ICT BELEIDSPLAN
STICHTING PROLOOG
2012 - 2016
Stichting Proloog www.proloog.nl Fonteinland 11 8913 CZ Leeuwarden 058-2347520
Dit plan beschrijft hoe Stichting Proloog werkt aan brede talentontwikkeling, aan het realiseren van een opbrengstgerichte schoolorganisatie, aan open leer- en ontwikkelcentra, en aan professioneel handelen binnen leergemeenschappen, waarbij “ICT als vanzelfsprekend” een cruciale bouwsteen is. Namens de ICT werkgroep, Alle Dijk
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemeen .................................................................................................................................... 4 1.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 4 1.2 Het Vier in Balans model ............................................................................................................................... 5 1.3 Enkele cruciale menselijke factoren: ............................................................................................................. 7 1.4 Ontwikkelingen in de ICT .............................................................................................................................. 8 Hoofdstuk 2. Stichting Proloog. ...................................................................................................................... 11 2.1 Visie en doelen ............................................................................................................................................ 11 2.2 Stichting Proloog in Balans (de bouwstenen) ............................................................................................. 13 2.2.1 Visie ..................................................................................................................................................... 13 2.2.2 ICT- infrastructuur ............................................................................................................................... 14 2.2.3 Deskundigheid ..................................................................................................................................... 15 2.2.4 Digitaal leermateriaal .......................................................................................................................... 16 2.2.5 Profielen Coördinerend ICT-er en ICT verantwoordelijke.. ................................................................. 17 2.3. De pilaren ................................................................................................................................................... 18 2.3.1 Hardware ............................................................................................................................................. 20 2.3.2 Website............................................................................................................................................... 21 2.3.3 Software .............................................................................................................................................. 22 2.3.4 Planvorming en –bewaking ................................................................................................................ 23 2.3.5 Algemene directie………………………………………………………………………………………………………………….…………23 2.3.6 Scholen ................................................................................................................................................ 24 2.3.7 Leerkrachten........................................................................................................................................ 25 2.3.8 Leerlingen ............................................................................................................................................ 26 2.3.9 Ouders ................................................................................................................................................. 27 2.3.10 Overige zaken .................................................................................................................................... 28 Hoofdstuk 3. De school .................................................................................................................................. 35 3.1. Algemeen ................................................................................................................................................... 35 3.1.1 Hardware ............................................................................................................................................. 37 3.1.2 Website ............................................................................................................................................... 38 3.1.3 Software .............................................................................................................................................. 39 3.1.4 Planvorming en –bewaking ................................................................................................................. 39 3.1.5 Algemene directie ............................................................................................................................... 41 3.1.6 Scholen ................................................................................................................................................ 42 3.1.7 Leerkrachten........................................................................................................................................ 43 3.1.8 Leerlingen ............................................................................................................................................ 44 3.1.9 Ouders ................................................................................................................................................. 45 3.1.10 Overige zaken .................................................................................................................................... 46
2
3.2 Taakverdeling op schoolniveau ................................................................................................................... 47 3.2.1 Systeembeeer ...................................................................................................................................... 47 3.2.2 Administratie. ...................................................................................................................................... 48 3.2.3 Bijhouden gebruik software taal en rekenen ...................................................................................... 48 3.2.4 Deelname kenniskringen ..................................................................................................................... 49 3.3 Wachtwoordbeheer .................................................................................................................................... 51 Bijlage 1. Planning bovenschools (door coördinerend ICT-er) ...................................................................... 552 Bijlage 2. Concrete actiepunten korte termijn …..………………….……………..……………………………………………………. 54
3
Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1 Inleiding Op 22 februari 2012 heeft Stichting Proloog een thema ochtend georganiseerd rondom ‘ict in het onderwijs’. Deze ochtend werd ondersteund door Stichting Kennisnet. Als inspiratiebron diende het manifest ‘in tien jaar naar de top’ van de Denvergroep. Verderop in dit plan meer hierover. De op deze ochtend besproken onderwerpen en opbrengsten hebben we (de ict werkgroep) zo goed mogelijk proberen te verwoorden in dit ict beleidsplan. Leerlingen die instromen in onze basisscholen hebben te maken met allerlei technische ontwikkelingen. Al jong raken ze vertrouwt met moderne hulpmiddelen, zoals computers, spelcomputers, mobiele telefonie (SMS, MMS). Leerlingen communiceren steeds meer en vaker d.m.v. communities op internet (Facebook, Twitter, MSN, Hyves, enz.). De informatiemaatschappij vereist dat leerlingen steeds zelfstandiger met informatie omgaan. Voor kinderen is ICT vanzelfsprekend. Proloogscholen zijn maximaal toegerust op het functioneren in de 21e eeuw. Dit heeft consequenties voor het onderwijs op onze scholen. Proloogscholen gaan in op deze ontwikkeling. Voor veel leerkrachten en voor veel scholen heeft dat de afgelopen jaren een omslag betekend van klassikaal frontaal gericht werken naar meer op de leerlingen afgestemd werken. Computers spelen daarbij een steeds grotere rol, zeker nu computers niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijks bestaan. Het is onze ambitie om er voor te zorgen dat iedereen die een Proloogschool in 2020 verlaat meer dan ooit klaar is voor een succesvol leven en werken in de 21e-eeuwse samenleving. Voor onze leerling betekent dit: hij/zij is enthousiast en gemotiveerd en wil het beste uit zichzelf halen; hij/zij is communicatief vaardig met taal en getallen; hij/zij staat open voor nieuwe ideeën en denkwijzen; hij/zij is sociaal en maatschappelijk betrokken; hij/zij wil van betekenis zijn voor de ander; hij/zij past media en ICT toe. Onze scholen richten zich daarom nadrukkelijk op: het creëren van brede talentontwikkeling; het worden van een opbrengstgerichte organisatie; het worden van een open leer- en ontwikkelcentrum voor 0-14 jarigen en hun ouders; het professioneel handelen in teams van medewerkers met verschillende expertises; het gebruik van ICT als vanzelfsprekendheid. Doel van dit plan is om de plaats, inhoud en ontwikkeling van ICT in dit kader te beschrijven. Het ICT plan dat voor u ligt is gebaseerd op het model van “vier in balans” van Kennisnet en de “rammelende Griekse tempel”. Vanuit de visie van de school (dak van de tempel) zijn er verschillende “pilaren” beschreven die te maken hebben met ICT. De opzet van dit plan is dat de “pilaren” los gelezen kunnen worden. Dit model is dus flexibel en speelt in op nieuwe ontwikkelingen.
4
1.2 Het Vier in Balans model Het Vier in Balans-model is erop gebaseerd dat invoering van ict in het onderwijs meer kans van slagen heeft bij een evenwichtige en samenhangende inzet van de vier bouwstenen: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ict-infrastructuur (Ict op School, 2004). Deze bouwstenen zijn complementair en wederzijds afhankelijk. Een korte toelichting op de vier bouwstenen: Visie: de opvatting van de school over wat goed onderwijs is en hoe de school dat wil realiseren. De visie omvat de doelstellingen van de school, de rol van leraren, leerlingen en management, de inhoud van het onderwijs en de leermiddelen die worden ingezet. Deskundigheid: de kennis en vaardigheden van leraren om onderwijsdoelstellingen met behulp van het hulpmiddel ict te bereiken. Daarbij gaat het niet alleen om technische vaardigheden, maar ook om kennis van didactiek en vakinhoud – en om een zinvol verband tussen deze drie. Digitaal leermateriaal: alle formele en informele digitale educatieve content. Formeel leermateriaal is materiaal dat speciaal voor het onderwijs gemaakt is. Ict-infrastructuur: beschikbaarheid en kwaliteit van computers, netwerken en internetverbindingen. Ook elektronische leeromgevingen en het beheer en onderhoud van ictvoorzieningen valt hieronder. Het onderwijs moet deze vier bouwstenen zorgvuldig op elkaar afstemmen wanneer het leerprocessen ontwerpt, faciliteert en uitvoert. Leraren spelen daarin een cruciale rol, maar daarnaast is er leiderschap nodig om het proces aan te sturen en condities voor samenwerking met andere professionals te scheppen.
Samenwerking en ondersteuning
Leiderschap
Visie
Deskundigheid
Digitaal leermateriaal
Ictinfrastructuur
Didactisch gebruik van Ict voor leren
Kwaliteitsverbetering van onderwijs
5
Wat verstaan we onder “balans”? Vier in Balans is niet bedoeld om ervoor te zorgen dat scholen ict gebruiken, het is bedoeld om scholen die ict willen gaan gebruiken, te helpen bij het maken van keuzes die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit en de verhoging van de opbrengsten van het onderwijs. Het komt vaak voor dat scholen er niet in slagen de opbrengsten die hun met ict voor ogen staan in de praktijk te realiseren. Dan strandt een project bijvoorbeeld omdat leraren niet toegerust zijn om de techniek te gebruiken, of omdat de gekozen infrastructuur onvoldoende blijkt te passen bij het type onderwijs dat leraren geven. Het blijft dan beperkt tot een eenmalig experiment (Van der Neut, 2010; Van Eck, 2009; 2010). Een bekend voorbeeld hiervan is het onderzoek van Zucker in Science naar investeringen in laptops op scholen in de Verenigde staten (Zucker, 2009). Ondanks de grote investeringen in laptops en andere technische randapparatuur veranderen leraren hun lessen nauwelijks en blijven veel mogelijkheden onbenut. De verwachte impact op de manier van denken en leren van studenten blijft uit. Vergelijkbare bevindingen komen naar voren uit studies over de impact van digitale schoolborden (DiGregorio, 2010; Bannister, 2010) Vier in Balans behoedt scholen voor deze valkuilen door ze te helpen van tevoren na te denken over de inrichting van het beoogde onderwijs en welke investeringen daarvoor nodig zijn. Uit onderzoek weten we steeds meer over de manier waarop de vier bouwstenen het best op elkaar afgestemd kunnen worden. Een belangrijk onderzoeksresultaat is: start met de menselijke factoren (visie en deskundigheid, daarna de materiële factoren (leermateriaal en infrastructuur). In eerdere publicaties van Kennisnet werd deze route ook wel onderwijsgedreven innovatie genoemd (Law, 2008; De Koster, 2009). De omgekeerde route, die begint bij de techniek of het digitaal leermateriaal, wordt ook wel techniekgedreven of materieel gedreven innovatie genoemd.
Onderwijsgedreven
Visie
Deskundigheid
Digitaal leermateriaal
Ictinfrastructuur
Techniekgedreven
Zo’n aanpak waarbij de techniek vooruitloopt op de didactiek heeft een beperkte kans van slagen (Fullan, 2011; Kozma, 2003; Ten Brummelhuis, 2008).
6
1.3 Enkele cruciale menselijke factoren: ICT sluit aan bij de opvattingen die een leraar over onderwijs heeft. Is dat het geval, dan is hij best bereid ict in zijn lessen in te zetten (OECD, 2010b; Van Gennip, 2008; Versluijs, 2011). Maar als een ict-toepassing tegen zijn onderwijsprincipes indruist, zal hij ict liever niet gebruiken. Die principes behoren immers tot zijn professionele identiteit, waardoor hij ze niet snel zal loslaten (Ertmer, 2005; 2009). De leraar voelt zich vertrouwd met ICT en kan ermee omgaan Zo niet, dan gaat dat ten koste van de effectiviteit. Dit is een van de sleutelfactoren (Knezek, 2008; Van Buuren, 2010). Als de leraar eenmaal vertrouwd is met de techniek, kan hij die integreren in zijn vakinhoudelijke- en didactische aanpak. De leraar is ervan overtuigd dat ICT meerwaarde heeft Zo niet, dan zal hij sterk geneigd zijn om vast te houden aan zijn vertrouwde routine (Tondeur, 2008; Voogt, 2010a). Kennis over welke didactische strategieën met behulp van ict tot betere leerling-prestaties leiden, is ook nodig voor de professionalisering van leraren (Erstad, 2009; Hattie, 2009; Timperly, 2007). Er is leiderschap Goed leiderschap betrekt de leraren bij de vernieuwing, motiveert ze en laat ze een gezamenlijke visie ontwikkelen (Dexter, 2008; Vanderlinde, 2011; Waslander 2011); niet alleen de voorlopers, maar juist ook de afwachtende meerderheid (Fullan, 2011; Schut, 2010).
7
1.4 Ontwikkelingen in de ICT Een verbonden samenleving Elke dag bezoeken 1,6 miljoen leerlingen het primair onderwijs. Zij gaan ervan uit dat ze het allerbeste onderwijs krijgen. En terecht. Elk kind is een belofte dat recht heeft op onderwijs gebaseerd op het eigen talent, aanleg en de situatie waarin het zich bevindt. Onderwijs dat het potentieel van het kind benut en hem of haar optimaal voorbereidt op het leven en werken in de 21e-eeuwse kennissamenleving. In de afgelopen jaren is de verbinding/relatie tussen landen, economieën en culturen hechter geworden. Snel groeiende economieën in Azië laten zien dat de vanzelfsprekende dominantie van het westen afneemt. Tegelijkertijd laten vraagstukken als de economische crisis, klimaatverandering en internationaal terrorisme zien hoe afhankelijk de wereld van elkaar is geworden. We hebben te maken met grensoverschrijdende vraagstukken die een gezamenlijke aanpak vereisen. Ook organisaties beconcurreren elkaar vanuit alle hoeken van de wereld of werken juist intensief met elkaar samen. In plaats van strakke hiërarchie, verbinden organisaties zich in netwerken met wisselende samenstellingen, al naar gelang het onderwerp of de opdracht. Het denken vanuit beheersbaarheid, procedures en controles past niet langer. Reputatie, vertrouwen en een open blik naar de toekomst vormen het nieuwe fundament. Eenzelfde verbondenheid zien we bij de mens. Sociale digitale gereedschappen en de opkomst van rfid (het volgen van mensen/dieren/dingen door een chip), sensoren en augmented reality faciliteren een wereld waarbij alles en iedereen met elkaar verbonden is. Wereldwijd staan er op dit moment (2011) bijna twee miljard mensen en vijfendertig miljard apparaten met elkaar in contact via het internet. Zij kunnen elkaar plaats- en tijdsonafhankelijk ontmoeten, informatie uitwisselen, samenwerken en ideeën uitwisselen. Maar het is vrijheid binnen een groter geheel. Naast individualisering is er een homogenisering in opvattingen en gedrag zichtbaar. Het samen zijn, je kunnen uiten en het gevoel hebben er toe te doen, blijven de mate van ervaren geluk bepalen. Hoe plat, snel en complex de wereld ook is, ze blijft altijd bestaan uit gemeenschappen die samen kwaliteit van leven nastreven. Andere vaardigheden gevraagd Dit alles heeft consequenties voor de manier waarop we werken en leven, en dus heeft het consequenties voor de manier waarop we onszelf ontwikkelen en hoe we dit organiseren. We zullen met z’n allen langer en harder moeten werken om in de internationale kennissamenleving mee te blijven doen. Maar het betekent ook slimmer werken, talenten eerder herkennen en excelleren in andere vaardigheden dan we in de industrieel georiënteerde samenleving gewend waren. In de huidige kennissamenleving die internationaal opereert, die omgeven is door ICT en media en waarin mensen in flexibele en dynamische netwerken opereren, zijn specifieke 21e-eeuwse vaardigheden nodig. Naast kennis van taal en rekenen zijn bijvoorbeeld creativiteit, het kunnen
8
omgaan met grote hoeveelheden informatie, mediawijsheid, flexibiliteit en het kunnen communiceren en samenwerken minstens zo belangrijk om succesvol te zijn. ICT speelt hierbij een dominante rol. Er zijn maar weinig aspecten in de samenleving die niet op de een of andere manier verweven zijn met ICT. Het gaat hierbij veel verder dan het simpelweg automatiseren van activiteiten. In toenemende mate grijpt ICT in op de context waarin mensen leven en werken. Het is een extra instrument bij het tot stand komen van relaties, het doorbreekt natuurlijke barrières en is een motor onder vernieuwing. Het is belangrijk dat iedereen ICT en nieuwe media op zijn waarde kan inschatten en in staat is de beschikbare toepassingen op een verantwoorde manier te gebruiken. Het gaat om het vergaren van voldoende kennis, vaardigheden en mentaliteit om bewust, kritisch en actief mee te doen in de wereld van vandaag en morgen. Niet alleen om zo alle mogelijkheden te benutten, ook om te leren omgaan met de exponentieel groeiende hoeveelheid beschikbare informatie die elke dag op ons afkomt. Doorbreken van barrières Kinderen hebben hierbij een voordeel. Al van kleins af aan komen ze met nieuwe toepassingen in aanraking. Het zit in speelgoed en komt via gaming en het internet rijkelijk op ze af. Ze kennen in die zin geen nieuwe media. Dit betekent echter niet dat ze altijd even mediawijs en verstandig met de beschikbare toepassingen omgaan. Het is aan scholen om kinderen wegwijs te maken en ze bij hun ontwikkeling te steunen. Scholen lopen echter tegen barrières aan die het didactisch inzetten van ICT bemoeilijken. Het is zaak deze barrières te doorbreken en het onderwijsaanbod, de organisatie en vormgeving van het onderwijs, de ontwikkelvraag van de leerling en de maatschappelijke behoefte meer op elkaar te laten aansluiten dan nu het geval is. We moeten op zoek naar nieuwe combinaties tussen ICT, vakinhoud en didactiek. Om deze combinaties te vinden, moet elke school de flexibiliteit en het lerend vermogen vergroten om zo in te kunnen spelen op elke werkelijkheid, hoe die zich ook voordoet. Van scholen wordt verwacht dat ze tegemoet kunnen komen aan een grote verscheidenheid aan ontwikkelbehoeften. Dit lukt alleen als de school werkt vanuit een door het hele team gedragen onderwijsvisie en de benodigde ruimte en verantwoordelijkheid geeft aan de vakmensen die het onderwijs moeten realiseren. We moeten een rijke voedingsbodem voor onderwijs genereren waarin leergierigheid behouden blijft en intrinsieke nieuwsgierigheid en de motivatie zich een leven lang te willen blijven ontwikkelen wordt gestimuleerd. Samen zorgen we er zo voor dat scholen in elke situatie en op elk niveau maatwerk kan aanbieden van de allerhoogste kwaliteit. Naar ICT als vanzelfsprekendheid De pijlers onder het primair onderwijs zijn sfeer, didactiek en leiderschap. ICT is hierin een cruciale bouwsteen, zowel uit onderwijskundig- als bedrijfsmatig oogpunt. ICT maakt het onderwijs boeiend, inspirerend en aantrekkelijk voor elke leerling in elke situatie. Daarnaast is ICT noodzakelijk om de
9
organisatie van het onderwijs zodanig vorm te geven dat ze recht doet aan individuele talentontwikkeling en effectief en efficiënt omgaat met de beschikbare middelen. Om de volle potentie van ICT te benutten is het belangrijk dat scholen een inrichting kiezen die aansluit op het eigen profiel, de onderwijsvisie en aanwezige karakteristieken in en om de school. Hoewel elke aanpak per definitie uniek is, is de afgelopen jaren gebleken dat zinvolle en duurzame inzet van ICT voor onderwijsdoeleinden alleen mogelijk is als de bouwstenen visie, deskundigheid, ICT-infrastructuur en digitaal leermateriaal evenwichtig worden ingezet. Hoewel leerkrachten een cruciale rol spelen, is het voor hen individueel niet mogelijk om deze samenhang te realiseren. Daarvoor is ook leiderschap nodig. Het is aan de schoolleider om te initiëren, stimuleren in inspireren zodat de ruimte en condities voor ondersteuning en samenwerking in de school worden gecreëerd.
10
Hoofdstuk 2. Stichting Proloog. 2.1 Visie en doelen Sinds januari 2009 werken de 17 openbare scholen van de gemeente Leeuwarden samen onder de naam ‘Stichting Proloog’. De algemene directie heeft de dagelijkse bestuurlijke verantwoordelijkheid en zorgt samen met het bestuursbureau voor ondersteuning en aansturing van de scholen op het gebied van beleid, beheer en administratie. De centrale uitgangspunten van de Denvergroep hebben wij (de ict werkgroep) vertaald naar 7 uitgangspunten voor ons ICT-beleid. 1. Een verbonden samenleving We hebben te maken met grensoverschrijdende vraagstukken die een gezamenlijke aanpak vereisen. Het denken vanuit beheersbaarheid, procedures en controles past niet langer. Reputatie, vertrouwen en een open blik naar de toekomst vormen het nieuwe fundament. 2. De menselijke maat Eenzelfde verbondenheid zien we bij de mens. Het samen zijn, je kunnen uiten en het gevoel hebben er toe te doen, blijven de mate van ervaren geluk bepalen. Hoe plat, snel en complex de wereld ook is, ze blijft altijd bestaan uit gemeenschappen die samen kwaliteit van leven nastreven. 3. Andere vaardigheden gevraagd Dit alles heeft consequenties voor de manier waarop we werken en leven, en dus heeft het consequenties voor de manier waarop we onszelf ontwikkelen en hoe we dit organiseren. Naast kennis van taal en rekenen zijn bijvoorbeeld creativiteit, het kunnen omgaan met grote hoeveelheden informatie, mediawijsheid, flexibiliteit en het kunnen communiceren en samenwerken minstens zo belangrijk om succesvol te zijn. 4. ICT is doorslaggevend ICT speelt hierbij een dominante rol. Het is een extra instrument bij het tot stand komen van relaties, het doorbreekt natuurlijke barrières en is een motor onder vernieuwing. Het is belangrijk dat iedereen ICT en nieuwe media op zijn waarde kan schatten en in staat is de beschikbare toepassingen op een verantwoorde manier te gebruiken.
11
5. Doorbreken van barrières Kinderen hebben hierbij een voordeel. Al van kleins af aan komen ze met nieuwe toepassingen in aanraking. Het zit in speelgoed en komt via gaming en het internet rijkelijk op ze af. Ze kennen in die zin geen nieuwe media. Dit betekent echter niet dat ze altijd even mediawijs en verstandig met de beschikbare toepassingen omgaan. Het is aan scholen om kinderen wegwijs te maken en ze bij hun ontwikkeling te ondersteunen. We moeten op zoek naar nieuwe combinaties tussen ICT, vakinhoud en didactiek. 6. Duurzame onderwijskwaliteit Om deze combinaties te vinden, moet elke school de flexibiliteit en het lerend vermogen vergroten om zo in te kunnen spelen op elke werkelijkheid, hoe die zich ook voordoet. We moeten een rijke voedingsbodem voor onderwijs genereren waarin leergierigheid behouden blijft en intrinsieke nieuwsgierigheid en de motivatie zich een leven lang te willen blijven ontwikkelen wordt gestimuleerd. 7. Samen werken aan vernieuwing Dit alles vraagt om een gezamenlijke aanpak. We moeten alle beschikbare informatie en mogelijkheden omzetten in voor de school relevante kennis en dit vervolgens combineren met de aanwezige creativiteit, expertise en het vakmanschap van de leerkracht, leerling en zijn ouders. Zo creëren we de condities waarin elk kind zich optimaal kan ontwikkelen.
12
2.2 Stichting Proloog in Balans (de bouwstenen) Het Vier in Balans-model zegt dat invoering van ICT in het onderwijs meer kans van slagen heeft bij een evenwichtige en samenhangende inzet van de vier bouwstenen: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICT-infrastructuur (Ict op School, 2004). Deze bouwstenen zijn complementair en wederzijds afhankelijk.
2.2.1 Visie In het komend decennium zorgen we dat er voldoende ruimte aanwezig is om onderwijs plaats te laten vinden in dynamische, open en vernieuwende omgevingen. Hierbij gebruiken we alle fysieke en virtuele mogelijkheden in de school en in haar omgeving. Het gaat om het ontwikkelen gebaseerd op zelf verantwoordelijkheid nemen, op elkaar vertrouwen, verbinden en stimuleren. Kernactiviteiten hierbij zijn dat de website van Proloog verder ingericht wordt als informatiebron en dat het voltallige personeel toegang heeft tot relevante “Proloog”-informatie. Taakverdeling: Visie/beleid Algemene directie Coördinerend ICT-er
Directie Realisatie
Is eindverantwoordelijke voor ICT-beleid Stichting Proloog. Heeft een onderwijskundige en technische visie over hoe het ICTonderwijs op de scholen georganiseerd kan worden. Heeft kennis van nieuwe ontwikkelingen en toetst deze op bruikbaarheid (ICT-kerndoelen). Schrijft het bovenschools ICT-plan en het format voor het ICT-plan per school. Bewaakt samen met directeur en ICT verantwoordelijke de doorgaande lijn op scholen. Is verantwoordelijk voor ICT-beleid op school. Schrijft ICT-plan voor de school evt. m.b.v. ict verantwoordelijke 2012-2013
13
2.2.2 ICT- infrastructuur In het komend decennium zorgen we dat de infrastructuur geïntegreerd en toereikend is om de ontwikkeling van de leerling in een ononderbroken leerlijn te faciliteren. We zorgen voor een geïntegreerde ICT-infrastructuur die 24/7 toegang geeft tot een gepersonaliseerde leer- en ontwikkelomgeving en tot alle relevante informatie bij de ontwikkeling van het kind. Concreet: Alle scholen hebben een snelle (min. 50/50), betaalbare en stabiele internetverbinding Alle scholen hebben een goed en stabiel draaiend (draadloos) netwerk Methodegebonden software draait waar mogelijk webbased 24/7 toegang voor ouders tot onderwijsresultaten eigen kind(eren) Alle leerlingen hebben een digitaal portfolio Aandachtspunten: Verbindingen; Isp – stabiel, snel, betaalbaar; draadloos/bedraad; webbased applicaties; Anytime anywhere learning; virtuele omgeving ICT-infrastructuur/financiën Algemene directie Coördinerend ICT-er
Directie
ICT verantwoordelijke
Realisatie
Is eindverantwoordelijk voor ICT-infrastructuur en financiën Stichting Proloog. Kan in een ICT-bijeenkomst de gang van zaken rond de bovenschoolse ICT-infrastructuur helder maken. Is de tussenpersoon voor de scholen en de gezamenlijke leveranciers/ beheerders. Heeft regelmatig contact met de algemeen directeur en kan het gevoerde beleid verantwoorden in de verschillende geledingen. Denkt probleemoplossend mee met de ICT verantwoordelijke en directeuren. Is de contactpersoon van de netwerkbeheerders. Schrijft een financieel overzichtsplan, bestedingsplan en begrotingsplan (per schooljaar en voor de middellange termijn). Interpreteert jaarcijfers in verband met vervanging en vernieuwing van hard- en software. Sluit waar mogelijk bovenschoolse licenties af. Haalt financieel voordeel waar dat mogelijk is. Stelt per schooljaar een begroting op voor ICT. Overlegt met de coördinerend ICT-er over de aanschaf/vervanging van hard- en software. Evalueert per schooljaar in overleg met ICT verantwoordelijke en coördinerend ICT-er het gebruik van software. Controleert het gebruik van de software.
Herstelt kleine mankementen aan hardware. Zorgt voor een continue reservevoorraad van koptelefoons, muizen, etc. 2012-2016
14
2.2.3 Deskundigheid In het komend decennium zorgen we dat leerkrachten actief aan de slag gaan met de inrichting van de uitdagende leer- en ontwikkelomgeving en scheppen schoolleiders de juiste condities door onderwijskundig leiderschap te tonen. Het gaat om de leerkracht als eigenaar en ontwerper van het onderwijs ondersteund door een schoolleider die zich richt op de lange termijn en die de ruimte en het vertrouwen schept voor iedereen om bij te dragen. Concreet: Leerkrachten zijn actief in (ICT-)kennisverwerving Leerkrachten weten hoe aan informatie te komen Leerkrachten weten nieuwe media in te zetten in de dagelijkse onderwijspraktijk Directeuren hebben een leidende rol Aandachtspunten: ICT inzet in de klas; Leerkracht is actief in ”Wat is er aan leerstof” en “Wat doe/kan ik ermee”; differentiatie; passend onderwijs Rol directeur - Rol leerkracht Ruimte in handelen; betrokkenheid; eigenaarschap
Scholing Algemene directie Coördinerend ICT-er
Directie
Realisatie
Is eindverantwoordelijk voor ICT-beleid Stichting Proloog. Inventariseert scholingsbehoeftes en weet relevante cursussen te kiezen. Heeft de kennis om ICT verantwoordelijke te ondersteunen bij het verwerven en doorgeven van kennis en nieuwe ontwikkelingen. Weet ICT- verantwoordelijken en schoolteams te enthousiasmeren. Organiseert regelmatig overlegmomenten (bijvoorbeeld voor scholing of voor het geven van informatie) voor groepen zoals: - directeuren, - ICT verantwoordelijke, - IB’er, - leerkrachten. Overlegt met de coördinerend ICT-er en ICT verantwoordelijke over na- en bijscholing van het schoolteam, individuele leerkrachten , directeur en ICT verantwoordelijke. 2012-2016
15
2.2.4 Digitaal leermateriaal In het komend decennium zorgen we dat de omgeving partner en bondgenoot van het primair onderwijs is. Iedere betrokkene heeft inzicht in de voortgang van het kind en kan moeiteloos voortbouwen op het al behaalde ontwikkelresultaat. Het gaat om een breed stelsel van samenhangende activiteiten, data en informatie rondom het kind en zijn omgeving. In het komend decennium zorgen we dat een leven lang ontwikkelen vanzelfsprekend is. Centraal staat het vertrouwen in het professioneel handelen en het doorontwikkelen van medewerkers en schoolorganisaties. Concreet: 24/7 toegang voor ouders tot onderwijsresultaten eigen kind(eren) Alle leerlingen hebben een digitaal portfolio Aandachtspunten: Inrichten ELO (toegang ouders); Digitaal portfolio; Ouderbetrokkenheid. POP!; Benutten van kwaliteiten; Ruimte geven voor / om ……….
Digitaal leermateriaal Algemene directie Coördinerend ICT-er
Directie ICT verantwoordelijke
Realisatie
Is eindverantwoordelijke voor ICT-beleid Stichting Proloog. Is op de hoogte van ICT-ontwikkelingen en is initiërend. Weet van ICT-ontwikkelingen m.b.t. hardware en software op schoolniveau en is initiërend. Organiseert scholingsmomenten voor leerkrachten. Eindverantwoordelijk voor aanschaf en het functioneren van het digitaal leermateriaal. Zorgt voor scholing aan collega’s op het gebied van digitaal leermateriaal op de eigen school. Ondersteunt collega’s bij het implementeren van digitaal leermateriaal in de dagelijkse lessituatie. 2013-2014
16
2.2.5 Profielen coördinerend ICT-er en ICT verantwoordelijke De coördinerend ICT-er beschikt over de volgende kwaliteiten: Hij/zij is voor 0,5 Fte bovenschools aangesteld voor coördinerende en initiërende taken Hij/zij beschikt over uitgebreide kennis van ICT netwerken en van de ICT infrastructuur Hij/zij beschikt over uitgebreide kennis van de beheerssystematiek van het netwerk (de u.i. rondom de server, bijv. deklas.nu) Hij/zij heeft een HBO werk- en denkniveau Hij/zij is de contactpersoon tussen de scholen en derden Hij/zij heeft een duidelijke visie t.o.v. ICT in het onderwijs Hij/zij volgt nieuwe ontwikkelingen op de voet Hij/zij kan nieuwe ontwikkelingen op waarde schatten en waar nodig onder de aandacht brengen Hij/zij is initiërend op het gebied van scholing Hij/zij is initiërend op het gebied van nieuwe ontwikkelingen
De ICT verantwoordelijke beschikt over de volgende kwaliteiten: Hij/zij beschikt over voldoende basiskennis van ICT-netwerken en van de ICT-infrastructuur (inclusief terminologie als utp, switch, server, rdp ed.). Hij/zij beschikt over voldoende basiskennis van de beheerssystematiek van het netwerk (de u.i. rondom de server, bijv. deklas.nu). Hij/zij heeft een HBO werk- en denkniveau. Hij/zij is volledig onderwijs bevoegd Hij/zij is eerste aanspreekpunt voor kleine storingen. Hij/zij werkt oplossingsgericht. Hij/zij deelt kennis en informatie. Hij/zij is contactpersoon tussen leerkrachten enerzijds en netwerkbeheer en proloog anderzijds. Hij/zij heeft op termijn een LB functie
De directeur is en blijft verantwoordelijk voor het ICT-beleid op schoolniveau.
17
2.3. De pilaren Elke pilaar wordt uitgezet in de tijd: dit jaar, volgend jaar en de toekomst. De aspecten/pilaren moeten daarom elk jaar geüpdatet worden. Indien nodig kunnen er extra aspecten worden toegevoegd of verwijderd indien niet meer actueel (een voorbeeld, de IB’er kan de pilaar schrijven voor Zorg en ICT). De visie van de school (het dak van de tempel) wordt gestut door de verschillende pilaren (ICT-indicatoren). Elke pilaar staat op zichzelf, samen vormen ze het ICT-beleid.
Visie op ICT
Overige zaken
Ouders
Leerlingen
Leerkrachten
Scholen
Algemene directie
Planvorming en -bewaking
Software
Websites
Hardware
Met betrekking tot de pilaren hebben we de volgende doelen: -
-
Hardware Proloog maakt gebruik van een goed netwerk, met goede en snelle verbindingen, dat stabiel, snel en betrouwbaar is. Leerlingen en leerkrachten kunnen gebruik maken van meerdere soorten computers op school. Het voorzieningenniveau in digitale schoolborden, pc’s en tablets is op peil. Er is sprake van een geïntegreerde en toereikende infrastructuur. Websites De website van Proloog fungeert als informatiebron voor zowel het personeel als de ouders. De website is toegankelijk en gebruiksvriendelijk voor alle betrokkenen. Iedere school beschikt daarnaast ook over een website die aan dezelfde eisen voldoet.
18
-
-
-
-
-
-
-
-
Software In 2016 hebben alle teamleden binnen de onderwijsopvatting van de school de juiste balans gevonden tussen kennisoverdracht en kennisconstructie en het gebruik van ICT daarbij. Er worden gezamenlijke afspraken gemaakt om te zorgen dat goede en juiste software ook makkelijk beschikbaar is voor de gebruikers. De juiste software draagt bij aan het creëren van een gepersonaliseerde leer- en ontwikkelomgeving. Ook wordt er gebruik gemaakt van geschikte webbased applicaties. Planvorming en –bewaking Zowel op bestuursniveau als op de scholen zijn de plannen en doelen op het terrein van ICT beschreven en vastgelegd. Algemene directie De algemene directie en het bestuursbureau zijn eindverantwoordelijk voor invulling, uitvoering en bewaking van het ICT-beleid van Proloog en alle bijbehorende scholen. Scholen Alle scholen hebben voor hun eigen situatie een maatwerkplan ICT opgesteld. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gezamenlijk vastgesteld format. De directeur is hiervoor eindverantwoordelijk. De uitvoering is in handen van de ICT verantwoordelijke. De ICT verantwoordelijke neemt tevens deel aan de kenniskring. De school draagt er tevens zorg voor dat de leerkrachten gebruik kunnen maken van de informatie uit het volgsysteem van de school. Leerkrachten Leerkrachten zijn actief in ICT-kennisverwerving. Leerkrachten weten hoe zij aan informatie moeten komen. Leerkrachten weten nieuwe media in te zetten in het onderwijsleerproces. Leerkrachten zijn hierbij in staat om te differentiëren. Leerlingen Leerlingen kunnen optimaal gebruik maken van alle ICT-mogelijkheden op school om daarmee hun talenten ten volle te ontplooien. Zij kunnen hierbij gebruik maken van een Elektronische LeerOmgeving (ELO). Ouders Via de website van school of andere nieuwe media worden ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Ouders hebben altijd toegang tot de onderwijsresultaten van hun eigen kinderen Overige zaken, voorbeelden mediawijsheid en ict, taal en rekenen en ict, kunstzinnige oriëntatie en ict, wereldoriëntatie en Ict, inzet en beheer van ict, de doorlopende ontwikkeling en het volgen van de leerling.
19
2.3.1 Hardware Doel Proloog maakt gebruik van een goed netwerk, met goede en snelle verbindingen, dat stabiel, snel en betrouwbaar is. Leerlingen en leerkrachten kunnen gebruik maken van meerdere soorten computers op school. Het voorzieningenniveau in digitale schoolborden, pc’s en tablets is op peil. Er is sprake van een geïntegreerde en toereikende infrastructuur. Acties Onderzoek naar nieuwe aanbieder netwerkbeheer. Glasvezelverbinding op elke school. Infrastructuur aanpassen zodat in de scholen overal draadloos gewerkt kan worden. Centrale aanschaf van nieuwe werkplekken (pc’s, tablets, laptops). Opruimen alle oude werkplekken Wanneer zijn we tevreden? De infrastructuur op elke school is zodanig dat: alle leerlingen tijdens het leren gebruik kunnen maken van relevante ICT, alle leerkrachten leerlingen de gelegenheid en de opdracht geven om de ICT te gebruiken, en alle leerlingen gebruik maken van verschillende hulpmiddelen en uit kunnen leggen waarom ze voor een taak het ene hulpmiddel gebruiken en niet het andere. Wie is verantwoordelijk? Algemene directie, coördinerend ICT-er, directeuren, ICT verantwoordelijken en teams. Het initiatief voor de acties ligt bij de coördinerend ICT-er. Wat is het concrete resultaat? De hardware binnen Proloog is zodanig dat: er voor elke leerling een digitaal hulpmiddel beschikbaar is, tijdens de les de leerlingen regelmatig een computer, laptop of een ander apparaat gebruiken dat toegang verschaft tot bronmateriaal, leerlingen het gebruik in apparaten af wisselen; dan weer kiezen ze voor de computer, laptop, dan het digibord en dan de smartphone (of andere hulpmiddelen), leerkrachten weten hoe de verschillende apparaten werken en geven regelmatig opdrachten waarbij één van de apparaten nodig is. Wanneer is wat gerealiseerd? Juli 2012: onderzoek aanbieder netwerkbeheer December 2012: Glasvezelverbinding op elke school December 2012: Infrastructuur is draadloos 2013: aanschaf werkplekken 2013: oude werkplekken zijn opgeruimd
20
2.3.2 Websites scholen en bestuursbureau Proloog
Doel De website van Proloog fungeert als informatiebron voor zowel het personeel als de ouders. De website is toegankelijk en gebruiksvriendelijk voor alle betrokkenen. Iedere school beschikt daarnaast ook over een website die aan dezelfde eisen voldoet.
Wanneer zijn we tevreden? De algemene directie heeft een Proloog-portal gecreëerd waarbinnen alles bereikbaar is op basis van rechten. De portal levert eenvoudig toegang tot alle andere noodzakelijke voorzieningen. De schoolwebsite gaat meer specifiek in op de belangen van de school. Deze is professioneel gemaakt en dynamisch in gebruik. Gebruiksvriendelijkheid van de website staat voorop. De website biedt ook ouders de mogelijkheid om inzicht te krijgen in lesprogramma’s en leerresultaten. Wie is verantwoordelijk? Algemene directie, coördinerend ICT-er, directeuren, ICT- verantwoordelijken en teams. Het initiatief voor de acties ligt bij de coördinerend ICT-er.
Wat is het concrete resultaat? De website van Proloog is actueel De websites van de scholen zijn actueel Alle personeel beschikt over relevante informatie via de website van Proloog Alle ouders beschikken over relevante informatie via de schoolwebsite en de website van Proloog
Wanneer is het gerealiseerd? Juni 2012: alle schoolwebsites zijn actueel en eenvoudig toegankelijk Januari 2013: aanpassen portal Proloog (+ email adressen)
21
2.3.3 Software
Doel In 2015 hebben alle teamleden binnen de onderwijsopvatting van de school de juiste balans gevonden tussen kennisoverdracht en kennisconstructie en het gebruik van ICT daarbij. Er worden gezamenlijke afspraken gemaakt om te zorgen dat goede en juiste software ook makkelijk beschikbaar is voor de gebruikers. De juiste software draagt bij aan het creëren van een gepersonaliseerde leer- en ontwikkelomgeving. Ook wordt er gebruik gemaakt van geschikte webbased applicaties. Wanneer zijn we tevreden? Alle teamleden zijn in staat om te beoordelen wanneer ICT vooral ingezet wordt als oefenmateriaal, wanneer het ondersteunend gebruikt kan worden bij instructie en wanneer er vooral kansen liggen voor de leerlingen om met behulp van ICT zelf kennis te kunnen construeren. De teamleden hebben (ook bovenschools) regelmatig overleg met elkaar om nieuwe ideeën te bespreken, lessen uit te wisselen en gezamenlijk lessen en plannen uit te werken. Hierdoor wordt bij uiteenlopende vakgebieden ICT als ondersteunend hulpmiddel ingezet. De teamleden zijn individueel of als groep in staat nieuwe ontwikkelingen op waarde te schatten voor het onderwijs. Wie is verantwoordelijk? Directeur, teamleden Wat is het concrete resultaat? Er zijn (per bouw of juist verticaal georganiseerd) bovenschoolse kenniskringen op verschillende vakgebieden ontstaan waarin teamleden met elkaar lessen en projecten ontwikkelen. De uitgewerkte lessen en projecten zijn opgeslagen in een databank, ingericht op de eigen server van de school of op een online bereikbare website, voor alle collega’s beschikbaar en te gebruiken. Alle teamleden hebben competenties ontwikkeld die hen in staat stellen ICT op professionele wijze te gebruiken bij hun lessen In het schooljaarplan is rekening gehouden met de vereiste tijd en middelen die hiervoor nodig zijn voor de betrokken teamleden. Wanneer is het gerealiseerd? 2012-2013: er worden kenniskringen georganiseerd en de teamleden verdiepen zich in de mogelijkheden van het gebruik van ICT bij diverse vakgebieden anders dan de gebruikelijke oefenprogramma’s.
22
2.3.4 Planvorming en –bewaking
Doel Zowel op bestuursniveau als op de scholen zijn de plannen en doelen op het terrein van ICT beschreven en vastgelegd. Wanneer zijn we tevreden? ICT is daadwerkelijk een cruciale bouwsteen onder de pijlers van het onderwijs. Op bestuursniveau zijn de ICT-ontwikkelingen en plannen meerjarig vastgelegd en geborgd. Op schoolniveau zijn de ICT-ontwikkelingen en plannen meerjarig vastgelegd en geborgd. ICT-toepassingen zijn voor directie, leerkrachten, leerlingen en ouders een vanzalfsprekendheid. Wie is verantwoordelijk? Algemene directie en schooldirecteuren. Wat is het concrete resultaat? Meerjarenplan ICT Proloog Meerjarenplan per school Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2011-2012: ICT-plan Proloog gereed Juni 2012: format ICT-plan op schoolniveau is ontwikkeld Oktober 2012: ICT-plannen per school gereed.
2.3.5 Algemene directie De algemene directie en het bestuursbureau zijn eindverantwoordelijk voor invulling, uitvoering en bewaking van het ICT- beleid van Proloog en alle bijbehorende scholen.
23
2.3.6 Scholen
Doel Alle scholen hebben voor hun eigen situatie een maatwerkplan ICT opgesteld. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gezamenlijk vastgesteld format. De directeur is hiervoor eindverantwoordelijk. De uitvoering is in handen van de ICT verantwoordelijke. De ICT verantwoordelijke neemt tevens deel aan de kenniskring. De school draagt er tevens zorg voor dat de leerkrachten gebruik kunnen maken van de informatie uit het leerlingvolgsysteem van de school. Wanneer zijn we tevreden? Alle scholen hebben een schoolplan ICT
Wie is verantwoordelijk? Directeur en team Wat is het concrete resultaat? Een helder, eenduidig schoolplan ict Een praktisch uitvoerbaar schoolplan ict
Wanneer is het gerealiseerd? Oktober 2012: ICT-plan gereed op iedere school
24
2.3.7 Leerkrachten
Doel Leerkrachten zijn actief in ICT-kennisverwerving. Leerkrachten weten hoe zij aan informatie moeten komen. Leerkrachten weten nieuwe media in te zetten in het onderwijsleerproces. Leerkrachten zijn hierbij in staat om te differentiëren. Wanneer zijn we tevreden? Als er een gemeenschappelijke visie en ambitie bestaat tussen directeur en team over concrete doelstellingen met betrekking tot het didactisch handelen met ICT. Als elke leerkracht binnen de school in staat is digitale leermiddelen en niet-digitale leermiddelen gecombineerd aan te bieden teneinde daarmee een hoger leerrendement voor de leerling te behalen Als elke leerkracht zichzelf voldoende blijft ontwikkelen om alle nieuwe ontwikkelingen te kunnen beoordelen op nut en waarde voor het onderwijs en deze ontwikkelingen kan vertalen in didactiek. Wie is verantwoordelijk? Directeur Wat is het concrete resultaat? De directeur maakt op basis van het Vier in Balans Model jaarlijks een analyse van de schoolsituatie en stuurt bij waar onbalans dreigt te ontstaan. Directeur en ICT verantwoordelijke hebben een concreet nascholingstraject opgesteld, waarvan interne kenniskringen een onderdeel vormen. Het aanleren van ICT-vaardigheden is een structureel onderdeel van het nascholingspakket, mede in het kader van de ontwikkeling van bekwaamheidsdossiers op basis van competenties. Leerkrachten kijken regelmatig bij elkaar in de les naar nieuwe ICT-toepassingen. Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2012-2013: Werken aan een gedeelde visie op ICT; wat is reëel, hoe ziet men ICT? Tegelijkertijd opstarten van verschillende kenniskringen Eind 2012-2013: Alle leerkrachten zetten ICT in de les in. Eind 2013-2014: Er is minimaal vier keer per schooljaar tijdens teamvergaderingen overleg tussen leerkrachten en kenniskringen over ICT. Er wordt bij elkaar in de klas gekeken en ICT-lessen worden continu aangepast. Eind 2015-2016: Het ontwikkelen van ICT-vaardigheden is standaard onderdeel van de professionele ontwikkeling van elke leerkracht
25
2.3.8 Leerlingen
Doel Leerlingen kunnen optimaal gebruik maken van alle ICT-mogelijkheden op school om daarmee hun talenten ten volle te ontplooien. Zij kunnen hierbij gebruik maken van een Elektronische LeerOmgeving (ELO). Wanneer zijn we tevreden? Leerlingen beschikken over een eigen digitale portfolio. Leerlingen maken (digitaal) werk met online toepassingen. Leerlingen maken zelfstandig een digitaal kunstwerk, variërend van een fotocollage, diashow tot een online radioshow of een animatiefilm. Leerkrachten begeleiden leerlingen hierin en geven uitdagende opdrachten die het gebruik van ICT als extra instrument stimuleren. Wie is verantwoordelijk? Directeur, team, groepsleerkracht Wat is het concrete resultaat? Alle leerlingen hebben dagelijks toegang tot een digitaal apparaat Wanneer is het gerealiseerd? 2013-2014
26
2.3.9 Ouders
Doel Via de website van school of andere nieuwe media worden ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Ouders hebben altijd toegang tot de onderwijsresultaten van hun eigen kinderen. Wanneer zijn we tevreden? Als blijkt dat ouders goed op de hoogte zijn van wat er in de klas of op school gebeurt. Ouders hebben het thuis met hun kinderen over school, bekijken werk van hun kind dat op de website of elders online staat en reageren ook naar de leerkracht toe over wat online staat. Wie is verantwoordelijk? Directeur, team, groepsleerkracht Wat is het concrete resultaat? Elke week een nieuw bericht/nieuwtje online, meestal met film- of fotomateriaal Het nieuws voor de website of andere nieuwe media wordt geleverd door alle groepen. Wanneer is het gerealiseerd? 2012-2013: uitzoeken mogelijkheden. Het team kiest voor één van de toepassingen (bijvoorbeeld bijhouden van de website). Alle leerkrachten krijgen een workshop (zowel een knoppencursus als inhoudelijke tips). Eind 2012-2013: leraren gaan aan de slag met de schoolwebsite (regelmatig posten) Eind 2013-2014: project wordt geëvalueerd en nieuwe doelen gesteld. Eind 2013-2014: Evaluatie. Is alles bereikt volgens plan? Waarom wel/niet?
27
2.3.10 Overige zaken Mediawijsheid en ICT.
Doel De hele school, zowel team als leerlingen, is mediawijs op het gebied van ICT- vaardigheden, het veilig hanteren van het internet en het kritisch omgaan met informatie. Wanneer zijn we tevreden? Alle leerkrachten weten wat goed en veilig internetgebruik is en passen dit zelf toe (geven het goede voorbeeld). Teamleden delen hun ervaringen rond algemeen internetgebruik en Social Media en de toepassing van nieuwe media in hun onderwijs met elkaar Leerlingen halen in groep 6 allemaal hun diploma veilig internet. Er zijn Proloogbrede afspraken over internetgebruik, evt. aangevuld met schoolspecifieke regels en afspraken. Leerlingen zijn in staat om informatie en bronnen te beoordelen op betrouwbaarheid. Wie is verantwoordelijk? Directeur, een eventuele werkgroep, team. Wat is het concrete resultaat? Vanaf groep 6 hebben alle leerlingen een diploma veilig internet. Tijdens het onderwijs wordt door zowel leerlingen als leerkrachten gebruik gemaakt van nieuwe media. Dit gebruik vertaalt zich in (kritisch) gebruik van informatie en bronnen en het verstandig en verantwoordelijk publiceren en delen van informatie. Er is een schoolbreed beleid en er zijn duidelijke klassenregels. Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2012-2013: - Kenniskringen zijn georganiseerd. Iedere school heeft één leerkracht die verantwoordelijk is voor de pilaar Mediawijsheid en ICT. Eind 2012-2013: - Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het gebruik van nieuwe media in het onderwijs. - Alle leerlingen vanaf groep 6 hebben het diploma Veilig Internet behaald. Eind 2013 en verder: o De ervaringen van het team worden onderling gedeeld en het gebruik van nieuwe media in het onderwijs wordt hiermee gestimuleerd. o Nieuwe vormen van mediagebruik worden regelmatig besproken in het team en beoordeeld op hun mogelijke waarde voor het onderwijs. Initiatief wordt genomen door coördinerend ICT-er in samenspraak met directeur en Ict verantwoordelijke
28
Taal en rekenen en ICT.
Doel Alle leerkrachten passen ICT toe bij het onderwijs in taal en rekenen. Ze zijn daarbij in staat een functionele mix te maken tussen gebruik digibord en gebruik educatieve software. Wanneer zijn we tevreden? -
-
-
Alle teamleden zijn in staat om te beoordelen wanneer ICT vooral ingezet wordt als oefenmateriaal, wanneer het ondersteunend gebruikt kan worden bij instructie en wanneer er vooral kansen liggen voor de leerlingen om met behulp van ICT zelf kennis te kunnen construeren. De teamleden hebben (ook bovenschools) regelmatig overleg met elkaar om nieuwe ideeën te bespreken, lessen uit te wisselen en gezamenlijk lessen en plannen uit te werken. Hierdoor wordt bij vrijwel alle taal- en rekenlessen ICT als ondersteunend hulpmiddel ingezet. De teamleden zijn individueel of als groep in staat nieuwe ontwikkelingen op waarde te schatten voor het onderwijs.
Wie is verantwoordelijk? Directeur, teamleden Wat is het concrete resultaat? Er zijn (per bouw of juist verticaal georganiseerd) bovenschoolse kenniskringen. Alle teamleden hebben competenties ontwikkeld die hen in staat stellen ICT op professionele wijze te gebruiken bij hun lessen In het schooljaarplan is rekening gehouden met de vereiste tijd en middelen die hiervoor nodig zijn voor de betrokken teamleden. Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2011-2012: o kenniskringen zijn georganiseerd en de teamleden verdiepen zich in de mogelijkheden van het gebruik van ICT bij taal- en rekenonderwijs anders dan de gebruikelijke oefenprogramma’s Eind 2014-2015: o ICT- gebruik is een vanzelfsprekend onderdeel van taal- en rekenonderwijs. Alle leerkrachten maken volop gebruik van de mogelijkheden om met ICT een rijke leeromgeving te creëren voor de leerlingen
29
Kunstzinnige oriëntatie en ICT.
Doel Alle leerkrachten maken gebruik van de extra mogelijkheden die ICT biedt bij de creatieve vakken. Wanneer zijn we tevreden? Leerlingen en leerkrachten maken bewust gebruik van ICT als toegevoegd instrument om zich creatief te uiten. Bij creatieve opdrachten wordt in de meeste gevallen naast het gebruik van de wat meer traditionele materialen als papier, verf of klei, de mogelijkheid geboden gebruik te maken van digitale middelen.
Wie is verantwoordelijk? Directie, leerkrachten Wat is het concrete resultaat? Leerkrachten begeleiden leerlingen hierin en geven uitdagende opdrachten die het gebruik van ICT als extra instrument stimuleren. Leerkrachten houden zichzelf en elkaar op de hoogte van nieuwe mogelijkheden van spelcomputers en software voor creatief gebruik in het onderwijs. Leerkrachten hebben zich verdiept en geschoold. Ze hebben de verschillende programma’s of technieken leren kennen en passen dit toe in hun onderwijs. Leerlingen maken zelfstandig een digitaal kunstwerk, variërend van een fotocollage tot een online radioshow of een animatiefilm. Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2012: - Kenniskringen zijn georganiseerd. Iedere school heeft één leerkracht aangewezen die verantwoordelijk is voor de pilaar “kunstzinnige oriëntatie” Eind 2013-2014 - Leerkrachten bedenken zelf creatieve opdrachten voor de individuele opdracht van hun leerlingen. Leerlingen kiezen hieruit of bedenken zelf een variant hierop en gaan ermee aan de slag. Na afloop worden de bedachte en uitgevoerde opdrachten geëvalueerd en bijgesteld. Eind 2014-2015: - Leerkrachten verdiepen hun kennis op het gebied van een of meerdere toepassingen van ICT bij de creatieve vakken. Er ontstaan op deze wijze specialisaties binnen het team. Eind 2015-2016: Brede evaluatie en bijstelling.
30
Wereldoriëntatie en ICT.
Doel In elke groep wordt gebruik gemaakt van een online toepassing tijdens Wereldoriëntatie Wanneer zijn we tevreden? Leerkrachten zijn vertrouwd met het gebruik van ICT tijdens Wereldoriëntatie Leerkrachten zoeken zelf een goede online toepassing voor hun groep. Leerkrachten geven lessen een online toepassing Leerlingen leren van het werken met de online toepassing Leerlingen en leerkrachten zijn enthousiast over de mogelijkheden van de online toepassing. In elke groep wordt gebruik gemaakt van een online toepassing. Leerling maken een werkstuk met behulp van deze online toepassing (niet alleen consumeren, maar ook creëren ) Voorbeelden: geschiedeniscanon, prezi, 11en30 (Fryske skiedniskanon)
Wie is verantwoordelijk? Ict verantwoordelijke, team Wat is het concrete resultaat? In elk schooljaar komt er een online toepassing aan bod (bijvoorbeeld Klassetv, Prezi, DrDigi) Leerlingen maken (digitaal) werk met de online toepassing Leerkrachten en leerlingen zijn enthousiast Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2012-2013: - Taken worden ingericht. Wie blijft er voortaan op de hoogte en seint nieuwe ontwikkelingen door? Werkgroep maakt een overzicht van huidige stand van zaken. Eind 2013-2014: - Alle leerkrachten oriënteren zich op een paar online toepassingen. Brainstorm over mogelijkheden, uitwerken plannen per groep. Eerste plannen worden getest en lessen worden gemaakt. Eind 2014-2015: In alle groepen is een les met online toepassing. Regelmatig worden de lessen geëvalueerd en verbeterd.
31
Inzet en beheer van ict
Doel De leerling-administratie, het leerlingvolgsysteem en het leerling-dossier zijn bereikbaar voor alle teamleden via internet middels een Elektronische Leeromgeving (ELO). Helder krijgen wat bovenschools wordt bekostigd en wat op school Wanneer zijn we tevreden? Leerkrachten ervaren een vermindering van werkdruk bij het nakijken van toetsen en het invoeren van cijfers, omdat dat in één keer kan. Leerkrachten gebruiken de computer om hun klassenmanagement te optimaliseren. Het leerling dossier, het leerlingvolgsysteem en de leerling administratie zijn zo gemakkelijk in gebruik omdat ze altijd up-to-date zijn. Alle teamleden hebben vanuit thuis toegang tot de leerlingenadministratie via het internet. Nieuwe teamleden kunnen na het aanmaken van een paar accounts meteen overal bij. Alle teamleden weten hoe deze programma’s gebruikt worden. Het is helder wat bovenschools bekostigd Wie is verantwoordelijk? Directie, ICT verantwoordelijke, eventueel in overleg met de coördinerend ict-er. Wat is het concrete resultaat? Leerkrachten kunnen thuis bij (gedeelde) bestanden Leerkrachten kunnen vanaf iedere computer met internet hun groepsadministratie bijwerken Leerkrachten kunnen vanaf iedere computer met internet mail en (gedeelde) agenda’s bekijken
Wanneer is het gerealiseerd? Eind 2012-2013: - Samenstellen werkgroep die gaat bekijken hoe het delen van bestanden zo goed mogelijk kan worden georganiseerd - Oriëntatie op verschillende ELO’s - keuze en inrichten van systeem voor bestanden delen - scholing directeur en personeel Eind 2012-2013: - Leerkrachten maken gebruik van het systeem voor delen van bestanden. Teamleden worden verder gestimuleerd hier gebruik van te maken. - Leerkrachten gebruiken de computer als hulpmiddel om hun klassenmanagement te optimaliseren. Eind 2013-2014: - Evaluatie. Is alles bereikt volgens plan? Waarom wel/niet?
32
33
Een doorlopende ontwikkelingslijn en het volgen van de leerling, de zorg
-
Doel Alle leerkrachten zijn in staat gebruik te maken van de informatie uit de leerlingvolgsystemen van de school om een passend leeraanbod voor de leerlingen te genereren.
Wanneer zijn we tevreden? -
Alle teamleden zijn in staat op elk punt in de ontwikkeling van de leerling een juist onderwijsaanbod te bieden. Alle teamleden zijn in staat hierin een keuze te maken tussen een aanbod gebaseerd op kennisoverdracht en een aanbod gebaseerd op kennisconstructie. In beide gevallen kan het teamlid ook bepalen of het toevoegen van de component ICT een verhogend effect heeft op het leerrendement.
Wie is verantwoordelijk? Directeur, team. Wat is het concrete resultaat? -
Op schoolniveau zijn de leerkrachten geschoold in het werken met het leerlingen administratieprogramma. Op schoolniveau zijn de teamleden in staat informatie die zij nodig hebben uit de leerlingvolgsystemen te halen. Op leerling niveau kan een teamlid opzoeken op welk niveau de leerling presteert. Het teamlid kan voor zijn leerlingen een onderwijsaanbod bieden, gebaseerd op de ontwikkeling van de leerlingen. Het teamlid gebruikt, afhankelijk van de leerling, een aanbod gebaseerd op kennisoverdracht of juist op kennisconstructie. Het teamlid maakt elke keer de overweging of, en zo ja, welke, ICT-toepassingen de leerling verder helpt in zijn ontwikkeling. De ontwikkeling van individuele leerlingen wordt regelmatig bekeken en bijgestuurd.
Wanneer is het gerealiseerd? -
-
Eind 2012-2013: Het team is geschoold en teamleden weten hoe ze de gewenste informatie uit de systemen moeten halen. Eind 2012-2013: De teamleden bekijken de ontwikkelingen van hun leerlingen regelmatig en passen hun lessen daarop aan. Eind 2013-2014: De teamleden letten bij het aanpassen van hun les op de ICT- mogelijkheden voor de betreffende leerling(en).
34
Hoofdstuk 3. De school 3.1. Algemeen In dit hoofdstuk worden de pilaren op schoolniveau besproken. Deze pilaren worden ieder jaar opnieuw bekeken en desgewenst op schoolniveau aangepast. Basis voor de pilaren vormen 5 centrale uitgangspunten. 1. Naar brede talentontwikkeling Ieder kind heeft eigen talenten en verdient de kans deze te ontdekken en te ontwikkelen los van etniciteit, milieu, school of buurt. Het primair onderwijs is het fundament onder de kennissamenleving en biedt elk kind toponderwijs. Elke behoefte verdient een arrangement dat gericht is op de eigen ontwikkeling. 2. Naar een opbrengstgerichte organisatie Een belangrijke voorwaarde voor het succes onder deze talentontwikkeling is een organisatie die in samenhang is opgezet en kan rekenen op ieders inzet. De school is het knooppunt in een netwerk van voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezinnen in de buurt. Onze scholen transformeren tot krachtige, zelfbewuste en opbrengstgerichte instellingen die erop gericht zijn alle talent bij hun kinderen te ontplooien, en die aantrekkelijk zijn voor professionals om in te werken. 3. Naar een open leer- en ontwikkelcentrum Onze scholen ontwikkelen zich tot open centra voor de lokale gemeenschap. Ze zijn maatschappelijk verankerd, geworteld in de wijk of het dorp en bieden alles wat kinderen nodig hebben: onderwijs, sport, cultuur- en zo nodig extra zorg. Daarnaast spelen onze scholen in op de ontwikkelingen in de lokale gemeenschap en positioneert ze zich als een multifunctioneel wijkcentrum met openingstijden van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. 4. Naar professioneel handelen in leergemeenschappen Voor een kind maakt de juiste leerkracht hét verschil. Alleen een leerkracht die begrijpt wat de kennissamenleving vraagt kan een kind optimaal ondersteunen bij zijn ontwikkeling. Dit vraagt om een lerende houding van onze leerkrachten, ondersteuning en stimulans van de schoolleiding. Op onze scholen heerst een cultuur waarin alleen het beste goed genoeg is en waarin iedereen elke dag beter wil worden. 5. Naar ICT als vanzelfsprekendheid De pijlers onder ons onderwijs zijn sfeer, didactiek en leiderschap. ICT is hierin een cruciale bouwsteen, zowel uit onderwijskundig - als bedrijfsmatig oogpunt. ICT maakt het onderwijs boeiend, inspirerend en aantrekkelijk voor elke leerling in elke situatie.. Om de volle potentie van ICT te benutten is het belangrijk dat onze scholen een inrichting kiezen die aansluit op het eigen profiel, de onderwijsvisie en aanwezige karakteristieken in en om de school.
35
Elke school maakt een uitwerking van de doelen van de stichting. Hierbij is ruimte voor maatwerkdoelen op de eigen school. Voor de beschrijving van de situatie maken we gebruik van kleurencodes: -
Nog niet goed
+/-
Redelijk
+
Goed
De plannen op schoolniveau bestrijken vooralsnog twee schooljaren. Aansluitend zal een bijstelling plaatsvinden van de doelen voor de periode 2014-2016.
36
3.1.1 Hardware
Doelen Stichting Proloog Proloog maakt gebruik van een goed netwerk, met goede en snelle verbindingen, dat stabiel, snel en betrouwbaar is. Leerlingen en leerkrachten kunnen gebruik maken van meerdere soorten computers op school. Het voorzieningenniveau in digitale schoolborden, pc’s en tablets is op peil. Er is sprake van een geïntegreerde en toereikende infrastructuur.
Doel De netwerkverbinding op school is stabiel, snel en betrouwbaar. Voor elke leerling is een digitaal hulpmiddel beschikbaar. De directeur heeft in overleg met het team gekozen voor één of een aantal verschillende apparaten. Tijdens de les gebruiken de leerlingen regelmatig een computer, laptop of een ander apparaat dat toegang verschaft tot bronmateriaal. Leerlingen wisselen het gebruik in apparaten af; dan weer kiezen ze voor de laptop, dan het digibord en dan de smartphone (of andere hulpmiddelen) Leerkrachten weten hoe de verschillende apparaten werken en geven regelmatig opdrachten waarbij een van de apparaten nodig is.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
37
3.1.2 Website
Doelen Stichting Proloog De website van Proloog fungeert als informatiebron voor zowel het personeel als de ouders. De website is toegankelijk en gebruiksvriendelijk voor alle betrokkenen. Iedere school beschikt daarnaast ook over een website die aan dezelfde eisen voldoet.
Doel De algemene directie heeft een Proloog-portal gecreëerd waarbinnen alles bereikbaar is op basis van rechten. De portal levert eenvoudig toegang tot alle andere noodzakelijke informatie. De schoolwebsite gaat meer specifiek in op de belangen van de school. Deze is professioneel gemaakt en dynamisch in gebruik. Gebruiksvriendelijkheid van de website staat voorop. De website biedt ook ouders de mogelijkheid om inzicht te krijgen in lesprogramma’s en leerresultaten.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
38
3.1.3 Software
Doelen Stichting Proloog In 2015 hebben alle teamleden binnen de onderwijsopvatting van de school de juiste balans gevonden tussen kennisoverdracht en kennisconstructie en het gebruik van ICT daarbij. Er worden gezamenlijke afspraken gemaakt om te zorgen dat goede en juiste software ook makkelijk beschikbaar is voor de gebruikers. De juiste software draagt bij aan het creëren van een gepersonaliseerde leer- en ontwikkelomgeving. Ook wordt er gebruik gemaakt van geschikte webbased applicaties.
Doel Binnen elke bouw is een bovenschoolse kenniskring waarbinnen nieuwe ontwikkelingen worden besproken, uitgeprobeerd en vertaald in concrete onderwijstoepassingen De ontwikkelde lessen en ideeën zijn verzameld in een online databestand en overal en altijd bereikbaar voor alle teamleden Alle teamleden zijn voldoende geschoold om ICT toe te passen bij zowel kennisoverdracht via digibord als kennisconstructie via educatieve software. Er zijn middelen beschikbaar om de infrastructuur actueel te houden en om de deskundigheid van het team op peil te houden. Leerkrachten kunnen thuis bij (gedeelde) bestanden Leerkrachten kunnen vanaf iedere device met internet hun groepsadministratie bijwerken Leerkrachten kunnen vanaf iedere device met internet mail en (gedeelde) agenda’s bekijken Leerkrachten beschikken over een gepersonaliseerde leer- en ontwikkelomgeving. Bovenstaande zaken staan beschreven in het schoolplan en vinden een vertaling in het dagelijks beleid van de school.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
39
3.1.4 Planvorming en –bewaking
Doelen Stichting Proloog Zowel op bestuursniveau als op de scholen zijn de plannen en doelen op het terrein van ICT beschreven en vastgelegd.
Doel
Situatie
ICT-plan op bestuurniveau is gereed en wordt toegepast op school. ICT-plan op schoolniveau is gereed en wordt toegepast op school. De voortgang van de uitvoering ICT-plan op schooloniveau wordt gevolgd, bewaakt en geëvalueerd.
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
40
3.1.5 Algemene directie
Doelen Stichting Proloog De algemene directie en het bestuursbureau zijn eindverantwoordelijk voor invulling, uitvoering en bewaking van het ICT-beleid van Proloog en alle bijbehorende scholen.
Doel
Situatie
De aansturing vanuit de algemene directie is helder en bruikbaar. De plannen van de algemene directie zijn SMART en dus goed werkbaar op schoolniveau. De aansturing door de Coördinerend ICT-er van de eigen ICT verantwoordelijke levert goede resultaten op. De algemene directie heeft een ICT-protocol opgesteld over ICT-gebruik door leerkrachten en leerlingen. De algemene directie heeft de benodigde vaardigheden en competenties van individuele leerkrachten beschreven. De algemene directie heeft de ICT-bekwaamheidseisen opgenomen in aannamebeleid en scholingsbeleid.
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
41
3.1.6 Scholen Doelen Stichting Proloog Alle scholen hebben voor hun eigen situatie een maatwerkplan ICT opgesteld. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gezamenlijk vastgesteld format. De directeur is hiervoor eindverantwoordelijk. De uitvoering is in handen van de ICT verantwoordelijke. De ICT verantwoordelijke neemt tevens deel aan de kenniskring. De school draagt er tevens zorg voor dat de leerkrachten gebruik kunnen maken van de informatie uit het volgsysteem van de school.
Doel De directeur maakt op basis van het Vier in Balans Model jaarlijks een analyse van de schoolsituatie en stuurt bij waar onbalans dreigt te ontstaan. Directeur en ICT-coördinator hebben een concreet nascholingstraject opgesteld, waarvan interne kenniskringen een onderdeel vormen. Het aanleren van ICT-vaardigheden is een structureel onderdeel van het nascholingspakket, mede in het kader van de ontwikkeling van bekwaamheidsdossiers op basis van competenties. Leerkrachten kijken regelmatig bij elkaar in de les naar nieuwe ICT-toepassingen.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
42
3.1.7 Leerkrachten Doelen Stichting Proloog Leerkrachten zijn actief in ICT-kennisverwerving. Leerkrachten weten hoe zij aan informatie moeten komen. Leerkrachten weten nieuwe media in te zetten in het onderwijsleerproces. Leerkrachten zijn hierbij in staat om te differentiëren.
Doel Er zijn (per bouw of juist verticaal georganiseerd) kenniskringen ontstaan waarin teamleden met elkaar lessen en projecten ontwikkelen rondom de vakgebieden taal en rekenen. De uitgewerkte lessen en projecten zijn opgeslagen in een databank, ingericht op de eigen server van de school of op een online bereikbare website, voor alle collega’s beschikbaar en te gebruiken. Alle teamleden hebben competenties ontwikkeld die hen in staat stellen ICT niet alleen instrumenteel, maar ook op een intentionele wijze te gebruiken bij hun lessen. Alle teamleden zijn in staat om te beoordelen wanneer ICT vooral ingezet wordt als oefenmateriaal, wanneer het ondersteunend gebruikt kan worden bij instructie en wanneer er vooral kansen liggen voor de leerlingen om met behulp van ICT zelf kennis te kunnen construeren. De teamleden hebben regelmatig overleg met elkaar om nieuwe ideeën te bespreken, lessen uit te wisselen en gezamenlijk lessen en plannen uit te werken. Hierdoor wordt bij vrijwel alle taal- en rekenlessen ICT als ondersteunend hulpmiddel ingezet. Leerkrachten beschikken over een eigen digitale portfolio.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
43
3.1.8 Leerlingen Doelen Stichting Proloog Leerlingen kunnen optimaal gebruik maken van alle ICT-mogelijkheden op school om daarmee hun talenten ten volle te ontplooien. Zij kunnen hierbij gebruik maken van een Elektronische LeerOmgeving (ELO).
Doel Leerkrachten begeleiden leerlingen hierin en geven uitdagende opdrachten die het gebruik van ICT als extra instrument stimuleren. Leerkrachten houden zichzelf en elkaar op de hoogte van nieuwe mogelijkheden van spelcomputers en software voor creatief gebruik in het onderwijs. Leerkrachten hebben zich verdiept en geschoold. Ze hebben de verschillende programma’s of technieken leren kennen en passen dit toe in hun onderwijs. Leerlingen maken zelfstandig een digitaal kunstwerk, variërend van een fotocollage tot een online radioshow of een animatiefilm. In elk schooljaar komt er een online toepassing aan bod (bijvoorbeeld Klassetv, Prezi, DrDigi). Leerlingen maken (digitale) werkjes met de online toepassing. Leerkrachten en leerlingen zijn enthousiast. Leerlingen beschikken over een eigen digitale portfolio.
Situatie
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
44
3.1.9 Ouders Doelen Stichting Proloog Via de website van school of andere nieuwe media worden ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Ouders hebben altijd toegang tot de onderwijsresultaten van hun eigen kinderen.
Doel
Situatie
Elke week een nieuw bericht/nieuwtje online, meestal met film- of fotomateriaal Elke week komen minimaal twee reacties van ouders. In alle groepen wordt dit gedaan Leerlingen vertellen dat ze met hun ouders over school of de les hebben gepraat.
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
45
3.1.10 Overige zaken Doelen Stichting Proloog - De toepassingen van ICT in de verschillende vakgebieden zouden hier beschreven kunnen worden, evenals de toepassing bij de zorg. - Ook is hier nog ruimte om aandacht te besteden aan Mediawijsheid. - Ook is hier nog ruimte om nader in te gaan op het gebruik van het administratiesysteem en leerlingvolgsysteem. - Zie voor voorbeelden inhoud plan Fier.
Doel
Situatie -
Op schoolniveau worden de leerkrachten geschoold in het werken met het leerling administratieprogramma. Op schoolniveau zijn de teamleden in staat informatie die zij nodig hebben uit de leerlingvolgsystemen te halen. Op leerling niveau kan een teamlid opzoeken waar de leerling staat. Het teamlid kan voor zijn leerlingen een onderwijsaanbod bieden, gebaseerd op de ontwikkeling van de leerlingen. Het teamlid gebruikt, afhankelijk van de leerling, een aanbod gebaseerd op kennisoverdracht of juist op kennisconstructie. Het teamlid maakt elke keer de overweging of, en zo ja, welke, ICTtoepassingen de leerling verder helpen in zijn ontwikkeling. De ontwikkeling van individuele leerlingen wordt regelmatig bekeken en bijgestuurd.
Beginsituatie augustus 2012 Doelen 2012-2013 Beginsituatie augustus 2013 Doelen 2013-2014
46
3.2 Taakverdeling op schoolniveau Onderstaande paragraaf kan de school helpen om voor alle betrokkenen duidelijk te krijgen wie voor welk onderdeel verantwoordelijk is. 3.2.1 Systeembeheer Wat M.b.t. netwerkbeheer Aanmaken en verwijderen nieuwe gebruikers (leerlingen en leerkrachten) Aanmaken en verwijderen van groepen Aanmaken van samenwerkingsgroepen op schoolniveau Aanmaken van samenwerkingsgroepen op groepsniveau Jaarovergang binnen netwerk regelen Analyse computers Computers herinstalleren (RISsen) Contacten met beheerder over incidenten Computers met problemen oplossen
Wie
Begin schooljaar Begin schooljaar Begin schooljaar Wanneer nodig Eind schooljaar
Technisch ict assistent
Diensten met …………… beheren Per ongeluk verwijderde bestanden terugzetten Analyseren softwaregebruik Analyseren computergebruik Coördineren thuiswerkplekken Beheren software licenties Aanvragen nieuwe software Softwareprofielen per groep instellen Gebruikersinstellingen aanpassen M.b.t. educatieve software Ophogen leerlingen software Koppeling Cito-Dotcomschool Contacten APS-it diensten
Wanneer
Januari Wanneer nodig Wanneer nodig Wanneer nodig Begin schooljaar Wanneer nodig Januari, juni Januari, juni Begin schooljaar Wanneer nodig Wanneer nodig Begin schooljaar Wanneer nodig
Coördinerend ICT-er
Begin schooljaar Februari (2-2) –juli (7-7) November
47
3.2.2 Administratie. Taakverdeling Dotcomschool Wat Nieuwe leerlingen invoeren Communicatie met Bron Dult-koppeling Verslaglegging coördineren Verslaglegging controleren Lijsten naar gemeente, GGD, leerplicht e.d. Maken standaard handelingsplan Invullen handelingsplan Controle handelingsplan Jaarovergang Toetsregistratie beheren Beheer profielen
Wie
Taakverdeling Cito LOVS Wat Nieuwe leerlingen invoeren Activeren nieuwe licentiecode Dult-koppeling Invoeren gegevens coördineren Invoeren gegevens controleren Jaarovergang Toetsregistratie beheren Uitleg mogelijkheden programma aan IB Uitleg mogelijkheden programma aan leerkrachten
Wie
48
3.2.3 Bijhouden gebruik software taal en rekenen De ICT verantwoordelijken maken gebruik van het excelbestand “gebruik educatieve software”. Met behulp van dit bestand wordt bijgehouden hoe vaak de educatieve software per groep wordt gebruikt. Resultaten van deze rapportage worden besproken met de coördinerend ICT-er. Educatieve software Beginsituatie januari 2011 Gemiddeld gebruik per groep van de software Augustus - december
Programma: Gr. 1
Gr. 2
Gr. 3
Gr. 4
Gr. 5
Gr. 6
Gr. 7
Gr. 8
Gemiddeld gebruik per groep van de software Januari - juni
Gr. 1
Gr. 2
Gr. 3
Gr. 4
Gr. 5
Gr. 6
Gr. 7
Gr. 8
Conclusie: Doelen volgend schooljaar:
49
3.2.4 Deelname kenniskringen In onderstaand schema staat welke leerkrachten meedoen aan welke kenniskring. Deze kenniskring komt twee keer per jaar bij elkaar om kennis en ervaringen te delen. Deelname Groep 1-2 Beginsituatie 2012-2013 Groep 3-4 Beginsituatie januari 2011 Groep 5-6 Beginsituatie januari 2011 Groep 7-8 Beginsituatie januari 2011 Website en mediawijsheid Beginsituatie januari 2011 Taal Beginsituatie januari 2011 Rekenen Beginsituatie januari 2011 Kunstzinnige oriëntatie Beginsituatie januari 2011 Inzet en beheer van ICT Beginsituatie januari 2011
50
3.3 Wachtwoordbeheer Het bij elkaar bewaren van alle wachtwoorden kan een school veel tijdwinst opleveren. Wellicht ten overvloede: denk er aan dat deze wachtwoorden niet in handen vallen van de verkeerde personen. Dit ingevulde papier dus bij voorkeur op een veilige plaats bewaren. Programma/site Rekenrijk Ambrasoft (dbmanager) Hoofdwerk Taal op Maat Maatwerk Zwijsen Wereld in Getallen www.dotcomschool.nl Toetsnetportal.nl Klassetv.nl Klantnummer cito Leerwereld.nu Pincode beamer Digitaal zorgrapport Dr. Digi Gynzy
Wachtwoord
Programma/site Entree account Heutink.nl Heutink-ict.nl Inspectie www.bron.nl www.praxis.nl vosabb Toetssite veilig leren lezen Leerkrachtassistent mijnmalmberg www.apsitdiensten.nl
overig Inbelcomputer 1 Inbelcomputer 2
Wachtwoord
xpcnNr. xpcnNr.
51
Bijlage 1. Planning bovenschools (door coördinerend ICT-er) 2012:
-
-
Scholen staan achter visie ICT Stichting Proloog. Invullen ICT-beleidsplan per school. Scholing leerkrachten bij leerkrachtengedeelte software tijdens teamvergaderingen of studiemiddagen. Scholen maken een rooster voor het computergebruik. In dit rooster staat welke leerlingen wat doen met de computer. Oriënteren op software voor de kennisgebieden. Opzetten organisatie bovenschoolse kenniskringen (komen twee keer per jaar bij elkaar voor de gebieden): gebruik digibord en educatieve software (groep 1-2; middenbouw, bovenbouw); o voor alle groepen geldt: ervaringen uitwisselen m.b.t. gebruik digibord en educatieve software); website: onderhoud en beheer taal rekenen andere kennisgebieden
2012-2013:
-
-
Bovenschoolse kenniskringen komen twee keer per jaar bij elkaar voor de gebieden: gebruik digibord en educatieve software (groep 1-2; middenbouw, bovenbouw; o voor alle groepen geldt: ervaringen uitwisselen m.b.t. gebruik digibord en educatieve software); website: onderhoud en beheer taal rekenen andere kennisgebieden Oriënteren op - en indien (financieel, pedagogisch en didactisch) mogelijk software voor de kennisgebieden aanschaffen waarmee resultaatgericht kan worden gewerkt op individueel leerling niveau. Twee keer per jaar bekijken of het gebruik van de computer in de lessituatie het verwachte effect heeft gehad. Oriëntatie op de mogelijkheden van het gebruik van tablets binnen het onderwijs.
52
2013-2014: Oriëntatie op de mogelijkheden van het gebruik van tablets binnen het onderwijs. Scholing leerkrachten m.b.t. gebruik software klassenmanagement tijdens teamvergaderingen of studiemiddagen. Aanpassen ICT-beleidsplan met daarin o.a. afspraken over het computergebruik; resultaten van vorig schooljaar worden hierin meegenomen. Scholen bekijken twee keer per jaar het computergebruik. Naar aanleiding van de cijfers wordt werkwijze eventueel aangepast. Scholen bekijken twee keer per jaar of het gebruik van de computer in de lessituatie het verwachte effect heeft gehad. Scholen hebben een duidelijke leerlijn voor niet-educatieve software opgesteld zodat de leerlingen goed worden voorbereid op het functioneren in de 21e eeuw. Scholen oriënteren zich op een ELO waarbij leerlingen op iedere computer met internet kunnen inloggen.
2014-2015: Aanschaffen ELO waarbij leerlingen op iedere computer met internet kunnen inloggen. Scholen hebben software voor rekenen en taal waarmee leerlingen individueel resultaatgericht kunnen werken. Scholen hebben de leerlijn voor niet-educatieve software eventueel aangepast zodat de leerlingen goed worden voorbereid op het functioneren in de 21e eeuw.
53
Bijlage 2: Concrete actiepunten korte termijn Wat
Wie
Gerealiseerd
Opmerkingen
Format voor ICT plan op schoolniveau wordt door ICT werkgroep ontwikkeld
ICT werkgroep
Juni 2012
Zie Ict beleidsplan hfdst. 3
Onderzoek nieuwe aanbieder netwerkbeheer
ICT werkgroep
Juli 2012
Pve meerdere besturen
Kenniskringen opstarten
Coördinerend ICT-er
September 2012
Ict werkgroep
ICT plan per school
Directeur
Oktober 2012
Adhv format ict werkgroep
Infrastructuur aanpassen zodat in de scholen overal draadloos gewerkt kan worden
Coördinerend ICT-er
Dec 2012
Lesscher IT
Glasvezel verbinding op elke school. Onderzoek aanbieders + sla
Coördinerend ICT-er
AB Telecom
Dec 2012
Lesscher IT AB Telecom KPN of XS4All
Aanpassen portal Proloog + email adressen
Coördinerend ICT-er
Aanschaf PC/tablets
Directeur + Coördinerend ICT-er
Jan 2013
+ externe partij
Projectvoorstel Volgt
2013
Obv ict plan scholen
54