Radiotherapie
Stereotactische Radiotherapie
Universitair Medisch Centrum Groningen Hanzeplein 1 Postbus 30 001, 9700 rb Groningen www.umcg.nl
Patiënteninformatie vlm 684/1002
Bestraling van de long, lever, bijnier of andere organen buiten de hersenen
Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer UMCG U kunt hier ook terecht met algemene vragen over het UMCG. Bijvoorbeeld over de bereikbaarheid van het UMCG, het parkeren of wat de bezoektijden zijn. Afdeling Radiotherapie Receptie (uitsluitend voor polikliniekafspraken) Administratie (algemeen) Medewerker patiëntenservice (aanspreekpunt op de afdeling)
(050) 361 61 61
Colofon
Vormgeving
(050) 361 36 65
Eden, Amsterdam
(050) 361 27 11
Lay-out Gravis Ontwerpers, Groningen
(050) 361 93 63 (050) 361 93 65
Fotografie Jean Paul Yska en Bert Barelds, Groningen
Patiënteninformatie U kunt hier onder andere terecht met vragen over de gang van zaken in het UMCG, vragen over andere gezondheidszorginstellingen, verwijsprocedures en patiëntenverenigingen. Ook kunt u hier terecht voor opmerkingen en klachten. Bereikbaar maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. www.umcg.nl Het (web)adres voor informatie over het Universitair Medisch Centrum Groningen. www.radiotherapiegroningen.nl Het (web)adres voor informatie over de afdeling Radiotherapie van het UMCG. Uw behandelend radiotherapeut is
(050) 361 33 00 Zetwerk Letter & Lijn bv, Groningen
Druk Zalsman, Groningen
© Universitair Medisch Centrum Groningen, UMC-staf, Communicatie Groningen 2010.
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van UMC-staf, Communicatie.
Radiotherapie
Stereotactische Radiotherapie
Bestraling van de long, lever, bijnier of andere organen buiten de hersenen
Stereotactische Radiotherapie
Inhoud Inleiding
3
Stereotactische radiotherapie
3
Zorgverleners op de afdeling Radiotherapie
3
Voorbereiding voor de bestraling
4
Bestralingsplanning
8
Bestraling
8
Controle
10
Bijwerkingen
11
Verwerkingsproblemen
12
Vragen
13
Opmerkingen en klachten
13
Aantekeningen
15
2
Radiotherapie
Inleiding Uw behandelend arts heeft u verwezen naar de afdeling radio therapie in het UMCG. Nadat uw situatie is besproken met betrokken experts op een multidisciplinair overleg in uw verwijzend ziekenhuis is met u besproken dat stereotactische radiotherapie mogelijk een geschikte behandeling voor u is. In deze brochure vindt u meer informatie over deze methode van bestralen. U én uw omgeving kunnen zo thuis alles nog eens rustig nalezen.
Stereotactische radiotherapie Stereotactische radiotherapie maakt het mogelijk een tumor van beperkte afmeting met grote nauwkeurigheid te bestralen. Om te voorkomen dat u tijdens de bestraling beweegt, ligt u tijdens de bestraling op een vacuümmatras. Door de grote nauwkeurigheid waarmee de plaats van de tumor is vastgesteld, ontvangt het gezonde weefsel rondom de tumor weinig straling.
Zorgverleners op de afdeling Radiotherapie Tijdens uw behandeling op de afdeling Radiotherapie krijgt u met verschillende zorgverleners te maken: • De radiotherapeut-oncoloog Uw behandelend arts op de afdeling Radiotherapie is een radio therapeut-oncoloog en/of arts-assistent in opleiding tot radio therapeut-oncoloog. De radiotherapeut-oncoloog stelt zich op de hoogte van uw ziektegeschiedenis en persoonlijke omstandig heden en stelt uw behandelplan vast. Gedurende uw behandeling of op de laatste bestralingsdag spreekt u uw radiotherapeut. Er is dan gelegenheid om vragen te stellen en daarnaast worden de 3
Stereotactische Radiotherapie
verdere controlebezoeken en onderzoeken met u besproken. Bij afwezigheid van uw eigen radiotherapeut neemt een andere radio therapeut, arts-assistent of de nurse practitioner, die goed op de hoogte is van uw situatie, de controle over. • De radiotherapeutisch laborant De radiotherapeutisch laborant zorgt voor de technische uitvoering van uw bestralingsbehandeling, houdt zich bezig met de voorbereiding van uw bestraling en voert de daadwerkelijke bestraling uit. • De medewerker Patiëntenservice De medewerkers Patiëntenservice zorgen voor een goede voort gang en begeleiding gedurende uw bestralingsbehandeling. Zij zijn uw vaste aanspreekpunt op de afdeling Radiotherapie. Aansluitend aan het eerste gesprek met de radiotherapeut-oncoloog heeft u een kennismakingsgesprek met één van de medewerkers van Patiëntenservice. Na afloop van dit gesprek krijgt u de folder ‘Patiëntenservice’ waarin u kunt nalezen waarvoor u bij Patiënten service terecht kunt. • De medewerker zorgadministratie De medewerker van de zorgadministratie vindt u bij de receptie. Deze medewerker verzorgt onder andere uw inschrijving en regelt uw controleafspraken.
Voorbereiding voor de bestraling Wij verzoeken u zich op het afgesproken tijdstip te melden bij de ontvangstbalie van de afdeling Radiotherapie, Fonteinstraat 18. U kunt daarna plaatsnemen in de wachtkamer. De voorbereidings activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats op één dag.
4
Radiotherapie
•
Het gesprek met de radiotherapeutoncoloog Het kennismakingsgesprek met de radiotherapeut-oncoloog vindt plaats op de afdeling Radiotherapie. In de begeleidende brief leest u hoe laat u zich kunt melden bij Fonteinstraat 18. Als u zich heeft gemeld, kunt u plaatsnemen in de wachtkamer. Als u aan de beurt bent, haalt de radiotherapeutoncoloog u op. In het gesprek maakt u kennis met de radiotherapeutoncoloog. Deze vraagt u naar uw medische gegevens en of u op dit moment medicijnen gebruikt. Daarna legt de radiotherapeutoncoloog u uit hoe uw behandeling er uit gaat zien en óf en zo ja, welke bijwerkingen u kunt verwachten. Als u zelf nog vragen heeft, kunt u deze uiteraard stellen. • Vacuümmatras maken Het is belangrijk dat u tijdens de bestraling stil blijft liggen. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een vacuümmatras. Dit vacuümmatras is een plastic matras gevuld met kleine bolletjes. Het matras neemt de vorm aan van uw lichaam, waardoor u tijdens de bestraling
5
Stereotactische Radiotherapie
comfortabeler en stabieler ligt. Het wordt gemaakt door twee radiotherapeutisch laboranten. Voor het maken van het matras is het nodig dat u de bovenkleding uit doet. Verder is het belangrijk dat er aan de achterkant van uw broek geen scherpe delen zitten, zoals ritsen en grote knopen. Wanneer dit wel het geval is moet de broek ook uit. Het matras kan namelijk lek raken door scherpe delen. Uw hele lichaam past op het matras. Uw armen worden boven het hoofd gepositioneerd. Vervolgens wordt de lucht uit het matras gezogen. Het wordt nu langzaam hard en vormt zich naar uw lichaam. Na enkele minuten is het matras klaar. • Plaatsen infrarood-markers Tijdens de bestraling leggen de radiotherapeutisch laboranten u met behulp van infrarood-markers in de juiste positie. Deze infrarood-markers worden gezien door twee camera’s aan het voeteneind van de behandeltafel. De markers lijken op knikkers met een reflecterende metalen laag die met een sticker op de huid worden geplakt. Tijdens het maken van het vacuümmatras wordt gekeken naar een geschikte plaats voor de markers. Meestal worden er 6 markers geplaatst op de huid net boven uw buik. De radio therapeutisch laboranten bepalen de juiste plek van de infrarood markers. Daarna verwijderen zij de markers en geven op uw huid de plekken van de markers aan met viltstift. De radiotherapeutisch laborant maakt foto’s van de manier waarop u in het matras ligt. Deze foto’s worden gebruikt bij de bestralingsbehandelingen om te controleren of u elke keer op dezelfde manier ligt. Het vormen van het vacuümmatras en het plaatsen van de infrarood-markers duurt samen ongeveer 30 minuten en vindt meestal direct aansluitend op het gesprek met de radiotherapeut-oncoloog plaats.
6
Radiotherapie
• CT-scan Als het matras klaar is, wordt er een CT-scan van u gemaakt. Dit gebeurt in een andere ruimte op de afdeling Radiotherapie. De informatie van deze CT-scan is nodig voor het maken van de bestralingsplanning. Bij de CT-scan gaat u in uw vacuümmatras liggen. De radiotherapeutisch laborant plaatst een band om uw buik met hierin een ademhalingsensor. Daarna plaatst de radiotherapeutisch laborant de stickers en de infrarood-markers. Nu wordt de CT-scan gemaakt en tegelijk wordt uw ademhaling geregistreerd. Het is belangrijk dat u gewoon rustig doorademt en verder stil blijft liggen. Na het maken van de CT-scan verwijdert de radiotherapeutisch laborant de markers en stickers en wordt een aantal lange lijnen op uw lichaam gezet met viltstift. Deze lijnen dienen ervoor om u in een goede positie te plaatsen tijdens de bestraling. Wij vragen u voorzichtig te zijn met deze lijnen en er bij het wassen of douchen voor te zorgen dat de lijnen niet verdwijnen. De plekken van de stickers zijn vastgelegd met tatoeagepuntjes. Dit zijn kleine zwart puntjes die met een klein naaldje in uw huid worden gezet. 7
Stereotactische Radiotherapie
Het maken van de CT-scan duurt ongeveer 30 minuten. Na de CT-scan krijgt u van de radiotherapeutisch laborant een afspraak mee voor de eerste bestraling.
Bestralingsplanning Voordat de bestraling plaats vindt, maakt de radiotherapeutisch laborant in overleg met de radiotherapeut-oncoloog een bestralingsplan. In dit plan zorgen zij er voor dat de tumor zo precies mogelijk bestraald wordt en dat het gezonde weefsel zo weinig mogelijk straling ontvangt. Vóór de eerste bestraling is dit plan gemaakt. U hoeft bij het maken van dit plan niet aanwezig te zijn.
Bestraling Op het afgesproken tijdstip kunt u zich melden door uw pons plaatje in het bakje bij de deur van de kleedkamer van Linac B te 8
Radiotherapie
doen. Daarna kunt u plaats nemen in de wachtkamer van Linac B. Een radiotherapeutisch laborant haalt u op en neemt u mee naar de behandelruimte. U gaat liggen in uw vacuümmatras, waarna de laborant de stickers en infrarood-markers opnieuw op uw lichaam plaatst. Voordat de behandeling start wordt eerst de juiste plaats opgezocht voor de bestraling. Dit gebeurt in drie stappen: 1. Met behulp van de lange lijnen op uw lichaam wordt gekeken of u globaal goed ligt voor de bestraling. Wanneer dit niet het geval is draait de laborant u totdat dit wel het geval is. 2. De behandeltafel schuift automatisch naar de juiste plek. 3. De laborant monteert aan de behandeltafel een metalen staaf. Deze staaf zit in de buurt van uw buik, maar raakt u niet aan. Hiermee maken de radiotherapeutisch laboranten twee röntgenfoto’s (tijdens het maken van de foto’s verlaten zij de behandelkamer). Zonodig corrigeren zij uw houding door de positie van de behandeltafel te veranderen. Als dit gebeurd is, ligt u precies goed voor de bestraling. Tijdens de bestraling zijn de radiotherapeutisch laboranten niet in de behandelruimte aanwezig, maar ze houden u continu in de gaten met behulp van camera’s. Als er tijdens de bestraling iets is, u moet bijvoorbeeld hoesten of niezen, dan steekt u uw hand op. De laborant onderbreekt dan onmiddellijk de bestraling en komt bij u in de behandelruimte. Als de bestraling van start gaat, draait het bestralings toestel om u heen. U ziet of voelt de straling niet. De bestraling vindt plaats vanuit verschillende richtingen; daarom draait het bestralingstoestel tijdens de bestraling om u heen. Misschien komt het dichtbij, maar het zal u nooit aanraken. Dit is vooraf gecontroleerd. Voordat het bestralingstoestel van richting verandert, zet een radiotherapeutisch laborant de behandeltafel en het bestralingstoestel in de goede positie. Als dat nodig is, maken de radiotherapeutisch laboranten opnieuw 9
Stereotactische Radiotherapie
controle röntgenfoto’s. Zonodig wordt uw houding veranderd door de tafelpositie te veranderen. Daarna gaat de bestraling verder. De bestraling duurt ongeveer 30 minuten. Als u dat prettig vindt, kunt u luisteren naar een CD die u zelf heeft meegebracht. Het aantal bestralingen per behandeling verschilt. De radiotherapeutoncoloog vertelt u tijdens het kennismakingsgesprek wat voor u van toepassing is.
Controle Tijdens de behandeling Tijdens de behandeling wordt u eens per week gezien door uw behandelend radiotherapeut-oncoloog, arts-assistenten of de nurse practitioner. Deze bespreekt met u de voortgang van de behandeling. U heeft dan ook de gelegenheid vragen te stellen en eventuele klachten en problemen naar voren te brengen. De arts 10
Radiotherapie
zal u soms lichamelijk onderzoeken. Als het nodig is neemt de medewerker Patiëntenservice bloed bij u af voor onderzoek en houdt wekelijks uw gewicht bij. Als u klachten of problemen heeft kunt u tussentijds terecht bij de medewerker Patiëntenservice, via telefoonnummer (050) 361 93 63. Als het nodig is zal de medewerker contact opnemen met uw behandelend radiotherapeut-oncoloog. Bij problemen in het weekend kunt u het best contact opnemen met uw huisarts. Eventueel is in het weekend de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog bereikbaar via het algemene nummer van het ziekenhuis. U vindt dit nummer voorin deze brochure. Na de behandeling Na de behandeling kan een controle op de afdeling Radiotherapie om de volgende redenen gewenst zijn: • het effect van de bestraling te beoordelen. • eventuele bijwerkingen vast te stellen en deze zo nodig te behandelen. • het eventueel ontstaan van late gevolgen door de behandeling in de gaten te houden. In dat geval kan langdurige controle wenselijk zijn. Er worden afspraken met u gemaakt over hoe vaak en hoe lang u voor controle moet komen. Bij eventuele problemen kunt u telefonisch contact opnemen met de medewerker Patiëntenservice. Zo nodig legt de medewerker het probleem voor aan uw behandelend radiothera peut-oncoloog. U wordt dan zo spoedig mogelijk teruggebeld.
Bijwerkingen Als gevolg van de bestraling treden soms bijwerkingen op. Over het algemeen treden er na een stereotactische bestraling weinig bijwerkingen op. Uw radiotherapeut zal tijdens het eerste gesprek met u bespreken, wat in uw situatie te verwachten is. 11
Stereotactische Radiotherapie
Vermoeidheid Als u bestraald wordt kunt u zich vermoeider voelen dan anders. Wij adviseren u dan ook tijdens de bestraling meer te rusten dan u gewoon bent te doen. Het dagelijks heen en weer reizen naar een bestralingsafdeling kan al vermoeiend genoeg zijn. Ook na een behandeling kunnen patiënten nog last hebben van vermoeidheid. Dit is echter zeer persoonlijk en vaak afhankelijk van de totale behandeling. Vermoeidheid kan een lichamelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld als gevolg van te weinig rode bloedcellen in het bloed of een gebrek aan eiwitten. Daarnaast kunnen psychische en emotionele factoren een rol spelen bij uw vermoeidheid. Samen met uw behandelend arts kunt u nagaan waar uw klachten mogelijk vandaan komen. Uw arts kan u hierbij adviseren. Als u tijdens de behandeling behoefte heeft om over vermoeidheid te praten, kunt u terecht bij de medewerker Patiëntenservice. De medewerker kan u ook adviezen geven hoe met uw vermoeidheid om te gaan.
Verwerkingsproblemen Als u behoefte heeft om te praten over uw situatie kunt u dit bespreken met uw arts of met de medewerker Patiëntenservice. Eventueel kunt u informatie krijgen over begeleiding. Zo nodig verwijst uw behandelend radiotherapeut-oncoloog u naar een medisch psycholoog of maatschappelijk werker. Het kan ook zijn dat u juist met medepatiënten wilt praten. Het is goed om u hierbij te bedenken, dat de patiënten in de wachtkamer van de afdeling Radiotherapie misschien niet de juiste gesprekspartners zijn. Als u in contact wilt komen met lotgenoten of andere hulpverleners kunt u dit het best bespreken met de medewerker
12
Radiotherapie
Patiëntenservice. Deze kan u verwijzen naar een patiënten vereniging of u informeren over adressen van hulpverleners. Voor informatie over patiëntenverenigingen en gespreksgroepen kunt u ook terecht bij KWF Nederlandse Kankerbestrijding, via het gratis telefoonnummer 0800-022 66 22 of bij Patiënteninformatie van het UMCG. De medewerker van Patiënteninformatie helpt u met uw vraag bij de juiste persoon of instantie terecht te komen. Het telefoonnummer van Patiënteninformatie is (050) 361 33 00.
Vragen Als u na het lezen van deze brochure vragen heeft, kunt u op werkdagen contact opnemen met de medewerkers Patiënten service van de afdeling Radiotherapie. U kunt hen bereiken via telefoonnummer (050) 361 93 63. Als dat nodig is kan deze mede werker u doorverbinden met uw behandelend radiotherapeutoncoloog. Voor meer informatie of een virtuele rondleiding kunt u terecht op de website van de afdeling Radiotherapie: www. radiotherapiegroningen.nl\ informatie voor patiënten\ virtuele rondleiding\stereotactische bestraling van de long, lever, bijnier of andere organen buiten de hersenen\.
Opmerkingen en klachten De medewerkers van het UMCG vinden het belangrijk dat patiënten en bezoekers tevreden zijn. Toch kan het gebeuren dat u iets meemaakt waarover u niet tevreden bent. Als u een klacht of opmerking heeft, dan doet u er goed aan dit direct met de betrokkene(n) te bespreken. Misschien is er sprake van een misverstand of kan uw onvrede door een gesprek worden
13
Stereotactische Radiotherapie
weggenomen. U kunt uw klacht of opmerking ook bespreken met een medewerker van Patiënteninformatie, telefoonnummer (050) 361 33 00. Deze medewerker vertelt u hoe het indienen van een klacht in zijn werk gaat en kan u ook informatie geven over rechten, klachtenprocedures en wettelijke regelingen. Een brochure over de klachtenregeling van het UMCG kunt u downloaden op de website van het UMCG (onder patiënten > algemeen > vragen, opmerkingen en klachten) of opvragen bij de medewerkers Patiëntenservice van de Radiotherapie.
14
Radiotherapie
Aantekeningen
15
Stereotactische Radiotherapie
16