Stichting Pensioenfonds Sara Lee Nederland
Nr 9. 2009 2008 Nr 7. Juli November
Nieuwsbrief Pensioen Financiële Jaarverslagpositie 2008 pensioenfonds onder druk
De Op berichtgeving 17 juni 2009 heeft over het dalende bestuur dekkingsgraden het jaarverslag envan daaruit het pensioenfonds volgende verminderde over 2008kans vastgesteld. op toeslagen Daarnaast zal moet u waarschijnlijk het pensioenfonds niet zijn vóór ontgaan. 1 juli 2009 De kredietuitgebreid en over vertrouwenscrisis het jaar 2008 manifesteert rapporteren zich aan De in september Nederlandsche en oktober Bank. De in alle verslagen hevigheid. en rapporten Ook uw pensioenfonds worden door demerkt accountant de gevolgen en actuaris hiervan. van het pensioenfonds Vooral de waarde gecertificeerd van de categorieën en van verklaringen Aandelen envoorzien. Vastgoed Daarbij in de beleggingsportemoet voldaan zijn feuille aan bepalingen van Pensioenfonds van de Pensioenwet Sara Lee Nederland en de verslagleggingseisen zijn aangetast. Hoe voor staat pensioenfondsen het fonds er aan diehet in einde de accountants van het derde ‘Richtlijn kwartaal 610’ zijn voor? opgenomen. En wat zijnVoor de gevolgen de tweede voor keer de istoeslagen een verklaring in 2009? van het Verantwoordingsorgaan in het jaarverslag opgenomen. In deze Nieuwsbrief vindt u de belangPensioenfondsen zijn zogenaamde rijkste ontwikkelingen en cijfers. lange110% gelukkig nog ruimschoots voldoen aan termijn-beleggers. De strategische beleghet nakomen van de verplichtingen ten Deelnemers gingsmix van PSLN heeft als doel om voor de aanzien van de opgebouwde pensioenHet pensioenfonds kent een drietal soorten deelnemers: lange termijn (15 jaar) een optimale rechten en de pensioenuitkeringen. Deze deelnemers bouwen momenteel pensioen op. Ook WAO-ers en verhouding tussen de beleggingscategorieën • Actieve deelnemers. planners zijn onderdeel van deze groep.Bij deze dekkingsgraad ontstaan echter wel aan sociaal te houden (gemiddeld streefpercentage). Gepensioneerden. Deze deelnemers(een ontvangendrie momenteel eenproblemen: pensioenuitkering. HieronBij uitvoering worden bandbreedtes (mogelijke) • de der vallen 65-plussers,rond vroegpensioeners, minimum en maximum) dit streefper- nabestaanden en wezen. deelnemers wel ‘slapers’). hebben vroeger pensioen centage afgesproken. Een (ook categorie, zoals Deze deelnemers • Toeslagen inactieven komen onderopdruk. • Gewezen De ambitie het pensioenfonds om toegebouwd het pensioenfonds, en bouwen momenteel geenvan pensioen op. Er heeft geen aandelen, kanbij binnen die bandbreedte slagen voor pensioen de gepensioneerden slapers waardeoverdracht plaatsgevonden en er wordt ook nog geen uitgekeerd.en Ook exworden overwogen (iets meer dan het streeftoe te kennen komt onder druk te staan. partners of van (gewezen) deelnemers vallen hieronder. percentage) onderwogen (iets minder), Deze toeslagen zijn immers afhankelijk van afhankelijk van de verwachtingen die voor de financiële middelen het pensioenDe ontwikkeling van de aantallen deelnemers in deze de groepen vanaf 2006 is van als volgt: middellange termijn gelden. De strategische fonds. In de interne richtlijn die het bestuur mix is door uitgebreide studie onderbouwd voor het toeslagbeleid wordt2006 een als het best passende bij de verplichtingen en Categorie 2008 t.o.v. 2007 hanteert 2007 t.o.v. 2006 grens van 110% gehanteerd, waaronder bij de ambitie tot het verlenen van toeslagen Actieven 2.853 -3,8% 2.966 -4,3% 3.099 geen toeslag wordt gegeven. Bij een dekdoor het pensioenfonds. Daarom wordt deze Gewezen deelnemers 3.452 -0,6% kingsgraad 3.473 3.441 van 125% en 0,9% hoger wordt volmix in onzekere tijden zoals dit jaar niet interne richtlijn een toeslag3.628 ter aangepast. Hooguit kan gebruik worden Gepensioneerden 3.849 2,6% gens deze 3.752 3,4% grootte van de volledige prijsindex gegegemaakt van de mogelijkheid van onderTotaal deelnemers 10.154 -0,4% 10.191 0,2% 10.168 ven. Voor tussenliggende niveau’s geldt een weging. Alleen als de lange termijn verwachpro rata uitkomst. Bijvoorbeeld bij 115% zou tingen structureel wijzigen, zal worden de toeslag bij het volgen van de interne overgegaan tot herijking van de strategische Hetrichtlijn aantal actieve deelnemers af, het uitkomen op 1/3 van neemt de prijsindex. mix. Pensioenfondsen zullen daarom niet aantal deelnemers blijft redelijk Een inactieve bestuursbesluit over de hoogte van staeen snel grote verschuivingen in de strategische Actieven; 28% Gepensioneerden; biel,eventuele en het aantal gepensioneerden neemt toeslag per mix 38% doorvoeren. toe.1 Hieruit valt een vergrijzing van het januari 2009 is gepland in de tweede Inactieven; 34% deelnemersbestand op Bij te maken. Daarnaast week van december. de besluitvorming De ontwikkeling van het fondsvermogen, de geldt uiteraard bij het pensioenfonds wordt onder ook andere rekening gehouden verplichtingen en de dekkingsgraad over de vanmet SaradeLee dat de gepensioneerden steeds ontwikkelingen op de financiële afgelopen 9 maanden ziet er in hoofdlijnen Actieven langer blijven Door ontwikkelinmarkten enleven. bij PSLN totdeze en met november als volgt uit (zie tabel) gen2008, wordt de de invloed van de jaarlijkse premie met prijsontwikkeling tussen Een daling van de dekkingsgraad van 130% Inactieven relatief steeds minder belangrijk oktober 2007 en oktober 2008 en en wordt tot slot naar 110% in 9 maanden tijd is fors. Het eenmet goed steeds derisicomanagement interne richtlijn. Gezien debelangomstanpensioenfonds kan bij een dekkingsgraad van Gepensioneerden rijker. In het jaarverslag is daarom wederom Financiële positie PSLN (bedragen in miljoen �) veel aandacht besteed aan risicobeheer. 31-12-2007 30-06-2008 30-09-2008 Voorlopig 1.080 990 960 Fondsvermogen Voorziening Pensioenverplichtingen 835 830 870 Dekkingsgraad
130%
119%
110%
digheden in oktober is het helaas zeer onwaarschijnlijk dat per 1 januari 2009 een mogelijkheid bestaat om een toeslag aan gepensioneerden en slapers toe te kennen. • Reservetekort. Omdat de buffer van het pensioenfonds niet voldoende hoog is, kunnen nieuwe risico’s (lees: als de financiële markten nog verder verslechteren) onvoldoende opgevangen worden. Dit heet een ‘reservetekort’. De toezichthouder (De Nederlandsche Bank) vraagt daarom aan het bestuur om een lange termijn herstelplan in te dienen. Het pensioenfonds moet in dit plan laten zien dat de financiële positie bij normale omstandigheden uiterlijk binnen 15 jaar weer gezond zal zijn, zodat nieuwe Ontwikkelingen in deopgevangen administratieve uittegenvallers weer kunnen voering worden. Voor ons fonds geldt momenteel Heteen bestuur heeft dekkingsgraad in juni 2008 besloten om benodigde van 117,5%. de administratieve uitvoering vanaf 1 januari Omdat de dekkingsgraad per 30 september 2009 te lag, besteden TKP Pensioen te opuit 110% is dus aan begin oktober formele Groningen. augustus 2008 wordt melding Vanaf van een reservetekort bij DNB gewerkt aan implementatie vanhet de pensiregegedaan. Dedefinanciële opzet van lingoenfonds van het pensioenfonds in dedat systemen is echter dusdanig, bij vannormale TKP en aan de overdrachtna van de oude omstandigheden enkele jaren uitvoerder, PVF Achmea. De overdracht de benodigde dekkingsgraad weer zalis voorspoedig verlopen en het is voor 1 juli 2009 worden bereikt, zodat herstelplan geen afgerond. aanvullende maatregelen vereist. •Gevolgen Verhoogd risico open dekkingstekort. vergrijzing ontgroening hoeft niet te is gebeuren of het AanErhet eind vanveel 2008 de kredietcrisis niveau van 105% wordt bereikt. Dan komt uitgelopen op angst voor een langdurige het pensioenfonds terecht in een economische recessie resulterend in een toe‘dekkingstekort’. Bij dit niveau wordt niet nemende werkloosheid. Deze ontwikkeling meer voldaan de wettelijke minimum staat haaks op deaan eerder gesignaleerde trend op 105% ligt.door Er isvergrijzing dan nog steeds dateis, de die komende jaren en ontgeen acuut probleem groening juist een tekort om aanbijvoorbeeld arbeidsaanbod uitkeringen tegroei kunnen doen, maar ontstaat. Aan de vanblijven de beroepsbevolinvan datde geval wordendecennia wel extrakomt maatreking afgelopen immers van kracht.2010 Dezeneemt zijn erop gericht eengelen einde; al vanaf de omvang pensioenfondsaf. bijInnormale vandat de het beroepsbevolking de periode tot ontwikkelingen binnen uiterlijk 3 jaar van 2040 leidt dit in Nederland tot een daling weer boven het niveau vanmiljoen 105% moet de beroepsbevolking met één mende onderneming is sen.gaan Om uitkomen. hierop in teMet spelen had de minister uitvoeringsovereenkomst voor 2008 vaneen Sociale Zaken en Werkgelegenheid in tot en met 2010 afgesloten Arbeidswaarin een december 2007 de Commissie vervolgop oppagina pagina2>>> 2 >>> Vervolg
participatie ingesteld. Deze commissie moest onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om de arbeidsparticipatie structureel te verhogen tot 80% in 2018. Op 16 juni 2008 is het rapport van de Commissie Arbeidsparticipatie verschenen. Een deel van de voorstellen in het rapport richt zich op oudere werknemers, pensioen en AOW. Een ander deel van het rapport richt zich op jongeren, parttimers en mensen die niet werken maar ook geen uitkering ontvangen. Voor pensioenfondsen is vooral het eerste onderwerp van belang: pensioen en AOW. De Commissie Arbeidsparticipatie stelde onder meer voor om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen naar 67 jaar. Ook wilde de commissie de AOW vanaf 2011 verder fiscaliseren. Dit zou betekenen dat een groter deel van de AOW-uitkeringen wordt gefinancierd uit belastinggeld en gepensioneerden gaan meebetalen aan de AOW. Het kabinet heeft deze adviezen niet overgenomen. Het wil zich namelijk in eerste instantie richten op maatregelen om de arbeidsparticipatie tót 65 jaar te verhogen. Het aantal mensen dat voor het 65ste jaar stopt met werken om met pensioen of vut te gaan moet afnemen. Inmiddels is onder invloed van de financiële crisis de verhoging van de AOW-leeftijd weer volop in discussie. De financiële stromen, voorzieningen en beleggingen Als gekeken wordt naar de begrippen ‘omzet’ en ‘vermogen’ is duidelijk dat het pensioenfonds een bedrijf op zich is. In het kasstroomoverzicht zijn voor 2008 totale ontvangsten van € 906 miljoen en totale uitgaven van € 918 miljoen opgenomen. Een groot deel hiervan betreft de beleggingen, maar ook bij de pensioenuitvoering gaat het om tientallen miljoenen euro’s aan premies en uitkeringen. Het balanstotaal bedraagt € 965 miljoen. Het pensioenfonds kent grotendeels pensioenaanspraken toe waarvan de risico’s voor het pensioenfonds zijn. De beleggingssaldi van de actieven in de beschikbare premie regeling (BPR) zijn niet voor risico van het pensioenfonds, maar van de individuele BPR deelnemer. Dit onderscheid is in het jaarverslag doorgevoerd. Zoals in het jaarverslag 2007 is vermeld is PSLN al enige tijd bewust bezig met het managen van de risico’s. In dit kader is begin 2008 een nieuwe strategische asset allocatie (SAA) ingevoerd. Doordat het eerste deel hiervan in juni 2008 is geïmplementeerd, heeft het risicobeheersingsbeleid voor een deel al effect gehad. Verdere uitvoering van het voorgenomen beleid wordt in 2009 voorzien, waarbij uiteraard voorzichtig geopereerd zal worden.
4-jarig overzicht baten versus lasten en balans We hebben de belangrijkste cijfers voor 2005 tot en met 2008 in een overzicht gezet. Baten en lasten (bedragen in miljoen €)
2008
2007
2006
2005
1
1
1
1
Premiebijdrage werkgever e.a.
40
39
36
39
Ontvangen premie - regulier
41
40
37
40
Indexatie 2009
13
-
-
-
Pensioenuitkeringen
50
48
45
42
Premiebijdrage deelnemers
2009
2008
2007
2006
2005
Actieven
Toeslagen (%)
3,50%
3,00%
1,00%
1,25%
0,00%
Inactieven
0,00%
1,48%
1,25%
1,45%
0,82%
Balans (bedragen in miljoen €)
2008
2007
2006
2005
Waarde beleggingen incl. herverz.
946
1.088
1.157
1.096
Voorziening pensioenverplichtingen
997
835
875
896
Algemene reserve Dekkingsgraad
-47
250
259
-
95%
130%
130%
-
Conclusie van deze cijfers is dat het pensioenfonds per eind 2008 zowel in een reservetekort als in een dekkingstekort zit. Hierdoor heeft het bestuur besloten om per 1 januari 2009 geen toeslag te verlenen aan de inactieven en de waardeoverdrachten vanaf 10 december 2008 op te schorten. Het bestuur heeft een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank met daarin de maatregelen die genomen zijn om weer voldoende reserves op te bouwen. Beleggingen Het bestuur heeft in oktober 2008 besloten dat het tijdelijk is toegestaan om het werkelijke percentage in de Returnportefeuille (eind 2008 op 23% + 3% = 26%) lager dan het minimum van de bandbreedte (30%-50%) aan te houden. Mede gelet op het strategische beleid en de uitgangspunten van het herstelplan, zullen de percentages in 2009 weer binnen de bandbreedte worden gebracht. In geval van (gedeeltelijke) rebalancing zal dit te allen tijde geleidelijk en voorzichtig uitgevoerd worden. Per eind 2008 is de beleggingsportefeuille als volgt samengesteld: Categorie (bedragen in duizend €) Obligaties Overige vastrentende waarden en leningen Aandelen Vastgoed beleggingen
2008
%
2007
%
657.565
69%
606.228
55%
30.287
3%
12.702
1%
223.584
24%
384.054
36%
27.557
3%
59.547
6%
Positieve derivaten
4.945
1%
9.731
1%
Cash/deposito’s
1.597
0%
16.052
1%
945.535
100%
1.088.314
100%
Totaal balanspost beleggingen Negatieve derivaten Totaal beleggingsportefeuille Behaald rendement
-4.601
-8.757
940.934
1.079.557
-12,5%
-3,3%
Maatschappelijk verantwoord beleggen In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft het bestuur in 2007 besloten dat de doelstelling van het pensioenfonds voorop staat bij het beleggingsbeleid en niet mag worden benadeeld. Vooralsnog wordt een beperkte uitsluitingsstrategie gevolgd, waarbij beleggingen in producenten van clusterbommen en landmijnen worden geweerd. Voor eventuele verdere uitsluiting en engagement wordt gezocht naar aansluiting bij initiatieven die zich op dit terrein ontwikkelen.
Hoe wordt het pensioenfonds bestuurd? Het bestuursverslag, dat in het jaarverslag is opgenomen, bevat veel informatie over onder andere de doelstelling, bestuurssamenstelling, verantwoordingsorgaan, premiebeleid, toeslagbeleid, pensionfund governance, wettelijke ontwikkelingen, risicomanagement, communicatie en toekomstige ontwikkelingen. Geïnteresseerden kunnen dit nalezen in het complete bestuursverslag dat op de website is opgenomen. Voor de belangstellenden die snel de hoofdlijnen willen nalezen zijn onderstaand enkele highlights opgenomen over die onderwerpen waarover we in de Nieuwsbrief niet eerder hebben gecommuniceerd. Doelstelling Het doel van PSLN is om de rechten van de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden te waarborgen en de middelen van het pensioenfonds goed te beheren. Hiervan afgeleid wordt een premiebeleid, toeslagbeleid en beleggingsbeleid gevoerd. Bestuurssamenstelling Het Bestuur bestaat uit acht leden, waarvan er vier zijn benoemd door de onderneming (mevrouw Van Mierlo en de heren Burgers, De Groot en Veltman), twee zijn benoemd door de Centrale Ondernemingsraad (de heren Burema en Verkruyssen) en twee zijn gekozen door de gepensioneerden (de heren Hildebrand en Kramer). De statutaire zittingstermijn bedraagt vier jaar. Diverse bestuursleden hebben zitting in het dagelijks bestuur of een commissie. Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan (VO) bestuur uit 6 personen. Hiervan zijn er twee benoemd door de onderneming (de heren Huiskens en Van Wageningen), twee zijn benoemd door de Centrale Ondernemingsraad (de heren De Boer en De Mol) en twee zijn benoemd door de Vereniging van Gepensioneerden Douwe Egberts (de heren De Heus en Schipper). Visitatiecommissie Nieuw bij PSLN is de Visitatiecommissie. Dit is een in december 2008 ingestelde commissie van 3 onafhankelijke en deskundige visitatoren (de heren Wenting, Strang en Groenewoud), waarmee het pensioenfonds het Intern Toezicht organiseert. De eerste visitatie wordt in het najaar van 2009 gehouden. Premieafspraken Voor de periode 2008 tot en met 2010 zijn de volgende afspraken met de onderneming gemaakt: • het premiepercentage voor de middelloonregeling is gelijk aan 31% van som
• • •
•
van de pensioensalarissen van de middelloonregeling; mutaties in de schadereserve exit-WAOers worden afzonderlijk doorbelast aan de onderneming; de stortingen in de beschikbare premieregeling worden afzonderlijk door de onderneming afgedragen; bij een dekkingsgraad onder 105% betaalt de onderneming 1/3 van het verschil tot 105%, met een maximum van de pensioenpremie in het voorgaande jaar; bij een dekkingsgraad boven 150% voert het pensioenfonds een onderzoek uit naar de mogelijkheid om maximaal de premie van het voorgaande jaar terug te storten. Indien aan alle wettelijke eisen is voldaan kan het bestuur besluiten om 1/3 van het verschil tot 150% beschikbaar te stellen aan de onderneming. De onderneming zal met de sociale partners overleggen over de bestemming van de beschikbare middelen.
Toeslagbeleid De Pensioenwet schrijft voor dat duidelijk gecommuniceerd moet worden over de toeslagen voor actieven enerzijds en voor de ingegane pensioenen en slapers (inactieven) anderzijds. De communicatie moet consistent zijn met de financiering en de te verwachten realisatie. Belangrijkste punten zijn het al dan niet voorwaardelijk zijn van de toeslagen, de maatstaf, het ambitieniveau en het effect van negatieve omstandigheden op de realisatie van de ambitie. De afspraken in de pensioenregeling zijn samengevat als volgt: • Actieven: onvoorwaardelijke toeslagen op basis van de CAO bij Sara Lee/KDE; • Inactieven: voorwaardelijke toeslagen op basis van de afgeleide Consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (peildatum oktober). Als interne richtlijn hanteert het bestuur een minimum dekkingsgraad van 110% voor de toekenning van een toeslag en een minimum dekkingsgraad van 125% voor de toekenning van een volledige toeslag. Tussen 110% en 125% geldt een pro rata toeslag, volgens de interne richtlijn. Al eerder is aan de gepensioneerden gecommuniceerd dat het bestuur, gelet op de dekkingsgraad, heeft besloten om per 1 januari 2009 niet tot toeslagverlening voor de inactieven over te gaan in verband met het ontbreken van beschikbare middelen. Het percentage gebaseerd op de stijging van het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (afgeleid) in de periode oktober 2007 tot oktober 2008 bedroeg 2,53%. Dit is de tweede keer in de geschiedenis van
het fonds dat de inactieven geen toeslag ontvangen. De eerste keer was in 2004. Het herstelplan gaat er van uit dat nog enkele jaren geen toeslag verleend kan worden en daarna enkele jaren een gedeeltelijke toeslag van toepassing zal zijn. Voor de actieve deelnemers geldt sinds de invoering van de middelloonregeling in 2004 een indexatie van de opgebouwde rechten op basis van de betreffende CAO verhoging in het voorafgaande kalenderjaar. Deze indexatie is onvoorwaardelijk en de kosten hiervan zijn begrepen in de kostendekkende premie van het betreffende jaar. Tot en met de indexatie van 1 januari 2008 werden de kosten en premie hiervoor geboekt in het boekjaar waarin de indexatie van toepassing was. Vanaf 1 januari 2009 worden de kosten en premie hiervoor geboekt in het boekjaar waarin de indexatie is toegekend, zodat in boekjaar 2008 de kosten en premie van zowel 1 januari 2008 als 1 januari 2009 zijn opgenomen. Per 1 januari 2008 is het indexatiepercentage voor actieven vastgesteld op 3%. Per 1 januari 2009 is dit percentage 3,5%. De CAO verhoging is van wezenlijke invloed op de hoogte van de kostendekkende premie. De verwachtingen hieromtrent worden bij de vastlegging van de premieafspraken expliciet meegenomen. Toekomstige ontwikkelingen en voornemens van het bestuur Het bestuur verwacht de volgende ontwikkelingen voor 2009 en later: • Uitvoering van de acties, communicatie en monitoring van het herstelplan en indien nodig aanvullende maatregelen nemen (zie ook het artikel in deze Nieuwsbrief) • In de verdere uitvoering van het strategische beleggingsbeleid zullen verschuivingen met de nodige voorzichtigheid doorgevoerd worden. Enerzijds mag geen risico worden toegevoegd, anderzijds dient aan de uitgangspunten van het herstelplan te worden voldaan. Daarom zal de beleggingscommissie vaker dan gebruikelijk met het bestuur de strategie afstemmen en het agendapunt hoge prioriteit bij bestuursvergaderingen krijgen. • Nadat de buffers voor de nominale pensioenen weer op orde zijn, zal naar verwachting door een oplopende inflatie een (extra) probleem rond de toeslagen kunnen ontstaan als gevolg van een verwachte hogere inflatie op middellange termijn. Aangezien in 2009 voorbereidingen getroffen zullen worden voor de verlenging van de uitvoeringsovereenkomst zal dit in een ALM traject opnieuw aandacht krijgen. Vervolg op pagina 4>>>
• Het renterisico in de BPR regeling zal in 2009 aandacht krijgen door het afdekken hiervan mogelijk te maken en in de standaardoptie op te nemen. • Een aantal actiepunten ten aanzien van Goed pensioenfonds bestuur. Vooral aan de visitatie door de Visitatiecommissie en de acties naar aanleiding van de zelfevaluatie en Kennisreflector zal in 2009 veel aandacht worden besteed, om het functioneren en kennisniveau van het bestuur verder te ontwikkelen. Het Verantwoordingsorgaan heeft bij de vaststelling van het jaarverslag haar taak uitgeoefend en een verklaring opgesteld. Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur de volgende punten (nadrukkelijker) op de agenda gezet: a. de uitbouw van website zal meer aandacht krijgen na afronding van diverse bijzondere projecten (implementatie bij TKP, jaarverslag 2008, herstelplan). Dit heeft prioriteit en zal in 2009 een forse impuls krijgen; b. het bestuur zal in het communicatieplan 2010 de maand juni als uiterste verzendtermijn van de UPO opnemen. Omdat in 2010 voor het eerst sinds 3 jaar geen implementatie speelt, is realisatie hiervan mogelijk; c. de informatie over gemiste toeslagen is vastgelegd. De mogelijkheid van verhoogde toeslagen komt bij het bestuur op de agenda bij een dekkingsgraad rond het niveau 145 tot 150%. Bij de eerstvolgende ALM studie zal tevens onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om hiervoor een beleid te formuleren; d. de attributie van de behaalde performance naar de oorzaken ‘allocatie’ en ‘performance vermogensbeheerders’ komt over 2009 beschikbaar. Het bestuur is voornemens deze informatie in het jaarverslag 2009 op te nemen; e. het bestuur informeert het VO over de condities van de uitvoeringsovereenkomst nadat deze afspraken tussen PSLN en KDE zijn gemaakt. Het bestuur onderschrijft dat de basisuitgangspunten van deze afspraken zoveel mogelijk consistent moeten zijn en tevens niet strijdig mogen zijn met de uitgangspunten van het herstelplan. U kunt het complete jaarverslag opvragen (zie colofon) of downloaden vanaf de website
Invoering Pensioenregister In de Pensioenwet is bepaald dat er een landelijk pensioenregister komt. Op 7 mei 2008 is de Stichting Pensioenregister opgericht die de ontwikkeling van het digitale Pensioenregister zal begeleiden. Het is de bedoeling dat het register per 1 januari 2011 van start gaat. Het register gaat alle opgebouwde rechten onder Nederlandse pensioenregelingen, inclusief AOW, via internet toegankelijk maken. Zo kan iedere Nederlander straks duidelijk zien hoe hoog zijn totale oudedagsvoorziening en nabestaandenvoorziening is, bij welk pensioenfonds of verzekeraar de pensioenaanspraken zijn ondergebracht en waar hij terecht kan voor meer informatie.
Het herstelplan en het verloop in de eerste vijf maanden In Nieuwsbrief Pensioen nummer 8 (maart 2009) hebben we gecommuniceerd over de belangrijkste oorzaken van de daling van de dekkingsgraad en de gevolgen voor PSLN. Ook vindt u relevante informatie in bijgaande brief en het artikel over het verkorte jaarverslag in dit nummer. Eind maart heeft PSLN het herstelplan bij De Nederlandsche Bank ingediend. We geven u inzicht in de uitkomsten van dit herstelplan en laten zien hoe de eerste vijf maanden zijn verlopen in relatie tot het herstelplan. Tijdens de kredietcrisis zijn niet alleen de aandelenbeurzen, maar ook de renteniveau’s fors gedaald. De rente is van belang voor de vaststelling van de boekwaarde (Voorziening Pensioenverplichtingen) van toekomstige uitkeringen. Een lage rente betekent een hoge contante waarde van de uitkeringsstromen. Vanwege de zeer lange looptijd heeft de rentebeweging van 2008 met een daling van gemiddeld 1,4% een verhogend effect op de Voorziening Pensioenverplichtingen, welke hierdoor ongeveer 20% is gestegen. Samen met het negatieve beleggingsrendement van -12,5% is de forse daling van de dekkingsgraad grotendeels verklaard. In het volgende overzicht zijn de oorzaken van het verloop van de dekkingsgraad in 2008 in zes delen uitgesplitst: BeginStand
Premie
Uitkering
Indexering
Rente
Beleg gingen
Overig
Eindstand
130,0
-0,4%
2,0%
0,0%
-18,8%
-18,2%
1,7%
95,3%
De negatieve bijdrage van de premie ad -0,4% wordt veroorzaakt doordat de dekkingsgraad begin 2008 130% was. In de premie is toereikend en hierin is ook een bufferopslag opgenomen, maar deze is lager dan 30%. Bij Beleggingen is het totale percentage van -18,2% afgeleid van de benodigde intrest (4,7%) en het behaalde beleggingsresultaat (-12,5%). De Pensioenwet stelt in de artikelen 131 tot en met 133 regels voor het geval de dekkingsgraad van een pensioenfonds onvoldoende is. Pensioenfondsen zijn verplicht een “dekkingstekort” of “reservetekort” direct te melden bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). Het pensioenfonds heeft een dekkingstekort als de dekkingsgraad lager is dan 105% en een reservetekort als de dekkingsgraad lager is dan het vereiste solvabiliteitsniveau. Voor PSLN was dit niveau per eind 2008 rond 112%. De wet kent twee vormen van herstelplannen: Onderwerp
Kortetermijnherstelplan
Langetermijnherstelplan
Wettelijke naam
Dekkingstekort
Reservetekort
Grens
Minimum vereist vermogen. Bij PSLN: 105%
Vereist vermogen, afhankelijk van risico’s. Bij PSLN eind 2008 112%
Maximum hersteltermijn
Wet: 3 jaar Ministeriële regeling: 5 jaar
15 jaar
Door middel van een ministeriële regeling van februari 2009 ontstond ook de mogelijkheid om het kortetermijnherstelplan onder een vijfjaarsregime te brengen. PSLN maakt hier geen gebruik van en volgt de oorspronkelijke wettelijke regels. In een herstelplan zet het pensioenfonds de maatregelen op een rij die het treft om ervoor te zorgen dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds weer op peil komt. Het bestuur van PSLN heeft het herstelplan op 25 maart 2009 vastgesteld. In het herstelplan wordt gebruik gemaakt van de ‘fair pension deal’ die voor de periode 2008 tot en met 2010 met de onderneming is overeengekomen. Hierdoor heeft de onderneming in juni 2009 een aanvullende premie aan het fonds overgemaakt van € 32.353.000, wat 1/3 deel is van het verschil tussen 105% en de werkelijke dekkingsgraad. De dekkingsgraad van PSLN zal door deze bijstorting met ongeveer 3,5% stijgen. Volgens het herstelplan zal ook in 2010 een extra storting worden gedaan, omdat de dekkingsgraad eind 2009 nog onder de 105% ligt.
De hoofdlijnen van het sjabloon van het herstelplan dat aan De Nederlandsche Bank (DNB) is verzonden ziet er als volgt uit: Oorzaken ontwikkeling dekkingsgraad Jaar
Beginstand
2009
96,0
3,3
-0,2
0,0
0,0
2,8
0,3
102,1
2010
102,1
1,2
0,1
0,0
0,0
2,7
0,1
106,3
2011
106,3
0,2
0,4
0,0
0,0
2,1
0,0
109,0
2012
109,0
0,2
0,6
0,0
0,0
2,0
0,0
111,8
2013
111,8
0,2
0,7
-0,1
0,5
1,8
0,0
114,9
2018
125,7
-0,3
1,4
-1,4
0,6
2,1
-0,1
127,9
2023
136,6
-0,9
1,8
-1,5
0,6
2,3
-0,1
138,7
Premie
Uitkering Indexatie
Rente
Beleggingen
Overig
Eindstand
Gelet op de interne beleidsregel voor toeslagen betekent dit herstelplan dat verwacht mag worden dat inactieven in de jaren 2009 tot en met 2012 geen toeslag ontvangen, van 2013 tot en met 2017 een gedeeltelijke toeslag en vanaf 2018 een volledige toeslag. De communicatie over de maatregelen en monitoring van de oorzaken van verschillen tussen de werkelijke ontwikkeling en de ontwikkeling volgens het herstelplan zal de komende tijd veel aandacht vragen.
155% 150% 145% 140% 135% 130% 125% 120% 115% 110% 105% 100% 95% 90% 85%
5,5% 5,0% 4,5%
RTS
4,0% 3,5% 3,0% 2,5%
Q3 06 Q4 07 Q1 07 Q2 07 Q3 07 Q4 08 Q1 08 Q2 08 Q3 Oc t0 No 8 v De 08 c0 Ja 8 n0 Fe 9 b0 9 M rt0 Ap 9 r0 M 9 ei 0 Ju 9 n0 9 Ju l0 Au 9 g Se 09 pt 0 Oc 9 t0 No 9 v0 De 9 c0 9
Q2
06
Q1
06
Q4
2,0% 06
05
Dekkingsgraad
Op het moment van schrijven zijn de ontwikkelingen over de eerste 5 maanden van 2009 bekend. We kunnen gelukkig melden dat PSLN (na een paar slechte maanden begin 2009) inmiddels iets boven het schema van het herstelplan ligt. Bijgaande grafiek laat zien hoe de eerste 5 maanden zijn verlopen. De diverse niveau’s zijn in de legenda aangegeven. Het herstelplan is de lichtgrijze lijn die eind 2008 op 96% start, medio 2009 door de bijstorting een versnelde stijging laat zien en eind 2009 op 102% uitkomt. Eind mei is de dekkingsgraad iets boven 99%, terwijl het herstelplan daar iets onder ligt. De lichtpaarse lijn laat de (gemiddelde) rente zien waarop de verplichtingen verdisconteerd worden. Hoe lager dit niveau hoe hoger de verplichtingen. Uiteraard spelen daarnaast ook de rendementen op de zakelijke waarden (aandelen, onroerend goed) een belangrijke rol.
Dekkingsgraad
Minimum vereist vermogen
Minimum grens toeslag
Minimum grens volledige toesalg
Grens onderzoek overschotten
Herstelplan
Vereist vermogen (solvabiliteit)
Rentetermijnstructuur (RTS)
Het herstelplan ligt volledig in lijn met de afspraken in de uitvoeringsovereenkomst met de onderneming en de interne richtlijn voor toeslagen. Belangrijkste extra effecten betreffen de opschorting van waardeoverdrachten en voorzichtigheid ten aanzien van ‘’rebalancing van de beleggingen’’ en implementatie van de nieuwe beleggingsmix. Momenteel zijn waardeoverdrachten nog steeds niet toegestaan. Als de dekkingsgraad zich blijft ontwikkelen zoals de afgelopen maanden, kan naar verwachting vanaf medio september 2009 weer aan waardeoverdrachten worden meegewerkt. De Nederlandsche Bank heeft in een officiële Beschikking aangegeven dat zij instemt met zowel het kortetermijn- als het langetermijnherstelplan.
Bericht voor actieve deelnemers
UPO 2009 Vanaf 2009 wordt naast de UPO voor de middelloonregeling aan BPR-deelnemers ook een BPR-UPO verzonden. De BPR-UPO wordt in één keer meegestuurd met de basis-UPO. De UPO 2009 bevat de stand van de opgebouwde aanspraken per 31 december 2008. De UPO 2009 wordt in september 2009 naar het huisadres verzonden.
Bericht voor gewezen deelnemers (slapers)
Pensioenoverzicht 2009 Slapers ontvangen vanaf 2009 elke 3 jaar een pensioenoverzicht. In oktober 2009 zal dat voor het eerst worden uitgevoerd. Dit overzicht wordt naar het huisadres verzonden. Voor slapers die naar het buitenland zijn verhuisd of gaan verhuizen dient de adreswijziging aan TKP te worden doorgegeven.
Berichten voor pensioengerechtigden
Voorschot teruggaaf bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over 2009 De Belastingdienst betaalt in het derde kwartaal van 2009 een voorschot uit op de teruggaaf van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die teveel wordt ingehouden in 2009. Betrokkenen krijgen automatisch een voorschot als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Een belangrijke voorwaarde is dat alleen AOW (Vroeg)pensioen, VUT of lijfrente wordt ontvangen. Op de website van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl/zvw) staat meer informatie. Bijvoorbeeld de voorwaarden van de teruggaaf en wat er precies in 2009 veranderd is.
Opgave partnerpensioen Pensioengerechtigden met een ouderdomspensioen hebben vaak een partner voor wie een ‘’latent partnerpensioen’’ is verzekerd. Na overlijden van de pensioengerechtigde wordt meestal 70% van het ouderdomspensioen aan deze partner uitgekeerd. In december 2009 zullen alle deelnemers met een ouderdomspensioen bericht ontvangen welk partnerpensioen verzekerd is. Hierbij zal tevens worden geïnventariseerd of niet gehuwde partners met een samenlevingscontract bij PSLN bekend zijn. Voor pensioengerechtigden met een ingegaan Vroegpensioen wordt deze informatie verschaft in het offertetraject van de ingang van het ouderdomspensioen, welke doorgaans speelt tussen leeftijd 64,5 en 65 jaar. Voor zover de Vroegpensioengerechtigden nog ouderdomspensioen opbouwen is uiteraard ook informatie op de UPO 2009 terug te vinden.
COLOFON De Nieuwsbrief Pensioen is een kwartaaluitgave van Stichting Pensioenfonds Sara Lee Nederland. Adres: Postbus 2, 3500 CA UTRECHT www. pensioenfondssaralee.nl Auteur: Elvin van den Hoek. Redactie: Roel Burema, Anton van Dijk, Elvin van den Hoek en Annemieke Nijland. Oplage: 11.000. Reageren? Graag per email naar
[email protected] of 030 – 297 2270. Deze uitgave wordt niet alleen aan de deelnemers en gepensioneerden, maar ook aan de gewezen deelnemers van PSLN verzonden. Gewezen deelnemers die prijs stellen op (digitale of hard copy) toezending van Nieuwsbrieven kunnen dit tevens op bovenvermelde contactgegevens aangeven. Vragen van administratieve aard? Graag per email naar
[email protected] of 050 - 582 7950.