alle medewerkers binnen de stichting. De Raad van Toezicht is belast met het houden van toezicht op het bestuur en bestaat op 31 december 2014 uit zeven leden. Zowel de personeels- als de financiële administratie is met ingang van januari 2014 in handen van Kinobi in Alkmaar. Het beheer van het onderhoud van de scholen is uitbesteed aan BK Certijn. Met Stichting Tabijn uit Heemskerk is een samenwerkingsovereenkomst gesloten op het gebied van ICTbeheer en onderhoud. Onder het bevoegd gezag van Stichting Atrium (nummer 79536) vallen de onderstaande scholen uit de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard:
Sint Josephschool Paus Johannesschool Mariaschool De Duizend Eilanden Sint Maartenschool De Koolvlet
05BM 05IQ 11NC 11YL 12HS 27JV
Heerhugowaard Sint Pancras Noord-Scharwoude Noord-Scharwoude Oudkarspel Broek op Langedijk
De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordwest-Holland onder dossiernummer 41238770. Het bestuur is verzekerd tegen bestuurdersaansprakelijkheid.
2.3 Beleidscyclus Jaarlijks wordt de begroting opgesteld per kalenderjaar. Dit gebeurt per school en voor de stichting als geheel. Dit geldt ook voor de meerjarenbegroting die op basis van de leerlingprognoses jaarlijks wordt aangepast. Bij de meerjarenbegroting hoort ook een meerjaren-investeringsplan per school en bovenschools en een meerjaren-onderhoudsplan voor de gehele stichting. Deze plannen worden jaarlijks bijgesteld. Het doel is om beleidsrijke begrotingen op te stellen. Dat houdt in dat de begrotingen aansluiten bij de onderwijsinhoudelijke doelstellingen van de scholen en de stichting. 4 8 juni 2015
Jaarlijks wordt in het voorjaar het bestuursformatieplan opgesteld. Onderdeel van dit plan is een meerjarenbegroting van personele inkomsten en uitgaven. Op basis hiervan wordt de formatie voor de komende jaren bepaald. Tevens wordt in dit plan de inzet van personeel per school beschreven, en komen ook andere beleidsmatige keuzes op het gebied van personeel aan bod. De scholen maken elke vier jaar een schoolplan waarin de onderwijsinhoudelijke ambities van de school worden beschreven in relatie tot het strategisch beleid van de stichting. Als afgeleide hiervan wordt jaarlijks een verbeterplan geschreven. Dit plan wordt aan het einde van het schooljaar geëvalueerd en de resultaten worden meegenomen in het nieuwe plan. Het kwaliteitszorgsysteem WMK-PO dat de scholen gebruiken, levert hiervoor de formats. Tevens worden periodiek verschillende kwaliteitskaarten en vragenlijsten uit het kwaliteitszorgsysteem ingevuld en geanalyseerd. De cyclus van het functioneren en beoordelen van personeel is vastgelegd in een beleidsstuk. De directeuren voeren gesprekken met teamleden en doen hiervan verslag op basis van de afspraken die daarin beschreven staan.
2.4 Leerlingaantallen In onderstaande tabel is het aantal leerlingen te zien op de teldatum 1 oktober en een prognose voor de komende jaren . Op basis van deze cijfers wordt onder andere de meerjarenbegroting opgesteld.
Sint Josephschool Paus Johannesschool Mariaschool De Duizend Eilanden Sint Maartenschool De Koolvlet Totaal
2012
2013
2014
193 319 189 256 300 332 1589
184 336 173 253 290 325 1561
178 369 159 221 262 309 1498
2015 (prognose) 177 374 146 207 240 286 1430
2016 2017 (prognose) (prognose) 172 164 364 345 126 126 200 200 216 189 291 298 1369 1322
5 8 juni 2015
3. Ontwikkelingen 2014 3.1 Verslag van de Raad van Toezicht Intern toezicht Binnen Stichting Atrium is er sprake van een scheiding van bestuur en toezicht. Het College van Bestuur bestuurt de stichting en de scholen. De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het College van Bestuur en zijn beleid. De RvT staat het College van Bestuur met advies terzijde en richt zich in de vervulling van zijn taak naar de grondslag en het doel van de stichting. In dit jaarverslag doet de RvT beknopt verslag van de belangrijkste aandachtspunten en ontwikkelingen die binnen onze verantwoordelijkheden vallen. Samenstelling RvT In 2014 zijn er geen wijzigingen opgetreden in de samenstelling van de RvT. De RvT bestond uit de volgende leden:
Dhr. J.A.N. (Julian) Breed Dhr. A.J. (Hans) Kos Mevr. M. (Marijke) Beumer Mevr. H. (Helen) Degenhart Dhr. S. (Simon) Meijn Dhr. R.W.P. (Ron) Oudeman Dhr. M. (Marten) Pompert
(Voorzitter) (Vice-Voorzitter) (Commissie Onderwijskwaliteit) (Commissie Onderwijskwaliteit) (Audit-commissie) (Audit-commissie)
Werkgeverschap De RvT treedt op als werkgever voor het College van Bestuur. Stichting Atrium kent een eenhoofdig College van Bestuur. Sinds 5 juni 2012 is Mevrouw Yvonne de Haas Voorzitter van het College van Bestuur. In september 2014 heeft het jaarlijks functioneringsgesprek plaatsgevonden tussen de RvT (dhr. J. Breed en M. Pompert) en mevr. Y. de Haas. Omdat de oude CAO PO niet meer van toepassing is op bestuurders binnen het primair onderwijs, heeft de RvT besloten dat de aanstelling van mevr. De Haas per 1 september 2014 valt onder de nieuwe CAO Bestuurders PO 2014. De salarisschaal is overeenkomstig aangepast (horizontale overstap) naar Schaal B3, trede 5. Toezichtdomeinen De RvT houdt toezicht op het realiseren van de maatschappelijke functie en doelstellingen van de stichting. Hierbij worden onder andere de volgende domeinen getoetst:
Strategie en beleid: In december 2014 is het Atrium Strategisch Beleidsplan goedgekeurd door de RvT. Het Beleidsplan geeft richting voor de periode 2015 – 2020 en geldt voor de RvT als belangrijk toetssteen bij de beoordeling van beleid en uitvoering. 6
8 juni 2015
Risico’s: Binnen de RvT vormen de heren R. Oudeman en S. Meijn de Auditcommissie. De Auditcommissie richt zich met name op de financiële beheersing, opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede integriteitvraagstukken. Een belangrijke wijziging in 2014 is de overstap van de stichting naar een nieuw administratiekantoor. Na een gedegen onderzoeks/offerte traject is Kinobi als nieuw administratiekantoor gecontracteerd. Samen met deze overstap zijn onder andere de volgende financieel / administratieve functies versterkt: - Aanpassing van de (tussentijdse) financiële rapportages en periodiciteit (maand 5 en maand 9) ter verbetering van de directe stuurinformatie; - Uitbreiding van de Controllerfunctie ter ondersteuning van het Bestuur en voor een professionele beoordeling en interpretatie van de rapportages. - Vaste administratieve ondersteuning vanuit Kinobi op het Bestuursbureau van Atrium ter verbetering van de effectiviteit en de onderlinge communicatie. Tevens heeft de Auditcommissie het jaar 2014 gebruikt om een aantal financiële en bedrijfsrisico’s in kaart te brengen. Hieraan zal in 2015 verder vervolg worden gegeven.
Onderwijskwaliteit: Het geven van kwalitatief goed onderwijs aan onze leerlingen is het belangrijkste doel voor de Stichting. De Commissie Onderwijskwaliteit (mevr. M. Beumer en de heer M. Pompert) bewaakt en adviseert het College van Bestuur onder andere over de juiste mix van harde (inspectie en opbrengsten) en zachte factoren (ontwikkeling van het pedagogisch klimaat), rekening houdend met de wensen van de belangrijkste stakeholders/belanghebbenden (kinderen, leerkrachten, ouders, gemeente, etc.). De onderwijskwaliteit is in alle RvT-vergaderingen aan de orde geweest. Gespreksonderwerpen zijn onder meer geweest: de opbrengsten van de individuele scholen in relatie tot het oordeel van de inspectie, de kwaliteitsontwikkeling in haar algemeenheid en het tot stand komen van het strategisch beleidsplan. Het College van Bestuur heeft de RvT hierover voortdurend geïnformeerd en betrokken bij de te nemen stappen ter verbetering van de onderwijskwaliteit en in het bijzonder de verbetering van de opbrengsten. De RvT heeft dan ook vertrouwen in het plan van aanpak, dat door het CvB eind 2014 is opgesteld om op korte termijn, voor alle scholen een voldoende beoordeling te verkrijgen van de Inspectie van het Onderwijs.
Informatievoorziening: De RvT komt 6 tot 8 keer per jaar bij elkaar en werkt met een jaaragenda waarbij vooraf beslisdocumenten (zoals begroting, jaarrekening, etc.) zijn vastgelegd en toegewezen aan specifieke data. Per aandachtsdomein (opbrengsten, personeel, financiën, huisvesting, etc.) zijn gewenste rapportages gedefinieerd. Naast de formele informatievoorziening door het College van Bestuur bezoeken de leden van de RvT elk jaar minimaal 2 scholen en vindt er 1 keer per jaar een gesprek plaats met de GMR.
7 8 juni 2015
3.2 Onderwijs en kwaliteitszorg Eind 2014 is het strategisch beleidsplan van stichting Atrium vastgesteld door de Raad van Toezicht. Dit plan biedt ruimte en richting voor het beleid van de komende jaren. Het uiteindelijke doel is goed onderwijs en gelukkige kinderen. In het hoofdstuk over onderwijs komen onder andere de volgende richtinggevers (doelen) aan bod:
De opbrengsten zijn op orde: we voldoen aan het toezichtskader van de inspectie; Het onderwijs gaat uit van hoge verwachtingen van leerlingen en er worden hoge eisen gesteld aan leerlingen, leerkrachten en leidinggevenden; Het onderwijs is passend voor alle leerlingen in de wijk/regio; Het onderwijs is eigentijds; Het onderwijs is boeiend (eigen inbreng, beeld en taal, projecten en thema’s); Het onderwijs is uitdagend (hoge verwachtingen, spannend, in beweging); Onze scholen zijn media wijs; De aandacht voor creatief denken en doen is zichtbaar in onze scholen; De scholen hebben en handelen naar een duidelijke visie op onderwijs; Eigenaarschap en autonomie zijn duidelijk zichtbaar, zowel bij leerlingen als bij leerkrachten; De scholen kennen een inspirerende, uitdagende en betekenisvolle leeromgeving.
Extern toezicht In september 2014 heeft de onderwijsinspectie de volgende arrangementen voor de scholen van Atrium vastgesteld:
Sint Josephschool Paus Johannesschool Mariaschool De Duizend Eilanden Sint Maartenschool De Koolvlet
basisarrangement aangepast arrangement zeer zwak basisarrangement basisarrangement aangepast arrangement zwak aangepast arrangement zwak
Drie Atriumscholen vallen onder het basisarrangement van de Inspectie van het Onderwijs. Dat betekent dat de onderwijsinspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van de scholen. Dit arrangement is vastgesteld in een gesprek tussen bestuur en inspectie in september 2014 op basis van de eindopbrengsten van de scholen en de jaarplannen. Drie scholen vallen niet meer onder het basisarrangement van de Inspectie. De Koolvlet kreeg naar aanleiding van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering in maart 2014 voor de tweede keer een aangepast arrangement zwak. Hoewel de inspectie een duidelijk positieve ontwikkeling op de school ziet, heeft dit nog niet geleid tot een voldoende oordeel vanwege wederom onvoldoende eindopbrengsten. Na een kwaliteitsonderzoek in juni 2014 kreeg ook de Sint Maartenschool een aangepast arrangement zwak omdat de eindopbrengsten voor het derde achtereenvolgende jaar onvoldoende zijn. Tot slot heeft de inspectie na een schoolbezoek in september 2014 een aangepast arrangement zeer zwak afgegeven aan de Paus Johannesschool. De inspectie heeft geconstateerd dat 8 8 juni 2015
de eindopbrengsten en enkele belangrijke onderdelen van het onderwijsleerproces onvoldoende zijn. Opbrengsten Ten opzichte van eerdere jaren is op stichtingsniveau een verbetering te constateren in de eindopbrengsten. De dalende trend van de afgelopen jaren is op drie scholen gekeerd. Op De Sint Josephschool en De Duizend Eilanden liggen de eindopbrengsten boven de ondergrens van de inspectie en op de Mariaschool boven de bovengrens. De andere drie scholen scoren op de Citoeindtoets echter nogmaals onder de ondergrens van de inspectie. Daarmee blijven de eindopbrengsten een punt van zorg.
Sint Josephschool Paus Johannesschool Mariaschool De Duizend Eilanden Sint Maartenschool De Koolvlet
Score eindtoets 2014 536,2 533,6 537,5 535,7 532,2 532,2
Score t.o.v. de ondergrens van de inspectie (afhankelijk van percentage gewogen leerlingen) Voldoende Onvoldoende Goed Voldoende Onvoldoende Onvoldoende
De tussenopbrengsten laten net als in 2013 een positieve ontwikkeling zien. De verbetertrajecten waarbij de scholen begeleid worden door externe instanties zijn voortgezet. Versterking van het onderwijs in begrijpend lezen is op alle scholen opgenomen in het jaarplan met als doel verbetering van de opbrengsten op dit gebied. Na de eerste positieve resultaten in 2013, wordt in 2014 duidelijk dat de verbetering voor technisch lezen structureel is. In juni 2014 zijn de opbrengsten voor technisch lezen in leerjaar 3 op alle scholen voldoende en in leerjaar 4 op vier scholen voldoende. Hoewel de ontwikkeling van de opbrengsten voor begrijpend lezen nog niet overal positief zijn, kan gezegd worden dat ook op dit gebied de eerste resultaten van de verbetertrajecten zichtbaar zijn. Drie van de scholen behalen hierbij een score boven de ondergrens van de inspectie. De resultaten in de bovenbouw zijn echter nog zeer kwetsbaar. De tussenopbrengsten voor Rekenen en Wiskunde in de leerjaren 4 en 6 liggen op vijf scholen boven de ondergrens van de inspectie en zijn daarmee voldoende. Op één van de scholen zijn de opbrengsten voor Rekenen en Wiskunde in groep 6 onvoldoende. Opbrengstgericht werken In 2014 heeft het opbrengstgericht werken binnen Atrium verder vorm gekregen. Dit is vastgelegd in een verdere uitgewerkte notitie opbrengstgericht werken naar aanleiding van bijeenkomsten met directies en intern begeleiders. Elke school analyseert tweemaal per jaar de eigen tussenopbrengsten en jaarlijks ook de eindopbrengsten. Naar aanleiding daarvan worden (school-)specifieke doelen gesteld en verbeterplannen geformuleerd. Eén en ander wordt door de scholen vastgelegd in een document dat ook gebruikt wordt als verantwoordingsdocument naar het College van Bestuur. Aan de hand van deze documenten vindt tenminste eenmaal per jaar een gesprek plaats tussen de directie van de school en het CvB over de opbrengsten waarbij de aandacht met name uitgaat naar de bespreking van factoren die van invloed zijn op tegenvallende of goede resultaten en naar de conclusies en de daaraan gekoppelde acties en verbeterplannen. Scholen met een aangepast 9 8 juni 2015
arrangement bespreken tenminste tweemaal per jaar de opbrengsten en de voortgang van de plannen met het CvB. Ook in de scholen is de professionele en opbrengstgerichte cultuur meer en meer merkbaar. Teams worden betrokken bij het analyseren van de opbrengsten en het handelen van de leerkrachten komt hierbij steeds meer centraal te staan. Dit alles heeft ertoe geleid dat de analyses en plannen steeds concreter worden en de opbrengsten verder verbeteren. Kwaliteitszorg Ter voorbereiding op het opstellen van de nieuwe schoolplannen van de scholen heeft elke school een licentie aangeschaft op ‘Mijnschoolplan’ van Cees Bos. De directeuren hebben gezamenlijk een training gevolgd voor het gebruik hiervan. Prestatieboxmiddelen In 2014 ontvangen schoolbesturen wederom, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde prestatiebox. Deze bekostiging is bedoeld voor opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. Bij Atrium werden in 2014 de middelen ingezet voor de volgende zaken:
Verbetertrajecten en teamscholing onder leiding van externe adviseurs op het gebied van didactische vaardigheden, het versterken van opbrengstgericht werken, technisch en begrijpend lezen, woordenschatontwikkeling, onderwijs aan meer- en hoogbegaafden. (Individuele) scholing van schoolleiders en leerkrachten (Master Integraal Leiderschap, Opleiding Schoolleider PO)
Door middel van het inzetten van deze middelen wil de stichting bereiken dat zowel de tussenopbrengsten als de eindopbrengsten verbeteren, zodat alle scholen minimaal voldoen aan de basiskwaliteit volgens het toezichtskader van de onderwijsinspectie. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de wet op Passend Onderwijs van kracht. Vanaf deze datum hebben schoolbesturen een zorgplicht. Dit betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op de school zit of die bij de school wordt aangemeld een passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband krijgt. Een andere belangrijke verandering ligt in de financiering van de ondersteuning. Er is geen sprake meer van een budget voor een individuele leerling (‘rugzakje’) maar van een vooraf per school uitgekeerd budget. Begin 2014 is het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland door het bestuur van het samenwerkingsverband vastgesteld en is door de ondersteuningsplanraad ingestemd met dit plan. Hierna is gestart met een concretisering van het plan dat onder andere heeft geleid tot afspraken over inzet van expertise en ambulante begeleiding, over samenwerking met gemeentes en over de verdeling van middelen. De scholen in het samenwerkingsverband zijn verdeeld over clusters waarin scholen met elkaar samen werken. De clusters werken met een vaste onderwijsexpert vanuit het samenwerkingsverband en een vaste CJG-coach vanuit de gemeente die samen de taak hebben gekregen om de scholen te begeleiden in het organiseren van het 10 8 juni 2015
ondersteuningsarrangement. De vijf Langedijker Atriumscholen vallen in het cluster Langedijk. De Sint Josephschool is ingedeeld bij het cluster Heerhugowaard Noord. Binnen het samenwerkingsverband is een groeidocument ontwikkeld dat aansluit bij handelings- en opbrengstgericht werken en vanaf oktober 2014 op de scholen wordt ingezet als hulpmiddel bij de analyse van de onderwijsbehoefte van de leerling en planning van het onderwijs aan de leerling. In het kader van de wet op Passend Onderwijs hebben alle Atriumscholen in 2014 een schoolondersteuningsprofiel geformuleerd. In deze profielen wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op alle zes de scholen heeft de medezeggenschapsraad instemming verleend met het schoolondersteuningsprofiel waarna de profielen zijn vastgesteld door het College van Bestuur. Op stichtingsniveau is in 2014 een protocol huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld. In het kader hiervan heeft elke school een personeelslid aangesteld als aandachtsfunctionaris en heeft een in company training van deze aandachtsfunctionarissen plaatsgevonden. Ook is een Atriumprotocol medicijnverstrekking en medisch handelen ontwikkeld en vastgesteld. Dit alles heeft geleid tot belangrijke wijzigingen in de interne zorgstructuur van de Atriumscholen. De scholen zijn volop in ontwikkeling.
3.3 Personeel Atrium Academy In de Atrium Academy, gevestigd in de Mariaschool, zijn in 2014 meerdere bijeenkomst gehouden. Het is een fijne plek om bijeen te komen voor overleg, scholing en broedplaatsen. Gezien de nadruk die er in 2014 lag op de verbetertrajecten op de scholen is het aanbod in onze eigen academie niet volledig uit de verf gekomen. De vraagt extra aandacht in de jaren hierna. Personeelsbeleid Begin 2014 is het ziekteverzuimbeleidsplan vastgesteld. Het doel hiervan is om rbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen, om ziekteverzuim tot een minimum te beperken en om de wetgeving op dit gebied na te leven. Het plan omvat drie onderdelen, namelijk: Preventief beleid, ter verbetering van de verdeling tussen werkbelasting en belastbaarheid van personeel; Curatief beleid, ter bevordering van het herstel van personeel en spoedige werkhervatting; Registratie en administratie. Een van de onderdelen van het beleidsplan is in 2014 direct uitgevoerd. Twee keer per jaar wordt er SMT-overleg gehouden waarbij de bedrijfsarts, de schooldirecteur en de personeelsfunctionaris bijeenkomen en het verzuim bespreken van alle medewerkers van de betreffende school. Het ziekteverzuimpercentage over geheel 2014 is 7,57% en ligt boven het landelijk gemiddelde. Met oog op de verplichte invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 is er eind 2014 een scan uitgevoerd. Hieruit blijkt dat Stichting Atrium niet zal worden geconfronteerd met een 80% 11 8 juni 2015
eindheffing als gevolg van een overschrijding van de forfaitaire ruimte. Uit de scan zijn wel enkele aandachtpunten gekomen die nader bekeken zullen worden. Om het vinden van invalkrachten voor de scholen gemakkelijker te maken is in 2014 het digitale vervangingssysteem van Sintact in gebruik genomen. Invallers kunnen, na aanmelding bij de stichting, in het systeem kenbaar maken wanneer ze beschikbaar zijn, zodat directeuren contact met ze kunnen opnemen wanneer dat nodig is. Per 1 juli 2014 is de nieuwe CAO PO van kracht, waarbij geldt dat nog niet alle onderdelen per direct ingaan. Voorbereidingen die nodig zijn met oog op 1 augustus 2015 worden al getroffen. In de regio worden de eerste informatiebijeenkomsten gehouden met oog op de Wet Werk en Zekerheid in 2015 en het oprichten van een Regionaal Transfer Centrum. Een interessante en noodzakelijke ontwikkeling, die nauwgezet gevolgd wordt. Formatie en RDDF Aangezien in 2014 het natuurlijk verloop groot genoeg was, was het niet nodig om over te gaan tot ontslag van leerkrachten in het risicodragend deel van de formatie (RDDF). De daling van het leerlingaantal ten gevolge van krimp zet echter wel verder door, waardoor de inkomsten de komende jaren zullen blijven dalen. Om die reden is er wederom voor gekozen om medewerkers van de categorie ‘onderwijsgevend personeel’ per 1 augustus 2015 in het RDDF te plaatsen. Hierbij wordt de Integrale Afvloeiingsregeling van stichting Atrium gevolgd. Uit de categorieën Directie en Onderwijs Ondersteunend Personeel vindt nog geen afvloeiing plaats. Dit heeft te maken met het feit dat het aantal medewerkers in deze categorieën nog niet te groot is voor de stichting en het aantal scholen dat er is. Professionalisering Halverwege 2014 is het doel bereikt dat alle intern begeleiders een LB-functie hebben. Er is in 2014 weer een nieuwe en succesvolle sollicitatieronde geweest naar de functie van LBleerkracht. Het aantal medewerkers met een LB-functie is hiermee 16. Tijdens meerdere bijeenkomsten in het jaar delen de LB-ers hun ervaringen. Tevens maken ze zelf de agenda van hun overleg en zorgen voor een kort verslag na afloop. Net als in 2013 lopen er ook in 2014 op meerdere scholen trajecten waarbij teamscholing plaatsvindt op het gebied van opbrengstgericht werken, lees- en rekenonderwijs en pedagogisch en didactisch handelen. Deze trajecten voldoen aan de behoefte om nieuwe kennis op te doen en nieuwe leerkrachtvaardigheden te ontwikkelen. Leiderschapsontwikkeling blijft een belangrijk thema binnen Atrium en in 2014 volgen twee directeuren de master Integraal Leiderschap. Een leerkracht rond het eerste jaar van de schoolleidersopleiding af en start met het tweede jaar. Het aantal adjuncten werkzaam bij de stichting is afgenomen ten gevolge van eisen die aan opleiding en takenpakket worden gesteld.
12 8 juni 2015
De Competentiethermometer is in 2014 bij een groot aantal leerkrachten en op verschillende scholen afgenomen. Het gebruik van het instrument is door de directeuren geëvalueerd en enkele directeuren hebben de verplichte nascholing gevolgd. Op enkele scholen zijn onder andere in verband met het verscherpt toezicht van de onderwijsinspectie meerdere klassenbezoeken afgelegd met behulp van een kijkwijzer. Tevens hebben leerkrachten op die scholen kortdurende persoonlijk ontwikkelplannen geschreven, als hulpmiddel om eigen vaardigheden te versterken. Daar waar nodig wordt coaching ingezet om leerkrachten te ondersteunen bij hun eigen ontwikkeling.
3.4 Huisvesting In november zijn de eerste stappen gezet om op de Paus Johannesschool in samenwerking met de andere partners in Sint Pancras te komen tot een IKC. Dit project heeft een duidelijke ruimtelijke en inhoudelijke component, die in het proces niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het project is een uitwerking van het Integraal Huisvestingsplan van de gemeente Langedijk. In Oudkarspel heeft de Sint Maartenschool meegedaan aan de pilot IKC. Dit was voornamelijk een inhoudelijk traject, waarbij gekeken is op welke wijze de partners in het belang van de kinderen het best kunnen samenwerken. Welke gevolgen dit zal hebben op ruimtelijk gebeid zal hierna opgepakt worden. In de zomer werd in het oostelijk deel van de Duizend Eilandenschool het een en ander verbouwd, zodat de school het nieuwe schooljaar goed en fris kon beginnen. Het westelijk deel is teruggegeven aan de gemeente, maar de school is er nog wel een schooljaar met vier groepen gehuisvest. Vanwege toename van het leerlingaantal op de Paus Johannesschool en het gebrek aan ruimte in het eigen gebouw, heeft de school twee lokalen in basisschool De Steltloper in gebruik genomen. In Heerhugowaard - De Noord heeft de bibliotheek twee leegstaande lokalen van de Sint Josephschool in gebruik genomen en in juni 2014 werd de nieuwe bibliotheek feestelijk geopend. De inhoudelijke samenwerking kreeg hiermee een mooi vervolg.
3.5 ICT en communicatie In 2014 is de nieuwe omgeving van Office 365 in gebruik genomen. Dit betekent dat alle medewerkers nu altijd en overal de beschikking hebben over hun mail, agenda en hun eigen bestanden. Tevens kunnen zij thuis en op school gebruik maken van de gebruikelijke Microsoft programma’s. Daarnaast zijn enkele teamsites gemaakt voor bepaalde groepen binnen de organisatie zoals directieleden, IB-ers, ICT-coördinatoren, GMR en RvT, zodat de leden van deze groepen gemakkelijk bestanden en informatie kunnen delen. 13 8 juni 2015
Op de scholen draaien de netwerken, die beheerd worden door de netwerkbeheerders van Tabijn stabiel en naar tevredenheid. Eind 2014 is de opdracht verstrekt om alle scholen te voorzien van een goed draadloos netwerk, zodat het ook mogelijk gaat worden om in het onderwijs gebruik te gaan maken van tablets.
3.6 Klachtenregeling en vertrouwenspersoon De stichting Atrium heeft in het kader van de klachtenregeling een extern vertrouwenspersoon aangesteld. Sinds het begin van schooljaar 2014-2015 is de heer R. Musman in deze functie benoemd. De vertrouwenspersoon heeft een belangrijke rol in de klachtenregeling. Hij probeert samen met de klager tot een goede oplossing van de klacht te komen. Indien dit niet lukt, dan zal de vertrouwenspersoon de klager begeleiden in een eventueel proces van klachtafhandeling bij de landelijke klachtencommissie. Daarnaast kan de vertrouwenspersoon door alle betrokkenen bij de stichting, ouders en personeel, om advies gevraagd worden bij ongewenste situaties. Klachten In 2014 zijn twee klachten ingediend. De klacht werd, zonder tussenkomst van de externe vertrouwenspersoon, door ouders ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs en betrof begeleiding en veiligheid van leerlingen, communicatie en het handelen van de directeur. Na een hoorzitting heeft de klachtencommissie de klacht op twee onderdelen deels gegrond verklaard en op alle andere onderdelen ongegrond. Op de gegronde klachtonderdelen zijn acties genomen om dergelijke klachten in het vervolg te voorkomen. De medezeggenschapsraad van de school is geïnformeerd over de klacht en de afronding ervan. De tweede klacht betrof veiligheid van leerlingen en communicatie. Ouders benaderden met hun klacht het bestuur die hen verwees naar de externe vertrouwenspersoon. De klacht is naar tevredenheid van de partijen afgehandeld. Daarnaast is vijf keer contact gezocht met de vertrouwenspersoon, eenmaal door ouders, drie maal door een directeur en eenmaal door ouders en directeur samen. Het betrof hierbij twee scholen. Gespreksonderwerp was in alle gevallen de communicatie en in twee gevallen ook de veiligheid van leerlingen. De contacten met de vertrouwenspersoon hebben in alle gevallen geleid tot een bevredigende oplossing voor de partijen. Bijeenkomst voor interne contactpersonen In 2014 is er geen bijeenkomst geweest voor interne contactpersonen. Wel is er een overleg geweest tussen de directeuren en de nieuwe externe vertrouwenspersoon. Het doel van het overleg was kennismaking en de directeuren nogmaals informeren over de klachtenregeling en de rol van de externe vertrouwenspersoon.
14 8 juni 2015
3.7 Medezeggenschap Jaarverslag 2014 GMR De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is ingesteld ter versterking van de onderlinge communicatie en het formele overleg over alle aangelegenheden in en rond Atrium die van belang zijn voor directie, ouders, leerlingen en personeelsleden. De GMR bestaat uit 6 vertegenwoordigers namens de personeelsgeleding en 6 vertegenwoordigers namens de oudergeleding. De GMR kwam in het verslagjaar 2014 6 keer bijeen waarin ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, personeel, onderwijsopbrengsten, ICT en financiën zijn besproken met het College van Bestuur. Eenmaal per jaar vindt overleg plaats met een afvaardiging van de Raad van Toezicht. In dit overleg is met name ingegaan op onderwijskwaliteit en financiën. Een terugkerend onderwerp tijdens het verslagjaar waren de verbetertrajecten om de kwaliteit en hiermee samenhangende onderwijsopbrengsten te verhogen. Dit met name naar aanleiding van de eindopbrengsten en uitkomsten van onderzoeken door de onderwijsinspectie. In 2015 is ingestemd met het ziekteverzuimbeleid, bestuursformatieplan 2014/2015 en het protocol medicijnverstrekking en medische handelingen. GMR vertegenwoordigers hebben bijgedragen aan de strategievorming zoals nader vastgelegd in het strategisch beleidsplan. Tevens heeft de GMR kennis genomen van de (meerjaren)begroting 2015. Aan het einde van elk schooljaar heeft de GMR een zelf-evaluatie gehouden over haar eigen functioneren. In het verslagjaar is afscheid genomen van een aantal GMR leden en in het bijzonder de voormalig voorzitter mevr. Thea van der Zijden. Graag willen wij allen hartelijk danken voor de inspanningen. Voor meer informatie kunt u te terecht bij de nieuwe voorzitter Barbra Bethe (
[email protected])
15 8 juni 2015
4. Financieel jaarverslag 4.1 Financiën op balansdatum Financiën op balansdatum Onderstaand een overzicht en analyse van de financiële situatie op balansdatum voor Atrium. Aangezien financiën op balansdatum een momentopname betreft en sturing plaats dient te vinden over jaren heen, is de trendontwikkeling van de verhoudingscijfers inzichtelijk gemaakt. Het totaal per balansdatum (lees bezittingen van de stichting) is iets afgenomen: Balans totaal
Realisatie
2014 2013 2012
€ 4.670.651 € 4.752.713 € 4.100.989
Mutatie t.o.v. vorig jaar % -
1,7 % 15,9 %
Kalenderjaar 2014 gaf een klein positief resultaat aan baten en lasten van € 11.487 waar een tekort van - € 3.475 was begroot. Een analyse volgt later. Er is sprake van een gunstige ontwikkeling. De reden van het grote overschot in 2013 is terug te voeren op de extra impulsen die op basis van het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en het zogenaamde Herfstakkoord door het Ministerie van OC&W in december 2013 werden uitbetaald €327.000. Verder in 2013 een bijzondere bate van €362.000 in verband met een vordering voortvloeiend uit een ingediende schadeclaim. In 2014 volgde de bijstelling bekostiging schooljaar 2014-2015 pas per 4 februari 2015. Dit levert een positieve afwijking in meer realisatie dan begroot voor rijksbijdragen in het verslagjaar 2014. Kengetallen Benchmark 2013 betreft het landelijk gemiddelde over 151 schoolbesturen uit de categorie van besturen met 6-10 scholen (PO4). De uitgebreide cijfers volgen later. Het effect van de Akkoorden in 2013 is ook duidelijk zichtbaar in de benchmark. De landelijke rentabiliteit van 3,1 % is beduidend hoger dan de 0,2 % in 2012. De financiële kengetallen van Stichting Atrium met landelijke gemiddelde 2013 staan hieronder weergegeven:
Kapitalisatiefactor
(balanstotaal-/- bw g&t) totale baten
Normering DUO/ “Don”
2012
2013
2014
Landelijk Gemiddeld 2013 PO4
< 43 %
55,8 %
60,6 %
65,9 %
46,6 %
> 20 %
52,0%
61,5 %
62,8 %
62,8 %
30 - 50 %
79,0 %
81,9 %
82,1 %
73,6 %
eigen vermogen Solvabiliteit 1
Solvabiliteit 2
balanstotaal eigen vermog.+ voorzien. balanstotaal
16 8 juni 2015
Weerstandsvermogen Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit
eigen vermogen – mva totale rijksbijdragen vlottende activa kortlopende schulden resultaat totale baten
20 %
21,1 %
32,1 %
34,1 %
18,4 %
1,5 > L > 0,5
4,06
4,47
4,61
2,84
5% > R > 0%
- 5,6 %
9,96 %
0,16 %
3,06 %
BW G&T = boekwaarde van gebouwen en terreinen
“Beleidsregel: Financieel toezicht op het onderwijs 2011” In de Staatscourant van 24 november 2011 heeft de Minister van OC&W de beleidsregel financieel toezicht po en vo vastgesteld. Het financiële toezicht is gericht op financiële risico’s op het niveau van bevoegd gezag (bestuur) van de scholen en betreft de aspecten: De financiële continuïteit, doelmatigheid en rechtmatigheid. De risicogerichte opzet van het toezicht houdt in dat de inspectie alleen contact legt met of een onderzoek instelt bij besturen wanneer zij financiële risico’s constateert of met voldoende waarschijnlijkheid vermoedt. Hierbij fungeert het rapport van commissie “Don” over het financiële beleid bij onderwijsinstellingen als kapstok. Hierin hanteert de commissie twee belangrijke uitgangspunten: vermogensbeheer en budget beheer. Bij vermogensbeheer staat de vraag centraal: wat is de kapitaalsbehoefte van de instelling? Om dit te kunnen berekenen stelt de commissie het begrip kapitalisatiefactor centraal. Kengetallen Vermogensbeheer Het ministerie van OC&W hanteert de kapitalisatiefactor als kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. De inspectie kan de mogelijkheid van excessief spaargedrag nader onderzoeken, indien instellingen de bovenste signaleringsgrenzen overschrijden. De kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: Totaal Balanskapitaal (excl. boekwaarde gebouwen en terreinen) / gedeeld door totale baten. Commissie vermogensbeheer onderwijsinstellingen “Don” adviseert als benadering voor kapitalisatiefactor een: -
bovengrens van 60% voor kleine instellingen met < € 5 mln. jaarlijkse baten. bovengrens van 35% voor grote instellingen met > € 8 mln. jaarlijkse baten;
Normatieve kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactieliquiditeit Bufferliquiditeit Afgeronde signaleringsgrens
< € 5 mln. baten 31.5% 13.8% 10.0% 55.3% 60.0%
> € 8 mln. baten 20.5% 8.5% 5.0% 34.0% 35.0%
> € 7.1 mln. baten 26.0% 11.0% 6.0% 43.0%
Bron: Staatscourant 24 november 2011 vastgesteld door Ministerie van OC&W.
Concreet voor Atrium betekent dat bij jaarlijkse baten van € 7.09 mln. de signaleringsgrens van 43 % van kracht is, wat betekent normatief € 3.05 mln. aan kapitaal (excl. geb. & terrein). 17 8 juni 2015
Investeringsbeleid / financieringsfunctie: Er wordt binnen Atrium met meerjaren-investeringsplannen voor OLP, ICT en Inventaris gewerkt. Als activerings-grens geldt een drempelbedrag van € 500. Om goed kwalitatief onderwijs te kunnen blijven geven, wordt het belang van investeringsruimte onderkend. In het verslagjaar is er geïnvesteerd voor een bedrag van € 136.237, nagenoeg gelijk aan vorig jaar. De boekwaarde einde verslagjaar is € 573.231. Normatief advies Ministerie aan kapitaal voor financieringsfunctie 26 % v € 7.09 mln.= € 1.84 mln. Transactieliquiditeit: Normatief 11% van de totale baten van € 7.09 mln. is € 0.78 mln. Bufferliquiditeit: Een financiële buffer is benodigd om niet beheersbare risico’s op te vangen. Afhankelijk van de grootte van de onderwijsinstelling wordt door de commissie een percentage van de totale baten geadviseerd als buffer. Concreet betekent dat voor Atrium een normatief financieel benodigde buffer voor risico-opvang van 6 % van de totale baten van € 7.09 mln. is € 0.43 mln. Een dergelijke normatieve kwantificering is bruikbaar voor een eerste beoordeling, maar kan en mag niet in de plaats komen van een op maat toegesneden risicoanalyse. Inspectie van het Onderwijs houdt financieel toezicht op de resultaten. De bovengrens is bepaald op 43 %. Het totale kapitaal bedraagt einde 2014 € 4.67 mln. Hoger dan het plafond van € 3.05 mln. Met een resultaat van 66 % kapitalisatiefactor is nader onderzoek door de Inspectie niet uit te sluiten. Onder voorbehoud dat de toekomstige baten niet veel zullen fluctueren, is om de kapitalisatiefactor in de toekomst naar beneden te krijgen, een negatief exploitatieresultaat vrijwel de enige optie. Het tweede kengetal dat het ministerie van OC&W hanteert om een beeld te krijgen bij het vermogensbeheer van onderwijsinstellingen is de solvabiliteit. Bij de solvabiliteit gaat het erom in hoeverre een bevoegd gezag op lange termijn, ook in tijden van tegenspoed, aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit blijkt uit de verhouding tussen eigen vermogen en het totaal van de passiva. Absolute normen voor solvabiliteit zijn moeilijk te geven. Om een gezonde financiële positie te blijven garanderen wordt doorgaans voor het primair onderwijs een ondergrens van 20% aanbevolen (commissie Don). Over de laatste jaren laat dit kengetal stabiele, groeiende resultaten zien. 2013: 61,5% 2014: 62,8 %. Ter benchmarking het landelijk gemiddelde voor 2013 over besturen van 6-10 scholen geeft eveneens een resultaat van 62,8 %. Voorziening voor groot onderhoud en personeel zijn redelijk goed in te schatten en vormen met € 0.9 mln., 19,3 % van het totale vermogen. Kengetal solvabiliteit 2 vergelijkt het (eigen vermogen + voorzieningen) / totale vermogen. Met een score van 82,1 % een zeer gezond resultaat. Landelijke gemiddelde 2013 voor 151 besturen van vergelijkbare grootte bedroeg 73,6 %. Gezien de resultaten is geen aanvullende actie vereist.
18 8 juni 2015
Het weerstandsvermogen geeft een eveneens een beeld of het bestuur enerzijds te rijk zou zijn of anderzijds of er financiële capaciteit is om onvoorziene tegenvallers in de exploitatie op te vangen. OC&W hanteert voor PO definitie (Eigen vermogen -/- materiële vaste activa) / totale rijksbijdragen. Als streefwaarde wordt door Dienst Onderwijs Uitvoering (DUO) een norm van 15 tot 20 % als koers geadviseerd voor weerstandsvermogen. Het kengetal is volgens commissie “Don” te beperkt en verwarrend en achterhaald door de kapitalisatiefactor. Ondanks dat publiceert het ministerie toch benchmark gegevens over 2013. Het landelijke gemiddelde voor de laatste jaren van besturen van vergelijkbare grootte, geeft een resultaat binnen de bandbreedte van 16 tot 19 %. In 2014 is het resultaat met 34,1 % voor Atrium aan de hoge kant en sluit aan op eerdere conclusies van een luxe reserve positie. Beoordeling van het budgetbeheer Bij liquiditeit gaat het erom of het bevoegde gezag in staat is om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Dit blijkt uit de verhouding tussen vlottende activa en de kortlopende schulden. Commissie “Don” hanteert bij het budgetbeheer als normering voor een gezonde liquiditeit een bovengrens van 1,5 en een ondergrens van 0,5. Geconcludeerd kan worden dat het bevoegd bezag met een score van 4,6 (2013: 4,5) absoluut in staat is om op korte termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het landelijke gemiddelde over 2013 bedroeg 2,8. Kortom, qua liquide middelen zit Stichting Atrium de laatste jaren ruim in het jasje. Dit blijkt ook uit het kasstroomoverzicht in de jaarrekening. De rentabiliteit is een waardevol trendgegeven. Het saldo gewone bedrijfsvoering wordt uitgedrukt in een percentage van de totale baten. In principe heeft de stichting geen winstoogmerk. PO raad adviseert dat de gemiddelde rentabiliteit berekent over de afgelopen jaren, dient uit te komen tussen 0% en 5%. De situatie wordt pas precair als de rentabiliteit scores structureel negatief zijn. Realisatie rentabiliteit Atrium 2014 is 0,16 %. Voor een deel veroorzaakt door onverwachte baten in combinatie met gerichte sturing op begroot resultaat en in het bijzonder de formatie. Budgettair bestond voor 2014 de verwachting dat de rentabiliteit score - 0,05 % zou zijn. De afwijkingen worden later behandeld. Het gemiddelde van Atrium over de laatst drie jaren bedraagt 1,5 %. Een resultaat dat hiermee binnen de lijntjes van het Ministerie ligt. Het landelijke gemiddelde over 2013 voor besturen van 6 tot 10 scholen bedroeg 3,06 % volgend op 0,24 % in 2012 en - 1,01 % in 2011. Ook hier geldt dat de in december 2013 ontvangen Herfstakkoord gelden tot uiting komen in de landelijke rentabiliteit score. In de continuïteitsparagraaf wordt inzichtelijk gemaakt dat de toekomstige rentabiliteit resultaten voor 2015 t/m 2018 negatief zijn – 0,65 %. Bevoegd gezag heeft de intentie om de gelden op een beheerste wijze terug te laten vloeien aan het onderwijs. Er wordt sturing gegeven aan huidige en toekomstige resultaten. De stichting blijft een gezonde koers varen, waarbij het accent ligt op reductie in formatie, maar het ook voornaam blijft dat de scholen hun materiële uitgaven in de hand houden.
19 8 juni 2015
Benchmarking in het primair onderwijs Benchmarking is een manier om organisaties makkelijker te kunnen vergelijken. Er volgt een beeld van de landelijke ontwikkeling van de diverse financiële kengetallen1 in het primair onderwijs. Ter betere vergelijking gesplitst naar grootte. Het geeft een beeld van de landelijke ontwikkeling of trend. Waarbij aangetekend, dat bij elk schoolbestuur specifieke onderwerpen kunnen spelen. Onderstaande geeft een indicatie of Atrium in haar procesvoering afwijkt en of er mogelijke risico’s zijn t.o.v. andere schoolbesturen van vergelijkbare grootte 6-10 scholen in het PO (groep PO4). De door de Commissie Don gehanteerde set kengetallen vormt de leidraad bij onderstaande overzichten. De kengetallen en hun signaleringsgrens: Kapitalisatiefactor: de signaleringsgrens is afhankelijk van de omvang van het bestuur. Afhankelijk van de totale baten zijn waardes van 35% tot 60% mogelijk. Solvabiliteit: voor de solvabiliteit geldt een ondergrens van 20%. Liquiditeit: voor de liquiditeit zijn de signaleringsgrenzen vastgesteld op 0,5 < L > 1,5 Rentabiliteit: het gemiddelde van de laatste vijf jaren dient 0% tot 5% te bedragen. Met deze normeringen op het netvlies volgen nu de resultaten vanaf 2009 tot en met 20132. Kengetallen Don (per sector):
1
DUO verzamelt gegevens over het PO in Nederland en stelt daarvan een grote hoeveelheid online beschikbaar.
2
PO1: 1 school, PO2: 2 scholen, PO3: 3-5 scholen, PO4: 6-10 scholen, PO5: 11-20 scholen, PO6: > 20 scholen.
20 8 juni 2015
Conclusie: Instellingen waarbij meer scholen zijn aangesloten houden een lagere kapitalisatiefactor / financiële buffer aan om risico’s en tegenvallers op te vangen. Er zijn bij grotere instellingen meer mogelijkheden tot risico spreiding. De afwijking in de kapitalisatiefactor tussen PO1 en PO6 bedraagt de laatste jaren ruim 20 procentpunten. Gemiddelde solvabiliteit is toegenomen in 2013 t.o.v. 2012 bij de schoolbesturen. Beduidend boven de bodemgrens. De eind dec ’13 ontvangen aanvullende bekostiging (“Herfstakkoord” en “Impuls Jonge Leerkrachten”) heeft landelijk hier een stuwend effect gehad. Dit blijkt ook uit de kengetallen liquiditeit en rentabiliteit. Dus niet alleen bij Atrium, maar ook een landelijke verbetering zowel op het vlak van vermogens- als budgetbeheer. Kengetallen Don (PO4 categorie 6-10 scholen):
Conclusie: De landelijke resultaten over 2013 laten over de gehele breedte een verbetering in resultaten zien. Hetgeen duidt op meer kapitaal op de balans bij de scholen. Ruim beter dan de door Don vastgestelde signaleringswaarden. Een trend die bij Atrium ook waarneembaar is. Overige kengetallen:
21 8 juni 2015
Conclusie: Het aandeel van de gemiddelde personele last in verhouding tot de rijksbijdragen laat in 2013 een dalend resultaat zien. Ook hier hebben de in december ontvangen rijksbijdragen invloed op gehad. Dikwijls is het geld toegevoegd aan het eigen vermogen. Bij kleine besturen is dit aandeel van het eigen vermogen t.o.v. de baten hoger. Voor Atrium is dit aandeel einde 2014 41,6 %. Het aandeel van de personele lasten t.o.v. totale lasten blijft de laatste jaren rond de 80 tot 83 %. De vergelijking met Atrium volgt later. Als we Atrium spiegelen met de eerste kolom uit de bovenstaande tabel, dan bedraagt: Aandeel van Personele lasten / Rijksbijdragen 2014 2013 2012
Atrium 84.4 % 82.9 % 94.5 %
Landelijk PO 4 Niet bekend 85.2 % 88.8 %
De verhouding personele lasten t.o.v. rijksbijdragen is 84,4 % tegenover 85,3 % budget 2014. Het kengetal personeelslasten t.o.v. rijksbijdragen wordt door de Inspectie gehanteerd om te oordelen of de continuïteit van de stichting niet in gevaar is. Als norm is het plafond bepaald op 95 %. Hier blijkt eveneens dat de bedrijfsvoering van Atrium de laatste jaren goede stappen heeft gezet. De afhankelijkheid van de rijksbijdragen is verlaagd en inmiddels beduidend beter dan de landelijke cijfers. Een zeer gezonde ontwikkeling.
4.2 Financiële beschouwing baten en lasten in 2014 Baten De totale baten wijken nauwelijks (1,4 %) af van budget. Een evenwichtige ontwikkeling. 2014 realisatie Rijksbijdragen 6.919.064 Overige overheidsbijdr. 116.470 Overige baten 21.981 totaal 7.057.515
2014 begroting 6.825.154 114.304 8.966 6.948.424
2013 realisatie 7.165.357 190.455 443.807 7.799.619
afwijking tov begroting 1,4% 1,9% ---1,6%
afwijking vorig jaar -4,7% -40,0% ----10,9%
Rijksbijdragen zijn gekoppeld aan het aantal leerlingen. Dit is een reden van de afwijking tussen realisatie 2013 en 2014. De hoofdoorzaak is echter, terug te voeren op de extra impulsen die op basis van het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en het zogenaamde Herfstakkoord door het Ministerie van OC&W vorig verslagjaar in december 2013 werden uitbetaald. Voor verslagjaar 2014 volgde de bijstelling bekostiging schooljaar 2014-2015 pas per 4 februari 2015. Dit levert een positieve afwijking in meer realisatie dan begroot voor rijksbijdragen in het verslagjaar. 22 8 juni 2015
Hiervan is de hoofdmoot Personeel & Arbeid voor circa €45.000. Bijzondere bekostiging personeel €17.683, ter compensatie van de gestegen arbeidskosten in 2014. Andere oorzaak waarom de rijksbijdrage 1,4 % positiever zijn dan begroting is de ontvangen, niet begrote, groeibekostiging voor 2014 Personeel en Materieel bij 05IQ Bs. Paus Johannes, € 23.759. De prestatiebox gelden zijn niet geoormerkt. Deze zijn bedoeld voor scholen om extra te kunnen investeren in professionalisering van leraren en schoolleiders, opbrengst gericht werken en cultuureducatie. Hier zijn kleinere afwijkingen ten opzichte van begroting, evenals LGF. De rugzakleerlingen (LGF) worden vanaf 1 augustus niet meer ontvangen via Ministerie van OC&W maar via het Samenwerkingsverband, als gevolg van Passend Onderwijs. De basisondersteuning van het SWV Noord-Kennemerland is vanaf augustus 2014, volgens Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving gerubriceerd onder de Rijksbijdragen en niet meer onder overige overheidsbijdragen. De incidentele bijdrage van € 11.789 van WSNS Heerhugowaard is verantwoord bij de overige overheidsbijdragen. Daarentegen een negatieve afwijking t.o.v. begroting van € 10.000 is veroorzaakt door toerekening van een gemeentelijke investeringssubsidie. Dit bedrag is begroot voor basisschool paus Johannes 05IQ voor de eerste inrichting. Deze bate is eind augustus ontvangen, maar wordt in mindering gebracht op de investeringen. Daardoor worden de maandelijkse afschrijvingskosten lager de komende jaren. Deze boekingsgang is dus anders dan begroot. De overige baten kunnen door de jaren heen fluctueren en worden op basis van voorzichtigheid begroot. Bovendien is bij opmaak van de begroting het voortbestaan van deze inkomsten soms onzeker. Voorts worden deze gelden dikwijls gekenmerkt door een schooljaar / seizoeneffect. De voornaamste overige baten betreft ontvangen huur / medegebruik van stichting Kinderopvang Langedijk. Daarnaast niet begrote ontvangsten voor detachering personeel aan het SWV en overige inkomsten van oudervereniging. De totale afwijkingen binnen overige baten zijn positief t.o.v. begroting maar in totaliteit € 13.000. De grote afwijking in vergelijking tot 2013 is de eenmalige bijzonder bate in 2013 van circa € 362.000 in verband met het opnemen van een vordering voortvloeiend uit een ingediende schadeclaim. Lasten De totale lasten wijken slechts 1,1, % af met de begroting 2014. Dit onderstreept dat er sturing wordt gegeven aan het resultaat. 2014 realisatie Personeelslasten 5.842.130 Afschrijvingen 189.694 Huisvestingslasten 496.791 Overige lasten 541.217 totaal 7.069.832
2014
2013
afwijking
afwijking
begroting 5.818.778 199.688 447.986 524.447 6.990.899
realisatie 5.938.677 188.395 407.749 531.226 7.066.047
tov begroting 0,4% -5,0% 10,9% 3,2% 1,1%
tov vorig jaar -2,0% 6,0% 9,9% -1,3% -1,1%
23 8 juni 2015
Kostenbeheersing is van belang. In de praktijk komt dat vooral neer op het tijdig aanpassen van personele lasten aan de teruglopende inkomsten / leerlingen. Hier slaagt de stichting tot nu toe goed in. Afwijking slechts 0,4 %. Zie ook de benchmark van personele lasten t.o.v. rijksbijdragen. In de kalenderjaar begroting 2014 is rekening gehouden met een taakstellende bezuiniging in begroting van € 42.500. Doordat er voldoende natuurlijk verloop is geweest, is de taakstellende bezuiniging gerealiseerd. Echter, in praktijk was er iets meer formatie nodig om ook voor schooljaar 2014-2015 goed, kwalitatief onderwijs te kunnen blijven geven. In de verantwoording van College van Bestuur naar Raad van Toezicht is dit eind mei 2014 reeds gecommuniceerd. Hierbij is aangetekend dat elke aanvulling van bezetting kritisch beoordeeld zou worden. Het aantal FTE is met 86 nagenoeg gelijk aan begroting. De ontvangen uitkeringen van de bij het Vervangingsfonds gedeclareerde medewerkers zijn niet begroot en maken de vergelijking wat troebel. Bovendien worden bij de aanvulling van bezetting dikwijls derden ingehuurd. Ontslagvergoedingen zijn verder niet aan de orde geweest. In het najaar van 2014 is de CAO PO 2014-2015 vastgesteld. Salarisschalen / carrièrepatronen zijn aangepast. Dit veroorzaakt een prijsverschil op lonen en salarissen ten opzichte van begroting. Verder zijn er ook in de nieuwe cao aangepaste bepalingen voor duurzame inzetbaarheid voor oudere werknemers opgenomen. De bestaande uitvoeringsregeling BAPO is komen te vervallen. Het prijsverschil op personele lasten t.o.v. de begroting wordt vaak veroorzaakt door het bijstellen van de premies door Pensioenfonds, Vervangingsfonds en Participatiefonds. De stijging van de reguliere premie Vervangingsfonds van 7,77 % naar 8,2 % per 1 jan. 2014 was hoger dan begroot. Per aug. 2014 is deze premie weer verlaagd naar 7,7 %, maar veroorzaakte prijsverschil. Zoals bij de baten aangegeven, is voor de prijsstijging een compenserende vergoeding ontvangen in 2014. De verhouding personele lasten t.o.v. totale lasten is 82,6 % tegenover 83,2 % begroting 2014 en 84,0 % vorig verslagjaar. Een in eerste oogopslag gunstige ontwikkeling. Echter, doordat de materiële lasten ruim € 55.000 hoger zijn dan budget, vertekent dit het kengetal met ca. 0,65 %. Nog steeds (82,6 % + 0,65 %) een verbetering t.o.v. van vorig jaar. Het landelijke gemiddelde over 2013 voor scholen van vergelijkbare grootte is 82,2 % en wijkt niet bijzonder af, zie ook benchmarking. Aanvullende actie is niet noodzakelijk. De risico’s zijn beheersbaar. Ook bij de materiële lasten volgt een stabiel, gezond beeld met verklaarbare afwijkingen. In verband met de geprognosticeerde leerlingendaling voert de stichting een voorzichtig beleid ten aanzien van investeringen, met nadrukkelijk oog voor kwalitatieve verbeteringen. De afschrijvingskosten zijn circa € 10.000 lager dan begroting en nagenoeg gelijk aan vorig jaar. Per augustus 2014 is de investeringssubsidie voor de eerste inrichting bij basisschool paus Johannes 05IQ ontvangen van de Gemeente Langedijk voor € 9.336. Deze bijdrage is in mindering gebracht op de investeringen. Hierdoor dalen de maandelijkse afschrijvingskosten. Deze post is begroot als overige overheidsbijdrage. De in de begroting opgenomen investering voor het netwerk binnen de scholen (wifi) is pas eind december uitgevoerd, waardoor de afschrijvingskosten achter zijn gebleven.
24 8 juni 2015
Bij de huisvestingslasten een afwijking van bijna 11 %. Kosten voor energie eindigen € 19.000 lager budget. Er zijn geen uitschieters in jaarafrekeningen ontvangen. De circa € 11.700 hogere huurkosten dan begroting bij de 11YL de duizend eilanden, is deels gedeclareerd bij de gemeente. Er is eveneens grip op posten als afvalverwijdering, alarmopvolging / beveiliging en tuinonderhoud. De jaarlijkse contractwerkzaamheden onderschrijden de begroting met circa € 30.000, huur pv installatie & abonnement beveiliging etc. Kosten voor klein onderhoud zijn daarentegen circa € 27.000 hoger begroting. Dit zijn zaken als verhuizen digi-bord, kosten voor de inrichting van de Atrium Academy, vervangen zandbakzand, onderhoud gastoestellen of kleine herstelwerkzaamheden van plafondplaten, goten of tegels. Voorts het onderhoud / herstel aan diverse speeltoestellen. Een actie die voortvloeit uit keuringen van de gemeente Langedijk van de speeltoestellen die op de schoolpleinen staan. Samenvattend, zullen sommige posten die begroot zijn als contract werkzaamheden in realisatie verwerkt zijn bij klein onderhoud. Ze lopen niet helemaal synchroon, maar het verschil heft zich grotendeels op. De schoonmaak kosten zijn ruim € 60.000 hoger begroting. Een overschrijding die al vroeg in het jaar duidelijk werd. De reguliere maand nota’s bedragen waren ruim € 1.000 hoger dan begroot. Daarnaast hebben er in periode juli grote schoonmaakwerkzaamheden plaatsgevonden ca. € 35.000. Waar het bij het opstellen van de jaarbegroting is misgegaan, is onduidelijk. Mogelijk is de BTW over het hoofd gezien of de grote zomer schoonmaak. Bij opmaak van de meerjarenbegroting 2015 – 2018 zijn deze zaken in acht genomen. De overige lasten zijn ruim 3 % hoger dan begroting en ruim 1 % lager dan vorig jaar. Geen grote bijzondere zaken. De realisatie van administratie en beheerlasten is van een gelijk niveau als vorig jaar maar € 30.000 hoger dan begroot. De inventaris / leermiddelen zijn conform begroting maar bijna € 25.000 meer dan vorig jaar. Andere posten als vergaderkosten, contributies, PR / representatie zijn lager dan zowel begroting als vorig jaar. Ook hier kunnen wat verschuivingen in rubricering hebben plaatsgevonden. De lage rentestand heeft zijn weerslag op de rente baten. De financiële lasten omvat bank kosten en rentelasten. Verder geen bijzonderheden of risico’s.
4.3 Treasurystatuut In april 2013 is het Treasurystatuut vastgesteld door College van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In dit statuut wordt beschreven welke treasurytaken en verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor de stichting. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij de stichting Atrium is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Hiermee wordt voldaan aan de Regeling beleggen en belenen uit 2010. In het statuut worden afspraken gemaakt over onderwerpen als beheersing van rentekosten en risico’s, 25 8 juni 2015
financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. De stichting heeft per einde boekjaar geen uitstaande beleggingen en beleningen in portefeuille. Eventuele koersverliezen zijn niet aan de orde. Er is geen hoog risico.
4.4 Continuïteitsparagraaf Meerjarenbegroting 2015 t/m 2017 De begroting 2015 is opgesteld als onderdeel van een meerjarenbegroting over de jaren 2015 tot en met 2018. Onderdelen van deze begroting zijn: inkomstenbegroting, loonkostenbegroting, materiële kostenbegroting (overige kosten) en de investeringsbegroting. Aan de basis voor de inkomstenbegroting staat de telling van het aantal leerlingen, verdeeld over onderbouw en bovenbouw per 1 oktober 2014. Deze aantallen, in combinatie met de leerling prognoses voor de komende jaren, bepalen voor het leeuwendeel de inkomsten. De leerling prognoses zijn opgesteld door de schooldirecteuren en beoordeeld of de ontwikkeling in de toekomst aansluit op het verleden.
Op personeelsgebied is wellicht in de toekomst door natuurlijke uitstroom en mobiliteit tussen de scholen nog een aanvullende bezuiniging in formatie te realiseren. Trapsgewijs zullen de Fte’s verder aflopen. Om de vergelijkbaarheid tussen de realisatie 2014 en de meerjaren begroting zuiver te houden is in de onderstaande tabel rekening gehouden met vervangers bij het onderwijzend personeel.
26 8 juni 2015
Inkomsten: De ontvangen rijksbijdragen dalen de komende jaren niet evenredig met het leerling aantal. Oorzaak de GGL stijgt 0,5 jaar. Voorts zijn voor de komende jaren aanvullende nieuwe gelden uit de diverse akkoorden begroot die per leerling zullen stijgen volgens de Po-raad. De gehanteerde opslagen in bekostiging diverse akkoorden a.h.v. PO Raad 17 sept 2014; aanname nieuw geld Lumpsum p leerling € 126 *80 % , € 136 *80 %, € 196 *76 %, € 236 *76 %. Verder is er geen indexering meegenomen. Noch aan de baten, noch aan de lasten kant. De ontvangen gelden van het SWV voor basisondersteuning zijn voor de meerdere jaren op basis van voorzichtigheid begroot voor € 100 per leerling. Er is geen groeibekostiging begroot. De inkomsten zijn met enige voorzichtigheid begroot. Uitgaven Personeel: Zoals bij het proces van de loonkosten reeds beschreven, zullen de loonkosten de komende jaren reduceren door natuurlijke uitstroom en het niet verlengen van contracten. Zo dalen de loonkosten in 2016 met – 2 % t.o.v. 2015. Aansluitend met - 2,5 %. Het effect van de besparing komt tot uiting aan het begin van het nieuwe schooljaar. Om de klassen allemaal goed bezet te krijgen is echter instroom benodigd. Hiervoor is een raming gemaakt. Dat er voldoende flexibiliteit in de formatie zit, geeft de mogelijkheid om tijdig te sturen. Uiteraard zal elke aanvulling van bezetting vooraf kritisch worden bekeken. Parrallel hieraan is voor 2015 toch de ontslagruimte in kaart gebracht. Dat de 27 8 juni 2015
inkomsten de komende jaren zullen dalen is bekend. Dat er om die reden opnieuw onderwijsgevend personeel in het risicodragend deel van de formatie (RDDF) geplaatst dient te gaan worden per 1 augustus 2015, is naar verwachting niet het geval. Er is sprake van voldoende natuurlijke uitstroom. De verhouding personele lasten t.o.v. totale lasten laat over de jaren 2015 t/m 2018 heen een stabiel beeld zien (zie tabel). De vergelijking met 2014 is niet representatief, omdat de jaarlijkse extra dotatie van € 100.000 ten behoeve van de voorziening buitenonderhoud de vergelijking meer dan 1% vertroebeld vanaf 2015.
Het kengetal personeelslasten t.o.v. rijksbijdragen wordt door de Inspectie gehanteerd om te oordelen of de continuïteit niet in gevaar is. Als norm is het plafond bepaald op 95 %. De verhouding personele lasten t.o.v. rijksbijdragen onderstreept dat er sturing wordt gegeven aan de formatie binnen Atrium basisscholen. Bevoegd gezag slaagt er in om de personele inkomsten in balans te houden met de personele uitgaven. Afname in bezetting wordt gerealiseerd door natuurlijke uitstroom en door niet meer te vervangen. Een gezonde situatie. Uitgaven Materieel: Wat over de jaren steeds opvalt is, dat alle scholen materieel meer uitgeven dan ze ontvangen. Dit is een trend die op landelijk gebied ook terugkomt. De materiële kosten zijn (semi)-vast, ook bij teruglopende leerling aantallen. De bezuiniging dient steeds in deze bekostigingssystematiek te komen uit Personeel of & Personeel & Arbeid. De afschrijvingskosten vertonen een stabiel beeld in de meerjarenbegroting. Ze zijn afhankelijk van de investeringsambitie. Deze bedraagt in 2014 € 136.237 voor de begrote jaren in €
Binnen de huisvestingslasten waren in de schoonmaakkosten te laag begroot in 2014. Dit is in de meerjarenbegroting anders gebeurd door de contracten over in het bijzonder schoonmaak, maar ook onderhoud en energie gedetailleerd te beoordelen. Om het buitenonderhoud de komende jaren uit te kunnen voeren, is besloten om jaarlijks € 100.000 te doteren aan een nieuw te vormen voorziening. Deze uitgaven zijn gelijk aan de extra inkomsten hiervoor. Verder worden door het afnemende leerling aantal, ook minder kosten voor huur van gebouwen verwacht.
28 8 juni 2015
Balansprognose 2014 t/m 2017, ontwikkeling kengetallen Een prognose van de toekomstige balansontwikkeling. Hierbij aangetekend dat onderstaand realisatie 2014 als basis is genomen. Bij opmaak van de meerjarenbegroting is destijds uitgegaan van een prognose voor 2014.
Onderstaand een prognose van de toekomstige ontwikkeling van de kengetallen die corresponderen met bovenstaand balans cijfers. Hierbij opgemerkt dat 2013 en 2014 gebaseerd is op de jaarrekening en vanaf 2015 betreft het prognoses. Deze kengetallen geven een indicatie over de vermogenspositie op korte en midden-lange termijn van de stichting Atrium.
29 8 juni 2015
Legenda lijnen: rood: ondergrens; geel: midden waarde; grijs: uitkomst.
Conclusie continuïteitsparagraaf balans en exploitatie ontwikkeling Er is in december 2014 een evenwichtige, ambitieuze maar ook realistische meerjarenbegroting 2015 – 2017 vastgesteld, die aansluit op de doelen van de stichting. De rentabiliteit is weliswaar de eerste komende jaren negatief, maar het risico is laag. Een negatieve rentabiliteit wordt niet nagestreefd, maar is wel de wijze om de kapitalisatiefactor af te bouwen. Sturing van formatie is de laatste jaren een speerpunt in het beleid geweest en heeft zijn vruchten afgeworpen. Ook naar de toekomst toe zal hier het accent op blijven liggen. Uiteraard blijft de ontwikkeling van materiële kosten ook een aandachtspunt. Waar de meerjarenbegroting in 2015 en 2016 last van heeft, is dat de materiële kosten semi vast zijn, zoals schoonmaak en energie. Ze dalen niet recht evenredig met het aantal leerlingen. Bovendien heeft de directie de intentie om impulsen te blijven geven aan de onderwijsontwikkeling en niet het oppotten van gelden. Al deze uitgangspunten zijn in deze meerjarenbegroting in acht genomen. Doelstelling is en blijft dat de continuïteit van de stichting geen gevaar zal lopen en risico’s beheerst zijn. Gebaseerd op de balans einde verslagjaar 2014 kan over de ontwikkeling en kengetallen gesteld worden dat er sprake is van een zeer gezonde financiële situatie. De financiële continuïteit is gewaarborgd, de negatieve resultaten van het kengetal rentabiliteit vormen geen struikblok. Rapportage aanwezigheid en werking interne risicobeheersing De Planning & Control cyclus krijgt steeds meer inbedding binnen de procesvoering. Er wordt gewerkt met uitgebreide verantwoording naar RvT na het verstrijken van vier en negen maanden realisatie. Waarbij ontwikkelingen omtrent baten, lasten en investeringen op detail niveau 30 8 juni 2015
beoordeeld worden, aangevuld met een prognose voor het gehele kalenderjaar, waarbij de budgetten als targets gelden. Het kostenbewustzijn bij de schooldirecteuren is meer en meer vergroot. Vooraf zoveel mogelijk grip krijgen op ontwikkelingen is een constant aandachtspunt van de directie. Beschrijving van belangrijkste risico’s en onzekerheden Communicatie met betrokkenen over potentiële en eventuele beheersing van vindt plaats bij het reguliere besluitvormingsproces en bij overleg met het toezichthouden orgaan, waarbij risico’s en onzekerheden hoog op de agenda staan, denkend aan:
krimp van leerlingen, huisvesting / gemeentelijke afspraken / doordecentralisatie buitenonderhoud, passend onderwijs, onzekerheden in bekostiging.
Rapportage en verantwoording toezichthoudend orgaan Er wordt eerder in het proces bijgestuurd. Afstemming met betrokkenen is geïntensiveerd. Aangezien de activiteiten binnen de stichting redelijk overzichtelijk zijn en er korte communicatielijnen bestaan is het optuigen van een uitgebreid risicobeheersing- en controlesysteem nog niet verder uitgebouwd. Er is frequent overleg tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur. Beheersmaatregelen worden besproken en keuzes worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan het kritisch begroten over meerdere jaren, waarbij voor de baten enige voorzichtigheid is gehanteerd. Het vormen van een voorziening voor buitenonderhoud en het continu aandacht houden voor ontwikkelingen op leerling gebied in combinatie met de formatie. Hierbij zijn aspecten als rddfplaatsing en natuurlijke uitstroom een aandachtspunt.
4.5 Jaarrekening Zie document Atrium_jaarrekening_versie29052015
31 8 juni 2015