Deelzorgplan Proloog Het deelzorgplan van de Stichting Proloog is een onderdeel en uitwerking van het Zorgplan WSNS 2011-2012 van het samenwerkingsverband ‘Het Spectrum’. Versie 22 juni 2011
VOORWOORD Schoolbesturen krijgen per 1 augustus 2012 een zorgplicht. Ouders die hun kind aanmelden krijgen een passend onderwijsaanbod bij die school en als het niet anders kan een aanbod bij een andere school van de Stichting Proloog Leeuwarden. Bij het zorgaanbod moet de school – volgens de nieuwe koers van het kabinet - zoveel als mogelijk rekening houden met de wensen en voorkeuren van de ouders. Dat laatste is een mooi uitgangpunt van de overheid, maar de stichting Proloog moet ook ernstig rekening houden met haar financiële realiteit. Proloog kan niet ‘verder springen dan de pols lang is’. Er moet bezuinigd worden en er zullen leraren vertrekken. Het zelfde werk – en liefst nog wat meer - moet gedaan worden met minder personeel Extra overheidssteun voor leraren voor het vervullen van die zorgplicht is dan ook welkom. Het kabinet geeft aan in de toekomst meer financiële ondersteuning voor hulp in de klas of in school te bieden. Het kabinet denkt daarbij aan het inzetten van klassenassistenten en het vormen van speciale klassen. Proloog hecht aan voldoende kwaliteit van de zorg aan de leerling met een specifieke zorgbehoefte. Goede zorg en begeleiding leveren aan leerlingen gaat niet zonder goede leraren. De komende jaren wil Proloog haar focus ten aanzien van haar zorgbeleid dan ook nog meer dan voorheen leggen op het primaire proces. Het vergroten van de deskundigheid (zowel kennis als vaardigheden) van leraren is daarbij heel belangrijk. Een eerste stap daartoe is het ‘handboek zorg’ voor leraren en zo mogelijk de cursussen in het teken van zorg en begeleiding van de Proloogacademie. Het ‘handboek zorg’ is op verzoek van de directeuren van de scholen geschreven. Beleidsvoornemen 1 De middelen die beschikbaar zijn voor zorgleerlingen en die mogelijk vrijkomen voor de invoering van Passend onderwijs, komen zoveel als mogelijk ten goede aan het primaire proces. Dat wil zeggen ten behoeve van de ondersteuning van de leraar bij het werken in de klas met zorgleerlingen. Naast invoering van de zorgplicht en het op termijn bieden van ondersteuning aan leraren is de afstemming van de zorg in het onderwijs een derde pijler van het beleid voor de komende jaren. Jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en schoolmaatschappelijk werk kunnen effectiever en vooral efficiënter samenwerken met het onderwijs. Om de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening en zorg te verbeteren is het wetvoorstel ‘zorg in en om de school’ in de maak. Onder regie van de gemeente Leeuwarden zullen de komende jaren nadere afspraken gemaakt worden. De voornemens van het samenwerkingsverband Het Spectrum staan beschreven in het Zorgplan 20112012. Het Deelzorgplan Proloog is een nadere uitwerking van de plannen beschreven in het Zorgplan. Het complete zorgbeleid van de scholen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Stichting Proloog Leeuwarden is beschreven in verschillende documenten: • • • •
Het zorgplan van het ‘Samenwerkingsverband Het Spectrum’; Een deelzorgplan voor het cluster Proloog; Het ‘handboek zorg’ van Proloog; Het intern zorgplan van elke school (als bijlage van het schoolplan)
Leeuwarden, juni 2011. Jan Oudeboon (coördinator van het deelverband Proloog)
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
2
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1: VISIE EN UITGANGSPUNTEN ZORGBELEID PROLOOG
4
HOOFDSTUK 2: INRICHTING EN ORGANISATIE VAN HET DEELVERBAND
6
HOOFDSTUK 3: DOELEN ZORGBELEID PROLOOG
8
HOOFDSTUK 4: DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING ZORG
10
HOOFDSTUK 5: DESKUNDIGEN IN EIGEN HUIS
11
HOOFDSTUK 6: EXTERNE EXPERTISE
13
HOOFDSTUK 7: OVERIGE ACTOREN ZORGBELEID
14
HOOFDSTUK 8: INFORMATIE NAAR OUDERS
15
HOOFDSTUK 9: SAMENVATTING INTERNE ZORGSTRUCTUUR
17
HOOFDSTUK 10: EVALUATIE DEELZORGPLAN 2008-2011
19
HOOFDSTUK 11: BESTEDING VAN DE MIDDELEN
20
BIJLAGEN 1: AFKORTINGEN EN BEGRIPPENLIJST DEELZORGPLAN
21
2: ACTIVITEITENKALENDER ZORG SCHOOLJAAR 2011-2012
23
3: TAAKSTELLING COÖRDINATOR DEELVERBAND
24
4: TAAKSTELLING COÖRDINEREND INTERN BEGELEIDER
25
5: PROCEDURE SAMENWERKING (EXTERNE) ADVISEURS
27
6: AFSPRAKEN TUSSEN DE RK-SCHOLEN TE LEEUWARDEN E.O. EN ‘HET SPECTRUM’
29
7: PROLOOGBELEID TOETSAFNAME
30
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
3
HOOFDSTUK 1: VISIE EN UITGANGPUNTEN ZORGBELEID PROLOOG Het deelzorgplan vervult een aantal functies, te weten het formuleren van beleid en van doelen gekoppeld aan activiteiten. Deze dienen te passen in het kader van het zorgplan WSNS 2011-2012 van ‘Het Spectrum’. In het samenwerkingsverband wordt gewerkt aan een wettelijke opdracht, namelijk:
‘Het inrichten van een zorgstructuur waarbij alle leerlingen de zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen.’
In het deelzorgplan wordt beschreven vanuit welke doelen daaraan wordt gewerkt, hoe de inrichting van de zorgstructuur vorm wordt geven en welke activiteiten worden ondernomen om te bereiken wat scholen graag willen voor hun leerlingen. In het deelzorgplan wordt ook verantwoording afgelegd aan de Inspectie, de besturen en de medezeggenschapsraden over plannen, inzet van middelen en inhoudelijk bereikte resultaten. Dit deelzorgplan is een uitwerking van het Zorgplan WSNS 2011-2012 van ‘Het Spectrum’ (verder: Zorgplan WSNS 2011-2012). Meestal wordt een deelzorgplan geschreven voor een periode van vier jaren, maar dat is nu niet het geval. Evenals het Zorgplan WSNS 20112012 bouwt Proloog in grote lijnen voort op de uitgangspunten van het deelzorgplan 2008-2011. Er is bij ‘Het Spectrum’ gekozen voor een zorgplan dat eindigt op 1 augustus 2012. Op die datum zal, naar verwachting, een stelselwijziging zorgen dat de samenwerkingsverbanden WSNS opgaan in nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. De verwachting is dat per 1 augustus 2012 de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs zijn gevormd. De scholen in het samenwerkingsverband zijn ingedeeld in deelverbanden met een eigen leerlingzorgteam (LZT). Deze verbanden zijn zodanig samengesteld dat de relatie met lokaal beleid kan worden onderhouden. De deelverbanden hebben, binnen de gezamenlijk vastgestelde kaders en uitgangspunten van het zorgplan van ‘Het Spectrum’, een relatieve autonomie ten aanzien van de wijze waarop met name op niveau 1 en 2 van de zorgstructuur (zie Handboek Zorg) de zorg wordt geboden. Ieder deelverband heeft een leerlingzorgteam (LZT) dat onder leiding staat van de coördinerend intern begeleider (CIB) die afkomstig is uit het deelverband. Proloog heeft daarnaast ook nog vanaf 2007 het Proloog interventieteam (PIT). Dit team wordt ook wel preventief interventieteam (PIT) genoemd. In het Proloog interventieteam zijn deskundigen en specialisten op het gebied van zorg en begeleiding verenigd. Zij geven de intern begeleiders van de scholen advies en fungeren als ‘poortwachters’ richting leerlingzorgteam (LZT). Het zorgbeleid van de scholen die vallen onder de verantwoordelijkheid van Proloog is, evenals de andere scholen die vallen binnen het samenwerkingsverband van ‘het Spectrum’ de komende jaren met name gericht op het bieden van een passend aanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (zie voornemens in het Zorgplan van smv ‘Het Spectrum’). Het liefst blijven deze leerlingen op de ‘eigen school’. Bij zo’n afweging wordt – naast de wensen van ouders en leerlingen – ook rekening gehouden met de mogelijkheden van de school en de competenties en werkdruk van de leraren van die school. Indien nodig wordt een leerling met zeer specifieke onderwijsbehoeften geplaatst op een andere school van Proloog. Dit kan een school zijn met een ander pedagogisch of didactisch concept, een ander zorgaanbod of een meer passend zorgprofiel.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
4
Proloog formuleert in dit deelzorgplan haar bovenschoolse zorgbeleid en de strategische keuzes die gemaakt worden om Passend Onderwijs in Leeuwarden te realiseren. Daarbij staan de volgende activiteiten de komende jaren centraal: • Het ontwikkelen en bepalen van de zorgprofielen van de scholen. • Het vergroten van de deskundigheid van leraren. • Het versterken van de handelingsbekwaamheid van leraren. • Het invoeren van het zorgbeleid van Proloog, zoals beschreven in het Handboek Zorg van Proloog. Uitgangspunten van het bovenschoolse zorgbeleid van Proloog zijn: • De zorg aan leerlingen met specifieke zorgbehoeften is effectief. • Het zorgsysteem is helder en transparant ingericht voor leraren die in dienst zijn bij Proloog. • Het zorgsysteem voldoet aan de door de Inspectie van het Onderwijs (verder: Inspectie) gestelde kwaliteitseisen. • Het zorgbeleid van Proloog loopt synchroon met de ontwikkelingen van Passend Onderwijs, alsmede de 1-zorgroute. Feitelijk is dit deelzorgplan van Proloog geschreven met een visie voor meerdere jaren, maar omdat er in de periode 2008-2011 nieuwe ontwikkelingen rond Passend Onderwijs worden verwacht, zal het daarop gebaseerde Proloogbeleid pas volgend schooljaar in een nieuw deelzorgplan nader uitgewerkt worden. Met name de invoering van de budgetfinanciering kan sterk van invloed zijn op de keuzes in het te voeren beleid. Op het financiële gebied van Passend Onderwijs zijn ook een aantal zaken in ontwikkeling: • De reguliere rugzakmiddelen gaan naar het samenwerkingsverband. Ook een deel van het geld voor ambulante begeleiding gaat straks naar de samenwerkingsverbanden. Het speciaal onderwijs houdt echter een deel van het geld om expertise te delen met het regulier onderwijs. • Het geld voor zorg in het onderwijs wordt gebudgetteerd op het niveau van de Rijksbegroting 2008. Het budget gaat dus omlaag. • Het geld voor de zorg in het onderwijs wordt gelijkmatiger over het land verdeeld. Er vindt een zogenoemde ‘verevening’ plaats. De omvang van die verevening wordt berekend in samenhang met andere middelen voor zorg- en achterstandenbeleid. Wat dat voor het deelverband betekent, is niet duidelijk. Het deelzorgplan 2011-2012 is – anders dan voorheen – alleen geschreven ten behoeve van het bovenschoolse zorgbeleid van de scholen die vallen onder de verantwoordelijkheid van Proloog. Aan de door Proloog georganiseerde activiteiten kunnen – naast personeelsleden van Proloog – ook intern begeleiders en belangstellende leraren van de Rooms-katholieke scholen in de gemeente Leeuwarden deelnemen. Formeel maken deze scholen deel uit van het katholiek samenwerkingsverband van de Bisschop Möllerstichting. Met ‘Het Spectrum’ zijn hieromtrent afspraken gemaakt. De Rooms-Katholieke scholen van Leeuwarden e.o. dragen naar rato van het aantal leerlingen bij aan de kosten. Als bijlagen van het deelzorgplan zijn de volgende stukken toegevoegd: • Handboek Zorg Proloog. • Afspraken en procedure samenwerking met (externe) adviseurs. • Afspraken tussen de Rooms-katholieke scholen en ‘Het Spectrum’. • Proloogbeleid ten aanzien van de verplichte afname van toetsen.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
5
HOOFDSTUK 2: INRICHTING EN ORGANISATIE VAN HET DEELVERBAND 1. Directie van ‘Het Spectrum’ (DIR) De directeur van ‘Het Spectrum’, de heer Ludo Abbink, schrijft het Zorgplan WSNS 2011-2012 en kan aan de individuele leden verzoeken plannen te ontwikkelen in samenwerking met medewerkers verbonden aan één van de deelnemende deelverbanden of scholen. 2. Coördinator deelverband (CD) Een CD is verantwoordelijk voor de implementatie van het Zorgplan op het niveau van het deelverband. Hij/zij is voor de uitoefening van zijn/haar functie verantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag. De CD zorgt voor een vertaling naar en implementatie van het door het bestuur vastgestelde zorgbeleid op deelverband- en schoolniveau. Het deelverband draagt zorg voor het functioneren van een CD en het leerlingzorgteam. De CD, aangewezen door de algemene directie van Proloog, maakt deel uit van het coördinatorenoverleg ten behoeve van het samenwerkingsverband. Hij is ook degene die verantwoordelijk is voor het opstellen van dit deelzorgplan. 3. Coördinerend intern begeleider (CIB) De CIB coördineert de werkzaamheden van het leerlingzorgteam. Als rechterhand van de CD en als CIB wordt zij formatief gefaciliteerd door het deelverband. Zie voor de taakstellingen van de CIB bijlage 4. 4. Het leerlingzorgteam (LZT) Het samenwerkingsverband garandeert een systeem van trajectbegeleiding van leerlingen die in aanmerking komen voor bovenschoolse hulp of voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Er is daarvoor binnen het deelverband een leerlingzorgteam ingericht. Op het niveau van het samenwerkingsverband opereert de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Meer informatie over het LZT is te lezen in hoofdstuk 9. 5. Het Proloog/Preventief interventieteam (PIT) Wanneer blijkt dat de zorg en begeleiding op de basisschool van een zorgleerling niet voldoende of erg problematisch is, kan de leerling aangemeld worden voor overleg in het PIT. In dit multidisciplinair overleg wordt een passende route van het vervolgtraject voor de zorgleerling besproken en uitgezet. In het PIT hebben de volgende deskundigen zitting: de CIB, twee gedragsdeskundigen van Proloog, de preventief logopediste en een ambulant begeleider van ‘Het Spectrum’. Zo nodig wordt aanvullende informatie of adviezen gevraagd bij de schoolarts. De schoolmaatschappelijk werker neemt incidenteel deel aan het PIT-overleg. Het PIT bepaalt – afhankelijk van de complexiteit van de zorgvraag – of een leerling zal worden doorverwezen naar het LZT van ‘Het Spectrum’. 6. Zorgadviesteam (schoolniveau) (ZAT) Indien de reguliere zorg voor leerlingen binnen de school niet toereikend is, kan, na overleg met de ouders van een leerling, een beroep gedaan worden op het ZAT. Het ZAT bestaat uit een aantal interne en externe deskundigen. Zij komt zonodig één à twee keer per jaar bijeen. In het ZAT werken zorgverleners en leraren samen om zorgleerlingen gezond en wel naar de eindstreep te begeleiden. Zij proberen schoolverzuim te voorkomen. De intern begeleider is voorzitter van het ZAT. In het ZAT kunnen naast de intern begeleider, enkele (peuter)leidsters of leraren ziiting hebben, evt. de schoolverpleegkundige of zonodig de buurtagent. De gedragsdeskundigen van Proloog zijn, evenals de schoolmaatschappelijk medewerker op afroep voor het ZAT beschikbaar. Het is de bedoeling dat elke school voor basisonderwijs in het schooljaar 2011-2012 een ZAT formeert. Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
6
7. Zorgadviesteam (bovenschools niveau) (ZAT) In Leeuwarden is voor het primair openbaar onderwijs geen bovenschools ZAT. Het ‘buurtnetwerk’ was ooit de equivalent van het bovenschools ZAT. In de gemeente Leeuwarden zijn de taken van het bovenschoolse ZAT overgenomen door het Centrum Jeugd en Gezin. In de literatuur over Passend Onderwijs wordt het ZAT regelmatig in verschillende betekenissen genoemd. Dit leidt soms tot spraakverwarring. Beleidsvoornemen 2 Op 1 augustus 2012 hebben de scholen van Proloog – in samenwerking met het CJG ‘een soort ZAT’ gevormd. Leraren zijn dan voldoende op de hoogte van de doelstelling en werkzaamheden van het CJG en het gebruik van de zogenoemde ‘verwijsindex’.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
7
HOOFDSTUK 3: DOELEN ZORGBELEID PROLOOG Proloog levert extra steun aan leraren door enerzijds het vergroten van deskundigheid (scholing) en anderzijds door het bieden van een heldere en transparante structuur van haar zorgbeleid. Hiertoe is het Handboek Zorg ontwikkeld. In het schooljaar 2011-2012 wordt de zorgstructuur, zoals beschreven in dit handboek, ingevoerd en geïmplementeerd in de Proloogscholen. Beleidsvoornemen 3 Het invoeren, implementeren en borgen van het zorgbeleid van Proloog, zoals beschreven in het Handboek Zorg. Het zorgbeleid van de sbao (De Trilker) en de PWS (Reggio-approach) mogen – vanwege hun specifieke werkwijze - op onderdelen afwijken van het zorgbeleid zoals beschreven in het handboek Zorg. De directie van genoemde scholen komen in het schooljaar 2011-2012 met alternatieven. Beleidsvoornemen 4 De leraren kennen de uitgangspunten van het zorgbeleid van Proloog en hanteren transparante stappen en beslismomenten in de zorg aan leerlingen. Beleidsvoornemen 5 Alle intern begeleiders van Proloog zijn in staat om leraren adequaat te begeleiden bij de invoering van de stappen uit de cyclus ‘handelingsgericht werken’ , zoals beschreven in het Handboek Zorg. De scholen van Proloog werken steeds meer volgens de uitgangspunten van Passend Onderwijs en met werkwijze volgens de 1-zorgroute. Daarbij is het voor alle betrokkenen van belang om doelgericht, systematisch en planmatig te werken. Het hanteren van de zogenoemde ‘driemappenstructuur’ alsmede het handelen volgens de afspraken en richtlijnen beschreven in het intern zorgplan van de school zijn daarbij belangrijke voorwaarden. In het intern zorgplan is een toetskalender en een jaaroverzicht met de belangrijkste activiteiten in het kader van de zorg en begeleiding opgenomen (zie Handboek Zorg). Proloog stimuleert dan ook de ontwikkeling van scholen om steeds meer te werken met zogenoemde pedagogische en didactische groepsplannen (PGP en DGP). Beleidsvoornemen 6 Alle basisscholen van Proloog hebben op kwaliteitsaspecten 7 (begeleiding) en 8 (zorg) een voldoende waardering gekregen van de Inspectie. Het gaat hierbij met name om de beoordeling van de volgende indicatoren: 7.1, 7.2, 8.1, 8.2, 8.3 en 8.4. Proloog organiseert scholing ter verbetering van kwaliteit van de handelingsplannen en de uitvoering en evaluatie van de zorgactiviteiten beschreven in die handelingsplannen Hierbij staan de volgende componenten centraal: • Het schrijven van een heldere probleemstelling. • Het ontwikkelen en beschrijven van een adequate probleemanalyse ten behoeve van een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. • Het bieden van zorg en begeleiding in de klas. • Het evalueren van het zorgtraject. Beleidsvoornemen 7 Stabilisatie van het huidige deelnamepercentage van leerlingen van Proloog die naar het speciaal basisonderwijs gaan. Proloog streeft voor haar verwijzingspercentage naar een stabilisatie van het huidige deelnamepercentage (1,3%). Dit streven is geen doel op zichzelf en mag nooit ten koste Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
8
gaan van de noodzakelijke hulp of begeleiding van leerlingen met zeer specifieke zorgbehoeften. Daarom wordt voor de SBaO-scholen geen maximum gesteld aan het aantal leerlingen. De basisscholen van ‘Het Spectrum’ verwijzen – na onderzoek - slechts wanneer de zorgleerling niet adequaat in het regulier onderwijs geholpen kan worden. De SBaO-school heeft een tweeledige taak: • Het verzorgen van speciaal onderwijs aan leerlingen van 4-12/14 jaar. • Het op peil houden en verder ontwikkelen van expertise voor de speciale leerlingenzorg. Bij de SBaO-scholen zijn de expertise en de voorwaarden aanwezig om specifieke orthopedagogische en orthodidactische maatregelen te treffen voor leerlingen met ernstige, complexe of ondoorzichtige problematiek. Vanuit deze expertise wordt ook ondersteuning geboden aan leraren, intern begeleiders en leerlingen met zeer specifieke hulpvragen in het regulier basisonderwijs. Het SBaO heeft een informatieve, begeleidende, initiërende rol binnen het deelverband. Beleidsvoornemen 8 De leraren van de SbaO-scholen delen hun deskundigheid en expertise op het gebied van orthopedagogiek en orthodidactiek met de leraren van de reguliere scholen via de Proloogacademie. Beleidsvoornemen 9 Proloog biedt de leraren mogelijkheden zich te scholen op het gebied van zorg en begeleiding (zie volgend hoofdstuk). De doorgaande zorg bij de instroom van potentiële risicoleerlingen (o.a. van peuterspeelzalen) in groep 1 van de basisschool en de doorgaande zorg (van de ene naar de andere school) en doorgaande lijnen bij de overgang van leerlingen uit groep 8 van de basisschool naar het voortgezet onderwijs worden op de scholen van Proloog professioneel op elkaar afgestemd. Instellingen en scholen informeren elkaar tijdig en volledig over de zorg- en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beleidsvoornemen 10 De samenwerking van Proloogscholen met peuterspeelzalen, medisch orthopedagogische dagbehandeling (MOD) en het voortgezet onderwijs wordt versterkt. De zorg- en onderwijsbehoeften van (potentiële) zorgleerlingen wordt adequaat op elkaar afgestemd.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
9
HOOFDSTUK 4: DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING ZORG Bij Proloog zijn er verschillende manieren voor leraren en intern begeleiders om hun competenties op het gebied van zorg en begeleiding te vergroten en/of op peil te houden. Studiedag Jaarlijks wordt rondom een centraal thema een gemeenschappelijke studiedag voor de interne leerlingbegeleiders (IB’ers) en leraren van de scholen in het hele samenwerkingsverband georganiseerd. Leraren en intern begeleiders, werkzaam in het deelverband worden verzocht deel te nemen aan deze studiedag. De studiedag wordt betaald uit de nascholingsgelden van de scholen of uit de zorgmiddelen van de afzonderlijke scholen. De scholingsmiddag van het samenwerkingsverband ‘Het Spectrum’ wordt meestal gehouden op de vierde woensdag in januari. Scholing en intervisie intern begeleiders Daarnaast organiseert de coördinerend intern begeleider (CIB) scholing- en intervisieactiviteiten binnen het deelverband. Deze scholingen hebben een aanbod gericht op intern begeleiders (zie bijlage activiteiten). De gedragsdeskundigen en de onderwijskundige verzorgen zo nodig – op verzoek van de CIB - scholingstrajecten voor de intern begeleiders. Proloogacademie De Proloogacademie verzorgt in de periode 1 oktober – 1 mei diverse scholingsactiviteiten die gerelateerd zijn aan het bieden van zorg en/of begeleiding aan leerlingen met specifieke zorgbehoeften. Voor deelname en de studiegids kan een leraar contact opnemen met de coördinator van de Proloogacademie, Marijke Huisman, e-mail:
[email protected] Scholingsactiviteiten voor een team In overleg met de directie van Proloog kan de directie van een school een schoolspecifiek scholingstraject samenstellen. In de afgelopen jaren hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: • Cursus schrijven van handelingsplannen. • Video-interactietraining voor leraren ten behoeve van het begeleiden van zorgleerlingen (differentiatie, communicatie en afstemming in de klas). • Voorlichting over de zorgstructuur van Proloog. • Voorlichting van de logopedist van Proloog (onderzoek kleuters, spraaktaalstoornissen, woordenschatontwikkeling, meertaligheid). • De gedragsdeskundigen en de onderwijskundige verzorgen zo nodig scholingstrajecten voor teams. Individuele scholing en ontwikkeltrajecten • Opleiding intern begeleider (uitvoering Seminar, tezamen met Onderwijsgroep Fier) o.a. diverse gedragsmodulen. • Hulp aan leraren (nascholingsgeld); verzoek opleiding staat beschreven in POP. • Stimuleren van het aanvragen van een lerarenbeurs.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
10
HOOFDSTUK 5: DESKUNDIGEN IN EIGEN HUIS De preventief logopedist De hulp van de preventief logopedist van Proloog kan door de IB’er ingeroepen worden bij: 1. Een nader onderzoek naar de problemen in de spraak-/taal-, c.q. communciatieontwikkeling van een leerling. 2. Bij een hulpvraag van een leraar over de begeleiding van een leerling met problemen in de spraak-/taal- of communicatieontwikkeling. 3. De ondersteuning of advies omtrent woordenschatontwikkeling of bij meertaligheid. Ad. 1. Logopedisch (deel)onderzoek Een logopedisch onderzoek houdt in dat de communicatieontwikkeling van de leerling in kaart gebracht wordt. Afhankelijk van de vraag wordt onderzoek gedaan naar spraak, taal, stem, stotteren, auditieve verwerking en/of meertaligheid. Het onderzoek vindt plaats op school. Voor onderzoek is vooraf schriftelijke toestemming van de ouders nodig. Door observaties, testen en goed luisteren krijgt de preventief logopedist een beeld van de communicatieontwikkeling van de leerling. Soms signaleert de preventief logopedist componenten of factoren die deze ontwikkeling mogelijk zouden kunnen belemmeren. De preventief logopedist adviseert waar nodig de leraar bij het schrijven van een didactische aanwijzing voor de leerling. In specifieke gevallen wordt een begeleidingsplan opgesteld. Daarin beschrijft de preventief logopedist aanwijzingen voor de leraar. De preventief logopedist beschrijft haar bevindingen en aanbevelingen in een logopedisch verslag voor ouders en school. De preventief logopedist kan nader onderzoek adviseren door een arts, een psycholoog of orthopedagoog (evt. van Proloog) of doorverwijzen naar een logopedische praktijk. Een controleonderzoek is ook mogelijk. De preventief logopedist doet zelf géén behandelingen. Ad. 2. Hulpvraag van de leraar Leraren kunnen de preventief logopedist inschakelen voor (anonieme) vragen rond de spraak-/taal- c.q. communicatieontwikkeling. De adviezen van de preventief logopedist zullen vooral op het pedagogisch en didactisch handelen van de leraar gericht zijn. De preventief logopedist kan daarnaast een leraar scholen in specifieke gespreksvaardigheden, zoals gesprekstechnieken bij taalzwakke kinderen volgens de ‘Combilist-training’ met behulp van video-interactiebegeleiding. Deze ondersteuning kan via de directie en de onderwijskundige aangevraagd worden. Ad. 3. Woordenschatontwikkeling en meertaligheid Schoolsucces heeft veel te maken met taalvaardigheid. Eén van de belangrijkste pijlers van taalvaardigheid is de woordenschat. Soms komen meertalige kinderen met een achterstand in de woordenschat van de Nederlandse taal de school binnen. Ook enkeltalige kinderen uit minder taalvaardige milieus hebben soms een taalachterstand in de Nederlandse taal. De preventief logopediste kan ingeschakeld worden om het (onderbouw)team te ondersteunen bij het woordenschatonderwijs. De gedragsdeskundigen Wanneer er binnen een school zorgen zijn over een leerling en deze in zijn of haar onderwijsleerproces wordt belemmerd, dan kunnen de gedragsdeskundigen van Proloog worden ingeschakeld via het Proloog Interventie Team (PIT) en het Leerlingzorgteam (LZT). Voor enkelvoudige en handelingsgerichte hulpvragen kan het PIT worden benaderd en voor meervoudige, diagnostische en complexere hulpvragen wordt via het LZT een onderzoek gevraagd. De gedragsdeskundigen verrichten consultaties (PIT) en
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
11
psychodiagnostisch onderzoek (bijvoorbeeld naar intelligentie, leerproblemen, socialeen emotionele ontwikkeling en gedrag).
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
12
Er bestaan twee soorten consultatiemogelijkheden: • Anoniem: de intern begeleider kan per e-mail of telefonisch contact opnemen om een kind/situatie anoniem voor te leggen aan de gedragsdeskundigen. • De school vraagt de gedragsdeskundige voor consultatie langs te komen op school. Hiervoor levert de school een dossier aan bij de zorgcoördinator van Proloog. De zorgcoördinator controleert het dossier op volledigheid en geeft deze door aan de gedragsdeskundige die contactpersoon is van de school. De korte interventie bestaat normaliter eerst uit een gesprek tussen de gedragsdeskundige en de intern begeleider en/of leraar. Tijdens dit gesprek worden samen de vervolgstappen bepaald (bijvoorbeeld nader onderzoek door de gedragsdeskundige, een oudergesprek, handelingsafspraken). De gedragsdeskundigen leveren tevens een bijdrage aan het ontwikkelen en actualiseren van de visie omtrent de doelstellingen en functie van het beleid met betrekking tot zorg binnen Proloog. Daarnaast verzorgen zij scholingen binnen het IB-netwerk en aan schoolteams. Voor de procedures omtrent het inschakelen van de gedragsdeskundigen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 in het Handboek Zorg. De coördinerend intern begeleider Voor taken en profiel zie bijlage 4. De onderwijskundige De kwaliteit van het systeem van zorg en begeleiding op de verschillende Proloogscholen wordt regelmatig onderzocht door de onderwijskundige van Proloog. De kwaliteit van de geleverde zorg moet in overeenstemming zijn met de eisen die hier aan gesteld zijn door de inspectie en zodanig op school ingericht zijn dat het zorgsysteem efficiënt voor de leraar is en effectief voor de zorgleerling. De onderwijskundige informeert directies en leraren over de ontwikkelingen op het gebied van zorg (passend onderwijs en 1zorgroute) en is als adviseur betrokken bij de implementatie van het systeem van ‘handelingsgericht werken’, het maken van trendanalyses naar aanleiding van de opbrengsten en het schrijven van didactische groepsplannen (in het kader van opbrengstgericht werken). Directies en intern begeleiders kunnen de onderwijskundige raadplegen bij het opzetten en veranderen van het zorgsysteem op de school.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
13
HOOFDSTUK 6: EXTERNE EXPERTISE Voor het bieden van effectieve zorg en begeleiding kan Proloog ten behoeve van leerlingen met een zeer specifieke hulpvraag gebruik maken van de expertise van de onderstaande instituten Dyslexie Proloog heeft met Piter Jelles afspraken gemaakt over het onderzoeken van leerlingen met ernstige leesstoornissen en met (een vermoeden van) dyslexie. Deze onderzoeken worden door Cenzore, de zorgdienst van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, uitgevoerd. Met Cenzore is een procedure over dit dyslexieonderzoek vastgelegd. Leerlingen uit groep 7 kunnen worden aangemeld via de CIB. De school moet dan wel aantonen wat zij in de voorgaande jaren met de leerlingen hebben gedaan (dossier met geëvalueerde handelingsplannen en eventueel de eigen leerlijn). Zo mogelijk wordt na onderzoek door Cenzore een dyslexieverklaring afgegeven. Piter Jelles vergoedt de kosten van het onderzoek wanneer de leerlingen na groep 8 daadwerkelijk instromen in een school van Piter Jelles. De onderzoeken van leerlingen die naar Comenius gaan, worden betaald uit gelden van het Samenwerkingsverband PO van het PCBO. In overleg met de zorgverzekeraar kunnen ouders een onderzoek naar dyslexie bij hun kind laten doen. De geldende criteria verschillen per verzekeraar. Leerlingen kunnen - zo blijkt sinds kort uit de praktijk - dan vanaf groep 4 onderzocht worden op dyslexie. Zie voor mogelijkheden tot een vergoeding dyslexieregeling vanuit de zorgverzekering (zie http://www.dyslexie-nipnvo.nl/home/vergoedingen_en_declareren/Vergoeding). LWOO-onderzoeken Proloog heeft met Cenzore, de zorgdienst van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, een procedure betreffende LWOO-onderzoeken vastgelegd. Kinderen uit groep 8 kunnen worden aangemeld via de CIB voor de toelatingstesten van LWOO. Ambulant begeleiders (AB’ers) van ‘Het Spectrum’ Met ondersteuning van de ambulante dienst van ‘Het Spectrum’ (preventieve zorg aanbieden) wordt getracht de doorstroom richting SBaO te beperken en daar waar mogelijk leerlingen terug te laten stromen naar het reguliere basisonderwijs. Ambulant begeleiders (AB’ers) van de verschillende REC’s Op de scholen van Proloog komen ambulant begeleiders van de verschillende instellingen.(zie zorgniveau 4 van hoofdstuk 9) Voor leerlingen met een ernstige gedragsstoornis of een beperking die het gedrag ernstig beïnvloedt, kan de ondersteuning van de ambulante dienst van het Regionaal Expertise centrum Noord Nederland Cluster-4 (Gedrag) ingeschakeld worden. Meestal hebben de leerlingen of de ouders van die leerlingen reeds eerder gerichte hulp vanuit de jeugdhulpverlening en/of de kinderpsychiatrische voorzieningen gehad. Leraren die deze leerlingen in de groep hebben, worden begeleid door een ambulant begeleider. Op de scholen van Proloog wordt Loeki Klarenbeek ingezet.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
14
HOOFDSTUK 7: OVERIGE ACTOREN ZORGBELEID Gemeente Leeuwarden Het deelzorgplan heeft een directe relatie met andere beleidsdocumenten, zoals het schoolplan en, waar mogelijk, de Lokaal Educatieve Jeugd Agenda (LEJA) en het onderwijsachterstandenplan van de gemeente Leeuwarden. Zoals eerder voorzien heeft de gemeente Leeuwarden ervoor gekozen om een groot deel van de vrijvallende onderwijsbegeleidingsmiddelen niet meer voor schoolbegeleiding en zorg in te zetten. Er blijft ook in 2011-2012 een deel beschikbaar voor zorg. Dit deel is vrij te besteden aan zorg in de breedste zin van het woord. Er is een verdeling afgesproken binnen Leeuwarden op basis van het aantal leerlingen. Proloog dient dit bedrag jaarlijks aan te vragen en gebruikt dit voor het inzetten van een eigen preventief logopedist en de gedragsdeskundigen. Binnen de gemeente Leeuwarden wordt gewerkt met het Centrum van Jeugd en Gezin. Centrum Jeugd en gezin (CJG) Het CJG is een netwerkorganisatie en staat voor samenwerking. Van medewerkers/ professionals wordt verwacht dat zij deze samenwerking zoeken met andere partijen (bijv. collegiaal consult, doorverwijzing, kennis Sociale kaart, terugkoppeling etc.), maar vooral ook het gesprek aangaan met de ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers zijn de partij als het gaat om opvoeden en opgroeien. Binnen de gemeente zijn CJG-teams gevormd, waarbij de volgende organisaties deelnemers leveren: - Onderwijs - Tiener/jongerenwerk - Peuterspeelzaalwerk - Politie (incidenteel) - Kinderopvang - BJZ (incidenteel) - Jeugdgezondheidszorg - Kraamzorg (incidenteel) - Maatschappelijk werk - Verloskunde (incidenteel) Het CJG-team komt 4x per jaar bij elkaar. Er wordt gewerkt aan de ambassadeursrol, deskundigheidsbevordering (elkaar leren kennen) en aan de hand van casuïstiek worden de werkprocessen doorgenomen en de knelpunten hierin besproken. In de Brede School ligt de nadruk op activiteiten; in het CJG op zorg. Een goede afstemming hierbij is noodzakelijk. Verwijsindex ZiZeO Leerlingen moeten zich goed kunnen ontwikkelen. Belangrijk daarbij is dat ouders, opvoeders, kinderen en jongeren daar waar nodig is, hulp en steun krijgen. Ook is het nodig dat verschillende organisaties samenwerken, zodat er niet langs elkaar heen gewerkt wordt of tegenstrijdige adviezen gegeven worden. Daarom is sinds 2010 de Verwijsindex ZiZeO actief: een systeem op internet waarin intern begeleiders en andere professionals leerlingen tot 16 jaar kunnen aanmelden als zij zich zorgen maken. ZiZeo staat voor Zicht op Zorg en Onderwijs. Professionals, zoals hulpverleners, leraren (meestal via de intern begeleider) of medewerkers in de kinderopvang kunnen op basis van een aantal vastgestelde criteria een registratie in de Verwijsindex ZiZeO doen. Hierbij worden geen inhoudelijke gegevens over het kind geregistreerd. Alleen de zorg van de leraar wordt beschreven. Wanneer meerdere professionals hetzelfde kind aanmelden, ontvangen zij elkaars contactgegevens. Een ‘regievoerder’ maakt vervolgens een plan voor het kind, waarin de verschillende organisaties, die met de leerling werken, worden meegenomen. Proloog is is een van de organisaties die toegang heeft tot deze Verwijsindex. Als leraren zich zorgen maken over een leerling, dan wordt het kind na overleg met de ouders en met de hulp van de intern begeleider, opgenomen in de Verwijsindex. De melding is alleen beschikbaar voor de professionals die daarvoor speciale rechten hebben gekregen. Dit is allemaal wettelijk geregeld en wordt streng gecontroleerd. De Verwijsindex ZiZeO is tot stand gekomen in opdracht van het in 20101 nog bestaande Ministerie Jeugd en Gezin. Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
15
Op de site van de Verwijsindex is meer informatie: www.verwijsindex.nl of op www.verwijsindexfryslan.nl. SBao-scholen Door de SBaO-scholen wordt uitwerking gegeven aan het beleid dat gericht is op de opvang van jonge risicoleerlingen. Daartoe is specialistisch personeel aangetrokken, dat zo nodig ambulante begeleiding naar kleuters in het regulier basisonderwijs biedt en/of scholing voor leraren in de onderbouw van het regulier basisonderwijs verzorgt. Schoolmaatschappelijk werk Een ander belangrijk onderdeel is de inzet van schoolmaatschappelijk werk. Door de stimuleringsimpuls ‘Veiligheid’ worden jaarlijks middelen toegekend. Proloog kan op basis van het gezamenlijke schoolgewicht 1-op-1 deze middelen inzetten voor de zorg. Met ‘Het Spectrum’ is afgesproken dat er in het jaarverslag een overzicht van deze inzet wordt gegeven.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
16
HOOFDSTUK 8: INFORMATIE NAAR OUDERS Rechten en plichten Ouders van een zorgleerling hebben recht op overleg bij de handelingsplanning, recht op informatie omtrent de voortgang en ontwikkeling van hun kind, recht op privacybescherming en het recht op voortgangsoverleg. Kortom, ouders van zorgleerlingen hebben recht op heldere informatie op het juiste moment. Zorgvuldige voorlichting aan ouders van zorgleerlingen is daarom van groot gelang. Ook de informatie beschreven op de website, in de schoolgids, het schoolplan, en het zorgplan moet begrijpelijk zijn voor ouders. Het informeren van de ouders over de te volgen procedure, de dossiers en de klachtenregeling mag niet vergeten worden. Ouders zijn vertegenwoordigd in het medezeggenschapsplatform WSNS en de oudergeleding van de GMR. Ouders hebben ook plichten. Ouders hebben de plicht om mee te werken aan het verzamelen van informatie en de plicht om relevante informatie te verstrekken. Indien de ouders hun plichten verzaken kan de school de speciale zorg van de zorgleerling opschorten. Schoolgids en zorg en begeleiding Te controleren 1. Bevat de schoolgids een passage waarin de onderwijsresultaten zijn beschreven? (basisarrangement, uitstroomgegevens en uitslagen cito-eindtoets) 3. Bevat de schoolgids een passage waarin de zorg staat beschreven voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? 4. Bevat de schoolgids een passage waarin de zorg staat beschreven voor rugzakleerlingen? 5. Bevat de schoolgids een passage waarin is vermeld de wijze waarop de ouders klachten kunnen indienen? 6. Staat in de schoolgids het adres van de klachtencommissie(s) vermeld? Schoolplan en zorg en begeleiding Te controleren 2. Geeft het schoolplan weer hoe het systeem van zorg en begeleiding is ingericht? Intern zorgplan integraal opnemen als onderdeel van het schoolplan 3. Biedt het schoolplan informatie over het personeelsbeleid dat gericht is op de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijskundig beleid van de school? Zorgplan Te controleren 1. Zijn in het zorgplan de procedures beschreven voor het onderzoek van leerlingen in verband met de plaatsing van leerlingen op een speciale school voor basisonderwijs (sbo)? 2. Staat de procedure vermeld die gehanteerd wordt bij de plaatsing van een leerling op een sbo-school? 3. Is het tijdpad aangegeven waaruit de duur van de besluitvorming door de PCL blijkt?
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
17
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
18
HOOFDSTUK 9: SAMENVATTING INRICHTING ZORGSTRUCTUUR In het zorgplan van ‘Het Spectrum’ en in het ‘handboek zorg’ van Proloog staat een uitgebreidere beschrijving van de huidige zorgstructuur. In dit hoofdstuk worden de doelen en de belangrijkste actiepunten per zorgniveau aangegeven. Zorgniveau 1 Leraren zijn in staat het onderwijs af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Leraren zijn voldoende bekwaam om handelingsgericht te werken en passend onderwijs in de klas te realiseren (waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren; de cyclus plan-do-check-act). Soms is dit lastig te realiseren. Leraren worden dan op hun verzoek geadviseerd en ondersteund door de intern begeleider van de school. Wanneer zowel de leraar als de intern begeleider handelingsverlegen zijn, kan advies of hulp worden ingewonnen bij de CIB of het ZAT ingeroepen worden. Zorgniveau 2 Waar nodig kunnen intern begeleiders het PIT vragen met hen mee te denken. Het PIT begeleidt de leraren op het gebied van leerlingenzorg. De leraar geeft de leerling daarbij een actieve participerende rol en ziet de ouders als belangrijke partners in het overleg. In het PIT hebben de volgende deskundigen zitting: de gedragsdeskundigen en preventief logopedist van Proloog, de ambulant begeleider(s) van ‘Het Spectrum’ en/of Sensor-Renn4 en de CIB. In het LZT hebben dezelfde participanten zitting, aangevuld met de schoolarts en zo nodig met het schoolmaatschappelijk werk en/of andere instellingen zoals Jeugdzorg. Zorgniveau 3 De PCL heeft de wettelijke taak om te bepalen of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal basisonderwijs. Daarnaast wordt er onderzocht of de leerling beter af is op een andere basisschool. Het PCL beschrijft haar bevindingen in een rapport, waarin ook het vervolg van het zorgtraject is opgenomen. Vanuit de PCL kan het advies komen de leerling aan te melden bij een Regionaal Expertise Centrum (REC) waarbij ouders kunnen aangeven of zij kiezen voor een plaatsing op een REC of voor een Leerling Gebonden Financiering (LGF = rugzak). Het initiatief voor de vergadering van de PCL ligt bij de inhoudelijk coördinator van het samenwerkingsverband. Zorgniveau 4 Als het nodig blijkt, wordt een zorgleerling met een ernstige gedrag of ontwikkelstoornis geplaatst in het speciaal basisonderwijs. De leerlingen gaan dan naar de SbaO-school De Trilker. Sommige leerlingen kunnen worden opgevangen buiten het samenwerkingsverband van ‘Het Spectrum’ in een REC, waaronder RENN4-voorzieningen als Caleidoscoop of REC3 (it Twalûk) te Leeuwarden of in cluster 2: De Skelp te Drachten. De AB’ers van Sensor-RENN4 helpen de IB’er en de ouders om een adequaat dossier van de zorgleerling aan de landelijke indicatiecommissie aan te bieden. Zie onder.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
19
niveau 4 SBaO
PCL
Ambulante begeleiding Viseon, De Skelp, Twalûk & Lyndenstein, SensorRenn-4 of het Spectrum
3
2
PIT en LZT
1
Basisscholen / ZAT school
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
20
HOOFDSTUK 10: EVALUATIE DEELZORGPLAN 2008-2011 Kwalitatieve resultaten In het deelzorgplan 2008-2011 worden een aantal doelen gesteld, die zijn afgeleid van het algemeen beleid van samenwerkingsverband ‘Het Spectrum’. Deze doelen hebben er toe bijgedragen dat op alle basisscholen in het deelverband een systeem van leerlingenzorg is ontwikkeld met als kenmerken: • Aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van het kind. • Een goede observatie en registratie voor zowel de cognitieve als de sociaalemotionele vaardigheden. • Het regelmatig houden van de leerlingenbespreking. • Het werken met individuele (HP) en groepshandelingsplannen (GHP). • Regelmatige evaluatie van de resultaten van de handelingsplannen. • De scholen hebben een IB’er die in staat is pedagogisch-didactisch onderzoek (PDO) te verrichten. • De IB’ers volgen regelmatig scholing en er vindt intervisie plaats. Kwantitatieve resultaten Ondanks een steeds toenemende maatschappelijke druk op het onderwijs, met een daarmee gepaard gaande groei van gedragsproblemen en het verlagen van de toelatingsleeftijd voor het speciaal basisonderwijs, zijn de basisscholen erin geslaagd de deelname aan speciale basisscholen te stabiliseren. Deze druk is binnen ons deelverband het grootst, omdat de indringende problematiek veelal gekoppeld is aan de problemen van de grote stad en de grote school. De scholen gaan met het samenwerkingsverband de uitdaging aan om die stabilisatie ook als doelstelling te halen. Daarbij staat het belang van de leerling voorop, vanuit het motto: “helpen in het basisonderwijs als het kan, in het speciaal basisonderwijs als het moet". Aantal leerlingen deelsamenwerkingsverband per 1-10-2010: Proloog basisscholen: 3.341 De Trilker (ook vanuit andere besturen): 131 Rooms-Katholiek Onderwijs: 1.079 Aantal leerlingen op sbao de Trilker: Vanuit Proloog: RK-onderwijs: Leerlingen van andere besturen/instellingen: Deelname % Proloog richting Trilker: Deelname % RK aan Speciaal Basisonderwijs: Landelijk verwijzingspercentage ligt boven de 4%
45 10 76 ± 1,3 % ±1%
NB. Uit bovengenoemde percentages kunnen geen conclusies worden getrokken zonder een analyse. Opvallend is de toename van MOD-leerlingen. Per 1-1-2011 staan 11 leerlingen uit MOD-voorzieningen ingeschreven op De Trilker.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
21
HOOFDSTUK 11: BESTEDING VAN DE MIDDELEN Binnen de visie van ‘Het Spectrum’ past, dat de middelen daar moeten worden ingezet waar de zorg moet worden geboden: de groep, de school. Dat laat onverlet dat er ook uitgaven zijn die bovenschools moeten worden ingezet, deels als wettelijke verplichting, deels als uitvloeisel van eigen beleid t.a.v. de bovenschoolse zorgstructuur. De begroting van ‘Het Spectrum’ geeft hierin inzicht, maar gaat niet expliciet in op het deelverband Leeuwarden. Voor de bekostiging van de zorg wordt gebruik gemaakt van de zorgmiddelen, die in de vorm van geld aan het samenwerkingsverband worden verstrekt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de zorgmiddelen voor de basisscholen, die geheel aan de centrale organisatie worden overgemaakt en de zorgmiddelen van het speciaal basisonderwijs (SBaO), die tot het niveau van 2% van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband rechtstreeks naar de SBaO-school worden overgemaakt. De noodzakelijke zorgmiddelen boven die 2%, worden afgehouden van de zorgmiddelen voor het basisonderwijs. Overige inkomsten Naast zorgmiddelen wordt gebruik gemaakt van de middelen die voor de materiële voorzieningen worden uitgekeerd aan het desbetreffende bevoegd gezag. Een jaarlijks vast te stellen bedrag per leerling wordt besteed aan het samenwerkingsverband. Begroting deelverband Proloog Van het Cfi ontvangt het samenwerkingsverband de bekostigingstroom. Het deelsamenwerkingsverband dient d.m.v. het zorgplan hiervan verantwoording af te leggen, waarna het bestuur van ‘Het Spectrum’ zorgt voor de overdracht van gelden naar de verschillende scholen binnen het deelsamenwerkingsverband. Na afdracht aan de bovenschoolse zorgstructuur van ‘Het Spectrum’ resteert voor de scholen van het deelverband een bedrag van € 45,- per leerling. Het deelsamenwerkingsverband Proloog werkt met een coördinator deelverband (CD) en een CIB. Hun inzet vraagt een bijdrage van de scholen. De overige middelen zijn beschikbaar voor de scholen. Deze middelen dienen te worden ingezet overeenkomstig de doelstelling en de activiteiten van het zorgplan, dus hoofdzakelijk ten behoeve van het functioneren van de IB’er op school.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
22
BIJLAGE 1: AFKORTINGEN EN BEGRIPPENLIJST DEELZORGPLAN Afkortingen AB CD CD CFI
CIB CJG DOD COTAN DIR DZP GHP GMR GOA HGW HP IB LGF LZT
MOD OGW PCL PDO PGB PIT
PO P-P-A-A
REC RVC
Sbao SMW SWV VO WSNS ZAT
betekenis Ambulant begeleider Centrale dienst, wettelijk verplichte ondersteuning van het SWV door een administratief orgaan Coördinator- deelverband, de (bovenschoolse) directeur, die de werkzaamheden van het deelverband coördineert Tezamen met de IB-groep vormt de CFI sinds 2010 een onderdeel van de Dienst Uitvoering Overheid. De ‘oude’ afkorting CFI staat voor Centrale financiën instellingen. coördinerend intern begeleider, stuurt de zorg aan op het niveau van het deelverband Centrum Jeugd en gezin Digitaal overdrachtsdossier (PO/VO) Commissie Testaangelegenheden Nederland Directeur Deelzorgplan van Proloog Leeuwarden Groepshandelingsplan Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsbeleid; Handelingsgericht werken Handelingsplan intern begeleider stuurt en coördineert de zorg en begeleiding aan op de school Leerlinggebonden financiering, ook wel ‘rugzakje’ genoemd. Leerlingzorgteam bestaat uit: CIB-, de psycholoog, de ambulant begeleider van het Spectrum, de schoolarts + de IB die de leerling inbrengt. Medisch orthopedagogische dagbehandeling Opbrengstgericht werken Permanente Commissie Leerlingenzorg, houdt zich vooral bezig met toetsing voor toelaatbaarheid voor het SBaO of advisering voor het REC; Pedagogisch-didactisch onderzoek Persoonsgebonden budget Het Proloog Interventie Team of preventief interventieteam bestaat uit: CIB, de gedragsdeskundigen en preventief logopediste van Proloog en de ambulant begeleider(s)van het Spectrum Primair onderwijs Wijze van evalueren waarin zowel de productdoelen en het proces structureel worden geëvalueerd. Daarna worden er aanbevelingen geformuleerd en nieuwe afspraken gemaakt en beschreven. Regionaal Expertise Centrum Regionale Verwijzing Commissie, belast met het adviseren van de permanente commissie leerlingenzorg ten aanzien van bezwaren van ouders over de wijze waarop aan hun kind de zorg wordt verleend. Speciaal basisonderwijs Schoolmaatschappelijk werk samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Weer samen naar school, de samenwerking tussen speciaal en regulier onderwijs Zorgadviesteam
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
23
ZP
Zorgplan van ‘Het Spectrum’ Onderwijszorgplan van het samenwerkingsverband Passend onderwijs.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
24
Enkele begrippen: Grensverkeer:
de verwijzing van het PO naar SBaO buiten het eigen SWV
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
25
BIJLAGE 2: ACTIVITEITENKALENDER ZORG SCHOOLJAAR 2011-2012 Activiteitenkalender zorg en begeleiding Proloog DATUM ONDERWERP 29 september 2011 nnb 24 november 2011 nnb * 25 januari 2012 nnb 2 februari 2012 nnb 22 maart 2012 nnb 26 april 2012 nnb 31 mei 2012 nnb
PLAATS De Trilker Studiemiddag Spectrum
* De studiemiddag van ‘Het Spectrum’ wordt meestal gehouden op de 4e woensdag in januari (25 januari 2012).
Thema’s en activiteiten worden gaande het jaar ingevuld. Aandachtspunten zijn in ieder geval: de ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs, opbrengstgericht werken (OGW), werken met pedagogische en didactische groepsplannen (DGO) van de 1-zorgroute en de implementatie van het Handboek Zorg van Proloog en intervisie. In het schooljaar 2010-2011 zijn de volgende onderwerpen als mogelijk thema’s in het nieuwe schooljaar genoemd: • Spraak/taal problematiek. • Selectief mutisme. • Coaching. • Efficiënt en effectief onderwijszorgbehoeften van leerlingen in kaart brengen. • Effectief evalueren. • Ergotherapeut. • Werken met verschillende dyslexiehulpmiddelen. Consultatie van het Proloog interventieteam (PIT) Het Proloog interventieteam wordt ook wel eens het preventief interventieteam genoemd. Intern begeleiders kunnen voor consultatie of advies per mail contact opnemen met de leden van het PIT. In een consultatief gesprek blijft de zorgleerling anoniem en hoeven de ouders niet vooraf geïnformeerd te worden. Data Prolooginterventieteam (PIT) en Leerlingzorgteam (LZT) en PCL Bijeenkomsten van het Prolooginterventieteam (PIT) en het leerlingzorgteam (LZT) vinden plaats in het kantoor van Proloog aan het Fonteinland 11 te Leeuwarden. Het LZT komt tien keer per jaar bijeen. De zorgteambesprekingen starten om 13.15 uur en gaan door tot 17.00 uur. De IB’er die een zorgleerling heeft ingebracht, is uitgenodigd voor het overleg. Data PIT & LZT data 22 13 17 15 19 16 15 12 24 21 12
september 2011 oktober 2011 november 2011 december 2011 januari 2012 februari 2012 maart 2012 april 2012 mei 2012 juni 2012 juli 2012
schooljaar 2011-2012: Formulieren inleveren voor: 12 september 2011 3 oktober 2011 7 november 2011 5 december 2011 9 januari 2012 6 februari 2012 5 maart 2012 2 april 2012 7 mei 2012 11 juni 2012 2 juli 2012
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
PCL Evalueren
data
19 mei 2012 9 juni 2012 7 juli 2012 22 september 2011 13 oktober 2011 17 november 2011 15december 2011 19 januari 2012 16 februari 2012 15 maart 2012 12 april 2012
3 oktober 2011 14 november 2011 12 december 2011 16 januari 2012 13 februari 2012 12 16 21 25
maart 2012 april 2012 mei 2012 juni 2012
26
BIJLAGE 3: TAAKSTELLING COÖRDINATOR VAN HET DEELVERBAND De coördinator van het deelverband (CD) is iemand uit het basisonderwijs. Bij voorkeur een bovenschools directeur van één van de scholen uit het deelverband. De coördinator van het deelverband is het aanspreekpunt voor de intern begeleiders van de binnen het deelverband vallende scholen als het gaat om organisatorische en beleidsmatige zaken. De coördinator van het deelverband neemt deel aan het werkoverleg van het Samenwerkingsverband. Dit werkoverleg vindt minimaal vijf keer per schooljaar plaats. Op dit werkoverleg wordt o.a. de gang van zaken rond WSNS doorgenomen, de inzet van de zorgmiddelen en het zorgplan voor het komend jaar besproken. De coördinator van het deelverband schrijft het deelzorgplan, dat als bijlage bij het totale zorgplan van het Samenwerkingsverband hoort. Hierin staat beschreven hoe het zorgbudget wordt ingezet. De coördinator inventariseert de scholingsbehoeften op het gebied van zorgbreedte van alle scholen in het deelverband en treedt in overleg met de gemeente en uitvoerende instanties om dit te organiseren. De coördinator van het deelverband heeft overleg met de overige directeuren van scholen uit het deelverband om de afspraken rond de zorginzet af te stemmen en verslag te doen van het werkoverleg. Daarnaast heeft de coördinator van het deelverband overleg met de coördinerend intern begeleider van het deelverband, als die functie binnen het deelverband ingevuld wordt.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
24
BIJLAGE 4: TAAKSTELLING COÖRDINEREND INTERN BEGELEIDER Coördinerend intern begeleider (CIB) Werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de coördinerend intern begeleider: 1.
De coördinerend intern begeleider, is het aanspreekpunt binnen het deelverband voor alle intern begeleiders als het gaat om vragen van collegiale aard betreffende zaken die te maken hebben met de praktische kant van de zorgtaken binnen de basisscholen.
2. De coördinerend intern begeleider: - stuurt aan en coacht de intern begeleiders van het deelverband. - geeft advies en biedt hulp aan individuele intern begeleiders. - vertegenwoordigt de intern begeleiders van het deelverband in zorgbijeenkomsten binnen en buiten het deelverband. - heeft overleg met de coördinator van het deelverband. - heeft overleg met deelnemers van het leerlingzorgteam (LZT) - heeft overleg met andere coördinerend intern begeleiders behorend bij het swv het Spectrum. - verspreidt informatie van het samenwerkingsverband Het Spectrum over zorg onder de intern begeleiders. 3. De coördinerend intern begeleider: - (bege)leidt de netwerkbijeenkomsten van de intern begeleiders. - inventariseert de eigen scholingsbehoeften en doet voorstellen t.a.v. (na)scholing met betrekking tot zorgverbreding van intern begeleiders en zorgt, indien relevant, voor de uitvoering. - zorgt voor intervisiebijeenkomsten met de intern begeleiders van het deelverband. - houdt de intern begeleiders van het swv op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van zorgverbreding, materialen en methodes. - onderhoudt contacten en woont bijeenkomsten van en met andere coördinerend intern begeleiders uit het swv bij. - onderhoudt contacten met externe instanties als schoolarts, schoolmaatschappelijk werk, bureau jeugdzorg, psychologen, ambulant begeleiders van het Spectrum, vertegenwoordigers van de Rec’s e.a. 4. De coördinerend intern begeleider: - roept maximaal tien keer per schooljaar het leerlingzorgteam van het deelverband bij elkaar. Hierin hebben in ieder geval de ambulant begeleider van het swv Het Spectrum, de schoolarts, een psycholoog en de coördinerend intern begeleider zitting. De interne begeleiders van de leerlingen die aangemeld zijn, maken op dat moment deel uit van het leerlingzorgteam. De coördinerend intern begeleider vervult de rol van voorzitter. In die hoedanigheid zorgt de coördinerend intern begeleider voor de verwerking van de aanmeldingen en versturing van de intake formulieren naar de vaste deelnemers van het leerlingzorgteam. De coördinerend intern begeleider zorgt voor de verslaglegging van de bijeenkomsten van het leerlingzorgteam en bewaakt de afspraken. - bewaakt het gereserveerde budget t.b.v. psychologisch onderzoeken. - bewaakt in samenwerking met de ambulant begeleider van het samenwerkingsverband het budget beschikbare uren ambulante begeleiding.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
25
5. De coördinerend intern begeleider: - organiseert het aanbod vanuit het swv wat betreft de toetsing van Lwoo leerlingen binnen het swv en zorgt voor een goede begeleiding en afwikkeling. - organiseert het aanbod vanuit het swv wat betreft de toetsing van kinderen met vermoeden van dyslexie binnen het swv en zorgt voor een goede begeleiding en afwikkeling. 6. De coördinerend intern begeleider: - schrijft, in samenwerking met de coördinator van het deelverband, het deelzorgplan. - schrijft het jaarverslag van het deelverband met het daarbij behorende verslag van het leerlingzorgteam. 7. De coördinerend intern begeleider: - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil door het bezoeken van studiedagen en het lezen van informatie op het gebied van leerlingenzorg. - blijft zich op de hoogte houden van nationale en internationale ontwikkelingen wat betreft zorgverbreding.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
26
BIJLAGE 5: PROCEDURE SAMENWERKING MET (EXTERNE) ADVISEURS De Stichting Proloog heeft geen specifiek contract afgesloten t.b.v. de afname van diensten en producten. Scholen maken gebruik van individuele schoolbegeleiders bij onderwijsontwikkelingstrajecten. Met Cedin zijn alleen afspraken gemaakt over de inzet van de schoolmaatschappelijk werkers. Voor de diagnosticering en de begeleiding van zorgleerlingen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van de diensten van het PIT. De algemene directie van Proloog constateert dat steeds meer ouders gebruik maken van de diensten van externe adviseurs van onderwijsadviesdiensten, onderwijsadviesbureaus, remedial teachers en logopedisten, ten behoeve van een optimale ontwikkeling van hun kind. Deze (externe) adviseurs doen regelmatig een verzoek tot samenwerking met onderwijspersoneel, bij het oplossen van mogelijke leer- en/of gedragsproblemen van leerlingen. De algemene directie van Proloog hecht aan een goede samenwerking tussen haar onderwijzend personeel en de externe adviseurs. Als voorwaarde stelt het bestuur van de Stichting Proloog dat deze samenwerking gericht moet zijn op een positieve ontwikkeling van de (zorg)leerling en dat genoemde samenwerking de school als organisatie en de groep waarin de leerling zit, geen schade berokkent, in welke zin dan ook. Interne adviseurs worden op verzoek van de school ingeschakeld; externe adviseurs op verzoek van de ouders. Procedure bij hulp van externe adviseurs Beginsituatie: Een externe adviseur wordt alleen op verzoek van de ouders ingeschakeld. De ouders geven aan dat zij overleg wensen tussen de externe adviseurs en iemand van het onderwijzend personeel. De ouders geven aan dat zij bij de uitvoering van een door de externe adviseur gemaakt handelingsplan t.b.v. een zorgleerling, de medewerking en de hulp van de school wenselijk achten. Stap 1 (Overleg) De ouders doen een verzoek bij de groepsleraar. Deze informeert de schooldirecteur en de intern begeleider hieromtrent. De ouders informeren de groepsleraar over de bedoeling van het overleg, en/of over de aard van de problematiek. De ouders geven de leraar (schriftelijk) toestemming contact op te nemen met de externe adviseur. De schooldirecteur geeft hierna - al dan niet - (schriftelijk) toestemming aan de externe adviseur om als woordvoerder van de ouders bij contactavonden of spreekuren op te treden. Wanneer de toestemming wordt geweigerd wordt dit met redenen omkleed. Een kopie van de brief wordt verstuurd naar het bestuursbureau Proloog. De groepsleraar kan bovenvermelde taken – alleen na overleg - zo nodig overdragen aan de intern begeleider. Stap 2 (Samenwerking) De groepsleraar en de externe adviseur overleggen over de uitvoering van een gezamenlijk op te stellen begeleidingsplan, handelingsplan of didactische aanwijzingen. De groepsleraar wordt bijgestaan door de intern begeleider. De groepsleraar informeert de ouders over de voornemens. Hierbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven wat van de groepsleraar (of evt. de remedial teacher of de intern begeleider) mag worden verwacht. Met de ouders spreekt de groepsleraar een evaluatiedatum af. Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
27
De schooldirectie en de intern begeleider worden geïnformeerd.
Stap 3 Evaluatie De groepsleraar en de externe adviseur informeren elkaar over de vorderingen of ontwikkelingen van de leerling. Ze bereiden gezamenlijk de evaluatiebijeenkomst met de ouders voor. De ouders worden door de leraar uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens de evaluatie komen in ieder geval de volgende zaken aan bod: (evaluatie volgens het P-P-A-A-model) • in welke mate zijn de gestelde doelen wel of niet gehaald (produkt); • inventarisatie problemen, moeilijkheden en weerstanden (proces); • de werkdruk van de leraar en het welbevinden van de leerling (proces); • Aanbevelingen en/of handreikingen voor het vervolgtraject • Afspraken ten aanzien van het vervolgtraject. (eventueel herhaling procedure vanaf stap 2 ). De leraar is de eerstverantwoordelijke in het gesprek en laat zich bijstaan door de intern begeleider. De intern begeleider notuleert en treedt zonodig op als adviseur. Stap 4 Problemen? Bij inhoudelijk problemen tussen groepsleraar en de ouders bemiddelt de intern begeleider. Bij problemen met de extern adviseur en betrokkenen wordt de schooldirectie direct geïnformeerd. Bij problemen omtrent deze procedure wordt de algemene directie van Proloog geïnformeerd.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
28
BIJLAGE 6: AFSPRAKEN TUSSEN DE RK-SCHOLEN TE LEEUWARDEN E.O. EN ‘HET SPECTRUM’ De RK-scholen nemen deel aan de volgende activiteiten van ‘Het Spectrum’ Structureel • Deelname aan het zorgteam van Proloog • Deelname LWOO- en Pro-onderzoeken • Deelname aan dyslexieonderzoeken tegen gereduceerd tarief • Gebruik digitaal zorgrapport en inhoudelijke aansturing en beheer van het zorgdossier door coördinator van het SWV • Toeleiding van leerlingen naar de PCL voor een pré advies + bespreking en administratieve afhandeling. • Jaarlijkse studiemiddag januari van het Spectrum + boek • Informatie ontvangen over ontwikkelingen in het SWV, bijdrage coördinator van het SWV • Grensverkeer na plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs van het Spectrum • Inzet consulent Jonge risicokind in het voortraject Naar • • • • • •
keuze en/of behoefte Deelname aan studiemiddagen van Proloog Rechtstreekse vergoeding aan Proloog Deelname aan netwerkbijeenkomsten Proloog Rechtstreekse vergoeding aan Proloog Preventieve ambulante begeleiding van uit het SWV Op basis van de werkelijk ingezette uren wordt een nota gestuurd. Per half jaar ontvangen de scholen een overzicht van ingezette uren en een factuur. • Inzet consulent JRK voor opstart van het schooltraject De scholen betalen op basis van daadwerkelijk ingezette uren een nota. Financiën De kosten worden als volgt berekend: • Deelname aan de structurele activiteiten (met name de eerste drie onderwerpen) worden rechtstreeks vergoed aan Proloog in onderling overleg; • Voor het gebruik van het digitaal zorgrapport wordt de rekening door Dotcomschool rechtstreeks aan de betrokken scholen gestuurd; • Het inhoudelijke beheer door de coördinator en afstemming met Dotcom zit in de reguliere bijdrage voor het SWV; • De toeleiding naar de PCL wordt door de scholen rechtstreeks bekostigd via de reguliere vergoeding aan het SWV; • De studiedagmiddag van het SWV wordt uit de reguliere vergoeding bekostigd; • Het SWV 308 draagt jaarlijks financieel bij aan inhoudelijke organisatie van het SWV. Deze bijdrage maakt deel uit van de reguliere vergoeding; • Het grensverkeer wordt jaarlijks tussen de CD’s van de SWV verrekend; • De inzet van de consulent wordt bekostigd door de drie betrokken SWVverbanden, zolang er geen definitieve alternatieve bekostiging is gevonden. Hiervoor is een verdeelsleutel vastgesteld door de betrokken directeuren van het SWV;
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
29
BIJLAGE 7: PROLOOGBELEID TOETSAFNAME (versie mei 2011) Groep 1 (geldt dus niet voor leerlingen groep 0) Toetsen M E Taal voor kleuters F x Rekenen voor kleuters F x (evt. ordenen) Observatiesysteem x x Sociaal emotionele ontw. F x Groep 2 Toetsen
M
Rekenen voor kleuters (evt. ordenen) Taalontwikkeling Observatiesysteem Sociaal emotionele ontw.
Groep 3 Toetsen
Permanent volgen SVL
E
Opmerkingen
X
D/E op M (2x)
Min.1 x per jaar
X X x
D/E op M (2x) x x
Min. 1 x per jaar Permanent volgen SVL
E
Opmerkingen
M
Rekenen en wiskunde
X
X
SVS DMT 1&2 SCOL of VISEON
X X X
X X X
Groep 4 Toetsen
Opmerkingen A & B leerlingen A & B leerlingen
M
E
Opmerkingen
Rekenen en wiskunde
X
X
Begrijpend lezen SVS DMT 1, 2 & 3
X X X
X X
SCOL of VISEON
X
X
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
Versie R&W 2002 is niet meer geldig
Versie R&W 2002 is niet meer geldig
30
Groep 5 Toetsen
M
E
Opmerkingen
Rekenen en wiskunde
X
X
Begrijpend lezen SVS DMT 3 SCOL of VISEON
X X X X
X X X
Groep 6 Toetsen
M
E
Opmerkingen
Rekenen en wiskunde
X
X
Begrijpend lezen SVS DMT 3
X X X
X X
SCOL of VISEON
X
X
Groep 7 Toetsen
M
E X
X
Begrijpend lezen SVS DMT 3
X X X
X X
SCOL of VISEON
X
X
M
Versie R&W 2002 is niet meer geldig Bij gebruik van de Entreetoets gr 6 vervallen de toetsen R&W, DMT en SVS van E6
Opmerkingen
Rekenen en wiskunde
Groep 8 Toetsen
Versie R&W 2002 is niet meer geldig
Versie R&W 2002 is niet meer geldig Bij gebruik van de Entreetoets gr 7 vervallen de toetsen R&W, DMT en SVS van E7
Opmerkingen
Rekenen en wiskunde
X
Begrijpend lezen SVS DMT 3 SCOL of VISEON
X X X X
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
Versie R&W 2002 is niet meer geldig
31
PLAATSTINGSWIJZER EN PLAATSINGSVOORSTEL NAAR HET VO Voor het maken van een profiel voor de plaatsingswijzer VO zijn de resultaten van de leerling in de groepen 6 M, 6 E, 7 M, 7 E en 8 M van belang. Scholen die de entreetoets in de groepen 6 en 7 gebruiken, mogen ook de resultaten van de entreetoets gebruiken ( in plaats van de uitlagen van de toetsen 6 E en/of 7 E) Alle leerlingen in groep 8 doen mee aan de toetsen van M8, uitgezonderd de leerlingen met een zogenoemde verplichte eigen leerlijn ELL (voor criteria zie handboek zorg). DIGITAAL OVERDRACHTSDOSSIER (PO/VO) Bovenschools wordt er momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een digitaal overdrachtsdossier (DOD) tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. ENTREETOETSEN GROEPEN 6 en 7 Indien de cito-entreetoets in de maand juni in de groepen 6 en 7 wordt afgenomen, mag het afnemen van de toetsen van E6 of E7 - in diezelfde periode - vervallen. Proloog adviseert de scholen zowel de cito-entreetoets in groep 7 en de cito-eindtoets in groep 8 af te nemen. EINDOPBRENGSTEN Een school verantwoordt haar eindopbrengsten door middel van de cito-eindtoets in groep 8. Alle leerlingen doen mee aan de cito-eindtoets, uitgezonderd leerlingen die een beschikking hebben voor het Praktijkonderwijs. Leerlingen die (vermoedelijk) naar het LWOO gaan doen mee aan de niveautoets van de cito-eindtoets (aanvragen voor 1 januari) SPECIAAL BASISONDERWIJS • De SbaO-school verantwoordt zich jaarlijks over de tussentijdse en eindopbrengsten van haar onderwijs aan de hand van de doorstroomgegevens. • De school stelt bij plaatsing van de leerling een ontwikkelperspectief vast. • De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief. • De school vergelijkt de uitkomsten van de toetsscores van elke leerling tenminste twee keer per jaar met het eerder vastgestelde ontwikkelingsperspectief. • Het gebruik van genormeerde methodeonafhankelijke toetsen is noodzakelijk voor het volgen van de ontwikkeling en het plannen van het onderwijs (groepsplannen) JAARPLANNING TOETSEN Cito Conform aanwijzingen in de handleiding van Cito.
Deelzorgplan Proloog 2010-2012 WSNS
32